Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, SG-Greffe (2005) D/ Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Zurichtoren Muzenstraat 41 NL-2511 WB DEN HAAG Ter attentie van: Dhr. Chris A. Fonteijn Voorzitter van het College Fax: Geachte heer Fonteijn, Betreft: Zaak NL/2005/0280: Ontbundelde toegang op wholesale niveau (inclusief gedeelde toegang) tot metalen netten en subnetten voor het verzorgen van breedband- en spraakdiensten. Opmerkingen overeenkomstig Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EG 1 I. PROCEDURE Op 4 november 2005 registreerde de Commissie een kennisgeving van de Nederlandse regelgevende instantie Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit ("OPTA"). 2 De kennisgeving betreft ontbundelde toegang op wholesale niveau (inclusief gedeelde toegang) tot metalen netten en subnetten voor het verzorgen van breedband- en spraakdiensten. 3 1 Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingkader voor elektronische-communicatie netwerken en -diensten (de "Kaderrichtlijn"). 2 Overeenkomstig Artikel 7 van de Kaderrichtlijn. 3 Markt nummer 11 in de Aanbeveling van de Commissie 2003/311/EG van 11 februari 2003 betreffende relevante producten- en dienstenmarkt binnen de elektronische communicatie sector, die overeenkomstig de Kaderrichtlijn aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen ( de Aanbeveling ) Commission européenne, B-1049 Bruxelles / Europese Commissie, B-1049 Brussel - Belgium. Telephone: (32-2)

2 De nationale consultatie werd in juli-augustus 2005 gepubliceerd. 4 Overeenkomstig Artikel 7(3) van de Kaderrichtlijn kunnen Nationale Regelgevende Instanties (NRIs) en de Commissie de betrokken NRI hun opmerkingen over de ontwerpmaatregelen meedelen. II. BESCHRIJVING VAN DE ONTWERPMAATREGEL Volgens OPTA, vormen de toegang op wholesale niveau tot kabelnetwerken, mobiele netwerken, wireless netwerken of glasvezelaansluitnetwerken momenteel geen voldoende substituten voor de ontbundelde toegang tot de metalen netten van de gevestigde operator in Nederland Koninklijke KPN N.V. ( KPN ). Op dezelfde manier, zijn andere toegangsvormen tot de netten van KPN, zoals breedbandtoegang op wholesale niveau, wederverkoop en het zogenaamde KPN agentuurmodel 5, onvoldoende substituten voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk. OPTA besluit dat de relevante productmarkt de markt is voor ontbundelde toegang (inclusief gedeelde toegang) tot de metalen netten en subnetten van KPN voor het verzorgen van breedbanden spraakdiensten. 6 De relevante geografische markt voor de ter kennis gebrachte markt is nationaal. OPTA is van mening dat deze marktdefinitie overeenstemt met de markt die in de Aanbeveling wordt gedefinieerd. De Nederlandse Nationale Mededingingsautoriteit ( NMa ) gaat akkoord met de marktdefinitie die door OPTA is aangenomen. OPTA besluit dat op de ter kennis gebrachte markt geen daadwerkelijke mededinging bestaat en is voornemens KPN als operator met aanmerkelijke marktmacht (AMM) aan te duiden. KPN heeft een monopoliepositie op de markt voor ontbundelde toegang op wholesale niveau (inclusief gedeelde toegang) tot metalen netten. Naast die monopoliepositie van de gevestigde operator, neemt OPTA KPN s controle over een moeilijk te dupliceren infrastructuur, de verticale integratie van de gevestigde operator en het ontbreken van potentiële concurrentie en het ontbreken van kopersmacht, in aanmerking als verdere aanwijzingen dat KPN over AMM beschikt in de ter kennis gebrachte markt. De NMa gaat akkoord met OPTA s aanduiding van KPN als operator met AMM. OPTA is voornemens aan KPN de volgende verplichtingen op te leggen: Toegang: KPN is verplicht om te voldoen aan alle redelijke verzoeken om ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk van KPN. De toegangsverplichting omvat zowel volledig ontbundelde toegang als gedeelde toegang zowel op het niveau van de hoofdverdeler als 4 Overeenkomstig Artikel 6 van de Kaderrichtlijn 5 Volgens OPTA, is de dienst die bekend is als het KPN agentuurmodel uniek in Europa. Deze dienst wordt verkocht door KPN als ADSL. De DSL verbinding van de eindgebruiker wordt verstrekt door KPN terwijl een Internet Service Provider ( ISP ) de toegang tot het Internet verleent. In deze hoedanigheid, doet de ISP dienst als agent van KPN. De eindgebruiker ontvangt twee facturen, één van KPN voor de DSL verbinding en één van de ISP voor de Internet connectiviteit. 6 OPTA is van mening dat het wegdenken van regelgeving op onderliggende wholesale of retail markten ( greenfield analyse ) de marktdefinitie niet zou beïnvloeden. 2

