Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152, lid 4, onder b),

Transcriptie

1 VERORDENING (EG) Nr. 854/2004 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2004 houdde vaststelling van specifieke voorschrift voor de organisatie van de officiële controles van voor mselijke consumptie bestemde product van dierlijke oorsprong PB L139 van , rectificatie PB L226 van Gewijzigd bij: (EG) nr. 882/2004 PB L165 van , rectificatie PB L191 van (EG) nr. 2074/2005 PB L338 van (EG) nr. 2076/2005 PB L338 van (EG) nr. 1663/2006 PB L320 van (EG) nr. 1791/2006 PB L363 van (EG) nr. 1021/2008 PB L277 van (EG) nr. 219/2009 PB L87 van (EG) nr. 505/2010 PB L149 van (EG) nr. 151/2011 PB L46 van HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeschap, met name op artikel 152, lid 4, onder b), Gezi het voorstel van de Commissie (1), Gezi het advies van het Europees Economisch Sociaal Comité (2), Na raadpleging van het Comité van de Regio s, Handeld volgs de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3), Overwegde hetge volgt: (1) In Verording (EG) nr. 852/2004 (4) zijn algeme hygiënevoorschrift vastgelegd die geld voor alle levsmiddel, in Verording (EG) nr. 853/2004 (5) zijn specifieke hygiënevoorschrift voor product van dierlijke oorsprong vastgelegd. (2) Er zijn specifieke voorschrift nodig voor de officiële controles van product van dierlijke oorsprong, om reking te kunn houd met specifieke aspect van dergelijke product. (3) De werkingssfeer van de specifieke controlevoorschrift moet die van de specifieke hygiënevoorschrift voor exploitant van levsmiddelbedrijv, zoals vastgesteld in Verording (EG) nr. 853/2004, weerspiegel. De lidstat moet echter ook officiële controles uitvoer om de overekomstig artikel 1, lid 4, van de goemde verording vastgestelde nationale voorschrift t uitvoer te legg. Zij kunn daartoe de beginsel van deze verording uitbreid tot dergelijke nationale voorschrift. (4) De officiële controles van product van dierlijke oorsprong di alle aspect te bestrijk die van belang zijn voor de bescherming van de volksgezondheid, indi nodig, de gezondheid het welzijn van dier. Deze voorschrift di gebaseerd te zijn op de meest recte informatie zull dus aangepast moet kunn word naarmate er nieuwe gegevs beschikbaar kom. (5) De communautaire regelgeving betreffde voedselveiligheid dit te berust op e degelijke wetschappelijke basis. Met het oog daarop dit de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid geraadpleegd te word telks wanneer dat noodzakelijk is. (6) De aard de intsiteit van de officiële controles di gebaseerd te zijn op e beoordeling van, waar passd, de risico s voor de volksgezondheid, de diergezondheid het dierwelzijn het type de productie van het proces dat wordt uitgevoerd de desbetreffde exploitant van het levsmiddelbedrijf. (7) Het is distig om via de transparante procedure van Verording (EG) nr. 852/2004 Verording (EG) nr. 853/2004 te voorzi in de aanpassing van bepaalde controleregels, om reking te kunn houd met de specifieke behoeft van bedrijv die traditionele method gebruik, die e lage omzet hebb of gevestigd zijn in regio s met specifieke geografische beperking. De procedure moet ook ruimte bied om middels proefproject e nieuwe badering van de hygiënecontroles op vlees te test. De aldus gebod soepelheid mag de doelstelling van de levsmiddelhygiëne evwel niet in het gedrang brg. (8) Er zijn officiële controles van de productie van vlees nodig om na te gaan of de exploitant van levsmiddelbedrijv de hygiënevoorschrift nalev voldo aan de in de communautaire wetgeving

2 (EG) nr. 854/2004, aanhef vastgelegde criteria doelstelling. Deze officiële controles di te bestaan uit audits van de activiteit van de exploitant, uit inspectieactiviteit, waaronder het toezicht op de eig controles van de exploitant van de levsmiddelbedrijv. (9) Gelet op hun specifieke deskundigheid, zijn officiële dierarts de aangewez person om controles inspecties van slachthuiz, wildverwerkingsinrichting, bepaalde snij-inrichting uit te voer. De lidstat moet vrij kunn besliss welk personeel het meest geschikt is voor het uitvoer van controles inspecties van andere soort inrichting. (10) Er zijn officiële controles van de productie van levde tweekleppige weekdier visserijproduct nodig om na te gaan of aan de in de communautaire wetgeving vastgelegde criteria doelstelling wordt voldaan. Officiële controles van de productie van levde tweekleppige weekdier di vooral gericht te zijn op heruitzettings- productiegebied voor levde tweekleppige weekdier, op het eindproduct. (11) Er zijn officiële controles van de productie van rauwe melk nodig om na te gaan of aan de in de communautaire wetgeving vastgelegde criteria doelstelling wordt voldaan. Die officiële controles di vooral gericht te zijn op de melkproducerde bedrijv, op rauwe melk bij de inzameling. (12) De voorschrift van deze verording zijn niet van toepassing totdat alle del van de nieuwe wetgeving inzake levsmiddelhygiëne in werking zijn getred. Voorts dit te word voorzi in e periode van t minste 18 maand tuss de inwerkingtreding de toepassing van de nieuwe regels om de bevoegde autoriteit de betrokk sector tijd te gev om zich aan te pass. (13) De voor de uitvoering van deze verording vereiste maatregel di te word vastgesteld overekomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaard voor de uitoefing van de aan de Commissie verlede uitvoeringsbevoegdhed (6), (1) PB C 262 E van , blz (2) PB C 95 van , blz. 22. (3) Advies van het Europees Parlemt van 5 juni 2003 (nog niet versch in het Publicatieblad), gemeschappelijk standpunt van de Raad van 27 oktober 2003 (PB C 48 E van , blz. 82), standpunt van het Europees Parlemt van 30 maart 2004 (nog niet versch in het Publicatieblad) besluit van de Raad van 16 april (4) Zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad (L 226 van ). (5) Zie bladzijde 22 van dit Publicatieblad (L 226 van ). (6) PB L 184 van , blz. 23. De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 882/2004 luid als volgt: (1) Diervoeders levsmiddel moet veilig gezond zijn. De communautaire wetgeving bevat e stelsel van voorschrift die moet verzeker dat deze doelstelling wordt verwezlijkt. Deze voorschrift bestrijk ook de productie het in de handel brg van diervoeders levsmiddel. (2) De basisregels met betrekking tot wetgeving inzake diervoeders levsmiddel zijn vastgelegd in Verording (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlemt de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algeme beginsel voorschrift van de levsmiddelwetgeving, tot oprichting van e Europese Autoriteit voor voedselveiligheid tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangeleghed. (3) Naast deze basisvoorschrift is er ook e meer specifieke wetgeving inzake diervoeders levsmiddel, die verschillde terrein bestrijkt, zoals diervoeding (ook met medicinale werking), diervoeder- voedselhygiëne, zoönos, dierlijke bijproduct, residu verontreinigde stoff, controle uitroeiing van dierziekt die van invloed kunn zijn op de volksgezondheid, etikettering van diervoeders levsmiddel, pesticid, diervoeder- levsmiddeladditiev, vitamin, minerale zout, sporelemt andere additiev, materiaal dat met levsmiddel in aanraking is geweest, kwaliteit eis betreffde de samstelling, drinkwater, ionisering, nieuwe levsmiddel getisch gemodificeerde organism (GGO s). (4) De communautaire wetgeving inzake diervoeders levsmiddel is gebaseerd op het beginsel dat de exploitant van diervoeder levsmiddelbedrijv ervoor moet zorg dat de diervoeders levsmiddel in alle stadia van de productie, verwerking distributie in de bedrijv onder hun beheer voldo aan de voorschrift van de diervoeder- levsmiddelwetgeving die van toepassing zijn op hun bedrijvigheid. (5) Diergezondheid dierwelzijn zijn belangrijke factor die bijdrag tot de kwaliteit de veiligheid van levsmiddel, het voorkom van de verspreiding van dierziekt e humane behandeling van dier. De daarop van toepassing zijnde voorschrift zijn neergelegd in verschillde rechtsbesluit. Daarin wordt bepaald aan welke verplichting inzake diergezondheid dierwelzijn natuurlijke rechtsperson moet voldo, alsook welke tak de bevoegde autoriteit hebb. (6) De lidstat handhav de diervoeder- levsmiddelwetgeving de voorschrift inzake diergezondheid dierwelzijn, gaan na of de exploitant van bedrijv de toepasselijke bepaling daarvan in alle stadia van de productie, verwerking distributie nalev. Daartoe moet officiële controles word uitgevoerd. (7) Op communautair niveau dit derhalve e geharmoniseerd kader van algeme voorschrift voor de organisatie van die controles gecreëerd te word. In het licht van de ervaring moet word nagegaan of dat algeme kader naar behor functioneert, met name op het gebied van diergezondheid dierwelzijn. De Commissie zou derhalve e verslag moet voorlegg, zo nodig vergezeld van e voorstel. 2

