Landelijke beheersniveaus beroepscompetenties ergotherapie Niveau 1 t/m 3

Transcriptie

1 Landelijke beheersniveaus beroepscompetenties ergotherapie Niveau 1 t/m Joan Verhoef Hogeschool Rotterdam Annerie Zalmstra Zuyd Hogeschool Marleen Kaijen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Saskia Hofstede Hogeschool van Amsterdam Geaccordeerd door Studierichtingenoverleg Ergotherapie

2 Inleiding en algemene uitgangspunten. De geactualiseerde Beroepscompetenties Ergotherapie (Verhoef en Zalmstra, 2013) beschrijven het kwalificatieniveau van de beginnend ergotherapeut in de actuele beroepspraktijk. Ze zijn door de vier opleidingen Ergotherapie gezamenlijk geformuleerd, vervolgens geaccordeerd door Ergotherapie Nederland en gevalideerd door de Vereniging Hogescholen. Alle vier de opleidingen ergotherapie in Nederland gebruiken de Beroepscompetenties als basis voor het onderwijs en de toetsing. Om de beoordeling voor de verschillende niveaus van toetsing landelijk af te stemmen heeft het StudieRichtingenOverleg Ergotherapie (SRO-E) in september 2013 een projectgroep de opdracht gegeven voor alle beroepscompetenties, zoals beschreven in de Beroepscompetenties Ergotherapie (Zalmstra & Verhoef, 2013), drie beheersniveaus te formuleren: opleidingsbekwaam (propedeuse), stagebekwaam en beginnend beroepsbekwaam. Met het oog op de ontwikkeling van professionele Masteropleidingen is de vraag om daarnaast op grond van dezelfde criteria of systematiek een expert niveau te beschrijven. Voor de uitvoering van het project zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd bij opstellen van het document: Het eindproduct is een beschrijving van 3 beheersniveaus in alle beroepscompetenties die bruikbaar is voor alle vier de Bachelor opleidingen ergotherapie. De beheersniveaus zijn afgeleid van de competentiebeschrijvingen en brengen een onderscheid aan in het niveau waarop de competentie beheerst wordt of dient te worden bij (het eind van) de propedeusefase (niveau 1), de start van de stage (niveau 2) en de diplomering (niveau 3 of eindniveau, conform beschrijving van de beroepscompetentie). Het uitgangspunt is dat de beschrijving op niveau 1 de voorloper is van niveau 2 en vervolgens van niveau 3 (eindniveau). Bij de formulering van de beheersniveaus worden de beschrijvingen van de beroepscompetenties, en de daarin gebruikte begrippen en terminologie, aangehouden. Deze worden gecombineerd met de geformuleerde criteria voor niveautypering. De beschrijving van de beheersniveaus is duidelijk, concreet en toepasbaar in onderwijs en toetsing voor studenten en docenten ergotherapie. De beheersniveaus bieden een algemene beschrijving van de competentie op de verschillende niveaus. Voor de uitwerking en invulling van de beroepscompetentie in onderwijs en toetsing is elke opleiding vrij om de algemene beschrijving naar eigen inzicht te specificeren en accenten te leggen of aanvullende theorieën, literatuur en/of begrippen te hanteren. Voor het onderscheiden van de verschillende niveaus zijn drie criteria vastgesteld: methodisch handelen, verantwoorden en werken in de context. De keuze voor deze criteria wordt hieronder verantwoord. De beschrijving van de beheersniveaus is geconcretiseerd door bij het methodisch handelen de kenmerkende stappen van de betreffende beroepscompetentie te verwerken, en bij verantwoording een aantal domeinen van theoretische kennis te benoemen. 2

