EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2015) 7683 final

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2015) 7683 final Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) Ellipse Building Gebouw C Koning Albert II-laan Brussel Ter attentie van De heer Jack Hamande Voorzitter van de Raad Fax: Geachte heer Hamande, Betreft: Besluit van de Commissie met betrekking tot zaak BE/2015/1783: centrale toegang op wholesaleniveau, verzorgd op een vaste locatie voor massaproducten in België Artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG: geen opmerkingen 1. PROCEDURE Op 2 oktober 2015 heeft de Commissie een kennisgeving door middel van een verkort formulier ontvangen van de Belgische nationale regelgevende instantie, het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) 1, betreffende de markt voor centrale toegang op wholesaleniveau, verzorgd op een vaste locatie voor massaproducten 2 in België. 1 2 Overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn), PB L 108 van , blz. 33, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2009/140/EG, PB L 337 van , blz. 37, en Verordening (EG) nr. 544/2009, PB L 167 van , blz. 12. Overeenkomstig markt 3b in Aanbeveling 2014/710/EU van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronische-communicatiesector die aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (aanbeveling betreffende relevante markten), PB L 295 van , blz. 79. Europese Commissie, 1049 Brussel, BELGIË Tel

2 De nationale raadpleging 3 heeft plaatsgevonden van 24 maart tot 30 april Bij brief van 13 oktober 2015 heeft de Commissie het BIPT een verzoek om informatie 4 toegezonden en op 16 oktober 2015 heeft zij het antwoord hierop ontvangen. 2. BESCHRIJVING VAN DE ONTWERPMAATREGEL 2.1. Achtergrond De markt voor centrale toegang op wholesaleniveau, verzorgd op een vaste locatie voor massaproducten in België is eerder al ter kennis gebracht van en beoordeeld door de Commissie onder zaaknummer BE/2011/ Volgens de toenmalige regelgevende instantie, CRC, vielen bitstroomtoegang via ADSL, SDSL en VDSL onder de relevante markt, ongeacht of de AMMexploitant zijn eindklanten van spraakdiensten voorzag. Volgens CRC vielen doorverkochte producten, huurlijndiensten en toegang op kabelbasis niet onder de relevante markt. In geografische zin werd de markt als nationaal aangemerkt. De regelgevende instantie wees Belgacom (tegenwoordig Proximus) aan als AMM-exploitant en legde de volgende verplichtingen op: (i) toegang tot breedbanddiensten, (ii) niet-discriminatie, (iii) transparantie (waaronder de publicatie van een referentieaanbod), (iv) prijscontrole en kostentoerekening en (v) gescheiden boekhoudingen. De Commissie verzocht CRC om toezicht op de markt te houden, met name wat betreft de ontwikkeling van de ontmanteling van lokale centrales door Belgacom en de uitrol van VDSL2, teneinde de mededinging bij de overstap op NGA-netwerken te waarborgen en nieuwe knelpunten te voorkomen. Daarnaast wees de Commissie de CRC op de potentieel uiteenlopende mate van concurrentiedruk op retailniveau die kabelexploitanten op verschillende gedeelten van de Belgische markt konden uitoefenen, hetgeen, in combinatie met de eveneens opgelegde maatregelen met betrekking tot fysieke toegang, eventueel aanleiding kon geven om de downstreamregelgeving op bepaalde gebieden te versoepelen. In zaak BE/2013/ heeft de regelgevende instantie de referentieaanbiedingen betreffende ontbundeling van het aansluitnet, betreffende bitstroomdiensten voor xdsl-technologieën via ATM- of ethernet-netwerken en betreffende bitstroomdiensten voor VDSL2 via ethernet-netwerken aangepast. Bij de desbetreffende maatregel werd het besluit van het BIPT van 2011 betreffende de opgelegde verplichtingen inzake toegang, transparantie en niet-discriminatie uitgevoerd, waarbij geen nieuwe verplichtingen werden opgelegd. Het voorstel was erop gericht de Overeenkomstig artikel 6 van de Kaderrichtlijn. Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de Kaderrichtlijn. C(2011) C(2013)

3 interne samenhang, transparantie en leesbaarheid van de referentieaanbiedingen te verbeteren. In de ontwerpmaatregel waren met name details opgenomen betreffende dienstverleningsovereenkomsten (Service Level Agreements of SLA's), vergoedingen, prijsstelling en facturering, en de verbetering van plannings- en operationele processen. De Commissie heeft daarover geen opmerkingen gemaakt Kennisgeving van een ontwerpmaatregel door middel van een verkort formulier Het huidige voorstel is erop gericht kleine wijzigingen aan te brengen in het referentieaanbod van Proximus, op basis van voorstellen die de AMMexploitant zelf heeft gedaan. De eerste wijziging wordt voorgesteld met het oog op het naleven van de verplichtingen die het BIPT in zaak BE/2013/1514 heeft opgelegd. Dit betreft de toevoeging van een nieuwe SLA en een vergoeding voor lasinterventies (met betrekking tot een permanente of semipermanente verbinding tussen twee kabels), hetgeen hieronder verder is uiteengezet. De maatregel omvat de voorwaarden waaronder Proximus "de klok mag stilzetten" wanneer een vergunning van de lokale overheid is vereist (waardoor de lasinterventies van Proximus vertraging oplopen), ervan afhankelijk of dit plaatsvindt tijdens de "provisioning"-fase of de "repair"- fase. De maatregel omvat verder Service Level Objectives (SLO's) waarin het maximale aantal dagen is vastgelegd dat is toegestaan voor de behandeling van tickets betreffende "lasinterventies tijdens de repair-fase" (alle laswerkzaamheden die betrekking hebben op een bestaande invoerkabel waarop verkeer is gemeten). Het voorstel omvat een vergoeding (ter waarde van een bedrag dat overeenkomt met 150 % van de dagelijkse vergoeding van de lijnhuur die door de alternatieve exploitant aan Proximus wordt betaald ) die de AMM-exploitant moet betalen indien hij niet aan zijn verplichtingen voldoet. Verder voert Proximus in de context van lasinterventies het begrip "Small Network Adaptation (SNA) detected during repair" in (de plaatsing van een nieuwe invoerkabel tijdens een periode van 14 dagen na afloop van de "provisioning"-fase, mits geen verkeer is gemeten op het geïnstalleerde koperpaar). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen dit type SNA en het reeds gedefinieerde '"SNA detected during provisioning", dat uitsluitend plaatsvindt tijdens de "provisioning-" of "ordering"-fase. Het BIPT komt tot de conclusie dat dezelfde vergoeding voor beide soorten interventies dient te worden vastgelegd; alternatieve exploitanten dienen deze vergoedingen enkel te betalen indien Proximus niet verantwoordelijk is voor het probleem dat tot de "SNA" heeft geleid. Het voorstel van het BIPT omvat verder twee aanvullende wijzigingen van het referentieaanbod waarom Proximus heeft verzocht: een vergoeding voor een '"Useless End-User Visit" die voorheen enkel betrekking had op de "provisioning"-fase, zou nu ook voor de "repair"-fase 3

4 worden ingevoerd. Alternatieve exploitanten moeten deze vergoeding aan Proximus betalen indien een technicus van Proximus de interventie niet kan uitvoeren, bijvoorbeeld omdat de eindklant afwezig is of de technicus niet binnenlaat. De vergoeding is voor beide fasen gelijk; dit zal worden geëvalueerd in het kader van een toekomstig maatregel waarvan de Commissie in de loop van 2016 in kennis wordt gesteld; de "XML Done Timer SLA" (de tijd die is verstreken tussen de daadwerkelijke uitvoering van de order door de technicus en de ontvangst van het zogeheten "XML report Done", waarin wordt bevestigd dat de order correct is uitgevoerd) is zodanig aangepast dat er geen rekening meer wordt gehouden met orders waarbij Certified Technicians zijn betrokken (dat wil zeggen technici die niet rechtstreeks in dienst van Proximus zijn). In het voorstel is voorzien dat dergelijke orders uit de SLA worden verwijderd, aangezien Proximus geen controle heeft over de tijd die Certified Technicians nodig hebben om hun taken uit te voeren (deze tijd kan oplopen tot zes dagen na de uitvoering van de lijntest). De "XML Done Timer SLA" zal daardoor uitsluitend betrekking hebben op orders die door technici van Proximus worden behandeld. Proximus moet uiterlijk een maand na de publicatie van het besluit een voorstel betreffende de uitvoering van dat besluit bij het BIPT indienen. 3. GEEN OPMERKINGEN De Commissie heeft de kennisgeving onderzocht en heeft geen opmerkingen 7. Overeenkomstig artikel 7, lid 7, van de Kaderrichtlijn kan het BIPT de ontwerpmaatregel vaststellen en, in voorkomend geval, aan de Commissie meedelen. Het standpunt dat de Commissie inzake deze specifieke kennisgeving inneemt, laat standpunten van de Commissie inzake andere meegedeelde ontwerpmaatregelen onverlet. Overeenkomstig punt 15 van Aanbeveling 2008/850/EG 8 maakt de Commissie dit document bekend op haar website. De Commissie beschouwt de hierin vervatte inlichtingen niet als vertrouwelijke informatie. Als u op grond van de nationale en EU-voorschriften betreffende het zakengeheim van oordeel bent dat dit document vertrouwelijke informatie bevat die u voorafgaand aan de publicatie wilt laten schrappen 9, gelieve dit dan binnen drie werkdagen na ontvangst van deze brief aan Overeenkomstig artikel 7, lid 3, van de Kaderrichtlijn. Aanbeveling van de Commissie 2008/850/EC van 15 oktober 2008 betreffende kennisgevingen, termijnen en raadplegingen als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, PB L 301 van , blz. 23. De Commissie kan het publiek voor het eind van deze periode van drie dagen in kennis stellen van het resultaat van haar beoordeling. 4

5 de Commissie 10 te laten weten. U moet daarbij vermelden om welke redenen u daarom vraagt. Hoogachtend, Voor de Commissie, Roberto Viola Directeur-generaal 10 Dit verzoek dient per te worden gericht aan: CNECT-ARTICLE7@ec.europa.eu of per fax aan: