Praktische opdracht Nederlands Project poëzie

Transcriptie

1 Praktische opdracht Nederlands Project poëzie Praktische-opdracht door een scholier 1953 woorden 25 juni ,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland BIB-model De dag Gerrit Kouwenaar Strofebouw: Het gedicht bestaat uit 4 kwatrijnen Zinsbouw: Er zijn geen leestekens of hoofdletters. De zinnen lijken weinig met elkaar te maken te hebben. Er wordt in elke zin een gebeurtenis beschreven. Klank: Er is in de eerste strofe gebruik gemaakt van halfrijm (zeven vrede, brand had). Daarna is er geen rijm meer. Metrum: Er is geen bepaald soort metrum in het gedicht terug te vinden. 1) Op de dag dat ik er was en mijn moeder was gelukkig dat zij een zoon had doen vermoeden dat het hier om de geboortedag van de schrijver gaat. 2) Op dezelfde dag was er een grote sportmanifestatie, waarvan de pasgeborene dacht dat hij voor hem was. 3) De hoofdpersoon heeft het gevoel dat alles om hem draait ( omdat ik er was ). 4) Na het werk kwam de vader van het kind kijken, hij was gelukkig. Moeilijke woorden: - gummibotties: rubberlaarzen - cigarillo: kleine sigaar - ik lag geheel gesloten: hij bedoelt dat hij nog niet zo veel invloeden van buitenaf binnenkrijgt en dat hij alleen maar lag, zonder interactie met de omgeving. - de ogen van de stad stonden wijd open in de avondzon: omdat het zulk mooi weer was had iedereen zijn ramen wijd open staan. Pagina 1 van 8

2 - omdat ik er was in een kom van asfalt: het speelt middenin de stad, waar niet veel natuur is, maar wel veel beton en asfalt. - omdat ik er was: herhaling - alles is een opsomming van gebeurtenissen - bijna overal: parallellisme Thema: het gedicht gaat over de geboortedag van de schrijver. Ik vind dit gedicht niet zo bijzonder. Dat komt ook wel vanwege het thema, dat interesseert me niet zo veel. Ik vind het wel knap dat iemand een gedicht kan schrijven over zijn geboortedag, het feit dat je je dat zo goed kunt inbeelden vind ik wel een goed punt aan het gedicht. Ook de sfeer van de dag die beschreven wordt komt goed over, het is een mooie, warme zomerdag. Biezen mandje C. Buddingh Strofebouw: Het gedicht bestaat uit 2 kwatrijnen en een distichon Zinsbouw: Er zijn geen hoofdletters en punten, maar het is duidelijk dat elke strofe uit één zin bestaat. Klank: Er zit helemaal geen rijm in het gedicht. Metrum: Er zit geen herkenbaar metrum in. 1) Er wordt verteld over een mandje dat komt aandrijven, de lezer verwacht dat er een kindje in zal liggen. 2) Als dat niet zo is, verwacht de lezer andere bijzondere dingen, maar dat is er ook allemaal niet. 3) Het blijkt dat het gewoon alleen maar een vies oud mandje is. Er zijn geen moeilijke woorden en er is ook geen beeldspraak. - tussen strofe 1 en 2: tegenstelling - wedden dat u denkt: herhaling - strofe 2, vanaf 2e regel: opsomming Thema: Het gedicht gaat over een biezen mandje en de verwachtingen die dat oproept bij een lezer. Ik vind dit gedicht wel leuk, omdat het je duidelijk maakt hoe makkelijk tekst en bepaalde beelden verwachtingen bij je oproepen. Uiteindelijk gaat het helemaal nergens over, en dat vind ik wel leuk, omdat je iets heel anders krijgt dan je verwacht. Het is ook een gedicht wat makkelijk leest en goed te begrijpen Pagina 2 van 8

3 is. Kroniek van Amsterdam Rein Bloem Strofebouw: Het gedicht bestaat uit 11 distichons Zinsbouw: Elke strofe bestaat uit een zin, er zijn wel leestekens en hoofdletters. Klank: Er is geen rijm in het gedicht. Metrum: het metrum is over het algemeen het metrum van een jambe, maar er is hier en daar antimetrie. 1) Er is een lijk gevonden van een weduwe van 70. 2) De meid van de weduwe is spoorloos, er is wel een stukje jurk gevonden. 3) De ontknoping is te vinden in het water. 4) In de Lindengracht wordt ook een romp gevonden. 5) In de Prinsengracht liggen de benen, het blijkt de meid te zijn. 6) In de Brouwersgracht ligt het hoofd. 7) Wie heeft het gedaan? 8) Het blijkt Hermina Wouters te zijn. 9) Ze wordt gemarteld. 10) 11) Moeilijke woorden: - Obbs en ends:??? is er niet - alles is een opsomming van achtereenvolgende gebeurtenissen. Thema: Het gedicht gaat over een dubbele moord die is gepleegd en waar de dader van wordt gevonden. Ik vond het een erg vreemd gedicht. Het is iets wat ik niet zo geweldig vind, omdat ik alles over de moord niet echt leuk vind om te lezen. Ik vind het ook erg onwaarschijnlijk dat de dader zo gemarteld wordt. Daarom heb ik steeds het idee dat het een symbool is voor iets anders of zo, maar ik zou niet weten wat. Dichtertje - Jan Kal Pagina 3 van 8

