Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting ERRB-wapen Nr.3 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 25 november 1977 De vaste Commissies voor Buitenlandse Zaken' en voor Defensie 2 ontvingen desgevraagd op 22 oktober een notitie van de beide Ministers aangaande het ERRB-wapen. Naar aanleiding hiervan hadden de commissies op 27 oktober een mondeling overleg met de ministers. De commissies hebben de eer hierover als volgt te rapporteren. Vragen van commissieleden ' Samenstelling: Berkhouwer (VVD), Aantjes (CDA), Hoekstra (CPN), Portheine (VVD), Andriessen (CDA), Vacature (PvdA), Van Thijn (PvdA), Van Rossum (SGP), Dankert (PvdA), Roethof (PvdA), Scholten (CDA), Ter Beek (PvdA), Kruisinga (CDA), Ploeg (VVD), Patijn (PvdA), Waltmans (PPR), Van den Broek (CDA), Van Eekelen (VVD), Brinkhorst (D'66), Gualthérie van Weezel (CDA), Van den Bergh (PvdA), Van der Linden (CDA), Vacature (PvdA). 2 Samenstelling: Hoekstra (CPN), Van Leeuwen (CDA), Dankert (PvdA), De Beer (VVD), Van Dis (SGP), Hermes (CDA), Ter Beek (PvdA), Wisselink (CDA), Keja (VVD), Ploeg (VVD), Kombrink (PvdA), Konings (PvdA), Waltmans (PPR), Patijn (PvdA), De Vries (PvdA), De Kwaadsteniet (CDA), J. de Boer (CDA), Van Muiden (CDA), Van Eekelen (VVD), Brinkhorst (D'66), Gualthérie van Weezel (CDA), Van den Bergh (PvdA), Vacature (PvdA). Een lid van de P.v.d.A.-fractie sprak aan het begin van het overleg zijn teleurstelling uit over de betekenis van de toegezonden notitie. Volgens die notitie (blz. 12, voorlaatste alinea) waren alle landen het tijdens de tweede consultatiebijeenkomst (op 27 september jongstleden) eens over de noodzaak van goede voorlichting. De nadien ontvangen notitie vertelt echter weinig nieuws. De Nederlandse Regering laat in dat stuk ook geen duidelijke opvatting blijken. Wel leest men tussen de regels steeds dat het nieuwe wapen militair zeer bruikbaar is. Maar de bezwaren tegen het nieuwe wapen, die het uitstel van het nemen van een beslissing rechtvaardigen, komen niet uit de verf. De Verenigde Staten hebben volgens de notitie (blz. 5, eerste hele alinea) reeds in 1973 het ERRB-wapen genoemd als één van de mogelijkheden tot vernieuwing bij tactische nucleaire wapens. De desbetreffende studie werd afgerond op de NPG-ministersbijeenkomst in november 1976 te Londen. Hoe concreet was die «afronding»? Welke andere mogelijkheden waren daaraan de orde? Het aan het woord zijnde lid constateerde een zekere tegenstelling tussen de beweringen aangaande de militaire bruikbaarheid van het nieuwe wapen - welk voordeel pas gaat spelen als een oorlog is begonnen - en de beweringen aangaande de verbetering van de afschrikking die ertoe strekt een oorlog te voorkómen. Hoe groot kan overigens de geloofwaardigheid als afschrikking zijn van een wapen dat waarschijnlijk uitsluitend op het NAVOgrondgebied zelf wordt ingezet? Het nieuwe wapen zou ook nog van belang kunnen zijn als onderhandelingsobject. Zijn de geruchten juist dat de westelijke deelnemers aan de MBFR overwegen om het daar in te brengen ten einde het oostblok mee te krijgen in het streven naar pariteit? 3 vel Tweede Kamer, zitting ,14 847, nr. 3 1

