Verslag aan de Provincieraad

Transcriptie

1 departement Interne Organisatie dienst Juridische Aangelegenheden & Bestuurszaken Verslag aan de Provincieraad registratienr betreft verslaggever ERKENNING ISLAMITISCHE GELOOFSGEMEENSCHAP Ensarija (Gent) de heer Jozef Dauwe Mevrouwen en mijne Heren, Via de Executieve van de moslims van België ontving minister Geert Bourgois van de Moskee Ensarija gelegen te Gent, Palingshuizen 9, een aanvraag om officieel te worden erkend als lokale Islamitische geloofsgemeenschap. Begin juli werd de provincieraad verzocht om overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 30 september 2005 houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofgemeenschappen van de erkende erediensten, advies te willen verlenen met betrekking tot deze erkenningsaanvraag. Het is tenslotte de provincie die in toepassing van het provinciedecreet (artikel 147 5, 2 en desgevallend ook 3 ) zal moeten bijdragen in de tekorten van deze moskeevereniging in geval zij wordt erkend. I. Toepasselijke regelgeving - Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten (art. 230). - Besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2004 houdende vaststelling van de criteria van de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen voor de erkende erediensten (verder Erkenningsbesluit). - Omzendbrief BA 2006/04 van 10 maart 2006 betreffende de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofgemeenschappen. II. Procedure - Aanvraag door een representatief orgaan: de Executieve van de moslims van België. - Bij de Vlaamse regering: dossier wordt behandeld door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Omwille van de uniformiteit in de behandeling van de aanvragen werd intern afgesproken dat de centrale diensten (Brussel) van het Agentschap het dossier voorbereiden en voorleggen aan de minister, bevoegd voor Binnenlands Bestuur.

2 p. 2/12 - De aanvraag wordt in principe geregistreerd op het ogenblik dat het dossier volledig is. Dan pas wordt de aanvraag in behandeling genomen. - Na registratie wordt advies gevraagd aan : het Ministerie van Justitie (o.a. Staatsveiligheid) de provincieraad : in casu Oost-Vlaanderen. Het is immers de provincie die instaat voor de eventuele tekorten van de islamitische eredienst. de gemeenteraad of raden die behoren tot de gebiedsomschrijving (zoals vermeld in de aanvraag) van de gemeenschap, in casu Gent. - Termijn voor advies : vier maanden vanaf de toezending naar de desbetreffende besturen in concreto dient de provincieraad van 13 oktober 2010 gehaald. Geen advies binnen de termijn = gunstig advies. III. Inhoud aanvraagdossier Er zijn verplichte stukken, daarnaast mag de aanvrager alles bijvoegen wat hij nuttig acht om zijn aanvraag te ondersteunen. Artikel 2 2 van het erkenningsbesluit somt de minimaal vereiste stukken en inlichtingen op die het dossier moet bevatten: 1. identificatie van de plaatselijke gemeenschap : o.a. naam, rechtsvorm, adres, adres verantwoordelijke enz.; 2. gebiedsomschrijving; 3. infrastructuur : gebouw of gebouwen, bestemd voor de eredienst; 4. andere infrastructuur; 5. inventaris van patrimoniale en financiële toestand inzake de eredienst : o.a. openstaande vorderingen en schulden (bijv. leningslasten); 6. financieel plan : voor drie kalenderjaren Vooruitzichten over de evolutie in de financiële situatie. Vooral : geraamde bijdrage van de provincie (indien die nodig zal blijken) verwachte uitgaven en ontvangsten planning van eventuele investeringen en de wijze van financieren (eigen middelen, schenking, lening ); 7. de aanvraag van een bezoldigde bedienaar van de eredienst bij de minister van Justitie : aantal en identiteit; 8. toelichtende nota over de maatschappelijke relevantie van de geloofsgemeenschap. Minimaal moet deze nota aangeven : - aantal gelovigen (bij benadering)

3 p. 3/12 - inschakeling in de lokale gemeenschap, met inbegrip van het gebruik van het Nederlands in de werking en in het contact met de gelovigen en derden (uitz. : rituelen van de religie) en van de organisatie van de contacten met de overheid; 9. schriftelijke verbintenis om de taalwet (in bestuurszaken) na te leven; 10. schriftelijke verbintenis i.v.m. inburgeringsplicht (indien van toepassing) voor de huidige en toekomstige bedienaars van de eredienst; 11. schriftelijke verbintenis om de organisatie en werking vrij te houden van bepaalde individuen (die handelen of oproepen om te handelen in strijd met de grondwet, EVRM, wetten en decreten enz.); 12. schriftelijke verbintenis tot het weren van bepaalde individuen (en verenigingen) en activiteiten (in strijd met de regelgeving); 13. naam en adres van de contactpersoon. IV. Advies Provincieraad (algemeen) Overeenkomstig art. 7 van het Erkenningsbesluit dient de Vlaamse regering de aanvraag te beoordelen aan de hand van 7 toetsingscriteria waaraan cumulatief dient voldaan te worden alvorens erkenning kan worden bekomen: 1. de volledigheid van het aanvraagdossier; 2. de financiële leefbaarheid van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap; 3. de maatschappelijke relevantie van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap; 4. de correcte toepassing van de wetgeving inzake het gebruik van talen in bestuurszaken; 5. de verbintenis inzake het voldoen aan de inburgeringsplicht door de huidige en toekomstige geestelijke bedienaars; 6. de verbintenis om de organisatie en werking van de plaatstelijke kerk- of geloofsgemeenschap vrij te houden van bepaalde individuen; 7. de verbintenis om geen medewerking te verlenen aan bepaalde activiteiten en bepaalde individuen of verenigingen te weren uit lokalen van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap en de ermee verbonden instellingen.

4 p. 4/12 Overeenkomstig hogervermelde omzendbrief is de maatschappelijke relevantie evenwel het hoofdcriterium voor de beoordeling van de erkenningsaanvraag (omzendbrief p. 6 en volgende). De toelichtende nota betreffende de maatschappelijke relevantie is bijgevolg een zeer belangrijk stuk. Door de provincieraad zullen ook de financiële aspecten met bijzondere aandacht moeten onderzocht worden. In het provinciemeerjarenplan en -budget moeten immers de bijdragen in de eventuele tekorten van de erkende islamitische gemeenschappen geraamd kunnen worden. Om deze aspecten met de vereiste kennis van zaken te kunnen beoordelen wordt het dossier tevens ter advies voorgelegd aan de dienst Boekhouding. Het advies van de Provincieraad kan/zal dan ook vooral op deze laatste 2 punten focussen en motiveren waarom al dan niet gunstig wordt geadviseerd. De andere criteria dienen in principe door de minister te worden afgetoetst. Dit belet echter niet dat de provincieraad ook opmerkingen kan formuleren aangaande de andere erkenningscriteria. Zo kunnen er aan de minister aanbevelingen worden gedaan om enerzijds bijkomende inlichtingen op te vragen over de evolutie in bijv. het gebruik van het Nederlands, de inburgeringsplicht van de imam, de concrete contacten met de plaatselijke gemeenschap en anderzijds correcties en/of verfijningen aan te brengen in het financieel plan. V. Concreet - onderzoek van het aanvraagdossier Voorliggend dossier bevat: 1. het aanvraagdossier ingezonden door de Vlaamse Overheid met brief van 29 juni 2010, ingekomen op het provinciebestuur van Oost- Vlaanderen op 1 juli 2010; 2. de nota van 23 juni 2010 van de Vlaamse Overheid over de financiële en patrimoniale toestand. 1 De toetsing van het aanvraagdossier aan de criteria vermeld in het Erkenningsbesluit en de Omzendbrief BA 2006/04 van 10 maart Het dossier dient, zoals hoger reeds aangehaald, de in artikel 2 2 van het Erkenningsbesluit opgesomde minimaal vereiste stukken en inlichtingen te bevatten: 1. De identificatie van de moskeevereniging: Het dossier betreft de vzw Ensarija, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Palinghuizen 9. Huidige verantwoordelijke: Izet Karalic, wonende te 9090 Melle, Oefenpleinstraat 31. Secretaris: Zlatan Halilovic, wonende te 9000 Gent, Ijskelderstraat 130. De imam is de heer Ilber Redzepi, wonende te 900 Gent, Wondelgemstraat 113.

5 p. 5/12 3. Gebiedsomschrijving: Gent 4. Het gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst (Palingshuizen 9 te Gent) wordt door de vzw gehuurd. Het gebouw heeft een oppervlakte van 1135 m², waarvan: - gebedsplaats mannen: 45 m² - gebedsplaats vrouwen: 29 m² - wasplaats: 8 m² - leslokaal: 15 m² - bureau: 15 m² - andere: 1,5 m² 5. Gegevens over andere gebruikte infrastructuur: niet vermeld. 6. De inventaris van de patrimoniale en financiële toestand: dit houdt in dat er een overzicht moet gegeven worden van het vermogen, de inkomsten, de uitgaven, met specificatie van leningslasten, enz. Er wordt een geschatte waarde van het gebouw van de eredienst opgegeven van EUR, maar gezien het gebouw wordt gehuurd behoort dit niet tot het patrimonium van de vzw. De vzw beschikt wel over een financiële reserve van ,95 EUR. Deze reserve zal ook na de erkenning de vzw blijven toebehoren en worden aangewend voor socio-culturele doeleinden. Er zijn geen lopende leningen. 7. Een financieel plan voor de eerstvolgende drie kalenderjaren: dit plan moet een overzicht bieden van de voorziene ontwikkeling van de financiële toestand met opgave van de verwachte ontvangsten en uitgaven, desgevallend met inbegrip van de bijdrage van de provincie tot de financiering, en de voorziene planning van de investeringsuitgaven met inbegrip van de voorgenomen financieringswijze. Dergelijk financieel plan werd bijgevoegd. Voor de bespreking, zie verder bij het onderzoek naar de financiële leefbaarheid. 8. Aanvraag bezoldigd bedienaar: De moskeevereniging heeft opgegeven dat zij een aanvraag wenst te doen voor een bezoldigd bedienaar van de eredienst bij de Federale Overheid (Ministerie van Justitie). De huidige imam is de heer Ilber Redzepi: - Adres: Wondelgemstraat 113, 9000 Gent. - Nationaliteit: Kosovaar; - Taal: spreekt Nederlands, Arabisch, Bosnisch en Engels. - Behaalde diploma's: de imam heeft het Licenciaatsdiploma Theologie behaald aan Universiteit van Sarajevo. Voormeld diploma is door de bevoegde minister erkend als gelijkwaardig met het Vlaamse diploma van professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs (studiegebied onderwijs) met onderwijsbevoegdheid voor het vak islam. Deze erkenning werd bij het dossier gevoegd. De imam heeft ook het diploma 'Nederlands voor anderstaligen niveau 5'

6 p. 6/12 behaald aan de Stedelijke Nijverheids- en Taalleergangen CVO Arsenaalstraat 4 te Brugge. 9. De toelichting omtrent de maatschappelijke relevantie van de islamitische gemeenschap : Er werd een benadering opgegeven van het aantal gelovigen en tevens een toelichtende nota bijgevoegd betreffende de maatschappelijke relevantie. Er zijn bij het dossier ook een aantal documenten opgenomen ter staving van deze nota. (Voor de bespreking van dit aspect zie verder). 10. De vijf schriftelijke verklaringen (inzake het gebruik van het Nederlands, het voldoen aan de inburgeringsplicht van de imam en het weren van individuen, verenigingen en activiteiten, die handelen of oproepen tot handelen in strijd met de Grondwet en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden) zijn aanwezig in het dossier. 11. Contactpersonen: - de eerste verantwoordelijke van de vereniging:de heer Izet Karalic; - de secretaris van de vereniging: Zlatan Halilovic Het dossier is volledig. Naar aanleiding van een voorafgaand onderzoek naar de financiële leefbaarheid van de vereniging door dienst Boekhouding werden evenwel nog wat bijkomende inlichtingen opgevraagd. Deze bijkomende informatie werd bezorgd bij mail van 23 september (Zie verder bij de bespreking van de financiële leefbaarheid.) 2. De beoordeling van de financiële leefbaarheid gebeurt op basis van het onderzoek van het financieel plan, rekening houdend met de patrimoniale en financiële inventaris en (in voorkomend geval) de geraamde bijdrage van de provincies in de financiering van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap. Bij nota van 23 juni 2010 bracht de Afdeling Lokale en Provinciale Besturen Financiën en Personeel van het agentschap voor Binnenlands Bestuur, advies uit omtrent de volledigheid van het dossier wat de criteria betreft in hoofdstuk II, artikel 2, 2, 5 en 6 van het erkenningsbesluit. Hierin wordt geconcludeerd dat de financiële gegevens bij de erkenningsaanvraag van de islamitische geloofsgemeenschap Ensarija geen onoverkomelijke bezwaren oproepen. Er wordt evenwel opgemerkt dat een korte verantwoording bij de cijfers van het verleden nuttig had kunnen zijn. Er wordt tevens op gewezen dat de planning voor de toekomst na eventuele erkenning uiteraard het voorwerp moet uitmaken van voorafgaand overleg met het provinciebestuur, in het bijzonder wat de geplande investeringen en de financiering ervan betreft. (Advies zie bijlagen) Aan de (provinciale) dienst Boekhouding werd gevraagd advies uit te brengen omtrent de financiële leefbaarheid van de moskeevereniging. In haar nota van 9 september 2010 kwam de dienst tot volgende vaststellingen:

