VERORDENING (EG) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Transcriptie

1 VERORDENING (EG) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2004 houdde vaststelling van specifieke hygiënevoorschrift voor levsmiddel van dierlijke oorsprong Nr. 853/2004 (PB Nr. L 139 van , blz. 55) Gewijzigd bij: Gerectificeerd bij PB Nr. L 226 van , blz. 22 bij PB L 160 van , blz. 15 Verording (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie van 5 december 2005, PB Nr.L 338 van , blz. 27 Verording (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie van 5 december 2005, PB Nr.L 338 van , blz. 83 Gerectificeerd bij PB Nr. L 291 van , blz. 44 Verording (EG) nr. 1662/2006 van de Commissie van 6 november 2006, PB Nr.L 320 van , blz. 1 Verording (EG) nr. 1791/2006 van de Raad van 20 november 2006, PB Nr. L 363 van , blz. 1 Gerectificeerd bij PB Nr. L 204 van , blz. 26 Verording (EG) nr. 1243/2007 van de Commissie van 24 oktober 2007, PB Nr. L 281 van , blz. 8 Verording (EG) nr. 1020/2008 van de Commissie van 17 oktober 2008, PB Nr. L 277 van , blz. 8 Verording (EG) Nr. 219/2009 van het Europees Parlemt de Raad van 11 maart 2009, PB Nr. L 87 van , blz. 109 Verording (EG) nr. 1161/2009 van de Commissie van 30 november 2009, PB Nr. L 314 van , blz. 8 Verording (EU) nr. 558/2010 van de Commissie van 24 juni 2010, PB Nr. L 159 van , blz. 18 Verording (EU) nr. 150/2011 van de Commissie van 18 februari 2011, PB Nr. L 46 van , blz. 14 Verording (EU) nr. 1276/2011 van de Commissie van 8 december 2011, PB Nr. L 327 van , blz.39 Verording (EU) nr. 16/2012 van de Commissie van 11 januari 2012, PB Nr. L 8 van , blz.8 Verording (EU) Nr. 517/2013 van de Raad van 13 mei 2013, PB Nr. L 158 van , blz. 1 Verording (EU) Nr. 786/2013 van de Raad van 16 augustus 2013, PB Nr. L 220 van , blz. 14 Verording (EU) Nr. 218/2014 van de Commissie van 7 maart 2014, PB Nr. L 69 van , blz. 95 Verording (EU) Nr. 633/2014 van de Commissie van 13 juni 2014, PB Nr. L 175 van , blz. 6 Verording (EU) Nr. 1137/2014 van de Commissie van 27 oktober 2014, PB Nr. L 307 van , blz. 28 Verording (EU) 2016/ 355 van de Commissie van 11 maart 2016, PB Nr. L 67 van , blz. 22 Verording (EU) 2017/ 1978 van de Commissie van 31 oktober 2017, PB Nr. L 285 van , blz. 3 Verording (EU) 2017/ 1981 van de Commissie van 31 oktober 2017, PB Nr. L 285 van , blz. 10 HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeschap, inzonderheid op artikel 152, lid 4, onder b), Gezi het voorstel van de Commissie (1), Gezi het advies van het Europees Economisch Sociaal Comité (2), Na raadpleging van het Comité van de Regio's, Handeld volgs de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3), Overwegde hetge volgt: (1) In Verording (EG) nr. 852/2004 (4) hebb het Europees Parlemt de Raad de algeme hygiënevoorschrift op het gebied van levsmiddel voor exploitant van levsmiddelbedrijv vastgesteld. (2) Bepaalde levsmiddel kunn specifieke gevar inhoud voor de volksgezondheid, zodat specifieke hygiënevoorschrift moet word vastgesteld. Dat geldt met name voor levsmiddel van dierlijke oorsprong waarbij herhaaldelijk microbiologische chemische gevar zijn gemeld. (1) PB C 365 E van , blz. 58. (2) PB C 155 van , blz. 39. (3) Advies van het Europees Parlemt van 15 mei 2002 (PB C 180 E van , blz. 288), gemeschappelijk standpunt van de Raad van 27 oktober 2003 (PB C 48 E van , blz. 23), standpunt van het Europees Parlemt van 30 maart 2004 (nog niet bekdgemaakt in het Publicatieblad) besluit van de Raad van 16 april (4) Zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad.

2 (3) In het kader van het gemeschappelijk landbouwbeleid is e groot aantal richtlijn vastgesteld die specifieke gezondheidsvoorschrift bevatt voor de productie het op de markt brg van de product van bijlage I van het Verdrag. Deze gezondheidsvoorschrift hebb de handelsbelemmering voor de betrokk product verminderd bijgedrag aan het totstandkom van de interne markt waarbij tevs e hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid is gewaarborgd. (4) Wat de volksgezondheid betreft, bevatt deze voorschrift gemeschappelijke beginsel. Zo stell zij met name soortgelijke regels vast met betrekking tot de verantwoordelijkhed van fabrikant bevoegde autoriteit, de structurele, operationele hygiënevoorschrift waaraan inrichting moet voldo, de procedures voor de erkning van inrichting, de voorwaard voor opslag vervoer, keurmerk. (5) Deze beginsel vorm e gemeschappelijke basis voor de hygiënische productie van levsmiddel van dierlijke oorsprong, die het mogelijk maakt de bestaande richtlijn te verevoudig. (6) Het is wselijk de regelgeving verder te verevoudig door waar mogelijk op alle product van dierlijke oorsprong dezelfde regels toe te pass. (7) Ook de eis van Verording (EG) nr. 852/2004 dat exploitant van e levsmiddelbedrijf die zich bezighoud met e op de primaire productie volgde fase van de productie, de verwerking de distributie van levsmiddel de daarmee verband houdde handeling, di te zorg voor de invoering, de uitvoering de handhaving van procedures die gebaseerd zijn op risicoanalyse de HACCP-beginsel, maakt verevoudiging mogelijk. (8) Al deze elemt tezam rechtvaardig e herziing van de specifieke hygiënevoorschrift van de bestaande richtlijn. (9) De herziing heeft hoofdzakelijk t doel om, met betrekking tot voedselveiligheid, e hoog niveau van bescherming van de consumt te garander, met name door alle exploitant van levsmiddelbedrijv in de gehele Gemeschap aan dezelfde regels te onderwerp, de goede werking van de interne markt met betrekking tot product van dierlijke oorsprong te waarborg, aldus bij te drag tot de verwezlijking van de doelstelling van het gemeschappelijk landbouwbeleid. (10) Er di uitvoerige hygiënevoorschrift voor product van dierlijke oorsprong te word gehandhaafd deze moet evtueel word aangescherpt, voorzover dat nodig is voor de bescherming van de consumt. (11) Communautaire voorschrift di niet van toepassing te zijn op de primaire productie voor particulier huishoudelijk gebruik, noch op de huishoudelijke bereiding, hantering opslag van levsmiddel voor particulier huishoudelijk verbruik. Voorts dit, in het geval van de rechtstreekse levering van kleine hoeveelhed primaire product of van bepaalde vleessoort aan eindverbruikers of e plaatselijke detailhandelszaak door de levsmiddelbedrijfexploitant die die product produceert, de volksgezondheid door het nationale recht te word beschermd, met name vanwege de nauwe relatie tuss de product de consumt.

3 (12) Het bepaalde in Verording (EG) nr. 852/2004 is over het algeme toereikd om de voedselveiligheid te garander in handelszak die levsmiddel van dierlijke oorsprong rechtstreeks verkop of lever aan de eindverbruiker. Onderhavige verording zou in het algeme van toepassing moet zijn op groothandelsactiviteit (d.w.z. door handelszak verrichte handeling met het oog op de levering van levsmiddel van dierlijke oorsprong aan andere bedrijv). Met uitzondering van de specifieke temperatuurvoorschrift die in onderhavige verording zijn vastgelegd, zou het bepaalde in Verording (EG) nr. 852/2004 echter moet volstaan voor groothandelsactiviteit die uitsluitd opslag of transport behelz. (13) De lidstat zoud tot op zekere hoogte zelf moet kunn bepal of zij de toepassing van deze verording uitbreid of beperk tot handelsactiviteit die onder hun nationale wetgeving vall. Zij mog de toepassing echter alle beperk indi zij van oordeel zijn dat de voorschrift van Verording (EG) nr. 852/2004 volstaan om de doelstelling inzake levsmiddelhygiëne te verwezlijk wanneer de levering van levsmiddel van dierlijke oorsprong van e handelszaak aan e ander bedrijf e marginale, lokale beperkte activiteit is. In dat geval mag de levering slechts e klein deel uitmak van de activiteit van de handelszaak; de bedrijv die de levering ontvang, moet in de onmiddellijke nabijheid geleg zijn; de levering mag slechts bepaalde soort product of bedrijv (14) Overekomstig artikel 10 van het Verdrag zijn de lidstat verplicht alle maatregel te treff die geschikt zijn om de naleving van de in deze verording vervatte verplichting door de exploitant van levsmiddelbedrijv te garander. (15) De traceerbaarheid van levsmiddel is esstieel voor de voedselveiligheid. Exploitant van levsmiddelbedrijv die verantwoordelijk zijn voor inrichting die overekomstig deze verording erkd moet word, moet niet alle aan de algeme voorschrift van Verording (EG) nr. 178/2002 (1) voldo, maar er tevs voor zorg dat op alle product van dierlijke oorsprong die zij in de handel brg, e keurmerk of e idtificatiemerk is aangebracht. (16) In de Gemeschap ingevoerde levsmiddel moet voldo aan de algeme eis van Verording (EG) nr. 178/2002 of voldo aan veiligheidseis die gelijkwaardig zijn aan de communautaire voorschrift. De onderhavige verording bevat specifieke hygiënevoorschrift voor in de Gemeschap ingevoerde product van dierlijke oorsprong. (1) Verording (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlemt de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algeme beginsel voorschrift van de levsmiddelwetgeving, tot oprichting van e Europese Autoriteit voor voedselveiligheid tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangeleghed (PB L 31 van , blz. 1). Verording gewijzigd bij Verording (EG) nr. 1642/2003 (PB L 245 van , blz. 4).

4 (17) Vaststelling van deze verording mag niet leid tot e verlaging van het beschermingsniveau dat gebod wordt door de aanvullde garanties die voor Finland Zwed bij hun toetreding tot de Gemeschap overegekom zijn bekrachtigd zijn bij de Beschikking 94/968/EG (2), 95/50/EG (3), 95/160/EG (4), 95/161/EG (5), 95/168/EG (6), 95/409/EG (7), 95/410/EG (8) 95/411/EG (9). De verording moet voorzi in het voor e overgangsperiode verl van garanties aan lidstat die, wat de betrokk levsmiddel van dierlijke oorsprong betreft, e nationaal controleprogramma hebb dat is goedgekeurd als zijnde gelijkwaardig met het programma dat voor Finland Zwed is goedgekeurd. Verording (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlemt de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella andere door voedsel overgedrag zoönoseverwekkers (10) voorziet in e vergelijkbare procedure t aanzi van levde dier broedeier. (18) Het is distig dat de structurele hygiënevoorschrift van deze verording van toepassing zijn op alle soort inrichting, inclusief kleine bedrijv mobiele slachthuiz. (19) Flexibiliteit is wselijk om voortgezet gebruik van traditionele method in alle stadia van de productie, verwerking distributie van levsmiddel mogelijk te mak, alsook in verband met de structurele vereist voor inrichting. Flexibiliteit is met name belangrijk voor regio's met bijzondere geografische beperking, met inbegrip van de in artikel 299, lid 2, van het Verdrag goemde ultraperifere gebied. Deze flexibiliteit mag echter de doelstelling inzake levsmiddelhygiëne niet in het gedrang brg. Aangezi alle overekomstig de hygiënevoorschrift geproduceerde levsmiddel normaliter vrij in de Gemeschap zull circuler, moet de procedure op grond waarvan lidstat flexibiliteit kunn hanter, bovdi volledig transparant zijn. (2) PB L 371 van , blz. 36. (3) PB L 53 van , blz. 31. (4) PB L 105 van , blz. 40. (5) PB L 105 van , blz. 44. (6) PB L 109 van , blz. 44. (7) PB L 243 van , blz. 21. (8) PB L 243 van , blz. 25. (9) PB L 243 van , blz. 29. (10) PB L 325 van , blz. 1.

5 De procedure moet voorzi in overleg met het bij Verording (EG) nr. 178/2002 ingestelde Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid om, zo nodig, mingsverschill op te loss de Commissie in staat te stell het proces te coördiner passde maatregel te nem. (20) De definitie van separatorvlees moet e algeme definitie zijn die alle mechanische separatiemethod omvat. In verband met de snelle technologische ontwikkeling op dit gebied moet de definitie ook flexibel zijn. De technische voorschrift voor separatorvlees moet echter verschill naar gelang van de risicobeoordeling van het product dat via de verschillde method verkreg wordt. (21) In alle stadia van productie, verwerking distributie is er sprake van e wisselwerking tuss de exploitant van levsmiddelbedrijv, inclusief de diervoedersector, zijn diergezondheid, dierwelzijn volksgezondheid met elkaar verwev. Daarom is e adequate communicatie tuss alle betrokk in de hele voedselket, van de primaire productie tot de detailhandel, vereist. (22) Opdat gejaagd wild dat op de communautaire markt wordt aangebod, behoorlijk gekeurd wordt, moet de kadavers van gejaagde dier mét de ingewand voor e officiële postmortemkeuring bij e wildbewerkingsinrichting word aangebod. Om bepaalde jachttradities te behoud zonder de voedselveiligheid in gevaar te brg, moet word voorzi in e opleiding voor jagers die vrij wild voor mselijke consumptie in de handel brg. Dit zou jagers in staat stell vrij wild ter plekke aan e eerste onderzoek te onderwerp. Opgeleide jagers hoev niet alle ingewand voor e postmortemkeuring aan de wildbewerkingsinrichting te bezorg, wanneer zij dit eerste onderzoek zelf verricht ge afwijking of gevar vaststell. Evwel zoud de lidstat strgere voorschrift moet kunn vaststell om reking te houd met specifieke risico's. (23) Deze verording dit nieuwe criteria voor rauwe melk vast te stell, in afwachting van de aanneming van nieuwe voorschrift voor het in de handel brg van dit product. Deze criteria di drempelwaard te zijn, hetge betekt dat, indi zij word overschred, de exploitant van levsmiddelbedrijv corrigerde maatregel moet nem de bevoegde autoriteit daarvan in knis moet stell. De criteria di ge maximumcijfers te zijn waarbov rauwe melk niet in de handel mag word gebracht. Dit impliceert dat, onder bepaalde omstandighed, rauwe melk die niet aan alle criteria voldoet, veilig voor mselijke consumptie kan word gebruikt indi passde maatregel word gom. Voor rauwe melk of rauwe room bestemd voor rechtstreekse mselijke consumptie dit elke lidstaat passde gezondheidsmaatregel te kunn handhav of vast te stell om ervoor te zorg dat de doelstelling van deze verordeing op zijn grondgebied word bereikt. (24) Het criterium voor rauwe melk die gebruikt wordt voor de vervaardiging van zuivelproduct, dit driemaal hoger te zijn dan het criterium voor op de boerderij opgehaalde rauwe melk. Het criterium voor melk die gebruikt wordt bij de vervaardiging van verwerkte zuivelproduct, is namelijk e absolute waarde, terwijl die voor op de boerderij opgehaalde rauwe melk e gemiddelde is. Naleving van de temperatuurvoorschrift van deze verording betekt niet dat elke bacteriële groei tijds het vervoer de opslag is uitgeslot.

6 (25) Als gevolg van deze herziing kunn de bestaande hygiënevoorschrift word ingetrokk. Dit gebeurt middels Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlemt de Raad van 29 april 2004 houdde intrekking van bepaalde richtlijn inzake levsmiddelhygiëne tot vaststelling van gezondheidsvoorschrift voor de productie het in de handel brg van bepaalde voor mselijke consumptie bestemde product van dierlijke oorsprong, tot wijziging van de Richtlijn 89/662/EEG 92/118/EEG van de Raad van Beschikking 95/408/EG van de Raad (1). (26) Voorts kom de bepaling van deze verording met betrekking tot eier in de plaats van de bepaling van Beschikking 94/371/EG van de Raad van 20 juni 1994 tot vaststelling van specifieke gezondheidsvoorschrift voor het in de handel brg van bepaalde soort eier (2), die door de intrekking van bijlage II van Richtlijn 92/118/EEG (3) kom te vervall. (27) De communautaire wetgeving inzake levsmiddelhygiëne moet gebaseerd zijn op wetschappelijk advies. Daartoe dit, indi nodig, de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid te word geraadpleegd. (28) Teinde reking te houd met de vooruitgang op technisch wetschappelijk gebied, dit e nauwe, doeltreffde samwerking tuss de Commissie de lidstat te word gewaarborgd in het kader van het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid. (29) De voorschrift van de onderhavige verording di pas van toepassing te word als alle onderdel van de nieuwe wetgeving inzake levsmiddelhygiëne in werking zijn getred. Ook past het om tuss de inwerkingtreding de toepassing van de nieuwe regels te voorzi in e termijn van t minste 18 maand, teinde de betrokk sector tijd te gev om zich aan te pass. (30) De voor de uitvoering van deze verording vereiste maatregel di te word vastgesteld overekomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaard voor de uitoefing van de aan de Commissie verlede uitvoeringsbevoegdhed (4), (1) PB L 157 van , blz. 33. (2) PB L 168 van , blz. 34. (3) Richtlijn 92/118/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke de gezondheidsvoorschrift voor het handelsverkeer de invoer in de Gemeschap van product waarvoor t aanzi van deze voorschrift ge specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG,, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PB L 62 van , blz. 49). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verording (EG) nr. 445/2004 van de Commissie (PB L 72 van , blz. 60). (4) PB L 184 van , blz. 23.

7 HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Werkingssfeer 1. In deze verording word voor exploitant van levsmiddelbedrijv specifieke hygiënevoorschrift op het gebied van levsmiddel van dierlijke oorsprong vastgesteld. Deze voorschrift zijn e aanvulling op Verording (EG) nr. 852/2004. Zij hebb betrekking op onverwerkte verwerkte product van dierlijke oorsprong. 2. Tzij uitdrukkelijk anders bepaald, is deze verording is niet van toepassing op levsmiddel die zowel product van plantaardige oorsprong als verwerkte product van dierlijke oorsprong bevatt. Verwerkte product van dierlijke oorsprong die word gebruikt bij de bereiding van dergelijke levsmiddel moet evwel word verkreg gehanteerd overekomstig de voorschrift van deze verording. 3. Deze verording is niet van toepassing met betrekking tot: a) de primaire productie voor particulier huishoudelijk gebruik; b) de huishoudelijke bereiding, het hanter of de opslag van levsmiddel voor particulier huishoudelijk verbruik; c) de rechtstreekse levering, door de product, van kleine hoeveelhed primaire product aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert; d) de rechtstreekse levering, door de product, van kleine hoeveelhed vlees van op het bedrijf geslacht(e) pluimvee lagomorf aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die dergelijk vlees rechtstreeks als vers vlees aan de eindverbruiker levert; e) jagers die kleine hoeveelhed vrij wild of vlees van vrij wild rechtstreeks lever aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert. 4. De lidstat stell overekomstig het nationale recht regels vast inzake de in lid 3, onder c), d) e), goemde activiteit person. Dergelijke nationale regels waarborg de verwezlijking van de doelstelling van deze verording. 5. a) Tzij uitdrukkelijk anders bepaald, is deze verording niet van toepassing op de detailhandel. b) Deze verording is wel van toepassing op de kleinhandel wanneer handeling word verricht met het oog op de levering van product van dierlijke oorsprong aan andere detailhandelszak, tzij: i) de handeling uitsluitd bestaan in opslag of transport, in welk geval niettemin de specifieke temperatuurvoorschrift van bijlage III van toepassing zijn, of ii) de product van dierlijke oorsprong door de detailhandelszaak alle aan andere detailhandelszak word geleverd, die levering overekomstig het nationale recht e marginale, plaatselijke beperkte activiteit is.

8 c) De lidstat mog nationale maatregel treff om de voorschrift van deze verording toe te pass op de op hun grondgebied geleg kleinhandelszak waarop deze verording op grond van punt a) of punt b) niet van toepassing zou zijn. 6. Deze verording geldt onverminderd: a) de relevante veterinairrechtelijke volksgezondheidsvoorschrift, met inbegrip van stringtere voorschrift die zijn vastgesteld met het oog op prevtie, bestrijding uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme cefalopathieën; b) de vereist inzake welzijn van dier, c) de vereist inzake de idtificatie van dier de traceerbaarheid van product van dierlijke oorsprong. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze verording geld de volgde definities: 1. de definities in Verording (EG) nr. 178/2002; 2. de definities in Verording (EG) nr. 852/2004; 3. de definities in bijlage I, 4. alle in de bijlag II III opgom technische definities. HOOFDSTUK II VERPLICHTINGEN VAN DE EXPLOITANTEN VAN LEVENSMIDDELENBEDRIJVEN Artikel 3 Algeme verplichting 1. Exploitant van levsmiddelbedrijv di te voldo aan de toepasselijke bepaling van de bijlag II III. 2. Exploitant van levsmiddelbedrijv gebruik ge andere stoff dan drinkwater of, indi Verording (EG) nr. 852/2004 of de onderhavige verording het gebruik daarvan toestaat, schoon water om de buitkant van product van dierlijke oorsprong te reinig, tzij het gebruik van de stof door de Commissie is goedgekeurd. Deze maatregel, die niet-esstiële onderdel van deze verording beog te wijzig door haar aan te vull, word vastgesteld volgs de in artikel 12, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Exploitant van levsmiddelbedrijv di tevs te voldo aan alle voorschrift die volgs dezelfde procedure vastgesteld word. Het gebruik van e goedgekeurde stof doet niets af aan de plicht van de exploitant van het levsmiddelbedrijf om te voldo aan de voorschrift van deze verording. Artikel 4 Registratie erkning van inrichting 1. Exploitant van levsmiddelbedrijv brg alle in de Gemeschap vervaardigde product van dierlijke oorsprong in de handel, indi ze uitsluitd bewerkt gehanteerd zijn in inrichting:

9 a) die voldo aan de toepasselijke voorschrift van Verording (EG) nr. 852/2004, van de bijlag II III bij deze verording andere toepasselijke voorschrift van de levsmiddelwetgeving, b) die door de bevoegde autoriteit geregistreerd of, indi lid 2 zulks vereist, erkd zijn. 2. Onverminderd artikel 6, lid 3, van Verording (EG) nr. 852/2004, mog inrichting waar de product van dierlijke oorsprong word gehanteerd waarvoor bijlage III voorschrift bevat, niet in bedrijf zijn, tzij de bevoegde autoriteit ze overekomstig lid 3 heeft erkd, met uitzondering van inrichting waarin uitsluitd handeling word verricht met betrekking tot: a) primaire productie; b) vervoer; c) de opslag van product waarvoor ge opslag met geconditioneerde temperatuur vereist is, of d) kleinhandel, met uitzondering van de verrichting waarop deze verording overekomstig artikel 1, lid 5, onder b), van toepassing is. 3. E inrichting die aan de in lid 2 bedoelde erkning is onderworp, mag niet in bedrijf zijn, tzij de bevoegde autoriteit, overekomstig Verording (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlemt de Raad van 29 april 2004 houdde vaststelling van specifieke voorschrift voor de organisatie van de officiële controles van voor mselijke consumptie bestemde product van dierlijke oorsprong (1): a) de inrichting erkd heeft na e inspectiebezoek ter plaatse, of b) de inrichting voorwaardelijk erkd heeft. 4. Exploitant van levsmiddelbedrijv werk sam met de bevoegde autoriteit overekomstig Verording (EG) nr. 854/2004. Exploitant van levsmiddelbedrijv zorg er met name voor dat e inrichting ophoudt in bedrijf te zijn wanneer de bevoegde autoriteit de erkning intrekt of, in geval van voorwaardelijke erkning, nalaat deze te verlg of e volwaardige erkning te verl. 5. Dit artikel belet e inrichting niet om tuss de datum van toepassing van deze verording de eerstvolgde inspectie door de bevoegde autoriteit, levsmiddel op de markt te brg, indi de inrichting: a) onderworp is aan de in lid 2 bedoelde erkning vlak vóór de toepassing van deze verording product van dierlijke oorsprong op de markt bracht overekomstig de communautaire wetgeving, of b) behoort tot e categorie waarvoor vóór de toepassing van deze verording ge erkningseis gold. (1) Zie bladzijde 83 van dit Publicatieblad.

10 Artikel 5 Gezondheids- idtificatiemerk 1. Exploitant van levsmiddelbedrijv brg product van dierlijke oorsprong die gehanteerd zijn in e inrichting die overekomstig artikel 4, lid 2, moet word erkd, alle in de handel met: a) e gezondheidsmerk aangebracht overekomstig Verording (EG) nr. 854/2004, of b) wanneer goemde verording niet in het aanbrg van e gezondheidsmerk voorziet, e idtificatiemerk aangebracht overekomstig bijlage II, sectie I, van deze verording. 2. Exploitant van levsmiddelbedrijv mog alle e idtificatiemerk op e product van dierlijke oorsprong aanbrg indi dat product in overestemming met deze verording is vervaardigd in inrichting die voldo aan de voorschrift van artikel Exploitant van levsmiddelbedrijv mog e gezondheidsmerk dat is aangebracht overekomstig Verording (EG) nr. 854/2004 niet van het vlees verwijder, tzij zij dat vlees uitsnijd of verwerk dan wel op e andere manier bewerk. Artikel 6 Product van dierlijke oorsprong van buit de Gemeschap 1. Exploitant van levsmiddelbedrijv die product van dierlijke oorsprong invoer uit derde land, zorg ervoor dat die invoer uitsluitd geschiedt indi: a) het derde land van verzding voorkomt op e overekomstig artikel 11 van Verording (EG) nr. 854/2004 opgestelde lijst van derde land waaruit invoer van dat product is toegestaan; b) i) de inrichting van verzding de inrichting waar het product verkreg of bereid is, voorkomt op e overekomstig artikel 12 van Verording (EG) nr. 854/2004 opgestelde lijst van inrichting waaruit invoer van dat product is toegestaan, indi van toepassing; ii) in geval van vers vlees, gehakt vlees, vleesbereiding, vleesproduct separatorvlees, het product werd bereid van vlees uit slachthuiz of uitsnijderij die voorkom op lijst die word opgesteld bijgehoud overekomstig artikel 12 van Verording (EG) nr. 854/2004 of in uit e goedgekeurde communautaire inrichting; iii) in geval van levde tweekleppige weekdier, stekelhuidig, manteldier marie buikpotig, het productiegebied voorkomt op e lijst die is opgesteld overekomstig artikel 13 van die verording, indi van toepassing; c) het product voldoet aan: i) de voorschrift van deze verording, met inbegrip van de voorschrift van artikel 5 betreffde gezondheids- idtificatiemerk; ii) de voorschrift van Verording (EG) nr. 852/2004, iii) de invoervoorwaard die zijn vastgesteld overekomstig de communautaire wetgeving inzake de invoercontroles op levsmiddel van dierlijke oorsprong, d) aan de in artikel 14 van Verording (EG) nr. 854/2004 vastgestelde voorschrift inzake certificat documt is voldaan, indi van toepassing.

11 2. Bij wijze van uitzondering op lid 1 kan de invoer van visserijproduct ook plaatsvind overekomstig de speciale bepaling van artikel 15 van Verording (EG) nr. 854/ Exploitant van levsmiddelbedrijv die product van dierlijke oorsprong invoer, zorg ervoor dat: a) de product voor e invoercontrole word aangebod overekomstig Richtlijn 97/78/EG (1); b) de invoer voldoet aan de voorschrift van Richtlijn 2002/99/EG (2), c) handeling die na de invoer onder hun controle plaatsvind, verricht word overekomstig bijlage III. 4. Exploitant van levsmiddelbedrijv die levsmiddel invoer welke zowel product van plantaardige oorsprong als verwerkte product van dierlijke oorsprong bevatt, zorg ervoor dat de verwerkte product van dierlijke oorsprong die in die levsmiddel verwerkt zijn, voldo aan de voorschrift van de led 1 tot met 3. Zij moet kunn aanton dit te hebb gedaan (bijvoorbeeld door middel van passde documt of certificat, die niet noodzakelijkerwijs het in lid 1, onder d), gespecificeerde model hoev volg). (1) Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginsel voor de organisatie van de veterinaire controles voor product die uit derde land in de Gemeschap word binngebracht (PB L 24 van , blz. 9). Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van (2) Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdde vaststelling van voorschrift in verband met de gezondheid van dier voor de productie, de afzet de invoer van voor mselijke consumptie bestemde product van dierlijke oorsprong (PB L 18 van , blz. 11).

12 HOOFDSTUK III HANDEL Artikel 7 Documt 1. Indi vereist overekomstig bijlage II of III, zorg de exploitant van levsmiddelbedrijv ervoor dat de zding product van dierlijke oorsprong vergezeld gaan van certificat of andere documt. 2. Overekomstig de in artikel 12, lid 2, goemde procedure: a) kunn er modeldocumt word vastgesteld, b) kan er word voorzi in het gebruik van elektronische documt. Artikel 8 Bijzondere waarborg 1. Exploitant van levsmiddelbedrijv die voornems zijn de volgde product van dierlijke oorsprong in Zwed of Finland in de handel te brg, moet voldo aan de voorschrift van lid 2 met betrekking tot salmonella: a) vlees van runder varks, inclusief gehakt vlees, maar met uitzondering van vleesbereiding separatorvlees; b) vlees van pluimvee van de volgde diersoort: kipp, kalko, parelhoders, ed ganz, inclusief gehakt vlees, doch met uitzondering van vleesbereiding separatorvlees, c) eier. 2. a) Bij vlees van runder varks alsmede vlees van pluimvee word in de inrichting van verzding monsters van de partij gom, die overekomstig de Gemeschapswetgeving e microbiologische test hebb ondergaan met negatief resultaat. b) Bij eier geeft het pakstation de garantie dat de zding afkomstig zijn van koppels die overekomstig de Gemeschapswetgeving e microbiologische test hebb ondergaan met negatief resultaat. c) Vlees van runder varks hoeft de onder a) bedoelde test niet te ondergaan wanneer de partij bestemd is voor e inrichting om daar te word gepasteuriseerd of gesteriliseerd, dan wel e behandeling met e soortgelijke werking te ondergaan. Eier hoev de onder b) bedoelde test niet te ondergaan wanneer de partij bestemd is voor de vervaardiging van verwerkte product volgs e procédé waarbij de uitschakeling van salmonella gegarandeerd is. d) De onder a) b) bedoelde tests hoev niet te word verricht wanneer de levsmiddel kom uit e inrichting waar e controleprogramma wordt toegepast dat, wat de betrokk product van dierlijke oorsprong betreft, volgs de in artikel 12, lid 2, bedoelde procedure is erkd als gelijkwaardig met het voor Zwed Finland goedgekeurde programma. e) Vlees van runder varks alsmede van pluimvee gaat vergezeld van e handelsdocumt of e certificaat dat voldoet aan e in de Gemeschapswetgeving vastgelegd model, waarin wordt verklaard dat: i) de onder a) bedoelde controles zijn uitgevoerd met negatief resultaat, of ii) het vlees bestemd is voor e van de onder c) bedoelde doeleind,

13 of iii) het vlees afkomstig is van e inrichting waarop punt d) van toepassing is. f) Partij eier gaan vergezeld van e certificaat waarin wordt verklaard dat de onder b) bedoelde tests zijn verricht met negatief resultaat, of dat de eier voor gebruik volgs het onder c) bedoelde procédé zijn bestemd. 3. a) De in de led 1 2 vastgestelde voorschrift kunn door de Commissie word bijgewerkt, zodat met name reking kan word gehoud met evtuele wijziging in de programma s van de lidstat of met de aanneming van microbiologische criteria overekomstig Verording (EG) nr. 852/2004. Deze maatregel, die niet-esstiële onderdel van deze verording beog te wijzig, onder meer door haar aan te vull, word vastgesteld volgs de in artikel 12, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. b) Volgs de in artikel 12, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure kunn de voorschrift van lid 2 van dit artikel met betrekking tot alle in lid 1 van dit artikel bedoelde levsmiddel volledig of gedeeltelijk word uitgebreid tot elke lidstaat of elk gebied van e lidstaat met e controleprogramma dat is erkd als gelijkwaardig met het voor Zwed Finland goedgekeurde programma wat betreft de betrokk levsmiddel van dierlijke oorsprong. 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt met controleprogramma e controleprogramma bedoeld dat is goedgekeurd overekomstig Verording (EG) nr. 2160/2003. HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN Artikel 9 Uitvoeringsbepaling overgangsmaatregel Overgangsmaatregel van algeme strekking die beog niet-esstiële onderdel van deze verording te wijzig onder meer door haar aan te vull met nieuwe niet-esstiële onderdel, in het bijzonder verdere precisering van de vereist die in deze verording zijn vastgelegd, word vastgesteld volgs de in artikel 12, lid 3, vermelde regelgevingsprocedure met toetsing. Andere uitvoerings- of overgangsmaatregel kunn word vastgesteld volgs de in artikel 12, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure. Artikel 10 Wijziging aanpassing van de bijlag II III 1. De bepaling in de bijlag II III kunn door de Commissie aangepast of geactualiseerd word, waarbij reking dit te word gehoud met: a) de ontwikkeling van codes van goede praktijk; b) de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van op HACCP gebaseerde system uit hoofde van artikel 5 van Verording (EG) nr. 852/200; c) de technische ontwikkeling, de praktische gevolg daarvan de verwachting van de consumt t aanzi van de samstelling van voedsel; d) het wetschappelijk advies, met name nieuwe risicobeoordeling; e) de microbiologische temperatuurscriteria voor voedingsmiddel; f) de verandering in consumptiepatron.

14 De maatregel, die niet-esstiële onderdel van deze verording beog te wijzig, onder meer door haar aan te vull, word vastgesteld volgs de in artikel 12, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. 2. Vrijstelling van de bepaling van de bijlag II III kunn door de Commissie word verled, mits dergelijke vrijstelling ge afbreuk do aan de verwezlijking van de doelstelling van deze verording. Deze maatregel, die niet-esstiële onderdel van deze verording beog te wijzig, word vastgesteld volgs de in artikel 12, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. 3. De lidstat mog, zonder daarbij de doelstelling van deze verording in het gedrang te brg, overekomstig de led 4 tot met 8, nationale maatregel treff om de in bijlage III vastgestelde voorschrift aan te pass. 4. a) De in lid 3 bedoelde nationale maatregel zijn bedoeld: i) om het voortgezet gebruik van traditionele method in alle stadia van de productie, verwerking distributie van levsmiddel mogelijk te mak, of ii) om tegemoet te kom aan de behoeft van levsmiddelbedrijv die geleg zijn in gebied die met bijzondere, geografisch bepaalde beperking te kamp hebb, of b) In andere omstandighed zijn zij uitsluitd van toepassing op de bouw, de indeling de uitrusting van inrichting. 5. Lidstat die overekomstig lid 3 nationale maatregel will aannem stell de Commissie de andere lidstat daarvan in knis. Elke knisgeving omvat: a) e gedetailleerde beschrijving van de voorschrift die volgs die lidstaat aangepast moet word de aard van de gewste aanpassing; b) e beschrijving van de betrokk levsmiddel inrichting; c) de motivering van de aanpassing (waaronder, zo nodig, e samvatting van de risicoanalyse van de maatregel die ervoor zorg dat de aanpassing de doelstelling van deze verording niet in het gedrang brgt), d) alle andere relevante informatie. 6. De andere lidstat hebb na ontvangst van de knisgeving zoals bedoeld in lid 5 drie maand de tijd om schriftelijke opmerking aan de Commissie toe te zd. In geval van aanpassing als bedoeld in lid 4, onder b), wordt deze termijn op verzoek van e lidstaat tot vier maand verlgd. De Commissie kan de lidstat raadpleg in het in artikel 12, lid 1, goemde comité is gehoud deze mogelijkheid te gebruik wanneer zij schriftelijke opmerking van één of meer lidstat ontvangt. De Commissie kan volgs de in artikel 12, lid 2, bedoelde procedure besluit of de voorgom maatregel, zo nodig na passde wijziging, kunn word toegepast. In voorkomd geval kan de Commissie overekomstig lid 1 of 2 van dit artikel algeme maatregel voorstell. 7. Lidstat kunn nationale maatregel tot wijziging van de voorschrift in bijlage III uitsluitd aannem: a) op grond van e overekomstig lid 6 aangom besluit;

15 b) indi de Commissie e maand na afloop van de in lid 6 bedoelde termijn de lidstat nog niet heeft meegedeeld dat zij schriftelijke opmerking heeft ontvang of dat zij voornems is overekomstig lid 6 de aanneming van e besluit voor te stell, of c) overekomstig lid E lidstaat mag op eig initiatief, onder voorbehoud van de algeme bepaling van het Verdrag, nationale voorschrift handhav of vaststell die: a) het in de handel brg op zijn grondgebied van rauwe melk of rauwe room, bestemd voor rechtstreekse mselijke consumptie, verbied of beperk, of b) met toestemming van de bevoegde autoriteit, toestaan dat rauwe melk die niet voldoet aan de in bijlage III, sectie IX, vastgelegde criteria wat betreft het kiemgetal het aantal somatische cell wordt gebruikt voor de vervaardiging van kaas met e rijpingstijd van t minste 60 dag, bij de vervaardiging van dergelijke kaas verkreg zuivelproduct, op voorwaarde dat daardoor de verwezlijking van de doelstelling van deze verording niet wordt gehinderd. Artikel 11 Specifieke besluit Onverminderd de algeme strekking van artikel 9 artikel 10, lid 1, kunn volgs de in artikel 12, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure uitvoeringsbepaling word vastgesteld of bij wijze van maatregel die niet-esstiële onderdel van deze verording beog te wijzig volgs de in artikel 12, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing wijziging op bijlage II of III word aangom, teinde: 1. regels vast te stell voor het vervoer van vlees terwijl het nog warm is; 2. met betrekking tot separatorvlees, te specificer welk calciumgehalte niet aanzilijk hoger is dan dat van gehakt vlees; 3. andere behandeling vast te stell die in e verwerkingsinstallatie mog word toegepast op levde tweekleppige weekdier van klasse B- of klasse C-productiegebied die niet gezuiverd of heruitgezet zijn; 4. erkde testmethodes voor marie biotoxines te specificer; 5. aanvullde gezondheidsnorm vast te stell voor levde tweekleppige weekdier, in samwerking met het betrokk communautair refertielaboratorium, waaronder: a) grswaard analysemethodes voor andere marie biotoxines, b) procedures voor het opspor van viruss, alsmede virologische norm, c) bemonsteringsschema's, analysemethod -toleranties om na te gaan of aan de gezondheidsnorm wordt voldaan; 6. gezondheidsnorm of -controles vast te stell wanneer wetschappelijk is aangetoond dat die nodig zijn om de volksgezondheid te bescherm; 7. bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, uit te breid tot andere levde tweekleppige weekdier dan pectinidae; 8. criteria vast te stell aan de hand waarvan wordt bepaald uit welke epizoötiologische gegevs blijkt dat e visgrond, wat de aanwezigheid van parasiet betreft, ge gevaar voor de gezondheid oplevert de bevoegde autoriteit exploitant van levsmiddelbedrijv bijgevolg mag toestaan visserijproduct niet in te vriez, zoals bepaald in bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, punt D;

16 9. versheidscriteria grswaard vast te stell inzake histamine de totale vluchtigebasestikstof voor visserijproduct; 10. het gebruik toe te staan van rauwe melk die niet voldoet aan de in bijlage III, sectie IX, vastgelegde criteria met betrekking tot het kiemgetal het aantal somatische cell, voor de vervaardiging van bepaalde zuivelproduct; 11. onverminderd het bepaalde in Richtlijn 96/23/EG (1), e maximaal toegestane waarde voor het gecombineerde totaal van antibioticaresidu in rauwe melk vast te stell, 12. gelijkwaardige process voor de productie van gelatine of collage goed te keur. Artikel 12 Comitéprocedure 1. De Commissie wordt bijgestaan door het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwez, zijn de artikel 5 7 van Besluit 1999/468/EG, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit, van toepassing. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maand. 3. Wanneer naar dit lid wordt verwez, zijn artikel 5 bis, led 1 tot met 4, artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan. Artikel 13 Raadpleging van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid De Commissie raadpleegt de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid over elke aangelegheid binn de werkingssfeer van deze verording die wezlijke gevolg kan hebb voor de volksgezondheid, met name alvors de uitbreiding van bijlage III, sectie III, tot andere diersoort voor te stell. Artikel 14 Verslag aan het Europees Parlemt de Raad 1. Uiterlijk op 20 mei 2009 brgt de Commissie bij het Europees Parlemt bij de Raad verslag uit over de met de toepassing van deze verording opgedane ervaring. 2. De Commissie laat dit verslag, zo nodig, vergezeld gaan van passde voorstell. Artikel 15 Deze verording treedt in werking op de twintigste dag volgde op die van haar bekdmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. (1) Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregel t aanzi van bepaalde stoff residu daarvan in levde dier in product daarvan (PB L 125 van , blz. 10). Richtlijn gewijzigd bij Verording (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van , blz. 1).

17 Zij is van toepassing 18 maand na de datum waarop alle volgde besluit in werking zijn getred: a) Verording (EG) nr. 852/2004, b) Verording (EG) nr. 854/2004, c) Richtlijn 2004/41/EG. Zij is evwel niet vóór 1 januari 2006 van toepassing. Deze verording is verbindd in al haar onderdel is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 29 April 2004 Voor het Europess Parlemt De voorzitter P. Cox Voor de Raad De voorzitter M. McDowell

18 BIJLAGE I DEFINITIES Voor de toepassing van deze verording geld de volgde definities: 1. VLEES 1.1. Vlees: eetbare del van de in de punt 1.2 tot met 1.8 bedoelde dier, inclusief het bloed Als landbouwhuisdier gehoud hoefdier: als landbouwhuisdier gehoud runder (met inbegrip van de soort Bubalus Bison), varks, schap, geit ehoevig Pluimvee: gekweekte vogels, met inbegrip van vogels die niet als landbouwhuisdier word beschouwd, maar wel als landbouwhuisdier word gekweekt, met uitzondering van loopvogels Lagomorf: konijn, haz knaagdier Vrij wild: Wilde hoefdier lagomorf, evals andere landzoogdier die voor mselijke consumptie bejaagd word die krachts de in de betrokk lidstat geldde wetgeving als vrij wild beschouwd word, met inbegrip van zoogdier die in e geslot gebied lev met ezelfde vrijheid als vrij wild, voor mselijke consumptie bejaagde niet-gedomesticeerde vogels Gekweekt wild: gekweekte loopvogels andere gekweekte landzoogdier dan die bedoeld in punt Klein vrij wild: vrij vederwild in vrijheid levde lagomorf Grof vrij wild: in vrijheid levde landzoogdier die niet onder de definitie van klein vrij wild vall Karkas: het hele slachtdier na slachting uitslachting Vers vlees: vlees dat, buit de koel- of vriesbehandeling, ge kele behandeling heeft ondergaan om de houdbaarheid te bevorder, met inbegrip van vacuümverpakt vlees of vlees in CA-verpakking (gecontroleerde atmosfeer) Slachtafval: vers vlees dat ge deel uitmaakt van het karkas, inclusief ingewand bloed Ingewand: de organ uit de borst-, buik- bekkholte, evals de luchtpijp de slokdarm,, bij vogels, de krop Gehakt vlees: vlees zonder be, dat in kleine stukk is gehakt minder dan 1 % zout bevat Separatorvlees: het product dat wordt verkreg door vlees dat na het uitb nog aan de beder vastzit of vlees van de pluimveekarkass daarvan mechanisch te scheid, waardoor de spierweefselstructuur verlor gaat of verandert.

19 1.15. Vleesbereiding: vers vlees, met inbegrip van vlees dat in kleine stukk is gehakt, waaraan levsmiddel, kruiderij of additiev zijn toegevoegd of dat e verwerking heeft ondergaan die niet volstaat om de inwdige spierweefselstructuur van het vlees te verander daardoor de kmerk van vers vlees te do verdwijn Slachthuis: e inrichting voor het slacht uitslacht van dier waarvan het vlees bestemd is voor mselijke consumptie Uitsnijderij: e inrichting voor het uitb /of uitsnijd van vlees Wildbewerkingsinrichting: e inrichting waar het wild het vlees van wild dat is verkreg na de jacht geprepareerd word om in de handel gebracht te word. 2. LEVENDE TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN 2.1. Tweekleppige weekdier: plaatkieuwige weekdier (lamellibranchiata) Marie biotoxines: giftige stoff die door tweekleppige weekdier word opgom, in het bijzonder door het et van plankton dat toxines bevat Verwatering: de behandeling waarbij levde tweekleppige weekdier die kom uit productiegebied van klasse A, zuiveringsctra of verzdingsctra, word opgeslag in bassins of andere installaties met schoon zeewater, dan wel op natuurlijke grond t einde zand, slik of slijm te verwijder organoleptische eigschapp te behoud of te verbeter, om ervoor te zorg dat zij in goede staat van vitaliteit verker voordat de onmiddellijke verpakking of verpakking wordt aangebracht Product: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op igerlei wijze levde tweekleppige weekdier verzamelt in e productiegebied om deze te hanter in de handel te brg Productiegebied: e gebied in zee, in e lagune of in e estuarium waarin zich hetzij natuurlijke grond voor tweekleppige weekdier, hetzij voor de kweek van tweekleppige weekdier gebruikte gebied bevind waar levde tweekleppige weekdier word verzameld Heruitzettingsgebied: gebied in zee, in e lagune of in e estuarium dat duidelijk is afgebakd is aangegev door boei, pal of andere verankerde material dat uitsluitd bestemd is voor de natuurlijke zuivering van levde tweekleppige weekdier Verzdingsctrum: op het land gevestigde of drijvde inrichting, die is bedoeld voor ontvangst, verwatering, wass, reiniging, sortering, onmiddellijke verpakking, verpakking van levde tweekleppige weekdier die geschikt zijn voor mselijke consumptie Zuiveringsctrum: inrichting die over waterbekks beschikt die van schoon zeewater word voorzi waarin levde tweekleppige weekdier word gehoud gedurde de tijd die nodig is om de verontreiniging te verminder, zodat zij geschikt word voor mselijke consumptie Heruitzetting: het overbrg van levde tweekleppige weekdier naar

20 gebied in zee, in e lagune of in e estuarium voor de tijd die nodig is om de verontreiniging te verminder, zodat zij geschikt word voor mselijke consumptie. Het overbrg van tweekleppige weekdier naar gebied die beter geschikt zijn voor de verdere groei of gewichtstoame, is hier niet onder begrep. 3. VISSERIJPRODUCTEN 3.1. Visserijproduct: alle vrije of gekweekte zee- of zoetwaterdier (met uitzondering van levde tweekleppige weekdier, levde stekelhuidig, levde manteldier levde marie buikpotig, alle zoogdier, reptiel kikkers), alle eetbare vorm, del product van deze dier daaronder begrep Fabrieksvaartuig: vaartuig aan boord waarvan visserijproduct één of meer van de volgde behandeling ondergaan nadi van e onmiddellijke verpakking word voorzi indi nodig word gekoeld of ingevror: filer, in mot verdel, strop, schal schelp verwijder, hakk, verwerk Vriesvaartuig: vaartuig aan boord waarvan visserijproduct word ingevror, evtueel na het verricht van voorbereidde werkzaamhed zoals verbloed, kopp, stripp verwijder van de vinn. Deze behandeling word zo nodig gevolgd door het aanbrg van e onmiddellijke verpakking of e verpakking Mechanisch verwijderd vlees van visserijproduct: het product dat wordt verkreg door het vlees van visserijproduct mechanisch te verwijder, waardoor de vleesstructuur verlor gaat of verandert Verse visserijproduct: onverwerkte visserijproduct, in gehele staat of na bewerking, daaronder begrep vacuüm of onder e gewijzigde atmosfeer verpakte product die ge andere op conservering gerichte behandeling hebb ondergaan dan koeling Bewerkte visserijproduct: onverwerkte visserijproduct die e behandeling hebb ondergaan waardoor hun anatomische toestand is gewijzigd, zoals stripp, kopp, in mot verdel, filer, hakk. 4. MELK 4.1. Rauwe melk: melk afgescheid door de melkklier van e of meer landbouwhuisdier, die niet is verhit tot meer dan 40 C evmin e behandeling met e gelijkwaardig effect heeft ondergaan Melkproductiebedrijf: e inrichting met e of meer landbouwhuisdier voor de melkproductie, waarbij het oogmerk is deze melk als levsmiddel in de handel te brg. 5. EIEREN 5.1. Eier: door gekweekte vogels gelegde eier in de schaal die geschikt zijn voor rechtstreekse mselijke consumptie of voor de bereiding van eiproduct, met uitzondering van gebrok eier, bebroede eier gekookte eier Vloeibaar ei: de niet-verwerkte ei-inhoud na verwijdering van de schaal.

21 5.3. Gebarst eier: eier waarvan de schaal beschadigd is, waarvan de eivliez ge breuk verton Pakstation: e inrichting waar eier volgs kwaliteits- gewichtsklass word gesorteerd. 6. KIKKERBILLETJES EN SLAKKEN 6.1. Kikkerbilletjes: het achterste gedeelte van tot de soort Rana (familie Ranidae) behorde dier, transversaal doorgesned achter de voorste ledemat, gestript gevild Slakk: terrestrische buikpotig van de soort Helix pomatia L., Helix aspersa Muller Helix lucorum tot de Achatinidae behorde soort. 7. VERWERKTE PRODUCTEN 7.1. Vleesproduct: verwerkte product die zijn verkreg door verwerking van vlees of door verdere verwerking van zulke verwerkte product, zodat op het snijvlak geconstateerd kan word dat de kmerk van vers vlees verdw zijn Zuivelproduct: verwerkte product die zijn verkreg door verwerking van rauwe melk of door verdere verwerking van zulke verwerkte product Eiproduct: verwerkte product die verkreg word door de verwerking van eier, bestanddel of mgsels van eier, of door verdere verwerking van verwerkte product Verwerkte visserijproduct: verwerkte product die zijn verkreg door verwerking van visserijproduct of door verdere verwerking van zulke verwerkte product Gesmolt dierlijke vett: voor mselijke consumptie bestemde vett die afkomstig zijn van het smelt van vlees, met inbegrip van de beder Kan: het eiwithoudde residu van het smeltproces, na gedeeltelijke afscheiding van vet water Gelatine: natuurlijk, oplosbaar eiwit, gelerd of niet-gelerd, verkreg door gedeeltelijke hydrolyse van collage uit beder, huid, ligamt pez van dier Collage: product op basis van eiwitt, dat afkomstig is van dierlijke beder, huid pez geproduceerd is overekomstig de desbetreffde voorschrift van deze verording Behandelde mag, blaz darm: mag, blaz darm die, nadat zij zijn gereinigd, e behandeling hebb ondergaan (b.v. zout, verhitt, drog). 8. ANDERE DEFINITIES 8.1. Product van dierlijke oorsprong: levsmiddel van dierlijke oorsprong, inclusief honing bloed; levdige tweekleppige weekdier, levde stekelhuidig, levde manteldier levde marie buikpotig bestemd voor mselijke consumptie;