3 op het niveau van het subnetwerk. KPN moet alternatieve operatoren ook toegang geven tot netwerkelementen en faciliteiten die noodzakelijk zijn om toegang tot het aansluitnetwerk te realiseren. 7 KPN zal verplicht worden om te goeder trouw met partijen die om toegang verzoeken te onderhandelen. Non-discriminatie: KPN moet ontbundelde toegang verlenen onder niet discriminerende voorwaarden. KPN moet 3 de partijen dezelfde voorwaarden aanbieden als die welke gelden voor haarzelf, haar dochtermaatschappijen of haar partnerondernemingen. Referentieaanbod: KPN moet binnen 30 dagen na inwerkingtreding van OPTA s besluit een referentieaanbod voor ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk publiceren. Het referentieaanbod moet regelmatig worden bijgewerkt. Het moet op de website van KPN gepubliceerd worden. Kostentoewijzing: KPN zal verplicht worden om een kostentoewijzingsysteem aan te nemen, dat goedgekeurd moet worden door OPTA. 8 Kosten zullen worden toegewezen als current costs met toepassing van het forward-looking principe. De toegepaste norm zal die van embedded direct costs ( EDC ) zijn. Bij het bepalen van de kostengeoriënteerde prijs voor de toegangsdienst volgens de EDC norm, zullen slechts embedded direct costs in acht genomen worden, d.w.z. enkel kosten die een direct causaal verband hebben met de geleverde dienst. 9 Kostenoriëntatie: KPN moet voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk kostengeoriënteerde prijzen aanrekenen. De aangerekende prijzen mogen niet hoger zijn dan de maximumprijs die bepaald wordt door het wholesale price cap systeem ( WPCsysteem ). OPTA is van mening dat price cap regulering over verschillende jaren efficiëntie prikkels geeft aan KPN en zekerheid biedt aan andere operatoren. Bij het bepalen van de toegangsprijs volgens het WPC-systeem, worden de onderliggende kosten van KPN voor de betroffen dienst (berekend volgens de EDC norm) gecombineerd met een zogenaamde comparative efficiency analysis ( CEA ). 10 Voor elke dienst opgenomen in het WPC-systeem, zal de aangerekende prijs KPN s efficient costs weergeven. Voor het bepalen van de price cap en de efficient costs, heeft OPTA vier scenario s uitgewerkt die verschillende stadia van infrastructuurconcurrentie weergeven. Het onderliggende principe van deze scenario s is dat hoe hoger de graad van infrastructuurconcurrentie, hoe groter de vrijheid van KPN zou moeten zijn om haar toegangsprijzen te bepalen. Deze vrijheid wordt gereguleerd door het niveau van de price cap. Met een lagere price cap, is de vrijheid van KPN beperkter en vice versa. OPTA besluit dat het 2 de scenario - uitzicht op de ontwikkeling van infrastructuurconcurrentie die ná de termijn van de herziening zal leiden tot duurzame concurrentie op dit 7 Collocatie en andere vormen van gedeelde faciliteiten (b.v. in koppelkabels, kabelgoten, masten en gebouwen), evenals toegang tot technische interfaces, protocollen en andere kerntechnologieën, operationele ondersteuningssystemen en softwaresystemen. 8 Binnen de drie maanden na het inwerkingtreden van OPTA s besluit, moet KPN een rapport voorleggen aan OPTA dat het kostentoewijzingsysteem en zijn toepassing in de begrotingsjaren 2004 tot 2008 beschrijft. KPN zal ook een beschrijving van haar kostentoewijzingsysteem binnen de 3 maanden moeten publiceren. 9 De indirecte kosten en de gemeenschappelijke kosten worden niet in acht genomen. In dit opzicht zijn de embedded direct cost gelijkaardig aan de incremental costs. 10 De CEA is een benchmarking oefening waarbij de effectiviteit van andere telecommunicatiebedrijven wordt gemeten door middel van empirische gegevens, hoofdzakelijk van Amerikaanse bedrijven. 3

4 moment het meest relevante is. Onder het 1ste scenario - geen uitzicht op de ontwikkeling van infrastructuurconcurrentie zou de price cap moeten bepaald worden op optimaal efficiënt kostenniveau terwijl onder het 2 de scenario, de price cap zou moeten bepaald worden op een enigszins minder streng niveau (d.w.z. de price cap zou hoger moeten zijn). Gescheiden boekhouding: KPN moet een boekhouding voeren waarin de opbrengsten en de kosten voor het verlenen van ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk aan KPN zelf en aan 3 de partijen gescheiden zijn van de overige activiteiten van KPN. III. OPMERKINGEN De Commissie heeft de kennisgeving onderzocht en heeft de volgende opmerking. 11 (1) Bepaling van de price cap: OPTA heeft 4 scenario s uitgewerkt die bedoeld zijn om de verschillende stadia van infrastructuurconcurrentie in de ter kennis gebrachte markt weer te geven. OPTA is van mening dat hoe hoger de graad van infrastructuurconcurrentie is, hoe groter de vrijheid van KPN zou moeten zijn om haar eigen toegangsprijzen te bepalen. OPTA verklaart dat het 2 de scenario uitzicht op de ontwikkeling van infrastructuurconcurrentie die ná de termijn van de herziening zal leiden tot duurzame concurrentie in dit geval het meest relevante scenario is. OPTA geeft echter niet concreet aan waarom zij het 2 de scenario als het meest relevante beschouwt. Meer bepaald verklaart OPTA dat wholesale toegang tot kabelnetwerken, mobiele netwerken, wireless netwerken of glasvezelaansluitnetwerken momenteel geen voldoende substituten vormen tot de ontbundelde toegang tot het metalen aansluitnetwerk van KPN. In het licht daarvan, geeft OPTA niet aan waarom zij gelooft dat deze infrastructuren in de toekomst tot duurzame concurrentie zouden leiden. De Commissie is van mening dat OPTA in haar definitieve maatregel haar redenen om te kiezen voor het 2 de scenario nader moet uiteenzetten. (2) Bereik van de verplichting tot het voeren van gescheiden boekhoudingen: In haar opmerkingen brief aangaande de markt voor lage-kwaliteit wholesale breedbandtoegang (WBT) (zaak NL/2005/0281), heeft de Commissie OPTA uitgenodigd om de ontwikkelingen op de markt nauwgezet te blijven volgen. Om dit monitoren evenals de toepassing van het mededingingsbeleid te vergemakkelijken, zou OPTA moeten overwegen het bereik van de verplichting tot het voeren van gescheiden boekhoudingen voor de markt voor ontbundelde toegang uit te breiden tot de levering van lage-kwaliteit WBT Overeenkomstig Artikel 7(3) van de Kaderrichtlijn. 12 Overweging 5 van de Aanbeveling van de Commissie 2005/698/EC van 19 september 2005 inzake scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningssystemen onder het regelgevingskader voor electronische communicatie: Wanneer een aangemelde exploitant met AMM op één of meer markten een verplichting tot scheiding van boekhoudingen wordt opgelegd, kan deze verplichting zich ook uitstrekken tot markten waarop deze exploitant geen AMM heeft, bijvoorbeeld om de samenhang van de gegevens te waarborgen. 4

5 Overeenkomstig Artikel 7(5) van de Kaderrichtlijn, moet OPTA zoveel mogelijk rekening houden met opmerkingen van andere NRIs en van de Commissie en kan de uiteindelijke ontwerpmaatregel goedkeuren, en, in voorkomend geval, aan de Commissie meedelen. Het standpunt van de Commissie betreft onderhavige kennisgeving onverminderd de standpunten die zij zou kunnen aannemen ten aanzien van andere ter kennis gebrachte ontwerpmaatregelen. Overeenkomstig Punt 12 van de Aanbeveling 2003/561/EG, zal de Commissie dit document op haar website bekendmaken. 13 De Commissie beschouwt de informatie hierin vermeldt als niet vertrouwelijk. U wordt verzocht de Commissie binnen 3 werkdagen volgend op ontvangst van onderhavig document te informeren 14 indien u van mening bent dat dit document, in overeenstemming met communautaire en nationale voorschriften over zakengeheimen en vertrouwelijkheid, vertrouwelijke informatie bevat die u bij publicatie niet vermeld wenst te zien. Dergelijke aanvraag dient u te motiveren. Hoogachtend, Voor de Commissie, Neelie Kroes Lid van de Commissie 13 Aanbeveling van de Commissie 2003/561/EG van 23 juli 2003 betreffende kennisgevingen, termijnen en raadplegingen als bedoeld in Artikel 7 van de Kaderrichtlijn 2002/21/EG, OJ L 190, , p Uw aanvraag moet verstuurd worden per naar: INFSO-COMP-ARTICLE7@cec.eu.int, of per fax: