WISKUNDE A VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019

Transcriptie

1 Toevoeging: blz. 10 Hulpmiddelen, toegestane grafische rekenmachines Toevoeging: blz. 9 Posterpresentatie in het vso WISKUNDE A VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2019 V

2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg voor de kwaliteit en het niveau van de examens. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling Examendiensten van DUO: (050) of staatsexamens@duo.nl. pagina 2 van 13

3 Inhoud 1 Kernpunten 4 2 Centraal examen 4 3 College-examen 4 4 Schema examenstof 6 Bijlage 1 Beschrijving examenstof 7 Bijlage 2 Posterpresentatie 9 Bijlage 3 Hulpmiddelen 10 Bijlage 4 Tips 12 pagina 3 van 13

4 top 1 Kernpunten Het examen bestaat uit een centraal examen en een college-examen. Het collegeexamen wordt mondeling afgenomen. Voor het mondeling college-examen moet de kandidaat thuis een presentatie over het keuzeonderwerp voorbereiden en hiervoor een poster meebrengen naar het examen. Een deel van het mondeling college-examen gaat over een keuzeonderwerp. De kandidaat heeft een toegestane grafische rekenmachine nodig, die hij zelf moet meebrengen. Tips voor dit examen staan in bijlage 4. De berekening van het eindcijfer staat in een overzicht. 2 Centraal examen Het centraal examen bestaat uit een schriftelijk examen. De inhoud van het examen staat in het Schema examenstof en de Beschrijving examenstof. Nadruk ligt op de toepassing van de bestudeerde stof. Overzicht centraal examen wat hulpmiddelen tijdsduur cijfer zie Schema examenstof en Beschrijving examenstof toegestane grafische rekenmachine schrijf- en tekenmateriaal; woordenboek 180 minuten A 3 College-examen Het college-examen wordt mondeling afgenomen. De inhoud van het examen staat in het Schema examenstof en de Beschrijving examenstof. In totaal duurt het examen 40 minuten. Hieraan voorafgaand krijgt de kandidaat gedurende 20 minuten de tijd om zich voor te bereiden aan de hand van een casus die hij in het voorbereidingslokaal ontvangt. Deze casus bestaat uit een aantal opdrachten die uitgewerkt moeten worden. Het eerste deel van het examen gaat over de casus. De kandidaat moet in eigen woorden kunnen weergeven waarover de casus gaat. Van belang hierbij zijn kernbegrippen uit de tekst. Uitgaande van de casus kan er daarna over het onderwerp zelf en andere onderwerpen dieper gevraagd worden. De onderwerpen die hierbij nog niet aan bod zijn gekomen worden vervolgens getoetst in het tweede deel. pagina 4 van 13

5 Het derde deel van het examen betreft het gekozen onderwerp. In bijlage 2 staat informatie over de presentatie door de kandidaat. Overzicht college-examen wat voorbereiding toetsing casus toetsing overige examenstof toetsing onderwerp hoe bestuderen van de casus in het voorbereidingslokaal bespreking vraagstukken naar aanleiding van de casus beantwoorden van vragen en oplossen van vraagstukken over de domeinen van het collegeexamen presentatie en beantwoording van vragen over het keuzeonderwerp hulpmiddelen grafische rekenmachine; schrijf- en tekenmateriaal; woordenboek grafische rekenmachine schrijf- en tekenmateriaal grafische rekenmachine schrijf- en tekenmateriaal grafische rekenmachine schrijf- en tekenmateriaal tijdsduur 20 minuten ca. 30 minuten ca. 10 minuten cijfer deelcijfer a deelcijfer b deelcijfer c Overzicht berekening eindcijfer wat wegingsfactor cijfer (afgerond op één decimaal) eindcijfer (afgerond op een geheel getal) centraal examen 1 A college-examen - deelcijfer a 0,2 - deelcijfer b 0,7 - deelcijfer c 0,1 B 0,5A + 0,5B terug naar top pagina 5 van 13

6 4 Schema examenstof wiskunde A vwo centraal examen collegeexamen A: Vaardigheden Algemene vaardigheden Profielspecifieke vaardigheden Wiskundige vaardigheden B: Algebra en tellen Algebra Telproblemen C: Verbanden Standaardfuncties Functies, grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden D: Verandering Rijen E: Statistiek en kansrekening Helling Afgeleide Probleemstelling en onderzoeksontwerp Visualisatie van data Kwantificering Kansbegrip Kansverdelingen Verklarende statistiek Statistiek met ICT F: Keuzeonderwerpen Babylonische wiskunde of Logisch redeneren of Vorm en ruimte Hierna volgt een beschrijving van de examenstof. Bij het bestuderen van de examenstof is het raadzaam gebruik te maken van een lesmethode of examenkatern. terug naar top pagina 6 van 13

7 Bijlage 1 Beschrijving examenstof Domein A: Vaardigheden Algemene vaardigheden 1. De kandidaat heeft kennis van de rol van wiskunde in de maatschappij, kan hierover gericht informatie verzamelen en de resultaten communiceren met anderen. Profielspecifieke vaardigheden 2. De kandidaat kan profielspecifieke probleemsituaties in wiskundige termen analyseren, oplossen en het resultaat naar de betrokken context terugvertalen. Wiskundige vaardigheden 3. De kandidaat beheerst de bij het examenprogramma passende wiskundige vaardigheden, waaronder modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken en probleemoplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren en kan daarbij ICT functioneel gebruiken. Domein B: Algebra en tellen Algebra 4. De kandidaat kan berekeningen uitvoeren met getallen en variabelen, daarbij gebruik maken van rekenkundige en algebraïsche basisbewerkingen en van het werken met haakjes. Telproblemen 5. De kandidaat kan telproblemen structureren en schematiseren en dat gebruiken bij berekeningen en redeneringen. Domein C: Verbanden Standaardfuncties 6. De kandidaat kan van eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties, machtsfuncties, goniometrische functies, exponentiële functies en logaritmische functies de kenmerken in grafiek, tabel en formule herkennen en gebruiken. Functies, grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden 7. De kandidaat kan formules en functievoorschriften opstellen en bewerken, de bijbehorende grafieken tekenen, vergelijkingen en ongelijkheden oplossen met algebraïsche methoden zonder gebruik van ICT, en daar waar nodig met numerieke of grafische methoden met inzet van ICT, en de uitkomst interpreteren in termen van een context. Domein D: Verandering Rijen 8. De kandidaat kan het gedrag van een rij herkennen en beschrijven en berekeningen aan een rij uitvoeren, ten minste in het geval van rekenkundige en meetkundige rijen. Helling 9. De kandidaat kan het veranderingsgedrag van grafieken of functies relateren aan differentiequotiënten, toenamediagrammen en hellinggrafieken en daarbij een relatie leggen pagina 7 van 13

8 met de probleemsituatie. Afgeleide 10. De kandidaat kan van eerstegraadsfuncties, tweedegraadsfuncties, machtsfuncties, exponentiële functies en logaritmische functies de afgeleide bepalen, de rekenregels voor het differentiëren gebruiken en aan de hand van de afgeleide het veranderingsgedrag van een functie beschrijven. Domein E: Statistiek en kansrekening Probleemstelling en onderzoeksontwerp 11. De kandidaat kan bij een probleemstelling die zich leent voor een statistische aanpak een plan maken om antwoord op de probleemstelling te verkrijgen, waarbij geschikte variabelen worden gekozen. Visualisatie van data 12. De kandidaat kan verkregen data verwerken in een geschikte tabel of grafiek en deze opwaarde interpreteren. Kwantificering 13. De kandidaat kan de verkregen data samenvatten in voor de probleemstelling geschikte maten en hieraan interpretaties verbinden. Kansbegrip 14. De kandidaat kan het kansbegrip gebruiken om bij een toevalsproces de kans op een bepaalde uitkomst of gebeurtenis te bepalen aan de hand van een diagram, combinatoriek, kansregels en simulatie. Kansverdelingen 15. De kandidaat kan aangeven in welke situatie een toevalsvariabele een bepaalde kansverdeling bezit en van die verdeling de karakteristieken verwachtingswaarde en standaardafwijking hanteren. Verklarende statistiek 16. De kandidaat kan in een probleemsituatie op basis van steekproefgegevens een uitspraak doen over een populatie, de betrouwbaarheid daarvan kwantificeren en het resultaat duiden in termen van de context. Statistiek met ICT 17. De kandidaat beheerst statistisch ICT-gebruik in relatie met de bovenstaande onderwerpen van domein E, om grote datasets te interpreteren en te analyseren. Domein F: Keuzeonderwerp Een uitgebreide beschrijving van de examenstof staat op: - examenblad.nl, wiskunde a vwo, examenprogramma en syllabus 2019 terug naar top pagina 8 van 13

9 Bijlage 2 Posterpresentatie Het mondeling examen rond u af met uw posterpresentatie. U houdt een korte presentatie, waarbij u een globale uitleg van de bestudeerde stof geeft. In het bijzonder moeten de wiskundige aspecten van het onderwerp aan bod komen. Onderwerp: U kunt kiezen uit -Babylonische Wiskunde of -Logisch redeneren (Domein F van wiskunde C) of -Vorm en ruimte (Domein G van wiskunde C) Het is de bedoeling dat u zich voorbereidt aan de hand van een wiskundemethode waarin de genoemde onderwerpen worden behandeld. Bijvoorbeeld Getal en Ruimte of Moderne Wiskunde. Kiest u voor Babylonische Wiskunde dan bereidt u zich voor aan de hand van het volgende boekje: - Babylonische Wiskunde (A. van der Roest Zebrareeks deel 20: ISBN ) Poster: minimaal A3-formaat Op de poster staan een titel, illustraties en maximaal 10 trefwoorden. U mag geen powerpointpresentatie gebruiken*. Presentatie: U houdt uw presentatie aan de hand van uw poster. U mag aantekeningen gebruiken. Na afloop van de presentatie kan de examinator u enkele vragen over uw onderwerp stellen. De presentatie met eventuele vragen zal circa 10 minuten duren. * Er is een uitzondering voor VSO-leerlingen. Zij mogen voor de presentatie wél gebruik maken van een digitale presentatiemethode. Er mag slechts één afbeelding (slide) worden getoond, vergelijkbaar met een papieren poster. Voorwaarde is dat de school de beschikking heeft over voldoende middelen om dit te kunnen faciliteren (ook gezien het rooster). terug naar top pagina 9 van 13

10 Bijlage 3 Hulpmiddelen Toegestane grafische rekenmachine Het is mogelijk dat te zijner tijd nieuwe types worden toegestaan. De machines die in 2019 in elk geval zijn toegestaan: Casio: - fx-9860gii(sd) met examenstand: OS 2.07 en hoger; - fx-cg20 met examenstand: OS 2.01 en hoger; - fx-cg50. Hewlett Packard: - HP Prime mits in de examenstand de volgende instellingen zijn gerealiseerd: De time-out is ingesteld op 4 uur. Het geheugen is gewist. De knipperende LED staat aan. Gebruikerstoepassingen zijn uitgeschakeld. CAS is uitgeschakeld. Opmerkingen en programma s zijn gewist en onbereikbaar gemaakt. Nieuwe opmerkingen en programma s aanmaken is geblokkeerd. Texas Instruments: - TI-84 Plus T vanaf versie OS 5.1, de basisversie met LED lampje; - TI-84 Plus CE-T vanaf versie OS 5.1.5; - TI-Nspire C (alleen de versie zonder CAS) vanaf versie OS Oudere types, ook die eerder wel waren toegestaan, zijn NIET meer toegestaan. Voorwaarden gebruik grafische rekenmachine Een grafische rekenmachine is alleen toegestaan als het geheugen van de grafische rekenmachine is geblokkeerd door een examenstand. Dat houdt onder meer in dat applicaties, programma's en (tekst)bestanden niet benaderbaar of bruikbaar zijn en dat een eventuele CAS-functionaliteit niet beschikbaar is. Het moet direct zichtbaar zijn of een machine in examenstand staat. Dit moet op ieder moment tijdens het examen te controleren zijn. Verder geldt het volgende: a. Een grafische rekenmachine mag tijdens het examen niet op het lichtnet worden aangesloten of met andere apparatuur worden verbonden. b. Het is een kandidaat niet toegestaan tijdens het examen gebruik te maken van de grafische rekenmachine van een andere kandidaat. c. Het is niet toegestaan dat de kandidaat tegelijkertijd de beschikking heeft over twee (grafische) rekenmachines. d. In machines met een SD-slot mag tijdens het centraal examen geen SD-kaart zitten. Basispakket Het standaard basispakket bij alle centrale examens en college-examens bevat: - schrijfmateriaal - tekenpotlood - blauw en rood kleurpotlood - liniaal met millimeterverdeling - passer - geodriehoek - vlakgum pagina 10 van 13

11 Ook is het toegestaan om hulpmiddelen mee te brengen die geen relatie hebben met de exameneisen maar wel functioneel kunnen zijn, zoals: markeerstift, puntenslijper, leesliniaal (loep). Woordenboek Nederlands-Nederlands (eendelig) of Nederlands-thuistaal/vreemde taal en thuistaal/vreemde taal Nederlands (eendelig) Een digitaal woordenboek is niet toegestaan. De hulpmiddelen van het basispakket zijn toegestaan bij alle examens. Uitgebreide informatie over hulpmiddelen voor de centrale examens staat in de Regeling toegestane hulpmiddelen. Kies: examenblad.nl, 2019, vwo, onderwerpen, hulpmiddelen terug naar top pagina 11 van 13

12 Bijlage 4 Tips Centraal examen geef voldoende toelichting bij de gegeven antwoorden vergeet niet de tussenstappen te vermelden voor dit vak is het belangrijk niet alleen een boek te bestuderen, maar vooral veel te oefenen (zie: examenblad, 2019, wiskunde A vwo, syllabus hoofdstuk 3 voorbeeldopgaven) Mondeling college-examen Algemene opmerkingen over het mondeling examen bij wiskunde mag u géén gebruik maken van het Binas-boek of een formulekaart; de formules die bij het centraal examen worden vermeld, worden ook bij de casus en tijdens het mondeling examen gegeven geleerde formules moeten niet alleen benoemd kunnen worden, maar ook worden toegepast het is belangrijk verbanden te kunnen leggen tussen onderdelen van de bestudeerde examenstof hoofdrekenen (en inschatten van de orde van grootte van uitkomsten) is naast het gebruik van de rekenmachine van belang zorg voor voldoende oefening in het gebruik van de grafische rekenmachine; het kost vaak erg veel kostbare tijd in het examen Voorbereiden op het mondeling college-examen tijdens het mondeling examen kan de gehele examenstof gevraagd worden; bestudeer daarom ook de onderwerpen van het centraal examen om vlot vragen te kunnen beantwoorden is het belangrijk dat er voldoende geoefend is in het maken van eindexamenopgaven oefen in het onder woorden brengen van begrippen; besteed voldoende aandacht aan de terminologie die bij het vak hoort bekijk de informatiefilm over het mondeling college-examen op de site: duo.nl, staatsexamens, Hoe het staatsexamen vo werkt oefen met de voorbeeldcasus op de site: duo.nl, staatsexamens, oefenen Casus/voorbereidingsopdracht voorafgaand aan het college-examen de casus bestaat uit één of meer wiskunde-opgaven het is niet erg als het niet lukt om alle vragen te beantwoorden tijdens de voorbereidingstijd terug naar top pagina 12 van 13

13

14 pagina 14 van 13