3 Vaststellen van de criteria. Voor het vaststellen van criteria om de beheersniveaus te typeren is een overzicht gemaakt van aspecten of criteria die worden beschreven in de Dublin Descriptoren (Nederlands Kwalificatieraamwerk Hoger Onderwijs 2008), generieke hbo competenties (Commissie Franssen, 2001), Europees Kwalificatie Kader voor een leven lang leren (EKK, 2009), de WFOT competencies (WFOT, 2008), de Europese Tuning competencies (2008, p.51-60), Profile of Occupational Therapy Practice in Canada (CAOT, 2012) en het Zelcommodel (Bulthuis, 2013). Deze documenten stemmen sterk overeen in de beschrijving van criteria ten aanzien van het bepalen van bachelor (en/of Master) niveau. Veel genoemde criteria zijn: complexiteit/methodisch, verantwoordelijkheid/zelfstandigheid, transfer/context en theoretische kennis. Op basis van een overzicht uit genoemde bronnen heeft de projectgroep tijdens een bijeenkomst van gedachten gewisseld over de criteria voor het onderscheiden van de beheersniveaus. Als resultaat van dit overleg zijn drie criteria vastgesteld om de verschillende beheersniveaus te typeren: methodisch handelen, verantwoorden en werken in de context. Vervolgens is een globale niveautypering besproken ten aanzien van deze criteria voor de propedeuse, de start van de stage en het eindniveau. Deze criteria en de niveautypering voor de drie niveaus zijn in een matrix verwerkt. Deze matrix dient als uitgangspunt om de beheersniveaus per beroepscompetentie te beschrijven, en om niveauprofielen te beschrijven. Bronnen Verhoef J. & Zalmstra A. (2013). Beroepscompetenties Ergotherapie. Den Haag: Boom Lemma. Verhoef J.A.C. (2009). Beheersingsniveaus beroepscompetenties ergotherapie van de opleiding ergotherapie Hogeschool Rotterdam. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam, opleiding ergotherapie. Voor het vaststellen van criteria om de beheersniveaus te typeren zijn de volgende bronnen geraadpleegd: Nederlands Kwalificatieraamwerk Hoger Onderwijs (2008). Nederlandse vertaling van de Dublin Descriptoren. Commissie Franssen (2001). Tien generieke kwalificaties voor de hbo bachelor. Europees Kwalificatie Kader voor een leven lang leren (EKK, 2009). Tuning Projects (2008). Reference Points for the design and delivery of degree programmes in occupational therapy. Bilbao: Publicaciones de la Universidad de Deusto. Bulthuis P. (2013). Het ZelCommodel, grip op competentieniveaus. Examens, mei 2013(2). World Federation of Occupational Therapists (WFOT) (2008). WFOT entry level competencies for occupational therapists. Canadian Association of Occupational Therapists (CAOT) (2012). Profile of Practice of Occupational Therapists in Canada. 3

4 Niveautypering conform de kwalificatie-indeling naar methodisch handelen, verantwoorden en werken in de context. Beheersniveau 1 Opleidingsbekwaam 2 - Stagebekwaam 3 - Beroepsbekwaam Effectief (adequaat) professioneel gedrag vertonen in het werken met cliënten in bekende, vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en specifieke (gesimuleerde) Initiatief en nieuwsgierigheid tonen. op de (arbeids)organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische Methodisch handelen Past standaard methodes of (deel)procedures toe. (handelt systematisch of doelgericht) Past standaard methodes of procedures toe of een combinatie van standaardmethoden of procedures. (handelt methodisch) Past combinatie van standaard (of nieuwe) methoden of procedures toe en is flexibel in het toepassen en combineren van verschillende methoden. (handelt methodisch en flexibel) Verantwoorden (vanuit theoretische basis) Licht eigen professioneel handelen toe vanuit beroepskennis (theorie, modellen) en inzicht en vanuit beschikbaar bewijs. Onderbouwt en beargumenteert het eigen professioneel handelen vanuit beroepskennis en inzicht en beschikbaar bewijs, en informeert anderen doelbewust over eigen professioneel handelen. Verantwoordt het eigen professioneel handelen op basis van beroepskennis en inzicht en bewijs, en legt verantwoording af over de kwaliteit van de geboden zorg en dienstverlening. Werken in de context Toont professioneel handelen in specifieke, soortgelijke (gesimuleerde) beroepssituaties (overzichtelijk, bekend en met Toont professioneel handelen in beperkt aantal realistische beroepssituaties (deels onbekend, gevarieerd), stemt handelen af op mogelijkheden van de (arbeids)organisatie (generaliseren). Toont professioneel handelen in uiteenlopende authentieke beroepssituaties (complex, divers) en stemt handelen af op mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en op ontwikkelingen in beroep en beperkte diversiteit) (herhalen). maatschappij (transfer). 4

5 Toelichting bij verantwoorden Toelichten (beheersniveau 1): beschrijft enkele redenen voor zijn handelen (waarom hij iets doet) vanuit beroepskennis, theorie of bewijs, de voorkeur van de cliënt en de praktijksituatie; Onderbouwen (beheersniveau 2): beschrijft afwegingen en beargumenteert gemaakte keuzes vanuit beroepskennis (theorie, praktijkmodellen, literatuur, e.d.) of bewijs en reflectie op eigen handelen. Past daarbij kennis toe ten behoeve van oordeelsvorming. Laat daarbij zien dat hij beseft dat er meerdere alternatieven (keuzes) zijn om te handelen door deze te benoemen of te beschrijven, selecteert (kiest) één van deze mogelijkheden en beschrijft inhoudelijke redenen voor deze keuze (vanuit (beroeps)kennis/theorie, de voorkeur van de cliënt en de praktijksituatie). De gemaakte keuzes zullen veelal betrekking hebben op de keuze voor een assessment, een interventie, een activiteit, e.d. Verantwoorden (beheersniveau 3): beargumenteert afwegingen en keuzes vanuit beroepskennis, de voorkeur van de cliënt, de context en beschikbaar bewijs en maakt een genuanceerde keuze vanuit verschillende perspectieven. Toetst en evalueert het eigen handelen t.a.v. effectiviteit en efficiëntie en verantwoordt het eigen handelen en het behaalde resultaat. De gemaakte keuzes hebben betrekking op de geboden zorg en dienstverlening en de kwaliteit daarvan. 5

6 Clientgerichte competentie: SCREENEN De ergotherapeut inventariseert methodisch de ervaren handelingsproblemen bij een individuele cliënt die zich zonder verwijzing van een arts aanmeldt. Hij onderzoekt of er sprake is van medische rode vlaggen en evalueert of ergotherapie geïndiceerd is, zodat hij een onderbouwd advies kan geven aan de cliënt en de huisarts over het al dan niet vervolgen van ergotherapie. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De student inventariseert in een specifieke beroepssituatie systematisch, met behulp van standaard methoden of (deel)procedures, de ervaren handelingsproblemen bij een cliënt die zich zonder verwijzing van een arts aanmeldt. Hij evalueert of ergotherapie geïndiceerd is en communiceert op begrijpelijke wijze met cliënt over het al dan niet vervolgen van ergotherapie. Hij licht zijn screening toe vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. medische kennis over diagnose en prognose) en vanuit beschikbaar bewijs. De ergotherapeut in opleiding inventariseert in een realistische beroepssituatie methodisch, met behulp van standaard methoden of procedures, de ervaren handelingsproblemen bij een cliënt die zich zonder verwijzing van een arts aanmeldt. Hij onderzoekt methodisch of er sprake is van een dreigend handelingsprobleem en herkent duidelijke medische waarschuwingssignalen voor onderliggende pathologie. Hij evalueert of ergotherapie geïndiceerd is en geeft op professionele wijze een advies aan de cliënt over het al dan niet vervolgen van ergotherapie. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn screening vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. medische kennis over diagnose en prognose) en vanuit beschikbaar bewijs. De ergotherapeut in opleiding inventariseert in authentieke beroepssituaties methodisch, met behulp van standaard methoden of procedures, de ervaren handelingsproblemen bij een individuele cliënt die zich zonder verwijzing van een arts aanmeldt. Hij onderzoekt of er sprake is van medische waarschuwingssignalen (rode vlaggen) en medisch onderzoek gewenst is. Hij evalueert of ergotherapie geïndiceerd is en communiceert met de cliënt over zijn bevindingen en advies in voor de cliënt begrijpelijke taal. Hij geeft een onderbouwd advies aan de cliënt en de huisarts over het al dan niet vervolgen van ergotherapie. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van de screening vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. medische kennis over diagnose en prognose) en vanuit beschikbaar bewijs. 6

7 Clientgerichte competentie: INVENTARISEREN EN ANALYSEREN De ergotherapeut inventariseert, prioriteert en analyseert methodisch in dialoog met de cliënt (en zijn systeem) 1 de ervaren handelingsproblemen ten aanzien van wonen/zorgen, leren/werken en/of spelen/vrije tijd, alsook zijn wensen en mogelijkheden tot verandering. 1 Zie pagina 18 in Beroepscompetenties Ergotherapie (2013) voor de definitie van cliënt. De student verheldert in een specifieke beroepssituatie in dialoog met de cliënt de vraag en bepaalt prioriteiten in de te inventariseren handelingsproblemen. Hij inventariseert en analyseert systematisch, met behulp van standaard instrumenten en (deel) procedures, in dialoog met de cliënt de ervaren handelingsproblemen ten aanzien van wonen/zorgen, leren/ werken en/of spelen/vrije tijd. Hij licht zijn probleemdefiniëring toe vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. ergotherapeutische praktijk- of inhoudsmodellen, ergotherapeutische assessments) en vanuit beschikbaar bewijs en past daarbij professioneel redeneren toe. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids)organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende De ergotherapeut in opleiding verheldert in een realistische beroepssituatie in dialoog met de cliënt (en zijn systeem) de vraag en bepaalt prioriteiten in de te inventariseren handelingsproblemen. Hij inventariseert en analyseert, met behulp van (een combinatie van) betrouwbare en valide instrumenten, gegevens over de ervaren handelingsproblemen ten aanzien van wonen/zorgen, leren/ werken en/of spelen/vrije tijd, als ook de wensen en mogelijkheden tot verandering van de cliënt en het cliëntsysteem. Op basis van de analyse en interpretatie van de gegevens definieert hij in dialoog met de cliënt de ervaren handelingsproblemen. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn probleemdefiniëring vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. ergotherapeutische praktijk- of inhoudsmodellen, ergotherapeutische assessments) en vanuit beschikbaar bewijs en past daarbij professioneel redeneren toe. vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De ergotherapeut in opleiding inventariseert, prioriteert en analyseert in authentieke beroepssituaties methodisch en flexibel, met behulp van een combinatie van methoden en procedures, in dialoog met de cliënt (en zijn systeem) de ervaren handelingsproblemen ten aanzien van wonen/ zorgen, leren/werken en/of spelen/vrije tijd, als ook de wensen en mogelijkheden tot verandering van de cliënt en het cliëntsysteem. Op basis van de analyse en interpretatie van de gegevens definieert hij in dialoog met de cliënt de ervaren handelingsproblemen. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en ontwikkelingen beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van probleemdefiniëring vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. ergotherapeutische praktijk- of inhoudsmodellen, ergotherapeutische assessments) en vanuit beschikbaar bewijs en past daarbij professioneel redeneren toe. 7

8 Clientgerichte competentie: BEHANDELEN EN BEGELEIDEN De ergotherapeut behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt op methodische wijze om het betekenisvol, dagelijks en maatschappelijk handelen te bevorderen, zodat de cliënt naar vermogen activiteiten en rollen kan vervullen om naar zijn tevredenheid te participeren. De student bepaalt samen met de cliënt in een specifieke beroepssituatie doelen die passen bij zijn wensen en eisen voor wonen/zorgen, leren/werken, spel/vrije tijd en stelt gezamenlijk een plan van aanpak op om het uitvoeren van betekenisvolle, dagelijkse en maatschappelijke activiteiten te bevorderen. Hij voert dit plan uit en behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt doelgericht met behulp van standaard methoden en (deel)procedures. Hij informeert de cliënt over zijn de mogelijke aanpak en te verwachten resultaten. Hij licht zijn behandelen en begeleiden toe vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. praktijk- en inhoudsmodellen, interventies, gedragsverandering, gezondheidsbevordering, aanpassing van de omgeving en gebruik van (zorg)technologie) en vanuit beschikbaar bewijs. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids)organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende houding tonen. De ergotherapeut in opleiding behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt en het cliëntsysteem in een realistische beroepssituatie methodisch, met behulp van (een combinatie van) standaard methoden en procedures om het vervullen van het betekenisvol, dagelijks en maatschappelijk handelen te bevorderen. Hij bepaalt samen met de cliënt doelen, stelt een plan van aanpak uit, voert dit uit en evalueert dit. Hij begeleidt het veranderproces doelgericht en met aandacht voor het maken van keuzes in handelen, zodat de cliënt naar vermogen activiteiten en rollen kan vervullen om naar zijn tevredenheid te participeren. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn behandelen en begeleiden vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. praktijk- en inhoudsmodellen, interventies, gedragsverandering, gezondheidsbevordering, aanpassing van de omgeving en gebruik van (zorg)technologie) en vanuit beschikbaar bewijs en past daarbij professioneel redeneren toe. vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De ergotherapeut in opleiding behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt in authentieke beroepssituaties methodisch, met behulp van een combinatie van standaard methoden en procedures, om het betekenisvol, dagelijks en maatschappelijk handelen te bevorderen, zodat de cliënt naar vermogen activiteiten en rollen kan vervullen om naar zijn tevredenheid te participeren. Hij bepaalt samen met de cliënt doelen, stelt een plan van aanpak uit, voert dit uit en evalueert dit. Hij begeleidt het veranderproces doelgericht. Hij stemt zijn handelen af de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en ontwikkelingen beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van zorg vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. praktijk- en inhoudsmodellen, interventies, gedragsverandering, gezondheidsbevordering, aanpassing van de omgeving en gebruik van (zorg)technologie) en vanuit beschikbaar bewijs en past daarbij professioneel redeneren toe. 8

9 Cliëntgerichte competentie: ADVISEREN AAN DERDEN De ergotherapeut adviseert op methodische wijze aan derden 1 over zorg of begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden, zodat participatie en inclusie van de belanghebbende(n) 2 toenemen. 1 Mantelzorgers, ouders, professionele dienstverleners, organisaties (uitvoeringsorgaan van een wet of verzekering, organisatie in gezondheidszorg, welzijn, onderwijs of in bedrijfsleven). Hier kan ook de term klant, adviesvrager of opdrachtgever gebruikt worden. 2 Hier kan ook de term cliënt gebruikt worden. De cliënt kan een persoon of een groep of populatie zijn. De student adviseert in een specifieke beroepssituatie methodisch, met behulp van standaard methoden en (deel)procedures aan derden over zorg of begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden. De student definieert samen met de opdrachtgever de adviesvraag, verkent oplossingsrichtingen en selecteert een adequate oplossing. Hij informeert de adviesvrager en/of belanghebbende over relevante wet- en regelgeving. Hij licht zijn adviseren toe vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. adviesmodel, wet- en regelgeving) en vanuit beschikbaar bewijs. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende De ergotherapeut in opleiding adviseert in een realistische beroepssituatie methodisch, met behulp van (een combinatie van) standaard methoden en procedures, aan derden over zorg of begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden, zodat participatie van de belanghebbende(n) toeneemt. Hij definieert samen met de opdrachtgever de adviesvraag, informeert de adviesvrager of belanghebbende over relevante wet- en regelgeving, verkent oplossingsrichtingen en selecteert een oplossing. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn adviseren vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. adviesmodel, wet- en regelgeving) en vanuit beschikbaar bewijs. vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De ergotherapeut in opleiding adviseert in authentieke beroepssituaties methodisch, met behulp van een combinatie van standaard methoden en procedures, aan derden over zorg of begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden, zodat participatie en inclusie van de belanghebbende(n) toenemen. Hij handelt methodisch en flexibel bij het definiëren van de adviesvraag, het informeren van adviesvrager en/of belanghebbende over relevante weten regelgeving, het verkennen van oplossingsrichtingen en het selecteren van een oplossing. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en ontwikkelingen beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van de advisering vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. adviesmodel, wet- en regelgeving) en vanuit beschikbaar bewijs. 9

10 Cliëntgerichte competentie: ONDERSTEUNEN EN VERSTERKEN De ergotherapeut ondersteunt (leden van) een kwetsbare groep, gemeenschap of populatie om de aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken en om voorwaarden in de omgeving te creëren, zodat participatie en sociale inclusie toenemen. Effectief (adequaat) professioneel gedrag vertonen in het werken met cliënten in bekende, specifieke (gesimuleerde) De student ondersteunt in een specifieke beroepssituatie (leden van) een kwetsbare groep of populatie doelgericht, met behulp van standaard methoden en (deel)procedures, om de aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken. De student signaleert wensen en behoefte(n) met betrekking tot participatie, brengt relevante hulpbronnen in kaart en versterkt eigen kracht en regie van (leden van) een kwetsbare groep of populatie. Hij licht zijn handelen toe vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. burgerschapsmodel, theorie over participatie, eigen regie, empowerment, zelfmanagement) en vanuit beschikbaar bewijs. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende De ergotherapeut in opleiding ondersteunt in een realistische beroepssituatie methodisch (leden van) een kwetsbare groep, gemeenschap of populatie, met behulp van standaard methoden en procedures, om de aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken en om voorwaarden in de omgeving te creëren, zodat hun participatie toeneemt. Hij stelt de wensen, mogelijkheden en omstandigheden van de cliënt(en) centraal, helpt situaties te creëren die leiden tot vergroting van kennis en vaardigheden en ondersteunt cliënt(en) actief aan de maatschappij deel te nemen. Hij stemt zijn handelen af op anderen en op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn handelen vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. burgerschapsmodel, theorie over participatie, eigen regie, empowerment, zelfmanagement) en vanuit beschikbaar bewijs. vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De ergotherapeut in opleiding ondersteunt in authentieke beroepssituaties (leden van) een kwetsbare groep, gemeenschap of populatie om de aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken en om voorwaarden in de omgeving te creëren, zodat participatie en sociale inclusie toenemen. Hij signaleert wensen en behoefte(n) met betrekking tot participatie, brengt relevante hulpbronnen in kaart, versterkt eigen kracht en regie van de (groep)cliënt(en), stelt de mogelijkheden van de cliënt(en) centraal, helpt situaties te creëren die leiden tot vergroting van kennis en vaardigheden, ondersteunt cliënt(en) actief aan de maatschappij deel te nemen en reflecteert op eigen handelen. Hij stemt zijn handelen af op anderen, de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en ontwikkelingen beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van ondersteuning vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. burgerschapsmodel, theorie over participatie, eigen regie, empowerment, zelfmanagement) en vanuit beschikbaar bewijs. 10

11 Organisatiegerichte competentie: SAMENWERKEN De ergotherapeut werkt samen met professionals 1 binnen en buiten de eigen werkorganisatie en levert zo een beroepseigen bijdrage aan gezamenlijke besluitvorming en het gezamenlijke resultaat van het interprofessionele team, zodat de totale dienstverlening aan de cliënt effectief en efficiënt verloopt. 1 Zorgprofessionals, leerkrachten, werkgevers, gemeenten, zorgverzekeraars e.d. De student neemt initiatief tot samenwerken en wisselt doelgericht informatie uit met medestudenten/ collega s zodat gezamenlijke doelen en resultaten behaald worden. Hij maakt daarbij gebruik van standaard (communicatie) methoden en middelen. Hij levert een actieve bijdrage aan de samenwerking en besluitvorming door het doen van voorstellen. Hij licht zijn handelen en zijn rol in de samenwerking en in het (gezamenlijke) resultaat toe vanuit kennis over en inzicht in de deskundigheid van een aantal professies binnen de zorg. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende De ergotherapeut in opleiding communiceert doelbewust met collega s en andere professionals in realistische beroepssituaties en maakt daarbij gebruik van standaard (communicatie) methoden en middelen. Hij levert een actieve en beroepseigen bijdrage aan gezamenlijke besluitvorming en resultaten en bevordert de samenwerking. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie, en informeert anderen doelbewust over het eigen professioneel handelen. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn handelen en zijn rol in de samenwerking vanuit kennis over en inzicht in de deskundigheid van andere professionals binnen en buiten de zorg. vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De ergotherapeut in opleiding werkt (actief) samen met professionals binnen en buiten de eigen werkorganisatie in authentieke beroepssituaties en levert zo een beroepseigen bijdrage aan gezamenlijke besluitvorming en het gezamenlijke resultaat van het interprofessionele team, zodat de totale dienstverlening aan de cliënt effectief en efficiënt verloopt. Hij is daarbij flexibel in het toepassen van (communicatie) methoden en middelen. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en op ontwikkelingen in beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van zorg vanuit kennis en inzicht in de deskundigheid van andere professionals binnen en buiten de zorg. 11

12 Organisatiegerichte competentie: ORGANISEREN De ergotherapeut draagt bij aan de continuïteit en de effectiviteit van de bedrijfsvoering van de organisatie. Hij organiseert de eigen dienstverlening met effectieve en efficiënte inzet van medewerkers, middelen en materialen, zodat hij de cliënt kwalitatief goede zorg biedt tegen aanvaardbare kosten (doelmatigheid). vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids)organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De student organiseert in een specifieke beroepssituatie doelgericht met behulp van standaard methoden en (deel)procedures zijn eigen werk door het efficiënt plannen van werkzaamheden en het organiseren van benodigde middelen en materialen. Hij legt zijn (cliënt-) activiteiten, werkzaamheden en resultaten vast volgens richtlijnen van opleiding of beroep. Hij licht de organisatie van zijn zorg en dienstverlening toe op basis van kennis en inzicht in organisatie en financiering van zorg (o.a. informatie- en communicatietechnologie, bedrijfskunde, wet- en regelgeving). De ergotherapeut in opleiding organiseert in een realistische beroepssituatie doelgericht, met behulp van standaard methoden en procedures, zijn eigen werk door het plannen van werkzaamheden en het organiseren van benodigde middelen, materialen en mensen voor een effectieve en efficiënte dienstverlening. Hij legt zijn werkzaamheden en resultaten vast volgens richtlijnen van organisatie of beroep. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij onderbouwt en beargumenteert de organisatie van zijn zorg en dienstverlening vanuit kennis en inzicht in organisatie en financiering van zorg (o.a. informatie- en communicatietechnologie, bedrijfskunde, weten regelgeving). De ergotherapeut in opleiding draagt in authentieke beroepssituaties doelgericht, met behulp van een combinatie van standaard methoden en procedures, bij aan de continuïteit en de effectiviteit van de bedrijfsvoering. Hij organiseert de eigen dienstverlening met effectieve en efficiënte inzet van medewerkers, middelen en materialen, zodat hij de cliënt kwalitatief goede zorg biedt tegen aanvaardbare kosten (doelmatigheid). Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en op ontwikkelingen beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van zorg en dienstverlening met behulp van kennis en inzicht in organisatie en financiering van zorg (o.a. informatie- en communicatietechnologie, bedrijfskunde, wet- en regelgeving). 12

13 Organisatiegerichte competentie: ONDERNEMEN De ergotherapeut speelt in op veranderende vragen en behoeften en neemt initiatieven om nieuwe klanten en markten te vinden om diensten en producten te positioneren en te realiseren, zodat continuering of uitbreiding van ergotherapeutische zorg en dienstverlening binnen de organisatie in de toekomst gewaarborgd is. De student neemt doelgericht initiatief ten aanzien van nieuwe klanten of markten en signaleert met behulp van standaard methoden of (deel)procedures veranderende of nieuwe vragen en behoeften in een specifieke markt. Hij verantwoordt de resultaten van zijn initiatieven. Hij licht zijn ondernemend handelen toe met behulp van kennis en inzicht (o.a. ondernemen, bedrijfsvoering, marktonderzoek, financiering van zorg en welzijn, kosten-baten analyse, productontwikkeling, marketing, risicoanalyse). vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende De ergotherapeut in opleiding neemt doelgericht initiatief ten aanzien van nieuwe klanten of markten en analyseert met behulp van standaard methoden of procedures de sterktes zwaktes van ergotherapeutische diensten in een in een realistische beroepssituatie of markt. Hij ziet en benut kansen ten aanzien van nieuwe klanten of markten en voert activiteiten uit om afname van ergotherapeutische diensten te bevorderen. Hij verantwoordt de resultaten en kosten van zijn activiteiten. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de organisatie of markt. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn ondernemend handelen vanuit kennis en inzicht (o.a. ondernemen, bedrijfsvoering, marktonderzoek, financiering van zorg en welzijn, kosten-baten analyse, productontwikkeling, marketing, risicoanalyse). vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De ergotherapeut in opleiding speelt met behulp van een combinatie van standaard methoden en procedures in op veranderende vragen en behoeften in authentieke Hij neemt initiatief om nieuwe klanten en markten te vinden om diensten en producten te positioneren en te realiseren, zodat continuering of uitbreiding van ergotherapeutische zorg en dienstverlening binnen de organisatie in de toekomst gewaarborgd is. Hij verantwoordt de resultaten en kosten van zijn activiteiten. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en op ontwikkelingen beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van zorg en dienstverlening met behulp van kennis en inzicht (o.a. ondernemen, bedrijfsvoering, marktonderzoek, financiering van zorg en welzijn, kosten-baten analyse, productontwikkeling, marketing, risicoanalyse). 13

14 Organisatiegerichte competentie: ZORG DRAGEN VOOR KWALITEIT De ergotherapeut analyseert en evalueert op systematische wijze de effectiviteit en efficiëntie van de ergotherapeutische zorg en dienstverlening, zodat hij bijdraagt aan het planmatig verbeteren en borgen van verantwoorde zorg die aansluit bij de vraag van de cliënt en de doelstellingen van de organisatie. De student formuleert in een specifieke beroepssituatie met behulp van standaard methoden of (deel) procedures kwaliteitscriteria voor ergotherapeutische zorg en dienstverlening, handelt volgens afgesproken normen en evalueert of voldaan wordt aan de gestelde normen. Hij licht zijn handelen ten aanzien van zorgen voor kwaliteit toe vanuit kennis en inzicht (o.a. kwaliteitsmodel, kwaliteitssysteem). vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende De ergotherapeut in opleiding specificeert in een realistische beroepssituatie met behulp van standaard methoden of procedures kwaliteitscriteria voor ergotherapeutische zorg en dienstverlening, handelt volgens afgesproken normen, evalueert aan de hand van de geformuleerde criteria de zorg en dienstverlening en doet een voorstel voor verbeteracties. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn handelen ten aanzien van zorgen voor kwaliteit vanuit kennis en inzicht (o.a. kwaliteitsmodel, kwaliteitssysteem). vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De ergotherapeut in opleiding analyseert en evalueert in authentieke beroepssituaties op systematische wijze, met behulp van een combinatie van standaard methoden en procedures, de effectiviteit en efficiëntie van de ergotherapeutische zorg en dienstverlening, zodat hij bijdraagt aan het planmatig verbeteren en borgen van verantwoorde zorg die aansluit bij de vraag van de cliënt en de doelstellingen van de organisatie. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en op ontwikkelingen in beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de kwaliteit van zorg vanuit kennis en inzicht (o.a. kwaliteitsmodel, kwaliteitssysteem). 14

15 Beroepsgerichte competentie: ONDERZOEKEN De ergotherapeut verricht praktijkgericht onderzoek door het verzamelen en verwerken van gegevens uit literatuur en praktijk, zodat hij bijdraagt aan effectieve en efficiënte ergotherapeutische zorg en dienstverlening en de onderbouwing daarvan. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende houding tonen. vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De student onderzoekt een vraag of probleem in een specifieke beroepssituatie door het systematisch verzamelen en verwerken van gegevens uit vakliteratuur of de praktijk. Hij zoekt en selecteert relevante professionele literatuur in professionele databases. Hij licht zijn handelen ten aanzien van het onderzoeken toe vanuit beroepskennis en inzicht over de methodiek van evidence-based practice (EBP) en/of onderzoeksmethoden. De ergotherapeut in opleiding verzamelt, analyseert en interpreteert gegevens uit literatuur of praktijk om een praktijkprobleem op te lossen in een realistische beroepssituatie. Hij beoordeelt gevonden literatuur kritisch en bepaalt de toepasbaarheid voor het verlenen van effectieve en efficiënte ergotherapeutische zorg die past bij de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn handelen ten aanzien van het onderzoeken vanuit kennis over en inzicht in de methodiek van EBP en/of onderzoeksmethoden. De ergotherapeut in opleiding verricht praktijkgericht onderzoek door het verzamelen en verwerken van gegevens uit literatuur en praktijk, zodat hij bijdraagt aan effectieve en efficiënte ergotherapeutische zorg en dienstverlening en de onderbouwing daarvan in authentieke Hij past onderzoeksresultaten toe in de praktijk, stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en op ontwikkelingen beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de (verbetering van) kwaliteit van zorg vanuit beroepskennis en inzicht en beschikbaar bewijs. 15

16 Beroepsgerichte competentie: INNOVEREN De ergotherapeut implementeert of ontwikkelt nieuwe werkwijzen (methoden, procedures, interventies, evidence), producten of diensten, zodat hij bijdraagt aan vernieuwing en verbetering van ergotherapeutische zorg en dienstverlening en aan de ontwikkeling van het beroep. De student draagt, op basis van het bepalen van de gewenste verandering, een analyse van de huidige en de gewenste situatie en een voorstel voor verandering, bij aan het toepassen of implementeren van een nieuwe werkwijze (protocol, standaard, richtlijn), product of dienst in een bekende, specifieke beroepssituatie. Hij licht zijn innovatief handelen toe vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. theorie over innoveren en implementeren) en vanuit beschikbaar bewijs. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende De ergotherapeut in opleiding draagt, op basis van een analyse van de huidige en gewenste situatie en een voorstel voor verandering, bij aan toepassing en implementatie van een nieuwe werkwijze (protocol, standaard, richtlijn), product of dienst om de ergotherapeutische zorg te verbeteren in een realistische beroepssituatie. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie. Hij onderbouwt en beargumenteert zijn innovatief handelen vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. theorie over innoveren en implementeren) en vanuit beschikbaar bewijs. vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De ergotherapeut in opleiding implementeert of ontwikkelt methodisch, op basis van een analyse van de huidige en gewenste situatie en een voorstel voor verandering, nieuwe werkwijzen, producten of diensten in authentieke beroepssituaties, zodat hij bijdraagt aan vernieuwing en/of verbetering van ergotherapeutische zorg en dienstverlening. Hij evalueert of de verandering bijdraagt aan verbetering van de kwaliteit van zorg. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en ontwikkelingen beroep en maatschappij. Hij verantwoordt zijn handelen en de (verbetering van) kwaliteit van zorg vanuit beroepskennis en inzicht (o.a. theorie over innoveren en implementeren) en vanuit beschikbaar bewijs. 16

17 Beroepsgerichte competentie: LEREN EN ONTWIKKELEN De ergotherapeut ontwikkelt en onderhoudt voortdurend en planmatig zijn eigen deskundigheid en draagt bij aan het ontwikkelen van de deskundigheid van collega s, zodat hij handelt volgens actuele maatschappelijke en professionele richtlijnen en bijdraagt aan de verdere profilering en professionalisering van het beroep. vertonen in verschillende realistische beroepssituaties dat is afgestemd op anderen en op de (arbeids) organisatie. Kansen zien en benutten, een onderzoekende vertonen in afgestemd op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. Een ondernemende, onderzoekende en positief kritische De student reflecteert op de eigen professionele kennis en professioneel gedrag, maakt een ontwikkelplan en voert dit uit zodat hij handelt volgens professionele standaarden in een specifieke beroepssituatie. Hij ontwikkelt zo zijn eigen deskundigheid en toont daarbij initiatief en nieuwsgierigheid. Hij licht de ontwikkeling in zijn professioneel handelen toe vanuit literatuur en kennis over het beroep ergotherapie. De ergotherapeut in opleiding ontwikkelt planmatig, op basis van reflectie, feedback en evaluatie, zijn professionele deskundigheid door het zich eigen maken en kritisch beschouwen van (nieuwe) beroepskennis en vaardigheden, zodat hij handelt volgens professionele standaarden. Hij legt de resultaten van zijn professionele ontwikkeling vast. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden van de (arbeids)organisatie en draagt bij aan het ontwikkelen van de deskundigheid van medestudenten door verworven kennis over te dragen. Hij ziet en benut kansen om het beroep ergotherapie te profileren. Hij onderbouwt en beargumenteert de ontwikkeling in zijn professioneel handelen met behulp van argumenten vanuit beroepskennis en inzicht en vanuit beschikbaar bewijs. De ergotherapeut in opleiding ontwikkelt en onderhoudt voortdurend en planmatig de eigen professionele deskundigheid, op basis van reflectie, actief feedback vragen en systematische evaluatie, zodat hij handelt volgens actuele maatschappelijke en professionele standaarden en richtlijnen. Hij legt de resultaten van zijn professionele ontwikkeling vast. Hij draagt bij aan het ontwikkelen van de deskundigheid van collega s en aan de verdere profilering en professionalisering van het beroep door het verspreiden van (nieuwe) beroepskennis. Hij stemt zijn handelen af op de mogelijkheden en doelstelling van de organisatie en op ontwikkelingen in beroep en maatschappij. Hij verantwoordt de ontwikkeling in zijn professioneel handelen vanuit beroepskennis en inzicht en vanuit beschikbaar bewijs. 17

18 Bijlage I Check generieke Kwalificaties HBO Bachelor Na invulling van alle competenties, deelcompetenties en beheersingsniveaus is gecontroleerd of de generieke Kwalificaties HBO- Bachelor in voldoende mate zijn verwerkt in het profiel. Het gaat om de volgende vijf generieke kwalificaties: 1. Brede, multidisciplinaire basis: de afgestudeerde is toegerust met actuele en multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden ten einde de taken van een beginnend beroepsbeoefenaar zelfstandig te kunnen uitvoeren. 2. Probleemgericht werken: de afgestudeerde kan relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden toepassen bij het definiëren, analyseren en oplossen van complexe problemen in de beroepspraktijk. 3. Methodisch en reflectief denken en handelen: de afgestudeerde is in staat relevante informatie te verzamelen en analyseren ten einde projectmatig te werken en te reflecteren op het beroepsmatig handelen, mede vanuit ethische en maatschappelijke vragen. 4. Sociaal-communicatieve bekwaamheid: de afgestudeerde kan intern en extern communiceren, teamgericht samenwerken, en leiding geven aan projecten in een multidisciplinaire, multiculturele en internationale arbeidsomgeving. 5. Professionalisering: de afgestudeerde heeft de cognitieve vermogens ontwikkeld die hem/haar in staat stellen tot voortdurend professionaliseren van de eigen beroepsuitoefening en tot functioneren in uiteenlopende 18