Beste leden van de VBA

Transcriptie

1 Amsterdam, 14 januari 2014 Beste leden van de VBA Allereerst natuurlijk namens de ProgrammaCommissie en mij de beste wensen voor het nieuwe jaar. Een voorspoedig, gelukkig en gezond beursjaar 2014 toegewenst. Aan de Sweepstake 2013 hebben 68 deelnemers meegedaan en dat viel mij tegen. In 2012 waren er 115 deelnemers, toen een record. Iets minder was te verwachten, maar die 68 hadden er wel wat méér mogen zijn, de Sweepstake 2011 telde 85 deelnemers. Afgelopen jaar deden er 7 man voor het eerst mee. Een flinke daling, dat waren in 2012 namelijk 25 man. Man ja, opvallende afwezigen waren in 2013 de vrouwen. Altijd al een minderheid, maar in het verleden een aantal malen goed voor een paar prijzen. Maar genoeg gezeurd. Dadelijk de uitslagen. Eerst nog een kleine toelichting en een paar kanttekeningen. Wat de portefeuillevraag betreft werken we met de jaarslotkoersen gecorrigeerd voor de onderliggende valutabewegingen. De bron is Bloomberg. Nu ben ik niet meer bij SNS Securities in dienst, maar ik mocht dinsdagmiddag, de 31 e december, toch van een Bloomberg-terminal van mijn oude werkgever gebruik maken. Waarvoor ook langs deze weg hartelijk dank. Toen ik op maandag 31 december rond een uur of halfvijf het kantoor verliet, was Wall Street nog open, evenals de beurzen van Mexico en Toronto. Maar daarmee is in die laatste paar uur van handel zo weinig gebeurd, dat dit 1

2 volgens mij geen invloed meer heeft op de totaaluitslag van de portefeuillevraag. De beurzen op het Westelijk Halfrond lieten overigens een zeer verdeeld zien, met vooral de ontwikkeling van de Nasdaq van belang. Maar daarover dadelijk méér. Ook de valuta- en grondstoffenhandel gingen nog door, maar dat speelde voor de vraagstelling geen rol. Laten we met de eerste vraag beginnen, de AEX. Die index ontwikkelde zich het afgelopen jaar anders dan in de drie voorgaande jaren. Eigenlijk kunnen we een beeld schetsen van een gestage weg omhoog. Wel een dipje in juni, overigens vergelijkbaar met 2012, maar dat was dan ook alles. Zorgde Supermario Draghi in de tweede helft 2012 voor de opleving, vorig jaar was Helikopter Ben de oorzaak van een kleine terugslag. Na een nieuwe stijging in het tweede halfjaar, moest er in de eerste weken van december ook nog wat af. De reden voor deze dipjes, Tapering. Een voor mij tamelijk recente kreet, die niets met ouderwetse bandrecorders te maken heeft, zoals ik inmiddels heb begrepen. De AEX index begon het jaar op 342,7 punten en ging via de 332 in juni naar een hoogste jaarstand van 401,8 op de laatste dag van het jaar. Die beursrichting had de gemiddelde deelnemer goed gezien, maar men was iets te pessimistisch waar het de eindstand betrof: gemiddeld was op 369 punten gerekend. Het werd ruim 30 punten méér, vandaar dat over een prachtig aandelenjaar kan worden gesproken. Overigens hadden 9 deelnemers op een stand van boven de 400 2

3 gerekend met 476 als top. De grootste pessimist taxeerde 240 en nog twee anderen zaten onder de 300 punten. Er kan er echter maar één de beste zijn en dat was Ronald Kok met een schatting van 400 punten rond. Hij komt dan ook in aanmerking voor de prijs. Eervolle vermeldingen zijn er voor de nummers 2 en 3, Gerrit Russelman met 399 en Jan de Vries met 398. We gaan naar vraag twee, de dollar. Om precies te zijn, de koers van de euro, opgemaakt in dollars en dan volgens de ECB. Dat is een dagelijks rond de klok van twee opgemaakte officiële referentiekoers en daarmee vermijden we discussies over de slotkoers omdat de dollar round the clock wordt verhandeld. Welnu, de gemiddelde deelnemer had ook hier de richting redelijk ingeschat. Europa had in het begin van het jaar wat probleempjes, we wijzen op Cyprus, maar van een Eurocrisis was in 2013 geen sprake. Bovendien hadden de Amerikanen hier en daar ook vuiltjes weg te werken, bijvoorbeeld de begrotingscrisis. De dollar begon het jaar op 1,32 en kwam in maart op 1,28 uit. Daarna ging het bergafwaarts. De gemiddelde deelnemer dacht aan 1,34, maar dat was te optimistisch (of moet ik zeggen, pessimistisch?). Het jaar werd op 1,3791 afgesloten, zo n beetje het laagste niveau in ruim twee jaar. Dat had Gilbert Janssen het best voorzien, met 1,3757 kwam hij het dichtst bij de uitkomst en hij komt derhalve in aanmerking voor de prijs. 3

4 Eervolle vermeldingen zijn er voor Fernand van Immerzzel en Nico van Geest met respectievelijk 1,385 en 1,373. Voor de statistieken, de hoogst afgegeven taxatie was 1,55 en de laagste 1,00. De derde vraag gaat traditioneel over de Nederlandse lange rente. Daar was sprake van een trendbreuk. Dan hebben wij het niet over de afwaardering van de kredietstatus van Nederland door Standard & Poor s maar over het eindelijk stijgen van de lange rente. Werd het jaar begonnen met een rendement van 2,23%, in september was het 3,0%. Dat was overigens 2 maanden vóór de neerwaartse herziening door meneer Moritz Krämer. Ergo, ratingbureaus, wat is de toegevoegde waarde? In de laatste drie-en-een-halve maand liep het rendement iets terug naar 2,881%. Voor het eerst in jaren dus een stijging en daarmee mag het vorige jaar wel een goed aandelenjaar zijn geweest, voor obligatiebeleggers lag dat anders. Ook hier hadden de deelnemers de trend goed voorspeld, zij het opnieuw niet ver genoeg. De gemiddelde taxatie is op 2,77% uitgekomen, met extremen van 3,99% en 1,75%. Met een schatting van 2,884% benaderde Peter Pauw het eindresultaat het beste en hij komt in aanmerking voor de prijs. Een eervolle vermelding is er opnieuw voor de krap 2,89% van Nico van Geest, die we ook bij de dollarvraag tegenkwamen. Een eervolle nummer 3 was Berry Debrauwer met ruim 2,89%. 4

5 We hebben als vierde vraag altijd een grondstoffenvraag, ditmaal was weer eens voor de prijs van het goud gekozen. Een aantal jaren geleden hebben we hier ook om gevraagd en toen viel het ons op, dat de deelnemers de goudprijs aardig accuraat wisten te voorspellen. Afgelopen jaar kwam ik dus in de verleiding om op grond van de uitgebrachte voorspellingen een positie in goud in te nemen. Maar AFM hört mit en op grond van deze informatie positie innemen, mag niet. Gelukkig maar. Want het blinkende metaal startte het jaar op $ 1.694, meteen de hoogste jaarprijs. Na een halfjaar werd het dieptepunt op $ bereikt en per saldo is er niet veel meer gebeurd. Het jaar 2013 werd op $ 1.201,50 afgesloten. Dat hadden weinigen voorzien, slechts 3 deelnemers hadden lager ingezet. Onder hen Hans Braker met $ 1.201,13. Hij wint de prijs. Eervolle vermeldingen zijn er voor Leon Bosman die er met $ net naast greep en voor Richard Mouw met $ Nog even de statistieken, gemiddeld was op niet minder dan $ ingezet. De hoogste inzet was $ en de laagste een eenzame $ 983. De vijfde vraag betrof een vraag over korte rente, in dit geval de driemaands Euribor. Misschien inmiddels een beladen rentebegrip, maar deze rente wordt nog steeds opgemaakt. Evenals in voorgaande jaren werd de uitkomst van deze rente te hoog ingeschat, maar in tegenstelling tot vorig jaar, zaten niet alle deelnemers te hoog. 5

6 De hoogste taxatie was 3,13%, dat was hij overigens in 2012 ook, en de laagste nog maar een armzalige 0,02%. Gemiddeld werd 0,75% getaxeerd. Opvallend, want net als de lange rente is de korte het afgelopen jaar gestegen. Begonnen werd op 0,19%, meteen het dieptepunt. Daarna ging deze rente per saldo langzaam omhoog tot 0,22% medio november. Daarna volgde een spike tot 0,3% en op 31 december was de stand 0,287% De lange-termijngrafiek laat overigens zien dat eind 2012 een dieptepunt was aangetikt. Ditmaal was er iemand die de eindstand vrij nauwkeurig wist te benaderen en dat was Edwin Luiting met 0,295%. Hij komt in aanmerking van de prijs. Eervolle vermeldingen waren er voor René van de Linde, de baissier van de goudprijs met 0,275% en voor Jan de Vries, al genoemd bij de AEX-vraag, met 0,312%. Gaan we naar de zesde vraag, de VAEX Volatlity index van de Amsterdamse beurs. In ging de AEX door een diep dal en bereikte de zogenaamde Angstindex toppen die we sindsdien niet meer hebben gezien. Vergeleken met deze periode was 2013 eigenlijk enorm saai. Het jaar begon op 17,6 en daarna was er een klein piekje van 21,4 in juni. In oktober werd de 20 nogmaals aangetikt en daarna ging 2013 eigenlijk als een nachtkaars uit. De eindstand was volgens de IEX site 14,107%. Daarmee deed zich een verschijnsel voor, dat ik nooit eerder heb meegemaakt. De winnaar van de vorige vraag is ook hier nummer één met 14,21, te weten Edwin Luiting. Eervolle vermeldingen zijn er voor deelnemers 6

7 die met 14 punten slechts een fractie verwijderd waren, te weten David Richert en Reinout van Zessen. Gemiddeld hadden de deelnemers op wat meer onrust gerekend, gegeven de taxatie van 19,3. De hoogste taxatie was 42,22, de laagste 10,11. Resteert nog de portefeuillevraag. De afgelopen jaren zijn nog al wisselvallig geweest. Een korte geschiedenis: Gegeven de 16 indices waaruit gekozen mocht worden, kon in 2008 alleen maar verloren worden, in 2009 alleen maar gewonnen. In 2010 was verliezen theoretisch mogelijk, maar eindigde toch iedere deelnemer in de plus. Dan kwam 2011 met ongeveer het omgekeerde beeld: met winst eindigen was mogelijk, maar slechts weinigen gegeven. Vervolgens in 2012, opnieuw omgekeerd, verliezen kon bijna niet. Toen kwam Een prachtig beursjaar, dat viel uit vele krantenkoppen op te maken. Maar in onze Sweepstake gold dit niet voor iedereen. Kort gezegd, net als in 2012 moesten de BRIC-beurzen gemeden worden. Brazilië was voor de tweede maal op rij de grootste boosdoener. Precies gelijk aan het vorig jaar genereerde de gemiddelde deelnemer een performance van 11,6%, iets méér dan de 11,3% die de 16 indices vooruit gingen. In 2012 deed de gemiddelde deelnemer het iets slechter, dus er was het afgelopen jaar progressie. Zoals gezegd, BRIC moest gemeden worden. Toch is 41,4% van het te beleggen vermogen in de 4 BRIC-landen belegd. In 2012 was dat overigens nog 49%. Maar niet 7

8 alleen BRIC deed het niet in 2013, de lieveling van 2012, Mexico, had men met -7% ook links moeten laten liggen. Toch ging 8,4% van het belegde vermogen naar de Mexicanen. Andere markten die het jaar negatief afsloten, waren de grondstoffenlanden Canada (-2%) en Australië (- 5%), maar hier ging minder dan 5% van het vermogen naartoe. Hongkong tenslotte eindigde ook in het rood, niettemin goed voor 5,9% van het gemiddelde belegde vermogen. Als we dan eens een tussenbalans opmaken, dan kunnen we constateren, dat ongeveer 60% van het gemiddelde deelnemersvermogen is belegd in markten, die het jaar negatief waren geëindigd. Geen fraaie prestatie. Degene met de slechtste performance zette -19% neer en in totaal 8 deelnemers realiseerden een rendement van minus 10% of slechter. Misschien ten overvloede, zij hadden alle flink op Brazilië ingezet. Even een zijsprongetje, de Franse beurs, lekker dichtbij huis, pluste 18%, maar deze is door geen enkele deelnemer gekozen. Nu is het niet zo, dat er alleen slechte markten werden uitgekozen. De beurs die zich met 13,5% van het belegde vermogen in de grootste belangstelling mocht verheugen was de Japanse. Goed gezien. In yens won de Nikkei vorig jaar bijna 57%. Maar het land van de rijzende zon was ook het land van de dalende yen en in euros bleef er derhalve 24% over. Een mooie performance, maar niet de beste. Ons buurland Duitsland kreeg er 25,5% bij en deed het daarmee zonder valutarisico nog net iets beter dan de Standard & Poor s, maar moest de Nasdaq met 32% voor 8

9 laten gaan. Van het belegde vermogen ging 4,3% naar de DAX en 3,7% naar de Nasdaq. Geen indrukwekkende percentages, maar de winnende deelnemer had wel een van deze markten nodig, omdat niet op één paard gewed mocht worden. Dat beste beurspaard van stal torende echter met kop en schouders boven de andere markten uit en de 12 beste deelnemers hadden dan ook 40% of méér van hun vermogen op deze beurs belegd: Dubai!! Performance 99%!! Theoretisch had de deelnemer dus 50% in Dubai moeten beleggen, 45% op de Nasdaq en 5% in Duitsland. Dit zou 65% opgeleverd hebben, maar dat heeft geen enkele deelnemer gedaan. Toch wisten 6 deelnemers een performance van boven de 50% te realiseren en één van 60% plus. Eervolle vermeldingen zijn er voor de heren David Richert en Edwin Luiting die er een performance van ruim 57% wisten uit te persen. Eerstgenoemde zat bij de vorige vraag dichtbij de uitkomst. Voorts wijs ik erop dat de heer Luiting hiermee drie maal in successie wordt genoemd en nu maar net naast de prijzen grijpt. Niet naast de prijzen grijpt de nummer 2 met een performance van 59,9%. Naast Dubai en Japan een klein vlekje: India. De tweede prijs is voor Peter Tummers. Last, but zeker niet least noemen wij degene die de portefeuillevraag gewonnen heeft met een performance van 61,8%. Met 50% in Dubai, 45% in de S&P en 5% in de Nasdaq, is dat de persoon die ook vorig jaar de portefeuillevraag heeft gewonnen!!! Weet u het nog? 9

10 Thijs Vollenbroek, wederom goed voor de eerste prijs. Een applaus waard, denken wij. Tenslotte: Het Bestuur heeft mij gevraagd mij te buigen over de Sweepstake De Sweepstake 2013 is nog op de traditionele wijze gehouden. Dat wil zeggen, met formulieren die via door het secretariaat aan de leden worden toegezonden en die vervolgens per of anders op de ouderwetse manier via de post aan mij zijn geretourneerd. Het ligt in bedoeling de Sweepstake 2014 digitaal via de website van de Vereniging te organiseren. De vragen zullen vergelijkbaar zijn met die van afgelopen jaar. De deelnemers kloppen op de site hun prognose in, krijgen nog tot de deadline de mogelijkheid om de prognoses aan te passen en kunnen daarna gedurende het jaar hun taxaties volgen, maar uiteraard niet meer veranderen. Tot zover mijn verhaal. 10