Inhoud. Beveiliger. Beveiliging van objecten. Inhoud

Transcriptie

1 Beveiliger Beveiliging van objecten 1

2 Algemeen 6 1. Veiligheidsorganisaties in Nederland Publieke veiligheidsorganisaties Inzet van publieke veiligheidsorganisaties op privaat terrein Het vak beveiliger De functies De beroepshouding De methodieken Dienstverlening en hospitality Proactief beveiligen De rol van de beveiliger in het geheel Aspecten rond beveiligen Beveiligen Bewaken Dienstverlenen Veiligheid Preventie Repressie Risicoanalyse Soorten objecten Schadecategorieën object Beveiligingsplan Vormen van beveiligingsmaatregelen Manbeveiliging Materiële beveiliging Personele beveiliging Animale beveiliging Informatiebeveiliging 103

3 5. Uitvoeren van instructies Instructies Soorten instructies Specifieke instructies mobiele surveillance Specifieke instructies objectbeveiliging Repressief handelen Rapportage Omgaan met gedrag Communicatie Soorten vragen Soorten gesprekken Soorten gedrag volgens de Arbocatalogus Soorten agressie Gesprekstechniek bij ongewenst gedrag of agressief gedrag Voorbereid handelen volgens de Arbocatalogus Draaiboek bij ongewenst gedrag Onnodige prikkels Basiskennis brand Het verbrandingsproces De verbrandingsfactoren Uitbreiding van een brand Brandoorzaken Brandklassen Blussen Brandpreventie en -repressie Brandpreventie Brandrepressie Ontruimen Bluswatervoorzieningen 215 Woordenlijst 220

4 Het vak beveiliger H2 Het vak beveiliger H2 27

5 H2 Het vak beveiliger Leerdoelen Na het bestuderen van dit hoofdstuk kunt u: De basis-beroepshouding van de beveiliger omschrijven De vaardigheden noemen die de beveiliger moet bezitten om het werk te kunnen uitvoeren De werkzaamheden bij de navolgende functies binnen de beveiliging omschrijven en onderscheiden De begrippen security awareness, hospitality en discriminatie omschrijven Het begrip proactief beveiligen omschrijven, de onderdelen daarvan omschrijven en de doelstelling ervan benoemen De hoofddoelstelling van toezicht in het private domein omschrijven Het belang aangeven van camerabeelden als ondersteunend bewijsmateriaal De drie beveiligingstaken benoemen Directe en indirecte dienstverlening bij beveiliging onderscheiden Aangeven hoe contacten worden onderhouden met de werkgever Aangeven hoe u veilig omgaat met social media Inleiding Het beroep beveiliger is aan het veranderen, het wordt steeds meer een echt vak waarbij specifieke kennis en vaardigheden worden gevraagd. Inzicht in en toepassen van proactief beveiligen, cameratoezicht, klantvriendelijkheid en security awareness maken het vak interessanter, maar ook effectiever. Het werkgebied van de beveiliger is vooral het private domein, dus het beschermen van gebouwen en particuliere eigendommen. Steeds vaker wordt de beveiliger ook ingezet op het publieke (overheids)domein, zoals arrestantenzorg. In dit hoofstuk worden de verschillende functies in de particuliere beveiligingsbranche toegelicht. Verder komt de beroepshouding aan de orde. Ten slotte komen methodieken die beveiligers bij hun werk kunnen gebruiken, zoals security awareness, proactief beveiligen, security questioning en social engineering aan bod. 2.1 De functies Na het behalen van het diploma Beveiliger kan men, na toestemming van politie en justitie, aan het werk in de verschillende takken van de beveiliging. De meest voorkomende takken van beveiliging worden in het kader van deze opleiding besproken. 28

6 Het vak beveiliger Mobiel surveillant Als u een mobiel surveillant bent rijdt u met een vervoermiddel, bijvoorbeeld een auto, langs verschillende klanten. U loopt daar uw ronden, zoals een brand- en sluitronde of u gaat ter plaatse naar aanleiding van een alarmmelding. Als mobiel surveillant controleert u eerst de omgeving van het object en de buitenzijde van het object voordat u naar binnen gaat. Dat doet u zowel bij een ronde als bij een alarmopvolging. U kunt immers beter eerst zien dat er braaksporen zijn, dan dat u binnen met de inbreker wordt geconfronteerd. De alarmmelding krijgt u meestal van een centralist die de alarmmelding binnenkrijgt. Het kunnen verschillende soorten van alarm zijn, denk maar aan een paniekalarm op een gehandicaptentoilet, een brandmelding, een storingsmelding of een inbraakmelding. Wat u dan moet doen staat in uw instructies, de opdrachtenregeling. De mobiel surveillant werkt vooral op tijden dat bedrijven gesloten zijn, dat betekent s avonds, s nachts, in weekenden en op feestdagen. Veelal is bij het sluiten of openen van het gebouw een mobiel surveillant aanwezig. Voor deze taken moet de mobiel surveillant beschikken over goede communicatieve vaardigheden en moet u om kunnen gaan met systemen die meestal in een surveillancewagen zijn ingebouwd, zoals een mobilofoon, een navigatiesysteem en een boordcomputer. Om de werkzaamheden van een mobiel surveillant te kunnen uitvoeren, moet u beschikken over het diploma Beveiliger van de SVPB (of een gelijkwaardig diploma). H2 Objectbeveiliger Een objectbeveiliger is een beveiliger die één object beveiligt. Een object kan uit meerdere gebouwen bestaan, met daarbij ook parkeerterreinen. Voorbeelden zijn een ziekenhuis met meerdere gebouwen, een universiteitsterrein, maar ook een kantoorgebouw, een fabriek en een datacenter. Als objectbeveiliger moet u wat meer kennis hebben van de activiteiten en processen die in het object gebeuren, anders weet u niet goed wat u beveiligt. Een datacenter loopt immers een heel ander risico dan een kantoorgebouw. De objectbeveiliger werkt meestal vanuit een loge, een meldkamer of een receptie. In de beveiliging noemt men dit een vaste post. Vanuit de vaste post houdt u zich bezig, afhankelijk van het soort object waar u werkzaam bent, met: portiers- en receptiediensten; toegangscontrole; sleutelbeheer; ontvangen en registreren van bezoekers; beantwoorden van de telefoon; lopen van ronden. 29

7 7. Uitwijkmogelijkheden realiseren Mogelijkheden: naar een bevriend bedrijf uitwijken; goede afspraken maken met een speciaal uitwijkbedrijf. 8. Bewust gebruik van Via de kunnen berichten binnenkomen die schadelijk kunnen zijn voor computers of voor gegevens die op computers staan. De meest voorkomende begrippen hierbij zijn: Phishing mail; Malware. Phishing mail Phishing (naar analogie van phreaking, is het afgeleid van fishing: vissen en hengelen ) is een vorm van internetfraude. Het bestaat uit het oplichten van mensen door ze via te lokken naar een valse (bank)website. Deze website is een kopie van de echte website. Daar worden mensen vervolgens nietsvermoedend beroofd door ze te laten inloggen met hun inlognaam en wachtwoord of hun creditcardnummer. Hierdoor krijgt de fraudeur de beschikking over deze gegevens die hij vervolgens kan misbruiken. Malware Malware is een verzamelnaam voor kwaadaardige en/ of schadelijke software die gebruikt wordt om computersystemen te verstoren, gevoelige informatie te verzamelen of toegang te krijgen tot private computersystemen. Het woord is een samenvoeging van het Engelse malicious software (kwaadwillende software), zoals virussen, wormen, adware en spyware. 110

8 Uitvoeren van instructies H5 Uitvoeren van instructies H5 113

9 H5 Uitvoeren van instructies Leerdoelen Na het bestuderen van dit hoofdstuk kunt u: De algemene en specifieke instructies kunnen benoemen en onderscheiden Preventief (waaronder proactief) en repressief handelen bij normale en afwijkende situaties De alarmering als spoedeisend en niet-noodzakelijke spoedeisende hulp onderscheiden De kenmerken van een signalement benoemen Primaire en en secundaire kenmerken omschrijven De verschillende beveiligingsronden benoemen Omschrijven hoe gegevens worden verzameld De verschillende rapporten en hun gebruik benoemen Het belang aangeven van het verzamelen van gegevens bij het maken van rapportages De afgifte, beheer en ontvangst van goederen en post omschrijven Het belang van veiligheid in relatie tot snelle doorgang van personen benoemen Inleiding In het vorige hoofdstuk hebben wij de vormen van beveiligingsmaatregelen genoemd. In vervolg hierop gaan wij nu een aantal taken van manbeveiliging nader uitwerken. We behandelen de diverse mogelijke voorvallen op dit gebied aan de hand van de meest voorkomende instructies. Allereerst wordt een toelichting gegeven op de soorten instructies met het doel en de omschrijving. Vervolgens worden de instructies voor specifieke werkzaamheden behandeld, zoals bij toegangscontrole, innemen van goederen, visitatie, ontvangen van bezoekers en het controleren van in- en uitgaande goederen. Daarna besteden we aandacht aan de instructies voor specifieke situaties, zoals overtreding van bedrijfsvoorschriften, overtreding van de wet, ongevallen, brand en bomdreiging. Ten slotte besteden wij in dit hoofdstuk aandacht aan de signalementen en rapportage en communicatie. 5.1 Instructies De taakomschrijving van u als beveiliger in dienst van een bedrijfsbeveiligingsdienst is neergelegd in instructies. In de instructies kan de werkgever bepalen hoe u uw taak moet uitvoeren. 114