Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Koenraad Mulder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting Machtiging tot oprichting van de Stichting Opbouw Open Universiteit Nr.5 VERSLAG Vastgesteld 2 april 1981 In de vaste Commissie voor Onderwijs en Wetenschappen 1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit ontwerp, bleek behoefte te bestaan aan het stellen respectievelijk maken van de navolgende vragen en opmerkingen. Onder het voorbehoud van een tijdige beantwoording acht de commissie de openbare behandeling voldoende voorbereid. ' Samenstelling: Bakker (CPN), Abma (SGP), Veerman (CDA), Van Ooijen (PvdA) voorzitter, Van Leijenhorst (CDA), Dees (VVD), Konings (PvdA), Waltmans (PPR), Ginjaar-Maas (VVD) ondervoorzitter, Evenhuis (VVD), Worrell (PvdA), Beinema (CDA), Schaapman (PvdA), Lansink (CDA), Mertens (D'66), Van Kemenade (PvdA), Andela-Baur (CDA), De Voogd (VVD), Deetman (CDA), Van den Anker (PvdA), Keuning (PvdA), Van Baars (CDA), Niessen (PvdA). De tot de P.v.d.A-fractie behorende leden hadden met instemming geconstateerd, dat er enige voortgang wordt gemaakt in de richting van een feite- Iijke start van de Open Universiteit. Die instemming werd echter in hoge mate getemperd door het nog steeds niet verschenen en toegezonden zijn van een regeringsnota over de volwasseneneducatie. De Regering blijft zodoende bezig met een ontwikkeling van de Open Universiteit zonder dat er sprake is van een totaalvisie op de volwasseneneducatie en zonder dat de leden van de Staten-Generaal in de gelegenheid worden gesteld een mening te vormen en besluiten te nemen over de Open Universiteit in het kader van een dergelijke visie op de gehele volwasseneneducatie. Dit is te meer onbevredigend, omdat de mogelijkheid tot het expliciet doen van keuzen ten aanzien van prioriteiten op basis van ruimere afweging, nu niet aanwezig is en daarentegen de indruk wordt bevestigd, dat de Regering reeds prioriteit heeft toegekend aan de Open Universiteit buiten elke afweging om. In dit verband herinnerden deze leden nog eens aan de besprekingen in de commissie Onderwijszaken van de Sociaal-Economische Raad en het daaruit voortgekomen SER-advies, waarin de inkadering van de Open Universiteit in het totaal van de volwasseneneducatie van meet af aan als wenselijk werd gezien en een deel van de commissie zich afvroeg of-vanuit sociaal-economisch perspectief-de inrichting van de Open Universiteit op dit moment wel prioriteit heeft. (Men zie bij voorbeeld het blad Onderneming van 28 maart 1980, blz. 9). De eerdergenoemde leden merkten daarbij nog op, dat afweging van prioriteiten niet alleen gezien moet worden als het vinden van een antwoord op de vraag waar de overheid haar schaarser wordende middelen allereerst voor dient in te zetten. Er dient een evenwichtig en consistent stelsel van volwasseneneducatie te komen en er dient duidelijk gekozen te worden voor een consequent in dat stelsel passende vormgeving van de Open Universiteit. Het SER-advies merkte daarover op, dat als het accent wordt gelegd op de Open Universiteit als een vorm van hoger onderwijs, het element van resultaatgerichtheid, alsmede gelijkwaardigheid ten opzichte van de reguliere Tweede Kamer, zitting ,16 628, nr.5 1
2 instellingen van wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs op de voorgrond treedt. Daarvoor is de Minister van Onderwijs en Wetenschappen de eerst verantwoordelijke. Geldt de ontwikkeling van een stelsel van open onderwijs voor volwassenen als eerste richtsnoer dan zijn de zeer gevarieerde educatieve behoeften van de volwassenen in hoge mate vorm- zowel als inhoudbepalend en dient de medeverantwoordelijkheid van de Ministers van respectievelijk Sociale Zaken en Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk tot uitdrukking te worden gebracht. De tot de P.v.d.A.-fractie behorende leden merkten op, dat de indiening van het voorliggend wetsontwerp door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen als enige ondertekenaar naar hun oordeel onderstreept, dat de Regering klaarblijkelijk een - impliciete - keuze voor de vormgeving van de Open Universiteit reeds heeft gemaakt en de Open Universiteit daarmee buiten een nog tot stand te brengen evenwichtig stelsel van volwasseneneducatie heeft geplaatst. Of moet uit deze wijze van indiening en ondertekening de conclusie worden getrokken, dat de verschillende bewindslieden en hun departementen er uiteenlopende opvattingen op dit terrein op na houden, dat er een wedloop is ontstaan en dat de Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft gewonnen van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen als coördinerend bewindsman voor de volwassenenducatie? Reeds in de uitgebreide commissievergadering van de vaste Commissie voor Onderwijs en Wetenschappen op 2 juni 1980 over de oprichting van een Open Universiteit in Nederland (OCV 53 over kamerstuk 14400) werd door de woordvoerder van de P.v.d.A.-fractie gedetailleerd ingegaan op de noodzakelijke samenhang tussen de Open Universiteit en het stelsel van vorming en opleiding van volwassenen. Genoemde leden moesten constateren, dat sindsdien niets is gebleken van het ter harte nemen van deze gedachten door de Regering, terwijl toch de Minister van Onderwijs en Wetenschappen (OCV 53, blz. 2077) er toen ook op wees, dat het uiteraard wenselijk en noodzakelijk is, dat de samenhang in het totaal van de volwasseneneducatie zo goed mogelijk wordt geconstrueerd en op tafel wordt gelegd. Deze leden moesten ook vaststellen, dat de vele goede adviezen van de Commissie Open School, de Commissie Bevordering Plaatselijke Educatieve Netwerken en de Commissie Betaald Educatief Verlof nog steeds niet door de Regering in concrete beleidsvoornemens zijn verwerkt. De tot de P.v.d.A.-fractie behorende leden hadden zich afgevraagd hoe de voornemens in de beleidsnotitie «de oprichting van een Open Universiteit in Nederland» (Tweede Kamer ,14400, nr. 6) en het voorliggende wetsontwerp zich tot elkaar verhielden. In de op 17 oktober 1979 aan de Tweede Kamer aangeboden beleidsnotitie werd het grote belang van een spoedige opbouw onderstreept en werd aangekondigd: a dat op korte termijn een Stichting Opbouw Open Universiteit in het leven zou worden geroepen, b dat de Open Universiteit als publiekrechtelijke instelling bij afzonderlijke wetgeving zou worden geregeld, en c dat de stichting zou worden opgeheven op het moment dat de Wet op de Open Universiteit in werking zal treden. Sindsdien is bijna anderhalf jaar verlopen. Welke vorderingen zijn in die periode gemaakt met de voorbereiding van een wetsontwerp op de Open Universiteit? Wanneer kan indiening daarvan tegemoet worden gezien? Was het - gezien het genoemde tijdsverloop - niet mogelijk geweest de tussenfase van een privaatrechtelijke Stichting Opbouw over te slaan? Welk zwaarwegend bezwaar zou ermee gemoeid zijn die fase alsnog over te slaan en de spoedige indiening van een ontwerp van Wet op de Open Universiteit af te wachten? Zou dan inmiddels ook de al vele malen aangekondigde Nota Volwasseneneducatie ter beschikking van de Kamer zijn? In antwoord op kamervragen van het P.v.d.A."fractielid Van den Anker van 5 december 1980 stelt de Regering, dat personeel in de aanloopfase voorlopig in dienst zal treden van het Departement van Onderwijs en Wetenschappen, en dat werving derhalve niet afhankelijk is van de oprichting van een Stichting Opbouw Open Universiteit. Mag dan niet ook aangenomen worden dat dit Tweede Kamer, zitting ,16628, nr. 5 2
3 personeel zich met de voorbereiding kan bezighouden zonder de oprichting van zo'n privaatrechtelijke stichting en in afwachting van de wettelijke regeling van een Open Universiteit als rijksinstelling? Zou langs zo'n weg ook niet beter tegemoet gekomen kunnen worden aan de strekking van het advies van de Raad van State? Zou ten slotte door het kiezen van die voorbereidingsweg niet op de best mogelijke wijze de Minister in staat worden gesteld zijn politieke en financiële verantwoordelijkheid voor de voorbereiding van de oprichting te dragen? De tot de P.v.d.A.-fractie behorende leden merkten op dat als toch de keus zou vallen op de oprichting van een tijdelijke Stichting Opbouw Open Universiteit er bij hen een aantal vragen rijst omtrent de concept-statuten, het privaatrechtelijk karakter, de personeelsopbouw, een personeelsraad en een spreidingsplan voor regionale studie- en/of begeleidingscentra. De eerder genoemde leden vroegen de Regering nader uiteen te zetten waarom enerzijds door haar wordt gekozen voor de privaatrechtelijke stichtingsvorm terwijl anderzijds in de memorie van toelichting de noodzaak wordt onderstreept dat aan de Minister verregaande beïnvloedings- en controlebevoegdheden worden toegekend. Is daarmee niet de keuze omzeild tussen enerzijds een systeem waarin de Minister met de hem ten dienste staande middelen een eigen beleid ter voorbereiding van de Open Universiteit voert, dat in samenspraak met en onder controle van de Staten-Generaal wordt ontwikkeld en uitgevoerd, en anderzijds een systeem waarbij een aanzienlijke mate van autonomie wordt toegekend aan een stichting met een stichtingsraad bestaande uit vertegenwoordigers van met name aangewezen groeperingen, zodat het in de memorie van toelichting meermalen genoemde «maatschappelijk draagvlak» ook aanwijsbaar wordt geconcretiseerd? In hoeverre moet de in de concept-statuten voor de stichting weergegeven bestuursstructuur gezien worden als de door de Regering gewenste bestuursstructuur voor de Open Universiteit (na de totstandkoming van de wet)? Waarom is de Minister zijn destijds gedane toezegging om de bestuursstructuur afzonderlijk aan de Tweede Kamer ter beoordeling voor te leggen niet nagekomen? Op welke te zijner tijd definitieve bestuursstructuur is de werving van bestuursleden en van personeel thans gebaseerd? Welke relatie tussen Open Universiteit en MO-opleidingen - men zie het advies van de Onderwijsraad - stelt de Regering zich voor tot stand te brengen en welke conclusies trekt zij daaruit voor de samenstelling van het bestuur van respectievelijk de stichting (i.c. de stichtingsraad) en de Open Universiteit? Zou het geen aanbeveling verdiend hebben in de memorie van toelichting bij het onderhavige wetsontwerp veel uitvoeriger bij de voornemens van de Regering stil te staan omtrent de wijze waarop naar haar inzicht de Open Universiteit bij wet dient te worden geregeld? Meent de Regering in de memorie van toelichting voldoende tegemoet gekomen te zijn aan de wens van de Raad van State de keuze voor toekenning van de onderhavige taak aan een privaatrechtelijke rechtspersoon te motiveren? Kan de Regering een nadere uiteenzetting geven over het advies van de Raad van State een regeling te treffen ter zake van de geldelijke aansprakelijkheid van de Staat voor het handelen van de stichting en over de vraag of het nieuw ingevoegde artikel 2 in het wetsontwerp wel een zodanige regeling inhoudt? Kan de Regering - zo vroegen deze leden verder - aangeven waarom in de concept-statuten alles ontbreekt wat maar aan medezeggenschap van personeel en studenten zou doen denken? Is de Regering bereid alsnog bepalingen hieromtrent in de concept-statuten op te nemen? Kan de Regering voorts inzicht geven in de door haar voorziene personeelsopbouw van zowel de tijdelijke stichting als de uiteindelijke Open Universiteit? Welke aanwijzingen krijgen stichtingsraad en college van bestuur ten aanzien van faculteiten, studierichtingen en regionale studie- en/of begeleidingscentra? En welke ten aanzien van werktijden (full-time, part-time) van en vergoedingen aan leden van de stichtingsraad en leden van het college van bestuur? Welke schalen zijn daarbij van toepassing en welke regels ter voorkoming van cumulatie van inkomens? Tweede Kamer, zitting , 16628, nr. 5 3
4 Ten slotte vroegen deze leden of - ook als de Regering bij haar wens blijft om allereerst machtiging te verkrijgen tot oprichting van een Stichting Opbouw Open Universiteit - thans het inzicht van de Staten-Generaal kan worden vergroot over het door de Regering voorziene proces van opbouw dat moet voeren tot een bij wet geregelde Open Universiteit door het overleggen van een concept-wetsontwerp. De leden van de C.D.A.-fractie constateerden dat de indiening van het onderhavige wetsontwerp toch nog aanzienlijk langer op zich heeft laten wachten dan aanvankelijk in het voornemen van de Regering besloten lag. In verband hiermee vroegen zij zich dan ook af welke eventuele consequenties dit heeft voor de fasering van de Open Universiteit. Niettemin spraken deze leden de hoop uit dat het wetsontwerp een bijdrage zal kunnen leveren aan een spoedige verwezenlijking van de Open Universiteit in Nederland, waarop in de uitgebreide commissievergadering van 2 juni 1980 door de vaste Kamercommissie voor Onderwijs en Wetenschappen bij de Regering is aangedrongen. In verband hiermee gingen de aan het woord zijnde leden gaarna akkoord met de stelling in de memorie van toelichting dat de voorbereiding van de Open Universiteit een slagvaardig beleid vereist en dat die voorbereiding moet steunen op een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak. Het in verband hiermee gekozen beleidsinstrument van de overheidsstichting met de daarbij aangeduide bestuursconstructie had dan ook hun instemming. Zij onderschreven de in artikel 9 van de concept-statuten beschreven intentie ten aanzien van de stichtingsraad, namelijk dat bij de samenstelling van deze raad zoveel mogelijk rekening zal worden gehouden met de in de Nederlandse samenleving voorkomende levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen, naast het aspect van de herkomst van de leden uit het wetenschappelijk onderwijs en het hoger beroepsonderwijs, alsmede het element van een evenwichtige verdeling van de zetels over mannen en vrouwen. Wel zouden deze leden gaarne nader inzicht verkrijgen in de wijze waarop aan deze intentie nader uitwerking zal worden gegeven. Hoe zal bij voorbeeld de voordracht van de door de Minister te benoemen leden van de raad tot stand komen, zo vroegen zij zich af. Ook bestond er bij de leden van de C.D.A.-fractie onduidelijkheid over de positie van de in lid 4, van artikel 9, van de concept-statuten genoemde «waarnemer(s)». Moet uit de formulering van dit lid worden begrepen dat het nog niet zeker is dat aanwijzing van die waarnemer(s) door de Minister zal plaatsvinden? Welke overwegingen zullen hierbij een rol spelen? Anderzijds spraken zij uit dat het huns inziens een goede zaak is indien (een) dergelijke waarnemer(s) wordt(worden) aangewezen. Daarom wensten zij gaarne geïnformeerd te worden over de hoedanigheid van deze waarnemers: wie zijn zij, door wie worden zij voorgedragen, welke deskundigheden bezitten zij, enz.? In relatie tot artikel 12, eerste lid, vroegen de leden van de C.D.A.-fractie zich af hoe waarnemers tot hun oordeel komen bij bezwaren tegen besluiten van de stichtingsraad. Wellicht na het horen van het college van bestuur? In het verlengde van deze vraag vroegen deze leden zich bovendien af of de waarnemers ook een rol vervullen bij geschillen tussen de stichtingsraad en het college van bestuur, als bedoeld in artikel 17. Met betrekking tot de bepalingen in artikel 13 van de concept-statuten vroegen zij zich af welke betekenis moet worden toegekend aan het tweede lid van dit artikel, waarin gesteld wordt dat de leden van het college van bestuur worden benoemd door de Minister, de stichtingsraad gehoord. Immers, de sollicitatieprocedure met betrekking tot het werven van de leden van dit bestuurscollege is in volle gang, terwijl de stichtingsraad nog in het leven moet worden geroepen. Tweede Kamer, zitting ,16628, nr. 5 4