2 Ten slotte was het het aangeduide lid opgevallen dat de notitie in het geheel niet spreekt van de wapensystemen waar de neutronengranaat in zou kunnen worden gepast. Is het waar dat hiertoe in de Nederlandse strijdkrachten drie mogelijkheden aanwezig zijn? Zo ja, betekent dit dan niet dat het streven naar terugdringing van het aantal nucleaire wapensystemen tot 1 a 2 gefrustreerd wordt? Op welke termijnen denkt de minister van Defensie de desbetreffende studie te kunnen afronden? Een lid van de V.V.D.-fractie noemde de notitie een afgewogen analyse. Het is niet juist om de afschrikkende werking van een wapen geheel los te zien van z'n militaire bruikbaarheid. Juist de onzekerheid bij de tegenstander over die laatste factor bepaalt mede de afschrikking. Ook staat de atoomdrempel niet in plaats en tijd vast. Onduidelijkheid hierover mag niet aan de notitie worden verweten. De hoofdvraag voor het lid nu aan het woord was of het arsenaal aan nucleaire wapens nu naar de mening van de bewindslieden verouderd is. Zo ja, dan kan men gaan praten over de verschillende mogelijkheden tot modernisering. In die fase rijst dan uiteraard ook de vraag, welke wapens van een neutronenkop zijn te voorzien: artilleriegranaten, de Lanceof nog andere wapens? Wat is nu het tijdschema voorde besluitvorming? Is de beslissing over het nieuwe wapen inderdaad uitgesteld tot de resultaten bekend zijn van de studie waar van Nederlandse zijde in de NPG naar gevraagd is, inzake de kwalitatieve en kwantitative aspecten van de toekomstige nucleaire bewapening? Is het nieuwe wapen van een zo grote betekenis dat bij invoering ervan het totaal aantal atoomkoppen aan westerse zijde drastisch verminderd zou kunnen worden? Zo ja, dan achtte het aan het woord zijnde lid inderdaad de mogelijkheid van inbreng in de MBFR van belang. Een ander lid van de V.V.D.-fractie vestigde de aandacht op hetgeen de ministers betogen op blz. 7 van hun notitie. Een ERRB-wapen zal naar hun mening (vierde alinea) nooit mogen «dienen als compensatie voor het gebrek aan evenwicht in de conventionele bewapening». Maar wat staat er dan te doen als de conventionele verdediging in de situatie beschreven in de derde alinea faalt? Onderaan diezelfde bladzijde speculeren de beide ministers op mogelijkheden om in bepaalde wapensystemen nucleaire ladingen te vervangen door conventionele. Als dit geconcretiseerd kan worden, dan kan ook dit in de MBFR een rol spelen. Ook dit lid was getroffen door de overeenstemming die volgens de notitie (blz. 12, voorlaatste alinea) tussen alle landen bestond wat betreft de noodzaak tot betere voorlichting «ongeacht de eindbeslissing». Moet dit zo gelezen worden dat eigenlijk alle landen geneigd zijn tot een positieve beslissing, maar daaraan voorafgaand nog eens in het openbaar een afweging van voor- en nadelen willen uitvoeren? Hoe denkt Nederland dit te doen? Dit lid had uit een interview met de Westduitse minister van Defensie begrepen dat de consultatie over het nieuwe wapen zou plaatsvinden tussen een aangevallen land en de VS, dus tussen twee landen en niet op bondgenootschappelijk niveau. Is dit waar? Het lid van de G.P.V.-fractie zou gaarne zien dat de Regering een poging deed om de atoomdrempel te kwantificeren op de TNT-schaal. Wat is het zwaarste kaliber van de op dit moment bestaande conventionele wapens? En wat is het lichtste kaliber van de op dit moment bestaande nucleaire wapens? Indien het verschil tussen beide een factor 100 a 500 bedraagt, zoals dit lid had begrepen, dan is dit als «atoombrandgang» ruim voldoende. Ook de grens tussen tactische en strategische nucleaire wapens kan, behalve door het gebruik, worden aangegeven door het kaliber: 1 a 5 kiloton tegenover 10 a 20 kiloton. Uit de notitie kan men afleiden dat het ERRB-wapen een stralingseffect heeft gelijk aan dat van een 10 kilotonwapen. Het Tweede Kamer, zitting , , nr. 3 2

3 moet dus wat dit betreft geplaatst worden tussen de tactische en strategische nucleaire wapens in en het kan dus nooit worden gezien als tussen de nucleaire en conventionele wapens in, in welk geval de atoomdrempel zou zijn verlaagd of zelfs vervaagd. Het lid nu aan het woord zijnde, zag vervolgens graag uitgelegd hoe het komt dat - zoals opgemerkt aan het einde van de laatste hele alinea van blz. 9 van de notitie - bij het ERRB-wapen minder radio-actieve koolstof vrijkomt dan bij de huidige wapens. Dit lid had eerder begrepen dat de uitwerking van neutronenstraling op het menselijk lichaam gemeten wordt in de eenheid rem (roentgen equivalent man). Niettemin meten de ministers op blz. 11 van de notitie in eenheden rad (radiation absorbed dose). Hoe kunnen die eenheden in elkaar omgerekend worden? Een laag beton van 50 cm levert volgens de notitie (blz. 11 eerste hele alinea) een vermindering van de directe straling op met een factor 50. Is het denkbaar dat de bemanning van een tank met een dergelijke betonlaag beschermd wordt? Zo ja, dan is het nieuwe wapen eerder geschikt voor offensief gebruik dan voor verdediging tegen een tankaanval. Het aan het woord zijnde lid meende dat de Ministers op blz. 11 van hun notitie (in het midden) ten onrechte het effect van het ERRB-wapen vergelijken met een gewoon nucleair wapen. Het relevante verschil is dat dat bij een gewoon nucleair wapen de buitengevechtstelling direct volgt, terwijl personen getroffen door neutronenstraling nog enkele uren a twee dagen kunnen blijven leven. Hiermee wordt het ERRB-wapen vergelijkbaar met bepaalde bacteriologische wapens. Ten slotte informeerde dit lid of de mogelijkheid van stralingswapens niet consequenties behoort te hebben voor de opzet van de civiele verdediging. Een lid van de C.D.A.-fractie zou gaarne een duidelijk antwoord krijgen op de vraag of invoering van het nieuwe wapen door Nederland kan worden tegengehouden. Zo ja, hoe lang kan het kiezen van een standpunt dan worden uitgesteld? Dit lid meende dat de notitie zelfs geen duidelijk antwoord geeft op de vraag of het nieuwe wapen nu de atoomdrempel verlaagt of niet. Zowel argumenten voor de ene visie, als argumenten voorde andere visie worden op blz. 6 aangedragen. Wat bedoelen de Ministers op blz. 7 (tweede alinea) met «een vergelijkbaar militair resultaat»? Wordt dat resultaat gemeten in buiten gevecht gestelde tankbemanningen of tanks? In het laatste geval dient een ERRB-inzet altijd gevolgd te worden door een overmeestering van de vijandelijke tanks. Dit lid betwijfelde de stelling in de volgende alinea van blz. 7, als zouden ERRB-wapens dichter bij de eigen troepen kunnen worden ingezet. Zullen die eigen troepen zich niet in pantserwagens bevinden en dan de gevolgen van luchtdruk en hitte ondervinden die zich volgens de afbeeldingen 2 en 3 (blz. 10) ook bij het ERRB-wapen voordoen? Brengen de tactieken van de Warschaupactlegers niet reeds nu al mee dat concentraties van gevechtsmiddelen worden vermeden? Zijn deze concentraties niet even kwetsbaar voor de bestaande tactische nucleaire wapens als voor ERRB-wapens? Indien ERRB-koppen kunnen worden gemonteerd op cruise-missiles, is de stelling in de laatste hele alinea van blz. 8 van de notitie onjuist. Dan zou het nieuwe wapen dus wel degelijk bij de SALT een rol kunnen spelen. In aansluiting op het gestelde door het lid van de G.P.V.-fractie, betoogde het lid nu aan het woord dat bescherming tegen het belangrijkste effect van het nieuwe wapen, verkregen kan worden door in dekking gaan achter een betonnen muur. De diagrammen op blz. 10 geven trouwens geen duidelijk antwoord op de vraag welke schade er nu door luchtdruk optreedt in welk gebied. Evenmin is duidelijk binnen welk gebied een vrijwel direct duidelijk effect optreedt. Tweede Kamer, zitting ,14 847, nr. 3 3

4 Hoe dit ook zij, het kwam het lid nu aan het woord voor, dat het nieuwe wapen terecht vergeleken wordt met bacteriologische en chemische wapens. Des te klemmender is het belang van het streven van de Regering om de situatie naderbij te brengen dat nucleaire middelen kunnen worden gemist (blz. 7, zesde hele alinea). Hoe denkt de Regering de hiervoor nodige verbetering in de conventionele bewapening te verwezenlijken? Op welk moment is de conventionele bewapening voldoende ontwikkeld? Een lid van de C.P.N.-fractie zag in de notitie een indirecte stellingname vóór de N-bom, omdat de bewindslieden met de schijn van vrijblijvendheid, uitsluitend polemiseren met tegenstanders. Als de Regering van mening is dat er behoefte bestaat aan meer voorlichting over het nieuwe wapen (blz. 12, voorlaatste alinea), dan betekent dit dat de Regering zich distantieert van de beweging die momenteel gaande is in ons volk. Dit lid zou graag vernemen hoe lang de Nederlandse Regering nu precies al op de hoogte is van de mogelijkheid dat een ERRB-wapen in de NAVO wordt voorgesteld. Wat is nu precies de stand van de voorbereiding? Wanneer vallen beslissingen? Wat is de rol van het parlement? Is het denkbaar dat de Amerikanen het wapen gaan produceren, welk wapen bedoeld is voor gebruik in Europa, tegen de wil van de Europese landen? De bewindslieden spreken op blz. 9 (eerste hele alinea) van de «momenteel niet ongunstige ontwikkelingen bij de onderhandelingen over het ComprehensiveTest Ban-Verdrag». Kunnen zij dat wat nader toelichten? In hoeverre moet het nieuwe wapen nog beproefd worden? Het lid nu aan het woord meende dat het nieuwe wapen veeleer geschikt zal zijn voor offensief dan voor defensief gebruik. Grote concentraties van personeel worden immers eerder aangetroffen in de verdediging dan in de aanval. Moet de mogelijkheid van het voorzien van de Lance van atoomkoppen in verband gebracht worden met de mogelijkheid van ERRB-ladingen? Een lid van de fractie van D'66 zette veel vraagtekens bij het effect van het nieuwe wapen op de atoomdrempel. Het enige argument van de Regering om te betogen dat de drempel niet verlaagd wordt, dat is dat, net als voor andere nucleaire wapens, de beslissing van de Amerikaanse president nodig is. Maar de vraag rijst dan wat nog de militaire voordelen zijn bij zulk een procedure. Dit lid nam wel aan dat het nieuwe wapen op dit moment - zoals onderaan blz. 11 van de notitie wordt betoogd - geen mininuke kan worden genoemd. Maar aangezien we nog slechts aan het begin van de ontwikkeling staan, zal modernisering toch ook miniaturisering meebrengen en dus tot vervaging van de grens tussen conventionele en nucleaire wapens leiden. Indien het nieuwe wapen inderdaad voornamelijk tegen tanks is bedoeld, bestonden er, naar de indruk van het lid nu aan het woord, reeds conventionele wapens met gelijke effecten. In ieder geval zou om die reden niet over het nieuwe wapen mogen worden beslist, voordat de afwezigheid van conventionele alternatieven is aangetoond. Het aangeduide lid vreesde dat het negatieve effect op de wapenbeheersing, de nieuwe slinger in de bewapeningsspiraal, optreedt op het moment van uitvinding en bekend worden van een nieuw wapen. De beslissing om tot produktie over te gaan is minder principieel. Niettemin kon dit lid zich wel voorstellen dat het nieuwe wapen van Amerikaanse zijde zou worden ingebrachtin dembfr. Tweede Kamer, zitting ,14 847, nr. 3 4

