Waar bemoeit de school zich mee? Wat school volgens leerlingen bijdraagt aan hun ontwikkeling en opvoeding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Waar bemoeit de school zich mee? Wat school volgens leerlingen bijdraagt aan hun ontwikkeling en opvoeding"

Transcriptie

1 Waar bemoeit de school zich mee? Wat school volgens leerlingen bijdraagt aan hun ontwikkeling en opvoeding Hogeschool INHOLLAND - Lectoraat Leefwerelden van Jeugd Dr. Pauline Naber Gemma Bey Amsterdam, november 2007

2 Inhoud Pagina Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 3 1 Inleiding 3 2 Inbreng van school in persoonlijke ontwikkeling en opvoeding 4 3 Inbreng van school in sociale ontwikkeling en opvoeding 6 4 Inbreng van school in maatschappelijke ontwikkeling en opvoeding 7 5 Tenslotte 9 1. Inleiding Jongerenparticipatie in Amsterdams jeugdbeleid Onderzoek naar opvoeding in onderwijs Opbouw van het rapport Taak van de school in de ontwikkeling en opvoeding van leerlingen Rolverdeling tussen thuis en school Opvoeding tot burgerschap Drie gebieden van ontwikkeling en opvoeding Met (meer) oog voor het perspectief van leerlingen Opzet en uitvoering van het onderzoek Doelstelling en vraagstelling Uitvoering van het onderzoek Leerlingen over hun havo/vwo-school Een school in beweging Draagt school bij aan wie ik ben, wat ik kan en wat ik wil? Hoe leer ik omgaan met anderen? Wat doe ik over 10 jaar in de maatschappij en hoe kom ik daar? Samenvatting Leerlingen over hun vmbo-school De leerling staat centraal Draagt school bij aan wie ik ben, wat ik kan en wat ik wil? Hoe leer ik omgaan met anderen? Wat doe ik over 10 jaar in de maatschappij en hoe kom ik daar? Samenvatting 46 Bijlagen Literatuur 48 Respondenten interviews 50 Leidraad oriënterende interviews leerlingen 51 Leidraad oriënterende interviews personeel 53 Enquête 55 Leidraad individuele en groepsinterviews 59 Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 2 / 61

3 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 1 Inleiding Draagt school volgens leerlingen bij aan hun ontwikkeling en opvoeding? Deze vraag staat centraal in het onderzoek dat het lectoraat Leefwerelden van Jeugd van Hogeschool INHOLLAND in opdracht van de afdeling Jeugd van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) in Amsterdam heeft uitgevoerd op twee scholen voor voortgezet onderwijs. Welke rol en inbreng heeft school in de beleving en beoordeling van leerlingen in hun persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling en opvoeding? Niet de cognitieve ontwikkeling, beroepskwalificatie en het diploma behalen op school staat in dit onderzoek voorop, maar de pedagogische en vormende taak van school. De algemene vraag is gespecificeerd in drie onderzoeksvragen: 1. Welke taak heeft de school volgens leerlingen in hun (persoonlijke, sociale en maatschappelijke) ontwikkeling en opvoeding? 2. Hoe ervaren en beoordelen leerlingen de bijdrage van school aan hun ontwikkeling en opvoeding, en hebben ze hierover veranderwensen? Ervaren zij eventueel lacunes in de opvoeding, zijn er kwesties die ze thuis noch op school (voldoende) leren? 3. Welke concrete voorstellen hebben leerlingen om de bijdrage van school te verbeteren en hoe zouden ze bij de invulling ervan betrokken kunnen worden? Op de achtergrond van dit onderzoek speelt de actuele discussie over de grotere inbreng van het onderwijs in de opvoeding van jeugd. In het onderwijs zou meer ruimte moeten zijn voor de vorming van jeugd tot actieve, kritische en verantwoordelijke burgers. Dit vraagt om actieve vormen van leerlingenparticipatie in zowel de organisatie als het onderwijsprogramma van de school. Doel van het onderzoek is inzicht krijgen in ervaringen, opvattingen en wensen van leerlingen en in aanknopingspunten om hun inbreng in de discussie over de taak van het onderwijs in hun opvoeding te vergroten. Aan het onderzoek hebben studenten van de hogeschool en leerlingen van twee scholen voor voortgezet onderwijs - het Pieter Nieuwland College (havo/vwo-school in Oost/Watergraafsmeer) en het Huygens College (vmbo-school in Oud-West) - een grote bijdrage geleverd. De beide scholen zijn zeer bereidwillig geweest om hun school open te stellen en mee te werken aan dit onderzoek. Na documentstudie is via diverse methoden nagegaan wat er onder leerlingen leeft. Studenten hebben gesproken met medewerkers en leerlingen van beide scholen. Deze informatie is gebruikt als input voor het opstellen van een enquête die onder 437 leerlingen is afgenomen. Via interviews (individueel en groep) met 60 leerlingen is doorgevraagd op onderwerpen die in de enquête aan de orde zijn geweest, en zijn voorbeelden en voorstellen tot verbetering naar voren gebracht. De kwantitatieve gegevens zijn statistisch verwerkt, de kwalitatieve gegevens zijn naar onderwerp geordend en geanalyseerd. Beide typen gegevens zijn in de beschrijving samen genomen en per school weergegeven. De onderzoeksresultaten zijn per school beschreven. Deze samenvatting brengt de belangrijkste bevindingen bijeen en formuleert conclusies en aanbevelingen volgens de lijn van de drie centrale onderzoeksthema s: de bijdrage van school aan respectievelijk de persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling en opvoeding van leerlingen. De nadruk ligt op het perspectief van leerlingen en op de mogelijkheid om hun betrokkenheid bij en inbreng in de school als leer- en leefomgeving te versterken. Een aantal aanbevelingen komt voort uit wat leerlingen naar voren brengen, andere zijn mede gebaseerd op suggesties van leerlingen en medewerkers van de scholen, observaties van studenten en bevindingen van de opstellers van dit rapport. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 3 / 61

4 2 Inbreng van school in persoonlijke ontwikkeling en opvoeding Een centrale ontwikkelingstaak tijdens de adolescentie, in de periode van 12 tot ongeveer 20 jaar, is de bewustwording van wie je bent, in relatie tot jezelf en anderen, zo is bekend uit de adolescentiepsychologie. Weten wie je bent, wat je wil en kan, wat je eigenschappen, kwaliteiten en dromen zijn, én weten wat je níet wil en kan, jezelf onderscheidend van anderen. Aan deze ontwikkeling dragen mensen waarmee jongeren dagelijks omgaan - ouders, zussen en broers, vrienden en vriendinnen, leraren - in belangrijke mate bij. Ze hebben een rol in het leren ontwikkelen van zelfvertrouwen, omgaan met gevoelens, leren dragen van verantwoordelijkheid. Heeft school in de ervaring en beleving van de leerlingen een belangrijke taak en inbreng in hun persoonlijke ontwikkeling, in het vinden van antwoorden op de vraag wie ze zijn, wat ze willen en kunnen? De reacties van de leerlingen van beide scholen laten in dit opzicht een dubbel perspectief zien. Enerzijds wordt directe en rechtstreekse bemoeienis met hun persoonlijke leven afgewezen, wanneer hun veiligheid niet in het geding is. Anderzijds draagt school op indirecte wijze en in belangrijke mate bij aan hun ontwikkeling en opvoeding. Wanneer aan leerlingen direct gevraagd wordt of school bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling, aan het leren kennen van zichzelf op meerdere gebieden, dan geeft de meerderheid van de leerlingen als antwoord dat dit niet het geval is. Zeventig procent van de leerlingen vindt ook niet dat school hierin een taak heeft, dat school hen moet helpen om zichzelf te leren kennen. Hierbij is er verschil in de antwoorden van de leerlingen van beide scholen, vooral tussen het vmbo-basis en vwo: respectievelijk 78% en 61% van deze leerlingen vindt het níet nodig dat school hen hierin helpt. Volgens havo/vwo-leerlingen vindt hun persoonlijke ontwikkeling primair thuis plaats, is dat ook hun eigen zaak en hoort het nu eenmaal bij volwassen worden. De vmbo-leerlingen kennen vooral zichzelf een kerntaak toe in het leren kennen van zichzelf. Zij kennen zichzelf al of ontdekken dit zelf, het hoort er gewoon bij, ze zijn hier oud genoeg voor. Tegelijkertijd vinden de leerlingen dat school op een indirecte manier wél bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling, omdat het een belangrijke informele leeromgeving is waarin ze persoonlijk omgaan met vrienden en klasgenoten en leraren. Maar ook bepaalde vakken dragen daaraan bij, hebben een stimulerende rol. Op de havo/vwo-school zijn dit vakken als biologie en mentoruur waarin leraren een open en stimulerende rol kunnen hebben, terwijl het voor de vmbo-leerlingen vooral de lessen Leefstijl zijn. Ook gaan ze graag tussen de lessen door in gesprek met leraren en leren mede daardoor zichzelf kennen. Leerlingen van beide scholen vinden het belangrijk dat ze informatie krijgen over persoonlijke onderwerpen en daarover ook discussiëren met elkaar, bijvoorbeeld over seksualiteit. Maar tijdens de lessen alleen in algemene zin, zonder dat ze er zelf direct op aangesproken willen worden. Vooral de havo/vwo-leerlingen zijn geïnteresseerd in algemene informatie, praten liever niet over gevoelens; die houden ze voor zichzelf of bespreken het met vrienden. De vmbo-leerlingen hebben minder moeite met het bespreken van persoonlijke onderwerpen en gevoelens. Leerlingen van beide scholen geven aan te leren van en via anderen hoe met persoonlijke zaken om te gaan, hoe over bepaalde onderwerpen te denken. Sommige leraren zijn goed in staat om zulke gesprekken op een open en vertrouwde manier te leiden. En buiten de les is het ook makkelijker om met een leraar of mentor die ze vertrouwen te praten over persoonlijke kwesties. Leerlingen hechten eraan dat een leraar aandacht voor ze heeft en ook vraagt hoe het met ze gaat. Daarin hebben vooral mentoren een taak, maar ook andere leraren. Aandacht voor hun persoon is een voorwaarde, contact tussen de lessen door. Niet alleen als er problemen zijn vinden de leerlingen dit belangrijk, maar ook zomaar, als er niets bijzonders aan de hand is. Het is fijn als een leraar een praatje met je maakt. Het is Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 4 / 61

5 belangrijk het gevoel te hebben geen nummer te zijn, je welkom en veilig te voelen op school. Vooral meisjes weten de weg naar vertrouwenspersonen en mentoren te vinden. Bij leerlingen van beide scholen is er een verschil tussen het belang dat ze hechten aan persoonlijke aandacht en de mate waarin ze dat in de praktijk ook ervaren; voor leerlingen van havo/vwo is dat respectievelijk 71.8% en 58.4%, voor leerlingen van vmbo respectievelijk 82.3% en 65%. Daarbij geven de leerlingen van havo/vwo aan dat de taak van persoonlijke aandacht niet alleen bij de leraren ligt. De leerlingen zelf hebben hier ook een taak in. Leerlingen willen niet altijd antwoord geven op vragen naar hun persoonlijk leven die leraren kunnen stellen. Vragen naar weekendactiviteiten of sportwedstrijden kunnen wel gesteld worden, maar privézaken die te maken hebben met verliefdheid, situatie thuis, liggen gevoelig. Mochten ze ergens over willen praten, dan bespreken ze deze onderwerpen liever op eigen initiatief met een door hen zelf gekozen leraar. Concluderend Leerlingen staan graag zelf aan het roer. Ze houden de leefwerelden van thuis en school graag gescheiden. Van school wordt gevraagd te laveren tussen afstand en nabijheid. Van school wordt verwacht betrokken te zijn bij hun leerlingen, oog voor hen te hebben, en zich alleen direct en desnoods ongevraagd te bemoeien met hun persoonlijke ontwikkeling en hun leven, wanneer leerlingen daarom vragen, of wanneer hun veiligheid in het geding is. Zonder overleg contact opnemen met thuis is ongewenst. Met lang niet alle onderwerpen kunnen alle leerlingen thuis aankomen of kan er in openheid gesproken worden over kwesties die hen bezighouden. Er is een duidelijke behoefte aan informatie, uitwisseling en discussie over persoonlijke onderwerpen tijdens de lessen en daarbuiten. Dit draagt bij aan het leren kennen van zichzelf. Voor een deel van de leerlingen kan thuis een probleem zijn. Dit vraagt van school voorzichtig omgaan met beschikbaar en nabij zijn, niet te opdringerig zijn. Hierin hebben vooral mentoren en kerndocenten een signalerende taak. Aanbevelingen - Informatie over onderwerpen en oefening van vaardigheden die met hun persoonlijke ontwikkeling te maken hebben (zoals omgaan met verliefdheid en seksualiteit, gevoelens van onzekerheid, kennis nemen van gezonde voeding), vinden leerlingen belangrijk en zou bij voorkeur in verschillende leerjaren herhaald moeten worden. Zowel leerlingen van het vmbo als havo/vwo geven aan behoefte te hebben aan zowel concrete informatie als aan praktische oefening, en zouden deze meer willen ontvangen. - Bij het signaleren van persoonlijke vragen die niet alle leerlingen uit zichzelf naar voren durven brengen, kunnen vertrouwensleerlingen een bemiddelende rol vervullen. Contact met schoolgenoten die getraind zijn om te luisteren en zonodig door te verwijzen naar mentoren en leerlingbegeleiders, kan drempelverlagend werken in het bespreekbaar maken van kwesties die spelen. Dit versterkt bovendien de verantwoordelijkheid van leerlingen voor elkaar op school. - Voor leerlingen is het bespreken van onderwerpen die met hun persoonlijke ontwikkeling samenhangen van groot belang. Zowel tijdens als tussen de lessen door leren leerlingen van elkaar, en vervult de docent vooral een regisserende rol. Sommige leraren zijn daar beter in dan andere. Mentoren en kerndocenten zouden deze kennis en ervaring kunnen delen met collega-docenten, bijvoorbeeld tijdens studie(mid)dagen. Inbreng van een jeugddeskundige en van ervaringsdeskundige leerlingen, kan hieraan een extra impuls geven. - Niet iedereen kan thuis terecht met bepaalde vragen en problemen, zo geven de leerlingen aan. In overleg met de ouderraad zou onderzocht kunnen worden of er behoefte is aan spreekuren en informatieve bijeenkomsten voor ouders. Ook hierin kunnen leerlingen een rol vervullen, door onderwerpen die zij Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 5 / 61

6 belangrijk vinden voor zulke bijeenkomsten aan te dragen. Informatie over seksualiteit is zo n voorbeeld, maar ook hoe respectvol om te gaan met diverse geloven en culturen op school. - De meest basale voorwaarde voor persoonlijke groei en ontwikkeling op school, is een positief schoolklimaat. Leerlingen van beide scholen zijn in dat opzicht tevreden, al zijn er ook verbeterwensen. Bij het opstellen en evalueren van die verbeterpunten zouden leerlingen zelf betrokken kunnen worden (zie ook paragraaf 3 en 4 van deze samenvatting). 3 Inbreng van school in sociale ontwikkeling en opvoeding Een tweede cruciale ontwikkelingstaak tijdens de adolescentie is leren handhaven in een steeds groter en complexer sociaal netwerk, zo leren inzichten uit de adolescentiepsychologie. De wereld buiten het gezin wordt groter, waarbij er steeds meer eisen worden gesteld aan het sociale functioneren, aan zelf inschatten hoe met sociale verhoudingen om te gaan. Leren omgaan met mensen van verschillende leeftijden, culturen, religies, hierbij verdraagzaamheid en respect tonen, aanpassen aan wisselende sociale situaties, maar ook kritisch en zelfbewust kunnen zijn. School is een belangrijke leeromgeving waarin leerlingen zich sociaal ontwikkelen, alleen al doordat leerlingen elkaar een spiegel voorhouden en naar elkaar kijken. Hiermee kunnen leeftijdgenoten een voorbeeld en rolmodel voor elkaar zijn, maar elkaar ook in negatieve zin beïnvloeden. Behalve medeleerlingen, kunnen ook leraren, mentoren en ander personeel van invloed zijn op de sociale ontwikkeling van leerlingen. Door de manier waarop er met leerlingen wordt omgegaan, door de onderlinge communicatie, door eigen voorbeeldgedrag. Heeft school in de ervaring en beleving van de leerlingen een belangrijke inbreng in hun sociale ontwikkeling, in het vinden van antwoorden op de vraag hoe leer ik omgaan met anderen? School is voor een ruime meerderheid (80 tot 85%) van de geënquêteerde leerlingen van beide scholen een belangrijke omgeving waarin ze leren omgaan met anderen. Zo wordt van havo/vwo-leerlingen verwacht dat ze in de brugklas een contract ondertekenen waarmee ze uitspreken op een goede manier met elkaar te zullen omgaan. Ook tijdens de werkweek in de eerste klas is er veel aandacht voor omgaan met elkaar. Dat vinden ze prima; hun school is veilig en gezellig, er is weinig groepsvorming, leraren en leerlingen gaan eerlijk en respectvol met elkaar om. Ook de vmbo-leerlingen benadrukken dat een prettige omgang met elkaar zorgt voor gezelligheid en prettig voelen op school, dat er niet gevochten wordt, naar elkaar geluisterd. Op hun school geldt een gedragscode waaraan iedereen op school zich te houden heeft. Leerlingen van beide scholen geven aan dat respect de kern is van een plezierige omgang, respect voor elkaar als leerlingen onderling en respect tussen leerlingen en leraren, elkaar behandelen zoals jezelf ook behandeld wil worden. Daarnaast vinden de vmbo-leerlingen dat respect ook te maken heeft met fatsoen en beleefdheid, zoals met twee woorden spreken, leraren met u aanspreken, op een beschaafde manier met elkaar omgaan. Weten en tonen wat respect is, leer je in eerste instantie thuis, maar ook op school. Daarin zijn leraren belangrijk, alleen al door het in hun gedrag te laten zien. Omgangsregels helpen om het veilig, fijn en gezellig te hebben op school, zo vinden de leerlingen van beide scholen. De havo/vwo leerlingen vinden tegelijkertijd dat bepaalde schoolregels te streng en overbodig zijn, bijvoorbeeld dat je je pet af moet doen en gsm niet zichtbaar aanwezig en stand-by mag zijn. De vmbo-leerlingen constateren dat regels nodig zijn, maar vinden dat er tenminste uitleg gegeven kan worden waaróm ze er zijn. Leerlingen van beide scholen zouden bij overtreding van regels overleg willen hebben over de consequenties ervan, met name over de wijze van benaderen en informeren van hun ouders. De leerlingen zijn het ook eens over de bemoeienis van school met ruzies en conflicten tussen leerlingen onderling. Hiermee mag school zich bemoeien, vooral wanneer het ernstig is en uit de hand dreigt te lopen. Wel zouden leerlingen zelf meer inbreng Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 6 / 61

7 willen hebben in het oplossen van conflicten. Hierbij zouden vooral jongens de conflicten in eerste instantie onderling willen oplossen, terwijl meisjes vaker bemiddeling van een leraar wenselijk vinden. Bij ernstige problemen is het goed dat ouders op de hoogte worden gesteld. Concluderend School is een belangrijke omgeving waarin de sociale ontwikkeling van leerlingen plaatsvindt, waar ze van elkaar en van leraren leren hoe met elkaar om te gaan, onderling respect te tonen, onderlinge verschillen te accepteren, problemen en conflicten op te lossen. Zowel geschreven als ongeschreven regels zijn zinvol in de beleving van leerlingen en hebben een functie in hun sociale ontwikkeling. In het opstellen en handhaven van regels willen leerlingen een meer actieve inbreng en rol hebben. Ook communicatie en uitleg over het doel en de zin van bepaalde regels is van grote pedagogische waarde. Net als in hun persoonlijke ontwikkeling wordt van school in hun sociale ontwikkeling zowel nabijheid als enige afstand verwacht. Nabijheid in laten zien hoe en waarom bepaalde sociale omgang wenselijk is, signaleren waar het fout gaat. Maar niet te snel en streng ingrijpen wanneer dat niet echt nodig is en leerlingen problemen ook zelf kunnen oplossen. Leerlingen hebben indirecte steun om te leren zichzelf en anderen te helpen. Aanbevelingen - Leerlingen onderkennen de noodzaak van gedragscodes en schoolcontracten, maar ervaren dat deze eenzijdig worden opgesteld en gehandhaafd. Hierbij zouden (geledingen van) leerlingen betrokken kunnen worden. Niet alleen communicatie dát er regels zijn, maar ook waarom ze er zijn (de zin, het doel, het effect) draagt bij aan het ontwikkelen van sociaal gedrag op school. Dit kan zowel tijdens mentoruren, lessen Leefstijl, als tijdens een speciaal project of studie(mid)dag aan de orde komen. - De omgang tussen leerlingen verloopt meestal goed. Soms gaat het fout. Peermediation is een beproefde manier om leerlingen een rol te geven in het omgaan met elkaar, in het signaleren en oplossen van conflicten. Dit vraagt training en begeleiding van mediators; peermediation is geen project dat een school er zomaar bij kan doen, maar vraagt om investering. Het levert de school ook wat op: delen van de zorg voor een positief schoolklimaat met leerlingen, stimuleren van sociale ontwikkeling en zelfsturing van leerlingen. Ook projecten waarin ouderejaars mentor of coach zijn van de onderbouw, zijn goede vormen om de sociale ontwikkeling (zorg dragen voor elkaar) van leerlingen te stimuleren en om bij te dragen aan het sociale klimaat op school. - Onderling respect (leren) tonen is een kernwaarde in de sociale ontwikkeling van leerlingen, die uiteenlopende betekenissen kan hebben voor zowel groepen leerlingen en als voor leraren. Hiervan kunnen leerlingen In theorie, maar ook in praktische en sociale vaardigheden op verschillende manieren kennis nemen en leren om daaraan in de klas, op school én daarbuiten vorm te geven. 4 Inbreng van school in maatschappelijke ontwikkeling en opvoeding Het onderwijs heeft in de loop van de jaren een steeds grotere inbreng en taak toebedeeld gekregen in de maatschappelijke ontwikkeling en opvoeding van leerlingen, in de voorbereiding op hun toekomstige taak en functie in de maatschappij. Dit betreft de voorbereiding op vervolgstudies en beroepsuitoefening, en ook het functioneren als verantwoordelijke en sociaal betrokken burgers, zo stellen deskundigen in het onderwijs, onderzoekers en adviesraden. Onder de noemer burgerschapsvorming zou er meer werk gemaakt kunnen worden van het leerproces dat leerlingen ertoe brengt om actief, zelfstandig en bewust een bijdrage te leveren aan het vormgeven van de school als gemeenschap én aan de directe omgeving van de school. De school als leerplek bij uitstek om het kritisch-democratisch burgerschap te oefenen, onder andere door het functioneren van leerlingenraden en andere inspraakvormen, door het stimuleren van maatschappelijke participatie. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 7 / 61

8 Heeft school in de ervaring en beleving van de leerlingen een belangrijke inbreng in hun maatschappelijke ontwikkeling en opvoeding, in het vinden van antwoorden op de vraag wat doe ik over tien jaar in de maatschappij en hoe kom ik daar? Een overgrote meerderheid van de leerlingen vindt dat school een taak heeft in hun oriëntatie op de toekomst, op vervolgstudie en beroep, op de maatschappij, op maatschappelijke onderwerpen. De havo/vwo leerlingen benadrukken dat beroepsoriëntatie echt een taak van school is, de vmbo-leerlingen vinden dat school hierin vooral een adviserende taak heeft. De keuze ligt toch uiteindelijk bij henzelf. Veel belang wordt gehecht aan concrete en duidelijke informatie over profielkeuzes, vervolgstudies en beroepsrichtingen, niet alleen van de decaan en mentor, maar - vooral - door stages, bezoeken van opleidingen en bedrijven. Ook het leren en oefenen van beroepsvaardigheden zoals informatie zoeken, samenwerken, plannen en organiseren wordt van belang gevonden. Daarnaast hechten de leerlingen veel waarde aan informatie, discussie en meningsvorming over actuele maatschappelijke onderwerpen. De leerlingen van beide scholen (zo is in paragraaf 2 van deze samenvatting al aangegeven) hebben behoefte aan informatie over onderwerpen als voeding, middelengebruik, omgaan met andere geloven en culturen. Ze willen hierover graag praktische informatie en voorlichting van ervaringsdeskundigen, experts, sprekers van buiten, die wijzen op de risico s en consequenties van bepaald gedrag. Leerlingen van beide scholen geven aan dat meepraten en meebeslissen op hun school beperkt is. Er is een leerlingenraad actief, maar die beslist niet mee over wezenlijke onderwerpen. Ze zouden willen meepraten over het opstellen en handhaven van regels, over veiligheid op school, over de roosters en de invulling van extra uren, over buitenschoolse activiteiten. Er zou meer naar de ideeën van leerlingen geluisterd kunnen worden, ook al kunnen die niet altijd gehonoreerd worden. Ook zouden ze graag geïnformeerd worden over wat er wel of niet met bepaalde voorstellen en ideeën is gedaan. Concluderend Voor leerlingen is school niet alleen een belangrijke brug naar vervolgstudie en beroep, maar ook een platform van oriëntatie, informatie en discussie over actuele onderwerpen en kwesties in de samenleving die hen bezighouden. Hierbij zou de buitenwereld meer naar binnen gebracht worden door gezaghebbende sprekers en voorbeelden van buiten, zoals omgekeerd kennismaken met bedrijven en instellingen tot levensechte ervaringen leidt en impact heeft. Burgerschapsvorming blijft een kwestie van droog zwemmen wanneer de school niet zélf een omgeving is waarin leerlingen leren en ervaren wat inspraak en overleg is, waarin rekening gehouden wordt met de belangen en wensen van uiteenlopende groepen leerlingen en andere geledingen in de school. Aanbevelingen - Oriëntatie op vervolgstudie, beroep en maatschappij slaat het meeste aan door direct contact met (en liefst participatie in) instellingen en organisaties. Voorlichting door professionals en/of ex-leerlingen, kennismaken met ideële organisaties, een projectweek in de buurt, voorbereiden en houden van discussies (over een politiek of maatschappelijk actueel onderwerp) zijn slechts enkele voorbeelden waarop dat zou kunnen. Ook hierin kunnen leerlingen zelf een actieve en voorbereidende rol hebben. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 8 / 61

9 - Direct contact met (goede) voorbeelden is voor leerlingen een aansprekende manier om te ontdekken wat ze zouden kunnen en willen realiseren. Dit geldt in versterkte mate voor leerlingen waarbij de interesse en ambitie om maatschappelijk actief te zijn, niet van huis uit gestimuleerd wordt. Waarom is het leuk om actief te zijn in JAA!, om maatje van een andere jongere in de stad te zijn, om huiswerkbegeleiding te geven aan leerlingen van de basisschool, om mee te helpen in het jongerencentrum? Hoe kom je daar terecht, hoeveel tijd kost dat, wat levert het op? - Leerlingenparticipatie op school kan méér omvatten dan het functioneren van een leerlingenraad. De ervaringen van andere scholen in Amsterdam en daarbuiten laten zien dat er een variëteit aan meer en minder actieve vormen van inspraak, overleg en meebeslissen van diverse geledingen van de leerlingen mogelijk is. Uit die ervaringen blijkt dat het van belang is om een gedeelde visie en een ondersteunende structuur voor leerlingenparticipatie te ontwikkelen, die helpt om de fase van vrijblijvendheid en incidenten voorbij te komen. Dit vraagt investering in tijd en middelen, aansluiting van inspraak en participatie van leerlingen op zelfsturing en professionalisering van leraren(teams). Dan draagt inspraak niet alleen bij aan versterking van de competenties van leerlingen, maar ook aan de kwaliteit van het onderwijs. - De leerlingen doen diverse concrete aanbevelingen om de inspraak op hun school te verbreden en te verbeteren, zoals: o Het draagvlak voor en betrokkenheid bij de leerlingenraad vergroten door er meer bekendheid aan te geven via flyers, nieuwsbrieven, verkiezingen, open vergaderingen en bijeenkomsten. o Het doel en belang van verschillende vormen van leerlingenparticipatie onder de aandacht van medeleerlingen brengen, door informatie geven en meningen peilen tijdens mentorlessen. o Meer leerlingen bij inspraak betrekken door het houden van een jaarlijkse enquête om de mening van alle leerlingen te peilen, daarna de resultaten en mogelijke acties bespreken met klassenvertegenwoordigers. o Inspraak van de leerlingenraad vergroten rond onderwerpen die er echt toe doen: regels en veiligheid op school, roosters, (mede)beoordeling van leraren, themaweken, buitenschoolse activiteiten. o Actief terugkoppelen - door directie en leerlingenraad - wat er met bepaalde voorstellen wel of niet is gedaan, en waarom wel of niet. o Meer vormen van leerlingenparticipatie en inspraak ontwikkelen, zodat een bredere groep leerlingen betrokken is. Behalve een leerlingenraad, kunnen enquêtes, rondetafelgesprekken, en diverse ad hoc activiteiten bijdragen aan het betrekken van leerlingen. Het rapport Meepraten op school. Verslag van een trendspotronde over leerlingenparticipatie dat met jongeren van JAA! in juni 2007 is afgerond, bevat tal van tips en aanbevelingen over welke onderwerpen en op welke manieren leerlingenparticipatie in het voortgezet onderwijs vorm kan krijgen (Verkaik & Nicolas 2007). 5 Tenslotte Laten school en thuis opvoedtaken liggen die wijzen op een gat in de pedagogische infrastructuur? Ervaren leerlingen dat school en thuis rond essentiële kwesties in hun persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling minder bijdragen dan ze nodig hebben? Rond welke kwesties dan? Deze vraag kan niet in z n algemeenheid beantwoord worden. Leerlingen zelf geven aan dat het zwaartepunt van de opvoeding thuis ligt, en dat zich tussen leerlingen grote verschillen voordoen in de mate waarin er vanuit thuis steun en sturing aanwezig is. Niet alle leerlingen kunnen met bepaalde vragen en problemen thuis aankomen, verkeerde vrienden kunnen een negatieve invloed hebben zonder dat thuis of school ingrijpt. Een kwart van de leerlingen van beide scholen leert thuis noch op school hoe om te gaan met gevoelens, de helft van de leerlingen van beide scholen geeft aan thuis noch op school te leren wat verliefdheid met je kan doen. Dit laatste leren ze vooral via vrienden en vriendinnen, en via internet, wel willen ze graag praktische informatie. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 9 / 61

10 De leerlingen benadrukken terughoudendheid en tact om hen bij persoonlijke en delicate kwesties direct te benaderen en in te grijpen, zo is hiervoor al aan de orde geweest. Veeleer zou er gerichte informatie aan leerlingen gegeven kunnen worden die ze zelf verwerken, en waarover ook gesproken kan worden; over seks, alcohol en drugs, maar ook over geloven en culturen, politieke en maatschappelijke onderwerpen. Ook wijzen ze erop dat school wel signaleert dat een deel van de leerlingen extra steun en aandacht nodig heeft, dat er voorzieningen in en rondom school zijn waar leerlingen terecht kunnen (mentor, vertrouwenspersoon). Aanbevelingen - In de voorgaande paragrafen is een diversiteit aan onderwerpen en vormen aan de orde geweest, waarin betrokkenheid van leerlingen kan helpen om hun eigen ontwikkeling en opvoeding te optimaliseren. Peermediation, leerling-vertrouwenspersonen, peercoaches zijn geen panacee tegen elke falende of haperende opvoeding, maar zinvolle aanvullingen op de reguliere opvoedingspraktijk. - Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik is de meest essentiële identiteitsvraag en tevens de lastigste ontwikkelingsopgave van leerlingen, waarmee ze (ook) op school bezig zijn. Laten zien van positieve voorbeelden, geven van aanmoediging, (h)erkennen van de onzekerheid waarmee dat gepaard kan gaan, is daarin van onschatbare waarde. Leerlingen serieus betrekken, echt werk maken van leerlingenparticipatie draagt bij aan een positieve sfeer en sociaal klimaat op school waarin leerlingen en leraren zich prettig en veilig voelen. Tegelijkertijd kan het een goede manier zijn om concreet en dichtbij huis uitwerking te geven aan actief burgerschap, een van de actiepunten van Jong Amsterdam, dat door gemeente en partners - waaronder OSVO (Overleg Schoolbesturen Voortgezet Onderwijs in Amsterdam) - is opgesteld. De onderzoeken Waar bemoeit de school zich mee en Meepraten op school dragen hiertoe verschillende voorbeelden aan. Een Amsterdam-breed leerlingenplatform waarin alle scholen vertegenwoordigd zijn, kan een stimulerend podium zijn om van elkaar te leren hoe leerlingenparticipatie zowel leuk, leerzaam als effectief kan zijn. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 10 / 61

11 1. Inleiding 1.1 Jongerenparticipatie in Amsterdams jeugdbeleid Een belangrijk uitgangspunt van het Amsterdamse onderwijs- en jeugdbeleid is, dat de jeugd zelf een grote inbreng heeft in het inrichten van voorzieningen die voor hen bedoeld zijn (Gemeente Amsterdam, 2002). De afgelopen jaren is deze keuze uitgewerkt in verschillende initiatieven die tot doel hebben om grotere betrokkenheid van jongeren bij de inrichting van recreatieve, sportieve en culturele activiteiten en voorzieningen in de stad te bewerkstelligen. Zo worden er op initiatief van de afdeling Jeugd van DMO (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam) en JAA! (Jongeren Actief in Amsterdam) activiteiten ondernomen om jongeren, politiek en bestuur samen te brengen en samen te laten werken aan een veilig en leefbaar Amsterdam voor jongeren. 1 Ook is het stedelijk jongerenwerk zó ingericht dat de deelnemers invloed hebben op de programmering en het aanbod, waarbij de gemeente vinger aan de pols houdt met welk resultaat dit gebeurt. Verder heeft de gemeente een handboek voor jongerenparticipatie en -communicatie uitgebracht, dat instellingen in Amsterdam informatie, tips en trucs geeft hoe werk te maken van jongerenparticipatie. 2 Op het terrein van het onderwijs hebben scholen een cruciale rol in het ontwikkelen van een visie en van beleid in welke mate en hoe leerlingen worden uitgenodigd om mee te denken en mee te beslissen over leren en leven op school. In de praktijk varieert dat van scholen die zich overwegend richten op het wettelijk vastgelegde recht van leerlingen op medezeggenschap, tot aan scholen waarin leerlingen actief zijn om er op allerlei formele en informele manieren hún school van maken. In Jong Amsterdam/onderwijs & jeugdplan spreekt het OSVO met de samenwerkingspartners af om beleid te ontwikkelen en echt werk te maken van jeugdparticipatie. 3 Hierbij kan gebruik gemaakt worden van vele goede voorbeelden en instrumenten die in en buiten Amsterdam ontwikkeld zijn om leerlingen bij de school te betrekken. Zo functioneren er op heel wat scholen leerling-mentoren en vertrouwensleerlingen, bemiddelen peermediatiors bij onderlinge conflicten en problemen, praten leerlingen mee over de beoordeling van docenten, geven leerlingen sturing aan hun eigen onderwijsleerproces. Aanvullend op leerlingenparticipatie die door scholen georganiseerd wordt, onderneemt de gemeente ook initiatieven om de mening van leerlingen over allerlei onderwerpen te horen. Zo heeft JAA! - Jeugd DMO in 2006 aan jongeren gevraagd welke ervaringen, ideeën en verbetervoorstellen ze hebben over de zorg en hulp op en rondom school. Het verslag Zorg op Maat gemaakt voor leerlingen? (Van der Wal & Zuidervaart 2006) is een waardevolle aanvulling op de visie en voorstellen die professionals naar voren brengen over zorgstructuren in het voortgezet onderwijs. Een onderwerp waarover jongeren nog weinig meepraten en meebeslissen, is dat van hun eigen vorming en opvoeding tot volwassen burgers. In de visie van de gemeente is opvoeden primair een zaak en verantwoordelijkheid voor ouders, secundair van onderwijs en andere professionals uit de sectoren van welzijn en zorg (Gemeente Amsterdam 2000, 2006). Tegelijkertijd wordt het belangrijk gevonden dat jongeren zelf steeds meer medeverantwoordelijkheid gaan dragen voor hun ontwikkeling en actief bijdragen aan de Amsterdamse samenleving Zie de website 3 Jong Amsterdam;-) onderwijs & jeugdplan Jeugd investeert in Amsterdam, Amsterdam investeert in jeugd. Gemeente Amsterdam, mei Speerpunt 4 De jeugd geeft zelf invulling aan Amsterdams burgerschap in Jong Amsterdam. Gemeente Amsterdam, juni Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 11 / 61

12 Een belangrijke vraag is hoe dat, samen met ouders en onderwijs, te stimuleren en vorm te geven? Gebruikelijk is dat politici, beleidsmakers, professionele opvoeders en wetenschappers uitspraken doen over wie welke taak heeft in de opvoeding en vorming van jeugd, hoe en wanneer jongeren meer verantwoordelijkheid en zeggenschap krijgen over hun leven nu en in de toekomst. Maar wat vinden jongeren daar zelf eigenlijk van? Welke taak en rol heeft de school volgens hen in hun ontwikkeling, hoe ervaren en beoordelen ze dat, en wat zou er anders, misschien beter kunnen? In Amsterdam worden jongeren gestimuleerd om mee te praten en te besluiten over de ontwikkeling van het jeugdbeleid en om een actieve rol te vervullen in het ondernemen en uitvoeren van activiteiten en initiatieven in de eigen leefomgeving. Achterliggende gedachte hiervan is dat vraaggericht werken en jongerenparticipatie de basis vormen van succesvol jeugdbeleid. Als jongeren zelf onderdeel zijn van de oplossing voor vragen die zich in hun ontwikkeling en opvoeding kunnen voordoen, dient participatie ook een sociaalpedagogisch doel. Daarnaast biedt participatie jongeren de mogelijkheid vertrouwd te raken met de werking van het democratisch bestel dat aan de basis ligt van de samenleving Onderzoek naar opvoeding in onderwijs Tegen de voorgaande achtergrond heeft het lectoraat Leefwerelden van Jeugd van Hogeschool INHOLLAND in opdracht van de afdeling Jeugd van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) een onderzoek uitgevoerd naar de inbreng van school in de opvoeding en vorming van leerlingen vanuit hun perspectief. Centrale vraag is welke taak en bijdrage de school volgens leerlingen heeft in hun ontwikkeling en opvoeding, en welke wensen, verwachtingen en verandervoorstellen zij hierover hebben. In dit project hebben studenten van de opleidingen Pedagogiek en Social Work van Hogeschool INHOLLAND in het kader van hun afstuderen een actieve rol, onder andere door mede het onderzoek voor te bereiden en gesprekken te houden met leerlingen en professionals van de betrokken scholen. De inbreng van leerlingen en studenten (die zowel jong als bijna professionals zijn die in de toekomst met jeugd gaan werken) heeft een meerwaarde in een onderzoek dat op jeugdparticipatie gericht is. Studenten als jonge onderzoekers zijn enthousiaste en kritische deelnemers, zo leert de ervaring, die dicht bij de doelgroep staan en graag concreet resultaat van hun inspanningen zien. 1.3 Opbouw van het rapport Het rapport is als volgt opgebouwd. Het navolgende tweede hoofdstuk beschrijft de theoretische achtergrond van het onderzoek, en gaat in op drie centrale lijnen in de ontwikkeling en opvoeding van jongeren. In hoofdstuk drie komt de opzet en uitvoering van het onderzoek aan de orde. De hoofdstukken vier en vijf beschrijven per school de onderzoeksresultaten op de drie gebieden van ontwikkeling en opvoeding van jongeren. 5 Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 12 / 61

13 2. Taak van school in ontwikkeling en opvoeding van leerlingen School is een leeromgeving waarin jongeren gemiddeld zo n zes uur per dag doorbrengen om zich te kwalificeren voor de arbeidsmarkt. Waar ze lessen volgen, zich kennis, competenties en vaardigheden eigen maken waarmee ze een vervolgstudie kunnen doen of aan het werk kunnen gaan. School is ook een leefomgeving waarin jonge mensen zich persoonlijk en sociaal ontwikkelen door intensief contact met elkaar en dagelijkse omgang met docenten (Dieleman & Veugelers 2007). Tijdens de adolescentie, de periode van ongeveer 12 tot 20 jaar waarin jonge mensen de overgang maken naar volwassenheid, hebben leeftijdgenoten en docenten een cruciale rol in het ontwikkelen van zelfvertrouwen, omgaan met een mix aan gevoelens, leren dragen van verantwoordelijkheid. Niet alleen in persoonlijk, maar ook in sociaal opzicht zijn vrienden, klasgenoten en leraren belangrijk, bijvoorbeeld in het leren omgaan met onderlinge verschillen, ontwikkelen van sociaal gevoel, respecteren van andere meningen. Vervolgens is de school een omgeving waarop jongeren zich oriënteren op wat er in de maatschappij gaande is en wat hun toekomstige plaats daarin kan zijn. Kortom: op verschillende manieren, zowel direct als indirect, draagt de schoolomgeving bij aan de persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling van jongeren in een cruciale levensfase, waarin hun identiteit volop in ontwikkeling is. Zowel bedoeld als onbedoeld heeft de school een rol in de ontwikkeling en opvoeding van leerlingen. 2.1 Rolverdeling tussen thuis en school Hoewel ouders de primaire opvoeders zijn, is het onmiskenbaar dat scholen de afgelopen decennia een steeds grotere taak toebedeeld hebben gekregen in de opvoeding en vorming van leerlingen. Van scholen wordt verwacht dat ze hun opvoedingsverantwoordelijkheid met ouders afstemmen, en bij vragen en problemen die hun taak en expertise te boven gaan actief verwijzen naar begeleidings- en hulpinstanties (Bronneman-Helmers 1999; RMO 2001; Onderwijsraad 2005; Onderwijsraad 2007; Veugelers & De Kat 2005). Veel scholen worstelen met de vraag hoe die gedeelde verantwoordelijkheid met ouders, op concrete en aansprekende manieren, inhoud en vorm te geven. Daarbij verschillen ouders, scholen en leerlingen onderling in hun opvattingen waarmee de school zich wel of juist niet te bemoeien heeft, zo blijkt uit landelijk onderzoek (Veugelers & De Kat 1998). Onderzoeksresultaten laten zien dat ouders, scholen en leerlingen het erover eens zijn dat thuis het belangrijkst is, met name in de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de leerlingen, maar dat ook school een taak heeft in de opvoeding, vooral in de sociale en maatschappelijke ontwikkeling. Onderling zijn ouders, school en leerlingen het niet eens over de doelen van de opvoeding en hoe die gerealiseerd zouden moeten worden. In vergelijking met ouders en school vinden leerlingen overdracht van waarden en conformiteit (gehoorzaamheid aan regels) minder belangrijk. Gericht overdragen van waarden moeten leraren volgens leerlingen niet teveel doen; leerlingen hechten meer aan actieve deelname in sociaal en maatschappelijk betekenisvolle projecten. Volgens leerlingen is conformiteit (aanpassing en gehoorzaamheid) aan wat ouders en leraren op bepaalde momenten van hen verwachten, een noodzakelijk kwaad. Leerlingen hechten meer aan het zelf regelen en bepalen van hun ontwikkeling. Ze willen het liefst de communicatie tussen thuis en school zelf regisseren, zeker naarmate ze ouder worden. Aan de discussie over wie er verantwoordelijk is over welke kwesties in de opvoeding, wie op zinvolle wijze bijdraagt aan de ontwikkeling en vorming van leerlingen, doen jongeren nauwelijks mee. Toch zijn zij degenen die er belang bij hebben, die de opvoeding aan den lijve ervaren, zich er vaak tegen verzetten, met inhoudelijke en praktische verbetersuggesties kunnen komen. In elk geval: noch ouders, noch school kunnen om de ervaringen en opvattingen van jongeren zelf heen. Bovendien vervullen niet alleen ouders en school, maar ook leeftijdgenoten een rol in de ontwikkeling van jongeren, hebben ze zelfs meer invloed dan volwassenen geneigd Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 13 / 61

14 zijn te onderkennen (Harris 1998). 6 Niet alleen in de vrije tijd, maar ook op en rondom school (in de klas, op het schoolplein, tijdens buitenschoolse activiteiten) hebben medeleerlingen invloed op het doen en laten, denken en handelen van jongeren. Medeleerlingen zijn zelfs een heel belangrijke factor in het welbevinden van leerlingen op school, maar kunnen ook zorgen dat ze zich ongelukkig voelen op school. De focus van het project Waar bemoeit de school zich mee? is gericht op het perspectief van jongeren op hun eigen ontwikkeling, op de taak en bijdrage die school volgens henzelf hierin heeft c.q. zou kunnen hebben. 2.2 Opvoeding tot burgerschap De vraagstelling van het project Waar bemoeit de school zich mee? raakt de actuele discussie hoe op te voeden tot zinvol, kritisch, democratisch burgerschap en welke taak de school daarin heeft. Met actief burgerschap wordt bedoeld dat leerlingen verantwoordelijkheid (leren) nemen voor de belangen van gemeenschap, zowel op school als daarbuiten. Op de achtergrond speelt tevens discussie over de bijdrage van het onderwijs in het dichten van het gat in de pedagogische infrastructuur, waarbij de gangbare verdeling en uitoefening van taken in de opvoeding meer moet aansluiten bij wat de jeugd nodig heeft (RMO 2001). Sinds februari 2006 zijn scholen wettelijk verplicht om aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie en vanaf 2006/2007 ziet de inspectie toe op de uitwerking van deze taak in de onderwijspraktijk. Dit vraagt allereerst dat scholen een visie hebben of ontwikkelen op wat burgerschapsvorming is of zou kunnen zijn, hierin bijgestaan door publicaties en tools die op de websites van het ministerie, kennisnet, SLO e.d. te vinden zijn (Geurts 2006; De Winter 2004). In de praktijk hebben veel scholen, voordat er van een wettelijke verplichting sprake was, al een start gemaakt met wat zij vinden dat burgerschapsvorming zou kunnen zijn en waarvan leerlingen wat te leren hebben. Voorbeelden hiervan zijn maatschappelijke stages, projecten als Jong voor Oud, trainingen in de verwerving van sociale competenties, et cetera. Weinig is bekend over wat jongeren zélf vinden van wie ze wat leren en hoe ze dat leren, wat burgerschapsvorming met hun huidige en toekomstige ontwikkeling en leven te maken heeft. Het zijn met name politici, beleidsmakers en professionals die de noodzaak tot actief burgerschap vaststellen, zonder daarbij jongeren zelf te betrekken. Het onderzoek Waar bemoeit de school zich mee? richt zich op de vraag wat jongeren zelf belangrijk vinden in hun ontwikkeling en opvoeding in brede zin, wat de school en belangrijke anderen in hun omgeving daaraan bijdraagt en zou kunnen bijdragen. 2.3 Drie gebieden van ontwikkeling en opvoeding Verankering van burgerschapsvorming als onderdeel van het schoolplan onderstreept nog meer dan voorheen de noodzaak dat het onderwijs zich niet alleen richt op de cognitieve ontwikkeling van leerlingen, maar ook de persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen stimuleert en vormt (Onderwijsraad 2003). 7 Dit sluit aan bij een bredere invulling van de pedagogische taak van de school die al enige tijd in onderwijsdiscussies en onderzoek gaande is. Burgerschapsvorming omvat dan zowel het aanreiken en naleven van de normen en waarden op school, maar ook het (laten) opdoen van ervaring met actief en zinvol participeren in diverse maatschappelijke activiteiten in de lokale gemeenschap (Dieleman & Veugelers 2007). Op deze manier worden leerlingen voorbereid op hun rol en positie als burgers in relatie tot andere burgers, en doen ze kennis en ervaring op met de maatschappelijke en politieke praktijk van de samenleving. 8 6 Harris (1998) stelt dat de invloed van ouders en docenten op de ontwikkeling van kinderen en jongeren wordt overschat. Naast aanleg is het vooral de buitenwereld, met name de peer group, die zorgt voor cultuuroverdracht en aanpassing aan de omgeving. 7 Onderwijsraad (2003), Burgerschapsvorming en onderwijs. Een voorname rol voor onderwijsinstellingen en overheid. 8 Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 14 / 61

15 Deze meervoudige opvoedkundige taak van het onderwijs die in onderzoek en adviezen benoemd wordt, sluit aan bij drie centrale ontwikkelingsvragen van jongeren tijdens de adolescentie: - Persoonlijke ontwikkeling: ontwikkeling van zelfvertrouwen, dragen van verantwoordelijkheid en rechtvaardig zijn, omgaan met emoties en gevoelens. Oftewel: hoe ontdek en leer ik wie ik ben, wat ik kan en wat ik wil? - Sociale ontwikkeling: ontwikkeling van solidariteit, respect en verdraagzaamheid, rekening houden met en behulpzaam zijn voor anderen. Oftewel: hoe leer ik omgaan met anderen? - Maatschappelijke ontwikkeling: ontwikkeling van maatschappelijke, waaronder beroepsmatige, oriëntatie en functioneren. Oftewel: wat doe ik over 10 jaar in de maatschappij en hoe kom ik daar? De cognitieve ontwikkeling (leren verzamelen en verwerken van informatie, oplossen van problemen, logisch denken en argumenteren, kennis van vakinhouden) als kerntaak van de school, is in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Nadruk ligt op de persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen, die hierna inhoudelijk nader verkend wordt. Persoonlijke ontwikkeling De persoonlijke ontwikkeling heeft in essentie betrekking op de identiteitsontwikkeling van leerlingen, op hun ontwikkeling tot een bewust en zelfstandig individu. Dit is tijdens de adolescentie een centrale ontwikkelingstaak; bewust zijn en worden wie je bent, in relatie tot jezelf (zelfbeeld) en tot anderen, daarbij steeds meer bewust wordend hoe anderen je zien. Weten wie je bent, wat je wil en kan, wat je eigenschappen, kwaliteiten en dromen zijn, én weten wat je níet wil en kan, jezelf onderscheidend van anderen. Dit leidt tot de ontwikkeling van persoonlijke onafhankelijkheid en sociale zelfstandigheid, waarbij het herkennen, reguleren en omgaan met emoties en gevoelens een centrale plaats inneemt. De persoonlijke ontwikkeling vormt de basis en is voorwaarde voor de ontwikkeling op andere gebieden, zoals het verwerven van sociale en maatschappelijke competenties. Een stevige persoonlijke identiteit zorgt ervoor dat leerlingen zich op school en in de maatschappij staande kunnen houden, voor zichzelf kunnen opkomen en durven af te wijken (Veugelers & De Kat 1998). In deze ontwikkeling speelt de school een belangrijke rol, al was het alleen maar omdat leerlingen er een groot deel van de dag doorbrengen temidden van leeftijdgenoten en leraren. In deze levensfase, waarin leerlingen op zoek zijn naar zichzelf, neemt de invloed van ouders af en die van de buitenwereld toe. Niet alleen docenten, maar (vooral) leeftijdgenoten en (nieuwe) media zijn belangrijke referentiekaders voor leerlingen, dragen bij aan de manier waarop leerlingen over zichzelf denken en wat ze van zichzelf vinden. Daarbij is het appél op leerlingen om zelf keuzes te maken en te bepalen wie ze willen zijn en worden, de laatste decennia almaar groter geworden. Zowel in de persoonlijke levenssfeer (van welke muziek houd ik, met wie wil ik bevriend zijn, hoe wil ik eruit zien), als ten aanzien van school en (toekomstig) beroep (wat wil ik worden, wat en hoe moet ik kiezen) moet er voortdurend gekozen worden. Dit betekent dat het perspectief van de identiteitsontwikkeling steeds in verandering is; weinig ligt definitief vast. Dit gaat gepaard met gevoelens van onzekerheid, neiging tot experimenteren en uitproberen, behoefte aan duidelijkheid. Het onderwijs probeert aan te sluiten bij deze veranderingen in de maatschappij. Niet ouders en school maken keuzes voor leerlingen, maar zij begeleiden het ontwikkelingsproces van jongeren om te leren zelf keuzes te maken en daarop te reflecteren. De school heeft een belangrijke taak in het leren omgaan met de keuzemaatschappij en participeren in maatschappelijke verbanden, vooral voor leerlingen die vanuit huis weinig steun krijgen. Op deze manier draagt de school bij aan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en vinden van hun identiteit. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 15 / 61

16 Sociale ontwikkeling Tijdens de adolescentie staan leerlingen voor de opgave om zich in een steeds groter en complexer sociaal netwerk te handhaven. De wereld buiten het gezin wordt groter, aan hun sociaal functioneren worden steeds meer eisen gesteld. Zo betekent het verdwijnen van traditionele gezagsverhoudingen, dat er een flink appél gedaan wordt op het inschattingsvermogen van leerlingen hoe zich op te stellen tegenover volwassenen. Leerlingen moeten ook kunnen omgaan en communiceren met volwassenen en leeftijdgenoten die andere religies, gewoontes, overtuigingen kunnen hebben dan zijzelf van huis uit gewend zijn. Van leerlingen in het voortgezet onderwijs wordt verwacht dat ze sociaal gevoel, respect, en verdraagzaamheid ontwikkelen ten opzichte van andersdenkenden. Maar ook dat ze kritisch leren denken, kunnen omgaan met kritiek en zich kunnen aanpassen aan wisselende sociale situaties. Daarbij is de wereld van leerlingen door de invloed van ICT ook steeds groter, bijna grenzeloos, geworden. Niet alleen vraagt dit om nieuwe manieren van informatieverwerking, maar ook om een zorgvuldige inschatting hoe om te gaan met contacten die via internet worden opgedaan. In de sociale ontwikkeling van leerlingen zijn leeftijdgenoten van grote betekenis. Hoewel ouders en leraren nog steeds - zelfs meer dan in het verleden - belangrijke gesprekspartners zijn voor jonge mensen, fungeren ze doorgaans niet als rolmodellen. Jongeren leren in hun sociale ontwikkeling in belangrijke mate van elkaar en van jonge mensen die iets ouder zijn, iets verder in hun ontwikkeling. Omgang met schoolgenoten en vrienden helpt leerlingen zichzelf te leren kennen, antwoord te vinden op vragen als: wie ben ik, waar sta ik voor, wat wil ik en hoe kijken anderen naar mij. In dat opzicht houden jongeren elkaar - doorgaans impliciet en onbewust - een spiegel voor. Leeftijdgenoten dagen ook uit een eigen mening te vormen en daarvoor uit te komen, dragen bij aan de ontwikkeling van sociale competenties. School is voor leerlingen niet alleen een omgeving waarin ze zich voorbereiden op vervolgonderwijs en kwalificeren voor de arbeidsmarkt, maar ook een plek waar ze dagelijks omgaan met volwassenen en intensief omgaan met leeftijdgenoten. Voor veel leerlingen is vooral het contact met medeleerlingen de voornaamste reden waarom ze school plezierig vinden (Karssenberg 2002). Op en rondom school creëren leerlingen met schoolgenoten hun eigen leefwereld, ontwikkelen eigen omgangs- en communicatievormen, creëren via uiterlijk en taalgebruik hun eigen jeugdculturen en jeugdstijlen. Die eigen leefwereld kan botsen met de bovenaf georganiseerde leerinhouden, de discipline en het gezag van het officiële onderwijs. Een belangrijke taak van de school is niet alleen het formele leerproces te organiseren waarin de sociale ontwikkeling van leerlingen een belangrijke plaats inneemt, maar ook ruimte en structuur te geven aan het informele leerproces dat zich tussen leerlingen afspeelt. Daarnaast is de relatie en omgang tussen leraren en leerlingen van groot belang, niet alleen vanwege de sociale behoeften van leerlingen, maar ook vanwege de socialiserende rol die leraren in de opvoeding en vorming van leerlingen hebben. Maatschappelijke ontwikkeling De maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen omvat zowel kennis nemen van het functioneren van de samenleving, als ontdekken wat hun eigen rol daarin zal en kunnen zijn en wat zijzelf daaraan bij te dragen hebben. In dit proces heeft het onderwijs een belangrijke rol doordat het leerlingen kwalificeert voor een positie op de arbeidsmarkt, maar ook bijdraagt aan bewustwording van maatschappelijke verhoudingen. De laatste jaren wordt steeds meer onderkend dat de school zelf een belangrijke omgeving vormt waarin leerlingen zich een basishouding voor sociaal betrokken en actief burgerschap eigen kunnen maken (Veugelers, Derriks & De Kat 2005; Veugelers, Derriks, De Kat & Leenders 2006; Dieleman & Veugelers 2007). Burgerschapsvorming betekent dan het (laten) ontwikkelen van de bereidheid om te wíllen participeren in de samenleving, om sociale inzet en Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 16 / 61

17 betrokkenheid te tonen en zich in te zetten voor de samenleving en het functioneren van de democratie. Inspraak en actieve participatie van leerlingen is een concrete invulling van de manier waarop leerlingen deelnemen aan democratische besluitvorming, waarbij rekening gehouden wordt met de belangen en wensen van verschillende geledingen op school. De rol van het onderwijs in de burgerschapsvorming van leerlingen is des te belangrijker geworden, naarmate andere organisatievormen zoals kerken, verenigingsleven en jeugdwerk drastisch aan invloed hebben ingeboet. Het sociaal functioneren van de samenleving en realiseren van sociale cohesie tussen burgers onderling, is een steeds lastiger opgave geworden. Vandaar dat de bemoeienis vanuit politiek en samenleving met onderwijs intens is en de verwachtingen van burgerschapsvorming hoog zijn. Vanuit de politiek is voorgesteld om leerlingen via maatschappelijke stages - als onderdeel van het lesprogramma - op een praktische en leerzame manier kennis te laten nemen van de wijze waarop de samenleving in elkaar zin, én tevens een bijdrage te laten leveren aan die samenleving Met (meer) oog voor het perspectief van leerlingen Actieve participatie van leerlingen en de ontwikkeling van een democratische en sociaalbetrokken attitude zijn in het onderwijs niet eenvoudig te realiseren, zo laat onderzoek zien (Smit, Vrieze & Van Kuijk 2005; Veugelers 2004, aangehaald in Dieleman & Veugelers 2007). Leerlingen ervaren formele inspraakorganen als medezeggenschapsraad en leerlingenraad nogal eens als saai, en staan sceptisch tegenover initiatieven om hen normen en waarden, sociale omgangsvormen, regels voor democratisch verkeer bij te brengen. Omgekeerd twijfelen leraren vaak of leerlingen de verantwoordelijkheid tot inspraak en medezeggenschap aankunnen en of ze écht betrokken willen zijn bij de samenleving. Kern van het probleem is dat initiatieven tot actieve participatie en maatschappelijke vorming nauwelijks aanslaan, wanneer leerlingen zelf geen invloed hebben op het alledaagse leven op school. Dan bestaat burgerschapsvorming immers alleen uit droogzwemmen, uit theoretisch kennis nemen hoe de maatschappij volgens volwassenen in elkaar steekt en wat de (toekomstige) rol van jonge mensen daarin is. Scholen scoren slecht als het gaat om het bieden van mogelijkheden voor daadwerkelijke invloed van leerlingen (Smit, Vrieze & Van Kuijk 2005; Biesta 2006, aangehaald in Dieleman & Veugelers 2007). Leerlingen worden nog weinig serieus genomen en gestimuleerd om actief bij te dragen aan het vormgeven van school als leer- en leefomgeving. En leerlingen verzetten zich tegen een eenzijdige overdracht van waarden en normen waarop zijzelf geen invloed hebben, waarin zijzelf geen keuzes kunnen maken. Gemeend wordt dan ook dat het zinvol is om de vorming van actief burgerschap en sociale integratie breed op te vatten, en te richten op kitschdemocratisch burgerschap en te betrekken op de identiteitsontwikkeling van leerlingen (Veugelers 2007, aangehaald in Dieleman & Veugelers 2007). Hierbij worden verschillende, onderling samenhangende elkaar versterkende, vormen van actieve participatie onderscheiden, namelijk: - actieve participatie in het eigen leerproces (leerlingen krijgen steeds meer regie over het eigen onderwijsleerproces); - burgerschapsactiviteiten in de klas/de groep (leerlingen hebben taken in de klas die ondersteunend zijn voor het onderwijsleerproces en de sociale verhoudingen in de groep); - actieve participatie en burgerschapsvorming in de school (medezeggenschapsraad, schoolkrant, leerlingenraad, klankbordgroepen, leerling-mentoren, leerling-mediators et cetera); - participatie buiten school (projectactiviteiten in de buurt, excursies, maatschappelijke stages). 9 Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 17 / 61

18 Deze benadering is nog geen gemeengoed in het voortgezet onderwijs. Scholen definiëren en benaderen leerlingenparticipatie doorgaans niet vanuit de rechten en het perspectief van leerlingen, maar vanuit het onderwijsaanbod; om zich van hun deelname te verzekeren, hun deelname te vergroten en draagvlak te krijgen voor besluiten die genomen moeten worden (Smit, Vrieze & Van Kuijk 2005). De pedagogische doelen van leerlingenparticipatie zijn vooral gericht op disciplinering en aanpassing, vooral op vmbo-scholen, terwijl havo/vwo scholen meer ruimte bieden aan zelfstandigheid, meningsvorming en samenwerking. Toch zijn er wel goede voorbeelden van scholen waarin leerlingen actief betrokken worden bij zowel de organisatie van de school als bij het curriculum. Kenmerkend voor deze scholen is dat leerlingen een actieve rol hebben in het onderwijsprogramma, ruimte krijgen tot zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid en gestimuleerd worden om hun inspraakvaardigheden te ontwikkelen. Er is sprake van een positief sociaal klimaat, motiverend leerklimaat en verbanden tussen school en de buitenschoolse leefwereld van leerlingen. School als opvoeder Zoals al aangegeven, wordt het debat over actieve betrokkenheid en inspraak, burgerschapsvorming en sociale integratie van leerlingen overwegend gevoerd door politiek, beleidsmakers, onderzoekers en scholen zelf. Aan dit debat nemen leerlingen zelf niet deel, binnen noch buiten het onderwijs. Een belangrijke vraag die tegen deze achtergrond gesteld kan worden, is welke de ervaringen, opvattingen en ideeën van leerlingen zelf zijn, over de rol die de school vervult in hun persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling en opvoeding, dan wel zou kunnen vervullen. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 18 / 61

19 3. Opzet en uitvoering van het onderzoek In dit hoofdstuk komen de opzet en uitvoering van het onderzoek aan de orde, waarin wordt ingegaan op de vraag wat de school volgens leerlingen bijdraagt aan hun ontwikkeling en opvoeding. De doelstelling en vraagstelling worden nader omschreven, evenals de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd en studenten geparticipeerd hebben. 3.1 Doelstelling en vraagstelling Doel van het onderzoek is om op basis van inzicht in de ervaringen, opvattingen en wensen die leerlingen hebben over de inbreng van school in hun ontwikkeling en opvoeding, de discussie over burgerschapsvorming en eigentijds opvoeden te verbreden. Die discussie kan in eerste instantie plaatsvinden in de scholen die direct betrokken zijn bij het onderzoek, maar ook tussen scholen onderling en tussen scholen en gemeente. Een mogelijke uitkomst is dat leerlingen zich een grotere inspraak en zeggenschap voorstellen over hun eigen ontwikkeling en een andere of meer bescheiden inbreng van volwassenen - c.q. de school - hierin. De vraag is dan hoe deze behoefte aan meer autonomie en zeggenschap van leerlingen gerealiseerd kan worden, en hoe er tegelijkertijd vinger aan de pols gehouden kan worden bij die leerlingen waarvan de ontwikkeling niet optimaal verloopt. In de opzet van het onderzoek is nadrukkelijk gekozen voor een positieve insteek, voor het in beeld brengen van de ontwikkeling en opvoeding die voor de meeste Amsterdamse jongeren gunstig en met goed resultaat verloopt. Op een niet-problematiserende manier wordt onderzocht of en hoe school bijdraagt aan hun ontwikkeling op meerdere gebieden. Hierbij wordt ingezoomd op hun talenten en kansen, interesses en vaardigheden, verwachtingen en plannen, en hoe die volgens leerlingen mede dankzij en in de school verder ontwikkeld kunnen worden. De centrale vraagstelling van het onderzoek is als volgt geformuleerd: Wat is volgens Amsterdamse leerlingen van 15 tot 18 jaar de taak en bijdrage van school aan hun (persoonlijke, sociale en maatschappelijke) ontwikkeling, en welke (eventuele) verbetervoorstellen hebben ze daaromtrent? Deze algemene vraag is gespecificeerd in drie onderzoeksvragen: 1. Welke taak heeft de school volgens leerlingen in hun (persoonlijke, sociale en maatschappelijke) ontwikkeling en opvoeding? 2. Hoe ervaren en beoordelen leerlingen de bijdrage van school aan hun ontwikkeling, en hebben ze hierover veranderwensen? Ervaren zij lacunes in de opvoeding, zijn er kwesties die ze thuis noch op school (voldoende) leren? 3. Welke concrete voorstellen hebben leerlingen om de bijdrage van school te verbeteren en hoe zouden ze bij de invulling ervan betrokken kunnen worden? Deze drie onderzoeksvragen zijn per ontwikkelingsterrein verder uitgewerkt in concrete en gerichte vragen. Hierbij zijn, zoals eerder is aangegeven, zowel vierdejaarsstudenten van de opleidingen Social Work en Pedagogiek van Hogeschool INHOLLAND als leerlingen van de betrokken scholen betrokken. Ze hebben een inbreng in de afbakening en operationalisering van de onderzoeksthema s. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 19 / 61

20 3.2 Uitvoering van het onderzoek In het onderzoek is gebruik gemaakt van zowel een kwalitatieve als een kwantitatieve onderzoeksbenadering. Kwantitatief onderzoek geeft cijfermatig inzicht en is geschikt om een grote groep respondenten te bereiken en te bevragen. In dit onderzoek komt het kwantitatieve deel tot uiting in de enquête die is afgenomen onder een grote groep leerlingen. De enquête geeft een breed beeld van wat verschillende groepen leerlingen vinden en ervaren rond hun ontwikkeling en opvoeding en wat school daaraan bijdraagt. Kwalitatief onderzoek geeft meer verdiepende informatie over het onderwerp van onderzoek. Het geeft de gelegenheid om in te gaan op motivaties, meningen, wensen en behoeften van, in dit geval, de leerlingen. In dit onderzoek is gekozen voor halfgestructureerde interviews. Gevraagd is aan leerlingen wat zij vinden van de opvoedende taak van school, welke ervaringen ze ermee hebben opgedaan en of ze daaromtrent verbetervoorstellen hebben. In de interviews staat het perspectief van de leerlingen en hun belevingswereld centraal. Het onderzoek is gefaseerd en door middel van verschillende activiteiten uitgevoerd. Verkenning en oriëntatie In voorgesprekken met de gemeente is overlegd welke scholen voor deelname aan het onderzoek in aanmerking komen. Gekozen is voor een vmbo-school en een havo/vwo-school in Amsterdam. Met twee scholen voor voortgezet onderwijs is in november 2006 contact gelegd om de bereidheid tot medewerking te verkennen en vervolgafspraken te maken. Beide scholen hebben hun medewerking toegezegd. Het gaat om het Pieter Nieuwland College, een havo/vwo-school in Oost/Watergraafsmeer ( en het Huygens College, een vmbo-school in Oud-West ( 10 Beide scholen maken deel uit van de Amarantis Scholengroep ( Met de schoolleiding van beide scholen is de onderzoeksopzet besproken, zijn afspraken gemaakt over de leerlingen en klassen die bij het onderzoek betrokken worden. Per school is een contactpersoon (coördinator) aangewezen waarmee de projectleider van het onderzoek overleg heeft over de uitvoering van het onderzoek. De studenten zelf hebben na een introductiebijeenkomst contact gelegd met de scholen voor een eerste ontmoeting. In de hoofdstukken vier en vijf worden de twee deelnemende scholen nader geportretteerd. Voorbereiding, training en begeleiding van studenten In totaal hebben tien studenten van de opleidingen Social Work Noord en Pedagogiek Amsterdam van Hogeschool INHOLLAND in het kader van hun afstudeerproject deelgenomen aan het onderzoek. Nadat ze schriftelijke en mondelinge informatie hebben gekregen over het doel en de wijze van participatie in het onderzoek, hebben deze studenten hun belangstelling kenbaar gemaakt. Elke student heeft bij de start van het onderzoek een keuze gemaakt voor de school waarop zij zich in het bijzonder zou richten. Op basis hiervan zijn twee groepjes geformeerd, die hun school regelmatig hebben bezocht, een enquête en interviews hebben afgenomen, observaties gedaan, om informatie gevraagd. Bij de voorbereiding, uitvoering en afronding van hun afstudeerproject zijn de studenten op de gebruikelijke wijze begeleid door een docent van hun opleiding. De studenten Social Work zijn begeleid door Carin Boersma, de studenten Pedagogiek door Arie Rot. Daarnaast zijn ze intensief begeleid en getraind in de inhoudelijke en methodologische kant van het onderzoek door het lectoraat, i.c. door projectleider van het onderzoek Gemma Bey en lector Pauline Naber. Op deze manier hebben de studenten de onderzoeksopdracht, in samenwerking met en onder supervisie van het lectoraat op een goede manier kunnen vervullen. 10 In september 2005 is het Cygnus Gymnasium van start gegaan, waarmee het Pieter Nieuwland College nauw samenwerkt. De leerlingen van deze school zijn buiten het onderzoek gelaten. Waar bemoeit de school zich mee? Pagina 20 / 61

GIBO HEIDE. pedagogisch project

GIBO HEIDE. pedagogisch project GIBO HEIDE pedagogisch project gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2015 Het pedagogisch project is de vertaling van de visie van directie en leerkrachten die betrekking heeft op alle aspecten van het onderwijs

Nadere informatie

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie Obs de Bouwsteen Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN 1. Wat is actief burgerschap? Actief burgerschap is: de bereidheid en het vermogen om deel uit te kunnen maken van een

Nadere informatie

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs Ons Onderwijs Kwaliteit in onderwijs Voorwoord Bij Marianum staat de ontwikkeling van de leerling voorop. Wij staan voor aantrekkelijk en afgestemd onderwijs, gemotiveerde leerlingen en goede eindresultaten.

Nadere informatie

Onderwijskundige Visie

Onderwijskundige Visie Onderwijskundige Visie 1 Inleiding Missie Het kind Het kind staat voorop en dus centraal. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Elk kind is bijzonder en elk kind mag er zijn. Kinderen zijn niet gelijk,

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren GEDRAGSPROTOCOL (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren Mei 2014 Gedragsprotocol de Boomgaard I. Doel van dit gedragsprotocol: Alle kinderen van De Boomgaard moeten zich veilig voelen, zodat

Nadere informatie

2013-2017. Actief burgerschap en sociale integratie

2013-2017. Actief burgerschap en sociale integratie 201-2017 Actief burgerschap en sociale integratie Inhoudsopgave: Kwaliteitszorg actief burgerschap en sociale integratie Visie en planmatigheid Visie Doelen Invulling Verantwoording Resultaten Risico s

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam

Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam 1 Handboek gedragscodes voor leerkrachten, directie en ouders van Openbaar Onderwijs Alblasserdam Doel We vinden het belangrijk om een gedragscode voor leerkrachten, ouders en directie op te stellen, waarin

Nadere informatie

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl 2013 Actief burgerschap 0 Sint Gerardusschool Splitting 145 7826 ET Emmen Tel: 0591-622465 gerardusschool@skod.nl Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoofdstuk 1 : 3 Hoofdstuk 2 : : een doel en een middel

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap:

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap: Actief Burgerschap Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Actief Burgerschap: een nadere kennismaking 3 3. Actief Burgerschap: een doel en een middel 4 4. Actief Burgerschap: Hoe leren we dit aan? 5 5. Actief

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Goed toegerust op ontdekkingsreis

Goed toegerust op ontdekkingsreis PE DAGO G I S C H B E L E I D S PL A N Goed toegerust op ontdekkingsreis Inhoudsopgave INLEIDING Voor alle duidelijkheid 5 Colofon SAMENVATTING Goed toegerust op ontdekkingsreis 7 TEKST Vlietkinderen UITGANGSPUNTEN

Nadere informatie

Schoolveiligheidsplan Versie 1.0

Schoolveiligheidsplan Versie 1.0 Schoolveiligheidsplan Versie 1.0 1. Inleiding In dit schoolveiligheidsplan wordt aan de hand van de visie van Educatis op het gebied van sociale veiligheid gestalte gegeven aan het veiligheidsbeleid op

Nadere informatie

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE Heutink ICT ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE op de C.B.S. De Bruinhorst 22-5-2012 Inhoudsopgave Inleiding 3 Pagina 1. Burgerschap op de Bruinhorstschool 3 2. Kerndoelen 3 3. Visie 4 4. Hoofddoelen

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Onze ideologie We zien iedereen als uniek en waardevol. Ieder kind heeft talenten en samen gaan we die ontdekken en ontwikkelen. Hierdoor kunnen

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl 1 Actief burgerschap en sociale integratie: Door de toenemende individualisering in onze samenleving is goed

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming

De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming Jeroen Bron en Minke Bruning, 27 november 2014 27-11-2014 SLO projectgroep burgerschap; Jeroen Bron CPS Onderwijsontwikkeling en advies;

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Aandacht, affectie, waardering, respect en ondersteuning.

Aandacht, affectie, waardering, respect en ondersteuning. Het Pedagogisch Klimaat Schooljaar 2007 / 2008 Wat is een pedagogisch klimaat? Als we praten over een pedagogisch klimaat binnen Breedwijs Zuid Berghuizen gaat het over de sfeer die de partners willen

Nadere informatie

Visie op burgerschap en sociale integratie

Visie op burgerschap en sociale integratie Visie op burgerschap en sociale integratie CNS De Regenboog Inleiding Tegenwoordig leven we in een multiculturele samenleving. Burgerschap is in toenemende mate belangrijk geworden. Kennis hebben over

Nadere informatie

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO 1. Inleiding Er zijn soms leerlingen die tijdelijk geen onderwijs kunnen volgen op hun eigen school. De reden hiervoor is

Nadere informatie

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs

Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs Een goede relatie tussen ouders en school komt het leerresultaat ten goede en dat is wat we allemaal willen! Convenant Impuls Kwaliteitsverbetering Onderwijs

Nadere informatie

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren). Waarom kiezen voor onze school? Het is geen gemakkelijke opgave, een goede basisschool te kiezen voor uw kind(eren). De basisschool vervult immers een belangrijke rol in de opvoeding en ontwikkeling van

Nadere informatie

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1 Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP & Sociale Integratie Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Visie op actief burgerschap & sociale integratieactie Hoofdstuk

Nadere informatie

Anti-pestbeleid Griendencollege

Anti-pestbeleid Griendencollege Anti-pestbeleid Griendencollege Wij zien en kennen de leerling is het motto van het Griendencollege. Als school vinden wij het erg belangrijk dat iedereen in ons gebouw zich veilig voelt. Het zien en kennen

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van B

Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van B November 2011 1 Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van BSS 6. Pedagogische dialoog Continuüm

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan. Goed toegerust op ontdekkingsreis

Pedagogisch beleidsplan. Goed toegerust op ontdekkingsreis Pedagogisch beleidsplan Goed toegerust op ontdekkingsreis Inhoudsopgave Inleiding Welkom! 5 Colofon Uitgangspunten Met alle respect 9 Tekst Vlietkinderen Allemaal anders 11 Op weg naar een zelfstandig

Nadere informatie

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Pauwenburg 2, 8226 TA Lelystad tel: 0320 258025 www.3sprong.net - school@3sprong.net Pestprotocol Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren GEDRAGSPROTOCOL (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren Mei 2010 1 Gedragsprotocol de Boomgaard Pesten in school, hoe ga je er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het

Nadere informatie

Jongerencoaching Raster

Jongerencoaching Raster Jongerencoaching Raster School is de plek waar jonge mensen kennis en vaardigheden ontwikkelen, maatschappelijk toegerust worden tot verantwoordelijke burgers en ondersteund worden hun talenten te ontwikkelen.

Nadere informatie

Actief burgerschap en sociale integratie

Actief burgerschap en sociale integratie Actief burgerschap en sociale integratie Mei 2019 1. Inleiding Per 1 februari 2006 is wettelijk vastgelegd dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten bevorderen. Burgerschap moet herkenbaar

Nadere informatie

Teamkompas voor Zelfsturing

Teamkompas voor Zelfsturing Teamkompas voor Zelfsturing Wat is het teamkompas: Met dit instrument kun je inzicht krijgen in de ontwikkeling van je team als het gaat om effectief samenwerken: Waar staan wij als team? Hoe werken wij

Nadere informatie

Goed toegerust op ontdekkingsreis

Goed toegerust op ontdekkingsreis Pedagogisch beleidsplan Goed toegerust op ontdekkingsreis 1 Colofon Tekst Anneke van de Berg, 5D Ellen Bakker, Vlietkinderen Vormgeving Manon Hofstra, Dare to Design Kantoor Vlietkinderen, maatwerk in

Nadere informatie

Burgerschapsvorming op CCZ

Burgerschapsvorming op CCZ Burgerschapsvorming op CCZ Visie Een groot deel van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs zit op het VMBO. Jonge mensen met verschillende achtergronden, capaciteiten, culturen en leerstijlen. Zij

Nadere informatie

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan 08540 LerenLoopbaanBurgerschap 10-04-2008 08:28 Pagina 1 ontwikkelingsproces 1+2 1 2 3 4 5 6 7 Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan Leren, Loopbaan en Burgerschap Wat laat

Nadere informatie

Identiteit van de Koos Meindertsschool

Identiteit van de Koos Meindertsschool Identiteit van de Koos Meindertsschool 1. Identiteit - het karakter van de school Wij zijn een open school waarin een ieder gelijkwaardig is. Wij heten elk kind welkom op de Koos Meindertsschool, ongeacht

Nadere informatie

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012 Morele Ontwikkeling van Jongeren Hanze Jeugdlezing 2012 Wiel Veugelers Universiteit voor Humanistiek Universiteit van Amsterdam Opbouw verhaal Wat is morele ontwikkeling? Wat leert onderzoek over morele

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid Strategisch beleidsplan O2A5 De dialoog als beleid Bij de tijd, open, boeiend en passend, dat zijn zowel het onderwijs als de werkwijze van O2A5. We hebben dan ook gekozen voor een vernieuwende en eigentijdse

Nadere informatie

Meer dan alleen een goede school

Meer dan alleen een goede school Visser t Hooft Lyceum Rijnsburg KANSRIJK EN UITDAGEND Meer dan alleen een goede school i atheneum havo vhl.nl mavo (vmbo-t) Noordeinde 24 q Elke leraar kan goed met kinderen omgaan. Ze geven je een veilig

Nadere informatie

Pedagogische Visie en Beleid

Pedagogische Visie en Beleid Pedagogische Visie en Beleid Inleiding Voor ouders, medewerkers en alle anderen die betrokken zijn bij, en geïnteresseerd zijn in onze kinderopvang. Voor verantwoorde kinderopvang is veel nodig, om te

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

OBS De Dorpsakker Assendelft

OBS De Dorpsakker Assendelft BELEIDSPLAN ACTIEF BURGERSCHAP Juni 2018 OBS De Dorpsakker Assendelft Er is maar 1 wereld en die is van ons allemaal (Jitske Kramer) INHOUDSOPGAVE ACTIEF BURGERSCHAP INLEIDING pagina 3 HOOFDSTUK 1: een

Nadere informatie

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

Waarde-volle zorg is ook nog JONG! Waarde-volle zorg is ook nog JONG! LOC maakte een nieuwe visie op de zorg. Die heet Waarde-volle zorg. Allerlei mensen herkennen zich daar in. Dat komt doordat die gaat over dingen die voor ons allemaal

Nadere informatie

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland) Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland) Programma 1. Seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren 2. Criteria om normaal

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding en probleemstelling Hoofdstuk 1. Leerlingenbegeleiding: een exemplarisch thema in het jeugdbeleid

Inhoudstafel Inleiding en probleemstelling Hoofdstuk 1. Leerlingenbegeleiding: een exemplarisch thema in het jeugdbeleid Inleiding en probleemstelling................................... 1 1. Situering............................................... 3 2. Onderzoeken die aan de basis liggen van deze studie............ 4 2.1

Nadere informatie

Onderwijs - onderzoek

Onderwijs - onderzoek Onderwijs - onderzoek Belangrijkste punten uit ervaringsonderzoek School en Vriendschap Publieksversie december 2018 Heeft het schooltype invloed op sociale leven van leerling met een beperking? Vooraf

Nadere informatie

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen) In opdracht van de Gemeente Amsterdam (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling) Als ik mijn vader had gehad vanaf mijn jeugd, dan zou ik misschien anders zijn in het leven. (...) Wat ik allemaal wel niet

Nadere informatie

Pedagogisch klimaat. Na.v. leerling-ouder en personeel enquête Beoordeling uitslagen

Pedagogisch klimaat. Na.v. leerling-ouder en personeel enquête Beoordeling uitslagen Pedagogisch klimaat Na.v. leerling-ouder en personeel enquête Beoordeling uitslagen De vragenlijsten zijn opgebouwd uit verschillende rubrieken. De vragen binnen de rubrieken worden items genoemd. Per

Nadere informatie

Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie

Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie Studiedagen GOK derde cyclus oktober/november 2008 1. Leerlingen- en ouderparticipatie is 2. Waarom? 3. Hoe? 4. Instrument voor analyse beginsituatie

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang Introductie Introductie Het pedagogisch beleid van de tussenschoolse opvang SKN s Eetclub biedt een kader dat de overblijfkrachten en de coördinatoren tussenschoolse

Nadere informatie

doorzettingsvermogen fantasie opkomen voor de ander Ken je kwaliteiten - (jeugd) kwaliteitenspel Handleiding zelfvertrouwen ideeën

doorzettingsvermogen fantasie opkomen voor de ander Ken je kwaliteiten - (jeugd) kwaliteitenspel Handleiding zelfvertrouwen ideeën doorzettingsvermogen alert fantasie Ken je kwaliteiten - (jeugd) kwaliteitenspel Handleiding opkomen voor de ander ideeën relativeren zelfvertrouwen luisteren creatief Colofon CPS Onderwijsontwikkeling

Nadere informatie

Op expeditie naar waarde(n)

Op expeditie naar waarde(n) Op expeditie naar waarde(n) 21e eeuwse educatie Effectief leiderschap Vakmanschap: de leraar doet ertoe! Verbinding met de gemeenschap Waardengedreven onderwijs Op expeditie naar waarde(n) De hele opvoeding

Nadere informatie

Bewegen en sport. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1. Bewegen en sport

Bewegen en sport. Bron: http://gezondeleefstijl.slo.nl 1. Bewegen en sport Een actieve leefstijl is een wezenlijk bestanddeel van een gezonde leefstijl. Een actieve leefstijl draagt bij aan kwaliteit van leven of gezondheid in de breedste zin van het woord. De school kan op diverse

Nadere informatie

Ouderschap in Ontwikkeling

Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap

Nadere informatie

To Behave or not to Behave?

To Behave or not to Behave? To Behave or not to Behave? Een evaluatieonderzoek naar het gedragscodeprogramma Zo gaat dat hier: Behave! voor de onderbouw van het Voortgezet Onderwijs. Samenvatting Leiden, mei 2010 Opdrachtgever: Onderzoekers:

Nadere informatie

Visiedocument: Burgerschap in het vmbo van Wellantcollege

Visiedocument: Burgerschap in het vmbo van Wellantcollege Visiedocument: Burgerschap in het vmbo van Wellantcollege Visiedocument: Burgerschap in het vmbo van Wellantcollege Inleiding Dit Wellant visiedocument beschrijft de algemene visie van Wellantcollege t.a.v.

Nadere informatie

Meer dan alleen een goede school

Meer dan alleen een goede school Visser t Hooft Lyceum Rijnsburg KANSRIJK EN UITDAGEND Meer dan alleen een goede school i atheneum havo vhl.nl mavo (vmbo-t) Noordeinde 24 q De leraren kunnen goed met kinderen omgaan. Ze geven je een veilig

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau) Voor u ligt het pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau). Hierin wordt beschreven

Nadere informatie

BREDE MARIA SCHOOL REUSEL

BREDE MARIA SCHOOL REUSEL BREDE MARIA SCHOOL REUSEL Pedagogisch beleid Brede Mariaschool Visie De Brede Mariaschool werkt vanuit een visie waarbij het welbevinden van de aan de Brede Mariaschool toevertrouwde kinderen centraal

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Inleiding Kinderopvang Haarlem heeft één centraal pedagogisch beleid. Dit is de pedagogische basis van alle kindercentra van Kinderopvang Haarlem.

Nadere informatie

1. Kinderopvang Friesland: Visie en kwaliteit. 2. Kinderopvang Friesland en Thomas Gordon. 3. Kinderopvang Friesland en opvoeden

1. Kinderopvang Friesland: Visie en kwaliteit. 2. Kinderopvang Friesland en Thomas Gordon. 3. Kinderopvang Friesland en opvoeden Pagina 1 van 5 1. Kinderopvang Friesland: Visie en kwaliteit 2. Kinderopvang Friesland en Thomas Gordon 3. Kinderopvang Friesland en opvoeden 4. Kinderopvang Friesland en talenten 5. Kinderopvang Friesland

Nadere informatie

Visiedocument. Actief Burgerschap. Januari 2010

Visiedocument. Actief Burgerschap. Januari 2010 Visiedocument Actief Burgerschap Januari 2010 Gereformeerde scholen voor speciaal basisonderwijs Het Baken en De Drieluik Inleiding Actief Burgerschap U staat op het punt ons visiestuk actief burgerschap

Nadere informatie

Wat doe jij op de eerste schooldag in 2015???

Wat doe jij op de eerste schooldag in 2015??? Wat doe jij op de eerste schooldag in 2015??? ROC in verandering Doel van de structuurverandering: goed, kleinschalig en betrokken onderwijs organiseren/faciliteren Nu overgangsfase van een oude, naar

Nadere informatie

Brief voor ouder over thema 1

Brief voor ouder over thema 1 Brief voor ouder over thema 1 Steeds meer scholen besteden aandacht aan sociaal-emotionele vaardigheden en gezondheidsvaardigheden. Niet alleen om probleemgedrag te bestrijden en om ongewenst gedrag te

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST School: De Horst Plaats: Apeldoorn BRIN-nummer: 17UB Onderzoeksnummer: 103558 Datum uitvoering onderzoek:

Nadere informatie

De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics

De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics Hoe kunnen we gedragsproblemen in het onderwijs substantieel verminderen? Een integrale benadering voor op de werkvloer leidt tot minder ervaren

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

Opleiders in de school: Els Hagebeuk elshagebeuk@de-gouw.nl Sjef Langedijk sjeflangedijk@de-gouw.nl. Begeleiden van pabostudenten

Opleiders in de school: Els Hagebeuk elshagebeuk@de-gouw.nl Sjef Langedijk sjeflangedijk@de-gouw.nl. Begeleiden van pabostudenten Opleiders in de school: Els Hagebeuk elshagebeuk@de-gouw.nl Sjef Langedijk sjeflangedijk@de-gouw.nl Begeleiden van pabostudenten Dit stuk geeft je handvatten bij de begeleiding van een pabostudent. Als

Nadere informatie

Visie op ouderbetrokkenheid

Visie op ouderbetrokkenheid Visie op ouderbetrokkenheid Basisschool Lambertus Meestersweg 5 6071 BN Swalmen tel 0475-508144 e-mail: info@lambertusswalmen.nl website: www.lambertusswalmen.nl 1 Maart 2016 Inleiding: Een beleidsnotitie

Nadere informatie

Basisschool de Drijfveer

Basisschool de Drijfveer Basisschool de Drijfveer Schooljaarverslag 2017-2018 De volgende items willen we in het verslag verder toelichten Een goed pedagogisch klimaat (5) Kinderen vinden het fijn op school, accepteren en respecteren

Nadere informatie

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw Het huis van JBC Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw Van schoolvisie naar gezamenlijke beleving van het nieuwe gebouw Met leerlingen, school, ouders en architect aan

Nadere informatie

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5 ANTI-PESTPROTOCOL Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum 01-03-2017 0 van 5 INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD... 2 2. ANTI-PESTPROTOCOL... 3 2.1. Pesten op school... 3 2.2. Algemene

Nadere informatie

Actief Burgerschap. Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen

Actief Burgerschap. Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen Actief Burgerschap Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen OBS De Hobbitstee Leerdam 2010 Met open vizier.. 2 Inhoudsopgave Inleiding 4 Hoofdstuk 1 : Actief Burgerschap: een nadere kennismaking

Nadere informatie

De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en de ander.

De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en de ander. Burgerschapsvorming en sociale integratie De visie van de school We zijn een openbare basisschool. We werken volgens de richtlijnen en doelstellingen zoals beschreven in de Wet Primair Onderwijs. Het doel

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Protocol. Pestprotocol

Protocol. Pestprotocol Pestprotocol Algemeen Dit pestprotocol heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

VISIESTUK ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

VISIESTUK ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE VISIESTUK ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE SBO de Regenboog Drunen SBO de Regenboog kwaliteitszorg burgerschap 18-12-2014 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Kenmerken van onze leerlingen en risico s.

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op:

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op: Europakenner Onderzoeker Journalist Europeaan en invloeden Europese en internationale instellingen bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties toekomst als Europees burger formuleren Een Europeaan

Nadere informatie

(Samen)werken aan christelijk leraarschap

(Samen)werken aan christelijk leraarschap (Samen)werken aan christelijk leraarschap Laura Boele de Bruin MSc Dit materiaal is onderdeel van het compendium over christelijk leraarschap, van het lectoraat Christelijk leraarschap van Driestar hogeschool.

Nadere informatie

MeerderWeert midden in de samenleving. Samen leren, boeien en groeien

MeerderWeert midden in de samenleving. Samen leren, boeien en groeien MeerderWeert midden in de samenleving Samen leren, boeien en groeien Koersplan 2015-2019 2 Meerderweert midden in de samenleving Waar willen wij in 2020 staan? Op die vraag hebben wij samen met leerlingen,

Nadere informatie

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod Hulp bij ADHD Dit heeft mijn beeld van ADHD enorm verrijkt. Ik zie nu veel mogelijkheden om kinderen met ADHD goede begeleiding te bieden deelnemer workshop bij Fontys Hogescholen Copyright 2010 Hulp bij

Nadere informatie

Juni Inhoudsopgave

Juni Inhoudsopgave Pestprotocol 1 Juni 2010 Inhoudsopgave A. Pestprotocol B. Waarom een pestprotocol? C. Uitgangspunten D. Preventieve maatregelen E. Repressieve maatregelen F. De concrete pedagogische invulling Omwille

Nadere informatie

Beleidsplan Gezonde School

Beleidsplan Gezonde School Beleidsplan Gezonde School Stedelijk Gymnasium Haarlem Inhoud: - Inleiding - Visie - Beleid Roken, alcohol- en drugspreventie - Doelstellingen en handhaving - Borging - Communicatie - Evaluatie - Externe

Nadere informatie

7. Conclusies en aanbevelingen

7. Conclusies en aanbevelingen 7. Conclusies en aanbevelingen 7.1 Algemeen Op CBS Het Galjoen worden al goede initiatieven genomen om de ouderbetrokkenheid te stimuleren en te vergroten, ook al kan er nog het één en ander aan uitgebreid

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide

Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide Pagina 1 van 7 Pedagogisch beleidsplan IKC de Weide. Inhoudsopgave Pedagogisch beleidsplan Kindcentrum de Weide Leeuwarden Voorwoord... 3 1. Integraal

Nadere informatie

PESTEN OP SCHOOL ONDERZOEK STICHTING DE KINDERTELEFOON 19 SEPTEMBER 2016

PESTEN OP SCHOOL ONDERZOEK STICHTING DE KINDERTELEFOON 19 SEPTEMBER 2016 PESTEN OP SCHOOL ONDERZOEK STICHTING DE KINDERTELEFOON 19 SEPTEMBER 2016 Wil je iets meer vertellen over het pesten? Ik werd vanaf de brugklas gepest op de middelbare school. De leraren wisten het, ze

Nadere informatie

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2 Schoolbrochure GRO TE REIS Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2 het onderwijsaanbod 8 typisch Daltonschool 14 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Onze kernwaarden 1 3 4 5 6 7 2 3 Leren leven, leren leren

Nadere informatie

Jongerenparticipatie in en door de sport. Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging)

Jongerenparticipatie in en door de sport. Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging) Jongerenparticipatie in en door de sport Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging) Nota Jongerenparticipatie in en door de sport Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs,

Nadere informatie

Verantwoording 1.1 Keuze van de titel

Verantwoording 1.1 Keuze van de titel 1 13 Verantwoording 1.1 Keuze van de titel Voor je ligt het handboek Training sociale vaardigheden. Dit boek is geschreven voor iedereen die te maken heeft met kinderen tussen de tien en vijftien jaar

Nadere informatie

dialooghouding We stellen u onze visie even voor.

dialooghouding We stellen u onze visie even voor. schoolvisie Als katholieke basisschool willen we zorg dragen voor de opvoeding van elk kind. We zien onze school als een huis met een tuin waarin we de basis leggen voor de toekomst, om later met de beste

Nadere informatie

Pedagogisch werkplan BSO Bussloo

Pedagogisch werkplan BSO Bussloo Pedagogisch werkplan BSO Bussloo 1. De locatie Onze buitenschoolse opvang biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. BSO Bussloo is gelegen in het gelijknamige dorp Bussloo(gemeente Voorst).

Nadere informatie

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk!

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk! In de les praten over relaties en seksualiteit Hoe maak je het makkelijk en leuk! Hoe kunt u leerlingen ondersteunen en leert u hen verantwoorde keuzes te maken op het gebied van relaties en seksualiteit?

Nadere informatie

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap De KNVB gelooft in de maatschappelijke meerwaarde van voetbal. Voetbal brengt de samenleving in beweging. Zo n 300.000 vrijwilligers zijn in Nederland actief bij

Nadere informatie