Bachelorthese. Obsessief-compulsieve stoornis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelorthese. Obsessief-compulsieve stoornis"

Transcriptie

1 Bachelorthese Obsessief-compulsieve stoornis Een vergelijking tussen cognitieve therapie, behavioral therapie en CBT in de individuele- en groep therapievorm voor de behandeling van de obsessief compulsieve stoornis. Door: Marjan Sultan Universiteit van Amsterdam Studentnummer: Begeleider: Eva Lobach Datum: Aantal woorden: 4330

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding blz gedragstherapie blz Cognitieve therapie blz Cognitieve gedragstherapie blz Conclusie blz Literatuurlijst blz. 16 Onderzoeksvoorstel blz. 19 2

3 Abstract Patiënten moeten soms wel jaren wachten voordat ze behandeld kunnen worden of in een psychiatrische instantie. Dit komt door de lange wachtlijsten voor behandeling. Een oplossing voor dit probleem zou de toepassing van meer therapie in groepen kunnen zijn. In dit verslag worden verschillende therapievormen voor de obsessieve- compulsieve stoornis (OCS) besproken en vergeleken. De onderzoeksvraag in dit verslag luidt: Is groepstherapie even effectief als individuele therapie in de behandeling van OCS? En is cognitieve gedragstherapie even effectief als cognitieve therapie en gedragstherapie afzonderlijk voor de behandeling van OCS? Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat groepstherapie voor een grotere symptoom vermindering zorgt na de behandeling dan geen therapie. Verder is er uit de onderzoeken naar voren gekomen dat cognitieve gedragstherapie niet effectiever is voor de behandeling van OCS, in vergelijking met de behandeling van cognitieve therapie en gedragstherapie afzonderlijk. 3

4 1. Inleiding Psychiatrische instanties worden tegenwoordig gekenmerkt door lange wachtlijsten en sommige patiënten moeten soms wel jaren wachten voordat ze behandeld kunnen worden of in één van deze instanties. Één van de oorzaken voor dit probleem is het tekort aan ervaren psychologen (Jaurrieta et al., 2008). Een oplossing hiervoor zou de toepassing van meer therapie in groepen in deze instanties kunnen zijn. De behandeling vindt dan plaats in groepen van ongeveer acht tot tien personen en één therapeut. Uit een aantal eerdere onderzoeken zijn gemengde resultaten naar voren gekomen, met betrekking tot de werking van groepstherapie. Zo is uit het onderzoek van O Connor et al. (2005) individuele therapie effectiever gebleken voor de symptoomvermindering van obsessief- compulsieve stoornis, in vergelijking met groepstherapie. In tegenstelling tot het onderzoek van O Connor et al. bleek uit het onderzoek van Pilling et al. (2002) dat cognitieve groepstherapie voor de behandeling van schizofrenie patiënten even effectief is als individuele therapie. Ook is er uit één van de eerste onderzoeken naar groepstherapie voor de behandeling van patiënten met OCS gebleken dat groepstherapie wel effectief is voor de behandeling van OCS (Krone, Himle & Nesse 1991, aangehaald in Anderson & Rees, 2007). In de jaren die hierop volgden, is er veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van groepstherapie voor de behandeling van patiënten met OCS. Obsessief- compulsieve stoornis is een angststoornis die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van terugkerende obsessieve gedachten en impulsen, die gepaard gaan met een obsessieve drang om bepaalde handelingen uit te voeren als compensatie hiervoor (Stroch et al., 2008). OCS word regelmatig behandeld met gedragstherapie (GT). Een onderdeel van gedragstherapie is exposure en response preventie (ERP). Tijdens ERP wordt de patiënt blootgesteld aan de obsessie die gepaard gaat met enorme angst en vervolgens wordt de 4

5 patiënt geleerd om zijn angst te onderdrukken. Een andere therapievorm die ook vaak gebruikt wordt is cognitieve therapie (CT), waarin de patiënt onder andere leert om bestaande en verkeerde cognities te herkennen en te veranderen. Een derde behandelvorm van OCS is een combinatie van beide, namelijk cognitieve gedragstherapie (CGT), (Cottraux et al., 2001; McLean, Whittal, Thordarson & Taylor, 2001). Onderzoek naar de effectiviteit van behandelingen in groepen is erg belangrijk. Stel dat het inderdaad zo blijkt te zijn, dat de behandeling van OCS in groepen even effectief of zelfs effectiever blijkt te zijn van individuele therapie. Dan is het belangrijk om een overzicht te hebben van de verschillende onderzoeksliteratuur waar dit uit blijkt. In dit verslag zal er een vergelijking worden gemaakt tussen individuele therapie en groepstherapie voor de behandeling van OCS. De vergelijking tussen deze twee behandelvormen, zal gemaakt worden op basis van meerdere onderzoeken waarin gedragstherapie, cognitieve therapie of CGT is toegepast voor de behandeling van OCS. Deze therapievormen zijn in de verschillende artikelen individueel of in groepen onderzocht. De onderzoeksvraag van dit verslag luidt dus als volgt: Is groepstherapie even effectief als individuele therapie in de behandeling van obsessieve- compulsieve stoornis? En is cognitieve gedragstherapie even effectief als cognitieve therapie en gedragstherapie afzonderlijk voor de behandeling van OCS? Zo is er uit eerder onderzoek van Fals-Stewart, Marks en Schafer (1993) gebleken dat groepstherapie en individuele therapie niet verschillen in de behandeling van OCS. En er is nog steeds een discussie gaande of CGT wel de meest effectieve behandelingsvorm is voor de behandeling van OCS in groepen. Als eerst zal er gekeken worden naar de werking van individuele gedragstherapie in vergelijking met gedragstherapie in groepen voor de behandeling van OCS. Vervolgens zal de 5

6 literatuur besproken worden waarin er onderzoek is gedaan naar zowel cognitieve therapie in groepen, als individueel. Tot slot zal er voor de behandeling van OCS, ook een vergelijking gemaakt worden tussen individuele CGT en CGT in groepen. 2. Gedragstherapie (GT) De obsessieve compulsieve stoornis kan op manier verschillende manieren behandeld worden. Patiënten kunnen bijvoorbeeld behandeld worden met gedragstherapie (GT), hier gaat het dan met name op exposure response preventie (ERP), cognitieve therapie (CT) of cognitieve gedragstherapie (CGT). Deze vormen van therapie kunnen allemaal individueel worden toegepast of in groepen. Met behulp van deze paragraaf zal geprobeerd worden om een antwoord te vinden op de volgende vraag: Is gedragstherapie in groepen even effectief als individuele gedragstherapie voor de behandeling van OCS? Als eerst zullen de onderzoeken besproken worden waarin individuele- en groepstherapie beide apart werden onderzocht en vervolgens zullen de onderzoeken besproken worden waarin er een vergelijking is gemaakt tussen beide therapievormen. In het onderzoek van Stanley en Turner (1995) werd er gekeken naar de effectiviteit van individuele gedragstherapie voor de behandeling van OCS. Het onderzoek bestond uit twee condities, in één van de condities kregen OCS patiënten medicatie toegediend en in de andere conditie kregen de patiënten gedragstherapie. De vooruitgang in symptoomvermindering van de patiënten werd gemeten aan de hand van de Yale- Brown Obsessive- Compulsive Scale (Y-BOCS). Uit de resultaten kwam naar voren dat de symptomen in beide groepen significant waren verminderd op de nameting van de Y-BOCS. Gedragstherapie bleek dus in dit onderzoek even effectief te zijn als medicatie voor de behandeling van OCS. 6

7 Ook uit het onderzoek van Himle, et al. (2001) kwamen soortgelijke resultaten naar voren. In dit onderzoek bleek ook dat gedragstherapie in groepen een effectieve manier is om OCS te behandelen. Het oorspronkelijke doel van dit onderzoek was, om na te gaan of er een verschil was tussen een 7 weken durende behandeling en een 12 weken durende behandeling. De patiënten in beide condities werden in een groep behandeld. De OCS symptomen werden met behulp van de Y-BOCS voorafgaand aan het onderzoek, na 7 weken en na 12 weken gemeten. Na de behandeling werd er bij de patiënten een significante symptoom vermindering gemeten op de Y-BOCS. Hierbij was er ook geen verschil tussen de condities, dus de duur van de behandeling maakte hierbij geen verschil. Ook in het onderzoek van Noppen, Pato, Marsland en Rasmussen (1998) werden de effecten van gedragstherapie in groepen voor de behandeling van OCS onderzocht. Van Noppen et al. (1998) onderzochten echter in tegenstelling tot Himle et al. ook ernstige OCS patiënten. Het onderzoek bestond uit 90 deelnemers, die in groepen van 10 deelnemers, gedurende tien weken gedragstherapie kregen. De deelnemers waren verdeeld over twee condities, in de ene conditie kregen de deelnemers ook medicatie toegediend en in de andere conditie kregen ze geen medicatie. Ook in dit onderzoek werd de OCS symptoom vermindering gemeten met behulp van de Y-BOCS. Uit de resultaten kwam naar voren dat de patiënten in beide condities significant vooruitgingen en een vermindering van OCS symptomen op de Y-BOCS lieten zien. Hierbij was er geen verschil gemeten tussen de condities. Een kritiekpunt in dit onderzoek is dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen de effecten van de medicatie en de effecten van de groepstherapie. Het is dus niet bekend of de positieve resultaten van de behandeling geheel aan de groepstherapie toe te schrijven zijn. 7

8 Uit de voorgaande onderzoeken is gebleken dat individuele gedragstherapie en gedragstherapie in groepen beide effectief zijn voor de behandeling van OCS. In deze onderzoeken werden deze twee therapievormen echter niet gezamenlijk onderzocht, hierdoor is er nog onduidelijkheid of één van deze therapievormen toch effectiever is voor de behandeling van OCS patiënten. In het onderzoek van Fals- Stewart, Marks en Schafer (1993) is er een vergelijking gemaakt tussen individuele gedragstherapie en gedragstherapie in groepen. Het onderzoek bestond uit drie condities: de individuele conditie, groepsconditie en een controle conditie. In de controle conditie kregen de patiënten alleen spierontspanning oefeningen. De symptoom vermindering werd gemeten met behulp van de Y-BOCS en de Self- Rating Anxiety Scale (SAS). Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat gedragstherapie in groepen een effectieve therapievorm is voor de behandeling van OCS. De proefpersonen uit de individuele en groep conditie hadden beide na drie maanden significant minder OCS symptomen op de Y- BOCS dan aan het begin van het onderzoek werd gemeten. Ook is er uit het onderzoek naar voren gekomen dat groepstherapie even effectief is als individuele therapie voor de behandeling van OCS patiënten. Er was namelijk geen verschil in de voor- en nameting tussen de groepen op de symptoomvragenlijsten. Verder bleken beide therapievormen voor een significant grotere symptoom vermindering te zorgen op zowel de Y-BOCS als de SAS, dan bij de controle groep. Achteraf bleek wel dat de patiënten die individuele therapie hadden, sneller gedurende de eerste maand vooruit gingen dan de patiënten in de groepsconditie. Maar dit verschil was na drie maanden niet meer van toepassing en hadden beide groepen evenveel symptoom vermindering. 8

9 Met dit onderzoek is dus aangetoond dat individuele- en groepstherapie niet verschillen voor de behandeling van OCS. Een kritiekpunt van het onderzoek is echter wel dat het onderzoek alleen bestond uit patiënten met milde OCS symptomen en ook is het belangrijk om de lange termijn effecten van beide therapievormen te onderzoeken. Uit deze paragraaf komt naar voren dat individuele gedragstherapie en gedragstherapie afzonderlijk beide effectieve behandelmethoden zijn voor de behandeling van OCS. Ook is er uit de onderzoeken gebleken dat individuele therapie even effectief is voor de behandeling van OCS als gedragstherapie in groepen. 3. Cognitieve therapie (CT) In deze paragraaf zal er een vergelijking worden gemaakt tussen cognitieve therapie (CT) in groepen en gedragstherapie (GT) in groepen voor de behandeling van OCS. In de cognitieve therapie sessies krijgt de patiënt technieken aangeleerd om verkeerde cognities te herkennen en deze tijdig te veranderen. Met behulp van deze paragraaf zal geprobeerd worden om een antwoord te vinden op de volgende vraag: Is cognitieve therapie in groepen even effectief als gedragstherapie in groepen? Net als in de vorige paragraaf zal eerst de individuele vorm besproken worden, vervolgens zal er een vergelijking gemaakt worden tussen individuele cognitieve therapie en individuele gedragstherapie. Tot slot zal er een vergelijking gemaakt worden tussen cognitieve therapie in groepen en gedragstherapie in groepen. In het onderzoek van Freeston, Léger en Landouceur (2001) kregen OCS patiënten individuele cognitieve therapie. Het doel van dit onderzoek was om aan na te gaan of cognitieve therapie effectief was voor de behandeling van OCS. De deelnemers werden voorafgaand geïnterviewd door een professionele therapeut en de symptoom verminderingen 9

10 werd gemeten met behulp van de Y-BOCS. Tijdens de behandeling werden er bestaande cognities van de patiënt veranderd of andere cognitieve benaderingen toegepast. Uit de resultaten van het onderzoek bleken de patiënten met CT significante symptoom verminderingen te hebben op de Y-BOCS na een periode van acht weken. Ook werden deze resultaten bij de follow-up van één jaar gemeten. Uit het onderzoek komt naar voren dat cognitieve therapie een effectieve therapie vorm is en dat het, het beste voorafgaand aan bijvoorbeeld gedragstherapie gegeven kan worden. Een kritiekpunt aan dit onderzoek is het dat er te weinig proefpersonen onderzocht werden. Het onderzoek bestond uit zes proefpersonen en de gewenste resultaten werden maar bij vier van deze proefpersonen gevonden. De resultaten zijn hierdoor dus niet goed te generaliseren naar de rest van de populatie. In tegenstelling tot het onderzoek van Freeston et al. (2001) bestond het onderzoek van Cottraux et al. (2001) uit 65 proefpersonen. In dit onderzoek werd er een vergelijking gemaakt tussen individuele gedragstherapie en individuele cognitieve therapie voor de behandeling van OCS patiënten. Symptoom verbeteringen werden gemeten aan de hand van de Y-BOSC en de Beck Depression inventory (BDI). Uit het onderzoek kwam naar voren dat de patiënten uit de twee groepen niet verschilden op de meting van de Y-BOCS. De patiënten met cognitieve therapie en die met gedragstherapie hadden dus gelijke OCS symptoom verminderingen. Op de nameting van de BDI was er echter wel een significant verschil tussen deze groepen. De patiënten die cognitieve therapie hadden gekregen hadden significant minder symptomen op de meting van de BDI. Deze patiënten vertoonden dus significant minder depressieve symptomen dan de patiënten die gedragstherapie hadden gekregen. 10

11 Uit dit onderzoek komt dus naar voren dat individuele cognitieve therapie en individuele gedragstherapie even effectief zijn voor de behandeling van OCS. Dit bleek zowel uit de korte termijn resultaten, als de lange termijn resultaten. Een tekortkoming aan dit onderzoek was echter het ontbreken van een controle conditie. In het onderzoek van McLean, Whittal, Thordarson en Taylor (2001) werd er een vergelijking gemaakt tussen groep CT, groep GT en een controle conditie. Voorafgaand aan het onderzoek werden de patiënten als eerst met OCS gediagnosticeerd, aan de hand van de DSM-IV. OCS symptoom vermindering werd gemeten met behulp van de Inventory of beliefs Related to Obsessions (IBRO), de BDI en de Y-BOCS. Uit de resultaten bleek dat de patiënten uit de CT en GT groepen na de behandeling lager scoorden op de symptoomvragenlijsten, dan de controle groep. Ook hadden de patiënten uit de groep GT conditie aan het eind van de behandeling significant minder OCS symptomen op de Y-BOSC dan de groep CT. Volgens de onderzoekers is er ook nog een ander voordeel van groep GT boven groep CT, zo vinden zij dat deze behandelvorm makkelijker is voor therapeuten en patiënten om aan te leren. Uit deze paragraaf komt naar voren dat individuele cognitieve therapie en cognitieve groepstherapie beide effectief zijn voor de behandeling van OCS. Cognitieve therapie bleek echter niet voor meer symptoom vermindering te zorgen dan gedragstherapie. Dit resultaat bleek zowel op individuele basis als in groepen. 4. Cognitieve gedragstherapie (CGT) Uit de voorgaande paragrafen bleken cognitieve therapie en gedragstherapie beide effectieve therapievormen te zijn voor de behandeling van OCS. In deze paragraaf zullen de onderzoeken besproken waarin er cognitieve gedragstherapie (CGT) voor de behandeling van 11

12 OCS is onderzocht. CGT is een combinatie van de voorgaande therapievormen en heeft zowel cognitieve elementen, als gedragsmatige elementen (ERP). De vraag die in deze paragraaf beantwoord zal worden luidt: Is CGT in groepen even effectief als individuele CGT voor de behandeling van OCS? Als eerst zal er gekeken worden naar individuele CGT voor de behandeling van OCS. Vervolgens zullen de onderzoeken besproken worden waarin de effectiviteit van CGT in groepen is onderzocht en tot slot komen de onderzoeken aan bod waarin er een vergelijking is gemaakt tussen groep CGT en individuele CGT. Het onderzoek van Stroch, et al. (2008) onderzocht CGT voor de behandeling van OCS. In deze studie werd gekeken of er een verschil was tussen OCS patiënten die meerdere malen per week behandeld werden, tegenover patiënten die wekelijks behandeld werden. In beide condities waren de behandelingen individueel. De OCS symptoom vermindering werd gemeten met behulp van de Obsessive- Compulsive Inventory (OCI) en de Y-BOCS. Uit de resultaten van het onderzoek van Storch et al. bleek er een symptoom vermindering te zijn op de OCI en de Y-BOCS schalen. Dit verschil was echter niet significant en dit maakt het dan ook moeilijk om deze resultaten te generaliseren naar de rest van de bevolking. Een ander kritiekpunt was het ontbreken van een controle groep in het onderzoek. Groep CGT werd in het onderzoek van Fineberg, Hughes, Gale en Roberts (2005) onderzocht. Zij deden onderzoek naar groep CGT vergeleken met een controle conditie, waarin de proefpersonen relaxatie training (RT) in een groep kregen. Bij alle deelnemers werden voorafgaand en aan het eind van het onderzoek de Y-BOCS afgenomen. Uit de resultaten bleek er geen verschil te zijn op de Y-BOCS voor- en nameting tussen beide condities. CGT in groepen bleek dus niet effectiever te zijn dan RT in groepen voor de behandeling van OCS patiënten. Achteraf bleek echter wel dat er in de RT conditie meer 12

13 proefpersonen waren die vroegtijdig stopten met de behandeling, dit kan erop wijzen dat CGT meer geaccepteerd wordt als behandelwijze voor OCS dan RT. In het onderzoek van Cordioli, et al. (2003) werd er ook onderzoek gedaan naar de werking van CGT in groepen bij OCS patiënten. Het onderzoek bestond uit twee condities, in de ene conditie kregen de deelnemers CGT in groepen en de andere conditie bestond uit een controle wachtlijst. De OCS symptoom verminderingen werden gemeten met behulp van de Y-BOCS. Uit deze resultaten kwam naar voren dat de patiënten met groep CGT lager scoorden op de nameting van de Y-BOCS, dan op dezelfde meting voor de controle groep. CGT blijkt dus effectief te zijn voor de behandeling van OCS. Verder kwam er ook uit het onderzoek naar voren dat de patiënten die behandeling in groepen kregen, niet alleen een vermindering van OCS symptomen hadden, maar ook van mening waren dar ze een verbetering in de kwaliteit van het leven hadden. Ook aan dit onderzoek was er echter wel een kritiekpunt, namelijk dat het medicijn gebruik van de patiënten niet was vermeld. In het verslag vermeldden de onderzoekers wel dat er wel medicatie gebruikt werden door de proefpersonen. Er werd echter verder niet onderzocht, in hoeverre de medicatie invloed had op de gevonden resultaten. In het onderzoek van Anderson en Rees (2007) werd er gekeken naar de behandeling van OCS in groep CGT, individuele CGT en een controle conditie. Net als in de voorgaande studies, werd er ook in deze studie de OCS symptomen gemeten met behulp van de Y-BOCS. De patiënten uit de experimentele condities hadden op de nameting van de Y-BOCS significant minder OCS symptomen dan voor de behandeling. Bij de patiënten uit de controle conditie werd er echter geen symptoom vermindering gemeten op de nameting. Verder bleek er geen verschil te zijn tussen de patiënten die individueel behandeld werden en de patiënten die in groepen behandeld werden. Dit komt dus overeen met de voorgaande studies van Fals- 13

14 Stewart et al. (1993) en van Noppen et al. (1998). Ook bleek er uit het onderzoek van Anderson et al. (2007) dat de patiënten die individueel behandeld werden in het begin sneller resultaat boekten dan de patiënten die in groepen behandeld werden, maar dat dit verschil na een periode van drie maanden niet meer merkbaar was. Dit komt dus overeen met hetgeen wat ook in het onderzoek van Fals- Stewart et al. was gevonden. Een mogelijke verklaring die de onderzoekers hiervoor geven, is dat het mogelijk is dat de patiënten die in groepen behandeld werden, elkaar motiveerden om toch naar de behandelingen te gaan en dus langdurige resultaten boekten. Uit de onderzoeken in deze paragraaf komen gemengde resultaten naar voren. Zo blijkt uit het onderzoek van Anderson et al. (2007) en Cordiolli et al. (2003) dat CGT in groepen een effectieve behandeling is voor OCS. Dit in tegenstelling tot het onderzoek van Fineberg et al. (2005) waarin er geen verschil in symptoomvermindering was tussen de CGT conditie en de controle conditie. 5. Conclusie Uit de besproken onderzoeken is gebleken dat individuele therapie en groepstherapie beide effectief zijn voor de behandeling van patiënten met OCS. Uit de onderzoeken van McLean et al. (2001) en Anderson et al. (2007). is gebleken dat individuele therapie en groepstherapie beiden voor een vermindering in OCS symptomen op de symptoomschalen meten na een behandelingen. Deze symptoomvermindering was echter niet te meten bij patiënten die in een controle conditie zaten, waarbij ze dus geen behandeling kregen. Wanneer individuele therapie en groepstherapie echter samen in een onderzoek vergeleken werden, leverde dit strijdige resultaten op. Zo bleek uit een aantal andere onderzoeken dat groepstherapie even effectief was als individuele therapie voor de 14

15 behandeling van OCS, maar er waren ook een aantal onderzoeken waaruit individuele therapie toch effectiever bleek te zijn dan groepstherapie (Fals- Stewart et al., 1993; van Noppen et al., 1998). Ook werden er gemengde resultaten gevonden over de effectiviteit van CGT in groepen voor de behandeling van patiënten met OCS. Zo bleek uit het onderzoek van Anderson et al. (2007) dat CGT in groepen effectief was, maar uit het onderzoek van Fineberg et la. (2005) is CGT in groepen juist niet effectief gebleken. Een mogelijke verklaring voor hiervoor zou de vergelijkingsgroep kunnen zijn. In Anderson et al. werd CGT vergeleken met een wachtlijst controle groep, terwijl in Fineberg et al. CGT werd vergeleken met relaxatie training (RT). Het zou dus best kunnen dat de RT in het onderzoek van Fineberg et al. ook effect heeft gehad, waardoor het verschil tussen de groepen verkleind werd. Naast de gemengde resultaten over de werking van CGT, waren er wel eenduidige resultaten over de effectiviteit van cognitieve therapie en gedragstherapie in groepen, zo bleken beide therapievormen het beter te doen dan de wachtlijst controle groep. Een belangrijk punt met betrekking tot groepstherapie is dat het toch effectief is gebleken voor de behandeling van OCS, zo zijn de symptomen van de patiënten met groepstherapie aanzienlijk minder dan de patiënten uit de controle conditie. Er is een mogelijkheid dat de tegenstrijdige resultaten die in de onderzoeken van False- Stewart et al. (1993) en Jaurrieta et al. (2008a) zijn gevonden, veroorzaakt zijn door het type van groepstherapie die in de studies is onderzocht. Zo werd er in de studie van False- Stewart et al. onderzoek gedaan naar de gedragstherapie (ERP) in groepen en bij Jaurrieta et al. werd CGT in groepen onderzocht. Een ander artikel die deze twee therapieën weer op zijn beurt onderzocht heeft, is het onderzoek van McLean et al. (2001), waarin werd aangetoond dat ERP effectiever is dan CGT voor de behandeling van OCS dan. Er zouden dus eventueel 15

16 andere resultaten gevonden kunnen worden in deze onderzoeken, wanneer er een andere therapiesoort onderzocht zouden worden. Een ander belangrijk punt is de uren- en kostenbesparing die optreedt bij de behandeling van patiënten in groepen, in plaats van individuele behandeling. Dit voordeel van groepstherapie zou op den duur zwaarder mee kunnen wegen, wanneer bijvoorbeeld de wachtlijsten voor behandeling weer toenemen. Er is momenteel te weinig onderzoek, waarin individuele therapie, groepstherapie en een controle conditie worden vergeleken, voor de behandeling van patiënten met OCS. Voor vervolg onderzoek is het belangrijk om te kijken of er een vergelijking gemaakt kan worden tussen deze therapievormen, waarbij er ook een controle conditie in het onderzoek meegenomen wordt. 6. Literatuurlijst Anderson, R. A., & Rees, C. S. (2007). Group versus individual cognitive-behavioural treatment for obsessive-compulsive disorder: A controlled trial. Behavior Research and Therapy (Elsevier), 45, Braga, D. T., Cordioli, A. V., Niederauer, K., & Manfro, G. G. (2005). Cognitive behavioral group therapy for obsessive compulsive disorder: a 1-year follow-up. Acta Psychiatr Scand, 112, Cordioli, A. V., Heldt, E., Bochi, D. B., Margis, R., de Sousa, M. B., Tonello, et al. (2003). Cognitive-Behavioral Group Therapy in Obsessive-Compulsive Disorder: A Randomized Clinical Trial. Psychotherapy and Psychosomatics, 72,

17 Cottraux, J., Note, I., Yao, S. N., Lafont, S., Note, B., Mollard, E., et al. (2001). A Randomized Controlled Trial of Cognitive Therapy versus Intensive Behavior Therapy in Obsessive Compulsive Disorder. Psychotherapy and Psychosomatics, 70, Fals-Stewart, W., Marks, A. P., & Schafer, J. (1993). A comparison of behavioral group therapy and individual behavior therapy in treating obsessive- compulsive disorder. The Journal of Nervous and Mental Disease, 181 (3), Fineberg, N. A., Hughes, A. Gale, T. M., & Roberts, A. (2005). Group cognitive behaviour therapy in obsessive-compulsive disorder (OCD): a controlled study. International Journal of Psychiatry in Clinical Practice, 9(4), Freeston, M. H., Léger, E., & Landouceur, R. (2001). Cognitive Therapy of Obsessive Thoughts. Cognitive and Behavioral Practice, 8, Himle, J. A., Rassi, S., Hedieh Haghighatgou, H., Krone, K. P., Nesse, R. M., & Abelson, J. (2001). Group behavioral thearpy of obsessive compulsive disorder: seven vs. twelve- week outcomes. Depression and Anxiety, 13, Jaurrieta, N., Jiménez-Murcia, S., Alonso, P., Granero, R., Segalas, C., Labad, J., et al. (2008a). Individual versus group cognitive behavioral treatment for obsessive compulsive disorder: Follow up. Psychiatry and Clinical Neurosciences, 62, Jaurrieta, N., Jiménez-Murcia, S., Menchón, J. M., Alonso, M., Segalas, C., Alvarez-Moya, et al. (2008b). Individual versus group cognitive_behavioral treatment for obsessive_compulsive disorder: A controlled pilot study. Psychotherapy Research, 18 (5),

18 McLean, P. D., Whittal, M. L., Thordarson, D. S., & Taylor, S. (2001). Cognitive Versus Behavior Therapy in the Group Treatment of Obsessive- Compulsive Disorder. Journal of Counsulting and Clinical Psychology, 69 (2), van Noppen, B. L., Pato, M. T., Marsland, R., & Rasmussen, S. A. (1998). A Time-Limited Behavioral Group for Treatment of Obsessive- Compulsive Disorder. The Journal of Psychotherapy Practice and Research, 7, O Connor, K., Freeston, M. H., Garau, D. Careau, y., Dufour, M. J., Aardema, F., et al. (2005). Group Versus Individual Treatment in Obsessions without Compulsions. Clinical Psychology and Psychotherapy, 12, Pilling, S., Bebbington, P., Kuipers, E., Garety, P., Geddes, J., Orbach, G., et al. (2002). Psychological treatments in schizophrenia: I. Meta-analysis of family intervention and cognitive behaviour therapy. Psychological Medicine, 32 (5), Stanley, M. A., & Turner, S. M. (1995). Current status of pharmacological and behavioral treatment of obsessive- compulsive disorder. Elsevier, 26, Steketee, G., Frost, R. O., Wincze, J., Greene, K. A. I., & Douglass, H. (2000). Group and individual treatment of compulsive hoarding: a pilot study. Behavioral and Cognitive Psychotherapy, 28, Stroch, E. A., Merlo, L. J., Lehmkuhl, H., Geffken, G. R., Jacob, M., Ricketts, E., M, T. K., et al. (2008). Cognitive-behavioral therapy for obsessive compulsive disorder: A nonrandomized comparison of intensive and weekly approaches. Journal of Anxiety disorders, 22,

19 Onderzoek naar multi family behavioral therapy voor de behandeling van obsessief- compulsieve stoornis. Marjan Sultan Universiteit van Amsterdam Studentnummer: Begeleider: Eva Lobach Aantal woorden: 1340 Abstract De werking van de multi familie gedragstherapie (MFGT) werd in dit verslag onderzocht. Hierbij werd bekeken of MFGT een effectieve therapievorm is voor de behandeling van patiënten met een obsessief- compulsieve stoornis (OCS), dit werd gedaan door MFGT te vergelijken van reguliere gedragstherapie (GT). Het onderzoek werd bij uitgevoerd bij 150 kinderen, bij wie allemaal de OCS gediagnosticeerd is. De kinderen werden willekeurig over de drie condities verdeeld, de condities waren onder verdeeld naar therapievorm, namelijk de MFGT, de GT en een controle wachtlijst conditie. Het verschil tussen de behandelingen is dat er bij MFGT, aan de familieleden van de kinderen wordt geleerd hoe ze het beste de kinderen met OCS kunnen helpen en ondersteunen. Voorafgaand aan het onderzoek wordt verwacht dat MFGT effectiever zal blijken voor de behandeling van OCS, dan GT. 19

20 Obsessief compulsieve stoornis (OCS) heeft in de meeste gevallen niet alleen nadelige gevolgen voor de patiënt, maar het beïnvloed ook de directe omgeving en familieleden van de patiënt. OCS gaat gepaard met veel stress en vaak negatieve reacties van de familieleden op de patiënt met OCS (Calvocoressi, et al., 1995). OCS is een angststoornis die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van terugkerende obsessieve gedachten en het uitvoeren van obsessieve handelingen door de patiënt (Stroch, et al., 2008). Uit eerder onderzoek is gebleken dat OCS patiënten, waarvan familieleden begrip hadden voor hun probleem, het beter deden dan patiënten waarvan de familieleden niet of negatief reageerden op de patiënt. Ook de steun die familieleden aan de patiënt gaven, zorgde er tijdens de behandeling voor dat deze patiënten sneller vooruit gingen dan patiënten die geen steun kregen hadden van hun familie (Noppen, Pato, Marsland & Rasmussen, 1998; Steketee, Frost, Wincze, Greene & Douglass, 2000). Het is belangrijk om de familieleden te trainen over hoe ze het beste met hun gezinslid die OCS heeft om kunnen gaan. Dit is dan ook een belangrijk aandachtspunt in de huidige psychologie. Zo is er uit eerder onderzoek met schizofrenie patiënten gebleken dat familie interventie, naast de reguliere behandeling van de patiënt, een effectieve aanpak is. De patiënten met schizofrenie in dit onderzoek gingen veel vooruit en hadden minder terugval na de behandeling. Dit was resultaat was echter niet bij de controle conditie naar voren gekomen. Deze resultaten zijn niet te generaliseren naar patiënten met OCS, maar tonen wel aan dat er positieve resultaten zijn geboekt, door het betrekken van familieleden bij de behandeling (Pilling et al., 2002). Dit onderzoek is gericht op een nieuwe soort therapie voor patiënten met OCS, waarbij ook de familie betrokken wordt bij de behandeling namelijk, de multi familie gedragstherapie (MFGT). In dit onderzoek zal MFGT vergeleken worden met regulier gedragstherapie. De 20

21 vraagstelling die met behulp van dit onderzoek beantwoord zal worden: Is multi familie gedragstherapie een effectieve methode voor de behandeling van patiënten met OCS? Er zijn een aantal succesvol bewezen therapieën beschikbaar om OCS te behandelen. Één van deze therapievormen is gedragstherapie, waarin vooral het onderdeel exposure respons preventie (ERP) een vaak toegepaste en succesvol bewezen behandelingmethode is gebleken. Een ander succesvolle behandeling voor OCS is cognitieve gedragstherapie (CGT). Deze bestaat uit cognitieve therapie, waarin de patiënt aangeleerd wordt om verkeerde cognities te herkennen en te veranderen en gedragstherapie, met ERP (McLean, Whittal, Thordarson & Taylor, 2001). De bovenstaande therapievormen hebben echter geen componenten in de behandeling die gericht zijn op de familieleden van de patiënten. Een therapievorm die zowel gericht is op patiënten met OCS en hun familieleden, is multi familie gedragstherapie (MFGT). MFGT is een vrij nieuwe therapievorm, waar nog niet veel onderzoek over bestaat. In eerder onderzoek van Noppen, Steketee, McCorkle en Pato (1998) zijn de effecten van MFGT en cognitieve gedragstherapie in groepen (CGGT) voor de behandeling van patiënten met OCS onderzocht. Van Noppen et al. maakten in dit onderzoek een vergelijking tussen deze twee therapieën, waarbij de OCS symptoom vermindering gemeten werd met behulp van de Children s Yale- Brown Obsessive Compulsive Scale (CY- BOCS) en de Family Assessment Device (FAD). De CY-BOCS werd afgenomen door een therapeut en de FAD werd door de ouders van het kind met OCS ingevuld. Uit de resultaten kwam naar voren dat er geen verschil was tussen de MFBT patiënten en de CGGT patiënten, in de voor- en nameting op de symptoomschalen van beide vragenlijsten. De resultaten van dit onderzoek zijn echter nier te generaliseren, omdat het onderzoek maar uit 17 proefpersonen bestond. 21

22 In dit onderzoek wordt geprobeerd om aan te tonen dat MFGT effectiever is dan gedragstherapie voor de behandeling van OCS. Dit zal onder andere gedaan worden, door een groot aantal deelnemers te onderzoeken. Als hypothese wordt hierbij verondersteld dat multi familie gedragstherapie effectiever zal zijn dan een controle wachtlijst conditie. Verder zal multi familie gedragstherapie ook effectiever zijn dan reguliere gedragstherapie, in de behandeling van OCS. Om deze hypothesen te testen werden er drie condities gecreëerd, een conditie waarin de proefpersonen werden behandeld met MFGT, een conditie waarin de proefpersonen werden behandeld met reguliere gedragstherapie (GT) en een controle conditie. De OCS symptomen worden gemeten met behulp van verschillende vragenlijsten voor de deelnemers en hun familieleden. Methode Proefpersonen Het onderzoek zal bestaan uit 150 kinderen tussen de leeftijd van 11 tot en met 17 jaar, die allemaal gediagnosticeerd zijn met OCS. Deze kinderen komen van verschillende psychiatrische instanties in Amsterdam, waar om medewerking voor dit onderzoek gevraagd zal worden. De ouders van deze kinderen zullen ook worden benaderd voor toestemming tot deelname aan het onderzoek en ook krijgen de ouders toelichting welke rol de ouders in dit onderzoek zullen spelen. De deelnemers zullen willekeurig over de condities verdeeld worden, met in iedere conditie 50 deelnemers. Materialen Als eerst zal de National Institute of Mental Health Global Obsessive- Compulsive Scale (Insel et al., 1983, aangehaald in Barrett, Healy-Farrell, Dadds, & Boulter, 2005) bij de kinderen afgenomen worden. Deze vragenlijst wordt door de therapeut ingevuld en meet de 22

23 ernst van de Obsessief- compulsieve stoornis, die loopt van 1 (minimale symptomen) tot 15 (hele erge symptomen). Deze niveaus zijn weer geclusterd in vijf categorieën, die lopen van normaal (1-3), subklinisch (4-6), klinisch OCS (7-9), ernstig (10-12) dn heel ernstig (13-15). The Multidimensional Anxiety Scale for children (Barrett, Healy-Farrell & March, 2004): is een vragenlijst voor kinderen die dienen te vullen, bestaande uit 39 vragen en is bedoeld om de verschillende dimensies van het angstniveau van de deelnemers te bepalen. De vragenlijst bestaat uit een schaal met vier keuze mogelijkheden per vraag, deze schaal loopt van 0 (nooit) tot 3 (altijd). De vragenlijst heeft een hoge interne betrouwbaarheid (March, 1997). Ook de ouders worden gevraagd om een vragenlijst in te vullen, waarin zij de symptomen van hun kind kunnen aangeven. Dit zal gedaan worden met behulp van de Child Behavior Checklist (Aschenbach, 1991), deze vragenlijst bestaat uit 118 items en dient dus door de ouders ingevuld te worden. De betrouwbaarheid van deze vragenlijst is gemeten op Cronbach s α = Tot slot zal het McMaster Family Assessment Device (FAD, Epstein et al., 2007) ingevuld worden door zowel de ouders als de deelnemers zelf. Deze vragenlijst bestaat uit verschillende versies, die ingedeeld zijn in verschillende leeftijdscategorieën. De McMaster FAD bestaat uit 53 items en wordt ingevuld op basis van een vier- puntsschaal, die loopt van 0 (sterk mee oneens) tot 3 (sterk mee eens). De FAD bestaat uit zes dimensies, die loopt van: problemen oplossen, communicatie, rollen, reageren op affectiviteit, relatie met familieleden en gedragscontrole. Procedure Het onderzoek zal een periode van 12 weken in beslag nemen, waarin de behandeling 6 weken duurt. Wekelijks zullen er twee therapie sessies van één uur gegeven worden aan de 23

24 patiënten in de behandel condities. Alle vragenlijsten zullen voorafgaand aan de behandeling, na 6 weken en na 12 weken ingevuld door de deelnemers en hun families. De deelnemers en hun families uit de eerste conditie zullen de multi familie gedragstherapie (MFGT) krijgen, waarin met name gedragstherapie centraal staat. De deelnemers uit de tweede conditie zullen gedragstherapie krijgen, waarin ERP centraal staat tijdens de behandelingen (Barrett, Healy- Farrell, Dadds, & Boulter, 2005). Tot slot de derde conditie, de controle wachtlijst. Data analyse De data zal worden geanalyseerd met behulp van een repeated measures ANOVA, waarin er voor iedere conditie een vergelijking zal worden gemaakt tussen de voormeting, nameting (6 weken) en de follow-up (12 weken). De onafhankelijke variabele, de OCS symptoom vermindering, zal gemeten worden met behulp van de volgende afhankelijke variabelen, de testscores op de: National Institute of Mental Health Global Obsessive- Compulsive Scale, The Multidimensional Anxiety Scale for children en de McMaster Family Assessment Device. De Child Behavior Checklist die door de ouders van deze kinderen ingevuld gaat worden, zal meegenomen worden als covariaat in de ANOVA. Literatuur Barrett, P., Healy-Farrell, L., & March, J. S. (2004). Cognitive-Behavioral Family Treatment of Childhood Obsessive-Compulsive Disorder: A Controlled Trial. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 43 (1), Barrett, P., Healy-Farrell, L., Dadds, M., & Boulter N. (2005). Cognitive-Behavioral Family Treatment of Childhood Obsessive-Compulsive Disorder: Long-Term Follow-up and Predictors of Outcome. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 44 (10),

25 Calvocoressi, L., Lewis, B., Harris, M., Trufan, S.J., Goodman, W.K., McDougle, C. J., et al. (1995). Family accommodation in obsessive-compulsive disorder. The American Jornal of Psychiatry, 152, Epstein, N. B., Baldwin, L. M., & Bishop, D. S. (2007) The MacMaster Family Assessment device. Journal of marita and family therapy, 9, McLean, P. D., Whittal, M. L., Thordarson, D. S., & Taylor, S. (2001). Cognitive Versus Behavior Therapy in the Group Treatment of Obsessive- Compulsive Disorder. Journal of Counsulting and Clinical Psychology, 69 (2), van Noppen, B., Steketee, G., McCorkle, B. H., & Pato, M. (1998a). Group and multifamily behavioral treatment for obsessive compulsive disorder: A pilot study. Journal of Anxiety Disorders, 11 (4), van Noppen, B. L., Pato, M. T., Marsland, R., & Rasmussen, S. A. (1998b). A Time-Limited Behavioral Group for Treatment of Obsessive- Compulsive Disorder. The Journal of Psychotherapy Practice and Research, 7, Pilling, S., Bebbington, P., Kuipers, E., Garety, P., Geddes, J., Orbach, G., et al. (2002). Psychological treatments in schizophrenia: I. Meta-analysis of family intervention and cognitive behaviour therapy. Psychological Medicine, 32 (5), Steketee, G., Frost, R. O., Wincze, J., Greene, K. A. I., & Douglass, H. (2000). Group and individual treatment of compulsive hoarding: a pilot study. Behavioral and Cognitive Psychotherapy, 28, Stroch, E. A., Merlo, L. J., Lehmkuhl, H., Geffken, G. R., Jacob, M., Ricketts, E., M, T. K., et al. (2008). Cognitive-behavioral therapy for obsessive compulsive disorder: A non- 25

26 randomized comparison of intensive and weekly approaches. Journal of Anxiety disorders, 22,

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn 9 november 2012 VU Medisch Centrum/GGZinGeest/Amsterdam Patricia van Oppen 1 Presentatie

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie Inhoud Nieuw in de NHG Standaard Angst Christine van Boeijen PAO H 2012 Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie En verder Wat hebt u geleerd? Vraag 1 Waarmee presenteert een patient met een angststoornis

Nadere informatie

Individuele of Gezins CGT voor kinderen met angststoornissen. Denise Bodden, Universiteit Utrecht

Individuele of Gezins CGT voor kinderen met angststoornissen. Denise Bodden, Universiteit Utrecht Individuele of Gezins CGT voor kinderen met angststoornissen Denise Bodden, Universiteit Utrecht Waarom effectieve therapie nodig? meest voorkomende vorm van psychopathologie bij kinderen/adolescenten

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Hoe ervaren ouders de zorg voor hun dochter met een eetstoornis?

Hoe ervaren ouders de zorg voor hun dochter met een eetstoornis? Hoe ervaren ouders de zorg voor hun dochter met een eetstoornis? Bespreking van een onderzoeksopzet & hypotheses Lies Depestele Prof. dr. Laurence Claes Prof. dr. Gilbert Lemmens Prof. dr. Eva Dierckx

Nadere informatie

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe?

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Effecten en Werkingsmechanismes van Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Therapie voor Depressie Dr. Lotte Lemmens Maastricht University Psychotherapie

Nadere informatie

100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD

100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD 100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD ONLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE 2 100% Online CGT E-BOOMING? 3 100% Online CGT MIND THE GAP! 4 100% Online CGT EFFECTEN ONLINE

Nadere informatie

Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran

Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran Marcus Huibers, Latif Moradveisi, Fritz Renner, Modabber Arasteh & Arnoud Arntz Department of Clinical Psychological

Nadere informatie

Anke van den Beuken Straat Postcode Mail. De heer Jansen Kapittelweg EN Nijmegen. Horst,

Anke van den Beuken Straat Postcode Mail. De heer Jansen Kapittelweg EN Nijmegen. Horst, Anke van den Beuken Straat Postcode Mail De heer Jansen Kapittelweg 33 6525 EN Nijmegen Horst, 13-1-2017 Betreft: terugkoppeling behandeling meneer D*****, 12-**-1988 Geachte Meneer Jansen, Met toestemming

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Comorbiditeitspatronen bij OCD. Resultaten van de NOCDA studie

Comorbiditeitspatronen bij OCD. Resultaten van de NOCDA studie Comorbiditeitspatronen bij OCD Resultaten van de NOCDA studie Patricia van Oppen, Harold J. van Megen, Neeltje M. Batelaan, Danielle C. Cath, Nic J.A. van der Wee, Brenda W. Penninx Marcel A. van den Hout,

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF

DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF 'KLEUR JE LEVEN' DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF Contactgegevens Mentalshare Telefoon: +31 (0)302971198 E-mail: kleurjeleven@mentalshare.nl Website: www.mentalshare.nl In samenwerking met:

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands Behandeling OCS bij kinderen Cognitieve gedragstherapie (CGT) Combinatie CGT

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder

Nadere informatie

CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP

CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP CALM: MANAGING CANCER AND LIVING MEANINGFULLY FROUKJE DE VRIES EMMA HAFKAMP WAAROM CALM? Ongeveer 25% van de oncologische patiënten in de palliatieve fase ontwikkelt een depressie of aanpassingsstoornis.

Nadere informatie

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Depressieve stoornissen zijn wijdverspreid, hebben nadelige gevolgen voor de kwaliteit van leven van patiënten en hun familieleden. Deze stoornissen worden geassocieerd

Nadere informatie

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans

Nadere informatie

Angst en de ziekte van Parkinson. te veel of te weinig controle. Annelien Duits Harriët Smeding. www.smedingneuropsychologie.nl

Angst en de ziekte van Parkinson. te veel of te weinig controle. Annelien Duits Harriët Smeding. www.smedingneuropsychologie.nl Angst en de ziekte van Parkinson te veel of te weinig controle Annelien Duits Harriët Smeding www.smedingneuropsychologie.nl Wat moet deze workshop brengen, zodat je zegt: dat was de moeite waard? Smeding

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie

Nadere informatie

Een behandeling krijgen volgens de richtlijn. Hoe erg is dat als die behandeling niet je voorkeur heeft.

Een behandeling krijgen volgens de richtlijn. Hoe erg is dat als die behandeling niet je voorkeur heeft. Een behandeling krijgen volgens de richtlijn Hoe erg is dat als die behandeling niet je voorkeur heeft. Th.M (Michael) van den Boogaard (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift gaat over depressie en de behandeling daarvan. Bestudeerd is of een behandeling bestaande uit de combinatie van medicatie en psychotherapie meer effectief

Nadere informatie

INVLOED VAN INZICHT OP HET BELOOP VAN DE OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS

INVLOED VAN INZICHT OP HET BELOOP VAN DE OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS INVLOED VAN INZICHT OP HET BELOOP VAN DE OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS HENNY VISSER; HAROLD VAN MEGEN; PATRICIA VAN OPPEN; TON VAN BALKOM;ADRIAAN HOOGENDOORN;GERRIT GLAS; FUGEN NEZIROGLU; DISCLOSURE

Nadere informatie

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Effecten en verklarende mechanismen Juliane Menting Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NKCV, Nederlands

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness bij somatoforme stoornissen Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness-based cognitieve therapie (MBCT) bij somatoforme stoornissen Onverklaarde lichamelijke klachten 20% Persisterende

Nadere informatie

Verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van cognitieve gedragstherapie middels cliëntfeedback VGCt najaarsconferentie 2015

Verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van cognitieve gedragstherapie middels cliëntfeedback VGCt najaarsconferentie 2015 Verbeteren van effectiviteit en efficiëntie van cognitieve gedragstherapie middels cliëntfeedback VGCt najaarsconferentie 2015 Prof. dr. Marc Verbraak, klinisch psycholoog / cognitief-gedragstherapeut

Nadere informatie

De effectiviteit van psychologische interventies voor angst en angststoornissen op latere leeftijd

De effectiviteit van psychologische interventies voor angst en angststoornissen op latere leeftijd De effectiviteit van psychologische interventies voor angst en angststoornissen op latere leeftijd Simone Andringa Juni 2008 Een systematisch overzicht van de effectiviteit van psychologische interventies

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Perfectionsme. Arnoud van Loon Carla Steeman. Voorjaarsworkshop VGCT 2019

Perfectionsme. Arnoud van Loon Carla Steeman. Voorjaarsworkshop VGCT 2019 Perfectionsme Arnoud van Loon Carla Steeman Voorjaarsworkshop VGCT 2019 Introductie Perfectionisme & OCD " Een diepgaand patroon van preoccupatie met ordelijkheid, perfectionisme, en geestelijke en intermenselijke

Nadere informatie

VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling VERMOEIDHEID DEFINITIE VERMOEIDHEID

VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling VERMOEIDHEID DEFINITIE VERMOEIDHEID VERMOEIDHEID BIJ MS Oorzaken, werkingsmechanismen en revalidatiebehandeling Mw.dr. Jetty van Meeteren, Revalidatiearts, Rijndam, RVE Erasmus MC VERMOEIDHEID Komt bij 60 tot 80% van de patienten voor Het

Nadere informatie

Online CGT voor Adolescenten?

Online CGT voor Adolescenten? Online CGT voor Adolescenten? Prima te doen, maar houd uw hoofd erbij! Dr Jeroen Ruwaard (Amsterdam UMC / GGz InGeest) studiedag ZNA UKJA, 'e-psy 2.0 digitalisering in de zorg #adolescenten, 21 september

Nadere informatie

Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid

Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid presentatie ESPRi Symposium 26-11-2015 Michiel Boog, klinisch psycholoog, psychotherapeut Titel:

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten Sociale angst Risicofactoren Interventies Angst voor het oordeel van anderen Voor gek staan Uitgelachen te worden In verlegenheid gebracht te worden In de belangstelling

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving

Cognitive Bias Modification (CBM): Computerspelletjes tegen Angst, Depressie en Verslaving Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving Mike Rinck Radboud Universiteit Nijmegen Cognitieve Vertekeningen bij Stoornissen "Cognitive Biases" Patiënten

Nadere informatie

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression.

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. Samenvatting De prevalentie van een ernstige depressie op latere leeftijd varieert tussen de 1 en

Nadere informatie

Op weg naar vermindering van negatieve symptomen/apathie en een betere toekomst in de maatschappij voor mensen met psychosen.

Op weg naar vermindering van negatieve symptomen/apathie en een betere toekomst in de maatschappij voor mensen met psychosen. Op weg naar vermindering van negatieve symptomen/apathie en een betere toekomst in de maatschappij voor mensen met psychosen. Rikus Knegtering 10 September 2015 Lentis, NIC, RGOc, UMCG Abstract: Op weg

Nadere informatie

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,

Nadere informatie

DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE

DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE SPREKER: JASPER WIEBENGA FUNCTIE: PROMOVENDUS & PSYCHOLOOG, AFDELING PSYCHIATRIE, GGZ INGEEST & VUMC VAN BLENDED

Nadere informatie

Dr. D.C. Cath, GGZ Drenthe

Dr. D.C. Cath, GGZ Drenthe Behandeling van angststoornissennieuwe wegen Danielle Cath Outcome farmacotherapie angststoornissen Bepaald niet optimaal! Belangrijk om nieuwe wegen te zoeken???.% weigert om te starten met farmacotherapie

Nadere informatie

Inference-based approach: Obsessieve-compulsieve stoornis met ontbrekend realiteitsbesef

Inference-based approach: Obsessieve-compulsieve stoornis met ontbrekend realiteitsbesef Inference-based approach: Obsessieve-compulsieve stoornis met ontbrekend realiteitsbesef Henny Visser Harold van Megen Patricia van Oppen Ton van Balkom Ton van Balkom VU-MC en GGZinGeest Amsterdam Inference-based

Nadere informatie

Veerkracht en PTSS-behandeling

Veerkracht en PTSS-behandeling Veerkracht en PTSS-behandeling Prof. Dr. Agnes van Minnen Angstpoli GGz Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen 29 mei 2008 COGIS-Symposium Trauma en Veerkracht Behandeling PTSS Wat is effectief? Meest

Nadere informatie

Stress Less Project. Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg

Stress Less Project. Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg Stress Less Project Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg SIMONE VOGELAAR EN AMANDA VAN LOON 23 MEI 2019 Stress bij scholieren Stress bij scholieren Schoolcontext kan gevoelens van stress opwekken Gerelateerd

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Verslaving en comorbiditeit

Verslaving en comorbiditeit Verslaving en comorbiditeit Wat is de evidentie? Dr. E. Vedel, Jellinek, Arkin 18 november 2014 Comobiditeitis hot 1 Jellinek onderzoek comorbiditeit Verslaving & persoonlijkheid, 1997 Verslaving & ADHD,

Nadere informatie

De behandeling van paniekstoornis

De behandeling van paniekstoornis De behandeling van paniekstoornis Cognitieve gedragstherapie, SSRI of de combinatie van beide Najaarscongres VGCt 15 november 2013 Onderzoeksgroep: Franske J. van Apeldoorn, Wiljo J.P.J. van Hout, Peter

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Informatie over het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van psychologische behandeling bij dwangklachten.

Informatie over het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van psychologische behandeling bij dwangklachten. 1 Informatie over het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van psychologische behandeling bij dwangklachten. Geachte heer, mevrouw, Bij u is na de intakeprocedure de diagnose obsessief-compulsieve

Nadere informatie

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Alexandra Dingemans, PhD Senior onderzoeker GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula Overlap Eetstoornissen (ES), Autisme

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

Optimisme kun je leren. Madelon Peters Elke Smeets Yvo Meevissen Marjolein Hanssen Jantine Boselie Faculty of Psychology and Neuroscience

Optimisme kun je leren. Madelon Peters Elke Smeets Yvo Meevissen Marjolein Hanssen Jantine Boselie Faculty of Psychology and Neuroscience Optimisme kun je leren Madelon Peters Elke Smeets Yvo Meevissen Marjolein Hanssen Jantine Boselie De overtuiging dat men in het algemeen goede uitkomsten zal ervaren in het leven Scheier & Carver, 1985

Nadere informatie

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?*

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Floor Ploos van Amstel, RN, MSc, verpleegkundig expert, afd. Medische Oncologie Maaike

Nadere informatie

Fluoxetine en cognitieve gedragstherapie bij dwangstoornissen

Fluoxetine en cognitieve gedragstherapie bij dwangstoornissen gevalsbeschrijving Fluoxetine en cognitieve gedragstherapie bij dwangstoornissen m. kampman, c.a.l. hoogduin, g.p.j. keijsers, p.e.w. stoffelen, m.j.p.m. verbraak samenvatting Aan de hand van negen gevalsbeschrijvingen

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Gedragsactivatie Effectieve cognitieve gedragstherapie bij depressie. Katelijne Robbertz klinisch psycholoog/psychotherapeut

Gedragsactivatie Effectieve cognitieve gedragstherapie bij depressie. Katelijne Robbertz klinisch psycholoog/psychotherapeut Gedragsactivatie Effectieve cognitieve gedragstherapie bij depressie Katelijne Robbertz klinisch psycholoog/psychotherapeut Wat is het? Een therapievorm die de patiënt met depressie leert om een koppeling

Nadere informatie

De mogelijkheden van N=1 onderzoek

De mogelijkheden van N=1 onderzoek De mogelijkheden van N=1 onderzoek Workshop Inspiratiedag Pluryn Intermetzo 2018 Floor van Santvoort, Senior onderzoeker R&D Anne-lena de Vletter, Junior onderzoeker R&D - psycholoog Mindfit Wat is N=1

Nadere informatie

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014 Mindfulness binnen de (psycho) oncologie Else Bisseling, 16 mei 2014 (Online) Mindfulness-Based Cognitieve Therapie voor kankerpatiënten. (Cost)effectiveness of Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT)

Nadere informatie

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten VGCT najaarscongres 2011 Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten Elske Salemink, Universiteit van Amsterdam In samenwerking met Reinout Wiers (Universiteit van

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor. Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.

Nadere informatie

NEUROLOGISCHE MUZIEKTHERAPIE BIJ SCHIZOFRENIE

NEUROLOGISCHE MUZIEKTHERAPIE BIJ SCHIZOFRENIE NEUROLOGISCHE MUZIEKTHERAPIE BIJ SCHIZOFRENIE Gerben Roefs Zuyd Hogeschool Master of Arts Therapies 19 juni 2015 Opbouw Presentatie VOLGT PROCES VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK DOEN START MET EEN IDEE -

Nadere informatie

Aantrekkelijke interventies: Gaming voor mentale gezondheid (2) Marlou Poppelaars, promovenda

Aantrekkelijke interventies: Gaming voor mentale gezondheid (2) Marlou Poppelaars, promovenda Aantrekkelijke interventies: Gaming voor mentale gezondheid (2) Marlou Poppelaars, promovenda Waarom video games? Nadelen van huidige interventies Effectiviteit Toegankelijkheid Stigmatisering Didactische

Nadere informatie

Chris Küstermann. Abstract

Chris Küstermann. Abstract Oorlog en zijn gevolgen- Narrative Exposure Therapy voor de behandeling van PTSS bij mensen die herhaaldelijk blootgesteld zijn aan traumatische gebeurtenissen Chris Küstermann Abstract Als mensen herhaaldelijk

Nadere informatie

Patient met angststoornis(sen) Video - casus

Patient met angststoornis(sen) Video - casus Behandeling van angststoornissen in de eerstelijnszorg; effectiviteit en toepasbaarheid van Begeleide Zelfhulp Christine van Boeijen Symposium Geen paniek 2010 Voorstellen Christine van Boeijen, psychiater

Nadere informatie

Schema therapie voor chronische depressie

Schema therapie voor chronische depressie Schema therapie voor chronische depressie Fritz Renner, Arnoud Arntz, Jill Lobbestael, Frenk Peeters, Marcus Huibers VGCt najaarscongres 2012 Chronische depressie Vergeleken met episodische depressie Sterkere

Nadere informatie

Traumagerichte CGt versus EMDR na stabilisatie voor de behandeling van PTSS na misbruik in de jeugd: pilot data. Paul Emmelkamp

Traumagerichte CGt versus EMDR na stabilisatie voor de behandeling van PTSS na misbruik in de jeugd: pilot data. Paul Emmelkamp Traumagerichte CGt versus EMDR na stabilisatie voor de behandeling van PTSS na misbruik in de jeugd: pilot data Ingrid Wigard Thomas Ehring Paul Emmelkamp Achtergrond Samenwerking PsyQ met Universiteit

Nadere informatie

Stepped care behandeling voor paniekstoornis

Stepped care behandeling voor paniekstoornis Stepped care behandeling voor paniekstoornis Een vergelijking van een 10-weeks begeleide zelfhulp, zo nodig gevolgd door protocollaire CGT, vergeleken met TAU. M. Kampman, A.J.L.M. van Balkom, T. G. Broekman,

Nadere informatie

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit Effecten van Gedragstherapie op Sociale Angst, Zelfgerichte Aandacht & Aandachtbias Effects of Behaviour Therapy on Social Anxiety, Self-Focused Attention & Attentional Bias Tahnee Anne Jeanne Snelder

Nadere informatie

Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedra

Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedra 139 Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedragstherapie en individuele of kind cognitieve gedragstherapie

Nadere informatie

Het verminderen van PTSS klachten met cognitive bias modification (CBM)

Het verminderen van PTSS klachten met cognitive bias modification (CBM) Het verminderen van PTSS klachten met cognitive bias modification (CBM) Eigenlijk > Marcella Woud Center for the Study and Treatment of Mental Health, Ruhr Universiteit Bochum Behavioural Science Institute,

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek naar Q- koorts

Wetenschappelijk onderzoek naar Q- koorts Wetenschappelijk onderzoek naar Q- koorts Mede dankzij de steun van Q- support vindt er onderzoek naar Q- koorts plaats. Q- support heeft 2 miljoen van haar budget uitgegeven aan ondersteuning van wetenschappelijk

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie