D1 Project Zoomlens. Arash Khatami Jan van Veldhuizen Daan Kater. Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Universiteit Twente Enschede

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "D1 Project Zoomlens. Arash Khatami Jan van Veldhuizen Daan Kater. Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Universiteit Twente Enschede"

Transcriptie

1 D1 Project Zoomlens Arash Khatami Jan van Veldhuizen Daan Kater Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Universiteit Twente Enschede

2 Voorwoord Voorwoord Tijdens het tweede jaar van de studie Technische Natuurkunde aan de Universiteit Twente is het gebruikelijk om een onderzoeksproject te doen, ons werd opgedragen om onderzoek te doen naar de werking van een zoomlens. We hebben met veel plezier aan deze opdracht gewerkt. In dit rapport kunt u de opzet, resultaten en conclusies van dit project lezen. Ondanks dat al onze resultaten al lang onderzocht en bekend zijn, is dit project voor ons toch nuttig geweest, we hebben namelijk meer duidelijkheid gekregen over de werking van zoomlenzen voor compact camera s. De uitvoering van ons onderzoek was niet mogelijk geweest zonder de persoonlijke hulp van dhr. Peters. Onze dank hiervoor. Verder willen we dhr. Van Goor danken voor het verstrekken van de betreende sotware. Enschede, 11 maart 003 Arash Kathami Daan Kater Jan van veldhuizen Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina van 31

3 Inhoud Inhoud Voorblad... 1 Voorwoord... Inhoudsopgave... 3 I. Inleiding... 4 II. Samenvatting... 5 III. Probleemstelling... 6 III-1. De opdracht... 6 III-. De mogelijke onderzoeksrichtingen... 6 III-3. De onderzoeksvragen... 7 IV. Theoretische verklaring van een zoomlens... 8 IV-1. Het tweelenzensysteem analytische benadering... 8 IV-1-1. Brandpuntsastand van een lens... 8 IV-1-. Brandpuntsastand van een tweelenzensysteem... 8 IV-1-3. Het beeld van een tweelenzensysteem... 9 IV-. Het tweelenzensysteem beschrijving met matrixormalisme IV--1. Het Basisprincipe IV--. Toepassing op een tweelenzensysteem IV-3. Praktische implementatie... 1 IV-3-1. Het basisontwerp voor een tweelenzensysteem... 1 IV-3-. Correcties met betrekking tot de voorwerpastand IV-4. Sotware simulaties van een tweelenzensysteem IV-4-1. Toetsing van de theorie V. Mechanisch zoomsysteem V-1. Literatuuronderzoek V-. Mechanisch ontwerp VI. Optische awijkingen van een lenzensysteem... 1 VI-1. Chromatische aberratie... 1 VI-1-1. Correcties voor chromatische aberratie... 1 VI-. Serische aberratie... VI--1. Correcties voor serische aberratie... 3 VI-3. Andere aberraties... 3 VI-4. Transmissierendement... 3 VI-5. Correcties voor de aberraties van de zoomlens...5 VII. Conclusies... 6 VIII. Aanbevelingen... 7 IX. Literatuur... 8 X. Bijlagen... 9 Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 3 van 31

4 Inleiding I. Inleiding Een donkere kamer, een klein gaatje en een omgekeerd beeld. Lang is de camera obscura het meest gebruikte oto-apparaat ter wereld geweest: het principe van de camera obscura was bekend bij Aristoteles, Alhazen en ook Leonardo da Vinci kende het apparaat dat de basis heet gevormd voor de huidige otograie. De camera obscura werkte zonder lenzen, zonder spiegels en enkel een klein gaatje in een donkere ruimte. In de 18 eeuw werd ontdekt dat een lens in plaats van het kleine gaatje het resultaat van het beeld sterk verbeterde. Dit zogenaamde objectie is door de jaren heen sterk ontwikkeld en tegenwoordig zijn de microlenzen, de macrolenzen, de telelenzen en de zoomlenzen haast niet meer weg te denken uit de wereld van de otograie. Vooral de zoomlens heet een enorme impact gehad op de manier van otograeren. Het principe van de zoomlens het variëren van de brandpuntsastand van een lenssysteem maakte het mogelijk de vergroting van het beeld te beïnvloeden. Een voorbeeld van een zoomlens is te zien in iguur 1 hieronder. Fig. 1 - voorbeeld van een zoomlens Fig. - voorbeeld van een opengewerkte zoomlens In dit onderzoek zal er dieper worden ingegaan op de werking van de zoomlens. Hierbij wordt er gezocht naar een goede theoretische verklaring van de zoomlens en een ontwerp geormuleerd voor de werking, waarbij de posities van de lenzen essentieel zijn. Zoals te zien is in iguur bestaan moderne zoomlenzen uit meerdere lenzen. Dit terwijl het eect van zoomen ook met lenzen kan worden behaald. In hoodstuk III Probleemstelling zal er dieper worden ingegaan op de probleemstelling van ons onderzoek en de keuze voor een toepassing op een tweelenzensysteem. In hoodstuk IV Theoretische verklaring van een zoomlens wordt er ingegaan op alle theoretische aspecten van een lenzensysteem en toegepaste rekenmethoden. Bovendien wordt er in dat hoodstuk toegewerkt naar een juiste lenzenkeuze voor de gewenste zoom en de gevonden resultaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan een uitgebreider zoomsysteem met meerdere lenzen. Op basis van de bepaalde theoretische voorschriten is er een mechanisch systeem ontworpen om de zoomlens correct te laten unctioneren. Dit systeem en zijn werking wordt besproken in hoodstuk V Mechanisch zoomsysteem. De keuze voor twee lenzen is een sterke vereenvoudiging van de zoomlenzen die tegenwoordig worden gebruikt bij moderne ototoestellen. De nadelen van een tweelenzensysteem en de mogelijkheden van een lenzensysteem met meerdere lenzen worden uitgebreid behandeld in hoodstuk VI Theoretische nadelen van een tweelenzensysteem. Als asluiting van dit verslag, worden in hoodstuk VII Conclusies en in hoodstuk VIII Aanbevelingen de conclusies en aanbevelingen besproken. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 4 van 31

5 Samenvatting II. Samenvatting In opdracht van dhr. Peters en indirect van de Universiteit Twente, is een onderzoek verricht naar de werking van zoomlenzen. Dit in het kader van het D-1 project voor e -jaars studenten technische natuurkunde. In het project zijn de volgende items bestudeerd. Allereerst is er literatuur onderzoek gedaan, vervolgens is er een analytisch model voor verschillende zoomsystemen gemaakt, daarna zijn de resultaten hiervan vergeleken met beschikbare sotwaresimulaties. Er is onderzoek gedaan naar een tweelenzensysteem en een vijlenzensysteem. Het vijlenzensysteem is verder uitgewerkt en ontworpen, dit zowel mechanisch als optisch. Ook is aandacht geschonken aan aberraties en lichtintensiteit. Dit ontwerp heet een lenzencombinatie opgeleverd met twee zoomlenzen, met een brandpuntsastand van 100mm en 40mm, één vast lens, met een brandpuntsastand van 50mm en twee correctielenzen, met allebei een brandpuntsastand van 100mm. Als conclusie kan men stellen dat een tweelenzensysteem vele nadelen heet ten opzichte van een vij lenzensysteem, zo is bij een vijlenzen systeem de techniek achter het verplaatsen van de lenzen simpeler en zijn aberraties beter te verwerken. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 5 van 31

6 Probleemstelling III. Probleemstelling Bij het opstellen en operationaliseren van de hoodvraag van het onderzoek, is steeds uitgegaan van de randvoorwaarden aangegeven door van dhr. Peters. In de volgende paragraen wordt weergegeven hoe er tot de hoodvraag is gekomen. Allereerst wordt in paragraa II-1 de opdracht besproken zoals die door de dhr. Peters is verstrekt en wordt een voorlopige hoodvraag geormuleerd. Vervolgens wordt in paragraa II- de literatuur achtergrond van een zoomlens besproken. In paragraa II-3 wordt de deinitieve hoodvraag gedeinieerd. III-1. De opdracht Ons onderzoek werd uitgevoerd naar de lijnen van de opdracht zoals die hieronder is beschreven: Op de meer geavanceerde ototoestellen zit tegenwoordig een lens waarvan de brandpuntsastand continue gevarieerd kan worden. Zo m lens wordt zoomlens genoemd. De bedoeling van deze opdracht is dat je zel een zoom lens ontwerpt die geschikt is voor een ototoestel. Hierbij moet je bedenken dat het beeld zoals dat door de lens van het voorwerp gevormd word wordt steeds op dezelde plaats, namelijk op een oto-gevoelige laag van de ilm, terecht moet komen. De brandpuntsastand van de lens moet gevarieerd kunnen worden van 35 tot 70 mm. Bestudeer hoe de brandpuntsastand van het totale systeem van lenzen ahangt van de plaats en sterkte van de optische componenten (lenzen voor zichtbaar licht). Daarnaast moet een ontwerp worden gemaakt hoe de lenzen verplaatst kunnen worden. Al snel werd duidelijk dat dit een erg brede opdracht omschrijving is en dat we er vele kanten mee op konden. Omdat de tijd beperkt was, drie weken, is de volgende voorlopige onderzoeksvraag geormuleerd. Met wat voor een lenzencombinatie kan men een zoomlens maken en hoe kunnen deze lenzen verplaatst worden. III-. De mogelijke onderzoeksrichtingen De eerste zoomlens voor compact camera s werd in 1959 door Zoomar Cy uitgevonden en door Voightlander gebouwd. Sindsdien is er aan het principe niet veel veranderd, maar wel aan de kwaliteit. Zo is het systeem achter het verplaatsen van de lenzen gemoderniseerd en zijn er oplossingen gevonden voor aberratie. Zoomlenzen worden niet alleen op ototoestellen gebruikt maar bijvoorbeeld ook op wapens en satellieten. Een zoomlens is een lens waarin de eectieve brandpuntsastand kan variëren terwijl het beeld altijd op het een geixeerd punt valt. Men kan dus zoomen terwijl het beeld scherp blijt. Dit is al te realiseren met twee o drie lenzen, maar tegenwoordige zoomlenzen hebben veel meer lenzen. Het principe blijt echter hetzelde, de lenzen zijn op gedeeld in systemen, het ene deel zorgt voor de zoom het andere deel compenseert de beeldverschuiving. In het algemeen is dit principe op te delen in twee soorten, de optische compensatie en mechanische compensatie. De eerste werkt met een zoomunit bestaande uit een combinatie van drie lenzen, waarvan er twee simultaan bewegen. De compensatie van de verandering van de beeldastand voor het zoomen word bewerkstelligd door deze combinatie. Figuur 3 op de volgende pagina is een voorbeeld van een dergelijke lenzenconstructie. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 6 van 31

7 Probleemstelling Fig. 3 - In een zoomsysteem met drie lenzen, bewegen twee positieve lenzen als één unit rond een derde negatieve lens. Hierdoor ontstaat er zoomwerking, met directe compensatie van de beeldverschuiving. Op dit principe is bijvoorbeeld de zoomlens van Pan-Cinor gebaseerd. Bij mechanische compensatie bewegen twee lenzencombinaties los van elkaar volgens bepaalde ormules. Hierbij word de verandering van de beeldastand dus gecompenseerd door los van elkaar bewegende lenzen. Het principe van een zoomlens is redelijk simpel en heet niet zoveel lenzen nodig, maar om aberratie te compenseren ontstaan vaak erg complexe lenssystemen met veel lenzen. Ook trillingsgevoeligheid en absorptie zorgen voor deze complexiteit. Enkele voorbeelden van moderne lenzen zijn: Fig. 4 - De Minolta AF 8-135mm /4-4.5 zoomlens Fig. 5 - De Minolta AF 300mm /.8 Apo telelens Bij het ontwerpen van een zoomlens komt dus net iets meer kijken dan alleen het zoomen en schepstellen. Maar het is niet mogelijk om dit allemaal in het gegeven tijdsbestek te onderzoeken. III-3. De onderzoeksvragen Op basis van de bestudeerde literatuur is de hoodvraag gepreciseerd en kunnen er een zevental onderzoeksvragen worden ageleid. De hoodvraag luidt nu als volgt: Hoe werkt een zoomlens? Deze hoodvraag wordt uitgewerkt in zeven onderzoeksvragen: 1 Wat voor een lenzencombinatie is nodig voor een zoomlens? Wat is de achterliggende theorie achter een zoomlens? 3 Wat is serische aberratie en hoe is dit op te lossen? 4 Wat is chromatische aberratie en hoe is dit op te lossen? 5 Hoe groot is het optische transmissierendement? 6 Wat voor sotware bestaat er om lenssystemen te simuleren? 7 Wat voor een systeem kan er ontworpen worden om de lenzen te verplaatsen? Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 7 van 31

8 Theoretische verklaring zoomlens IV. Theoretische verklaring van een zoomlens Zoals eerder beschreven bestaan moderne zoomlenzen vaak uit meerdere lenzen. In het onderzoek is een zoomlens met lenzen als basis gebruikt voor de analyse, de theoretische verwerking en het ontwerp. In dit hoodstuk wordt u meegenomen op ontdekkingstocht, waarbij de werking van een zoomlens theoretisch wordt verklaard. Het benodigde lenssysteem kan op een analytische manier maar ook met het matrixormalisme beschreven worden. Beide methoden worden in dit hoodstuk uitgewerkt. IV-1. Het tweelenzensysteem - Analytische beschrijving In deze paragraa wordt het gedrag van licht door de lenzen analytisch toegelicht. Deze theorie zal dan de basis vormen waarmee we onze zoomlens mee ontwerpen. De juistheid van het ontwerp kan dan met de meer bekende matrixormalisme en sotware simulaties worden bevestigd. IV-1-1. Brandpuntsastand van een lens Als een lichtstraal evenwijdig aan de hoodas door een lens gaat, wordt deze zo gebroken dat hij o de extrapolatie daarvan (bij een divergente lens) de hoodas snijdt. De astand tussen de breking van de lichtstraal en het punt waar hij de hoodas snijdt, wordt de brandpuntsastand genoemd (zie ig. 6). Fig. 6 - Een lichtstraal evenwijdig aan de hoodas gaat na de breking door het brandpunt van de lens. IV-1-. Brandpuntastand van een tweelenzen systeem De eectieve brandpuntsastand van een tweelenzen systeem is de astand tussen het snijpunt van de (extrapolatie van een) gebroken lichtstraal na de tweede lens met de (extrapolatie van een) invallende lichtstraal en het punt waar de lichtstraal de optische as snijdt (zie ig. 7). Merk op dat de brandpuntsastand van het systeem groter kan zijn dan de lengte van het systeem zel. Fig. 7 - Eectieve brandpuntsastand van een tweelenzen systeem. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 8 van 31

9 Theoretische verklaring zoomlens Beschouw nu een (monochromatische) lichtstraal die op de hoogte h evenwijdig aan de optische as het lenzensysteem nadert. Na de eerste lens heet de lichtstraal een hoek α gelijk aan: α = h 1 Deze hoek wordt gemeten ten opzichte van de horizontale as, waar 1 de brandpuntsastand van de eerste lens is. Na het overbruggen van de astand d tussen de lenzen, is de hoogte van de lichtstraal nu: dh d h = h = h Na de tweede lens is de β hoek die de lichtstraal maakt met de horizontaal, gelijk aan: β = d h 1 = h ( h( 1 d )) d Hierin is de brandpuntsastand van de tweede lens is. Deze hoek is ook gelijk aan h/ e, waar e de eectieve brandpuntsastand van het lenzensysteem is. Na het elimineren van h krijgen we het volgende: e = 1 + d 1 (1) IV-1-3. Het beeld van een tweelenzen systeem Een tweelenzen systeem wordt vaak als een zoomlens gebruikt. Een zoomlens heet dan een variabele brandpuntsastand zodat er verschillende vergrotingen mogelijk zijn. Aangezien de brandpuntsastand van het systeem door de positie van de twee lenzen wordt bepaald, is het mogelijk om de lenzen ten opzichte van het beeldvlak en van elkaar te schuiven. Het schuiven moet echter wel zo geregeld worden dat het beeld altijd op één punt ligt. Om de positie van de lenzen ten opzichte van het beeldvlak als unctie van de eectieve brandpuntsastand van het systeem te schrijven, beginnen we met de welbekende lenzenormule: = + v b Voor de tweede lens in het systeem geldt (zie ig. 8 op de volgende pagina): v= d 1 d = s1 s b= s S 1 en S zijn de astanden van respectievelijk de eerste en de tweede lens tot het beeldvlak. Na het invullen van deze variabelen in de lenzenormule krijgen we het volgende: Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 9 van 31

10 Theoretische verklaring zoomlens s s = + s 1 s + 1 () We doen hetzelde met vergelijking (1) en deze keer schrijven we S als unctie van e : e = 1 1+ s1+ s dus voor S geldt: s = e Substitueren van () in (3) geet: s ( ) s (3) e 1 = (4) 1 Fig. 8 - Plaatsing van lenzen in een tweelenzen systeem, als unctie van de eectieve brandpuntsastand. We hebben nu de vergelijkingen die de positie van de lenzen bepalen voor variabele brandpuntsastand met een beeld dat altijd op dezelde plaats valt. De volgende stap is het onderzoeken hoe de graieken hiervan zich gedragen voor verschillende combinaties van 1 en. V-. Het tweelenzensysteem - beschrijving met het matrixormalisme In deze paragraa zal matrixormalisme geormuleerd worden van het al besproken lenzensysteem. De eerder genoemde analytische benadering is in dit geval redelijk overzichtelijk om dat het om twee lenzen gaat, voor meerdere lenzen echter is het makkelijker om het matrixormalisme te gebruiken. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 10 van 31

11 Theoretische verklaring zoomlens IV--1. Basisprincipe Bij een bepaald lenzensysteem heet elk onderdeel invloed op een invallende lichtstraal. De invallende lichtstraal op positie z wordt gekarakteriseerd door de vector: nα ( x( z z ) ) Hierbij is n de brekingsindex voor het medium waarin de lichtstraal zich voortplant, α de hoek die de lichtstraal maakt met de hoodas en x de positie op de x-as. Elk willekeurig lenzensysteem kan nu gekarakteriseerd worden door een abeeldingsmatrix M, die gebruikt kan worden om het verloop van de invallende lichtstraal uit te werken. De gebruikte abeeldingsmatrices staan hieronder weer gegeven: Voor een medium met brekingsindex n en lengte d 1 0 M medium = (5) ) d / n 1 Voor een dunne lens, 1 Pdun M dunne lens = (6) waarbij: ( ) P dun = = n 1 (7) R1 R mits de lens in lucht is geplaatst. IV--. Toepassing op het tweelenzensysteem De abeeldingsmatrix van een optisch systeem kan gevormd worden door de abeeldingsmatrices (5)-(7) van de onahankelijke onderdelen te vermenigvuldigen. Het gebruikte lenzensysteem kan als volgt worden weergegeven. A H 1 H A n 1 n d e 1 Fig. 9 - plaatsing van lenzen in een tweelenzen systeem, met bijbehorende constanten en astanden. Er vanuit gaande dat beide lenzen van hetzelde materiaal zijn gemaakt geldt n = n 1 = n Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 11 van 31

12 Theoretische verklaring zoomlens De abeeldingsmatrix M van het hele systeem kan nu als volgt worden weergegeven. M 1 d = d 1 d + 1 d + 1 lenzensyst eem (8) Uit de abeeldingsmatrix M lenzensysteem (8) is nu de eectieve brandpuntsastand van het systeem te bepalen. 1 e = (9) 1 d + De gevonden ormule voor de eectieve brandpuntsastand (9) komt overeen met de eerder analytisch bepaalde waarde (1). Wel moet er bedacht worden dat de eectieve brandpuntsastand wordt gegeven vana het hoodvlak in het lenzensysteem en niet het apexvlak waar de lens zich daadwerkelijk bevind. In iguur 4 zijn zowel de apexvlakken als hoodvlakken getekend. De astanden tussen de hoodvlakken en de apexvlakken kunnen bepaald worden uit de bovenstaande matrix (8). A H 1 1 = en 1 d d + A H = 1 d1 d + IV-3. Praktische implementatie In de vorige paragraa hebben we gezien hoe de positie van de lenzen ahangen van de totale brandpuntsastand van het systeem. Hier gaan we een basisontwerp van een zoomlens met twee lenzen maken die voldoet aan de primaire opdrachteisen. De totale brandpuntsastand van het systeem moet continu te variëren zijn tussen 35 en 70 millimeter. Daarbij maken wij gebruik van de voorgaande theorie. We zullen ook zien dat twee lenzen alleen niet genoeg zijn om de zoomlens correct te laten unctioneren met betrekking tot scherpstellen voor variërende voorwerpsastand. Daarom zullen we ons ontwerp uitbreiden tot vij lenzen. IV-3-1. Het basisontwerp voor een tweelenzensysteem Als het voorwerp oneindig ver weg is, kunnen twee lenzen gebruikt worden om te zoomen. De sterkte van het systeem hangt a van de sterkte van de lenzen in het systeem. Het is de bedoeling dat er een combinatie gevonden wordt voor de twee lenzen. Het is echter ook de bedoeling dat het systeem zo compact mogelijk is in verband met de gebruikersvriendelijkheid daarvan. Voor de brandpuntsastanden van de lenzen zijn dus vele combinatie mogelijk. Er zijn wel een paar beperkingen: - De lenzen mogen niet te bol worden, anders gaat het theorie van de dunne lenzen niet op voor deze lenzen; - De lenzen moeten een reëel beeld vormen op het beeldvlak. Met Maple zijn voor alle bruikbare intervallen, de astanden van de lenzen tot het beeldvlak in een graiek uitgezet als unctie van de 1, en e. Deze staan respectievelijk voor de brandpuntsastanden van de eerste lens, de tweede lens en het totale systeem. Een graiek Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 1 van 31

13 Theoretische verklaring zoomlens met drie variabelen is echter vierdimensionaal en wordt dus als een 3D-animatie weergegeven. In dit verslag wordt gebruik gemaakt van momentopnamen van zo n graiek. De animaties zijn wel te zien in het bijgevoegde Maple-bestand, zie X - Bijlagen, bijlage. Er zijn vier variaties mogelijk: 1 <0 en <0: Het is vanzelsprekend dat deze combinatie niet gebruikt kan worden om een beeld te vormen op het beeldvalk, de lenzen bevinden zich ook achter het beeldvlak (zie X Bijlagen, bijlage 1.a): 1 >0 en >0: Deze combinatie wordt wel vaker gebruikt in lenzensystemen. We kunnen hier zoeken naar 1 en zodat 0<S <S 1 voor 35< e <70 en S 1 zo klein mogelijk. Het rode vlak is de graiek van S 1 en het gele voor S. Het zwarte vlak is het beeldvlak (zie X - Bijlagen, bijlage 1.b en graiek 1): 1 <0 en >0: Waarschijnlijk wordt deze coniguratie vrijwel nooit gebruikt omdat de tweede lens groter moet zijn dan de eerste waardoor het ontwerp duurder wordt (zie X - Bijlagen, bijlage 1.c): 1 >0 en <0: Hoewel deze combinatie zeer nuttig kan zijn voor het verminderen van chromatische aberratie (zie VI - aberraties), kunnen we het in ons geval niet gebruiken. Dit komt doordat het systeem pas met vrij kleine 1 de gewenste e -waarden heet. Als de eerste lens dan een grote diameter moet hebben, wordt het een bolvormige lens (zie X Bijlagen, bijlage 1.d): Graiek 1- graiek van de mogelijke combinaties van lenzen met positieve brandpuntsastanden. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 13 van 31

14 Theoretische verklaring zoomlens Uit de graieken kan opgemaakt worden de combinatie met twee positieve lenzen het beste is. Om een optimale combinatie te vinden kan de snijcurve van de twee vlaken bepaald worden en dan de waarden van 1 en uitgelezen worden waar de curve het laagste is. Dat is echter tijdrovend en aangezien de keuze van lenzen niet kritisch is voor het systeem, bepalen we een combinatie waarvan we denken dat het beste is. Het blijkt dat 1 =100 mm en =40 mm zeer goede resultaten kunnen leveren voor een zoomlens. Om te bepalen hoe twee lenzen met deze sterkten zich bewegen ten opzichte van het beeldvlak, plotten we S 1 en S, de positie van respectievelijk de eerste en de tweede lens als unctie van e, zie graiek.a en.b. Graiek - a) positie van S 1 b) positie van S a b Uit de graiek is a te lezen waar de lenzen zich moeten bevinden om een bepaalde zoom te resulteren. Zoals reeds aangenomen, bevindt het voorwerp zich op een oneindige astand van de lenzen en zoals bij vele andere natuurkundige theorieën, is het begrip oneindig bij optica een relatie begrip. In het ontwerp, blijkt het voorwerp in het oneindige te liggen als het zich verder bevindt dan twee meter van de zoomlens. Dus als de voorwerpsastanden groter dan twee meter is voldoet het ontwerp. Maar zodra deze astand kleiner wordt, treden er problemen op met de plaatsing van het beeld. Het beeld gaat dan naar achter schuiven en valt niet meer correct op het beeldvlak met als gevolg dat het beeld op het beeldvlak wazig wordt (zie ig. 10). Om dit te corrigeren zijn er meerdere lenzen nodig. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 14 van 31

15 Fig beeldverschuiving bij kleine voorwerpsastand. De rode bundel geet een lichtbundel weer van een voorwerp dicht bij de lens, de grijze bundel geet de lichtbundel weer van een voorwerp in het oneindige. IV-3-. Correcties met betrekking tot de voorwerpastand Om dit probleem op te lossen zijn er verschillende oplossingen mogelijk. Een daarvan is het schuiven van het hele systeem naar voren, zodat het beeld weer op het beeldvlak valt. Dit is de meest simpele oplossing, maar het is niet zo elegant. Dat komt doordat de astand tot het voorwerp verandert als we het totale systeem schuiven waardoor de zoom verandert. Een betere oplossing is het gebruiken van meerdere lenzen om scherp te stellen. Dit is wel een stuk ingewikkelder met betrekking tot het regelen van de eectieve brandpuntsastand van de zoomlens. We zouden met behulp van de matrixormalisme een zoomlens kunnen ontwerpen met meerdere lenzen, maar voor ons doel kiezen we toch voor het meer simpele en eiciënte modulair ontwerpen. Dit houdt in dat we ons reeds ontworpen tweelenzen systeem combineren met een gewone lenzensysteem dat wordt gebruikt om het beeld scherp te stellen. Dat is dan een normale cameralens (zie ig. 11). Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 15 van 31

16 Theoretische verklaring zoomlens Fig een normaal cameralensprincipe, met twee positieve lenzen. De gewone cameralens wordt dan voor het zoomlenssysteem geplaatst. Tussen de twee systemen wordt bovendien nog een lens geplaatst om het beeld van de gewone cameralens geschikt te maken voor de zoomlens door evenwijdige lichtstralen te maken. Het beeld van de cameralens valt altijd op het brandpunt van de middelste lens en daardoor lijkt het voor de zoomlens also het voorwerp in het oneindige ligt. Dat is dan precies waar het zoomsysteem met twee lenzen voor gemaakt is. Voor de cameralens worden twee lenzen gebruikt met een gelijke brandpuntsastand van 100 mm. Door de astand tussen de twee lenzen te veranderen, kan de eectieve brandpuntsastand worden gevarieerd tussen 50 mm en 100 mm. Van de twee lenzen, beweegt de rechterlens niet. De linkerlens wordt dan naar de rechterlens verschoven. Hierdoor blijt de lengte van het hele systeem altijd constant. De middelste lens heet een brandpuntsastand van 50 mm. Met deze coniguratie kunnen objecten vana 0.1m van de zoomlens scherp worden waargenomen. We zijn hierbij klaar met het ontwerpen van onze zoomlens. In tabel 1 zijn alle relevante technische speciicaties tot zover weergegeven. In de volgende paragraen zien we hoe de beeldkwaliteit van de zoomlens verbeterd kan worden met betrekking tot verschillende aberraties en het transmissierendement. Lens Diameter (mm) S(mm) Tabel 1 - Technische speciicaties zoomlens. is hier brandpuntsastand in millimeter en S de astand van de lens tot het beeldvlak in millimeter. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 16 van 31

17 Theoretische verklaring zoomlens IV-4. Sotware simulaties van een tweelenzensysteem Om lenzensystemen te simuleren zijn er heel wat programma s op de markt. Van eenvoudige java-sriptjes(zie hoodstuk IV Literatuur) tot zware programma s waarmee zeer complexe systemen doorgerekend kunnen worden. Voor het onderzoek is OptiCalc.0 gebruikt (zie ig. 1). Dit is een redelijk simpel programma, waarmee lenssystemen gesimuleerd kunnen worden. Ook het simulatieprogramma OSLO(zie hoodstuk IV Literatuur) is gebruikt, wat een erg geavanceerd programma bleek te zijn. Vanwege het eit dat er alleen OSLOedu beschikbaar was, welke een stuk minder uitgebreid is, kon dit programma helaas niet voor verder onderzoek worden gebruikt. Voor uitgebreide simulaties lijkt OSLOproessional erg geschikt. Met dit programma is het mogelijk alle soorten lenzencombinaties te simuleren en ook aberraties kunnen verwerkt worden. Fig. 1 - Het gebruikte OptiCalc programma Fig Simulatie van een lichtbundel Bij het simuleren van een lenzensysteem is een groot voordeel dat de gebruiker kan zien wat er gebeurt. De vaak complexe lensposities worden omgezet in visuele inormatie. Zo kan er goed getoetst worden hoe de lichtbundel door het lenzensysteem beweegt en o dit overeenkomt met de gekozen theoretische waarden. Bovendien is in de simulatie goed te zien hoe het beeld wordt vergroot o verkleind. Het principe van OptiCalc is erg simpel. In het programma zitten positieve, negatieve en dikke lenzen waarvan men de brandpuntsastand kan instellen, ook spiegels en pinholes kunnen geselecteerd worden. Deze voorwerpen kunnen op een willekeurige plek op de optische as geplaatst worden. Bovendien kunnen de voorwerpen gedraaid worden rond hun eigen middelpunt en kan de diameter ingesteld worden. Ook is er een groot scala aan glassoorten beschikbaar, met bijbehorende aanvullende inormatie. Zodra een lenzensysteem is agerond in het programma, simuleert het programma de lichtbundel, wat te zien is in iguur 13. De brandpuntastand wordt met een kruisje aangegeven. Hoodvlakken van een lenzensysteem worden met stippellijnen aangegeven. Als lichtbundel kan men kiezen tussen verschillende lasers met gollengtes tussen de 404.6nm en 706.5nm. Hiernaast is het ook mogelijk twee zelingestelde bundels simuleren Een aantal gebruikersopties staan op de volgende pagina weergegeven in iguur 14. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 17 van 31

18 Theoretische verklaring zoomlens Fig Instelmogelijkheden binnen het programma OptiCalc. Nadelen van het programma zijn: Er kunnen geen samengestelde lenzen opgenomen worden in de simulatie. De simulatie is niet van toepassing op dikke lenzen. De brandpuntsastand van een systeem in een systeem kan niet weergegeven worden. De posities van de hoodvlakken kunnen niet makkelijk agelezen worden. Een groot voordeel van het gebruikte programma echter is, dat het een simpel is. IV-4-1. Toetsing van de theorie Op basis van de gevonden theoretische waarden voor de te gebruiken lenzen in ons lenssysteem, kon het gevormde idee getoetst worden. Hieronder is het vijlenzensysteem, waarin de waarden van 1,, 3, 4 en 5 (van links naar rechts) respectievelijk 100mm, 100mm, 50mm, 100mm en 40mm zijn. Het voorwerp staat hier in het oneindige. Fig. 16 geet chromatische aberratie weer van dit systeem. Fig Vij lenzensysteem met voorwerp op oneindig Fig De brandpunten van de verschillende kleuren met het systeem op een astand van 350m. De rode lijn staat hier voor licht met een gollengte van 480nm, de blauwe lijn voor een gollengte van Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 18 van 31

19 Mechanisch zoomsysteem V. Mechanisch zoomsysteem V-1. Literatuuronderzoek In de literatuur is niet veel technische inormatie te vinden over zoomlenzen, de meeste boeken gaan in op o het optische is deel o op het otograische deel. De techniek achter het verplaatsen van de lenzen komt niet echt aan bod. Wel is duidelijk dat deze techniek sterk veranderd is de agelopen decennia. De eerste zoomlenzen waren totaal handmatig, men moest handmatig zoomen en handmatig scherpstellen. Tegenwoordig gebeurt dit allemaal automatisch, sensoren meten de scherptediepte en de astand tot het voorwerp en een motortje zet de lenzen in de goede positie. Ook zijn de lenzen gemoderniseerd, waren ze vroeger groot en lomp, tegenwoordig klein en gracieus. Voor het ontwerp kon dus niet worden voortborduurt op een bestaand idee maar er moest iets nieuws ontworpen worden. De uitwerking van het nieuwe ontwerp volgt hieronder. V-. Mechanisch ontwerp Het eerste ontwerp was een twee lenzensysteem met het voorwerp op oneindig. Het zoomen wordt hier bewerkstelligt door de astand tussen lens I en lens II te veranderen (zie ig. 17). Fig Een tweelenzen zoomsysteem I II Bij verdere uitwerking is ingegaan op het probleem wat ontstaat als het voorwerp zich niet in het oneindige bevindt. De scherpstelling is dan te regelen door de tweede lens te verschuiven, maar als dat gebeurt verandert de zoom. Dus ligt de oplossing in de twee lenzen simultaan te bewegen. Het nadeel bij simultaan bewegen is dat als je het systeem naar voren schuit om het beeld weer op het beeldvlak te krijgen, dat je voorwerpsastand verandert. De vraag is nu o die verandering van de voorwerpsastand zo groot is dat hij zoveel invloed heet op je beeldastand dat de scherpte verandert. Dit is getest met het programma OptiCalc.0. Als de minimale astand van het lenzensysteem tot het voorwerp op meter wordt gesteld, en voor 1,100mm en,40mm wordt genomen dan kan de scherpte correctie uitgevoerd worden door het hele systeem naar voren te schuiven. De aname van de lengte van de voorwerpsastand heet dan geen noemenswaardige invloed op de scherpte van het beeld. Toch is dit systeem niet helemaal ideaal. De voordelen van een meer dan twee lenzensysteem boven een tweelenzen systeem zijn namelijk: Het aberratieprobleem is makkelijker op te lossen De techniek achter het verplaatsen van de lenzen is simpeler De voorwerpsastand kan kleiner worden. Bij een tweelenzen systeem geld namelijk hoe dichter bij het voorwerp komt hoe grotere invloed het simultaan bewegen van de twee lenzen heet op de beeldastand. Uiteindelijk is er een 5 lenzensysteem ontworpen, waardoor het technisch mogelijk was ook objecten met een kleine voorwerpsastand scherp weer te geven(zie voor een beschrijving paragraa IV-3-. Correcties met betrekking tot de voorwerpastand). Het mechanische deel van het vijlenzen systeem is op de volgende pagina uitgewerkt. Aangezien er voor gekozen is om het systeem handmatig te laten werken komen er geen motortjes in voor. Als men motortjes gebruikt kan het lenzen verloop in een chip gebakken worden en deze chip levert dan het lensverloop. Er is voor een wat puur mechanische oplossing gekozen. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 19 van 31

20 Mechanisch zoomsysteem De posities van de vij lenzen in het systeem zijn te beschrijven met de ormules gegeven in paragraen IV-3-1 en IV-3-. Als deze ormules geplot worden en de plots in een staalplaat gevreesd worden ontstaat er een rails waar de lens in kan lopen. In de iguur hieronder is een dergelijk baan getekend. Fig Plaat met uitgereesde graiek Als de staalplaat wordt opgerold ontstaat een cilinder met een geleiderail. Deze geleiderail zal de lensverschuiving van de lenzen reguleren. Het systeem ziet er nu dus als volgt uit: Fig. 19 en 0 - Het systeem achter het verschuiven van de lenzen uitgewerkt Het systeem is kan men zien als 3 losse systemen. Eerst correctielenzen, daarna een vast lens die de bundel evenwijdig maakt en daarna twee zoomlenzen. De iguur op de volgende pagina geet de lensvolgorde weer in een schematische tekening van het systeem. Het correctie- en zoomgedeelte bestaat uit twee cilinders die over elkaar heen geschoven zitten. In de buitenste cilinder is in de binnenkant de graiek gevreesd. In de binnenste cilinder zit een lange rechte gleu waardoor het geleidepootje van de lens kan glijden. De twee cilinders kunnen ten opzichte van elkaar draaien door middel van kogellagers. In het midden zit de lens met een geleidepootje die door de lange gleu gaat en in de rails loopt(zie ig. 19 en 0). De astand tussen de twee zoomlenzen kan variëren tussen nul en honderd millimeter. De lens word bewogen door de buitenste cilinder te draaien, omdat de binnenste cilinder vast zit aan de camera word de lens tijdens het draaien van de buitenste lens, heen en weer getrokken. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 0 van 31

21 Optische awijkingen lenzensysteem VI. Optische awijkingen van een lenzensysteem VI-1. Chromatische aberratie De chromatische aberratie (kleurawijking) van een lens onstaat, doordat de brandpuntsastand van een lens verschillend is voor verschillende gollengten. Deze is groter voor rood licht en korter voor blauw licht omdat het blauwe licht sterker wordt agebroken (zie ig. 1) Fig 1 - chromatische aberratie VI-1-1. Correcties voor chromatische aberratie Zoals we in voorgaande hoodstukken hebben gezien, wordt de eectieve brandpuntsastand van een tweelenzen systeem bepaald door de volgende ormule: e = d (10) We hebben ook gezien dat de brandpuntsastand van een lens ahangt van de brekingsindex van het materiaal waarvan het gemaakt is en de krommingen van de lens. De brandpuntsastand wordt dan bepaald door de volgende ormules: = ( n 1)( ) otewel: R 1 R K = ( n 1) waarin rr K 1 = r r 1 Substitueren in (1) geet: K1K = (11) K ( n1 1) + K1( n 1) Waar n1 en n de brekingsindices zijn van respectievelijk de eerste en de tweede lens in het systeem. Deze vergelijking is zeer handig voor het vinden van de juiste krommingen en materialen voor de lenzen. Want zij, met andere worden, de brekingsindex van het n1 B > n1 R materiaal is groter voor het blauwe licht dan die van het rode licht en samengestelde lenzensysteem achromatisch zijn als n B > nr eb er, dan zou het = (de eectieve brandpuntsastand is dan voor beide uitienden van het zichtbare lichtspectrum gelijk). Dus: achromatic = K1K K1K = K ( n1 1) + K1( n 1) K ( n1 1) + K1( n B B R R 1) Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 1 van 31

22 Optische awijkingen lenzensysteem Uitwerken geet: K K 1 ( n ( n B n n R ) ) 1B 1R = (1) Omdat de brekingsindices voor het blauwe licht groter zijn dan die van het rode licht, zien we dat K1/K negatie moet zijn. Dit is dan ook alleen mogelijk als er wordt gekozen voor een systeem met een convergente en een divergente lens. K1 en K kunnen dan aan de hand van de gewenste brandpuntsastand van het achromatische lenzensysteem apart worden gekozen. Een lens waarvan de chromatische aberratie zo klein mogelijk is, heet een achromatische lens. VI-. Serische aberratie Bij lenzen met serische krommingen breekt het licht dat ver van de optische as op de lens valt, niet precies zo dat het op het theoretische brandpunt van de lens valt. Dat komt door de vorm van de lens. Zie iguur 3. VI--1. Correcties voor serische aberratie De grootte van de serische aberratie hangt a van de vorm van de krommingen van de lenzen. We deiniëren de vormactor q van een lens met krommingstralen R 1 en R als volgt: r q = r + r r 1 1 (13) Zoals in iguur is te zien, varieert van q<-1 tot q>+1. Er is experimenteel bewezen dat als de waarde van q rond 0,7 ligt, heet de serische aberratie de minste invloed. Deze wordt, echter nooit helemaal verholpen. Fig. : de vormactor q bij een bolle lens. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina van 31

23 Optische awijkingen lenzensysteem Fig. 3: links: serische aberratie bij een bolle lens; rechts: een lens met variabele kromming. Soms worden de lenzen met variabele krommingen gemaakt om de serische aberratie helemaal te elimineren (zie ig. 3). Deze lenzen zijn echter zeer duur en net als we bij chromatische aberratie hebben gezien, kan de serische aberratie ook met behulp van twee lenzen worden verminderd. Aangezien een positieve lens een positieve serische aberratie heet en een negatieve lens een negatieve aberratie, kunnen deze elkaar opheen in een lenzensysteem. Er volgt dan: q = q 1 VI-3. Andere aberraties Natuurlijk heet een lens nog meer soorten aberraties dan we hiervoor hebben genoemd. In proessionele optische systemen wordt er onder andere met volgende aberraties rekening gehouden: - kromming van het beeldvlak - coma - serochromatisme - astigmatisme - vervorming - veldkromming Deze aberraties kunnen grote invloed hebben op de beeldkwaliteit, maar behandeling daarvan valt buiten het bereik van ons onderzoek. VI-4. Optische Transmissierendement Als een lichtstraal een nieuw medium binnenvalt, wordt een deel daarvan door het invalsvlak gerelecteerd, een deel binnen het medium geabsorbeerd en de rest doorgegeven. Het percentage dat wordt teruggekaatst, R wordt als volgt bepaald: n 1 = n + 1 R (4) Voor het gewone glas met n=1,5 is de relectie ongeveer 4%. Dit lijkt niet veel, maar in optische systemen met meerdere lenzen kan dat een signiicante hoeveelheid zijn. Een dergelijk Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 3 van 31

24 Optische awijkingen lenzensysteem rendement is sterk te verbeteren door anti-relectie coatings te gebruiken. In moderne zoomlenzen worden deze coatings dan ook erg veel toegepast. Voor een lens wordt de transmissierendement weer gegeven door T n 1 = 1 n + 1 Dit komt doordat een lens twee vlakken heet. Voor elk vlak wordt het percentage van relectie van de totaal agetrokken. Een deel van het licht wordt echter ook door het materiaal waarvan de lens gemaakt is geabsorbeerd. Het bepalen van dit verlies is wat moeilijker, omdat elk materiaal een andere absorptiegraad heet en dat is dan ook weer verschillend voor verschillende gollengten. Daarom maken de abrikanten een zogenaamde transmissiegraiek voor hun producten waaraan te zien is hoeveel licht er per dikte eenheid voor elke gollengte wordt geabsorbeerd. Hiervoor hebben wij de Ohara Glass Catalog geraadpleegd om te kijken welke glas soorten het beste geschikt zijn voor het maken van lenzen. Er bestaan vele soorten glas die in een brede scala van optische systemen gebruikt worden. Voor cameralenzen worden twee soorten glas bijzonder vaak gebruikt: Flint en Crown. Deze glassoorten hebben een vrij gelijkmatige absorptie voor alle gollengten van het zichtbare licht. Hierdoor zijn ze zeer goed geschikt voor otograische doeleinden. De optische gegevens zijn in graiek 3, 4 en tabel weergegeven. Voor meer inormatie over deze glassoorten verwijzen wij u naar de Ohara Glass Catalog, zie ook hoodstuk IX - Literatuur. graiek. 3 en 4 - Transmissie karakteristieken van Flint glas en Crown glas. Tabel - Brekingsindices glassoorten Brekingsindices Glassoort Blauw (450nm) Rood (650 nm) Crown 1,487 1,473 Flint 1,574 1,546 Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 4 van 31

25 Optische awijkingen lenzensysteem VI-5. Correcties voor aberraties van de zoomlens Het is niet ongebruikelijk een proessionele zoomlens met meerdere lenzen uit te rusten om zoveel mogelijk aberraties te corrigeren. In ons ontwerp gaan we twee van de belangrijkste aberraties verhelpen: de chromatische en de serische aberratie. De verbeteringen hangen echter ook a van het materiaal van de lenzen. Daarom zullen we eerst de keuze van het materialen bepalen waarna ook de transmissierendement van het systeem wordt bepaald. Vervolgens berekenen we de krommingen van de lenzen zo dat de aberraties minimaal worden. We maken tevens ook gebruik van samengestelde lenzen. VI-5-1. Materiaalkeuze van de lenzen. Vaak worden in een lenzensysteem verschillende materialen gebruikt. Wij gebruiken voor ons ontwerp twee verschillende soorten glas: Crown en Flint. Zoals in graiek 3 en 4 weergegeven, hebben deze twee glassoorten een vrij vlakke transmissierendement voor de gollengten van zichtbare licht spectrum. Volgens de abrikant is de transmissierendement van Flint en Crown respectievelijk 85% en 91%. Voor een lenzensysteem met vij lenzen waarvan elke lens een achromatische lens is (d.w.z dat elke lens uit twee lenzen bestaat die aan elkaar geplakt zijn) is de transmissierendement inclusie relectie ongeveer 18 procent. Dit is een zeer lage rendement. Dat komt omdat er onder andere geen anti-relectie laag is gebruikt. VI-5-. Samenstelling achromatische lenzen en correcties voor serische aberratie In voorgaande paragraven zagen we hoe de krommingen van de samengestelde lenzen zo kunnen worden bepaald dat de lenzen dan voor alle gollengten vrijwel dezelde brandpuntsastand hebben. Bij het berekenen van de krommingen is ook rekening gehouden met serische aberratie. De krommingen en het materiaal van de lenzen zijn in tabel 3 weergegeven. Tabel 3- Lenskrommingen met correcties voor chromatische aberraties Lens e Blauw 41,1 41,1 0,5 41,1 16,4 1 Rood 4,3 4,3 1,1 4,3 16,9 Blauw -69,7-69,7-34,8-69,7-7,9 Rood -73,3-73,3-36,6-73,3-9,3 r r r r 4 00/3 00/3 100/3 00/3 3 e 1 Blauw 1 Rood Blauw Rood r 1 r r 3 r 4 Eectieve brandpuntsastaand Brandpunt voorste lens voor het blauwe licht Brandpunt voorste lens voor het rode licht Brandpunt achterste lens voor het blauwe licht Brandpunt achterste lens voor het rode licht Straal van de voorste kromming van de voorste lens Straal van de achterste kromming van de voorste lens Straal van de voorste kromming van de achterste lens Straal van de achterste kromming van de achterste lens Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 5 van 31

26 Conclusies VII. Conclusies In dit verslag is onderzoek gedaan naar de werking van een zoomlens, en is eer ontwerp gemaakt voor een zoomlens met vij lenzen. De hoodvraag luidde: Hoe werkt een zoomlens? Doel van het onderzoek was het begrijpen van de theorie achter een zoomlens en het ontwerpen van een zoomlens. In dit hoodstuk worden de belangrijkste conclusies getrokken. 1. Wat voor een lenzencombinatie is nodig voor een zoomlens? Wij zijn tot de conlusie gekomen dat een 5 lenzen, met brandpuntsastanden van links naar rechts van 100mm, 100mm, 50mm, 100mm en 40mm, weergegeven in iguur 15 tot goede resultaten lijdt. Dit lenzensysteem geet een eectieve brandpuntsastand tussen 35mm en 70mm, en heet zonder erg complex te worden een minimale aberratie.. Wat is de achterliggende theorie achter een zoomlens? De achterliggende theorie van een zoomlens is te beschrijven met de simpele lenzenormule, zoal in hoodstuk IV. - Theoretische verklaring van een zoomlens. Ook is het te beschrijven door middel van het matrixormalisme zoals in hoodstuk IV. een zoomlens. 3. Wat is serische aberratie en hoe is dit op te lossen? - Theoretische verklaring van Bij lenzen met serische krommingen breekt het licht dat ver van de optische as op de lens valt, niet precies zo dat het op het theoretische brandpunt van de lens valt. Dat komt door de vorm van de lens. Zie iguur 3. Een oplossing kan zijn door de lens in een bepaalde vorm te slijpen wat de aberratie ophet, zie iguur 3 4. Wat is chromatische aberratie en hoe is dit op te lossen? De chromatische aberratie (kleurawijking) van een lens onstaat, doordat de brandpuntsastand van een lens verschillend is voor verschillende gollengten. Deze is groter voor rood licht en korter voor blauw licht omdat het blauwe licht sterker wordt agebroken (zie ig. 1), dit is op te lossen door een lenzencombinatie van positieve en negatieve lenzen te kiezen die deze aberratie ophet. 5. Hoe groot is het optische transmissierendement? Ons systeem heet een optisch rendement van 18% dit is erg laag en zou opgelost kunnen worden door verschillende coatingen. Verder onderzoek is hiervoor gewenst. 7. Wat voor sotware bestaat er om lenssystemen te simuleren? Er is erg veel simulatie sotware op de markt, enkele voorbeelden zijn Opticalc.0 en OSLO. Wij hebben voor ons onderzoek Opticalc.0 gebruikt. 8. Wat voor een systeem kan er ontworpen worden om de lenzen te verplaatsen? Het ontworpen puur mechanische systeem is uitgewerkt in hoodstuk V - Mechanisch zoomsysteem. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 6 van 31

27 Aanbevelingen IX. Aanbevelingen 1. Verder onderzoek om het transmissierendement te verhogen Op basis van het mechanische ontwerp voor de zoomlens zou het nu mogelijk zijn een zoomlens te produceren met een eectieve brandpuntsastand van 35mm 70mm. In het ontwerp is het ook mogelijk voorwerpen dichtbij goed scherp weer et geven. Vanwege het eit echter dat de eectieve transmissie 18% is voor het hele systeem, is de lens niet goed te gebruiken voor een otocamera. Dit is dan ook de reden, dat verder onderzoek naar transmissierendement en mogelijke coatings die de transmissie vergroten aan te raden is, voordat de lens in productie kan worden genomen.. Betere correctie voor aanwezige aberraties In de lenskeuze is er geen rekening gehouden met de aanwezige aberraties. Verder onderzoek kan de invloed van aberraties onderzoeken. Om een scherp en correct kleurenbeeld weer te geven zullen de aanwezige aberraties zeker gecorrigeerd moeten worden. 3. Passend maken voor een otocamera De te produceren zoomlens is slechts te gebruiken in combinatie met een otocamera. Het is dan dus ook van essentieel belang dat de lens passend is voor de te gebruiken camera. Hiervoor zal er contact moeten worden opgenomen met abrikanten van ototoestellen. 4. Produceren van de lens Op het moment dat de bovenstaande aanbevelingen agerond zijn, kan de lens geproduceerd worden en in gebruik genomen worden door otograven. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 7 van 31

28 Literatuur IX. Literatuur Cox, A.(1971).A ocal manual o photo technique.13 e druk gewijzigd.londen en New York:Focal Press. pp Brandt, H.(1986).The photographic lens.bath: Pitman Press. pp Hecht, E.(00).Optics.4 e druk.san Francisco: Addison Wesley. Lee, M.Werken met lenzen. intro.html.(3 maart 003) OSLO-EDU. ebruari.003) Minolta Maxxum 7000 AF SLR camera - Part VII(001). (4 maart.003) Canon(003).A look at how canon lenses work. maart 003) Ohara(1990).Ohara Glass Catalog. maart 003) Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 8 van 31

29 Bijlagen X. Bijlagen Bijllage 1 a - graiek van de mogelijke combinaties van lenzen met negatieve lenzen. Bijllage 1 b - graiek van de mogelijke combinaties van lenzen met twee positieve lenzen. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 9 van 31

30 Bijlagen Bijllage 1 c - graiek van de mogelijke combinaties van lenzen met een negatieve en een positieve lens. Bijllage 1 d - graiek van de mogelijke combinaties van lenzen met positieve en een negatieve lens. Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 30 van 31

31 Bijlagen Bijlage Mapleberekening 3d animaties. > restart; > s1:=s*/(s-)+s+1; > s:=-*(e-1)/1; > with(plots): s s1 := + s + 1 s s := ( e 1 ) 1 > a:=animate3d(s1, 1= , = , e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=red): > a1:=animate3d(s1, 1=50..00, =5..100, e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=red): > a:=animate3d(s1, 1= , =5..100, e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=red): > a3:=animate3d(s1, 1=50..00, = , e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=red): > b:=animate3d(s, 1= , = , e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=yellow): > b1:=animate3d(s, 1=50..00, =5..100, e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=yellow): > b:=animate3d(s, 1= , =5..100, e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=yellow): > b3:=animate3d(s, 1=50..00, = , e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=yellow): > c:=animate3d(e*1**0, 1=-00..0, = , e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=black): > c1:=animate3d(e*1**0, 1=0..00, =0..100, e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=black): > c:=animate3d(e*1**0, 1=-00..0, =0..100, e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=black): > c3:=animate3d(e*1**0, 1=0..00, = , e=35..70, grid=[0,0], axes=boxed, color=black): > display({a,b,c},style=hidden); > display({a1,b1,c1},style=hidden) > display({a,b,c}, style=hidden); > display({a3,b3,c3}, style=hidden); > display({a,a1,a,a3,b,b1,b,b3,c,c1,c,c3},style=hidden); Enschede Faculteit der Technische Natuurwetenschappen Pagina 31 van 31

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Optische systemen Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Optische systemen In het theater: Theaterlampen Projectoren Camera s (foto, video, film) In deze les worden achtereenvolgens behandeld: Eigenschappen

Nadere informatie

3HAVO Totaaloverzicht Licht

3HAVO Totaaloverzicht Licht 3HAVO Totaaloverzicht Licht Algemene informatie Terugkaatsing van licht kan op twee manieren: Diffuus: het licht wordt in verschillende richtingen teruggekaatst (verstrooid) Spiegelend: het licht wordt

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 1 Opgave 2 Bij diffuse terugkaatsing wordt opvallend licht in alle mogelijke richtingen teruggekaatst, zelfs als de opvallende

Nadere informatie

Informatie over Lenzen

Informatie over Lenzen Informatie over Lenzen Camera CCD Sensor: De grootte van de camerabeeld sensor (CCD) beïnvloed ook de kijkhoek, waarbij de kleinere beeldsensoren een smallere kijkhoek creëren wanneer gebruikt met eenzelfde

Nadere informatie

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de lichtsnelheid ~300.000 km/s! Rechte lijn Pijl er in voor de richting

Nadere informatie

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x) FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde Kenmerk: 46055907/VGr/KGr Vak : Inleiding Optica (4602) Datum : 29 januari 200 Tijd : 3:45 uur 7.5 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Alles noteren met significantie en in de standaard vorm ( in hoeverre dit lukt). Eerst opschrijven wat de gegevens en formules zijn en wat gevraagd wordt.

Nadere informatie

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet. NATUURKUNDE KLAS 5 ROEWERK H14-05/10/2011 PROEWERK Deze toets bestaat uit 3 opgaven (totaal 31 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Lenzen J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair nderwijs, Algemeen Voortgezet nderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde H3 optica

Samenvatting Natuurkunde H3 optica Samenvatting Natuurkunde H3 optica Samenvatting door een scholier 992 woorden 19 januari 2013 5,6 22 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 3 Optica 3.1 Zien Dit hoofdstuk

Nadere informatie

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde Vak : Inleiding Optica (146012) Datum : 5 november 2010 Tijd : 8:45 uur 12.15 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel van een vraagstuk

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Spiegels en Lenzen September 2015 Theaterschool OTT-2 1 September 2015 Theaterschool OTT-2 2 Schaduw Bij puntvormige lichtbron ontstaat een scherpe schaduw. Vraag Hoe groot is de schaduw van een voorwerp

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen Samenvatting door A. 1760 woorden 11 maart 2016 7,4 132 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1: Lichtbreking Een dunne lichtbundel - een lichtstraal

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE NAAM: NATUURKUNDE KAS 5 ROEFWERK H14 13/05/2009 PROEFWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE Opgave

Nadere informatie

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Een platte tekening. Jij staat voor de spiegel, de

Nadere informatie

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN Vak : Inleiding Optica (19146011) Datum : 9 november 01 Tijd : 8:45 uur 1.15 uur Indien U een onderdeel van een vraagstuk

Nadere informatie

Handleiding Optiekset met bank

Handleiding Optiekset met bank Handleiding Optiekset met bank 112110 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande Eurofysica optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset (112110) behandelt

Nadere informatie

Oefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl

Oefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen-vt vwo4 h6/7 licht 007/008. Lichtbreking (hoofdstuk 6). Een glasvezel bestaat uit één soort materiaal met een brekingsindex van,08. Laserstraal

Nadere informatie

HET DIAFRAGMA. Voor iedereen die er geen gat meer in ziet. Algemeen

HET DIAFRAGMA. Voor iedereen die er geen gat meer in ziet. Algemeen HET DIAFRAGMA Voor iedereen die er geen gat meer in ziet. Algemeen Allemaal gebruiken wij het, maar toch blijkt uit regelmatig terugkerende vragen op het forum dat dit gebruiken soms iets anders is dan

Nadere informatie

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! M. Beddegenoodts, M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht woensdag 17 oktober 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012. Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde Havo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde 1. Kracht en beweging 2. Licht en geluid 3. Elektrische processen 4. Materie en energie Beweging Trillingen en

Nadere informatie

Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen

Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Maak een tekening in bovenaanzicht. Jij staat voor

Nadere informatie

Geometrische optica. Hoofdstuk 1. 1.1 Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven.

Geometrische optica. Hoofdstuk 1. 1.1 Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven. Inhoudsopgave Geometrische optica Principe van Huygens Weerkaatsing van lichtgolven 3 Breking van lichtgolven 4 4 Totale weerkaatsing en lichtgeleiders 6 5 Breking van lichtstralen door een sferisch diopter

Nadere informatie

Tentamen Optica. 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur

Tentamen Optica. 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur Tentamen Optica 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur Zet je naam en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 8 opgaven eerst eens door. De opgaven kunnen in willekeurige volgorde gemaakt

Nadere informatie

jaar: 1994 nummer: 12

jaar: 1994 nummer: 12 jaar: 1994 nummer: 12 Een vrouw staat vóór een spiegel en kijkt met behulp van een handspiegel naar de bloem achter op haar hoofd.de afstanden van de bloem tot de spiegels zijn op de figuur aangegeven.

Nadere informatie

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.

Nadere informatie

Theorie beeldvorming - gevorderd

Theorie beeldvorming - gevorderd Theorie beeldvorming - gevorderd Al heel lang geleden ontdekten onderzoekers dat als licht op een materiaal valt, de lichtstraal dan van richting verandert. Een voorbeeld hiervan is ook te zien in het

Nadere informatie

Golflengte: licht is een (elektromagnetische) golf met een golflengte en een frequentie

Golflengte: licht is een (elektromagnetische) golf met een golflengte en een frequentie Golflengte: licht is een (elektromagnetische) golf met een golflengte en een frequentie Spectrum elektromagnetisch: licht met een kortere golflengte dan 400nm en licht met een langere golflengte dan 700

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO Samenvatting Hoofdstuk 5 Licht 3VMBO Hoofdstuk 5 Licht We hebben zichtbaar licht in de kleuren Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw en Violet (en alles wat er tussen zit) Wit licht bestaat uit een mengsel

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen Golven & Optica 3AA70 Dinsdag 23 juni 2009 van 14.00 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s met

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht

Nadere informatie

SCHERPTEDIEPTE EN EXPOAPERTURE 2

SCHERPTEDIEPTE EN EXPOAPERTURE 2 SCHERPTEDIEPTE EN EXPOAPERTURE 2 Inleiding Een aantal factoren speelt een rol bij het maken van een goede foto. In de eerste plaats het onderwerp en dan vooral de manier waarop het onderwerp is ingekaderd.

Nadere informatie

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.

Nadere informatie

Telelens of zoom. Een telelens is een lens met een beperkte beeldhoek Hierdoor worden verder weg gelegen objecten op groter weergegeven.

Telelens of zoom. Een telelens is een lens met een beperkte beeldhoek Hierdoor worden verder weg gelegen objecten op groter weergegeven. Telelens of zoom Een telelens is een lens met een beperkte beeldhoek Hierdoor worden verder weg gelegen objecten op groter weergegeven. Als het objectief zou bestaan uit één enkele lens met een brandpuntsafstand

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAVO 06 tijdvak donderdag 3 juni 3:30-6:30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 75 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen OPTICA voor BMT (3D010) 22 juni 1999, 14:00-17:00 uur

Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen OPTICA voor BMT (3D010) 22 juni 1999, 14:00-17:00 uur Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen OPTICA voor BMT (3D010) 22 juni 1999, 14:00-17:00 uur Opmerkingen: 1) Lijsten met de punten toegekend door de corrector hangen op het publicatiebord Deeltjesfysica

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1748 woorden 7 februari 2005 6 53 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Scoop Samenvatting Natuurkunde H5 Spiegels en lenzen +

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en

Nadere informatie

Digitale fotografie onder water

Digitale fotografie onder water Digitale fotografie onder water Digitale fotografie wordt meer en meer bereikbaar voor de gewone duiker (Jan-met-de- Cap). Dit komt omdat veel camera merken goed geprijsde onderwaterhuizen leveren voor

Nadere informatie

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als

Nadere informatie

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht. Leerstof. Toepassing. 3 a Zie figuur 2. b Zie figuur 2. c Zie figuur t a bij B b bij A

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht. Leerstof. Toepassing. 3 a Zie figuur 2. b Zie figuur 2. c Zie figuur t a bij B b bij A BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht Hoofdstuk 2 Licht 1 Lichtbreking Leerstof 1 a de normaal b de hoek van inval c de hoek van breking 2 a Als licht van lucht naar perspex gaat, wordt het licht altijd naar de

Nadere informatie

LENZEN. 1. Inleiding

LENZEN. 1. Inleiding LENZEN N.G. SCHULTHEISS. Inleiding Deze module volgt op de module Spiegels. Deze module wordt vervolgd met de module Telescopen o de module Lenzen maken. Uiteindelijk kun je met de opgedane kennis een

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE Kenmerk: 46055519/vGr Datum: 24 juli 2000 Vak : Inleiding Optica (146012) Datum : 21 augustus 2000 Tijd : 9.00 uur - 12.30 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel van een vraagstuk

Nadere informatie

7.1 Beeldvorming en beeldconstructie

7.1 Beeldvorming en beeldconstructie Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 7 7.1 Beeldvorming en beeldconstructie Opgave 1 Het beeld van een dia bij een diaprojector wordt gevormd door een bolle lens. De voorwerpsafstand is groter dan de brandpuntsafstand.

Nadere informatie

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens.

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens. NATUURKUNDE KAS 5 ROEWERK H4-06/0/00 PROEWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (totaal 3 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP DE Opgave

Nadere informatie

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright N AT U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 2 LICHT EN ZIEN 2.1 Donkere lichamen en lichtbronnen 2.1.1 Donkere lichamen Donkere lichamen zijn lichamen die zichtbaar worden als er licht

Nadere informatie

Technische Universiteit Eindhoven

Technische Universiteit Eindhoven Technische Universiteit Eindhoven Tentamen: Golven en Optica (3BB40) Datum: 24 november 2006 N.B.: Dit tentamen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s met formules (LET OP, formulebladen zijn gewijzigd!!).

Nadere informatie

Optica Optica onderzoeken met de TI-nspire

Optica Optica onderzoeken met de TI-nspire Optica onderzoeken met de TI-nspire Cathy Baars, Natuurkunde, Optica 1. Inhoud Optica... 1 1. Inhoud... 2 2. Spiegeling... 3 2.1 Algemene introductie en gebruik TI-nspire... 3 2.2 Spiegeling... 4 2.3 Definiëren

Nadere informatie

Kijken naar het heelal

Kijken naar het heelal Kijken naar het heelal GROEP 7-8 75 65 minuten 1 en 45 De leerling: weet dat de uitvinding van de telescoop voor bewijzen heeft gezorgd dat de aarde niet het middelpunt van het heelal is weet dat je met

Nadere informatie

Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Tentamen Optica 20 februari 2007 Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Opgave 1 We beschouwen de breking van geluid aan een

Nadere informatie

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Licht als golf en als deeltje 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating)

Nadere informatie

Faculteit Technische Natuurkunde Proeftentamen OPTICA voor BMT (3D010) 8 maart 1999, 14:00-17:00 uur

Faculteit Technische Natuurkunde Proeftentamen OPTICA voor BMT (3D010) 8 maart 1999, 14:00-17:00 uur Faculteit Technische Natuurkunde Proeftentamen OPTICA voor BMT (3D010) 8 maart 1999, 14:00-17:00 uur Opmerkingen: 1)Het cijfer afhalen vindt plaats op 15 maart 1999. De oproeplijsten hangen op het publicatiebord

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Labo Fysica. Michael De Nil

Labo Fysica. Michael De Nil Labo Fysica Michael De Nil 4 februari 2004 Inhoudsopgave 1 Foutentheorie 2 1.1 Soorten fouten............................ 2 1.2 Absolute & relatieve fouten..................... 2 2 Geometrische Optica

Nadere informatie

Verschillende lenzen, verschillende toepassingen.

Verschillende lenzen, verschillende toepassingen. Verschillende lenzen, verschillende toepassingen. Hallo en wederom welkom bij mijn zesde blog. Deze keer wil ik het graag hebben over verschillende lenzen en hun toepassing. Ik krijg vaak de vraag: welke

Nadere informatie

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk Datum: Vak : Inleiding Optica (4602) Datum : 9 januari 200 Tijd : 9.00 uur - 2.0 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel van een vraagstuk niet kunt maken

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Optische instrumenten. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Optische instrumenten. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Optische instrumenten J. Kuiper Transer Database ThiemeMeulenho ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7

Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Opgave 1 Iris krijgt een bril voorgeschreven van 4 dioptrie. Zij houdt de bril in de zon en probeert de stralen te bundelen om zodoende een stukje

Nadere informatie

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet. Opgave 1 René zit op zijn fiets en heeft als hij het begin van een helling bereikt een snelheid van 2,0 m/s. De helling is 15 m lang en heeft een hoek van 10º. Onderaan de helling gekomen, heeft de fiets

Nadere informatie

SENSOR op stof en vlekken controleren

SENSOR op stof en vlekken controleren SENSOR op stof en vlekken controleren Camera: Jpeg. Om sneller te kunnen kijken op de computer. ISO op 100. Brandpuntsafstand 50 mm of meer. Scherpinstelling op handmatig (MF). a. Effen wit vel: Scherpstelling

Nadere informatie

Waarom zien veel mensen onscherp?

Waarom zien veel mensen onscherp? Refractie afwijking Waarom zien veel mensen onscherp? Om scherp te zien moeten lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Het hoornvlies en de lens in het oog zorgen

Nadere informatie

Telescopen. N.G. Schultheiss

Telescopen. N.G. Schultheiss 1 Telescopen N.G. Schultheiss 1 Inleiding Deze module volgt op de module Lenzen of Lenzen slijpen. Deze module wordt vervolgd met de module Telescopen gebruiken. Je kunt met na deze module een telescoop

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Optica

Uitwerkingen Tentamen Optica Uitwerkingen Tentamen Optica Datum van het tentamen: 19 februari 2008 Opgave 1 a) Het hoekoplossend vermogen van een lens (of een holle spiegel) is direct gerelateerd aan het Fraunhofer diffractiepatroon

Nadere informatie

Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens.

Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Bolle en holle. Opgave 2 Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens. Opgave 4 Divergente, convergente en evenwijdige. Opgave 5 Een bolle

Nadere informatie

Proefbeschrijving optiekset met bank 112110

Proefbeschrijving optiekset met bank 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset () behandelt de ruimtelijke optiek en de uitbreidingset (112114) de

Nadere informatie

Objectieven voor digitaal

Objectieven voor digitaal Inleiding Enige tijd geleden waren de prijzen van de digitale reflexcamera s dusdanig hoog, dat ze alleen door professionals of hobbyisten met een dikke portefeulle aangeschaft konden worden. De (serieuzere)

Nadere informatie

JANNEKE SCHENK. Over de REGENBOOG. Regenbogen en andere lichtverschijnselen aan de hemel, natuurkundig verklaard voor iedereen

JANNEKE SCHENK. Over de REGENBOOG. Regenbogen en andere lichtverschijnselen aan de hemel, natuurkundig verklaard voor iedereen JANNEKE SCHENK Over de REGENBOOG Regenbogen en andere lichtverschijnselen aan de hemel, natuurkundig verklaard voor iedereen inhoud 6 13 69 99 121 129 137 147 177 195 215 286 288 Inleiding Meten aan de

Nadere informatie

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Examen HAVO 2010 tijdvak 1 vrijdag 28 mei totale examentijd 3 uur tevens oud programma natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 14 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de

Nadere informatie

Wat is fotograferen? foto=licht grafie=schrijven Het vastleggen van licht

Wat is fotograferen? foto=licht grafie=schrijven Het vastleggen van licht Fotografie Wat is fotograferen? foto=licht grafie=schrijven Het vastleggen van licht Leren kijken (juiste informatie vastleggen) Technieken beheersen (camera + belichting) (Bewerken van foto s met Photoshop)

Nadere informatie

Spiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht)

Spiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht) Herhaling klas 2: Spiegeling Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden Spiegelen van een object (pijl), m.b.v. het spiegelbeeld: Spiegel 1 2 H.2: Licht 1: Camera obscura (2) Eigen experiment: camera

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie November 2016 OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie 1 waarneming

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 24 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 24 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Licht als golf en als deeltje 24 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur Opmerkingen: 1) Lijsten met de punten toegekend door de corrector worden op OASE gepubliceerd. De antwoorden van

Nadere informatie

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft. Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke

Nadere informatie

Thema 7Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties

Thema 7Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties 07-01-2005 10:27 Pagina 1 Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties Inleiding Het oog is een zeer gevoelig en bruikbaar optisch instrument. In figuur 2.56 zie je een aantal doorsnedentekeningen van het menselijk

Nadere informatie

Scherptediepte. Inleiding

Scherptediepte. Inleiding Inleiding In ieder objectief vinden we een diafragma. Het diafragma bestaat uit een aantal lamellen, die tesamen openingen met verschillende diameters kunnen vormen. Doordat het diafragma deze verschillende

Nadere informatie

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen Uitwerking van de extra opgaven bij het onderwerp licht. Als je de uitwerking bij een opgave niet begrijpt kun je je docent altijd vragen dit in de les nog eens uit te leggen! Extra oefenopgaven licht

Nadere informatie

Een refractor bestaat hoofdzakelijk uit twee lenzen, beide (bolvormige) positieve lenzen.

Een refractor bestaat hoofdzakelijk uit twee lenzen, beide (bolvormige) positieve lenzen. Werkstuk door een scholier 1485 woorden 28 februari 2002 5,6 104 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Sterrenkijker 1. Telescopen met refractor-werking Een sterrenkijker, ofwel telescoop, is een soort van grote

Nadere informatie

, met ω de hoekfrequentie en

, met ω de hoekfrequentie en Opgave 1. a) De brekingsindex van een stof, n, wordt gegeven door: A n = 1 +, ω ω, met ω de hoekfrequentie en ( ω ω) + γ ω, A en γ zijn constantes. Geef uitdrukkingen voor de fasesnelheid en de groepssnelheid

Nadere informatie

Thema 3 Verrekijkers. astronomische kijker

Thema 3 Verrekijkers. astronomische kijker 07-0-005 0: Pagina Verrekijkers Inleiding Om verre voorwerpen beter te kunnen zien, kun je gebruikmaken van verrekijkers. Die zijn er in vele soorten. De astronomische kijker wordt gebruikt voor het bekijken

Nadere informatie

3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht

3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht 3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht 3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 L1 L2 Wanneer een lichtstraal van het ene materiaal het andere ingaat kan de richting van de lichtstraal veranderen.

Nadere informatie

Fotografie: van opname tot archivering deel 1. Bruno Vandermeulen

Fotografie: van opname tot archivering deel 1. Bruno Vandermeulen Fotografie: van opname tot archivering deel 1 Bruno Vandermeulen 6 7 8 9 10 11 12 1 3 Wat is een camera? Zwarte doos: camera obscura Sensor Sluiter Objectief Diafragma Sensor Pixels Grootte 15 16 Camera

Nadere informatie

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Zie: http://webphysics.davidson.edu/applets/optics/intro.html Bolle (positieve) lens Een bolle lens heeft twee brandpunten F. Evenwijdige (loodrechte)

Nadere informatie

Wet van Snellius. 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak

Wet van Snellius. 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak Wet van Snellius 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak 1 Lichtbreking Lichtbreking Als een lichtstraal het grensvlak tussen lucht en water passeert, zal de lichtstraal

Nadere informatie

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 00F bus 404 300 Heverlee Tel.: 06-3 74 7 E-mail: ino@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 06-07 Eerste ronde

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Kim W. van Gaalen Een van de meest voorkomende oorzaken van (tijdelijk) slechter zien is staar (grijze staar, cataract). Staar wordt veroorzaakt door chemische veranderingen in de lens, waardoor er troebelingen

Nadere informatie

De Coma lenzen van Van Heel

De Coma lenzen van Van Heel De Coma lenzen van Van Heel C. Smorenburg TNO TPD, Stieltjesweg 1, 2628 CK Delff Op mijn werkkamer bij de TPD hangt een plaat aan de muur met vele (kleine) foto s van aberraties. Op de achterkant staat:

Nadere informatie

5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 10 16 x 4,03 10 a afstand = lichtsnelheid tijd; s = c t t = = = 8 c 2,9979 10 b Eerste manier 1 lichtjaar = 9,461 10

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) d.d. 30 oktober 2009 van 9:00 12:00 uur Vul de presentiekaart

Nadere informatie

R.T. Nadruk verboden 57

R.T. Nadruk verboden 57 Nadruk verboden 57 Natuurkunde. Les 29 29,1. Beeldvorming bij de bolle spiegel Fig. 29,1. Fig. 29,2. Fig. 29,3. Bij de bolle spiegel geldt eveneens de formule + =. We rekenen hierbij alle afstanden voor

Nadere informatie

UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na UITWERKINGEN KeCo-Examentraining SET-C HAVO5-Na UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na EX.O... Lichtstraal A verplaatst zich van lucht naar water, dus naar een optisch dichtere stof toe. Er

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE NAAM: NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK PROEFWERK H14 11/10/2011 Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS 12 juli 2000 72 --- 13 de internationale olympiade De magnetische schijf 2,5 uur Geef in dit experiment een schatting

Nadere informatie

Diafragma, hoe werkt het

Diafragma, hoe werkt het Diafragma, hoe werkt het DOOR KENNETH VERBURG IN BASISCURSUS - 172 REACTIES Onderdeel van de serie 1. Basiskennis Starten met een spiegelreflexcamera Diafragma, hoe werkt het De beste sluitertijd kiezen

Nadere informatie

Brandpunten en cropfactor

Brandpunten en cropfactor Inleiding Iedereen die de overstap van kleinbeeldfilm naar digitaal maakt, zal er vroeg of laat eens mee geconfronteerd worden: onze geliefde brandpunten zijn niet meer zoals ze altijd geweest zijn. De

Nadere informatie

Aan de gang. Wiskunde B-dag 2015, vrijdag 13 november, 9:00u-16:00u

Aan de gang. Wiskunde B-dag 2015, vrijdag 13 november, 9:00u-16:00u Aan de gang Wiskunde B-dag 2015, vrijdag 13 november, 9:00u-16:00u Verkenning 1 (Piano) Je moet een zware piano verschuiven door een 1 meter brede gang met een rechte hoek er in. In de figuur hierboven

Nadere informatie

Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden

Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden Hoofdstukvragen: Het hoofdstuk gaat over de lichtbeelden die je met spiegels, lenzen en prisma s kunt maken. Hoe ontstaat bij een spiegel een beeld? En

Nadere informatie