7 p. 7/12 "Voorafgaand aan de analyse van de financiële gegevens past het een algemene basisregel te benadrukken. Net als bij de andere geloofsgemeenschappen dient er ook bij de moskeeverenigingen een strikte scheiding te zijn tussen de activiteiten en de boekhouding van de moskeevereniging enerzijds en de activiteiten en de boekhouding van de aanverwante vzw anderzijds. Uit het voorliggend dossier van de geloofsgemeenschap kunnen we niet afleiden of er een opsplitsing is tussen de activiteiten van de vzw en die van de moskee. Naar de toekomst toe is een opsplitsing noodzakelijk. De betoelaging door de provincie beperkt zich immers tot het tekort van de moslimgemeenschap. Wanneer de activiteiten van de moslimgemeenschap en de vzw niet gescheiden zijn, kan het tekort en bijgevolg de financiering ervan niet op eenduidige wijze worden vastgesteld. Financiële toestand 2010 en financieel plan Luidens de verklaring van de voorzitter van de vzw/moskee, Izet Karalic, hebben de ingediende cijfergegevens enkel betrekking op de religieuze activiteiten. Vermoedelijk zijn de cijfers een extractie uit de boekhouding van de vzw. De relatie tussen deze cijfers en de boekhouding van de vzw is onduidelijk (zie ook nota van het agentschap voor Binnenlands bestuur dd met referte DBS/FP/ /6308/6514). De ontvangsten en uitgaven zijn in evenwicht, zowel in de overzichten uit het verleden, als in de toekomstige overzichten. Inkomsten Momenteel komen de enige inkomsten van de moskee van inzamelingen. Deze inkomstenpost geeft de indruk de sluitpost te zijn. Vanaf 2010 zullen de inkomsten van de inzamelingen drastisch dalen, van 5930 EUR in 2009 naar 1800 EUR vanaf Sluitpost wordt dan de provinciale toelage ( EUR in 2010, EUR in 2011, EUR in 2012, EUR in 2013). De provinciale toelage compenseert de daling van de inzamelingen, meer zelfs, er komt de komende jaren van 7500 tot EUR extra budgettaire ruimte. Deze wordt aangewend om de toename van de andere uitgaven te financieren. Uitgaven De 'andere onkosten' stijgen fors in de komende jaren (van 3910 EUR in 2009 naar EUR in 2010). Deze kosten werden nader toegelicht in het overzicht. De vraag wordt gesteld waarom deze kosten zo sterk toenemen? Voor 2013 wordt een investeringsuitgave voorzien van EUR. Over welke investering gaat dit? Is het een investering aan het (gehuurde) gebouw? Op welke basis is de raming tot stand gekomen? De investering zal gefinancierd worden met omhalingen, aangevuld met een gewesttoelage (overeenkomstig het KB van kan 30% van de investering gefinancierd worden via een gewesttoelage). Is het bedrag van de omhalingen realistisch, vergeleken met het gemiddeld aantal gelovigen dat aanwezig is op de diverse gebedsmomenten?

