L 313/16 Publicatieblad van de Europese Unie

Transcriptie

1 L 313/16 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJN 2004/103/EG VAN DE COMMISSIE van 7 oktober 2004 betreffde de controles van de idtiteit de fytosanitaire controles van in deel B van bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad opgom plant, plantaardige product andere material, die kunn word uitgevoerd op e andere plaats dan de plaats van binnkomst in de Gemeschap of op e dichtbijgeleg plaats tot vaststelling van de eis met betrekking tot deze controles DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeschap, Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffde de beschermde maatregel teg het binnbrg de verspreiding in de Gemeschap van voor plant voor plantaardige product schadelijke organism ( 1 ), met name op artikel 13 quater, lid 2, onder d) e), lid 4, vierde vijfde alinea, Overwegde hetge volgt: (1) Ingevolge Richtlijn 2000/29/EG moet de controles van de idtiteit de fytosanitaire controles van de in bijlage V, deel B, bij die richtlijn opgom plant, plantaardige product of andere material die uit derde land kom, in beginsel plaatsvind op de plaats van binnkomst in de Gemeschap of op e dichtbijgeleg plaats. (2) In geval van douanevervoer (het overbrg) van nietcommunautaire goeder kunn de controles van de idtiteit de fytosanitaire controles t kantore van de officiële instantie van bestemming of op e andere dichtbijgeleg plaats word uitgevoerd; in sommige andere gevall kunn deze controles word uitgevoerd op de plaats van bestemming, zoals e plaats van productie, mits aan specifieke garanties documt met betrekking tot het vervoer van plant, plantaardige product of andere material wordt voldaan. (3) Het is noodzakelijk te specificer in welke gevall de controles van de idtiteit de fytosanitaire controles op de plaats van bestemming mog word uitgevoerd. (4) Om ervoor te zorg dat er zich tijds het vervoer ge schadelijke organism verspreid, moet er bepaling of specifieke garanties documt t aanzi van het vervoer word vastgesteld. (5) Voor de uitvoering van de controles van de idtiteit de fytosanitaire controles moet minimumeis word vastgesteld, zowel t aanzi van de technische vereist die aan de met de inspectie op de plaats van bestemming belaste verantwoordelijke officiële instanties word gesteld, als t aanzi van de voorziing apparatuur met behulp waarvan die verantwoordelijke officiële instanties de controles van de idtiteit de fytosanitaire controles uitvoer. (6) Er moet gedetailleerde voorschrift word vastgesteld voor de samwerking tuss de verantwoordelijke officiële instanties de douaneautoriteit, met inbegrip van de modelformulier van de documt die bij die ( 1 ) PB L 169 van , blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/70/EG (PB L 127 van , blz. 97). samwerking moet word gebruikt, de wijze van verzding van die documt de procedures voor de uitwisseling van informatie. (7) De in deze richtlijn vervatte maatregel zijn in overestemming met het advies van het Permant Plantziektekundig Comité, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 1. Deze richtlijn is van toepassing op plant, plantaardige product of andere material uit derde land, die zijn opgom in bijlage V, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG (hierna de desbetreffde product goemd). In de in deze richtlijn omschrev gevall omstandighed kunn de lidstat bepal dat de in artikel 13 bis, lid 1, onder b), ii) iii), van Richtlijn 2000/29/EG bedoelde inspecties van de desbetreffde product op e andere plaats mog word uitgevoerd. In het geval van douanevervoer (het overbrg) van niet-communautaire goeder, als bedoeld in artikel 13 quater, lid 2, onder c), van Richtlijn 2000/29/EG, kan de inspectie plaatsvind t kantore van de officiële instantie van bestemming of op e dichtbijgeleg plaats wanneer aan de in lid 2 bedoelde voorwaard wordt voldaan. In de in artikel 13 quater, lid 2, onder d), van Richtlijn 2000/29/EG bedoelde gevall kan de inspectie plaatsvind op de plaats van bestemming, zoals e plaats van productie wanneer aan de in lid 2 bedoelde voorwaard wordt voldaan. 2. De in lid 1 bedoelde voorwaard zijn: a) wanneer de officiële instanties van de plaats van binnkomst van bestemming besluit, in voorkomd geval in overleg tuss de verantwoordelijke officiële instanties van de lidstat, dat de controles van de idtiteit de fytosanitaire controles (hierna de controles goemd) zorgvuldiger zoud kunn word uitgevoerd op e andere plaats dan de plaats van binnkomst in de Gemeschap of e dichtbijgeleg plaats, b) wanneer e importeur van e zding van de desbetreffde product of e ander persoon die verantwoordelijk is voor de plaats of het kantoor waar de controles moet word uitgevoerd (hierna de aanvrager goemd) via e goedkeuringsprocedure als omschrev in artikel 2, lid 2, toestemming heeft gekreg voor de uitvoering van de controles op e goedgekeurde plaats van inspectie, zijnde hetzij: in het geval van douanevervoer van niet-communautaire goeder, bedoeld in artikel 13 quater, lid 2, onder c), van Richtlijn 2000/29/EG: het kantoor van de officiële instantie van bestemming, of

2 Publicatieblad van de Europese Unie L 313/17 e dichtbij dat kantoor geleg plaats, die is aangewez of goedgekeurd door de douaneautoriteit de verantwoordelijke officiële instantie, hetzij in de gevall bedoeld in artikel 13 quater, lid 2, onder d), van Richtlijn 2000/29/EG: e plaats van bestemming die is goedgekeurd door de officiële instantie door de douaneautoriteit die bevoegd zijn voor het gebied waar de plaats van bestemming is geleg, c) wanneer wordt voldaan aan de voorwaard t aanzi van specifieke garanties documt met betrekking tot het vervoer van e zding van de desbetreffde product (hierna de zding goemd) naar de goedgekeurde plaats van inspectie,, evtueel, aan minimumeis betreffde de opslag van deze product op deze plaats van inspectie. 3. De in lid 2, onder c), bedoelde specifieke garanties documt minimumeis luid: a) de verpakking van de zding of het vervoermiddel dat voor de zding wordt gebruikt, is op zodanige wijze geslot of verzegeld dat de desbetreffde product tijds hun vervoer naar de goedgekeurde plaats van inspectie ge plaag of besmetting kunn veroorzak hun idtiteit ongewijzigd blijft. In naar behor gemotiveerde gevall kunn de bevoegde officiële instanties van de lidstat zding toestaan die niet geslot of verzegeld zijn, mits de desbetreffde product tijds het vervoer naar de goedgekeurde plaats van inspectie ge plaag of besmetting kunn veroorzak; b) de zding wordt naar de goedgekeurde plaats van inspectie gezond. Verandering van de plaats van inspectie is niet toegestaan, tzij na goedkeuring door de bevoegde officiële instanties van de plaats van binnkomst van de verlangde bestemming door de douaneautoriteit die bevoegd zijn voor het gebied waar de verlangde plaats van bestemming is geleg; c) de zding gaat, afgezi van de in artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG voorgeschrev certificat, vergezeld van e fytosanitair vervoersdocumt, dat de overekomstig het model in de bijlage bij deze richtlijn vereiste informatie bevat. Het documt wordt in t minste e van de officiële tal van de Gemeschap ingevuld met de typemachine of in met de hand geschrev leesbare hoofdletters, dan wel, in overleg met de bevoegde officiële instanties van de plaats van binnkomst van bestemming, elektronisch; d) de relevante rubriek van het in onder c) bedoelde documt word onder toezicht van de bevoegde officiële instantie van de plaats van binnkomst door de importeur van de zding ingevuld ondertekd; e) in de in lid 2, onder b), tweede streepje, bedoelde gevall wordt de zding op de goedgekeurde plaats van inspectie zodanig opgeslag dat deze afgescheid is van zowel communautaire goeder als zding die door schadelijke organism zijn aangetast of die van aantasting verdacht zijn. Artikel 2 1. De lidstat zi erop toe dat er overekomstig de specificaties in de led 2, 3 4 e goedkeuringsprocedure wordt vastgesteld, teinde vanuit fytosanitair oogpunt te beoordel of de als goedgekeurde plaats van inspectie voorgestelde plaats geschikt zijn voor de uitvoering van controles, hier in voorkomd geval goedkeuring aan te verl. 2. In de in lid 1 bedoelde procedure wordt aangegev dat, indi de controles op goedgekeurde plaats van inspectie moet word uitgevoerd, de aanvrager de met de uitvoering van deze controles belaste officiële instanties moet verzoek de controles op de in het verzoek goemde plaats uit te voer. 3. De aanvraag omvat e technisch dossier met de nodige informatie om te beoordel of de voorgestelde plaats geschikt zijn als goedgekeurde plaats van inspectie, met name: a) informatie over de in te voer desbetreffde product over de plaats waar deze zull word opgeslag of bewaard in afwachting van de definitieve resultat van de controles, in het bijzonder hoe de in artikel 1, lid 3, onder e), bedoelde afscheiding wordt gegarandeerd, b) indi van toepassing, wanneer de desbetreffde product bestemd zijn voor iemand die de status van toegelat geadresseerde is verled voldo aan de in artikel 406 van Verording (EG) nr. 2454/93 ( 1 ) vastgestelde voorwaard, of wanneer voor de desbetreffde plaats e in artikel 497 van die verording bedoelde vergunning nodig is, afdod bewijs daarvan. 4. De lidstat zi erop toe dat de in lid 2 bedoelde aanvraag wordt geregistreerd dat de verantwoordelijke officiële instanties: a) de in de aanvraag verstrekte informatie onderzoek; b) de geschiktheid van de voorgestelde plaats van inspectie voor de uitvoering van controles beoordel; deze moet t minste voldo aan de in de bijlage, punt 3, onder b) c), bij Richtlijn 98/22/EG van de Commissie ( 2 ) neergelegde minimumeis, dan wel aan nadere eis die de lidstat op niet-discriminerde wijze kunn vaststell die gerechtvaardigd zijn met het oog op efficiënte inspecties; c) de aanvrager antwoord door: i) aan te gev dat de aanvraag aanvaardbaar is dat de desbetreffde plaats als goedgekeurde plaats van inspectie word aangewez, dan wel ii) aan te gev dat de aanvraag onaanvaardbaar is, de red daarvoor. 5. De lidstat houd e bijgewerkte lijst van goedgekeurde plaats van inspectie bij stell deze op verzoek ter beschikking van de Commissie de lidstat. ( 1 ) PB L 253 van , blz. 1. Verording laatstelijk gewijzigd bij Verording (EG) nr. 2286/2003 (PB L 343 van , blz. 1). ( 2 ) PB L 126 van , blz. 26.

3 L 313/18 Publicatieblad van de Europese Unie De lidstat zi erop toe dat de verantwoordelijke officiële instanties de nodige maatregel nem indi de indruk bestaat dat bepaalde elemt indruis teg e goede uitvoering van de controles op de goedgekeurde plaats van inspectie op hun grondgebied. De lidstat stell de Commissie de betrokk lidstat in knis van alle belangrijke gevall waarin de eis t aanzi van e goedgekeurde plaats van inspectie niet word nageleefd. Artikel 3 De lidstat zi erop toe dat de importeur van zding t aanzi waarvan beslot is dat de controles ervan op e goedgekeurde plaats van inspectie kunn word uitgevoerd, behalve aan de in Richtlijn 92/90/EEG van de Commissie ( 1 ) neergelegde verplichting ook voldo aan de volgde verplichting: a) de importeur stelt de bevoegde officiële instantie van bestemming ruim van tevor in knis van het binnbrg van de desbetreffde product; deze knisgeving bevat met name: i) de naam, het adres de ligging van de goedgekeurde plaats van inspectie, ii) de datum het tijdstip waarop de desbetreffde product volgs de planning op de goedgekeurde plaats van inspectie aankom, iii) indi beschikbaar, het specifieke volgnummer van het in artikel 1, lid 3, onder c), bedoelde fytosanitaire vervoersdocumt, iv) indi beschikbaar, de datum de plaats van opstelling van het in artikel 1, lid 3, onder c), bedoelde fytosanitaire vervoersdocumt, v) de naam, het adres het officiële registratiummer van de importeur, vi) het refertiummer van het fytosanitaire certificaat /of het fytosanitaire certificaat voor wederuitvoer, dan wel van ig ander fytosanitair documt dat wordt verlangd; b) de importeur deelt de bevoegde officiële instantie van bestemming alle wijziging in de ingevolge onder a) verstrekte informatie mee. Artikel 4 De lidstat zi erop toe dat de op de goedgekeurde plaats van inspectie uitgevoerde controles van de desbetreffde product t minste voldo aan de in de bijlage, punt 1, punt 2 punt 3, onder a), bij Richtlijn 98/22/EG van de Commissie neergelegde minimumeis, dan wel aan nadere eis die de lidstat op niet-discriminerde wijze kunn vaststell die gerechtvaardigd zijn met het oog op efficiënte inspecties. Artikel 5 De lidstat kunn aanvullde eis stell wanneer deze noodzakelijk word geacht om e voorgestelde plaats als goedgekeurde plaats van inspectie aan te wijz. ( 1 ) PB L 344 van , blz. 38. Artikel 6 1. De lidstat zi erop toe dat er in voorkomd geval samwerking is tuss: a) de officiële instantie van de plaats van binnkomst de officiële instantie van bestemming, b) de officiële instantie van de plaats van binnkomst het douanekantoor van de plaats van binnkomst, c) de officiële instantie van bestemming het douanekantoor van bestemming, d) de officiële instantie van de plaats van binnkomst het douanekantoor van bestemming, door uitwisseling van relevante informatie, schriftelijk of elektronisch met behulp van het in artikel 1, lid 3, onder c), bedoelde fytosanitaire vervoersdocumt, over de voor invoer bestemde plant, plantaardige product of andere material, hun verpakking het gebruikte vervoermiddel. 2. Indi de plaats van binnkomst van de desbetreffde product in de Gemeschap de goedgekeurde plaats van inspectie in verschillde lidstat geleg zijn, mag de zding naar e goedgekeurde plaats van inspectie word gezond mog de controles daar word uitgevoerd op grond van e overekomst tuss de verantwoordelijke officiële instanties van de betrokk lidstat. Van de overekomst tuss de verantwoordelijke officiële instanties van de betrokk lidstat wordt melding gemaakt op het fytosanitaire vervoersdocumt. 3. Na de inspectie van de product op de goedgekeurde plaats van inspectie verklaart de officiële instantie van bestemming op het fytosanitaire vervoersdocumt dat de in artikel 13 bis, lid 1, onder b), ii) iii), van Richtlijn 2000/29/EG bedoelde controles van de idtiteit fytosanitaire controles zijn uitgevoerd; hiertoe stempelt dateert zij dit documt. Het eindoordeel van de controles wordt vermeld in het vak getiteld Besluit. Deze bepaling is van overekomstige toepassing indi ook is voldaan aan de in artikel 13 quater, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/29/EG bedoelde controles van de documt. 4. Indi het in lid 3 bedoelde resultaat van de controles Vrijgegev luidt, word de zding het begeleidde fytosanitaire vervoersdocumt voorgelegd aan de douaneautoriteit die verantwoordelijk zijn voor het gebied waar de goedgekeurde plaats van inspectie ligt, zodat de zding onder de in artikel 13, lid 1, van richtlijn 2000/29/EG bedoelde relevante douaneprocedure kan word geplaatst. Het fytosanitaire vervoersdocumt hoeft de zding niet langer te begeleid dit documt of e kopie ervan wordt t minste e jaar door de officiële instantie van de plaats van bestemming bewaard.

4 Publicatieblad van de Europese Unie L 313/19 5. Indi de product na de in lid 3 bedoelde controles naar e bestemming buit de Gemeschap moet word gebracht, blijv zij onder douanetoezicht totdat de wederuitvoer heeft plaatsgevond. Artikel 7 Deze richtlijn wordt uiterlijk op 1 januari 2007 herzi. Artikel 8 1. De lidstat drag zorg voor de vaststelling bekdmaking, uiterlijk op 31 december 2004, van de nodige wettelijke bestuursrechtelijke bepaling om aan deze richtlijn te voldo. Zij del de Commissie die bepaling onverwijld mee, alsmede e transponeringstabel ter weergave van het verband tuss die bepaling deze richtlijn. Zij pass die bepaling toe vanaf 1 januari Wanneer de lidstat deze bepaling aannem, wordt in die bepaling zelf of bij de officiële bekdmaking daarvan naar deze richtlijn verwez. De regels voor deze verwijzing word vastgesteld door de lidstat. 2. De lidstat del de Commissie de tekst van de belangrijke bepaling van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallde gebied vaststell. Artikel 9 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgde op die van haar bekdmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 10 Deze richtlijn is gericht tot de lidstat. Gedaan te Brussel, 7 oktober Voor de Commissie David BYRNE Lid van de Commissie

5 L 313/20 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE