Raad voor maatschappelijk welzijn Notulen Zitting van maandag 29 april 2019 SAMENSTELLING AANWEZIG de heer Bert Stippelmans, voorzitter; mevrouw Veerl

Transcriptie

1 Notulen Zitting van maandag 29 april 2019 SAMENSTELLING AANWEZIG de heer Bert Stippelmans, voorzitter; mevrouw Veerle Heeren, burgemeester; de heer Jelle Engelbosch, schepen; mevrouw Hilde Vautmans, schepen; mevrouw Ingrid Kempeneers, schepen; de heer Jo Francois, schepen; de heer Jos Pierard, schepen; de heer Jurgen Reniers, schepen; de heer Pascal Monette, schepen; de heer Jef Cleeren, raadslid; de heer Johnny Vangrieken, raadslid; mevrouw Hilde Cops-Visser, raadslid; de heer Filip Moers, raadslid; mevrouw Raymonde Spiritus, raadslid; de heer Carl Nijssens, raadslid; de heer Christophe Elen, raadslid; mevrouw Marleen Thijs, raadslid; de heer Eddy El Herbouti, raadslid; de heer Gert Stas, raadslid; mevrouw Ann Knaepen, raadslid; de heer Johan Mas, raadslid; de heer Roger Clerinx, raadslid; de heer Hans Govaerts, raadslid; mevrouw Mieke Claes, raadslid; de heer Maurice Hollebeke, raadslid; de heer Erwin Vaes, raadslid; de heer Stijn Vanoirbeek, raadslid; de heer Raf Herbots, raadslid; de heer Laurien Bamps, raadslid; mevrouw Nina Kvikvinia, raadslid; de heer Serge Gumienny, raadslid; de heer Peter Deltour, raadslid; de heer Günther Dauw, raadslid; de heer Peter Van Dam, raadslid; mevrouw Kathleen Bergoets AFWEZIG de heer Ludwig Vandenhove, raadslid 20:00 - De voorzitter opent de openbare zitting Raadslid Raymonde Spiritus was afwezig tot en met agendapunt 001. Er wordt een 1 minuut stilte gehouden naar aanleiding van het overleden van mevrouw Anita Brugmans, medewerker bibliotheek, en meneer Emile Ottenbourgs, zoon van meneer Stefaan Ottenbourgs-directeur Academie Podium _OCMWR_ Notulen vergadering raad voor maatschappelijk welzijn 18 maart Goedkeuring GOEDGEKEURD BEVOEGDHEID Bert Stippelmans - Secretariaat MOTIVERING GEGEVEN Het huishoudelijk reglement, meer bepaald artikel 33, bepaalt dat de notulen, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen vermelden, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen. Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. De notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 maart werden in die zin opgesteld. De notulen werden ter beschikking gesteld aan de raadsleden zoals voorgeschreven in het Decreet Lokaal Bestuur. WETTELIJKE BEPALINGEN - Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen 29 april /12

2 STEMMING OP HET AGENDAPUNT Goedgekeurd door de RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN met - 32 stem(men) voor: Laurien Bamps; Mieke Claes; Jef Cleeren; Roger Clerinx; Hilde Cops-Visser; Günther Dauw; Peter Deltour; Eddy El Herbouti; Christophe Elen; Jelle Engelbosch; Jo Francois; Hans Govaerts; Serge Gumienny; Veerle Heeren; Raf Herbots; Maurice Hollebeke; Ingrid Kempeneers; Ann Knaepen; Johan Mas; Filip Moers; Pascal Monette; Carl Nijssens; Jos Pierard; Jurgen Reniers; Gert Stas; Bert Stippelmans; Marleen Thijs; Erwin Vaes; Peter Van Dam; Johnny Vangrieken; Stijn Vanoirbeek; Hilde Vautmans - 1 onthouding(en): Nina Kvikvinia BESLUIT Artikel 1 De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen, incluis de audiovisuele opnames, van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 maart 2019 goed. Artikel 2 Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikels 326 tot en met 334) van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. Raymonde Spiritus, raadslid betreedt de zitting _OCMWR_ Delegatiebeslissing van rechtspositieregeling en organogram, afschaffing personeelsformatie en goedkeuring omschrijving begrip dagelijks personeelsbeheer - Goedkeuring GOEDGEKEURD BEVOEGDHEID Veerle Heeren - Organisatie MOTIVERING GEGEVEN De inwerkingtreding van het decreet Lokaal Bestuur geeft lokale besturen meer mogelijkheden om de strategische en operationele beleidstaken op personeelsgebied te optimaliseren. In dit kader besliste de Vlaamse Regering begin 2019 om de personeelsformatie als verplicht instrument af te schaffen. Daarnaast wordt het mogelijk om de bevoegdheid van de raad met betrekking tot het organogram en de rechtspositieregeling te delegeren naar het vast bureau. Een delegatie van deze bevoegdheid sluit immers aan bij de operationele beleidstaken die bij het vast bureau gesitueerd worden. Dit draagt bij aan een veerkrachtige werking van de organisatie om op personeelsnoden te kunnen inspelen. Het vast bureau rapporteert hierover jaarlijks aan de OCMW-raad. Daarnaast wordt in dit kader het begrip dagelijks personeelsbeheer vernieuwd. Het decreet Lokaal bestuur legt, net zoals het eerdere OCMW-decreet, de verantwoordelijkheid als hoofd van het personeel bij de algemeen directeur. De vastlegging en goedkeuring van de invulling van het begrip dagelijks personeelsbeheer wordt door de raad bepaald. We volgen hierin het voorstel van VVSG om volgende taken verder te zetten als deel van het dagelijks personeelsbeheer: Individueel personeelsbeheer (niet-limitatieve opsomming): Opmaak functiebeschrijvingen (artikel 7 laatste lid, Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007); Opdrachthouderschap (artikel 93 van dat Rechtspositiebesluit); Opdracht tot permanentieplicht (art. 14 van dat Besluit); Toestemming dienstreizen (art. 154 van het Besluit); Allerlei individuele verlofaanvragen; Loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen; 29 april /12

3 Verlof voor opdracht, onder voorbehoud van de nadere regels van de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, voor het indienen van verlofaanvragen en het toekennen van verlof (artikel 207 van het Besluit); De individuele weddevaststelling(artikel 112 laatste lid van het Rechtspositiebesluit). (artikel 117 van het Besluit). Uitlenen van personeel aan een gebruiker (zonder overdracht werkgeversgezag); Individuele toewijzing van de bevoegdheid van een personeelslid om elektrische toestellen te bedienen; Individuele toepassingen van de bepalingen met betrekking tot vorming en evaluatie en dergelijke Individuele opvolging van de overigens niet meer algemeen verplichte - evaluatie (artikel 49 van het Besluit); Concrete invulling van het recht en de plicht op vorming, onder voorbehoud van wat de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, in het vormingsreglement bepaalt (artikel 54 van het Besluit). Toepassing van de lokale rechtspositieregeling De evaluatieprocedure intern organiseren binnen de door de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, bepaalde termijnen (artikel 46 van het Besluit); Onkostenvergoedingen, binnen de grenzen vastgelegd door de raad, of, na delegatie, door het uitvoerend orgaan (artikel 155 van het Besluit); Andere zaken, bepaald en toegewezen in de lokale rechtspositieregeling. Collectief personeelsbeheer Vastleggen van vakantieperiodes, maar onder voorbehoud van de nadere regels die de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, hierover kan uitwerken (artikel 176 van het Rechtspositiebesluit). Beslissingen die te maken hebben met de uitoefening van werkgeversgezag: Maatregelen van inwendige orde. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks over de uitvoering van het dagelijks personeelsbeheer aan het vast bureau. Bovenstaande aspecten worden bovendien door dit besluit gelijkgetrokken voor de stads- en OCMW-organisatie. Hierdoor wordt de interne werking verder vereenvoudigd en geoptimaliseerd. WETTELIJKE BEPALINGEN - Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald: Art. 78, tweede lid, 2 en art. 85, tweede lid DLB Art. 78, tweede lid, 2 en art. 85, eerste en derde lid DLB Art. 78, eerste lid en art. 85, eerste lid DLB Artikel 170 DLB - De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de diensten van de gemeente en van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Hij staat aan het hoofd van het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en hij is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur kan de uitoefening van het dagelijkse personeelsbeheer toevertrouwen aan andere personeelsleden. - Decreet van 3 juni 2016 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn - Besluit van de Vlaamse Regering van 8 februari 2019 tot bepaling van de inwerkingtreding van artikel 37 van het decreet van 3 juni 2016 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 29 april /12

4 STEMMING OP HET AGENDAPUNT Goedgekeurd door de RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN met - 23 stem(men) voor: Laurien Bamps; Mieke Claes; Jef Cleeren; Roger Clerinx; Günther Dauw; Peter Deltour; Christophe Elen; Jelle Engelbosch; Jo Francois; Hans Govaerts; Serge Gumienny; Veerle Heeren; Raf Herbots; Ingrid Kempeneers; Johan Mas; Pascal Monette; Carl Nijssens; Jos Pierard; Jurgen Reniers; Raymonde Spiritus; Bert Stippelmans; Stijn Vanoirbeek; Hilde Vautmans - 10 stem(men) tegen: Hilde Cops-Visser; Eddy El Herbouti; Maurice Hollebeke; Ann Knaepen; Filip Moers; Gert Stas; Marleen Thijs; Erwin Vaes; Peter Van Dam; Johnny Vangrieken - 1 onthouding(en): Nina Kvikvinia BESLUIT Artikel 1 Met ingang van 30 april 2019 wordt het vast bureau bevoegd voor de lokale rechtspositieregeling en het organogram. Het vast bureau rapporteert hierover jaarlijks aan de OCMW-raad. Artikel 2 De personeelsformatie wordt door de inwerkingtreding van het decreet van 3 juni 2016 als verplicht instrument afgeschaft. Artikel 3 De beslissing van 31 mei 2018 waarbij de OCMW-raad het begrip dagelijks personeelsbeheer heeft vastgelegd, wordt opgeheven met ingang van 30 april Artikel 4 Met ingang van 30 april 2019 wordt onder dagelijks personeelsbeheer verstaan: Individueel personeelsbeheer (niet-limitatieve opsomming): Opmaak functiebeschrijvingen (artikel 7 laatste lid, Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van 7 december 2007); Opdrachthouderschap (artikel 93 van dat Rechtspositiebesluit); Opdracht tot permanentieplicht (art. 14 van dat Besluit); Toestemming dienstreizen (art. 154 van het Besluit); Allerlei individuele verlofaanvragen; Loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen; Verlof voor opdracht, onder voorbehoud van de nadere regels van de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, voor het indienen van verlofaanvragen en het toekennen van verlof (artikel 207 van het Besluit); De individuele weddevaststelling(artikel 112 laatste lid van het Rechtspositiebesluit). Uitlenen van personeel aan een gebruiker (zonder overdracht werkgeversgezag); Individuele toewijzing van de bevoegdheid van een personeelslid om elektrische toestellen te bedienen Individuele toepassingen van de bepalingen met betrekking tot vorming en evaluatie en dergelijke Individuele opvolging van de overigens niet meer algemeen verplichte - evaluatie (artikel 49 van het Besluit); Concrete invulling van het recht en de plicht op vorming, onder voorbehoud van wat de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, in het vormingsreglement bepaalt (artikel 54 van het Besluit). Toepassing van de lokale rechtspositieregeling De evaluatieprocedure intern organiseren binnen de door de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, bepaalde termijnen (artikel 46 van het Besluit); Onkostenvergoedingen, binnen de grenzen vastgelegd door de raad, of, na delegatie, door het uitvoerend orgaan (artikel 155 van het Besluit); Andere zaken, bepaald en toegewezen in de lokale rechtspositieregeling. 29 april /12

5 Collectief personeelsbeheer Vastleggen van vakantieperiodes, maar onder voorbehoud van de nadere regels die de raad, of, na delegatie, het uitvoerend orgaan, hierover kan uitwerken (artikel 176 van het Rechtspositiebesluit). Beslissingen die te maken hebben met de uitoefening van werkgeversgezag: Maatregelen van inwendige orde. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks over de uitvoering van het dagelijks personeelsbeheer aan het vast bureau. Artikel 5 Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 326 tot en met 334) van het Decreet lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen _OCMWR_ Goedkeuring omschrijving bepalingen visum van de financieel directeur - Goedkeuring GOEDGEKEURD BEVOEGDHEID Jo Francois - Budget MOTIVERING GEGEVEN Alle voorgenomen financiële verbintenissen van de gemeente en het OCMW zijn in principe onderworpen aan een voorafgaande visering door de financieel directeur. Het gaat daarbij niet alleen om overheidsopdrachten, maar ook om aanstellingen van personeel, huurcontracten, aankopen van onroerende goederen, enz. Het is wenselijk bepaalde categorieën van verrichtingen uit te sluiten van de visumverplichting om een efficiënte werking van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn te kunnen garanderen. Het is immers organisatorisch niet haalbaar om alle uitgaven te viseren voordat de verbintenis ontstaat. Als gevolg van de inwerkingtreding van het decreet lokaal bestuur is een update van het besluit dat de voorwaarden voor het voorafgaand visum vastlegt, noodzakelijk. De verwijzingen naar het gemeentedecreet/ocmw-decreet moeten worden aangepast. De voorwaarden voor het voorafgaand visum worden voor gemeente en OCMW gelijkgesteld. De keuze is gemaakt om zowel verrekeningen als de aanstelling van personeelsleden strenger te viseren dan opgelegd door de Vlaamse regelgeving, los van het bedrag, omwille van het bijzondere risico dat hiermee gepaard gaat. Daarnaast blijkt uit een beperkte benchmark met enkele vergelijkbare lokale besturen (op basis van de Belfius-cluster en een vergelijkbaar aantal inwoners) dat het grensbedrag om het visum te verlenen omhoog getrokken wordt. Dit volgt ook de tendens van de aanpassingen in de wetgeving overheidsopdrachten waar de grensbedragen voor het voeren van verschillende procedures ook hoger worden ingesteld. Voor de goede administratieve organisatie is het dus wenselijk dat de raad niet alleen de financiële grens aangeeft voor de verrichtingen die moeten geviseerd worden, maar tevens vaststelt binnen welke voorwaarden de financieel directeur de bevoegdheid uitoefent. WETTELIJKE BEPALINGEN Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen Artikel 177, eerste lid, 1 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor onder andere de voorafgaande krediet- en 29 april /12

6 wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden vermeld in artikel 266 en 267. Artikel 266 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat enkel de voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, eerste lid, 1. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat. De raad bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle uitoefent. De raad kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting. Artikel 220 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur bevoegdheden kan toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Dit gebeurt schriftelijk en met een ondubbelzinnige omschrijving van de toegekende bevoegdheden en de daaraan verbonden opdrachten, middelen en rapporteringsverplichtingen. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald artikel 121, stelt dat de raad de volgende categorieën van verrichtingen niet kan uitsluiten van de visumverplichting: 1 de aanstelling van statutaire personeelsleden; 2 de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur; 3 de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer; 4 de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister ( ); 5 de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister ( ); 6 de investeringssubsidies. Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling. - Het ministerieel besluit van 1 januari 2014 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meer bepaald hoofdstuk 4 diverse bepalingen, artikel 19 bepaalt dat de raad de volgende categorieën van verrichtingen niet kan uitsluiten van de visumverplichting: 1 de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan vijftigduizend euro incl. BTW; 2 de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan vijfentwintigduizend euro. - Het Koninklijk besluit van 15 april 2018 tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten op het vlak van overheidsopdrachten en concessies en tot aanpassing van een drempel in de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies. 29 april /12

7 ADVIEZEN FINANCIËN: Gunstig advies VISUM VERLEEND STEMMING OP HET AGENDAPUNT Goedgekeurd door de RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN met - 24 stem(men) voor: Laurien Bamps; Mieke Claes; Jef Cleeren; Roger Clerinx; Günther Dauw; Peter Deltour; Christophe Elen; Jelle Engelbosch; Jo Francois; Hans Govaerts; Serge Gumienny; Veerle Heeren; Raf Herbots; Ingrid Kempeneers; Johan Mas; Pascal Monette; Carl Nijssens; Jos Pierard; Jurgen Reniers; Raymonde Spiritus; Bert Stippelmans; Peter Van Dam; Stijn Vanoirbeek; Hilde Vautmans - 10 onthouding(en): Hilde Cops-Visser; Eddy El Herbouti; Maurice Hollebeke; Ann Knaepen; Nina Kvikvinia; Filip Moers; Gert Stas; Marleen Thijs; Erwin Vaes; Johnny Vangrieken BESLUIT Artikel 1 De volgende categorieën van verrichtingen zijn onderworpen aan de visumverplichting: 1. de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag van euro incl. BTW; 2. de investeringssubsidies; 3. de aanstelling van personeelsleden; 4. de verrekeningen. De volgende categorieën van verrichtingen worden uitgesloten van de visumverplichting: 1. de verbintenissen waarvan het bedrag lager is dan euro incl. BTW; Artikel 2 Het dossier dat ter visering wordt voorgelegd, bevat een inventaris van alle stukken die deel uitmaken van het dossier. Artikel 3 Het visum wordt bij overheidsopdrachten principieel gegeven voordat het vast bureau de opdracht gunt. Het visum wordt in ieder geval uiterlijk gegeven vóór de verbintenis ontstaat. Artikel 4 Bij een weigering om een visum te verlenen, geeft de financieel directeur een uitdrukkelijke motivering. Artikel 5 De financieel directeur beschikt voor de uitoefening van deze bevoegdheid over een termijn van maximum 30 kalenderdagen. In geval van hoogdringendheid, zoals voorzien in artikel 269 van het decreet lokaal bestuur, beschikt de financieel directeur behoudens onmogelijkheid over een termijn van 48 uur om zijn visum te verlenen. Deze termijnen vangen aan op het moment waarop het laatste stuk van het betreffende dossier aan de financieel directeur tegen ontvangstmelding wordt overgemaakt. Artikel 6 Dit besluit treedt in werking vanaf 30/04/2019 en vervangt vanaf deze datum alle voorgaande besluiten over dagelijks bestuur. Artikel 7 Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overhandigd aan de algemeen directeur en aan de financieel directeur. 29 april /12

8 4 2019_OCMWR_ Goedkeuring omschrijving begrip dagelijks bestuur - Goedkeuring GOEDGEKEURD BEVOEGDHEID Jo Francois - Boekhouding MOTIVERING GEGEVEN Als gevolg van de inwerkingtreding van het decreet over het lokaal bestuur, is het aangewezen om het begrip dagelijks bestuur te herdefiniëren. We grijpen bovendien de kans aan om het begrip dagelijks bestuur gelijk te trekken tussen gemeente en OCMW, dit om de interne werking te vereenvoudigen en optimaliseren. (1) In verband met dagelijks bestuur en overheidsopdrachten Een goede definiëring van het begrip dagelijks bestuur bij overheidsopdrachten moet het bestuur in staat stellen om soepel te werken, gelet op de frequentie van vergaderen van raad en vast bureau. Voor exploitatie worden de grenzen op een hoger niveau gelegd dan voor investeringen, gelet op de intrinsieke aard van investeringsprojecten. Tijdens de uitvoering is snel en soepel kunnen handelen belangrijk, vandaar dat het aanbrengen van wijzigingen aan lopende opdrachten grotendeels binnen dagelijks bestuur valt. De inhoud van het begrip overheidsopdrachten van dagelijks bestuur wordt vanaf nu voor zowel gemeente als OCMW omschreven als volgt: De overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het exploitatiebudget, ongeacht het bedrag, die het gemeentebestuur niet verbinden voor meer dan één jaar. De overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het exploitatiebudget voor meerjarige opdrachten voor zover de grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, zoals bepaald in artikel 42, 1, 1 van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten niet wordt overschreden. Deze drempels liggen momenteel (december 2018) op ,00 exclusief btw voor leveringen, werken en de meeste diensten en ,00 exclusief btw voor sociale en specifieke diensten bepaald in de wet. De overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het investeringsbudget voor zover de grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, zoals bepaald in de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten niet wordt overschreden. Het aanbrengen van wijzigingen aan overeenkomsten die het college van burgemeester en schepenen bij de uitvoering van de opdracht nodig acht, voor zover deze wijzigingen geoorloofd zijn volgens de bepalingen van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten en binnen de grenzen van het goedgekeurde budget. De overheidsopdrachten voor aanvullende werken en diensten Die het vast bureau nodig acht tijdens de uitvoering van de opdracht Ingevolge onvoorziene omstandigheden Bedoeld in artikel 42, 1, 2 van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten Binnen de grenzen van het goedgekeurde budget De overheidsopdrachten voor aanvullende leveringen Die het vast bureau nodig acht tijdens de uitvoering van de opdracht Ingevolge onvoorziene omstandigheden Bedoeld in artikel 42, 1, 4 b van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten 29 april /12

9 Binnen de grenzen van het goedgekeurde budget (3) algemene regels mbt daden van beheer in verband met gemeentelijke inrichtingen, eigendommen, roerende en onroerende goederen Artikel 84, 3, 1 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat het vast bureau bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels. WETTELIJKE BEPALINGEN Artikel 78, 9 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van wat onder het begrip dagelijks bestuur moet worden verstaan. Artikel 78, 10 a) van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij de opdracht past binnen het begrip dagelijks bestuur, vermeld in punt 9, waarvoor het vast bureau bevoegd is. Artikel 84, 3, 1 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels. Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 326 tot en met 335 betreffende het bestuurlijk toezicht. De wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten. De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies. Het KB van 18 april 2017 inzake plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en latere wijzigingen. Het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. ADVIEZEN FINANCIËN: Gunstig advies VISUM VERLEEND STEMMING OP HET AGENDAPUNT Goedgekeurd door de RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN met - 24 stem(men) voor: Laurien Bamps; Mieke Claes; Jef Cleeren; Roger Clerinx; Günther Dauw; Peter Deltour; Christophe Elen; Jelle Engelbosch; Jo Francois; Hans Govaerts; Serge Gumienny; Veerle Heeren; Raf Herbots; Ingrid Kempeneers; Nina Kvikvinia; Johan Mas; Pascal Monette; Carl Nijssens; Jos Pierard; Jurgen Reniers; Raymonde Spiritus; Bert Stippelmans; Stijn Vanoirbeek; Hilde Vautmans 29 april /12

10 - 9 stem(men) tegen: Hilde Cops-Visser; Eddy El Herbouti; Maurice Hollebeke; Ann Knaepen; Filip Moers; Gert Stas; Marleen Thijs; Erwin Vaes; Johnny Vangrieken - 1 onthouding(en): Peter Van Dam BESLUIT Artikel 1 Alle voorgaande beslissingen waarbij de raad voor maatschappelijk welzijn het begrip dagelijks bestuur heeft vastgelegd, worden opgeheven met ingang van 30/04/2019. Artikel 2 Overheidsopdrachten die passen binnen het begrip dagelijks bestuur, zijn de volgende : De overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het exploitatiebudget, ongeacht het bedrag, die het OCMW niet verbinden voor meer dan één jaar. De overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het exploitatiebudget voor meerjarige opdrachten voor zover de grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, zoals bepaald in artikel 42, 1, 1 van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten niet wordt overschreden. De overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het investeringsbudget voor zover de grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, zoals bepaald in de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten niet wordt overschreden. Het aanbrengen van wijzigingen aan overeenkomsten die hetvast bureau bij de uitvoering van de opdracht nodig acht, voor zover deze wijzigingen geoorloofd zijn volgens de bepalingen van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten en binnen de grenzen van het goedgekeurde budget. De overheidsopdrachten voor aanvullende werken en diensten Die het vast bureau nodig acht tijdens de uitvoering van de opdracht Ingevolge onvoorziene omstandigheden Bedoeld in artikel 42, 1, 2 van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten Binnen de grenzen van het goedgekeurde budget De overheidsopdrachten voor aanvullende leveringen Die het vast bureau nodig acht tijdens de uitvoering van de opdracht Ingevolge onvoorziene omstandigheden Bedoeld in artikel 42, 1, 4 b van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten Binnen de grenzen van het goedgekeurde budget Artikel 3 De algemene regels met betrekking tot de daden van beheer over de inrichtingen en eigendommen, waarvoor het vast bureau bevoegd is, worden door de raad vastgelegd als volgt : alle toewijzingen gebeuren volgens de beginselen van behoorlijk bestuur, na schatting, plaatsbeschrijving en aan marktconforme prijzen. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking vanaf 30/04/2019 en vervangt vanaf deze datum alle voorgaande besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn over dagelijks bestuur. Artikel 5 Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overhandigd aan de algemeen directeur en aan de financieel directeur. 29 april /12

11 5 2019_OCMWR_ Verpachting jachtrecht - blok 10 - lot nr Goedkeuring GOEDGEKEURD BEVOEGDHEID Ingrid Kempeneers - Juridische zaken MOTIVERING GEGEVEN Bij besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 juli 2018 werd overgegaan tot de toewijzing van het jachtrecht voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni Bij het Agentschap Binnenlands Bestuur werd tegen de toewijzing van blok 10 nr. 35 een klacht ingediend. Bij beslissing van de gouverneur van de provincie Limburg van 19 december 2018 werd er overgegaan tot de schorsing van de uitvoering van het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 juli 2018 tot toewijzing van het jachtrecht van blok 10 lot nr ha82a44ca aan de WBE De Pereleer. Gezien de raad voor maatschappelijk welzijn het geschorste besluit niet gemotiveerd gerechtvaardigd heeft binnen de 60 dagen wordt het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 juli 2018 geacht nooit bestaan te hebben wat de toewijzing van blok 10 - lot nr. 35 betreft. Er dient dus overgegaan te worden tot een herverpachting van de jachtrechten van blok 10 lot nr. 35 Bijgevolg werd een bestek opgesteld vor de verpachting van de jachtrechten van blok 10 - lot nr. 35 voor een periode van 9 jaar, ingaande op 1 juli Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd het bestek goed te keuren. WETTELIJKE BEPALINGEN - Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. STEMMING OP HET AGENDAPUNT Goedgekeurd door de RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN met - 25 stem(men) voor: Laurien Bamps; Mieke Claes; Jef Cleeren; Roger Clerinx; Günther Dauw; Peter Deltour; Christophe Elen; Jelle Engelbosch; Jo Francois; Hans Govaerts; Serge Gumienny; Veerle Heeren; Raf Herbots; Ingrid Kempeneers; Nina Kvikvinia; Johan Mas; Pascal Monette; Carl Nijssens; Jos Pierard; Jurgen Reniers; Raymonde Spiritus; Bert Stippelmans; Peter Van Dam; Stijn Vanoirbeek; Hilde Vautmans - 9 onthouding(en): Hilde Cops-Visser; Eddy El Herbouti; Maurice Hollebeke; Ann Knaepen; Filip Moers; Gert Stas; Marleen Thijs; Erwin Vaes; Johnny Vangrieken BESLUIT Artikel 1 De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het bijgevoegde bestek inzake de verpachting van de jachtrechten op de gronden van het OCMW Sint-Truiden, Kerkfabrieken Sint-Jacobus, Sint-Pieter, Sint-Martinus en Onze Lieve Vrouw, zijnde blok 10, lot nr. 35, goed. Artikel 2 Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikels 326 tot en met 334) van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd. 11:11 - De voorzitter sluit de zitting 29 april /12

12 Namens de raad voor maatschappelijk welzijn Kathleen Bergoets algemeen directeur Bert Stippelmans voorzitter 29 april /12