8 p. 8/12 Inventaris De financiële reserve van ,95 EUR behoort toe aan de vzw en zal gebruikt worden voor socio-culturele activiteiten. Enkel de geschatte waarde van het gebouw wordt weergegeven ( EUR). Daarnaast wordt ook een huurovereenkomst toegevoegd, voor een gebouw. Gaat het om een ander gebouw? Graag wat verduidelijking hieromtrent. Conclusie De geloofsgemeenschap is financieel gezond. Er zijn geen schulden. De jaarrekening/het meerjarenplan en de jaarlijkse budgetten zijn in evenwicht; mits provinciale betoelaging. Alvorens een definitief advies te geven, verwachten we echter enige bijkomende verduidelijking bij de gestelde vragen." Naar aanleiding van dit voorlopig advies werden bij de betrokken moskeevereniging bijkomende inlichtingen gevraagd. Op 23 september werden deze bijkomende inlichtingen bezorgd: "1. Betreffende uw eerste vraag bericht ik u dat in België de moskeeën tot stand komen met het statuut van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Nagenoeg alle niet-erkende moskeeën registreren hun inkomsten en uitgaven (socio-cultureel, cultueel, ) in de zogenaamde vzw- boekhouding. Krachtens het boekhoudingreglement van eredienstbesturen moet de boekhouding van de vzw en de boekhouding van de Islamitische geloofsgemeenschap echter worden gescheiden. Hiermee rekening houdend en ook om de gegevens beter tot hun recht te laten komen werd het initieel erkenningsdossier met eredienstgebonden cijferdata ingevuld. 2. Het bestuur Ensarija heeft met de eerste (Bosniër) en de huidige eigenaar van het moskeegebouw een principeakkoord voor wat betreft een symbolische huurprijs. Vanaf het jaar 2010 is het huis, waar wij sinds 2004 een gebouw huren, van een andere eigenaar. Ingeval van een verhuis en/of erkenning zullen de algemeen geldende huurprijsbepalingen van toepassing zijn. De titel andere onkosten groepeert naast de hoofdbrok huurprijs ook verschillende verzekeringen (BA, verzekering gebouw, ) en diverse andere kosten (boekhouder, vrijwilliger, ) van de Islamitische geloofsgemeenschap. 3. Betreffende uw vraag ivm de investeringsuitgave van euro in het jaar 2013: het gaat hier immers over de aankoop van een nieuw gebouw. De raming is gemaakt rekening houdend met onze aantal gelovigen en in overeenstemming met de doorsnee vastgoedprijzen te Gent. Ons inziens lijkt het bedrag van de omhalingen realistisch daar wij niet alleen van plan zijn om beroep te doen op onze gelovigen maar ook op andere Islamitische geloofsgemeenschappen en/of actoren. 4. Aangaande uw laatste vraag informeer ik u dat de aankoop van een gebouw (investering 2013) niets te maken heeft met het huidig gehuurde moskeegebouw. De huurovereenkomst die momenteel geldt is enkel van toepassing op het gehuurde moskeegebouw. " In haar nota van 24 september 2010 stelt de dienst Boekhouding dat de bijkomende informatie die de moskeevereniging heeft verstrekt, volstaat om een positief advies te verstrekken. Wel wordt één kanttekening gemaakt : uit

9 p. 9/12 het KB betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaams Gewest door of op initiatief van ondergeschikte besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd, blijkt dat de toelage van 30% geldt voor het bouwen of verbouwen van een gebouw van de eredienst. Of de toelage ook geldt voor de aankoop van een gebouw is onduidelijk. Desgevallend zal de financiering van de aankoop moeten herbekeken worden. (Advies zie bijlagen) Op basis van het financieel plan, rekening houdend met de patrimoniale en financiële inventaris, en de bijkomende verstrekte gegevens, kan een beeld gevormd worden van de mate waarin de provincie financieel zal moeten bijdragen in geval van erkenning door de bevoegde minister. De financiële bijdrage van de provincie Oost-Vlaanderen in het tekort van het exploitatiebudget 2011, 2012 en 2013 wordt geraamd op respectievelijk EUR, EUR en EUR. Dit ligt in de lijn van de provinciale bijdragen voor de andere reeds erkende eredienstbesturen (nl. de kathedrale kerkfabriek Sint Baafs, de Orthodoxe kerkfabriek Apostel Andreas te Gent, de islamitische geloofsgemeenschap Yavuz Sultan Selim..). 3. Wat de beoordeling van de maatschappelijke relevantie conform artikel 4, 3 van het Erkenningsbesluit betreft, is zoals hoger aangehaald de toelichtende nota belangrijk. Deze nota moet overeenkomstig artikel 2 2, 8 van het Erkenningsbesluit, naast het aantal gelovigen, minimaal de wijze aangeven waarop de plaatselijk kerk- of geloofsgemeenschap zich inschakelt in de lokale gemeenschap van de gemeente. Dit kan op een zo ruim mogelijke wijze ingevuld worden door een veelheid van (vrij in te vullen) elementen, waarvan in de omzendbrief een aantal voorbeelden worden gegeven (omzendbrief p 6). Het dossier bevat volgende benaderende opgave van het aantal gelovigen: gemiddeld personen bij het dagelijks gebed, personen bij het vrijdagsgebed en personen bij feestgebeden. Er zouden 536 gelovigen zijn die van de diensten van de eredienst genieten. De vereniging heeft 48 geregistreerde leden. De wijze waarop de moskee zich inschakelt in de lokale gemeenschap van de wijk wordt aan de hand van volgende elementen aangetoond (gestaafd aan de hand van stukken gevoegd bij het dossier): - Er worden tal van activiteiten georganiseerd, die ook openstaan voor en kunnen bijgewoond worden door autochtone inwoners van de buurt en wijk; De leden krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan leerrijke forums, seminaries en conferenties over verschillende onderwerpen; Er vinden educatieve activiteiten plaats voor kinderen en tieners in het kader van taal remediëring, cultuurleer en geschiedenis; zo zou de zondagsklas worden uitgebreid naar huistaakbegeleiding en lessen wereldoriëntatie en wetenschapsleer; Er worden recreatieve uitstappen en sociaal-culturele manifestaties ingericht voor het gezin, alsook sportieve activiteiten;

10 p. 10/12 - Er wordt ook deelgenomen aan interreligieuze ontmoetingen tussen christenen en moslims, georganiseerd door het bisdom van Gent. (Zie het verslag van dergelijke bijeenkomst in de bijlagen bij het dossier.) - Uit verscheidene stukken blijkt tevens dat er een goede samenwerking is met de diensten van de stad Gent. Zo blijkt onder meer uit brieven van de dienst rekrutering en selectie dat beroep gedaan wordt op de vereniging om de vacatures aan een zo ruim mogelijk publiek bekend te maken. Er wordt met de Integratiedienst van de stad Gent overlegd omtrent de organisatie van het offerfeest en begraafplaatsen (Zie bij de stukken in het dossier de uitnodiging van de Integratiedienst omtrent de organisatie van het Islamitisch offerfeest); De Integratiedienst van de stad Gent heeft telefonisch bevestigd dat de moskeevereniging gekend staat als gesprekspartner binnen hun werking. Ook bij de maatschappelijke cel van de politie staat de moskeevereniging gekend als gesprekspartner binnen de werking maatschappelijke integratie. (Zie brief van de heer Anthony Stolarek, Adjunct Coördinator Maatschappelijke Integratie, diensthoofd Integratiecel.) - Er is een samenwerking met Agora rond verschillende informatiecampagnes. (Agora is een Gents partnerschap tussen het stadsbestuur, de erkende landelijke socioculturele verenigingen van migranten actief in Gent en andere welzijnsorganisaties, dat werk wil maken van een grotere betrokkenheid van het Gents etnisch culturele gemeenschappen bij stedelijk gebeuren en stedelijk beleid) N.a.v. een thesisonderzoek werd in samenwerking met Agora beslist om de Gentse islam neer te pennen in een boek, waarvoor het bestuur van de moskeevereniging meermaals werd geïnterviewd. (Zie stukken betreffende de deelname in het expertenpanel 'expertisecentrum Islam/moslims in Vlaanderen.) - Het bestuur van de moskeevereniging neemt ook actief deel aan verschillende activiteiten van FZO-VL (Federatie van Zelfstandige Organisaties Vlaanderen) van educatieve, recreatieve en beleidsparticiperende aard. (Zie de verklaring van FZO-VL van 10 juni 2009) Er kan gesteld worden dat de moskeevereniging zich goed integreert in de maatschappij en dat zij een goed contact onderhoudt met de buurt en de lokale gemeenschappen alsook met het stadsbestuur van Gent. De vereniging neemt een open constructieve houding aan tegenover de ruime gemeenschap waartoe zij behoort en heeft een gevarieerde en actieve sociaal-cultureelreligieuze werking. 4. Wat de vereiste van de correcte toepassing van de wetgeving inzake het gebruik van talen in bestuurszaken betreft en de verbintenis inzake het voldoen aan de inburgeringsplicht door de huidige en toekomstige geestelijke bedienaars, de verbintenis om de organisatie en werking van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap vrij te houden van bepaalde individuen en de verbintenis geen medewerking te verlenen aan bepaalde activiteiten en bepaalde individuen of verenigingen te weren uit lokalen van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap en de ermee verbonden instellingen, kan verwezen worden naar de 5 ondertekende verklaringen hieromtrent (zie bijlagen in het dossier).