3 (EG) nr. 854/2004, aanhef (8) In het algeme moet dit communautaire kader ge officiële controles omvatt met betrekking tot voor plant plantaardige product schadelijke organism, aangezi deze controles reeds voldode bestrek word door Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffde de beschermde maatregel teg het binnbrg de verspreiding in de Gemeschap van voor plant voor plantaardige product schadelijke organism. Bepaalde aspect van deze verording moet echter ook van toepassing zijn op de sector gezondheid van plant, in het bijzonder aspect die verband houd met het opstell van meerjarige nationale controleplann het opzett van communautaire inspectie in de lidstat in derde land. Derhalve is het aangewez Richtlijn 2000/29/EG dioverekomstig aan te pass. (9) Verording (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode aanduiding diaangaande op landbouwproduct levsmiddel, Verording (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduiding oorsprongsbaming van landbouwproduct levsmiddel, Verording (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering voor landouwproduct levsmiddel bevatt specifieke maatregel voor het toezicht op de naleving van de erin vervatte vereist. Deze vereist van deze verording moet flexibel goeg zijn om reking te houd met de specifieke aard van deze gebied. (10) Voor het toezicht op de naleving van de regelgeving die in het kader van de gemeschappelijke landbouwmarkt (bv. voor landbouwgewass, wijn, olijfolie, grot fruit, hopplant, melk zuivelproduct, rund- kalfsvlees, schapvlees, geitvlees honing) van kracht is, bestaat reeds e goed functionerd specifiek controlesysteem. Om die red moet deze verording niet op die gebied van toepassing zijn, te meer daar deze verording andere doelstelling heeft dan de controlemechanism die van toepassing zijn op de gemeschappelijke landbouwmarkt. (11) De voor officiële controles bevoegde autoriteit moet aan e aantal operationele criteria voldo die hun doeltreffdheid onpartijdigheid moet garander. Zij di over voldode goed opgeleide ervar medewerkers te beschikk, alsmede over de nodige faciliteit uitrusting om hun tak naar behor te kunn vervull. (12) De officiële controles moet word uitgevoerd met aangepaste, daartoe ontwikkelde method zij omvatt de controles in het kader van de normale bewaking meer intsieve controles zoals inspecties, verificaties, audits, bemonstering onderzoek van monsters. De correcte toepassing van deze method vereist e aangepaste opleiding van het met de officiële controles belaste personeel. Opleiding is ook noodzakelijk om te verzeker dat de bevoegde autoriteit op uniforme wijze beslissing nem, in het bijzonder inzake de toepassing van de HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points)-beginsel. (13) De frequtie van de officiële controles moet regelmatig zijn in verhouding staan tot het risico, reking houdde met de resultat van de controles van exploitant van diervoeder- levsmiddelbedrjiv in het kader van HACCP-gebaseerde controleprogramma s of programma s voor kwaliteitsborging, voorzover deze bedoeld zijn voor de naleving van de wetgeving inzake diervoeders levsmiddel de voorschrift inzake diergezondheid dierwelzijn. Indi er e vermoed bestaat dat de wetgeving niet wordt nageleefd, moet er ad-hoc-controles word uitgevoerd. Voorts kunn ad-hoc-controles op ieder momt word uitgevoerd, ook als er ge vermoed bestaat dat de wetgeving niet wordt nageleefd. (14) De officiële controles moet plaatsvind op basis van gedocumteerde procedures met het ook op uniformiteit e constante hoge kwaliteit ervan. (15) De bevoegde autoriteit zi erop toe dat, wanneer, bij het uitvoer van de controles, meer dist betrokk zijn, gezorgd wordt voor adequate coördinatieprocedures. (16) De bevoegde autoriteit moet er ook voor zorg dat er, waar de bevoegdheid tot het uitvoer van officiële controles door het ctrale niveau aan e regionaal of lokaal niveau is gedelegeerd, e doeltreffde efficiënte coördinatie plaatsvindt tuss het ctrale niveau het regionale of lokale niveau. (17) Laboratoria die betrokk zijn bij de analyse van officiële monsters di internationaal goedgekeurde procedures of op criteria gebaseerde prestatiorm te volg, zo veel mogelijk gevalideerde analysemethod te gebruik. Die laboratoria moet met name over e uitrusting beschikk die e correcte bepaling van de in de communautaire wetgeving vervatte norm, zoals maximumgehalt aan residu, mogelijk maakt. (18) De aanwijzing van communautaire nationale refertielaboratoria moet bijdrag tot e hoge kwaliteit uniformiteit van de analyseresultat. Dit doel kan word bereikt door de toepassing van gevalideerde analysemethod, door te zorg voor refertiemateriaal, het opzett van vergelijkde tests de opleiding van laboratoriumpersoneel. (19) De activiteit van de refertielaboratoria moet alle aspect van de wetgeving inzake diervoeders levsmiddel alsook inzake diergezondheid dierwelzijn beslaan, in het bijzonder die gebied waar behoefte is aan precieze analytische diagnostische resultat. (20) Voor e aantal activiteit die verband houd met officiële controles heeft de Europese Commissie voor Normalisatie (CEN) Europese norm (EN) ontwikkeld die gestrikt zijn voor de doeleind van deze verording. Deze Europese norm (EN) hebb voornamelijk betrekking op de werking de evaluatie van de onderzoekslaboratoria de op de werking de erkning van de controleorgan. Ook door de Internationale Organisatie voor Normalisatie/ISO de Internationale Veriging voor Theoretische Toegepaste Scheikunde/IUPAC zijn internationale norm opgesteld. Deze norm kunn in bepaalde goed gedefinieerde gevall pass voor de doelstelling van deze verording, reking houdd met het feit dat in de wetgeving inzake diervoeders levsmiddel criteria voor de prestaties zijn vastgesteld om flexibiliteit kosteffectiviteit te verzeker. (21) Er di regeling getroff te word voor het deleger van bevoegdhed inzake het verricht van specifieke controleopdracht van de bevoegde autoriteit naar e controleorgaan, betreffde de voorwaard waaronder deze delegatie kan plaatsvind. (22) Er di passde procedures te zijn voor samwerking tuss de bevoegde autoriteit in de lidstat, met name indi bij officiële controles blijkt dat diervoeder- levsmiddelproblem zich tot meerdere lidstat verstrekk. Om deze samwerking te vergemakkelijk, di de lidstat e of meer contactinstanties aan te wijz die tot taak hebb het doorgev behandel van verzoek om bijstand te coördiner. (23) Overekomstig artikel 50 van Verording (EG) nr. 178/2002 stell de lidstat de Commissie in knis van elke beschikbare informatie inzake e ernstig direct of indirect risico voor de gezondheid van de ms verband houdd met levsmiddel of diervoeders. 3

4 (EG) nr. 854/2004, aanhef (24) Het is van belang uniforme procedures in te stell voor de controle van de invoer naar het grondgebied van de Gemeschap van diervoeders levsmiddel uit derde land, reking houdde met het feit dat er reeds geharmoniseerde invoerprocedures bestaan voor levsmiddel van dierlijke oorsprong die vall onder Richtlijn 97/78/EG levde dier die vall onder Richtlijn 91/496/EEG Deze bestaande procedures functioner goed di gehandhaafd te blijv (25) De in Richtlijn 97/78/EG bedoelde controles op diervoeders levsmiddel uit derde land beperk zich tot de veterinaire aspect. Het is noodzakelijk deze controles aan te vull met officiële controles die niet-veterinaire aspect bestrijk, zoals controles van additiev, etikettering, traceerbaarheid, bestraling van levsmiddel van materiaal dat met levsmiddel in aanraking is geweest. (26) De communautaire wetgeving voorziet ook in procedures voor de controle van geïmporteerde diervoeders krachts Richtlijn 95/53/EG van de Raad van 25 oktober 1995 tot vaststelling van de beginsel inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding. Deze richtlijn omvat beginsel procedures die door de lidstat voor het in het vrije verkeer brg van geïmporteerde diervoeders moet word toegepast. (27) Het is passd om communautaire voorschrift op te stell om te verzeker dat diervoeders levsmiddel uit derde land officieel gecontroleerd word voordat zij in de Gemeschap vrij op de markt kom. Er dit speciaal aandacht te word besteed aan invoercontroles op diervoeders levsmiddel waarvoor evtueel e verhoogd besmettingsrisico bestaat. (28) Er dit te word voorzi in de organisatie van officiële controles van diervoeders levsmiddel die naar het grondgebied van de Gemeschap word ingevoerd onder andere douaneprocedures dan vrij verkeer, in het bijzonder onder de douaneprocedures die vermeld word in artikel 4, punt 16, onder b) tot met f), van Verording (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautaire douanewetboek, of die in vrije zones of vrije trepots word ingevoerd. Hieronder valt ook de invoer van diervoeders levsmiddel uit derde land door passagiers van internationale vervoermiddel door pakjes die per post zijn verzond. (29) Voor officiële controles van diervoeders levsmiddel moet het grondgebied van de Gemeschap word gedefinieerd waarbinn de regelgeving van toepassing is, zodat wordt gegarandeerd dat diervoeders levsmiddel die naar dat grondgebied word ingevoerd, onderworp word aan de in deze verording voorgeschrev controles. Dit grondgebied is niet noodzakelijk idtiek met het grondgebied als bedoeld in artikel 299 van het Verdrag, of als bedoeld in artikel 3 van Verording (EEG) nr. 2913/92. (30) Om e meer efficiënte organisatie van de officiële controles van diervoeders levsmiddel uit derde land te verzeker om de handelsstrom te vergemakkelijk kan het nodig zijn specifieke punt van binnkomst aan te wijz voor diervoeders levsmiddel uit derde land die naar het grondgebied van de Gemeschap word ingevoerd. Zo kan het ook noodzakelijk zijn voorafgaande knisgeving te verlang van de aankomst van goeder op het grondgebied van de Gemeschap. Gewaarborgd moet word dat elk specifiek punt van binnkomst toegang heeft tot adequate faciliteit om controles binn e redelijke tijdslimiet te verricht. (31) Bij het vaststell van regelgeving voor de officiële controles van diervoeders levsmiddel uit derde land moet word verzekerd dat de bevoegde autoriteit de douaneautoriteit samwerk, reking houdd met de ter zake reeds bestaande regelgeving van Verording (EEG) nr. 339/93 van de Raad van 8 februari 1993 betreffde controles op de overestemming van uit derde land ingevoerde product met de op het gebied van de productveiligheid toepasselijke voorschrift. (32) Voor de organisatie van officiële controles moet passde financiële middel ter beschikking word gesteld. De bevoegde autoriteit van de lidstat moet derhalve vergoeding of kostbijdrag kunn inn ter dekking van de kost van die officiële controles. Daarbij staat het de bevoegde autoriteit van de lidstat vrij de vergoeding kostbijdrag vast te stell als vaste bedrag op basis van de gedrag kost reking houdd met de specifieke situatie van de inrichting. Indi e vergoeding wordt gevraagd van exploitant, moet daarvoor gemeschappelijke criteria word toegepast. Het is derhalve passd criteria vast te stell voor het bepal van de hoogte van de inspectievergoeding. Wat de vergoeding voor invoercontroles betreft, is het met het oog op e uniforme toepassing om handelsverstoring te vermijd noodzakelijk voor de voornaamste invoerproduct de tariev rechtstreeks vast te stell. (33) De communautaire wetgeving inzake diervoeders levsmiddel voorziet in de registratie of erkning van bepaalde diervoeder- levsmiddelbedrijv door de bevoegde autoriteit. Dit geldt met name voor Verording (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlemt de Raad van 29 april 2004 inzake levsmiddelhygiëne. Verording (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlemt de Raad van 29 april 2004 houdde vaststelling van specifieke hygiënevoorschrift voor levsmiddel van dierlijke oorsprong, Richtlijn 95/69/EG van de Raad van 22 december 1995 houdde vaststelling van de voorwaard bepaling voor de erkning registratie van bedrijv tussperson in de sector diervoeding de toekomstige verording inzake diervoederhygiëne. Er moet word gezorgde voor procedures om deze registratie erkning van diervoeder- levsmiddelhygiëne op e efficiënte transparante manier te lat gebeur. (34) Om e globale uniforme aanpak van officiële controles te verzeker, moet de lidstat aan de hand van de algeme richtsnoer die op communautair niveau zijn opgesteld meerjarige nationale controleplann instell toepass. Deze richtsnoer moet e samhangde nationale aanpak bevorder, in het licht van de risico s prioriteit vaststell de meest efficiënte controleprocedures bepal. E communautaire strategie moet e alomvattde, geïntegreerde aanpak van de uitvoering van de controles mogelijk mak. Gezi het niet-bindde karakter van sommige technische richtsnoer is het passd deze via de procedure van e raadgevd comité vast te stell. (35) De meerjarige nationale controleplann moet de wetgeving inzake diervoeders levsmiddel bestrijk, ook de wetgeving inzake diergezondheid dierwelzijn. (36) De meerjarige nationale controleplann moet e solide basis bied voor de inspecties in de lidstat door de inspectiedist van de Commissie. Deze controleplann moet de inspectiedist van de Commissie in staat stell na te gaan of de officiële controles in de lidstat georganiseerd zijn overekomstig de in deze verording vastgelegde criteria. Waar nodig, met name in gevall waar de audits van de lidstat tekortkoming of fout in de meerjarige nationale controleplann aan het licht brg, moet gedetailleerde inspecties audits word verricht. 4

5 (EG) nr. 854/2004, aanhef (37) De lidstat di jaarlijks bij de Commissie e verslag in met informatie over de uitvoering van de meerjarige nationale controleplann. Dit verslag dit de resultat van de officiële controles de audits van het voorafgaande jaar te bevatt,, indi nodig, de aanpassing van het oorspronkelijke controleprogramma naar aanleiding van deze resultat. (38) De communautaire controles in de lidstat moet de inspectiedist van de Commissie in staat stell na te gaan of de diervoeder levsmiddelwetgeving de voorschrift inzake diergezondheid dierwelzijn in heel de Gemeschap op e uniforme correcte manier word uitgevoerd. (39) Communautaire controles in derde land zijn vereist om na te gaan of de communautaire wetgeving inzake diervoeders levsmiddel de voorschrift inzake diergezondheid, in voorkomd geval, dierwelzijn, of wetgeving van e vergelijkbaar niveau, word nageleefd. Derde land kan tevs word verzocht informatie te verstrekk over hun controlesystem. Deze informatie, die overekomstig de communautaire richtsnoer moet word opgesteld, moet de basis vorm voor de daaropvolgde inspecties door de Commissie, die moet word uitgevoerd in e multidisciplinair kader dat de voornaamste naar de EU exporterde sector bestrijkt. Deze ontwikkeling moet e vergemakkelijking van de huidige regeling mogelijk mak, e efficiënte samwerking voor de controle bevorder daardoor de handelsstrom begunstig. (40) Om voor geïmporteerde goeder de naleving van of de gelijkwaardigheid met de communautaire wetgeving inzake diervoeders levsmiddel te verzeker zijn procedures nodig om invoervoorwaard, indi nodig, certificeringsvereist vast te stell. (41) Inbreuk op de wetgeving inzake diervoeders levsmiddel de op voorschrift inzake diergezondheid dierwelzijn kunn e bedreiging vorm voor de gezondheid van ms dier voor het dierwelzijn. In deze gevall moet daarom in heel de Gemeschap doeltreffde, afschrikkde evredige strafmaatregel word getroff op nationaal niveau. (42) Deze maatregel moet administratieve maatregel van de bevoegde autoriteit in de lidstat omvatt die daarvoor over de passde procedures moet beschikk. Deze procedures hebb het voordeel dat snelle actie mogelijk is om de situatie weer in orde te brg. (43) Exploitant moet het recht hebb beroep aan te tek teg de beslissing die de bevoegde autoriteit op grond van de officiële controles neemt; zij moet van dit recht in knis word gesteld. (44) Het is passd om speciaal reking te houd met de problem van ontwikkelingsland, in het bijzonder van de minst ontwikkelde land, dioverekomstig maatregel te treff. De Commissie moet de ontwikkelingsland steun wat betreft de veiligheid van diervoeders levsmiddel, die e belangrijk aspect van de volksgezondheid handelsontwikkeling vormt. Die steun moet georganiseerd word in het kader van het ontwikkelingssamwerkingsbeleid van de Gemeshap. (45) De in deze verording opgom voorschrift onderbouw de geïntegreerde horizontale badering die noodzakelijk is voor de uitvoering van e cohert controlebeleid inzake de veiligheid van diervoeders levsmiddel, diergezondheid dierwelzijn. Er moet evwel ige ruimte word gelat voor de vaststelling van evtueel noodzakelijke specifieke controlevoorschrift, bijvoorbeeld wat betreft het op communautair niveau bepal van maximumgehaltes aan residu voor bepaalde verontreinigde stoff. Evzo di de meer specifieke voorschrift die op het gebied van de controle van diervoeders levsmiddel alsmede diergezondheid dierwelzijn bestaan, te word gehandhaafd. Hiermee word onder meer de volgde rechtsinstrumt bedoeld : Richtlijn 96/22/EG, Richtlijn 96/23/EG, Verording (EG) nr. 854/2004, Verording (EG) nr; 992/2001, Verording (EG) nr. 2160/2003, Richtlijn 86/362/EEG, Richtlijn 90/642/EEG de uitvoeringsbepaling daarvan, Richtlijn 92/1/EEG, Richtlijn 92/2/EEG regeling inzake de controles van dierziekt zoals mond- klauwzeer, varkspest, z. alsmede vereist voor de officiële controles op dierwelzijn. (46) Deze verording omvat gebied die reeds in bepaalde momteel van kracht zijnde rechtsbesluit word bestrek. Het is daarom zinvol in het bijzonder de hierna goemde rechtsinstrumt inzake controles op diervoeders levsmiddel in te trekk te vervang door de voorschrift van deze verording : Richtlijn 70/373/EEG van de Raad; Richtlijn 85/591/EEG van de Raad; Richtlijn 89/397/EEG van de Raad; Richtlijn 93/99/EEG van de Raad; Beschikking 93/383/EEG van de Raad; Richtlijn 95/53/EG van de Raad; Richtlijn 96/43/EG van de Raad; Beschikking 98/728/EG van de Raad Beschikking 1999/313/EG van de Raad. (47) De Richtlijn 96/23/EG, 97/78/EG 2000/29/EG moet in het licht van deze verording word aangepast. (48) Aangezi de doelstelling van deze verording (e geharmoniseerde aanpak van controles) niet voldodedoor de lidstat kunn word verwezlijkt derhalve vanwege zijn complexe aard zijn grsoverschrijdd (met betrekking tot de invoer van diervoeders levsmiddel) internationaal karakter beter door de Gemeschap kunn word verwezlijkt, kan de Gemeschap, overekomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregel nem. Overekomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evredigheidsbeginsel, gaat deze verording niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezlijk. (49) De maatregel die voor de uitvoering van deze verording noodzakelijk zijn, moet overekomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaard voor de uitoefing van de aan de Commissie verlede uitvoeringsbevoegdhed word getroff. De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 2074/2005 luid als volgt: (1) Verording (EG) nr. 853/2004 stelt specifieke hygiënevoorschrift vast voor levsmiddel van dierlijke oorsprong. Voor vlees, levde tweekleppige weekdier, visserijproduct, melk, eier, kikkerbilletjes slakk door verwerking daarvan verkreg product moet bepaalde uitvoeringsmaatregel word vastgesteld. (2) Verording (EG) nr. 854/2004 stelt specifieke voorschrift vast voor de organisatie van de officiële controles van voor mselijke consumptie bestemde product van dierlijke oorsprong. Bepaalde voorschrift moet nader word uitgewerkt er moet verdere eis word vastgesteld. (3) Verording (EG) nr. 882/2004 stelt op communautair niveau e geharmoniseerd kader van algeme voorschrift voor de organisatie van officiële controles vast. Bepaalde voorschrift moet nader word uitgewerkt er moet verdere eis word vastgesteld. 5

6 (EG) nr. 854/2004, aanhef (4) Bij Beschikking 20XX/../EG van de Commissie word bepaalde beschikking ingetrokk die uitvoering gav aan maatregel uit hoofde van de richtlijn die zijn ingetrokk bij Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlemt de Raad van 21 april 2004 houdde intrekking van bepaalde richtlijn inzake levsmiddelhygiëne tot vaststelling van gezondheidsvoorschrift voor de productie het in de handel brg van bepaalde voor mselijke consumptie bestemde product van dierlijke oorsprong, tot wijziging van de Richtlijn 89/662/EEG 92/118/EEG van de Raad van Beschikking 95/408/EG van de Raad. Daarom moet bepaalde del van de desbetreffde beschikking bij deze verording word gehandhaafd. (5) Overekomstig Verording (EG) nr. 852/2004 moet exploitant van levsmiddelbedrijv registers bijhoud bewar de relevante informatie in deze registers desgevraagd ter beschikking stell van de bevoegde autoriteit de ontvangde exploitant van levsmiddelbedrijv. (6) Overekomstig Verording (EG) nr. 853/2004 moet exploitant van slachthuiz de informatie over de voedselket aangaande alle andere dier dan vrij wild die naar het slachthuis word gebracht of daarvoor bestemd zijn, opvrag, ontvang, controler er actief gebruik van mak. Voorts moet zij ervoor zorg dat de informatie over de voedselket alle bij Verording (EG) nr. 853/2004 vereiste gegevs omvat. (7) Aan de hand van de informatie over de voedselket kan de exploitant van het slachthuis de slacht organiser kan de officiële dierarts de vereiste keuringsprocedures vaststell. De informatie over de voedselket moetdoor de officiële dierarts word geanalyseerd als e integrerd onderdeel van de keuringsprocedures word gebruikt. (8) Bestaande informatiesystem moet zoveel mogelijk word gebruikt moet word aangepast aan de eis betreffde de informatie over de voedselket van Verording (EG) nr. 854/2004. (9) Om het beheer van de dier op bedrijfsniveau te verbeter overekomstig Verording (EG) nr. 854/2004 moet de officiële dierarts evtuele ziekt of aandoing die hij in het slachthuis bij afzonderlijke dier of beslag/koppels heeft vastgesteld die schadelijk zijn voor de gezondheid van ms of dier of die het dierwelzijn in gevaar brg, optek zo nodig de exploitant van het levsmiddelbedrijf van herkomst, de dierarts van het bedrijf van herkomst of de betrokk bevoegde autoriteit daarvan in knis stell. (10) De Verording (EG) nr. 853/2004 (EG) nr. 854/2004 stell de eis vast voor de controles op parasiet bij het hanter van visserijproduct aan wal of aan boord van schep. Exploitant van levsmiddelbedrijv moet overekomstig hoofdstuk V, punt D, van sectie VIII van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 in alle stadia van de productie van visserijproduct eig controles uitvoer, zoals vis die duidelijk drager is van parasiet, niet voor mselijke consumptie geschikt wordt verklaard. Met het oog op de vaststelling van gedetailleerde voorschrift voor visuele inspecties moet de begripp zichtbare parasiet visuele inspectie word gedefinieerd moet de soort de frequtie van de waarneming word vastgesteld. (11) De controles overekomstig Verording (EG) nr. 853/2004 om te voorkom dat visserijproduct op de markt word gebracht die ongeschikt zijn voor mselijke consumptie, kunn bepaalde chemische controles omvatt, waaronder controles van de totale vluchtige-basestikstof (TVB-N). Voor bepaalde categorieën soort moet grswaard voor TVB-N analysemethod word vastgesteld. De wetschappelijke erkde analysemethod voor de controle van TVB-N moet verder als routinemethode word gebruikt, maar er moet e refertiemethode word vastgesteld die moet word gebruikt bij twijfel over de resultat of bij geschill. (12) De maximumgehalt aan paralytic shellfish poison (PSP), amnesic shellfish poison (ASP) lipofiele toxines zijn vastgesteld bij Verording (EG) nr. 853/2004. Bioassays zijn de refertiemethode om bepaalde toxines te detecter te voorkom dat toxische schelpdier word verzameld. Om de volkgezondheid te bescherm, moet de maximumgehalt de analysemethod word geharmoniseerd door de lidstat word toegepast. Naast biologische testmethod moet ook alternatieve detectiemethod, zoals chemische method in-vitrotests, word toegestaan indi is aangetoond dat de gekoz method t minste ev doeltreffd zijn als de biologische methode dat de toepassing ervan e gelijkwaardig beschermingsniveau voor de volksgezondheid biedt. De voorgestelde maximumgehalt voor lipofiele toxines zijn gebaseerd op voorlopige gegevs moet opnieuw word geëvalueerd als er nieuwe wetschappelijke gegevs beschikbaar kom. Door e gebrek aan refertiemateriaal doordat alle niet-bioassaytest word gebruikt, is het beschermingsniveau voor de volksgezondheid t aanzi van alle goemde toxines momteel niet gelijkwaardig aan dat van biologische test. (13) Separatorvlees dat is geproduceerd met techniek die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beder niet wijzig, moet word beschouwd als verschilld van separatorvlees dat is geproduceerd met techniek die de structuur van de beder wel wijzig. (14) Separatorvlees van de eerstgoemde soort met e gespecificeerde samstelling dat onder gespecificeerde omstandighed is geproduceerd, moet word toegestaan in vleesbereiding die duidelijk niet bestemd zijn om te word geconsumeerd zonder eerst e hittebehandeling te hebb ondergaan. Deze omstandighed hang met name sam met het calciumgehalte van het separatorvlees, dat overekomstig artikel 11, lid 2, van Verording (EG) nr. 853/2004 moet word gespecificeerd. Het bij deze verording vastgestelde maximumgehalte aan calcium moet word aangepast zodra er gedetailleerde gegevs over de variaties naar gelang van de verschillde soort grondstoff beschikbaar zijn. (15) Overekomstig artikel 31, lid 2, onder f), van Verording (EG) nr. 882/2004 moet de lidstat geactualiseerde lijst van erkde inrichting bijhoud. Er moet e geharmoniseerd kader word vastgesteld voor de prestatie van de desbetreffde informatie aan de andere lidstat het publiek. (16) In sectie XI van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 word de eis voor de bereiding van voor mselijke consumptie bestemde kikkerbilletjes slakk vastgesteld. Daarnaast moet ook specifieke eis, waaronder modelgezondheidscertificat, word vastgesteld voor de invoer van voor mselijke consumptie bestemde kikkerbilletjes slakk uit derde land. (17) In de secties XIV XV van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 word voorschrift vastgesteld voor de productie het in de handel brg van voor mselijke consumptie bestemde gelatine collage. Daarnaast moet ook specifieke eis, waaronder modelgezondheidscertificat, word vastgesteld voor de invoer uit derde land van voor mselijke consumptie bestemde gelatine collage voor grondstoff voor de productie daarvan. (18) Er is flexibiliteit nodig opdat levsmiddel met traditionele kmerk verder kunn word geproduceerd. Krachts de wetgeving die tot 1 januari 2006 van kracht is, hebb de lidstat reeds voor e hele reeks dergelijke levsmiddel afwijking toegestaan. Ook na die datum moet exploitant van levsmiddelbedrijv de bestaande praktijk zonder onderbreking kunn voortzett. De 6

7 (EG) nr. 854/2004, aanhef Verording (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 (EG) nr. 854/2004 voorzi in e procedure op grond waarvan de lidstat flexibel kunn zijn. In de meeste gevall waarvoor reeds afwijking zijn toegestaan, gaat het echter slechts om de voortzetting van de gevestigde praktijk. E volledige knisgevingsprocedure met e complete risicoanalyse zou dan ook e onnodige onevredige last voor de lidstat vorm. Daarom moet levsmiddel met traditionele kmerk word gedefinieerd moet, in afwijking van de structurele vereist van Verording (EG) nr. 852/2004, algeme voorwaard voor dergelijke levsmiddel word vastgesteld, met inachtneming van de voedselveiligheidsdoelstelling. (19) Aangezi de Verording (EG) nr. 853/2004 (EG) nr. 854/2004 vóór de toetreding van de nieuwe lidstat op 1 mei 2004 zijn goedgekeurd, word deze lidstat daarin niet vermeld. De desbetreffde bepaling van die verording moet daarom word aangevuld met de ISO-codes voor deze lidstat de afkorting van Europese Gemeschap in hun tal. (20) In sectie I van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 word voorschrift vastgesteld voor de productie het in de handel brg van vlees van als landbouwhuisdier gehoud hoefdier. In hoofdstuk IV, punt 8, van die sectie word uitzondering vermeld op de regel dat het karkas de andere, voor mselijke consumptie bestemde del volledig moet word gevild. Er moet ook in e uitzondering word voorzi voor pot van volwass runder, mits deze aan dezelfde voorwaard voldo als pot van kalver. (21) Bepaalde praktijk kunn de consumt misleid wat de samstelling van bepaalde product betreft. Om de consumt niet in zijn verwachting teleur te stell, moet met name de verkoop van met watervasthoudde stoff behandeld vlees van pluimvee als vers vlees verbod word. (22) Uit het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 30 augustus 2004 blijkt dat visserijproduct van de familie Gempulidae, met name Ruvettus petiosus Lepidocybium flavobrunneum, maag- darmklacht kunn veroorzak indi ze onder bepaalde omstandighed word geconsumeerd. Daarom moet het in de handel brg van visserijproduct van deze familie aan voorwaard onderworp word. (23) In sectie IX van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 word specifieke hygiënevoorschrift vastgesteld voor rauwe melk zuivelproduct. Overekomstig hoofdstuk I, punt II.B., onder e), mog spedippers andere product om de uier te reinig, slechts word gebruikt als ze door de bevoegde autoriteit zijn erkd. In dit punt II word echter ge nadere regels voor deze erkning vastgesteld. Met het oog op e geharmoniseerde aanpak door de lidstat moet daarom word toegelicht volgs welke procedure deze erkning moet word toegekd. (24) Overekomstig Verording (EG) nr. 853/2004 moet exploitant van levsmiddelbedrijv ervoor zorg dat de warmtebehandeling van rauwe melk zuivelproduct aan internatonaal erkde norm voldo. Gezi de specificiteit van bepaalde warmtebehandeling die in deze sector word toegepast het effect daarvan op de voedselveiligheid de diergezondheid, moet aan exploitant van levsmiddelbedrijv op dit punt duidelijker richtsnoer word gegev. (25) Verording (EG) nr. 853/2004 voert e nieuwe definitie in voor van eier afgeleide product die, na verwijdering van de schaal, nog niet verwerkt zijn. Daarom moet word verduidelijkt welke voorschrift op deze product van toepassing zijn moet hoofdstuk II van sectie X van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 dioverekomstig word gewijzigd. (26) In sectie XIV van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 word specifieke gezondheidsvoorschrift vastgesteld voor gelatine. Het gaat onder meer om eis betreffde de soort grondstoff die voor de productie van gelatine mog word gebruikt het vervoer de opslag van deze grondstoff, alsook specificaties voor de vervaardiging van gelatine. Er moet echter ook voorschrift voor de etikettering van gelatine word vastgesteld. (27) Op grond van de wetschappelijke vooruitgang is overegekom om ISO te gebruik als refertiemethode voor de analyse van E. coli in tweekleppige weekdier. Voor levde tweekleppige weekdier uit gebied van klasse A is deze refertiemethode reeds vastgesteld bij Verording (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie inzake microbiologische criteria voor levsmiddel. Bijgevolg moet ISO ook word vermeld als meest waarschijnlijke aantal (MPN)-refertiemethode voor de analyse van E. coli in levde tweekleppige weekdier uit gebied van de klass B C. Het gebruik van alternatieve method mag alle word toegestaan als deze gelijkwaardig met de refertiemethode word geacht. (28) De Verording (EG) nr. 853/2004 (EG) nr. 854/2004 moet dioverekomstig word gewijzigd. (29) De in deze verording vervatte maatregel zijn in overestemming met het advies van het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid. De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 2076/2005 luid als volgt: (1) De inwerkingtreding op 1 januari 2006 van de Verording (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlemt de Raad, (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 (EG) nr. 882/2004 brgt aanzilijke wijziging voor de regels procedures voor de exploitant van levsmiddelbedrijv de bevoegde autoriteit van de lidstat met zich. De onmiddellijke toepassing van deze maatregel met ingang van 1 januari 2006 zou in sommige gevall praktische problem kunn oplever. Daarom moet e adequate termijn voor e soepele overgang naar de volledige uitvoering van de nieuwe regels procedures word vastgesteld. (2) De duur van de overgangsperiode dit in het licht van de eerste evaluatie van het nieuwe regelgevingskader inzake hygiëne, die in de loop van de eerste vier jaar zal plaatsvind, te word vastgesteld. (3) De overgangsperiode moet daarom zo word vastgesteld dat bepaalde voorschrift van die verording geleidelijk kunn word geïmplemteerd. Ter wille van e geharmoniseerde badering dit deze overgangsperiode in beginsel vier jaar te dur; zij zou, indi gerechtvaardigd, echter ook korter kunn zijn. Ook moet in de mogelijkheid word voorzi om deze regeling in het licht van de opgedane ervaring te herzi. (4) Aangezi het e overgangsregeling betreft, zoud product die vóór de inwerkingtreding van de nieuwe regels vervaardigd zijn, ook verder in de handel moet kunn word gebracht. De regeling moet gedurde de gehele overgangsperiode geld, tzij de houdbaarheidstermijn van het product korter is. 7

8 (EG) nr. 854/2004, aanhef (5) De rechtstreekse levering, door de product, van kleine hoeveelhed vlees van op het bedrijf geslacht(e) pluimvee lagomorf aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die dergelijk vlees rechtstreeks als vers vlees aan de eindverbruiker levert, valt buit de werkingssfeer van Verording (EG) nr. 853/2004. Overekomstig Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukk op het gebied van de productie het in de handel brg van vers vlees van pluimvee Richtlijn 91/495/EEG van de Raad van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschrift veterinairrechtelijke voorschrift voor de productie het in de handel brg van konijnvlees vlees van gekweekt wild kunn de lidstat met dit oogmerk afwijking van de algeme voorschrift toestaan, zonder deze tot vers vlees te beperk. Deze mogelijkheid dit gedurde de overgangsperiode te blijv bestaan. (6) De werkzaamhed t behoeve van de erkning van inrichting, met name de inrichting waarvoor overekomstig de voorhe geldde regels ge erkning vereist was, maar die hun product alle op hun nationale markt mocht afzett, vorm e zware belasting voor de bevoegde autoriteit. Daarom moet er e overgangsregeling word vastgesteld die het dergelijke inrichting mogelijk maakt om product op hun nationale markt te blijv afzett totdat zij daadwerkelijk zijn erkd. (7) De overgangsregeling betreffde het gebruik van materiaal voor onmiddellijke verpakking voor verpakking van markeerapparatuur in sectie I, punt 6, van bijlage II bij Verording (EG) nr. 853/2004 moet word herzi om de eerdere voorschrift inzake het gebruik van markeerapparatuur aan te scherp, waarbij voldode reking wordt gehoud met de verwachting van de exploitant van levsmiddelbedrijv dat zij de vóór de tuitvoerlegging van het nieuwe kader aangeschafte markeerapparatuur verder kunn gebruik. De desbetreffde bepaling van die verording di derhalve te word geschrapt er moet in het kader van deze verording e nieuwe regeling word vastgesteld. Gezi het risico dat er van e dergelijke overgangsregeling misbruik wordt gemaakt, dit deze van beperkte duur te zijn moet er zorg voor word gedrag dat oude markeerapparatuur die niet in overestemming is met de nieuwe voorschrift zo spoedig mogelijk uiterlijk aan het einde van de overgangstermijn uit gebruik wordt gom. Bijlage II bij Verording (EG) nr. 853/2004 bijlage I bij Verording (EG) nr. 854/2004 moet derhalve dioverekomstig word gewijzigd. (8) De gezondheidsvoorschrift voor de invoer van levsmiddel van dierlijke oorsprong zull voor bepaalde soort product niet volledig word geharmoniseerd de tijds de overgangsperiode voor deze product geldde invoervoorwaard moet word verduidelijkt. (9) E nieuwe verplichting voor de exploitant van levsmiddelbedrijv is het verschaff van informatie over de voedselket. Voor de volledige tuitvoerlegging van de voorschrift betreffde informatie over de voedselket moet e overgangsperiode word vastgesteld. Met name dit e ongehinderde informatiestroom van het bedrijf naar het slachthuis te word bevorderd door e overgangsregeling waardoor de verplichting om de gegevs 24 uur vóór de aankomst van de dier bij het slachthuis te verstrekk, wordt versoepeld. (10) Overekomstig sectie III van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 moet de officiële of erkde dierarts het certificaat ondertek waarvan de gekweekte niet als huisdier gehoud hoefdier van het bedrijf naar het slachthuis vergezeld gaan. Overekomstig Richtlijn 91/495/EEG is de onderteking door de veterinaire dist verplicht. Deze bepaling dit tijds de overgangsperiode van kracht te blijv. (11) Het bij Verording (EG) nr. 854/2004 verplichte certificaat overekomstig hoofdstuk X, deel B, van bijlage I bij die verording is gedetailleerder dan het eerder beschrev certificaat. Het model van het certificaat overekomstig bijlage III bij Richtlijn 91/495/EEG dit tijds de overgangsperiode te word aanvaard. (12) In sectie V van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 word bepaalde criteria voor de grondstoff van gehakt vlees etiketteringsvoorschrift vastgesteld. De criteria voor de samstelling van gehakt vlees, met name t aanzi van het vetgehalte de verhoud bindweefsel/vleeseiwit, di beoordeeld te word. In afwachting van de resultat van deze beoordeling di de huidige, bij Richtlijn 94/65/EG van de Raad van 14 december 1994 tot vaststelling van voorschrift voor de productie het in de handel brg van gehakt vlees vleesbereiding vastgestelde criteria te word gehandhaafd. (13) Ongeacht het algeme beginsel van artikel 3, lid 2, van Verording (EG) nr. 853/2004 dat exploitant van levsmiddelbedrijv indi de hygiëne dit vereist ge andere stoff dan drinkwater mog gebruik, bevatt hoofdstuk VII van bijlage II bij Verording (EG) nr. 852/2004 sectie VIII, hoofdstuk I, deel II, de hoofdstukk III IV van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 bepaling die het gebruik van schoon water voor het verwerk van vis toestaan, met name aan boord van vaartuig. Aangezi het gebruik van schoon water indi het aan de definitie overekomstig Verording (EG) nr. 852/2004 voldoet ge risico voor de volksgezondheid oplevert om de op het land geleg inrichting waar visserijproduct word verwerkt, in staat te stell zich geleidelijk aan te pass, di dergelijke inrichting gedurde de overgangsperiode ook onder de werkingssfeer van de desbetreffde bepaling van Verording (EG) nr. 853/2004 te word gebracht. (14) Overekomstig sectie IX, hoofdstuk II, deel III, punt 1, onder a), van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 di exploitant van levsmiddelbedrijv die zuivelproduct vervaardig ervoor te zorg dat rauwe koemelk vóór verwerking aan e bepaalde grswaarde voldoet. De naleving van die grswaarde is in het bijzonder voor de voedselveiligheid van belang indi de melk warmtebehandeld moet word niet binn e vooraf vastgestelde periode verwerkt is. Als overgangsmaatregel dit de controle van de naleving van dit criterium onmiddellijk vóór de verwerking tot dergelijke omstandighed beperkt te blijv. (15) In sectie X van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 word specifieke hygiënevoorschrift voor eier eiproduct vastgelegd. Overekomstig hoofdstuk I, punt 2, moet de eier bij e constante temperatuur word opgeslag vervoerd, die het behoud van de hygiënische kwaliteit ervan optimaal garandeert. Aangezi het de lidstat vóór 1 januari 2006 was toegestaan op hun grondgebied voor voorziing voor de opslag het vervoer van eier van de e voorziing naar de andere gecontroleerde temperatuurnorm vast te stell, dit duidelijk te word gemaakt dat die norm als overgangsmaatregel kunn blijv geld indi dit door de bevoegde autoriteit nog wordt toegestaan. Hierdoor zull exploitant voldode tijd hebb om hun activiteit procedures aan de nieuwe temperatuurnorm aan te pass die de bevoegde autoriteit verplicht kan stell. (16) Overekomstig sectie X, hoofdstuk II, deel II, punt 1, van bijlage III bij Verording (EG) nr. 853/2004 mog gebarst eier onder bepaalde voorwaard voor de bereiding van eiproduct word gebruikt. In het kader van e overgangsregeling moet dit ook mogelijk word gemaakt voor andere inrichting die vloeibaar ei producer, indi zij aan dezelfde voorwaard voldo. (17) Verording (EG) nr. 854/2004 bepaalt dat slachthuispersoneel dat door de bevoegde autoriteit gemachtigd is de tak van officiële assistt uit te voer, op dezelfde wijze als officiële assistt geschoold moet word over dezelfde kwalificaties moet beschikk. Tijds de overgangsperiode dit de bevoegde autoriteit de nodige tijd te word gegev om de aanvullde scholing 8

9 (EG) nr. 854/2004, aanhef kwalificering van slachthuispersoneel dat assisttie verled bij officiële controles, te plann te organiser derhalve moet de eis in zoverre word beperkt dat slachthuispersoneel alle wordt geschoold voor de tak die het mag uitvoer. (18) Artikel 12 van Verording (EG) nr. 882/2004 bepaalt dat laboratoria die analyses van in het kader van officiële controles gom monsters uitvoer, geaccrediteerd moet zijn. Laboratoria die overekomstig de tot dusverre geldde communautaire wetgeving niet geaccrediteerd hoefd te zijn, hebb wellicht wat meer tijd nodig om volledige accreditering te verkrijg, aangezi dit e complexe arbeidsintsieve procedure betreft. Dergelijke laboratoria dit extra tijd te word gegund om ze in staat te stell accreditering te verkrijg. (19) De in deze verording vervatte maatregel zijn in overestemming met het advies van het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid. De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 1663/2006 luid als volgt: (1) Overekomstig Verording (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlemt de Raad van 29 april 2004 houdde vaststelling van specifieke hygiënevoorschrift voor levsmiddel van dierlijke oorsprong moet de exploitant van levsmiddelbedrijv na de postmortemkeuring de tonsill verwijder. (2) Verording (EG) nr. 853/2004 stelt voorschrift voor de productie van colostrum vast. Bijgevolg moet daarop officiële controles word verricht. (3) Bijlage VI bij Verording (EG) nr. 854/2004 stelt algeme eis vast voor certificat waarvan invoerzding van product van dierlijke oorsprong uit derde land vergezeld gaan. Met name wordt bepaald dat certificat t minste moet word opgesteld in de officiële taal van het derde land van verzding de lidstaat van binnkomst. Door de vele praktische operationele problem die deze dubbele eis deze dubbele eis met zich brgt, is het beter deze eis te beperk tot het basisbeginsel dat certificat t minste in de officiële taal of tal van de lidstaat van binnkomst moet word opgesteld. Omdat dit in sommige omstandighed van belang is, moet het derde land van verzding, als evtuele aanvulling op bovgoemd beginsel, echter de mogelijkheid behoud om zijn officiële taal te gebruik. Bijlage VI moet dioverekomstig word gewijzigd. (4) Verording (EG)n r. 854/2004 moet dioverekomstig word gewijzigd. (5) De in deze verording vervatte maatregel zijn in overestemming met het advies van het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid. De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 1791/2006 luid als volgt: (1) Indi besluit van de instelling na 1 januari 2007 van kracht blijv in verband met de toetreding moet word aangepast, in de Toetredingsakte of de bijlag daarbij niet in de noodzakelijke aanpassing is voorzi, moet overekomstig artikel 56 van de Toetredingsakte de Raad de daartoe noodzakelijke besluit vaststell, tzij het oorspronkelijke besluit door de Commissie is aangom. (2) In de Slotakte van de Confertie die het Toetredingsverdrag heeft opgesteld, wordt aangegev dat de Hoge Verdragsluitde Partij e politiek akkoord hebb bereikt over de ingevolge de toetreding vereiste aanpassing van de besluit van de instelling, wordt de Raad de Commissie verzocht om deze aanpassing vóór de toetreding aan te nem, waar nodig aangevuld bijgewerkt om reking te houd met de ontwikkeling van het recht van de Unie. (3) De volgde verording moet derhalve dioverekomstig word gewijzigd : op het gebied van het vrij verkeer van goeder : Verording (EG) nr. 2003/2003 (EG) nr. 339/93, op het gebied van het vrij verkeer van person : Verording (EEG) nr. 1408/71 (EEG) nr. 574/72, op het gebied van vnootschapsrecht : Verording (EG) nr. 2157/2001, op het gebied van mededingingsbeleid : Verording (EG) nr. 659/1999, op het gebied van landbouw (met inbegrip van veterinaire wetgeving) : Verording nr. 79/65, (EEG) nr. 1748/77, (EEG) nr. 2092/91, (EEG) nr. 2137/92, (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 1760/2000, (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 2160/2003, (EG) nr. 21/2004, (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004, (EG) nr. 882/2004 (EG) nr. 510/06, op het gebied van vervoersbeleid : Verording (EEG) nr. 1108/70, (EEG) nr. 3821/85, (EEG) nr. 881/92, (EEG) nr. 684/92, (EEG) nr. 1192/69 (EEG) nr. 2408/92, op het gebied van belasting : Verording (EG) nr. 1798/2003, op het gebied van statistiek : Verording (EEG) nr. 2782/75, (EEG) nr. 357/79, (EEG) nr. 837/90, (EEG) nr. 959/93, (EG) nr. 1172/98, (EG) nr. 437/2003 (EG) nr. 1177/2003, op het gebied van ergie : Verording (EG) nr. 1407/2002, op het gebied van milieu : Verording (EG) nr. 761/2004 (EG) nr. 2037/2000, op het gebied van samwerking op het gebied van justitie binnlandse zak : Verording (EG) nr. 1346/2000, (EG) nr. 44/2001, (EG) nr. 1683/95 (EG) nr. 539/2001, op het gebied van douane-unie : Verording (EEG) nr. 2913/92, op het gebied van externe betrekking : Verording (EEG) nr. 3030/93, (EG) nr. 517/94, (EG) nr. 152/2002, (EG) nr. 2368/2002 (EG) nr. 1236/2005, op het gebied van gemeschappelijk buitlands veiligheidsbeleid : Verording (EG) nr. 2488/2000, (EG) nr. 2580//2001, (EG) nr. 881/2002, (EG) nr. 1210/2003, (EG) nr. 131/2004, (EG) nr. 234/2004, (EG) nr. 314/2004, EG) nr. 872/2004, (EG) nr. 1763/2004, (EG) nr. 174/2005, (EG) nr. 560/2005, (EG) nr. 889/2005, (EG) nr. 1183/2005, (EG) nr. 1184/2005, (EG) nr. 1859/2005, (EG) nr. 305/2006, (EG) nr. 765/2006 (EG) nr. 817/2006, op het gebied van instelling : Verording (EEG) 1/58, (4) de volgde besluit beschikking moet derhalve dioverekomstig word gewijzigd : op het gebied van het vrij verkeer van person : Besluit van de Administratieve Commissie van de Europese Gemeschapp voor de sociale zekerheid van migrerde werknemers nr. 117 van 7 juli 1982, nr. 136 van 1 juli 1987, nr. 150 van 26 juni 1992 nr van 29 oktober 2003, op het gebied van landbouw (veterinaire fytosanitaire wetgeving) : Beschikking 79/542/EEG, 82/735/EEG, 90/424/EEG, 2003/17/EG 2005/834/EG, 9

10 (EG) nr. 854/2004, aanhef op het gebied van vervoersbeleid : Beschikking nr. 1692/96/EEG, op het gebied van ergie : Besluit 77/270/Euratom het statuut van het Voorziingsagtschap van Euratom, op het gebied van milieu : Beschikking 97/602/EG 2002/813/EG, op het gebied van samwerking op het gebied van justitie binnlandse zak : Besluit van het Uitvoerd Comité van 28 april 1999 betreffde de nieuwe versie van de Gemeschappelijke Visuminstructie van 22 december 2004 betreffde de verklaring voor het met zich meevoer van verdovde middel psychotrope stoff als bedoeld in artikel 75. De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 1021/2008 luid als volgt: (1) Hoofdstuk III van sectie I van bijlage I bij Verording (EG) nr. 854/2004 bevat voorschrift voor het aanbrg van e gezondheidsmerk op karkass, wanneer er ge red is om het vlees ongeschikt te verklar voor mselijke consumptie. Sommige van die voorschrift hebb gezorgd voor verwarring bij de idtificatie van binn de Gemeschap geproduceerde product buit de Gemeschap geproduceerde product. Daarom moet die bepaling word verduidelijkt om te zorg voor e vlotte toepassing daarvan. (2) Om het handelsverkeer in de betrokk product niet te onderbrek, moet echter word bepaald dat product waarop overekomstig Verording (EG) nr. 854/2004 vóór 1 november 2009 e gezondheidsmerk is aangebracht tot met 31 december 2009 in de Gemeschap mog word ingevoerd. (3) Krachts artikel 5, lid 6, van Verording (EG) nr. 854/2004 kunn de lidstat het personeel van e slachthuis toestaan om bijstand te verl bij de officiële controles door bepaalde specifieke tak van officiële assistt uit te voer in verband met de productie van vlees van pluimvee lagomorf. Deel A van hoofdstuk III van sectie III van bijlage I bij die verording bepaalt dat dit alle kan word toegestaan, als het personeel van de inrichting tot tevredheid van de bevoegde autoriteit op dezelfde wijze als de officiële assistt voor de uitvoering van de tak van die assistt is opgeleid. (4) Artikel 14 van Verording (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van overgangsregeling voor de uitvoering van de Verording (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlemt de Raad tot wijziging van de Verording (EG) nr. 853/2004 (EG) nr. 854/2004 bepaalt dat die opleiding van het slachthuispersoneel tot met 31 december 2009 mag word beperkt tot de specifieke tak die het mag uitvoer. (5) Die beperking heeft ge negatieve gevolg gehad voor de voorschrift voor de officiële controles in verband met vers vlees, als bedoeld in Verording (EG) nr. 854/2004. Daarom moet de overgangsregeling van Verording (EG) nr. 2076/2005 permant word gemaakt moet de lidstat word toegestaan e volledige of beperkte opleiding te verstrekk e besluit te nem over de praktische regeling daarvan, inclusief de examprocedure. Daarom moet artikel 14 van Verording (EG) nr. 2076/2005 word geschrapt moet deel A van hoofdstuk III van sectie III van bijlage I bij Verording (EG) nr. 854/2004 dioverekomstig word gewijzigd. (6) Punt 4 van deel A van hoofdstuk II van bijlage II bij Verording (EG) nr. 854/2004 bepaalt dat levde tweekleppige weekdier uit gebied van klasse B niet meer dan 4600 E. coli per 100 g vlees lichaamsvocht mog bevatt. Artikel 17 bis van Verording (EG) nr. 2076/2005 voert tot met 31 december 2009 e tolerantie bij 10 % van de monsters van uit die gebied afkomstige levde tweekleppige weekdier in. (7) Die tolerantie vormt ge risico voor de volksgezondheid, mits bij die 100 % van de monsters van levde tweekleppige weekdier e bovgrs van E. coli per 100 g vlees lichaamsvocht niet wordt overschred. Daarom moet deze tolerantie permant word gehanteerd. Daarom moet artikel 17 bis van Verording (EG) nr. 2076/2005 word geschrapt moet punt 4 van deel A van hoofdstuk II van bijlage II bij Verording (EG) nr. 854/2004 dioverekomstig word gewijzigd. (8) Uit e advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 30 augustus 2004 over verontreiniging in de voedselket in verband met de toxiciteit van visserijproduct van de familie Gempylidae blijkt dat visserijproduct van die familie, met name Ruvettus pretiosus Lepidocybium flavobrunneum, maag- darmklacht kunn veroorzak indi zij niet onder bepaalde voorwaard word geconsumeerd. Verording (EG) nr. 854/2004 schrijft voor dat de bevoegde autoriteit in de lidstat controles moet uitvoer in verband met de voorwaard waaraan de exploitant van levsmiddelbedrjiv moet voldo bij het in de handel brg visserijproduct die behor tot de familie Gempylidae. (9) Die voorwaard zijn van toepassing op van die soort afgeleide verse, bereide verwekte visserijproduct. Er kunn zich echter soortgelijke risico s voor de consumt voordo met ingevror visserijproduct die van die familie zijn afgeleid. Daarom moet word voorgeschrev dat de bevoegde autoriteit ook controles uitvoer op tot die familie behorde ingevror visserijproduct. (10) De Verording (EG) nr. 854/2004 (EG) nr. 2076/2005 moet daarom dioverekomstig word gewijzigd. (11) De in deze verording vervatte maatregel zijn in overestemming met het advies van het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid. De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 219/2009 luid als volgt: (1) Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaard voor de uitoefing van de aan de Commissie verlede uitvoeringsbevoegdhed is gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG, waardoor de regelgevingsprocedure met toetsing is ingevoerd voor de aanneming van maatregel van algeme strekking tot wijziging van niet-esstiële onderdel van e volgs de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangom basisbesluit, onder meer door sommige van deze niet-esstiële onderdel te schrapp of door het basisbesluit aan te vull met nieuwe niet-esstiële onderdel. (2) Overekomstig de verklaring van het Europees Parlemt, de Raad de Commissie betreffde Besluit 2006/512/EG, vergt de toepassing van de regelgevingsprocedure met toetsing op reeds geldde, volgs de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangom besluit, dat deze besluit volgs de geldde procedures word aangepast. (3) Daar de wijziging die daartoe moet word aangebracht aan de besluit technisch van aard zijn alle betrekking hebb op de comitéprocedures, di zij in het geval van richtlijn niet te word omgezet door de lidstat. 10

11 (EG) nr. 854/2004, aanhef De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 505/2010 luid als volgt: (1) Verording (EG) nr. 854/2004 stelt specifieke voorschrift vast voor de organisatie van de officiële controles van voor mselijke consumptie bestemde product van dierlijke oorsprong. (2) Verording (EG) nr. 854/2004 bepaalt dat de lidstat ervoor moet zorg dat de productie het in de handel brg van levde tweekleppige weekdier, naar analogie, levde stekelhuidig, levde manteldier levde marie buikpotig de in bijlage II bedoelde officiële controles ondergaat. Hoofdstuk II van die bijlage bevat bepaling betreffde de indeling van de productiegebied de controle van deze gebied. (3) De productiegebied word ingedeeld volgs het niveau van de faecale verontreiniging. Filtrerde dier, zoals tweekleppige weekdier, kunn micro-organism accumuler, die e risico voor de volksgezondheid vorm. Daarom is de indeling van de productiegebied gebaseerd op de aanwezigheid van bepaalde micro-organism in verband met faecale verontreiniging. (4) Marie buikpotig zijn over het algeme ge filtrerde dier bijgevolg moet het risico van accumulatie van micro-organism in verband met faecale verontreiniging als gering word beschouwd. Bovdi is ge epidemiologische informatie verstrekt op grond waarvan e verband kan word gelegd tuss de bepaling voor de indeling van de productiegebied de risico s die nietfiltrerde marie buikpotig voor de volksgezondheid vorm. (5) Reking houdd met deze wetschappelijke vooruitgang, moet die marie buikpotig, die ge filtrerde dier zijn, word uitgeslot van de bepaling inzake de indeling van de productiegebied. (6) De in deze verording vervatte maatregel zijn in overestemming met het advies van het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid. De overweging in de aanhef van wijzigde Verording (EG) nr. 151/2011 luid als volgt: (1) Verording (EG) nr. 854/2004 stelt specifieke voorschrift vast voor de organisatie van de officiële controles van voor mselijke consumptie bestemde product van dierlijke oorsprong. (2) Hoofdstuk VII van sectie IV van bijlage I bij Verording (EG) nr. 854/2004 stelt de specifieke voorschrift vast voor officiële controles betreffde gekweekt wild vlees van gekweekt wild. E van die voorschrift is dat het gekeurd gekweekt wild of vlees daarvan vergezeld moet gaan van e certificaat volgs e van de modell, vastgesteld in hoofdstuk X van die sectie. (3) Verording (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlemt de Raad van 29 april 2004 houdde vaststelling van specifieke hygiënevoorschrift voor levsmiddel van dierlijke oorsprong bepaalt dat exploitant van levsmiddelbedrijv met toestemming van de bevoegde autoriteit gekweekte loopvogels bepaalde gekweekte hoefdier onder bepaalde voorwaard op de plaats van oorsprong mog slacht. E van die voorwaard is dat naar het slachthuis gebrachte geslachte dier vergezeld moet gaan van e verklaring van de exploitant van het levsmiddelbedrijf die de dier heeft gekweekt van e door de officiële of erkde dierarts afgegev ondertekd certificaat. Met het door de officiële of erkde dierarts afgegev ondertekde certificaat moet onder meer e correcte slachting bloeding van het dier de datum het tijdstip van de slachting word gestaafd. (4) Verording (EG) nr. 853/2004, gewijzigd bij Verording (EU) nr. 150/2011 van de Commissie maakt het mogelijk dat in bepaalde gevall het certificaat ter staving van de correcte slachting bloeding de datum het tijdstip van de slachting wordt opgom in de verklaring van de exploitant van het levsmiddelbedrijf. (5) In dergelijke gevall moet word bepaald dat de officiële of erkde dierarts regelmatige controles uitvoert van de prestaties van de person die het slacht het verbloed van de dier uitvoer. Hoofdstuk VII van sectie IV van bijlage I bij Verording (EG) nr. 854/2004 moet daarom dioverekomstig word gewijzigd. (6) Bovdi wordt het model van het gezondheidscertificaat voor op het bedrijf geslachte dier vastgesteld in deel B van hoofdstuk X van sectie IV van bijlage I bij Verording (EG) nr. 854/2004. Dat model van gezondheidscertificaat bevat ook gegevs ter staving van de correcte slachting bloeding. Wanneer die gegevs word opgom in de verklaring van de exploitant van het levsmiddelbedrijf, moet e nieuw model van gezondheidscertificaat word verstrekt. (7) Verording (EG) nr. 854/2004 moet daarom dioverekomstig word gewijzigd. (8) De in deze verording vervatte maatregel zijn in overestemming met het advies van het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid. 11

12 (EG) nr. 854/2004, artikel HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsgebied 1. Deze verording bevat specifieke voorschrift voor de organisatie van de officiële controles van product van dierlijke oorsprong. [1 bis. Deze verording is van toepassing naast Verording (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlemt de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders levsmiddel de voorschrift inzake diergezondheid dierwelzijn (*).] (*) PB L 165 van , blz. 1. [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 1] 2. Deze verording is alle van toepassing op activiteit person waarop Verording (EG) nr. 853/2004 van toepassing is. 3. De officiële controles overekomstig deze verording do ge afbreuk aan de primaire wettelijke verantwoordelijkheid van de exploitant van levsmiddelbedrijv voor de voedselveiligheid zoals neergelegd in Verording (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlemt de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algeme beginsel voorschrift van de levsmiddelwetgeving, tot oprichting van e Europese Autoriteit voor voedselveiligheid tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangeleghed (*), noch aan de burgerlijke of strafrechtelijke aansprakelijkheid die voortvloeit uit het niet nakom van hun verplichting. (*) PB L 31 van , blz. 1. Verording gewijzigd bij Verording (EG) nr. 1642/2003 (PB. L 245 van , blz. 4). Artikel 2 Definities 1. Voor de doeleind van deze verording zijn de volgde definities van toepassing: a) [ ] b) [ ] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 2, a)] c) bevoegde autoriteit : de voor het verricht van veterinaire controles bevoegde ctrale autoriteit van e lidstaat of e autoriteit waaraan zij deze bevoegdheid heeft overgedrag; d) [ ] e) [ ] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 2, a)] f) officiële dierarts : e dierarts die, overekomstig deze verording, gekwalificeerd is om als zodanig op te tred door de bevoegde autoriteit is aangesteld; g) erkde dierarts : e dierarts die door de bevoegde autoriteit is aangewez om op bedrijv nams die autoriteit specifieke officiële controles uit te voer; 12

13 (EG) nr. 854/2004, artikel h) officiële assistt : e persoon die, overekomstig deze verording, gekwalificeerd is om als zodanig op te tred, die door de bevoegde autoriteit is aangesteld die werkt onder het gezag de verantwoordelijkheid van e officiële dierarts, i) gezondheidsmerk : e merk dat aangeeft dat, voordat het werd aangebracht, er overekomstig deze verording officiële controles zijn uitgevoerd. 2. De in de volgde verording vastgelegde definities zijn van overekomstige toepassing: a) Verording (EG) nr. 178/2002; b) de definities van dierlijke bijproduct, TSE (overdraagbare spongiforme cefalopathieën) gespecificeerd risicomateriaal van Verording (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlemt de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschrift inzake niet voor mselijke consumptie bestemde dierlijke bijproduct (*); (*) PB L 273 van , blz. 1. Verording laatstelijk gewijzigd bij Verording (EG) nr. 813/2003 van de Commissie (PB L 117 van , blz. 22). [b bis) Verording (EG) nr. 882/2004;] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 2, b)] c) Verording (EG) nr. 852/2004, behalve wat de definitie van bevoegde autoriteit betreft, d) Verording (EG) nr. 853/2004. HOOFDSTUK II OFFICIËLE CONTROLES IN VERBAND MET COMMUNAUTAIRE INRICHTINGEN Artikel 3 Erkning van inrichting [1. De bevoegde autoriteit erkn inrichting onder de voorwaard op de wijze die is gespecificeerd in artikel 31, lid 2, van Verording (EG) nr. 882/2004.] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 3, a)] 2. Voor fabrieks- vriesvaartuig die de vlag van e lidstaat voer kunn de maximale period van drie zes maand die geld voor de voorlopige erkning van andere inrichting zo nodig verlgd word. De totale geldigheidsduur van e voorlopige erkning mag niet meer dan twaalf maand bedrag. De inspecties van die vaartuig word overekomstig bijlage III uitgevoerd. 3. De bevoegde autoriteit geeft elke erkde voorlopig erkde inrichting e erkningsnummer, evtueel aangevuld met codes om de geproduceerde typ product van dierlijke oorsprong aan te gev. Voor de groothandel kan het erkningsnummer word aangevuld met e tweede nummer dat de ehed of groep ehed aangeeft die product van dierlijke oorsprong verkop of producer. 4. a) [ ] b) [ ] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 3, b)] c) T aanzi van groothandelsmarkt kan de bevoegde autoriteit de erkning van bepaalde ehed of groep van ehed intrekk of schors. 13

14 (EG) nr. 854/2004, artikel 5. De led 1, 2 3 zijn van toepassing op: a) inrichting die op of na de datum van toepassing van deze verording product van dierlijke oorsprong op de markt beginn te brg, b) inrichting die reeds product van dierlijke oorsprong op de markt brg, maar waarvoor tot dusver ge erkning was vereist. In dat laatste geval moet het uit hoofde van lid 1 vereiste bezoek ter plaatse van de bevoegde autoriteit zo snel mogelijk plaatsvind. Lid 4 is tevs van toepassing op erkde inrichting die vóór de toepassing van deze verording in overestemming met de communautaire wetgeving product van dierlijke oorsprong op de markt hebb gebracht. 6. [ ] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 3, b)] Artikel 4 Algeme beginsel voor officiële controles van alle product van dierlijke oorsprong die onder deze verording vall 1. De lidstat zorg ervoor dat exploitant van e bedrijf de bevoegde autoriteit alle nodige assisttie verl bij de uitvoering van de officiële controles. Met name: verl zij toegang tot alle gebouw, voorziing, installaties andere infrastructuurvoorziing; stell zij alle documtatie registers beschikbaar die in het kader van deze verording zijn voorgeschrev of door de bevoegde autoriteit noodzakelijk word geacht om de situatie te kunn beoordel. 2. De bevoegde autoriteit voert officiële controles uit om na te gaan of de exploitant van levsmiddelbedrijv voldo aan de voorschrift van: a) Verording (EG) nr. 852/2004, b) Verording (EG) nr. 853/2004 c) Verording (EG) nr. 1774/ De in lid 1 bedoelde officiële controles betreff: a) de audit van de goede hygiënepraktijk de op HACCP (Hazard Analysis Critical Control Point (risicoanalyse kritisch controlepunt)) gebaseerde procedures; b) de in de artikel 5, 6, 7 8 gespecificeerde officiële controles, c) de in de bijlag bij deze verording goemde specifieke audittak. 14

15 (EG) nr. 854/2004, artikel 4. Bij de audits van de goede hygiënepraktijk wordt nagegaan of de procedures van de exploitant van levsmiddelbedrijv voortdurd word nageleefd t minste met betrekking tot: a) controle van de informatie over de voedselket; b) het ontwerp het onderhoud van de gebouw de uitrusting; c) de hygiëne vóór, tijds na het productieproces; d) persoonlijke hygiëne; e) de opleiding rond de thema s hygiëne werkmethod ; f) ongediertebestrijding; g) de waterkwaliteit; h) de temperatuurbeheersing i) controles van de levsmiddel die de inrichting word binngebracht of verlat, de bijbehorde documtatie. 5. Bij de audits van de op de HACCP gebaseerde procedures wordt nagegaan of de exploitant van levsmiddelbedrijv deze procedures voortdurd naar behor toepass, waarbij er vooral voor gezorgd wordt dat de procedures de garanties bied die gespecificeerd word in sectie II van bijlage II bij Verording (EG) nr. 853/2004. Meer in het bijzonder wordt nagegaan of de procedures, voorzover mogelijk, de garantie bied dat product van dierlijke oorsprong: a) voldo aan de microbiologische criteria van de communautaire regelgeving; b) voldo aan de communautaire regelgeving inzake residu, contaminant verbod stoff c) ge spor van fysische risico s zoals vreemde licham verton. Als e exploitant van e levsmiddelbedrijf overekomstig artikel 5 van Verording (EG) nr. 852/2004 gebruikmaakt van procedures uit gids voor de toepassing van HACCP-beginsel in plaats van zijn eig specifieke procedures, wordt gecontroleerd of die gids correct gebruikt word. 6. De toetsing aan de eis van Verording (EG) nr. 853/2004 met betrekking tot het aanbrg van idtificatiemerk vindt in alle overekomstig die verording erkde inrichting plaats, als aanvulling op de toetsing aan andere eis inzake traceerbaarheid. 7. In het geval van slachthuiz, wildverwerkingsinrichting uitsnijderij die vers vlees in de handel brg, voert de officiële dierarts de in de led 3 4 bedoelde audittak uit. 8. Wanneer audittak word uitgevoerd, zorgt de bevoegde autoriteit er vooral voor dat: a) wordt nagegaan of het personeel de werkzaamhed van het personeel van de inrichting gedurde het gehele productieproces voldo aan de in lid 1, onder a) b), goemde verording. De bevoegde autoriteit kan, als aanvulling op de audits, prestatietests uitvoer, om zich ervan te vergewiss dat de prestaties van het personeel aan de specifieke parameters voldo; b) de relevante registers van de exploitant van het levsmiddelbedrijf word geverifieerd; 15

16 (EG) nr. 854/2004, artikel c) indi nodig, monsters word gom voor laboratoriumonderzoek d) de onderzochte elemt de bevinding van de controle word gedocumteerd. 9. De aard de intsiteit van de audittak met betrekking tot individuele inrichting hang af van het beoordeelde risico. De bevoegde autoriteit beoordeelt daartoe regelmatig: a) de risico s voor de volksgezondheid, indi van toepassing de diergezondheid; b) voor slachthuiz, de aspect in verband met het dierwelzijn; c) het type de productie van het proces dat uitgevoerd is d) de voorgeschiedis van de exploitant van het levsmiddelbedrijf met betrekking tot de naleving van de levsmiddelwetgeving. Artikel 5 Vers vlees De lidstat zorg ervoor dat de officiële controles van vers vlees overekomstig bijlage I word uitgevoerd. 1. De officiële dierarts voert in slachthuiz, wildverwerkingsinrichting uitsnijderij die vers vlees in de handel brg inspecties uit overekomstig de algeme voorschrift van bijlage I, sectie I, hoofdstuk II, de specifieke voorschrift van sectie IV, met name met betrekking tot: a) voedselketinformatie; b) antemortemkeuring; c) dierwelzijn d) postmortemkeuring; e) gespecificeerd risicomateriaal andere dierlijke bijproduct f) laboratoriumtests; 2. Het aanbrg van het gezondheidsmerk op karkass van als landbouwhuisdier gehoud hoefdier, andere gekweekte wilde zoogdier dan lagomorf, groot wild, op halve karkass, in vier gedeelde karkass stukk die het resultaat zijn van het snijd van halve karkass tot drie voor de groothandel bestemde stukk geschiedt in slachthuiz wildverwerkingsinrichting overekomstig bijlage I, sectie I, hoofdstuk III. Gezondheidsmerk word door of onder de verantwoordelijkheid van de officiële dierarts aangebracht, wanneer bij officiële controles ge gebrek aan het licht zijn gekom die het vlees ongeschikt voor mselijke consumptie mak; 3. Na de in de punt 1 2 bedoelde controles neemt de officiële dierarts passde maatregel als bedoeld in bijlage I, sectie II, met name wat betreft: 16

17 (EG) nr. 854/2004, artikel a) de mededeling van de keuringsresultat; b) de beslissing met betrekking tot de informatie over de voedselket; c) de beslissing met betrekking tot levde dier; d) de beslissing met betrekking tot het dierwelzijn e) de beslissing met betrekking tot het vlees; 4. Officiële assistt kunn de officiële dierarts bijstaan bij de in de bijlage I, secties I II, bedoelde officiële controles als gespecificeerd in sectie III, hoofdstuk I. Zij mak dan deel uit van e onafhankelijk team; 5. a) De lidstat zorg ervoor dat zij over voldode officieel personeel beschikk om de uit hoofde van bijlage I vereiste controles met de in sectie III, hoofdstuk II, voorgeschrev frequtie te verricht. b) Aan de hand van e op het risico gebaseerde aanpak wordt bepaald hoeveel led van het officiële personeelsbestand bij de slachtlijn van e slachthuis aanwezig moet zijn. Het aantal aanwezige personeelsled wordt door de bevoegde autoriteit vastgelegd wel zo, dat aan alle voorschrift van deze verording kan word voldaan; 6. a) De lidstat kunn het personeel van e slachthuis toestaan om bijstand te verl bij de officiële controles, door onder toezicht van de officiële dierarts bepaalde specifieke tak uit te voer in verband met de productie van vlees van pluimvee lagomorf overekomstig bijlage I, sectie III, hoofdstuk III, punt A. In dat geval zorg zij ervoor dat het personeel dat die tak uitvoert, i) gekwalificeerd is overekomstig die bepaling wordt opgeleid; ii) onafhankelijk werkt van het bij de productie ingezette personeel iii) elke tekortkoming aan de officiële dierarts meldt b) De lidstat kunn het personeel van e slachthuis ook toestaan specifieke tak uit te voer in verband met bemonstering proev overekomstig bijlage I, sectie III, hoofdstuk III, deel B. 7. De lidstat zorg ervoor dat de officiële dierarts de officiële assistt gekwalificeerd zijn de in bijlage I, sectie III, hoofdstuk IV, bedoelde opleiding volg. Artikel 6 Levde tweekleppige weekdier De lidstat zorg ervoor dat de productie het in de handel brg van levde tweekleppige weekdier, levde stekelhuidig, levde manteldier levde marie buikpotig de in bijlage II bedoelde officiële controles ondergaat. Artikel 7 Visserijproduct 17

18 (EG) nr. 854/2004, artikel De lidstat zorg ervoor dat de officiële controles van visserijproduct overekomstig bijlage III word uitgevoerd. Artikel 8 Rauwe melk zuivelproduct De lidstat zorg ervoor dat de officiële controles van rauwe melk- zuivelproduct overekomstig bijlage IV word uitgevoerd. [ ] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 4] Artikel 9 HOOFDSTUK III INVOERPROCEDURES Artikel 10 Algeme beginsel voorwaard [Om ervoor te zorg dat de in artikel 11 van Verording (EG) nr. 178/2002 in titel VI, hoofdstuk II, van Verording (EG) nr. 882/2004 vervatte beginsel voorwaard op uniforme wijze word toegepast, zijn de in dit hoofdstuk vastgestelde procedures van toepassing.] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 5] Artikel 11 Lijst van derde land of del van derde land waaruit invoer van gespecificeerde product van dierlijke oorsprong is toegestaan 1. Product van dierlijke oorsprong mog alle word ingevoerd uit e derde land of e deel van e derde land dat staat op e volgs de procedure van artikel 19, lid 2, opgestelde bijgehoud lijst. [2. E derde land wordt alle op dergelijke lijst geplaatst als er e communautaire controle in dat land heeft plaatsgevond die uitwijst dat de bevoegde autoriteit passde garanties biedt zoals gespecificeerd in artikel 48, lid 3, van Verording (EG) nr. 882/2004. E derde land kan echter op e dergelijke lijst geplaatst word zonder dat er e communautaire controle plaatsgevond heeft, indi: a) het overekomstig artikel 46, lid 3, onder a), van Verording (EG) nr. 882/2004 bepaalde risico zulks niet vereist, b) bij het besluit om e bepaald derde land overekomstig lid 1 aan e lijst toe te voeg, wordt vastgesteld dat andere informatie aangeeft dat de bevoegde autoriteit de vereiste garanties biedt.] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 6, a)] 3. Overekomstig dit artikel opgestelde lijst kunn voor doeleind van volksgezondheid diergezondheid gecombineerd word met andere lijst. [4. Bij de opstelling of bijwerking van de lijst wordt met name reking gehoud met de criteria van artikel 46 artikel 48, lid 3, van Verording (EG) nr. 882/2004. Tevs zal reking word gehoud met:] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 6, b)] 18

19 (EG) nr. 854/2004, artikel a) de wetgeving van het derde land inzake: i) product van dierlijke oorsprong; ii) het gebruik van diergeesmiddel, inclusief de voorschrift inzake het verbod op of de machtiging tot het gebruik, de distributie het in de handel brg van die diergeesmiddel, de voorschrift inzake beheer inspectie iii) de bereiding het gebruik van diervoeders, met inbegrip van de procedures voor het gebruik van toevoegingsmiddel voor de bereiding het gebruik van diervoeders met medicinale werking, inzake de hygiënische kwaliteit van de voor de bereiding van het voeder gebruikte grondstoff van het eindproduct; [b) h) ] [(EG) nr. 882/2004, art. 60, 6, c)] i) de hygiënevoorschrift met betrekking tot productie, vervaardiging, hantering, opslag verzding die van toepassing zijn op voor de Gemeschap bestemde product van dierlijke oorsprong; j) de ervaring die bij het in de handel brg van het product uit het derde land is opgedaan de resultat van de invoercontroles; k) de resultat van de communautaire controles in het derde land, met name de resultat van de evaluatie van de bevoegde autoriteit, de maatregel die bevoegde autoriteit nem naar aanleiding van aanbeveling die zij na e communautaire controle ontvang hebb; l) het bestaan, de toepassing de mededeling van e erkd programma voor de bestrijding van zoönos m) het bestaan, de toepassing de mededeling van e erkd programma voor de controle op residu. 5. De Commissie zorgt ervoor dat de meest recte versies van alle overekomstig dit artikel opgestelde of bijgewerkte lijst, voor het publiek beschikbaar zijn. Artikel 12 Lijst van inrichting waaruit invoer van gespecificeerde product van dierlijke oorsprong is toegestaan 1. Product van dierlijke oorsprong mog alle in de Gemeschap word ingevoerd indi ze zijn verzond vanuit verkreg of bereid in inrichting die staan op e lijst die overekomstig dit artikel is opgesteld wordt bijgehoud, behalve: a) indi, per geval, overekomstig de procedure van artikel 19, lid 2, wordt beslot dat de door e bepaald derde land gebod garanties met betrekking tot de invoer van gespecificeerde product van dierlijke oorsprong van di aard zijn dat de in dit artikel bedoelde procedure niet vereist is om ervoor te zorg dat aan lid 2 wordt voldaan b) in de gevall als omschrev in bijlage V. 19

20 (EG) nr. 854/2004, artikel Bovdi mog vers vlees, gehakt vlees, vleesbereiding, vleesproduct separatorvlees alle in de Gemeschap word ingevoerd indi ze zijn geproduceerd met vlees uit slachthuiz of uitsnijderij die voorkom op overekomstig dit artikel opgestelde bijgewerkte lijst of uit erkde inrichting van de Gemeschap. 2. E inrichting kan alle op e dergelijke lijst word geplaatst als de bevoegde autoriteit van het derde land van oorsprong garandeert dat: a) die inrichting, tezam met alle inrichting die grondstoff van dierlijke oorsprong hanter die gebruikt word bij de productie van de desbetreffde product van dierlijke oorsprong, voldo aan de communautaire voorschrift, met name die van Verording (EG) nr. 853/2004, of aan bepaling die, to werd beslot dat derde land overekomstig artikel 11 aan de desbetreffde lijst toe te voeg, gelijkwaardig bevond zijn met deze voorschrift; b) e officiële inspectiedist van het derde land toezicht houdt op de inrichting, indi noodzakelijk, alle relevante informatie over inrichting die grondstoff lever, ter beschikking stelt van de Commissie c) zij bij machte is de inrichting te belett naar de Gemeschap te exporter, indi de inrichting niet meer aan de onder a) bedoelde voorschrift voldo. 3. De bevoegde autoriteit van derde land die op de overekomstig artikel 11 opgestelde of bijgewerkte lijst staan, garander dat de lijst van de in lid 1 bedoelde inrichting van waaruit de betrokk product van dierlijke oorsprong mog word verzond naar de Gemeschap, word opgesteld, bijgewerkt aan de Commissie medegedeeld. 4. a) De Commissie stelt de contactpunt die de lidstat daarvoor hebb aangewez regelmatig in knis van de nieuwe of bijgewerkte lijst die zij overekomstig lid 3 van de bevoegde autoriteit van betrokk derde land heeft ontvang. b) Indi ge kele lidstaat binn twintig werkdag na de knisgeving van de Commissie bezwaar maakt teg de nieuwe of bijgewerkte lijst, wordt, ti werkdag na de dag waarop de Commissie deze lijst toegankelijk maakt voor het publiek, de invoer uit de inrichting die op de lijst staan, toegestaan. c) Wanneer t minste één lidstaat schriftelijke opmerking maakt, of wanneer zij zelf van oordeel is dat e lijst moet word gewijzigd in het licht van relevante informatie, zoals verslag over communautaire inspecties of e knisgeving in het kader van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing, stelt de Commissie alle lidstat daarvan in knis plaatst zij, zo nodig, dit punt op de agda van de volgde vergadering van de betrokk afdeling van het Permant Comité voor de voedselket de diergezondheid, dat daarover e beslissing neemt volgs de procedure van artikel 19, lid De Commissie maakt de meest recte versies van alle lijst voor het publiek toegankelijk. Artikel 13 Levde tweekleppige weekdier, stekelhuidig, manteldier marie buikpotig 1. Onverminderd artikel 12, lid 1, onder b), kom levde tweekleppige weekdier, stekelhuidig, manteldier marie buikpotig uit productiegebied in derde land die voorkom op overekomstig artikel 12 opgestelde bijgewerkte lijst. 2. Lid 1 is niet van toepassing op pectinidae die buit ingedeelde productiegebied verzameld zijn. De officiële controles met betrekking tot pectinidae word echter overekomstig bijlage II, hoofdstuk III, verricht. 20