5 Verder konden genoemde leden zich vinden in de verregaande beïnvloedings- en controlebevoegdheden van de Minister, aangezien zij het eens waren met de daarvoor gegeven motivering, namelijk dat de stichting zich beweegt op een terrein dat de overheid zich als eigen zorg heeft aangetrokken en de Minister van Onderwijs en Wetenschappen zijn verantwoordelijkheid voor de voorbereiding van de oprichting van de Open Universiteit moet kunnen dragen. Wel verzochten zij de Minister bij het nemen van nadere beslissingen ten aanzien van de Open Universiteit de Kamer daar van tevoren over te informeren. Ten slotte drongen de leden van de C.D.A.-fractie nog eens aan op een spoedige verwezenlijking en inwerkingtreding van de Wet op de Open Universiteit. De leden van de V.V.D.-fractie onderschreven het belang van een spoedige oprichting van de Open Universiteit. Zij hadden in de memorie van toelichting evenwel een nadere aanduiding gemist van het tijdstip waarop het wetsontwerp op de Open Universiteit zal kunnen worden ingediend. Kan daarover nadere informatie worden gegeven? Kunnen tevens nadere mededelingen worden gedaan over de benoemingsprocedure, die ertoe strekt dat stichtingsraad en college van bestuur zullen steunen op een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak? De leden van de fractie van D'66 wensten te vernemen welke de feitelijke stand van zaken is met betrekking tot de voorbereiding van de Open Universiteit. Welke ambtelijke activiteiten zijn in dit verband tot dusverre ontplooid? Is daarbij van externe adviesinstanties gebruik gemaakt? Zo ja, van welke en wat is de aard van de advisering geweest? Voorts wensten deze leden te vernemen in hoeverre er sprake is van een synchroon lopen van het door de Minister voorgestane tijdschema en het door de Commissie Voorbereiding Open Universiteit ontwikkelde tijdschema van 32 maanden. Op welk moment van dit schema zijn wij thans aangeland? Ten slotte vroegen de leden van de D'66-fractie waarom door de Minister niet gekozen is voor het tegelijkertijd met het voorliggend wetsvoorstel uitbrengen van een voorontwerp van wet Open Universiteit. Had een en ander niet veeleer voor de hand gelegen tegen de achtergrond van de ministeriële plannen om te komen tot een Kaderwet Hoger Onderwijs? De voorzitter van de commissie, Van Ooijen De waarnemend griffier van de commissie, Teunissen Tweede Kamer, zitting ,16628, nr. 5 5
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 Rijksbegroting voor het jaar 1981 16400 Hoofdstuk VIII Departement van Onderwijs en Wetenschappen Nr.74 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 Rijksbegroting voor het jaar 1981 16400 Hoofdstuk VIII Departement van Onderwijs en Wetenschappen Nr.7 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1981-1982 17 333 Voorstel van Wet van het lid Wilbers tot wijziging van de Omroepwet inzake de verdeelsleutel voor de verdeling van de zendtijd onder de omroeporganisaties
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad
ÜT? R>2 3 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer drs. W.J. Deetman, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet
Nadere informatieWijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.
Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest
Nadere informatieBij het beantwoorden van de vragen is de volgorde van het verslag aangehouden.
34 341 Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie
Nadere informatieeen gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).
KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding
Nadere informatieDit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.
Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en
Nadere informatieCONVENANT MET BETREKKING TOT DE SCHEIDING VAN RISICO S VERBONDEN AAN DE UITVOERING VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE BLOEDVOORZIENINGSORGANISATIE
CONVENANT MET BETREKKING TOT DE SCHEIDING VAN RISICO S VERBONDEN AAN DE UITVOERING VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE BLOEDVOORZIENINGSORGANISATIE Partijen, - de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de
Nadere informatieDe Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500
Nadere informatieOntwerp-Experimentenwet onderwijs. Zijne Excellentie de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage.
ONDE RWIJS RAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 94 f* jo^s/u^-*,. O^f 4 oktober 1968 Bericht op schrijven dd. 3 juli 1968, D.G.O. 940. Betreft: D/AB Ontwerp-Experimentenwet
Nadere informatieSchematisch feitenrelaas impactanalyse Wet Open Overheid (d.d. 10 november 2017)
1 (d.d. 10 november 2017) Vraag van de commissie: De commissie ontvangt daarom graag alsnog een feitenrelaas waarin schematisch wordt aangegeven welke bewindspersoon, op welk moment, welke beslissing heeft
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van
Nadere informatieBEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle
BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle Het bevoegd gezag, zijnde het College van Bestuur van de Openbare Rechtspersoon Openbaar
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 16 972 Wijziging van de Wegenverkeerswet (Verlenging geldigheidsduur rijbewijzen) NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET EINDVERSLAG Ontvangen 29 oktober
Nadere informatieOp de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[datum open laten]], nr. [[nr invullen]];
Ontwerpbesluit van, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Wijziging Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale
Nadere informatieConsultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding
Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 504 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14 501 Wijziging van de Overgangswet WVO. (herziening regeling t.a.v. de bewijzen van bekwaamheid tot het geven van voortgezet onderwijs) Nr. 1 KONINKLIJKE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming
Nadere informatieEERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17
EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 32 226 Regeling van de toewijzing van een extra zetel voor Nederland in het Europees Parlement C MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 6 mei 2010 In het
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 863 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enkele andere wetten in verband met het van toepassing worden
Nadere informatieUitspraaknr. 06.056. De klacht. De feiten. De visie van partijen
Landelijke Klachtencommissie onderwijs (mr. M.E.A. Wildenburg, S.J. Drijver, R.C.A. Wilcke) Uitspraaknr. 06.056 Datum: 27 juli 2006 Belemmerde communicatie, zonder reden melden van vermoedelijk ongeoorloofd
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 722 Voorstel van wet van het lid Van der Steur tot het stellen van regels omtrent de registratie en de bevordering van de kwaliteit van mediators
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 945 Vaststelling van regels voor overgangs- en invoeringsrecht voor de totstandkoming van de Wet medezeggenschap werknemers (Invoeringswet Wet
Nadere informatieAan dtkv. 10 juni 2015 17 juni 2015
Aan dtkv De Raad van Ministers De Minister van Economische Ontwikkeling De heer Stanley M. Palm AmiDos Building, Pletterijweg 43 Alhier Uw nummer (letter): 2015/027730 2015/027741 2015/029746 Uw brieven
Nadere informatie1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.
Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:
Nadere informatieV & A s n.a.v. Wet versterking bestuur pensioenfondsen d.d. 24 januari 2014
V & A s n.a.v. Wet versterking bestuur pensioenfondsen d.d. 24 januari 2014 Inleiding Zoals bekend treedt de Wet versterking bestuur pensioenfonds op 1 juli 2014 in werking. Deze wet leidt tot aanpassing
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.
