Task Force Implementation Network Codes Voltage & Reactive Power Management (sessie 4)

Transcriptie

1 Task Force Implementation Network Codes Voltage & Reactive Power Management (sessie 4) Datum: 14/12/2016 Plaats: Elia, Keizerslaan 20, 1000 Brussel Aanwezig Curvers Daan (BGA 1 ) Demeyer Valentijn (BGA) De Wispelaere Bram (BGA) De Wit Kris (Febeliec) Gabriels Senne (FOD) Gouverneur Bruno (Synergrid) Malbrancke Marc (Synergrid) Marginet Dirk (VREG) Mees Emmeric (CREG) Myngheer Silvie (BGA) Steensels Marc (BGA) Van Bossuyt Michaël (Febeliec) Van de Geuchte Frank (BGA) Wijnhoven Thomas (Febeliec) Buijs Patrik (Elia) Voorzitter van de Task Force Baader Christophe (Elia) Vandenbroucke Jan (Elia) Secretariaat Vandermot Koen (Elia) presentatie Agenda 1. Goedkeuring van de notulen van de vergadering van 30/05/ Presentatie van Elia De agenda werd unaniem goedgekeurd. De presentatie van Elia kan u hier bekijken: group/belgian grid/task Force Implementation nc/agenda Afkortingen CDS = Closed Distribution System CIPU = Coordination of the Injection of Production Units DCC = Demand Connection Code DSO = Distribution System Operator NC = Network Code TSO = Transmission System Operator 1 BGA (Belgian Generator Associations) omvat BOP, COGEN Vlaanderen, EDORA, FEBEG en ODE 1

2 Goedkeuring van de notulen van de vergadering van 30/05/2016 De Voorzitter van de Task Force presenteert de notulen van de voorgaande Task Force vergadering van Voltage & Reactive Power Management sessie 3 die dateert van 30/05/2016. De notulen worden goedgekeurd door de Task Force. De Voorzitter van de TF presenteert een reactie die ontvangen is van BGA op de topics Protection & Control en Frequency Stability & Management. De presentatie zal op de website worden geplaatst net als de artikelen en informatie over de normen die aan Elia bezorgd werden door BGA. Voor protection & control wordt bekeken hoe vanuit praktisch oogpunt de reactie best door Elia verwerkt kan worden. Verder zal de informatie m.b.t. Frequency Stability & Management meegenomen worden naar de discussies binnen ENTSO E. Presentatie van Elia Een vertegenwoordiger van Elia presenteert Elia s voorstel m.b.t. de implementatie van de NC DCC voor het topic Voltage and Reactive Power Management en geeft aan dat deze vergadering vooral gericht is op demand facilities. In een volgende vergadering kan dan een globaal beeld geschetst worden en bepaald worden welke bijkomende investeringen door de netbeheer gedaan dienen te worden en/of waar de vereisten voor generatoren of consumenten bijgestuurd dienen te worden. Van het actuele naar een nieuw kader voor reactief vermogensuitwisseling Elia legt uit dat in het huidige kader de meeste verantwoordelijkheden door de TSO worden gedragen. In de toekomst is er mogelijks een evolutie in de reactieve afname van inductief naar meer en meer capacitieve afname en dit door : Een meer bekabeld distributie net Een evolutie in de industriële afname, vb. door vermogenselektronica aangestuurde motoren Hierdoor zal in het nieuwe kader de reactieve vermogensuitwisseling en de spanningscontrole niet louter een verantwoordelijkheid zijn van de TSO maar zal dit gedeeld moeten worden met de netgebruikers. Een vertegenwoordiger van Elia legt vervolgens uit wat het doel is en wat de bijdrage kan zijn van TSOs, DSOs, generatoren en demand facilities. Een vertegenwoordiger van Febeliec vraagt hoe transmissie gedefinieerd wordt, is hierbij enkel het federaal transmissienet inbegrepen of ook het plaatselijk vervoersnet? De Voozitter van de Task Force zegt dat in het kader van de 1 ste iteratie met betrekking tot significant grid users de werkhypothese werd gemaakt dat het hele Elia net het transmissienet is, dus inclusief het plaatselijk vervoersnet. Febeliec geeft aan niet akkoord te zijn met deze hypothese. Vereisten voor demand facilities aangesloten aan het transmissienet Een vertegenwoordiger van Elia presenteert de tijdscurve van het actieve en reactieve vermogen. Hij stelt vast dat de spreiding niet is toegenomen, maar merkt een dalende (capacitieve) trend bij de reactieve belasting in de laatste 2 jaar. Een vertegenwoordiger van Febeliec zegt dat de analyse die bepalend is voor de opgelegde vereisten niet enkel mag gemaakt worden op basis van een trend in de laatste 2 jaar en dat een gelijkaardige trend te identificeren is in het verleden. Een 40MVar van die trend zou al verklaard kunnen worden door investeringen bij een specifieke netgebruiker. Elia reageert hierop dat er enkel een observatie wordt gepresenteerd en dat de vereisten nog niet besproken werden. Hierna worden de objectieven, het respectieve artikel van de NC DCC en het nieuwe kader uitgelegd door Elia. Langere kabels dienen gecompenseerd te worden, vandaar dat dit nu met de NC DCC geformaliseerd wordt in vereisten voor nieuwe demand facilities. Hierbij wordt ook de 2

3 veronderstelling gemaakt dat de belasting inductief is. Het globale kader omvat echter vereisten en incentieven, maar deze incentieven worden niet besproken in deze Task Force en maken deel uit van het tarifaire kader. Op basis van een vraag die door Febeliec wordt gesteld met betrekking tot het vermogen waarnaar gerefereerd wordt, verduidelijkt de vertegenwoordiger van Elia dat de notie van onderschreven vermogen niet langer bestaat en dat sinds 2016 het concept Ter beschikking gesteld vermogen gebruikt wordt in de tarifaire context. De vertegenwoordiger van Febeliec merkt op dat dit niet louter een technisch gegeven is, maar ook onderhevig is aan een economische context. Een vertegenwoordiger van Elia merkt op dat, ondanks de incentieven, heel wat demand facilities niet in staat zijn om binnen de limieten voor reactief vermogen te blijven. Een vertegenwoordiger van Febeliec zegt dat een industriële klant in België benadeeld zou kunnen worden in vergelijking met Duitsland aangezien in België strengere waardes kunnen worden opgelegd (0,95 in BE t.o.v. 0,90 in DE) en vraagt hiervoor verduidelijking. De vertegenwoordiger van Elia antwoordt dat alle partijen moeten bijdragen en dat er een evenwicht gevonden dient te worden tussen de verschillende partijen. Ceteris paribus, betekent het toestaan van lagere eisen voor een partij dat een andere partij wellicht strengere eisen moet aanvaarden, waarbij zich dan de vraag stelt hoe dit uiteindelijk vergoed wordt en het potentieel commercieel nadeel niet indirect (deels) wordt opgelost. Bij het afzwakken van de limiet naar 0,9 zowel inductief als capacitief verruimt het gebied waarin elke belasting moet aantonen zich te kunnen bevinden. Hierdoor is de TSO niet langer zeker dat de reactieve afname beperkt kan blijven en neemt dus de onzekerheid op het reactieve bijregelen door de TSO (door eigen middelen en/of via ondersteunende diensten) toe. Vanuit een grid planning standpunt verhoogt daardoor het risico op overinvesteringen (om zich er te allen tijde van te gewissen dat het reactieve bijregelen mogelijk is). Dit is een weinig efficiënte aanpak, zeker nu uit historische tellingen blijkt dat de gevraagde limieten vandaag reeds mogelijk zijn via incentieven. Vereisten voor distributiesystemen aangesloten op het transmissienet Elia presenteert de evolutie van de reactieve vermogensuitwisseling tussen de TSO en de DSO (excl. CDSO) van de laatste jaren. Onder meer door de integratie van hernieuwbare energiebronnen is er een capacitieve trend met een grotere spreiding waar te nemen bij het inductieve reactieve vermogen. Op de warmste dagen is het reactieve vermogen ook het grootst. Om deze trend op te vangen leggen de Netwerk Codes vereisten op, en Elia benadrukt de joint analysis nuance in artikelen 15.1b en 15.2, waarbij de TSO dient samen te werken met de DSO. Een vertegenwoordiger van Febeliec vraagt naar de consequenties als twee juridische entiteiten, met verschillende kenmerken (vb. een demand facility en een CDS), worden samengevoegd of van elkaar losgekoppeld en hierdoor al dan niet overnight aan andere vereisten moeten voldoen (vb. de creatie van nieuwe CDS). Het is onmogelijk om hier meteen aan te voldoen als er plots juridisch iets verandert. Elia antwoordt dat dit in zo n geval nader bekeken dient te worden en dat er in de code ook melding wordt gemaakt van een overgangsperiode. De wetteksten dienen gerespecteerd te worden, maar zijn ook geschreven om een bepaald doel te bereiken en dit doel moet men ook in acht nemen. Een vertegenwoordiger van Febeliec vraagt welke artikelen of vereisten van toepassing zijn voor CDS. De Voorzitter van de TF geeft aan dat dit een goede vraag is en er principieel beslist moet worden welke artikelen van toepassing zijn op CDS, aangezien demand facility wel voor de hand ligt maar de CDS volgens de letterlijke interpretatie als een DSO aanzien moet worden. Dit zal het voorwerp zijn van verder overleg met CDS operatoren. 3

4 Een vertegenwoordiger van Elia vult aan dat de discussie omtrent een joint analysis met de DSOs (excl. CDSO) in Synergrid gaande is. Elia zegt dat het moeilijk is om in te schatten hoe het distributienet zal evolueren vandaar dat een beste schatting gemaakt is bij het bepalen van de doelstellingen. De doelstellingen zullen bereikt worden door het opleggen van limieten maar ook door de incentieven. Een vertegenwoordiger van Synergrid zegt dat er tussen de TSO en DSOs nog moet worden bepaald of de huidige incentive tarieven effectief het beste instrument zijn om aan reactieve energiebeheersing te doen vanuit de distributienetten. Daarnaast zal er ook nog een studie worden gemaakt over de toekomst reactieve belasting op LS distributie om te zien of alle huidige trends verklaard en bevestigd kunnen worden. Een vertegenwoordiger van VREG zegt dat in bepaalde CDS netten generatoren van type B en C bevatten en vraagt of vereisten opgelegd aan CDS netten ook van toepassing zijn op deze generatoren, die moeten voldoen aan allerlei andere vereisten. Het is vaak moeilijk om te bepalen wat hoort bij een CDS en wat aangesloten is bij het TSO net. De Voorzitter van de Task Force antwoord dat deze deel uitmaken van de CDS en aan die vereisten moeten voldoen, maar dat neemt niet weg dat er, indien nuttig en wenselijk, extra vereisten worden opgelegd aan die generatoren ook als ze niet als TSO geconnecteerd aanschouwd worden. Dit zou dan bijvoorbeeld bijkomende nationale/regionale regelgeving kunnen zijn. Een vertegenwoordiger van Elia zegt dat om Elia zijn rol te laten spelen een opsplitsing en reservatie gemaakt dient te worden van de spanningsregeling die gebruikt kan worden binnen het CDS net en wat beschikbaar wordt gesteld voor een hoger gelegen net. Een vertegenwoordiger van Febeliec vraagt naar de relatie tussen een spanningsregeling op lokaal niveau versus een reactief vermogensregeling op een globaler net. Waaraan dient voldaan te worden (bijvoorbeeld in het geval van een CDS met generator binnen een distributienet)? Een vertegenwoordiger van Elia zegt dit wellicht individueel geanalyseerd dient te worden. Daarnaast verwijst de Voorzitter van de TF ook naar de SO GL waar men ook aan moet voldoen. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt of een eenheid aangesloten op het distributienet evenveel reactief vermogen zal moeten bijbrengen als een eenheid aangesloten op het transmissienet. Een vertegenwoordiger van Elia zegt dat dit in de meeste gevallen niet van toepassing is aangezien het vanuit een fysiek standpunt zeer moeilijk is om reactief vermogen te transporteren. Conclusies en een overzicht van de verantwoordelijkheden De vertegenwoordiger van Elia herhaalt dat reactief energiebeheer en spanningsregeling een gezamenlijke verantwoordelijkheid is en dat zowel inspanningen van de TSO, DSO, gebruikers en generatoren nodig zullen zijn. Een vertegenwoordiger van Febeliec herhaalt dat dit mogelijks voor CDS netten een aanzienlijk kost kan betekenen. De Voorzitter van de TF zegt dat alleszins eerst het antwoord op de juridische vraag (CDS = DSO?) dient afgewacht te worden. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt of er vereisten worden opgelegd aan demand facilities aangesloten op het distributienet. Elia antwoordt dat dit niet in de NC vermeld is, met uitzondering van enkele specifieke regels voor demand side response. 4

5 Een vertegenwoordiger van BGA vraagt of er in het huidige model reeds vereisten voor DSOs worden opgelegd. Een vertegenwoordiger van Elia zegt van wel, maar deze worden met de implementatie van de netwerk codes verstrengd, in het bijzonder via het opleggen van een capability via de netwerk codes. Een vertegenwoordiger van BGA vraagt naar de consequenties als een nieuw koppelpunt naar een bestaand distributienet wordt gelegd. De Voorzitter van de TF verwijst naar de analyse die nog lopende is, en die nagaat of de modernisering betrekking heeft op het nieuwe connectiepunt of op alle connectiepunten. Synergrid voegt toe dat er hierbij een duidelijke link is met de C10/11 en dat deze vereisten bekeken zullen worden. Een vertegenwoordiger van Febeliec vraagt welke vereisten van toepassing zijn als de noodvoeding aangesloten is aan het distributienet en de rest aan het transmissienet en merkt vervolgens op dat er nog heel wat specifieke combinaties mogelijk zijn. In zo n geval zal wellicht gekeken worden naar de hoofdvoeding, in lijn met de huidige praktijk. * * * 5