4 Strofebouw: Het gedicht is een sonnet, het bestaat uit 2 kwatrijnen en 2 terzetten. Zinsbouw: De zinnen zijn duidelijk aangegeven door hoofdletters en leestekens. Klank: In het gedicht komt omarmend eindrijm voor. Metrum: Het metrum in het gedicht is het metrum van een dactylus. 1) De hoofdpersoon was eerst violist, maar besloot toen om popzanger te worden. Ook dat was geen succes, waardoor hij poëet is geworden. 2) De hoofdpersoon is eerst hockeykeeper geweest, maar is toen atleet geworden. Hij had nog het Haarlems jeugdrecord op zijn naam staan, maar nu doet hij er niets meer aan. 3) Vanwege een meisje en omdat hij activist is geweest, heeft hij een studie tot arts niet afgemaakt. 4) Daarom is hij nu dichter. Moeilijke woorden: zijn er niet - aan de strijkstok van een violist blijft toch niets hangen: hij bedoelt hier dat het weinig geld oplevert om violist te zijn. - dus ik sloot de kist: hij zal niet helemaal opgehouden zijn met vioolspelen, maar hij besloot wel het niet als beroep te nemen. - ga ik nog niet in medisch wit gekleed: is hij geen arts (of iets anders medisch) - violist - popzanger: tegenstelling - strofe 1 en 2 zijn bijna hetzelfde, er is sprake van herhaling en parallellisme - het luie zweet: paradox Thema: Het gedicht gaat over de dingen die de hoofdpersoon gedaan heeft voor hij dichter werd. Ik vind dit gedicht wel aardig. Het is (misschien onbedoeld) wel grappig. Ik vind het altijd knap als een gedicht zo rijmt dat het niet eens vergezocht of nep lijkt, en dat is hier het geval. Advent - Jean Pierre Rawie Strofebouw: Het gedicht is een sonnet, het bestaat uit 2 kwatrijnen en 2 terzetten. Zinsbouw: De zinnen zijn duidelijk aangegeven door hoofdletters en leestekens. Klank: In het gedicht komt omarmend eindrijm voor. Metrum: Het metrum is in de vorm van een jambe. Pagina 4 van 8

5 1) Ieder jaar hoopt de hoofdpersoon in de laatste week van de advent dat het gaat sneeuwen, maar het gebeurt maar zelden. 2) Hij doet wat hij ieder jaar doet, en hij heeft niet veel te doen, de dagen lijken allemaal hetzelfde. Hij wacht ergens op. 3) Hij denkt aan het verleden en wil het terug hebben, omdat alles nu zo leeg lijkt. Hij stelt zich het verleden beter voor dan het toen was. 4) Wat hij ook probeert om terug te vinden wat er ooit was, het lukt niet. Moeilijke woorden: zijn er niet - De dagen schuiven in elkaar: is een personificatie, er wordt mee bedoeld dat alle dagen hetzelfde lijken. - het verlangen naar sneeuw - de sneeuw die niet komt: tegenstelling - laatste strofe, 1e regel: opsomming - 3e strofe: paradox (je iets herinneren wat er niet was) - terwijl je wacht op een gemist moment: paradox Thema: Het gedicht gaat over iemand die eenzaam is in de dagen voor kerstmis. Zijn dagen zijn leeg en hij denkt heel positief over het verleden, dat wil hij terug hebben. Dit gedicht vind ik wel mooi. Het heeft een melancholieke sfeer en daar houd ik wel van. Alles is zo geschreven dat je er eigenlijk meerdere betekenissen in zou kunnen zien, zodat het waarschijnlijk voor veel mensen herkenbaar is. Afwasmachine - Judith Herzberg Strofebouw: Het gedicht bestaat uit een strofe van 11 regels, twee distichons en een kwintet. Zinsbouw: De zinnen zijn gewoon duidelijk aangegeven door hoofdletters en leestekens. Klank: Er is hier en daar wel rijm, maar ik weet niet of dat toeval is of zo bedoeld. (gaan - vaat - aan, pap - hard, sopjes - kopjes) Metrum: Er is geen duidelijk metrum. 1) De hoofdpersoon vertelt haar bestek dat ze voortaan in de afwasmachine gaan. 2) De hoofdpersoon maakt zich zorgen om een gedeukt lepeltje. 3) De hoofdpersoon heeft medelijden met de grote opscheplepel. 4) De hoofdpersoon besluit niet zo sentimenteel te doen en gewoon haar tijd te gaan besteden aan Pagina 5 van 8

6 belangrijkere dingen. Moeilijke woorden: - douwderideine:??? - Door het hele gedicht wordt gebruik gemaakt van personificatie: het bestek wordt toegesproken alsof het mensen zijn. - als lastige kindertjes: vergelijking met als - als bekenden: vergelijking met als - de wereld eist ons op: personificatie - laatste regels van de 1e strofe: opsomming - warme sopjes: pleonasme Thema: Het gedicht gaat over iemand die besloten heeft om voortaan niet meer met de hand af te wassen, maar een vaatwasser te kopen. Ik vind dit gedicht leuk, het gaat over iets heel alledaags, maar het is op een grappige manier verteld. Het lijkt eigenlijk niet echt op een gedicht, omdat de eerste strofe zo lang is en omdat de zinnen gewoon achter elkaar doorlopen. Het gedicht laat volgens mij duidelijk zien dat de vooruitgang niet voor iedereen even makkelijk is. Herman Gorter Strofebouw: Het gedicht bestaat uit drie kwatrijnen en een distichon. Zinsbouw: De zinnen zijn duidelijk aangegeven door hoofdletters en leestekens. Klank: Er is gebruik gemaakt van gepaard eindrijm. Metrum: Er zit geen duidelijk herkenbaar metrum in het gedicht. 1) De hoofdpersoon ziet zijn geliefde stilstaan. 2) Er wordt beschreven hoe mooi zij is. 3) De hoofdpersoon houdt zo veel van haar, dat hij haar zou willen zijn. 4) De hoofdpersoon wilde wat tegen haar zeggen, maar weet niet meer wat. Moeilijke woorden: - lichtgedooi:??? - als klaar water: vergelijking met als Pagina 6 van 8

7 Stijlfiguren - warm, warm, warm: herhaling - wat: wordt vaak herhaald Thema: Het is een liefdesgedicht dat gaat over wat de hoofdpersoon vindt van zijn geliefde. Dit gedicht vind ik niet zo geweldig, iets dat vooral komt vanwege het ouderwetse taalgebruik en de spelling. Ik ben meestal ook niet heel enthousiast over liefdesgedichten, ik vind het ook hier erg overdreven en het is mij iets te zoetig. Duurzaam materiaal - Hans Vlek Strofebouw: het gedicht bestaat uit drie kwintetten en een sextet. Zinsbouw: De zinnen zijn gewoon duidelijk aangegeven door hoofdletters en leestekens. Klank: er zit alleen rijm in de laatste twee regels, maar dat zou net zo goed toeval kunnen zijn. (regen - aanvegen) Metrum: er is meer sprake van een ritme dan van een metrum. 1) De hoofdpersoon zit binnen terwijl het weer heel slecht is. De kattenbak stinkt en een kindje zeurt om haar flesje. 2) De hoofdpersoon wil iets schrijven wat mensen over decennia nog zullen lezen en mooi zullen vinden. 3) Maar hij wil niet schrijven over god of de dood. 4) Ook als de hoofdpersoon op de zolder zou gaan zitten, zou het nog niet lukken om iets goeds te schrijven. Moeilijke woorden: zijn er niet - hondenweer: heel erg slecht weer - eetbaar: leesbaar - god behoort niet tot mijn kennissenkring: over god weet ik niet zo veel - Ik zou: herhaling - 1e strofe: opsomming - 2e strofe laatste regel: opsomming Thema: Het gedicht gaat over iemand die thuis zit met en kind terwijl het heel slecht weer is, en hij/zij wil een gedicht schrijven, maar dat wil niet lukken. Pagina 7 van 8

8 Dit gedicht vind ik wel goed, omdat je er dingen in kunt herkennen als je zelf ook een gedicht hebt geschreven (voor school bijvoorbeeld). Het gaat over een gebrek aan inspiratie en dat kent iedereen. Je kunt je er meteen goed een voorstelling bij maken over het weer en de sfeer in het huis. Pagina 8 van 8