Nadere informatieRapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning
Rapport inzake de stichting FUNDASHON E HENDE tegen de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Scharlooweg 41, Tel: (+5999) 461-0303 Fax: (+5999) 461-9483 Info@ombudsman-curacao.cw 1. Inleiding
Nadere informatieVERORDENING bezwaarschriften 2011
VERORDENING bezwaarschriften 2011 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling VERORDENING bezwaarschriften 2011 Citeertitel Verordening
Nadere informatie2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 11 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief
Nadere informatieOpenbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur
Openbaar lichaam Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur Het Algemeen bestuur van het openbaar lichaam ; Gelet op artikel 6 derde lid van de Gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam ; Gelet op
Nadere informatieVoorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:
Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 883 Wijziging van de Wet milieubeheer (verbetering kostenvereveningssysteem in titel 15.13) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 17910 De grote-stedenproblematiek Nr. 21 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieA.1 Is het aantal werknemersvertegenwoordigers ten minste gelijk aan het aantal werkgeversvertegenwoordigers in het bestuur?
Stroomschema medezeggenschap in een ondernemingspensioenfonds De Stichting van de Arbeid (hierna STAR) en het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (hierna CSO) hebben een medezeggenschapsconvenant
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 073 Wet houdende een nieuwe regeling voor verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds (Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 13 419 Eurocontrol Nr. 16 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 6 februari 1980 De vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat' heeft op 28 november
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN Stichting SHL-Holding en rechtspersonen waarover de stichting het bestuur voert
ALGEMENE VOORWAARDEN Stichting SHL-Holding en rechtspersonen waarover de stichting het bestuur voert B. BIJZONDERE VOORWAARDEN Ondersteuning De in deze Bijzondere Voorwaarden Ondersteuning - hierna: bijzondere
Nadere informatie: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's
Intitulé : LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's Citeertitel: Landsverordening erkenning buitenlandse diploma's Vindplaats : AB 1995
Nadere informatieMinisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Algemeen Arbeidsmarktbeleid Nr.AAM/ASAM/02/1400 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband
Nadere informatieWet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012
Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende
Nadere informatieWijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wijzigingswet kinderopvang 2013)
33538 Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wijzigingswet kinderopvang 2013) Tweede nota van wijziging Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Na artikel I, onderdeel
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.
Nadere informatieRegels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied)
30 509 Regels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied) Tweede nota van wijziging Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
Nadere informatieBijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)
Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Landsverordening van de regelende de instelling, inrichting, samenstelling en bevoegdheid
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 202 Besluit van 22 mei 2015, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden en het Besluit bestuursorganen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Vragen gesteld door de leden der Kamer 2016Z00189 Vragen van de leden Omtzigt (CDA), Sjoerdsma (D66), De Roon (PVV), Van Nispen (SP), Grashoff
Nadere informatieKlachtencommissie Governance en Beloning MBO
UITSPRAAK NUMMER 2011-1 Inzake het klaagschrift d.d. 25 oktober 2010 ingediend door. wonende te Arnhem (verder te noemen: klager); tegen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van de Stichting
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet
Nadere informatieRegeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW
Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen
Nadere informatie2016/ Uw brief van: 28 september 2016 Ons nummer: Willemstad, 31 oktober 2016
Aan De Raad van Ministers Dtkv: De Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn Mevr. R. Larmonie-Cecilia Prinsenstraat 86 Curaçao Uw nummer (letter): Onderwerp: Bijlage(n): 2016/038349 Uw brief
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2017 No. 31 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 25 juli 2017 tot wijziging van het Landsbesluit Nationale UNESCO Commissie Sint Maarten in verband
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 220 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en de Algemene pensioenwet politieke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 491 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en de
Nadere informatieNo.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012
... No.W06.12.0456/III 's-gravenhage, 7 december 2012 Bij Kabinetsmissive van 8 november 2012, no.12.002573, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van
Nadere informatieinachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.
Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming
Nadere informatieVerordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland
Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland Artikel 1: Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder : aanvraag : adviseur: commissie: Besluit: deskundige belanghebbende:
Nadere informatieNotulen van de openbare commissievergadering ABM
NotulenvandeopenbarecommissievergaderingABM Datum: Aanvangstijd: Eindtijd: Locatie: donderdag21juni2018 20.00uur 20.40uur RaadzaalgemeentehuisvanHuizen Aanwezig Voorzitterencommissiegriffier J.W.Meijerman(voorzitter)
Nadere informatie64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN
GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN De raden, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen, Veere en Middelburg, ieder voor zover zij voor de eigen
Nadere informatieBedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen
Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen ADVIES Rolnummer: LPL 98.039 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE
Nadere informatieAlgemene voorwaarden zakelijke dienstverlening
Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening Biercontract.nl Graaf Wichmanlaan 62 1405 HC Bussum Handelsregisternummer: 57084033 BTW nummer 167606657B02 1. Definities 1. In deze algemene voorwaarden
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 356 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het treffen van een overgangsmaatregel
Nadere informatieUitwerking klantenparticipatie P-wet 2015
Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Uitwerking klantenparticipatie P-wet 2015 Programma Inkomen & armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Op 23 september 2015 heeft de raad
Nadere informatieVerordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren
Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gelet op de bepalingen van de Gemeenschappelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 538 Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wijzigingswet kinderopvang 2013) Nr. 9 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Nadere informatieGORDIASS Bindend Advies Reglement ( Reglement )
GORDIASS Bindend Advies Reglement ( Reglement ) Algemeen: Gordiass geschillen beslechting beoogt snelle en hoogwaardige oplossingen te bieden. Dit reglement dient te worden opgevat tegen de achtergrond
Nadere informatieReglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten
Reglement Interne Bezwarencommissie Friesland College Sectie Cursisten I. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder : - bezwaarschrift : een schrijven, ingediend door de (adspirant) cursist
Nadere informatieDe Nederlandse Burger Partij HUISHOUDELIJK REGLEMENT
De Nederlandse Burger Partij HUISHOUDELIJK REGLEMENT Opgave 27 maart 2015, opgemaakt te Papendrecht. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Lidmaatschap Artikel 1 Het houden of doen houden van het lidmaatschap, wordt
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 212 Besluit van 22 mei 2017 tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte als bedoeld in artikel 19i, eerste lid,
Nadere informatie1. Wenselijkheid van het afzien van een akoestisch onderzoek
abcdefgh Datum 20 februari 2007 Nummer HDJZ/I&O/2007-171 HOOFDDIRECTIE JURIDISCHE ZAKEN Onderwerp Nader rapport inzake de nota van wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.771/3 van 30 januari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 en het Subsidiebesluit
Nadere informatieCONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio)
CONVENANT VSV 2012-2015 (naam regio) Convenant tussen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de RMCcontactgemeente van de RMC-regio ( ) en onderstaande onderwijsinstellingen inzake het terugdringen
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.885/3 van 14 februari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels voor de schuldovername in het kader van
Nadere informatieArtikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.
Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie
Nadere informatieDe Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);
Besluit van houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11, vierde lid, artikel 5a.12a, eerste lid, en artikel 5a.13d, zesde lid, van de Wet
Nadere informatieRaad V200701046 versie 3 december 2007. Verordening functioneringsgesprekken burgemeester
Raadsvoorstel Inleiding:In 2006 is met de fractievoorzitters de afspraak gemaakt dat er in de loop van 2007 een functioneringsgesprek zou worden gehouden met de burgemeester. In het kader van de voorbereiding
Nadere informatieProcedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum
Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum De raad van de gemeente Renkum; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2012; Gelet op artikel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHAMS:2017:1238 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 12-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.206.984/01 NOT Civiel
Nadere informatieCONVENANT INZAKE DE TOTSTANDKOMING VAN HET NATIONAAL MONUMENT SLAVERNIJVERLEDEN TUSSEN DE STAAT DER NEDERLANDEN EN DE GEMEENTE AMSTERDAM
CONVENANT INZAKE DE TOTSTANDKOMING VAN HET NATIONAAL MONUMENT SLAVERNIJVERLEDEN TUSSEN DE STAAT DER NEDERLANDEN EN DE GEMEENTE AMSTERDAM Partijen: De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door
Nadere informatieVerordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard
ONTWERP-BESLUIT Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard; gezien de voordracht van 16
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 184 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren
Nadere informatie