11 p. 11/12 2 De evaluatie van het aanvraagdossier door de stad Gent Bij mail van 24 september 2010 werd door de heer Nedim Demirogullari, consulent bij Stad Gent - Integratiedienst - Departement Bevolking en Welzijn - medewerker Inspraak en participatie meegedeeld dat de stedelijke administratie het dossier wat de maatschappelijke relevantie betreft gunstig heeft geëvalueerd. Het dossier moet evenwel nog ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad op 25 oktober De evaluatie van het aanvraagdossier in functie van de door de deputatie in zitting van 16 april 2009 goedgekeurde basisprincipes bij behandeling van nieuwe erkenningsaanvragen. (Zie bijlagen) Het dossier komt tegemoet aan de goedgekeurde te hanteren basisprincipes. Het dossier was volledig van bij de aanvang en er wordt gebruik gemaakt van de Nederlandse taal. Het dossier bevat recente gegevens (o.a. ter staving van de maatschappelijke relevantie). Wat de principes betreffende de maatschappelijke relevantie en de financiële leefbaarheid betreft in kader van het erkenningsdossier, kan verwezen worden naar wat hoger werd uiteengezet. De overige principes zijn pas in een verder stadium aan de orde, éénmaal de geloofsgemeenschap is erkend, nl. bij de opmaak van het meerjarenplan en de budgetten. 4. Conclusie Het ingediende aanvraagdossier is volledig. De maatschappelijke relevantie wordt behoorlijk toegelicht in het aanvraagdossier en wordt gunstig geëvalueerd door de stedelijke administratie. Er kan gesteld worden dat de geloofsgemeenschap financieel leefbaar is. De inkomsten en uitgaven in de financiële planning zijn in evenwicht, mits provinciale betoelaging. De financiële bijdrage van de provincie Oost- Vlaanderen in het tekort van het exploitatiebudget volgens het ingediende financieel plan kan als redelijk worden beschouwd. Evenwel dient opgemerkt/benadrukt dat: net als bij de andere geloofsgemeenschappen er ook bij de moskeeverenigingen een strikte scheiding dient te zijn tussen de activiteiten en de boekhouding van de moskeevereniging enerzijds en de activiteiten en de boekhouding van de aanverwante vzw anderzijds; Indien het gebouw bestemd voor de eredienst ook voor socio-culturele activiteiten zal blijven gebruikt worden (zoals bijvoorbeeld het leslokaal), zal de vzw bijgevolg moeten blijven bijdragen in de huur van het gebouw en zal er derhalve een verdeelsleutel dienen uitgewerkt te worden wat het gebruik en dus ook de huur van het gebouw betreft (hoeveel procent eredienst en dus ten laste van de erkende geloofsgemeenschap, hoeveel procent socio-cultureel en dus ten laste van de vzw?);

12 p. 12/12 de planning voor de toekomst na eventuele erkenning uiteraard het voorwerp zal moet uitmaken van voorafgaand overleg met het provinciebestuur, in het bijzonder wat de geplande investeringen en de financiering ervan betreft; de geloofsgemeenschap éénmaal erkend en in een verder stadium, nl. bij de opmaak van het meerjarenplan en de budgetten, de uitgaven en inkomsten nog zoveel mogelijk ook geldelijk zal dienen te specificeren (en achteraf bij de indiening van de jaarrekening ook staven). Deze opmerkingen zijn echter niet van die aard een gunstig advies te onthouden. Gelet op het voorgaande kan een gunstig advies worden uitgebracht, mits opmerkingen. VII. Voorstel De provincieraad wordt gevraagd om wat de vraag tot erkenning van de Islamitische geloofsgemeenschap Ensarija te Gent betreft gunstig advies te verlenen. Gent, Namens de Deputatie : de Provinciegriffier, Albert De Smet de bevoegde Gedeputeerde, Jozef Dauwe