5 Een lid van de P.P.R.-fractie kon niet begrijpen waarom de Regering nog aarzelt in haar standpunt, als zij toch voorstander is van terugdringen van de kernbewapening. Waarom heeft de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken de notitie niet mede getekend, zulks gezien het in de notitie onvoldoende uitgewerkte verband met de verschillende ontwapeningsbesprekingen? Dit lid zou gaarne vernemen wat de classificatie is van het NPG-rapport over het nieuwe wapen. Is dit rapport geheim, confidentieel? Kan althans het Nederlandse oordeel over dit (op blz. 5 van de notitie genoemde) rapport worden gegeven? Is één van de argumenten voor de invoering van het nieuwe wapen dat dit een gat vult tussen de tactische en strategische nucleaire wapens? Een lid van de C.D.A.-fractie had met instemming gelezen (blz. 8, derde hele alinea) dat «een modernisering of invoering van een nieuw nucleair wapen, gericht op een vroeger gebruik of op een uitbreiding van het wapenarsenaal, in elk geval» door de Nederlandse Regering wordt afgewezen. Kunnen de bewindslieden uiteenzetten waarom zij niet reeds nu tot de conclusie zijn gekomen dat het nieuwe wapen om die redenen moet worden afgewezen? Zijn tijdens de ministeriële NPG-bijeenkomst in november 1976 in Londen, de grenzen tussen de conventionele en nucleaire oorlogsvoering gepreciseerd? Welke landen onderschreven tijdens de ministeriële NPG-bijeenkomst van oktober jongstleden in Bari (blz. 13, eerste alinea) de militaire betekenis van het ERRB-wapen niet? Hoe denken de bondgenoten afzonderlijk over het wapen? Antwoord van de Minister van Defensie De Minister van Defensie deelde mede dat hij, zoals allen die de ontwikkelingen in het militaire en hettechnische denken volgen, al lange tijd op de hoogte was van de mogelijkheid van een ERRB-wapen. Ongeveer in het begin van de periode van het huidige kabinet werd deze mogelijkheid ook op politiek niveau in het NAVO-overleg genoemd. In de laatste tien jaar zijn vernieuwingen bestudeerd op het gebied van het draagvermogen (raketsystemen), van de richtmiddelen en van de zogenaamde warheads. Al deze mogelijkheden waren aangeduid in de definitieve versie van het rapport dat in november 1976 te Londen werd besproken door de NPG-ministers. Het ERRB-wapen kwam niet apart aan de orde. De Ministers deden niet meer dan van het rapport kennis nemen, waarbij van Nederlandse zijde wel echter reeds werd gewezen op de relatie tussen vernieuwingen en de bewapeningsspiraal. De Minister meende dat de NPG in het verleden weleens wat te weinig aandacht had gegeven aan het geheel van de technologische perspectieven, terwijl telkens blijkt dat deze het strategisch denken sterk beïnvloeden. Te veel werden wapensystemen (bij voorbeeld voor luchtverdediging), al of niet nucleair, incidenteel bezien. Op Nederlands voorstel is tot het maken van een samenhangende studie besloten tijdens de voorjaarszitting van de NPG-ministers te Ottawa. Een eerste aanzet voor die studie ligt nu ter tafel. In het voorjaar van 1978 zal deze studie naar verwachting zijn afgerond. De VS blijken vooral het denken op de lange termijn te willen inventariseren en daarmee zal waarschijnlijk meer tijd gemoeid zijn dan was voorzien. Nederland dringt er, onder meer op ambassadeursniveau, op aan dat voor wat betreft Centraal Europa steeds de relatie tussen nucleaire en conventionele bewapening wordt gelegd en dat de noodzakelijke beslissingen op de kote termijn passen in het denken op langere termijn. De bewindsman had opzettelijk en passant het luchtverdedigingssysteem genoemd omdat de studie hiervan illustreert hoe korte en lange termijn op elkaar ingrijpen. Uit de studie blijkt dat al op korte termijn de nucleaire component van het NIKE-systeem enigszins gereduceerd kan worden (puur mili- Tweede Kamer, zitting ,14 847, nr. 3 5

6 tair bekeken). Een dergelijke incidentele beslissing past goed in het Nederlandse beleid. Niet elke incidentele beslissing wordt dan ook afgewezen. Wel worden incidentele beslissingen afgewezen die in strijd zijn of kunnen zijn met het regeringsbeleid, namelijk terugdringing rol kernwapens. Er bestaan goede mogelijkheden om de luchtverdediging door middel van raketsystemen in de toekomst geheel conventioneel te maken. Het ERRB-wapen is in de eerste plaats bedoeld grote tankconcentraties af te weren. Reeds op dit moment zijn er evenwel allerlei conventionele mogelijkheden voor tankbestrijding en uit het rapport voor de NPG blijkt dat de technologische ontwikkeling nog geenszins aan haar einde is. In dit geval is het nemen van een incidentele beslissing derhalve niet aan te bevelen. Nederland zelf is al in redelijke mate uitgerust met conventionele tankbestrijdingsmiddelen, hoewel verbetering denkbaar is (AT-mijnen, helicopters). Het Nederlandse investeringspercentage steekt gunstig af tegen dat van verscheidene bondgenoten. In de toekomst zal wel de vraag moeten worden beantwoord of Nederland ook wil meedoen aan de verdere technologische vernieuwing op conventioneel gebied, in algemene zin of gericht op bepaalde wapensystemen. De Minister betreurde het zeer dat in het communiqué uitgegeven na de recente NPG-conferentie in Bari slechts summier werd gesproken over het nieuwe wapen. Dan ontstaan vreemde verhalen waaraan men als regering zelf schuld heeft. Nederland houdt zich echter aan de afspraak de discussie te bevorderen door het geven van zoveel mogelijk voorlichting opdat ongefundeerde stellingname wordt vermeden. Het gaat hier niet om een campagne. De door de beide Kamercommissies te houden hoorzitting past goed in die opzet. Het ERRB-wapen wordt op dit moment vooral bezien als eventueel te koppelen aan de Lance. Deze koppeling staat echter geheel los van wat van Nederlandse zijde al eerder naar voren werd gebracht als een nieuwe benadering van de Lance. De Minister verwachtte dat een beslissing over het ERRB-wapen zou moeten worden genomen in het voorjaar van Hij hoopte dat dit tegen de achtergrond van de lange-termijnstudie zou kunnen geschieden. De Minister erkende dat bij neutronenstraling met een hoge energie, de hoeveelheid rads (radiation absorbed dose) niet voldoende is om de uitwerking van de straling op de mens te kunnen bepalen. Hiervoor zou in feite beter de eenheid rem (roentgen equivalent man) kunnen worden toegepast, een eenheid die het ioniserend effect op levende weefsels beter weergeeft. Onder laboratoriumomstandigheden wordt bij neutronenstraling voor de omrekening van rads in rems een RBE-factor (relatieve biologische effectiviteit) toegepast. De grootte van deze factor varieert van circa 1,2 tot 10, afhankelijk van de energie van de neutronen. Bij een explosie van een ERRB-wapen komen verschillende soorten straling vrij. Neutronenstralen met een energie van ± 14 mega-elektron volt (MeV) en gammastralen met een energie van ± 4 MeV. Beide vormen van straling nemen met het toenemen van de afstand tot het explosiepunt in intensiteit af. Bovendien wordt de neutronenstraling door ingewikkelde interactieprocessen omgezet in gammastraling. Bij een gegeven afstand hebben we daarom te maken met neutronenstraling, primaire gammastraling en secundaire gammastraling. Op een afstand waarop luchtdruk en hitte geen blijvende schade aan de mens toebrengen en dus alleen het schadelijk effect van de straling overblijft, blijkt de RBE-factor van de neutronenstraling 1,2 a 2 te bedragen.daar het hier een combinatie van verschillende soorten straling betreft en de uitwerking ervan ook nog per individu verschilt, is, om een zo objectief mogelijk beeld te geven van de intensiteit van de straling, deze in de notitie uitgedrukt in rads. Voor de afzwakking van neutronenstralen en gammastralen gelden verschillende criteria. Wellicht beter dan door een theoretische benadering, kan dit op praktische wijze worden aangetoond door in een tabel de materiaaldikten te geven die nodig zijn om de intensiteit van de diverse soorten straling tot de helft terug te brengen (halveringsdikte). Tweede Kamer, zitting ,14 847, nr. 3 6

7 Halveringsdikte (cm) primaire secundaire neutronen gammastraling gammastraling straling water aarde ±20 ±10 ±15 beton ±12 ± staal ± Een goed beeld kan eveneens worden verkregen met de volgende tabel. Reductiefactoren primaire secundaire neutronen gammastraling gammastraling straling Schuttersput ±30 ±1000 ±1000 (1 m aarden bovendekking) tanks 7-10 ± infanterie gevechtsvoertuigen ±1,5 ± 3 1 1,2 Hieruit blijkt dat de bepantsering van de huidige tanks en pantservoertuigen slechts een zeer matige bescherming biedt tegen straling. Een tegen alle soorten straling bescherming biedende bepantsering zou uit lagen van verschillende materialen moeten bestaan. Tot nu toe zijn geen reëel toepasbare beschermingsmiddelen bekend welke - zonder het gewicht van de tanks aanmerkelijk te vergroten - zowel een effectieve bescherming bieden tegen straling, als ook tegen de huidige tank- en anti-tankprojectielen. Een zwaardere bepantsering vereist bovendien een zwaardere motor, waarvan een extra gewichtstoename het gevolg zou zijn. De mobiliteit zou hierdoor ernstig worden beperkt. Dit houdt overigens niet alleen in dat de tanks minder snel zouden zijn, doch ook dat de draagkracht van de militaire bruggen, welke thans is afgestemd op een gewichtsklasse van circa 50 ton, groter zou moeten worden. Alle factoren overziende is daarom in de notitie gesteld, dat het niet te verwachten is dat pantservoertuigen binnen afzienbare tijd met een afdoend beschermingsmiddel kunnen worden uitgerust. Ook te velde, buiten het voertuig, zijn dergelijke beschermingsmiddelen bijna nooit voorhanden. In afbeelding 3 van de notitie is de begrenzing van de bijkomende schade aangegeven. Deze is zodanig gekozen dat luchtdruk, hitte en straling nog wel een meer of minder ernstige uitwerking hebben op de mens, doch dat met een grote mate van zekerheid kan worden aangenomen dat algeheel herstel volgt. Bij een stralingsdosis van 150 rad (of beter rem) treden ziekteverschijnselen op. Algeheel herstel is echter waarschijnlijk. Bij een hittestraling van 2 cal/cm 2 treedt eerste- en tweede- graadsverbranding van de onbedekte huid op. Of dit het geval is, hangt af van de vraag of en op welke wijze het huidoppervlak naar het explosiepunt is gekeerd. Een druk van 2 psi geeft de grens weer, waarbij nog wel enige beschadiging van de gehoororganen is te verwachten, doch waarbij ook hier algeheel herstel zal volgen. De Minister meende dat het verschil tussen tactische en strategische nucleaire wapens niet zinvol kon worden aangegeven in kalibers. Het gaat om de manier van gebruiken van een wapen, de plaats waar het gebruikt wordt. De technologische ontwikkeling heeft een zeer brede scala van mogelijkheden opgeleverd, waarbij zowel tactisch als strategisch gebruik denkbaar is. Een vergelijking van het ERRB-wapen met bacteriologische en chemische wapens is te maken. Dit betekent echter niet dat er geen verschillen zijn, zo meende de Minister. Voorlopig is verdere analyse nodig. Tweede Kamer, zitting ,14 847, nr. 3 7

8 De Minister nam aan dat de diverse specialisten die de commissies zouden horen, beter in staat waren uitte leggen welke mogelijkheden het ERRB-wapen in verschillende gevechtssituaties biedt. Niet zonder meer kan worden gezegd dat het wapen alléén het buiten gevecht stellen van manschappen beoogt. Mede door de verbetering van richtmiddelen is het concentreren van tanks op dit moment gevaarlijker dan vroeger. Wapens die uitsluitend verdedigend kunnen worden gebruikt, bestaan vrijwel niet. Het ERRB-wapen wordt echter alléén in een verdedigende conceptie overwogen. De zogenaamde mini-nuke onderscheidt zich van andere nucleaire wapens door de beslissingsbevoegdheid en de herkenbaarheid als nucleair wapen. De tot nu toe bekende gegevens laten het ERRB-wapen niet als zodanig naar voren komen. Gezien de puur militaire aspecten van het wapen is het denkbaar dat de aanvraag tot gebruik ervan eerder zal worden gedaan dan dat bij de bestaande tactische nucleaire wapens het geval is. In de situatie dat de conventionele antitankmiddelen falen, of uitgeput zijn, zal een commandant te velde uiteraard aan het ERRB-wapen denken. Maar hiermee is het beslissingsmodel niet gewijzigd. De procedure van de politieke beslissing verandert niet door een eventueel besluit om het nieuwe wapen te produceren, maar door het besluit de procedure van de politieke beslissing te wijzigen. De Nederlandse Regering wil een defintieve beslissing over het nieuwe wapen pas nemen als de consultaties geheel afgerond zijn. Het zou slechts verwarring wekken en het standpunt verzwakken, als dit moest worden ingenomen op de basis van de bestaande analyses. De notitie bevat de mededeling dat «de meeste landen» in Bari de militaire voordelen van het nieuwe wapen onderkenden, maar tevens stelden dat zij hun eindoordeel wilden bezien in het licht van verdere overwegingen. Antwoord van de Minister van Buitenlandse Zaken De Minister van Buitenlandse Zaken onderstreepte allereerst dat Nederland op dit moment volkomen vrij is in zijn beslissing. Het heeft zich zelf in geen van de gehouden bijeenkomsten gecommitteerd en is ook niet gebonden door enig daar genomen besluit. Ook de VS hebben nog geen besluit genomen over de produktie van het nieuwe wapen. Zij zien het als een mogelijkheid om de afschrikking in Europa te verhogen en zullen het om die reden de Europese bondgenoten niet proberen op te dringen. De Minister nu aan het woord meende dat het wapen wegens zijn effect op tankconcentraties wel een bijdrage zou zijn tot de afschrikking. Maar die bijdrage kan misschien ook op een andere manier dan via dit wapen worden geleverd. Neemt het bondgenootschap echter de onzekerheid weg over het al of niet inzetten van nucleaire wapens, dan hangt de afschrikking geheel af van de conventionele krachtsverhoudingen die op dit moment niet gunstig zijn. De procedure van politieke besluitvorming is een belangrijk onderdeel van die onzekerheid. Er is geen automatisme volgens hetwelk de beslissing tot inzet van het ERRB-wapen makkelijker, sneller wordt genomen dan die tot inzet van de bestaande tactische nucleaire wapens. In beide gevallen is het de Amerikaanse president die na consultatie van de bondgenoten beslist. Het nieuwe wapen zal geen effect hebben op de lopende SALT, die hopelijk binnen enkele maanden kunnen worden afgerond. Moeilijker te voorzien is het effect op SALT-III, die nog moet beginnen en het psychologisch effect op de MBFR. Formele strijd met enig MBFR-voorstel van westerse zijde is er niet. De bewindsman was het meest bezorgd vanwege het effect op de onderhandelingen over een comprehensive-test-ban. Waarschijnlijk zijn er nieuwe proeven voor het ERRB-wapen nodig. Ook is denkbaar dat de Sovjet-Unie harerzijds proeven zal willen nemen om het wapen te kunnen ontwikkelen. Dat zou des te meer te betreuren zijn omdat deze onderhandelingen zich juist in gunstige zin leken te ontwikkelen. Tweede Kamer, zitting , , nr. 3 8

9 Het beleid van de Nederlandse Regering gericht op terugdringing van de rol van kernwapens, is gebaseerd op drie pijlers: het tegengaan van proliferatie, het stimuleren van de dialoog tussen Oost en West, en het afremmen van proefnemingen. Op dit moment moet een beslissing worden voorbereid, niet van Nederland (om bij voorbeeld zelf het nieuwe wapen in te voeren of toe te laten dat het zich op zijn grondgebied bevindt), maar van het bondgenootschap. Zou Nederland nu al een standpunt innemen, dan zou het daarmee afzien van het overleg met zijn partners. De Minister sloot niet uit dat tenslotte een gemeenschappelijk besluit mogelijk zou zijn. De fungerend voorzitter van de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken, Dankert De fungerend voorzitter van de vaste Commissie voor Defensie, Van Leeuwen De griffier van de commissies, De Beaufort Tweede Kamer, zitting ,14 847, nr. 3 9

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16 154 Bouw van een haven in de westelijke Sahara Nr. 1 1 Samenstelling: Portheine (VVD), Mommersteeg (CDA), Van Thijn (PvdA), Van Rossum (SGP). Wolff

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 Rijksbegroting voor het jaar 1981 16400 Hoofdstuk V Departement van Buitenlandse Zaken Hoofdstuk X Departement van Defensie (NAVO-deel) Nr. 20 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 Rijksbegroting voor het jaar 1980 15 800 Hoofdstuk V Departement van Buitenlandse Zaken Nr. 110 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 16 mei

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

College voor geschillen medezeggenschap defensie ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme

Nadere informatie

7 november 2014. Onderzoek: Wapenindustrie

7 november 2014. Onderzoek: Wapenindustrie 7 november 2014 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 30.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad ÜT? R>2 3 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer drs. W.J. Deetman, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage

Nadere informatie

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 Rijksbegroting voor het jaar 1980 15800 Hoofdstuk V Departement van Buitenlandse Zaken Hoofdstuk X Departement van Defensie (NAVO-gedeelte) Nr. 15 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 13 419 Eurocontrol Nr. 16 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 6 februari 1980 De vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat' heeft op 28 november

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 504 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 vra2005vws-10 29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2005

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1584

ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1584 ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1584 Instantie Datum uitspraak 19-02-2013 Datum publicatie 20-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-3992 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium Inleiding In het presidium van 31 maart 2016 is afgesproken dat de voorstellen m.b.t.: Reglement

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 877 Staat van de Europese Unie 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie H 1 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad 1 gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Raadsnummer O4.RZOP8.OOZ Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad Samenvatting Door GroenLinks is in een motie aan de deelnemers van de debattraining

Nadere informatie

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 11 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

P L E I T A A N T E K E N I N G E N

P L E I T A A N T E K E N I N G E N P L E I T A A N T E K E N I N G E N Inzake: Zitting 15 augustus 2016 Vovo en beroep NJCM, PAX, Campagne tegen Wapenhandel versus de Staat HAA 16/3033 en HAA 16/3036 DKRCHT BI41 advocaat: mr J. Klaas De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 493 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet (wijzigingen samenhangend met het energierapport 2011) G VERSLAG VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1981-1982 Rijksbegroting voor het jaar 1982 17100 Hoofdstuk XIII Departement van Economische Zaken Nr. 149 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 2 september

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) incorrecte informatie heeft verschaft in de brochure en op de

Nadere informatie

INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting

INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting Behoort bij schrijven no.: INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting Het Internationale Comité ter Bevordering van de Handel (International Committee for the Promotion of Trade,

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Rolnummer: LPL 97.020 VERSLAG VAN BEVINDINGEN VAN DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE

Nadere informatie

Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)

Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie ADVIES Rolnummer: RP98.038 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE

Nadere informatie

De ledenpolls van de ChristenUnie. Sjirk Kuijper hoofd voorlichting / woordvoerder Kamerleden Tweede Kamerfractie ChristenUnie

De ledenpolls van de ChristenUnie. Sjirk Kuijper hoofd voorlichting / woordvoerder Kamerleden Tweede Kamerfractie ChristenUnie De ledenpolls van de ChristenUnie Sjirk Kuijper hoofd voorlichting / woordvoerder Kamerleden Tweede Kamerfractie ChristenUnie Dagblad Trouw, oktober 1992 Dagblad Trouw, oktober 1992 CDA: Leden kunnen zelfs

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 27 augustus 1985,

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

H. Correia tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

H. Correia tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen ARREST VAN HET GERECHT (Vierde kamer) 30 november 1994 Zaak T-568/93 H. Correia tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Tijdelijke functionarissen op proef - Onvoldoende geschiktheid voor ambt -

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 16628 Machtiging tot oprichting van de Stichting Opbouw Open Universiteit Nr.5 VERSLAG Vastgesteld 2 april 1981 In de vaste Commissie voor Onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 037 Mestbeleid Nr. 139 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 18 december 2014 De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 19160 Ontwikkelingsrelevante Exporttransacties Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 5 maart 1986 De vaste commissie voor Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Notitie. Gemeente Utrecht. Georg Huith en Robin Aerts. Second opinion Stadsverwarming Leidsche Rijn. 1 Inleiding

Notitie. Gemeente Utrecht. Georg Huith en Robin Aerts. Second opinion Stadsverwarming Leidsche Rijn. 1 Inleiding Notitie voor Gemeente Utrecht cc van Georg Huith en Robin Aerts datum 10 maart 2016 betreft Second opinion Stadsverwarming Leidsche Rijn zaaknr 11002455 1 Inleiding 1.1 U verzocht ons een second opinion

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 15 835 Gelijke behandeling voor de loon- en inkomstenbelasting van de (werkende) gehuwde vrouw en haar man, en van deelgenoten aan vormen van samenleving

Nadere informatie

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn

Nadere informatie

Datum 8 november 2012 Onderwerp Beantwoording kamervragen over de toegang van de VS tot data in de cloud

Datum 8 november 2012 Onderwerp Beantwoording kamervragen over de toegang van de VS tot data in de cloud 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1498 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Come home or go global, stupid

Come home or go global, stupid Come home or go global, stupid Een nieuwe toekomst voor de Noord Atlantische Verdragsorganisatie?! Drs. S.N. Mengelberg 1 De NAVO is een puur militaire organisatie! 2 De NAVO is niet langer de hoeksteen

Nadere informatie

Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De voorzitter van het overleg met de Bijzondere Commissie Burgerpersoneel Defensie (BCBPDEF); De centrales van overheidspersoneel toegelaten tot de BCBPDEF.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten "Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten "Generaal Zitting 1979-1980 14 225 (R 1051) Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het geven

Nadere informatie

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 13 oktober 2008 (21.10) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2007/0163 (COD) 11263/08 ADD 1 EDUC 173 MED 39 SOC 385 PECOS 16 CODEC 895 O TWERP-MOTIVERI G VA DE RAAD Betreft:

Nadere informatie

Nederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens

Nederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Nederlands Instituut van Psychologen

Nadere informatie

Eerste Kamer wijst grondwetsherziening rond gekozen burgemeester af

Eerste Kamer wijst grondwetsherziening rond gekozen burgemeester af Eerste Kamer wijst grondwetsherziening rond gekozen burgemeester af Dinsdagavond 22 maart heeft de Eerste Kamer de grondwetsherziening rond de gekozen burgemeester afgewezen. Doordat ook de PvdA-fractie

Nadere informatie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Besluitvorming rondom studiefinanciering Bij deze opgave horen de teksten 1 en 2 en figuur 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Tijdens de regeringstermijn van kabinet-rutte 1 (oktober 2010 tot

Nadere informatie

Militairen naar Afghanistan en de Nederlandse politieke crisis

Militairen naar Afghanistan en de Nederlandse politieke crisis Militairen naar Afghanistan en de Nederlandse politieke crisis Vrijdag gaat de regering weer praten over de uitzending van militairen naar Afghanistan. De beslissing is op scherp gesteld door de uitspraken

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Nederland Uw

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 Rijksbegroting voor het jaar 1979 15300 Hoofdstuk X Departement van Defensie Nr.39 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 7 februari 1979 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 4.5.2005 COM(2005) 189 definitief 1992/0449 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 Rapport Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 2 Klacht Op 12 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Altforst, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 24 724 Studiefinanciering Nr. 133 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 september 2014 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Kenmerk: Den Haag, 13 september 2010

Kenmerk: Den Haag, 13 september 2010 Mr. H.D. Tjeenk Willink Informateur Postbus 20008 2500 EA DEN HAAG AAN DE KONINGIN Kenmerk: 201000970 Den Haag, 13 september 2010 Op 7 september 2010 heeft U mij verzocht om U op de kortst mogelijke termijn

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* ARREST VAN 8. 10. 1987 ZAAK 80/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* In zaak 80/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arrondissementsrechtbank te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1925

ECLI:NL:RVS:2017:1925 ECLI:NL:RVS:2017:1925 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-07-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602656/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/233

Rapport. Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/233 Rapport Rapport over een klacht over de directeur van Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Datum: 4 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/233 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de directeur van Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding November 2009 1. Inleiding Aanleiding voor deze handleiding is de constatering dat in de praktijk met betrekking tot besloten vergaderingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Advies inzake wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand

Advies inzake wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA s-gravenhage Inlichtingen mw. mr. R. Hoorweg T (070) 426 6266 F (070) 426 6000 Uw kenmerk 1 van 5 Onderwerp Advies

Nadere informatie

Partijen: burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, nader aan te duiden als bevoegd gezag

Partijen: burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, nader aan te duiden als bevoegd gezag Uitspraaknr. G624 Datum: 22 februari 1999, Soort geschil: Instemmingsgeschil Partijen: burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, nader aan te duiden als bevoegd gezag -tegenmedezeggenschapsraad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Rijksbegroting voor het jaar 1987 19 700 Hoofdstuk X Ministerie van Defensie Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 003 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het nader regelen van het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

2016D14695 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D14695 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D14695 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over het Protocol tot wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 190 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Homohuwelijk haalt de eindstreep

Homohuwelijk haalt de eindstreep Opgave 3 Politieke besluitvorming: openstelling huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht tekst 7 Homohuwelijk haalt de eindstreep Het homohuwelijk mag rekenen op een breed draagvlak in de samenleving

Nadere informatie

2016D22478 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22478 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22478 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 1 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring

EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring EMDR Therapie voor mensen met een traumatische ervaring Wat is EMDR Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen

Nadere informatie

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Korte omschrijving: Leerlingen gaan aan de slag met actuele Europese dilemma s. Er zijn vijf dilemma s. U kunt zelf kiezen welke dilemma s u aan de orde stelt.

Nadere informatie

3. Artikel 80a Wet RO

3. Artikel 80a Wet RO Wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking cassatierechtspraak) MEMORIE VAN ANTWOORD 1. Inleiding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 17554 Beleid inzake het starten van een (eigen) bedrijf Nr. 24 ' Samenstelling: Leden: Salomons (PvdA), voorzitter, Van der Linden (CDA), Van Erp

Nadere informatie