Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5"

Transcriptie

1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m Samenvatting door een scholier 3634 woorden 12 januari 200,4 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 1 Produceren: toevoegen van waarde Onderlinge leveringen: inkopen bij andere bedrijven, diensten van derden Toegevoegde waarde: verkoopwaarde onderlinge leveringen Productiefactoren: middelen die nodig zijn bij de productie (arbeid, kapitaal, natuur, ondernemersactiviteit) Identiteit: noodzakelijke gelijkheid Nationaal product = nationaal inkomen bestaat uit de som v/d toegevoegde waarde van alle bedrijven en de overheid in een land in een jaar. Nationaal inkomen: bestaat uit de som v/d beloningen v/d productiefactoren in een land in een jaar. Welvaart: mate waarin de bewoners van een land in hun behoeften kunnen voorzien Schaarste: spanning tussen de behoefte en de middelen om de behoeften te bevredigen. Externe effecten streven naar welvaart van de één onbedoelde invloed uitoefent op de welvaart van een ander. Welvaart in enge zin: kijkt alleen naar de productie Welvaart in ruime zin: kijkt naar de productie, behoeften en externe effecten Beroepsbevolking: alle personen van 1 t/m 64 jaar die beschikbaar zijn om betaald werk te doen. Beroepsgeschikte bevolking: 1/64 jarige die arbeid (kunnen) verrichten Participatiegraad: berekening welk deel v/d beroepsbevolking deel uit maakt van de beroepsgeschikte bevolking. Beroepsbevolking: beroepsgeschikte bevolking x 100% Kapitaalgoederen: goederen om andere goederen te produceren of inkomen mee te verdienen. Vaste kapitaalgoederen: goederen die meer dan 1 productieproces worden gebruikt. Vlottende kapitaalgoederen: worden slechts 1 productieproces gebruikt Investeren: aanschaffen van kapitaalgoederen Arbeidsproductiviteit: waarde geproduceerde goederen: arbeidsuren Kapitaalintensiteit: hoeveelheid kapitaalgoederen per eenheid per arbeider Diepte-investering: investering waarbij de kapitaalintensiteit toeneemt Breedte-investering: investering waarbij de kapitaalintensiteit niet verandert. Afschrijvingen: in geld uitgedrukte waardedaling van kapitaalgoederen Pagina 1 van 18

2 Innovatie: ontwikkelen van nieuwe of verbeterde goederen, diensten, productie- of distributieprocessen. Arbeidsjaren: parttime-banen worden omgerekend naar fulltime- banen. 1.1 Produceren => toevoegen van waarde Productieproces => waardetoevoeging Onderlinge leveringen => diensten van derden Toegevoegde waarde = kosten v/d productiefactoren = verkoopwaarde onderlinge leveringen waardes waaraan een product moet voldoen winst = totale opbrengst totale kosten Totale opbrengsten = prijs p product Totale kosten = prijs aanschaf productiefactoren x hoeveelheid Productiefactoren Beloning Arbeid Loon Kapitaal Rente / Interest Natuur pacht Ondernemingsactiviteit winst verlies Arbeid => menselijke handelingen bij de productie om een inkomen te krijgen. Kapitaal => goederen waarmee goederen gemaakt worden / inkomen mee te krijgen Natuur = > gehele natuurlijke omgeving Ondernemersactiviteit => de productiefactoren met elkaar te verbinden. Het doel van het bepalen van de winst is: Het bepalen van de beloning voor de ondernemersactiviteit gebruikt door de onderneming. Het doel van het bepalen v/d toegevoegde waar is: Het bepalen v/d beloning voor de productiefactoren gebruikt door de onderneming. Winst is een onderdeel v/d toegevoegde waarde. Nationaal product => de som v/d toegevoegde waarde van alle bedrijven en de overheid in een land in een jaar. Nationaal inkomen => de som v/d beloningen v/d productiefactoren in een land in een jaar. Nationaal product = nationaal inkomen omdat de winst ook onder een van de productiefactoren valt. 1.2 Welvaart => mate waarin de bewoners in hun behoeften kunnen voorzien. Materiële goederen => huizen, auto s, kleding, voeding. Immateriële goederen => onderwijs, toneel, diensten, geestelijk. Stilte frisse lucht natuur schoon. Schaarste => de behoeften kunnen niet altijd bevredigd worden doordat meerdere dezelfde behoeftes Pagina 2 van 18

3 hebben. Negatieve effecten van productiegroei=> luchtvervuiling, waterverontreiniging. Streven naar meer welvaart => meer problemen: behoeften nemen toe productie kan positieve/negatieve neveneffecten hebben. Externe effecten => streven naar welvaart v/d één onbedoelde invloed uitoefent op de welvaart van een ander Positieve effecten: mooi uitzicht, ervan meegenieten, speeltuin erbij, vijver, word netjes bijgehouden Negatieve effecten: geluidsoverlast, luchtvervuiling, verdwijnen natuurgebieden, broeikaseffect Welvaart in enge zin => kijkt alleen naar productie ( NP stijgt) Welvaart in ruime zin => kijkt naar productie, behoeften en externe effecten (positief/negatief) 1.3 Productiefactoren ARBEID Beroepsgeschikte bevolking => mensen van 1 t/m 64 jaar Beroepsbevolking => mensen van 1t/m 64 jaar die beschikbaar zijn om betaald werk te doen. Participatiegraad = beroepsbevolking: beroepsgeschikte bevolking x 100% KAPITAAL - geldkapitaal of vermogen - kapitaalgoederen, machines, gebouwen je hebt vermogen nodig om kapitaalgoederen te kopen. Interest => prijs voor de productiefactor kapitaal. Kapitaalgoederen => goederen die bestemd zijn om goederen te produceren of een inkomen te verdienen. Vaste kapitaalgoederen=> goederen die meer dan 1 productieproces meegaan. Vlottende kapitaalgoederen => goederen die maar 1 productieproces meegaan. Investeren => aanschaffen van kapitaalgoederen Diepte-investering Een kapitaalgoed word aangeschaft waarbij met eenzelfde eenheid arbeid meer goederen geproduceerd kunnen worden. Leidt tot stijging Arbeidsproductiviteit => waarde v/d hoeveelheid geproduceerde goederen per arbeidsuur. waarde van de geproduceerde goederen benodigde hoeveelheid arbeidsuren. Gevolgen => stijging arbeidsproductiviteit = daling loonkosten per eenheid product. Winstmarge Pagina 3 van 18

4 verbeterd. Breedte-investering Productiecapaciteit wordt groter en de productiefactor arbeid gaat evenredig mee. Kapitaalintensiteit: Diepte-investering is een investering waarbij de kapitaalintensiteit toeneemt Breedte-investering is een investering waarbij de kapitaalintensiteit niet verandert. Arbeidsbesparende investeringen => machines vervangen mensen. Afschrijvingen=> de in geld uitgedrukte waardedaling van een machine. NATUUR Geografische ligging ligging van land of regio ( Nederland, doorstroombasis Europa) Natuurlijke hulpbronnen ( delfstoffen staatseigendom, b.v. aardolie/ aardgas) Klimaat ( telen van groenten/fruit) Milieufactoren ( frisse lucht, schoon water, rust en stilte) Duurzame ontwikkeling => manier van produceren die de natuurlijke omgeving zo veel mogelijk onaangetast laat en onaangename kanten van onze manier van produceren niet naar de toekomst verschuift. ONDERNEMERACTIVITEIT Generen=> winst maken Redenen voor het maken van winst: - nemen van risico s ( besluiten nemen) - doorvoeren van innovaties. (opzoek naar nieuwe producten om op de markt te brengen) Innovatie => de ontwikkeling van nieuwere producten, diensten, productie- of distributieprocessen. ( b.v. auto, trein, tv, radio enz.) Arbeidsjaren => parttime-banen worden omgerekend naar fulltime-banen. Verbetering ondernemersactiviteit=> activiteiten efficiënter organiseren. Hoeveelheid = kwantiteit Hoofdstuk 2 Rechtsvorm / ondernemingsvorm: juridische vorm waaronder een onderneming aan het economisch verkeer deelneemt. Rechtspersoonlijkheid: geen scheiding tussen de bezittingen en schulden v/d onderneming en die v/d eigenaar Eenmanszaak: een bedrijf met 1 eigenaar, die tevens aansprakelijk is voor alle verplichtingen van het bedrijf Pagina 4 van 18

5 Vennootschap onder firma: een ondernemingsvorm waarbij 2 of meer mensen onder een gemeenschappelijke naam een bedrijf hebben. Hoofdelijke aansprakelijkheid: iedere firma is afzonderlijk aansprakelijk voor alle verplichtingen die die heeft. Rechtspersoon: organisatie die zelfstandig rechten en plichten kan hebben. Besloten vennootschap(bv): is in het bezit van aandeelhouders, aandelen kan je niet zomaar kopen Naamloze vennootschap(nv): is in het bezit van aandeelhouders, iedereen kan die kopen Bedrijfskolom: schematisch overzicht v/d belangrijkste productiefasen die een product doorloopt. Bedrijfstak: omvat alle bedrijven die eenzelfde soort producten produceren, of zelfde handeling verrichten Balans: overzicht van bezittingen, schulden en eigen vermogen van een bedrijf op een bepaald tijdstip Resultatenrekening: overzicht van opbrengsten en kosten en de daaruit voortvloeiende winst/verlies over een bepaalde periode Solvabiliteit: verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal ( in het bedrijf gestoken) vermogen. Eigen vermogen: totaal vermogen x 100 % sectoren: - primaire sector => agrarische sector, een eenmansbedrijven, arbeidsintensief - secundaire sector => industriële sector (nijverheid), kapitaalintensief - tertiaire sector => commerciële dienstverlening, arbeidsintensief - quartaire sector => niet-commerciële dienstverlening, geen winst maken (scholen, bieb) Economische activiteiten Marktsector quartaire sector - primair - secundair - tertair Rechtsvorm = ondernemingsvorm => juridische vorm waaronder een onderneming aan het economische verkeer v.b. rechtsvormen: * eenmanszaak * vennootschap onder firma (VOF) * naamloze vennootschap (NV) * Besloten vennootschap (BV) Keuze voor bepaalde ondernemingsvorm bepaald door: - Economische overwegingen=> vragen over wat er met het bedrijf zelf is. - Juridische overwegingen => hangen samen met aansprakelijkheid voor verplichtingen v/d onderneming - Fiscale overwegingen => belastingen (inkomstenbelasting) Rechtsvormen in 2 groepen: 1) Eenmanszaak en vennootschap onder firma, privé vermogen aansprakelijk voor schulden. 2) NV + BV, aandeelhouders zijn de eigenaars. Eenmanszaak Pagina van 18

6 Een bedrijf met 1`eigenaar, tevens aansprakelijk voor alle verplichtingen van het bedrijf. ( garages, agrarische bedrijven, ambachtelijke bedrijven enz.) Voordelen: 1) behaalde winst volledig voor eigenaar. 2) Leiding in handen van 1 persoon, minder conflicten Nadelen: 1) continuïteit volledig afhankelijk van de eigenaar (ziekte eigenaar, bedrijf ligt stil) 2) uitbreiding gaat bijna niet, te weinig geld. 3) Ontbreken van financiële steun, bedrijf failliet,gezin in geldzorgen. Vennootschap onder firma Een ondernemersvorm waar 2 of meer mensen (vennoten / firmanten) een bedrijf besturen. Er is sprake van Arbeidsverdeling, ene doet verkoop andere productie. Hoofdelijke aansprakelijkheid=> eigenaars zijn samen met hun eigen vermogen aansprakelijk voor alles wat bij het bedrijf hoort. NV & BV Het bedrijf doet mee aan het economische proces. Zijn beide rechtspersonen! Rechtpersoon => een organisatie die zelfstandig rechten en verplichtingen kan hebben, eigenaars worden niet aansprakelijk gesteld met hun eigen geld. NV Verdeeld in miljoenen aandelen. Bijna iedereen kan die aanschaffen. Heeft professionele bestuurders. (Philips, KPN, Unilever) BV Heeft een beperkt aantal aandeelhouders. 2.2 Rechtsvormen in 2 groepen: - wel rechtspersoonlijkheid - geen rechtspersoonlijkheid Rechtspersoonlijkheid => geen scheiding tussen de bezittingen en de schulden van de onderneming Geen Rechtspersoonlijkheid=> - eenmanszaak - vennootschap onder firma Rechtspersoonlijkheid => - naamloze vennootschappen - besloten vennootschappen 2.3 Bedrijfskolom => schematisch overzicht van productiefasen. Bedrijfstak => alle bedrijven die dezelfde producten produceert of bewerkt. Productiefase => bewerking die een product ondergaat Productieproces=> oerproduct. Eindproduct. Pagina 6 van 18

7 Verandering in de productiestructuur Integratie Specialisatie parallellisatie Differentiatie 1) verticale beweging => binnen één bedrijfskolom 2) horizontale beweging => van de ene naar de andere bedrijfskolom integratie => samenvoegen van 2 of meer opeenvolgende fasen van de bedrijfskolom in één bedrijf. Uitschakelingstendens => bedrijfskolom korter word. differentiatie => het afstoten van een bepaalde activiteit naar een voorgaande of een volgende fase in de bedrijfskolom. Inschakelingstendens => bedrijfskolom word langer. parallellisatie=> het verschijnsel dat een bedrijf producten uit andere bedrijfskolommen haalt die in hetzelfde stadium van verwerking verkeren, in zijn assortement opnemen. - Bedrijfskolom wordt breder branchevervaging => b.v tankstation -> snoep specialisatie => een bedrijf gaat zich toeleggen op één of enkele producten in een bedrijfstak - bedrijfskolom wordt smaller - inschakelingstendens (langer) 2.4 Concentratie => verschijnsel dat beslissingen over de productie van goederen en diensten door steeds minder bedrijven worden genomen. Oorzaken: - grote bedrijven => groter => meer mogelijkheden tot investeren => kleine bedrijven => geven op. - zelfstandige bedrijven gaan in nieuwe grotere ondernemingen (fusies / overnames ) - zelfstandige bedrijven gaan samenwerken zonder zelfstandigheid te verliezen. Samenwerkingsvorm => kartel. Fusies => 2 min of meer gelijkwaardige partners besluiten op te gaan in een nieuwe rechtspersoon. Gedragsregels: - moet worden aangemeld - belangen werknemers waarborgen - vakbonden tijdig ingelicht Overname => groot bedrijf neem ander bedrijf over - geen sprake van gelijkwaardigheid Pagina 7 van 18

8 Motieven schaalvergroting: 1) kostenvoordelen 2) risicospreiding 3) toelevering beter gegarandeerd 4) toegang tot de vermogensmarkt makkelijker ) meer geld vrijmaken voor research 6) E.U. wordt één markt, toenemende concurrentie Multinationale onderneming => in vele landen een onderneming gevestigd (Philips, Unilever) Motieven om in het buitenland te opereren: - lagere lonen - lagere belastingdruk - lagere transportkosten - omzeilen protectionistische maatregelen Beperking concurrentie: - samenwerking => gedeeltelijk / volledig v.b kartel Kartel => afspraak tussen onafhankelijke ondernemingen om de onderlinge concurrentie te beperken v.b. prijskartel, productiekartel, rayonkartel, voorwaardenkartel, conditiekartel. 2. Jaarrekening bestaat uit: 1) balans 2) resultatenrekening 3) toelichting op beide Balans => overzicht van bezittingen, schulden en eigen vermogen van een bedrijf op een bepaald tijdstip Linkerzijde van een balans is de actiefzijde(activa). Daar vind je de bezittingen waarover het bedrijf beschikt op 1 januari. Rechter kant heeft de passiefzijde, daar vinden we de schulden en het eigen vermogen (passiva). Vaste Activa=> kunnen langer dan 1 jaar gebruikt worden (gebouwen, machines) Vlottende Activa=> - kunnen binnen een jaar in geld omgezet worden. (voorraden eindproduct/ grondstof enz.) - debiteuren - liquide middelen ( betalingsmiddelen die onmiddellijk gebruikt kunnen worden, banksaldo) Eigen vermogen => aandeelvermogen, aandeelhouders Langlopende schulden => schulden die niet binnen een jaar terugbetaald hoeven te worden (hypothecaire lening) Kortlopende schulden => schulden die binnen een jaar terugbetaald moeten worden. ( belastingschulden, Pagina 8 van 18

9 crediteuren) Solvabiliteit => verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal ( in het bedrijf gestoken) vermogen. Eigen vermogen: totaal vermogen x 100 % Resultatenrekening Overzicht van opbrengsten en kosten en de daaruit vloeiende winst of verlies over een bepaalde periode Toegevoegde waarde (productie) = omzet onderlinge leveringen Beloningen van de productiefactoren. Hoofdstuk 3 Grafisch weergeven => in grafiek zetten(rechte lijn) Vergelijking geven = een formule Kosten: vormen de geldswaarde van de opgeofferde productiefactoren. Constante kosten (CK): kosten die op korte termijn vastliggen en onafhankelijk zijn van de productieomvang. Variabele kosten (VK): kosten die veranderen met de grootte van de productieomvang. Proportioneel variabele kosten: kosten die recht evenredig toenemen met de grootte van de productie. TK = TVK + TCK V*q + C GCK = TCK:q GVK = TVK:q GTK = TK:q TO = q * p TW = TO TK Max. omzet = pq aq - tck aq = variabele kosten * aantal producten pq = prijs verkochte producten * aantal break-even punt is TW = TO = TK TW= 0 Break-even: de afzet waarbij kostendekking plaatsvindt winst is gelijk aan t/m 3.3 Kosten=> vormen de geldswaarde van de opgeofferde productiefactoren. Voorbeelden variabele kosten: - grondstoffenkosten ( hoe groter productie hoe meer grondstoffen.) - onderdelen die bij een ander bedrijf worden besteld - bepaalde energiekosten (hogere productie meer energieverbruik machines.) Pagina 9 van 18

10 - loon van oproepkrachten Proportionele variabele kosten => kosten die recht evenredig toenemen met de grootte van de productie. - kenmerk: kosten per eenheid product zijn (GVK) constant. Voorbeelden proportionele variabele kosten: - brandstofkosten van transportondernemingen - inkoopwaarde van de omzet bij handelsondernemingen - inkoopwaarde van grondstoffen bij industriële ondernemingen 3.4 Doelstellingen die een onderneming kan nastreven: 1) maximale winst - TW = pq aq - TCK - TW = TO - TK 2) kostendekking ( geen winst en geen verlies) - TO = TK - Break-even afzet: vind kostendekking plaats. 3) maximale afzet 4) maximaal marktaandeel Hoofdstuk 4 Collectieve sector: 1) overheid: rijksoverheid(het Rijk),in Den Haag en de lagere overheden. 2) sociale-verzekeringsfondsen Collectieve lastendruk: het totaal aan ontvangsten van de collectieve sector, uitgedrukt in een percentage van het nationaal product. Overheidsproductie: waarde ervan bestaat uit de ambtenaarsalarissen. Economische categoriën: indeling van alle collectieve uitgaven geordend. Belastingen: gedwongen betalingen aan de overheid waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover staan Directe belasting: betalingsplicht en de belastingdruk ligt op dezelfde persoon. Indirecte belasting: consument, maar de aanbieder betaald uiteindelijk. => accijnzen, invoerrechten, houderschapsbelasting, omzetbelasting. Progressieve belasting: als er in verhouding meer belasting moet worden betaald naarmate het inkomen stijgt. Belastbare som: het bedrag waarover belasting wordt berekend. Aftrekkosten: rente over schulden Marginale belastingdruk: de extra belasting ( in percentage) die men moet betalen als men meer gaat verdienen. Vennootschapsbelasting: belasting die over de winst van een NV of BV betaald moet worden. Vermogensbelasting: ieder Nederlander met een vermogen moet dat betalen. Omzetbelasting = BTW: goederen worden duurder gemaakt door btw. Pagina 10 van 18

11 Toegevoegde waarde: verkoopwaarde onderlinge leveringen Accijnzen: word geheven op alcohol, tabak, suiker benzine enz. het wordt gebruikt om te ontmoedigen Invoerrechten: heffingen bij de grens bij invoer van bepaalde artikelen. Motorrijtuigbelastingen: betaald degene die bijv. een auto heeft, hoe zwaar is het, provincie waar die woont, soort brandstof. Afwenteling: als de overheid belastingen op loon verhoogt stellen de werknemers hogere looneisen en dus moet de werkgever het betalen en niet de werknemer. Niet-belastingontvangsten: alle ontvangsten van de overheid die niet onder de belastingen vallen. Retributies: betalingen aan de overheid voor een duidelijk aanwijsbare tegenprestatie Staatschuld: schuld die een land heeft opgebouwd in vele jaren. Schulden van een staat. Financieringsbehoefte: het bedrag dat de overheid moet lenen. Financieringstekort: begrotingstekort aflossing staatsschuld. Staatschuldquote: staatsschuld als percentage van het nationaal inkomen. Convergentiecriteria: landen op bepaalde punten naar elkaar toegroeien. Wig: Het verschil tussen de loonkosten voor de ondernemer en het nettoloon voor de werknemer. Ontwijking: bedrijven vestigen zich in landen met een lagere belastingdruk, mensen schilderen zelf ipv een dure schilder te huren. Tis legaal. Ontduiking: zwartwerken. Illegaal Afwenteling: werknemers moeten hogere belasting betalen, eisen meer brutoloon, werkgevers betalen de belasting. Demotivatie: hoge belastingen stimuleren de arbeidsparticipatie niet. 4.1 Collectieve sector => 1) overheid: het Rijk, lagere overheden (provincies) 2) sociale verzekeringsfondsen Overheid Sociale verzekeringsfondsen Rijk Lagere overheden volksverzekeringen Werknemersverzekeringen Gefinancierd uit de schatkist Gefinancierd door middel van premieheffing Schatkist wordt gevoed door: - belastingontvangsten en sociale premies - niet-belastingontvangsten ( omroepbijdrage, aardgasbaten) - leningen als er een tekort is Collectieve lastendruk: het totaal aan ontvangsten van de collectieve sector, uitgedrukt in een percentage van het nationaal inkomen. Collectieve lastendruk = belastingen + sociale premies + niet-belastingontvangsten * 100% Nationaal inkomen Collectieve uitgavenquote= totale uitgaven collectieve sector Pagina 11 van 18

12 * 100 % Nationaal inkomen 4.2 Overheidsproductie => waarde ervan bestaat uit abtenarensalarissen. Collectieve uitgaven Overheidsuitgaven Inkomensoverdrachten Via de socialeverzekeringsfondsen overheidsbestedingen overdrachtsuitgaven overheidsconsumptie Overheidsinvesteringen Inkomensoverdrachten Via de overheid ambtenarensalarissen Materiële overheidsconsumptie 4.3 Belastingen: gedwongen betalingen aan de overheid waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie vd overheid tegenover staat Directe belasting: betalingsplicht en belastingsdruk staat op 1 persoon Indirecte belasting: consument koopt iets en daar betaald diegene belasting op. Progressieve belasting: in verhouding meer belasting word betaald dan het inkomen stijgt. 2 oorzaken: 1) belastingvrije som / basisaftrek 2) het schijventarief Marginale belastingdruk: de extra belasting (in percentage) die men moet betalen als men meer gaat verdienen. Directe belastingen: - loon- en inkomstenbelasting. Loonheffing = voorheffing op de inkomstenbelasting - vennootschapsbelasting => belasting die over de winst van een NV of BV betaald moet worden - vermogensbelasting => ieder Nederlander met een vermogen moet dat betalen. Indirecte belastingen: - omzetbelasting / BTW/ verbruiksbelasting - accijnzen - invoerrechten - houdersschapsbelasting Omzetbelasting = BTW: goederen worden duurder gemaakt door btw. Pagina 12 van 18

13 Toegevoegde waarde: verkoopwaarde onderlinge leveringen Accijnzen: word geheven op alcohol, tabak, suiker benzine enz. het wordt gebruikt om te ontmoedigen Invoerrechten: heffingen bij de grens bij invoer van bepaalde artikelen. Motorrijtuigbelastingen: betaald degene die bijv. een auto heeft, hoe zwaar is het, provincie waar die woont, soort brandstof. Afwenteling: als de overheid belastingen op loon verhoogt stellen de werknemers hogere looneisen en dus moet de werkgever het betalen en niet de werknemer. Niet-belastingontvangsten: alle ontvangsten van de overheid die niet onder de belastingen vallen. Retributies: betalingen aan de overheid voor een duidelijk aanwijsbare tegenprestatie 4.4 Staatschuld: schuld die een land heeft opgebouwd in vele jaren. Schulden van een staat. Financieringsbehoefte: het bedrag dat de overheid moet lenen. Financieringstekort: begrotingstekort aflossing staatsschuld. Staatschuldquote: staatsschuld als percentage van het nationaal inkomen. Gevolgen van een hoge staatsschuldquote: 1) rentelast van de schuld word hoger zodat andere uitgaven worden verdrongen 2) overheid leent veel geld, rente stijgt, gezinnen minder geld lenen. 3) Stijgende rente lijdt tot hogere kosten voor bedrijven en dus hogere prijzen (inflatie) 4. Door een hoge collectieve lastendruk ontstaat er een omvangrijke wig. Loonkosten - nettoloon Wig= * 100% Loonkosten Dat kan een probleem zijn: 1) ontmoedigende werking op het arbeidsaanbod 2) te hoge loonkosten voor de werkgever 3) aantasting van de concurrentiepositie verschijnselen die zich voordoen door de hoge collectieve lastendruk: Ontwijking: bedrijven vestigen zich in landen met een lagere belastingdruk, mensen schilderen zelf ipv een dure schilder te huren. Tis legaal. Ontduiking: zwartwerken. Illegaal Afwenteling: werknemers moeten hogere belasting betalen, eisen meer brutoloon, werkgevers betalen de belasting. Demotivatie: hoge belastingen stimuleren de arbeidsparticipatie niet. Maatregelen overheid: 1) bezuinigen op de collectieve uitgaven 2) deregulering => minder regels Pagina 13 van 18

14 3) privatisering => terugbrengen van het directe belang vd overheid bij de productie 4.6 Om de behoefte aan eigen middelen te financieren, heeft de EU de volgende inkomstenbronnen: 1) elk land staat een bepaald percentage van zijn BTW-ontvangsten aan de EU af 2) voor een aantal producten worden invoerrechten geheven die volledig naar de EU gaan. 3) Iedere lidstaat moet een bepaald percentage van haar bruto nationaal product afdragen Hoofdstuk Internationale handel: invoer en uitvoer van goederen Import: aankopen in het buitenland (invoer) Export: verkoop aan het buitenland (uitvoer) Relatieve kostenverschillen: in bepaalde landen sommige producten in vergelijking met andere producten goedkoper kunnen worden geproduceer Human capital: veel mensen zijn goed geschoold en hebben veel kennis over hoe ze goederen moeten produceren Vrijhandel: als er geen belemmeringen zijn van de internationale handel Protectie: de bescherming van de eigen bedrijvigheid tegen de concurrentie uit het buitenland Dumping: het exporteren van goederen tegen een lagere prijs dan de productiekosten bedragen Retorsie: wanneer een land de importen beperkt als vergelding voor importbeperkingen door andere landen. Handelspolitiek: het ingrijpen door een of meer overheden in het internationale goeden en dienstenverkeer Invoerrecht: heffing voor een artikel dat je in wil voeren in een ander land Prohibitief invoerrecht: heffingen op bepaalde landbouwproducten Autarkie: een land dat afhankelijk is van zijn buitenlandse handel maar geen enkel economisch contact heeft Invoerquote: de waarde van de goederen- en diensteninvoer in procenten van het nationaal product Uitvoerquote: de waarde van de goederen- en dienstenuitvoer in procenten van het nationaal product. Open economie: land waar hoge invoer- en uitvoerquotes zijn Gesloten economie: weinig in en uitvoer Overschotlanden: landen met een overschot in het internationale goederen- en dienstenverkeer Tekortlanden: landen met tekorten Schaalvoordelen: hoe meer geproduceerd word hoe goedkoper Vrijhandelzone: een aantal landen die onderling hebben afgesproken geen handelsbelemmeringen te voeren en ten opzichte van 3e wereldlanden de eigen tarieven te handhaven. Certificaten van oorsprong: vermelden waar het artikel is gemaakt Douane-unie: vrij verkeer van goederen en diensten + binnen de unie is er een gemeenschappelijk buitentarief Convergentie-criteria: landen economisch dichter naar elkaar toegroeien Meestbegunstigingsclausule: overeenkomst tussen 2 landen bijv. om een bepaald artikel vrij te verhandelen Pagina 14 van 18

15 Antidumpingscode: omschrijving van dumping geeft en stelt regels vast waarmee de schade kan worden berekend WTO: World Trade Organisation => doel: bevordering van een vrije wereldhandel door afschaffing van protectionistische maatregelingen UNCTAD: United Nations Conference on Trade and Development => periodiek terugkerende vergadering van de VN. Handel tussen de westerse landen en de ontwikkelingslanden. Buffervoorraden: voorraden aangelegd om de grondstoffenprijzen te stabiliseren..2 Internationale handel: invoer en uitvoer van goederen Import: aankopen in het buitenland (invoer) Export: verkoop aan het buitenland (uitvoer) Redenen om de internationale handel aparte te bestudering te onderwerpen: 1) verschillende wisselkoersen 2) een eigen economische politiek / belastingpolitiek 3) productiefactor arbeid. Tamelijk immobiel (onbeweeglijk).3 Oorzaken van handelsstromen: 1) verschillen in klimaat en bodemgesteldheid 2) geografische ligging 3) scholingsgraad van de beroepsbevolking 4) arbeidskosten ) infrastructuur 6) beschikbare technologie 7) sociale rust bij de beoordeling ervan word onderscheid gemaakt in: 1) goederen die een land moeilijk of helemaal niet zelf kan maken 2) goederen die een land zelf kan maken relatieve kosten: in bepaalde landen sommige producten in vergelijking met andere producten goedkoper kunnen worden geproduceerd.4 Concurrentiepositie: de mate waarin een land in staat is met succes goederen te exporteren Factoren die van belang zijn voor de internationale concurrentiepositie: 1) relatieve schaarste aan productiefactoren 2) beschikbaarheid van technische hoogwaardige kapitaalgoederen - mechanisatie - automatisering 3) mate van scholing van de beroepsbevolking 4) arbeidsrust Pagina 1 van 18

16 ) goede infrastructuur arbeidsproductiviteit: waarde van de geproduceerde hoeveelheid goederen Benodigde hoeveelheid arbeidsuren. Vrijhandel: als er geen belemmeringen zijn van de internationale handel Protectie: bescherming van de eigen bedrijvigheid tegen de concurrentie uit het buitenland Vrijhandel heeft grotere voordelen dan protectie want: Door vrijhandel kan de internationale arbeidsverdeling verder toenemen, waardeer de productie- en daardoor het inkomen- kan toenemen. Hierdoor neemt de welvaart van iedereen toe. Redenen voor protectie: - bescherming van de binnenlandse werkgelegenheid - bescherming van opkomende eigen industriën - bewaren van economische onafhankelijkheid - tegengaan van oneerlijke concurrentie ( dumping) - retorsie (tegenmaatregel) tegen protectieleiders dumping: exporteren van goederen tegen een lagere prijs dan de productiekosten bedraagt. Retorsie: importen worden beperkt als vergelding voor importbeperkingen door andere landen Handelspolitiek: het ingrijpen door een of meer overheden in het internationale goederen- en dienstenverkeer. Onderscheid gemaakt in: 1) Tarifaire - tarief - heffing / invoerrechten 2) Non- Tarifaire - contigenteringen => kwantitatieve beperkingen (restricties) - subsidies - handelsverdragen - beperken van de aankoop van vreemde valuta - overige non-tarifaire belemmeringen bv. Multi Vezel Akkoord.6 Autarkie: land heeft geen enkel economisch contact met het buiten land, land is zelf in staat alle behoeften van het land te bevredigen. Wordt onderscheid gemaakt in: 1) open economie 2) gesloten economie Pagina 16 van 18

17 Dat onderscheid wordt gemeten met behulp van de invoerquote en de uitvoerquote. Invoerquote: de waarde van de goederen- en diensteninvoer in procenten van het nationaal product Uitvoerquote: de waarde van de goederen- en dienstenuitvoer in procenten van het nationaal product. Overschotlanden: landen met een overschot in het internationale goederen- en dienstenverkeer Tekortlanden: landen met tekorten in het internationale goederen- en dienstenverkeer.7 Nut van economische integratie: Hoe groter de markten des te meer kunnen bedrijven profiteren van schaalvoordelen. Verschillende vormen van economische samenwerking 1) vrijhandelzone bestaat uit een aantal landen die hebben afgesproken onderling geen handelsbelemmeringen te voeren en ten opzichte van derde wereldlanden de eigen tarieven te handhaven. 2) douane unie elk land hanteert dezelfde invoerrechten 3) gemeenschappelijke markt - vrij verkeer van goederen - vrij verkeer van productiefactoren - een gemeenschappelijk buitentarief 4) economische unie - vrij verkeer van goederen en diensten - vrij verkeer van productiefactoren - een gemeenschappelijk buitentarief - een gemeenschappelijke economische politiek ) economische en monetaire unie - vrij verkeer van goederen en diensten - vrij verkeer van productiefactoren - vrij verkeer van productiefactoren - een gemeenschappelijk buitentarief - gemeenschappelijke Munteenheid!!! Voordelen van 1 munt zijn: 1) geen koersrisico 2) geen omwisselingskosten Convergentiecriteria: voorwaarden waaraan een land moet voldoen om bijv. aan de EU mee te mogen doen. Landen groeien economisch naar elkaar toe De convergentiecriteria betreffen: 1) inflatie Pagina 17 van 18

18 2) rente 3) financieringstekort 4) staatsschuld ) wisselkoers Momenteel telt de Europese Unie 2 lidstaten namelijk: - België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland (die de EGKS in 191 oprichtten); - Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (sinds 1973); - Griekenland (sinds 1981); - Spanje en Portugal (sinds 1986); - Oostenrijk, Finland en Zweden (sinds 199). - Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Tsjechische Republiek (sinds mei 2004)..8 Internationale organisaties: - WTO - IMF - Wereldbank - UNCTAD Pagina 18 van 18

6,7 # Samenvatting door een scholier 2691 woorden 13 december keer beoordeeld. Economie, # 1 Tm 3

6,7 # Samenvatting door een scholier 2691 woorden 13 december keer beoordeeld. Economie, # 1 Tm 3 Samenvatting door een scholier 2691 woorden 13 december 2005 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie, # 1 Tm 3 #1 1.1 Behoeften Alles wat de mens wil of nodig heeft Primaire behoeften

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1534 woorden 1 februari 2007 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 2 Bedrijven kunnen op verschillende

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Economie samenvatting H1 + 2

Economie samenvatting H1 + 2 Samenvatting door een scholier 1954 woorden 14 december 2005 7,1 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting H1 + 2 behoeften: alles wat een mens wil of nodig heeft. Primaire behoeften:

Nadere informatie

8,2. Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari keer beoordeeld. Samenvatting H1 en H2

8,2. Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari keer beoordeeld. Samenvatting H1 en H2 Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari 2004 8,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting H1 en H2 Productie: het toevoegen van waarden met behulp van productiefactoren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 (productie) en 2 (bedrijven)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 (productie) en 2 (bedrijven) Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 (productie) en 2 (bedrijven) Samenvatting door een scholier 2449 woorden 9 oktober 2008 4,7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 1.1 waarom productie De behoeften

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 875 woorden 19 juni 2007 5,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 1 Bedrijven - rechtsvorm - omvang - economische activiteit

Nadere informatie

1 productie en productiefactoren

1 productie en productiefactoren Samenvatting door een scholier 1908 woorden 24 mei 2005 4,3 12 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 1 productie en productiefactoren Produceren is het toevoegen van waarde. (na de productie hebben

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 2720 woorden 1 maart 2011 10 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie H1 + H2: Par. 1 (H1): Waarom productie? - De behoeften

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

7,8. Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april keer beoordeeld

7,8. Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april 2005 7,8 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 5 Internationale handel: Als mensen van het ene land goederen of diensten kopen in

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1842 woorden 3 juni keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1842 woorden 3 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1842 woorden 3 juni 2006 6 2 keer beoordeeld Vak Economie Economie hoofdstuk 3 - Indeling van onderneming kan in 4 verschillende mogelijk heden 1. naar grootte: je kan kijken

Nadere informatie

Mensen kopen goederen om in hun behoeften te voorzien, als ze niet voorhanden zijn worden ze geproduceerd.

Mensen kopen goederen om in hun behoeften te voorzien, als ze niet voorhanden zijn worden ze geproduceerd. Samenvatting door een scholier 2404 woorden 18 januari 2005 8,1 30 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 1,1 Mensen kopen goederen om in hun behoeften te voorzien, als ze niet voorhanden

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 2653 woorden 9 april 2002 7,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 Productie en productiefactoren Toevoegen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Antwoorden Economie Handel

Antwoorden Economie Handel Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1972 woorden 21 april 2005 7,1 35 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 onder de collectieve sector wordt de overheid

Nadere informatie

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis)) Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /05

ALGEMENE ECONOMIE /05 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 Producenten: indeling M Bedrijven kunnen ingedeeld worden naar sector: F marktsector: G primaire sector:

Nadere informatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw. Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je

Nadere informatie

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen. Samenvatting door A. 1304 woorden 7 februari 2017 7,6 23 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting vraag & aanbod Hoofdstuk 1 Concrete markt: vragers en aanbieders komen op bepaalde tijden

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.

Nadere informatie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting door een scholier 1806 woorden 8 april 2003 6,5 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie, Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19.

Nadere informatie

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100% Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,

Nadere informatie

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1437 woorden 10 juni 2017 7 6 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Hoofdstuk 3 De firma Vennootschap onder firma: een overeenkomst

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen) Samenvatting door een scholier 1898 woorden 28 maart 2004 6,9 64 keer beoordeeld Vak Economie Economie H 1 tm 5 1 aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken.

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven Samenvatting door een scholier 1583 woorden 12 februari 2004 4,9 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie ViaDELTA Economie samenvatting begrippen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product. Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1

Nadere informatie

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober 2002 6,7 96 keer beoordeeld Vak Economie Aanbod van arbeid -> de beroepsbevolking: werknemers en werklozen. Aandeelhouder -> de eigenaren van een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Boek 1

Samenvatting Economie Boek 1 Samenvatting Economie Boek 1 Samenvatting door een scholier 987 woorden 31 maart 2004 6,1 89 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Samenvattingen Economie: Boek 1 Hoofdstuk 1: 1 t/m 12: Belang=

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 10 Samenvatting door een scholier 5234 woorden 9 april 2003 7,5 67 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 1.1 Wat is productie? Produceren is het

Nadere informatie

Q A. K (q in 1.000 stuks)

Q A. K (q in 1.000 stuks) Domein I Produceren en welvaart Eindterm 35*: Productiefunctie: Geeft het verband weer tussen de input (= gebruikte productiefactoren; natuur, arbeid, kapitaal en management) en de output (= eindproducten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 16 april 2007 5,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie Module 2. Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren

Nadere informatie

8,2. Samenvatting door een scholier 1686 woorden 10 februari keer beoordeeld

8,2. Samenvatting door een scholier 1686 woorden 10 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1686 woorden 10 februari 2003 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Arbeidsmarkt: De wijze waarop vraag en aanbod zodanig bij elkaar komen dat er een prijs (=loon)

Nadere informatie

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1948 woorden 17 november 2009 7,2 12 keer beoordeeld Vak Economie Economie, arbeidsmarkt PTA 2 Hoofdstuk 1; De arbeidsmarkt op. 1.1 op

Nadere informatie

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen.

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen. Samenvatting Economie Hfd.9 Nu kopen later betalen 5 Sparen, hoe werkt dat? Wat is sparen? Sparen is het opzij leggen van inkomen. 3 redenen (motieven) waarom mensen sparen: 1. Om later iets te kopen;

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 30 november 2008 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1. 1.1 Organisaties. Organisatie:

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

In werkelijkheid is het hoger door productie die niet word meegeteld (zwart of geen geld tegenover)

In werkelijkheid is het hoger door productie die niet word meegeteld (zwart of geen geld tegenover) Samenvatting door een scholier 1619 woorden 21 maart 2013 8,2 14 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Index De Nederlandse Economie 1.1 introductie Human development index = welvaartsmeter 1.2 Productie

Nadere informatie

Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven

Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 april 2004 7,4 17 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor

Nadere informatie

H2: Economisch denken

H2: Economisch denken H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren

Nadere informatie

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct. Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product

Nadere informatie

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden 3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een

Nadere informatie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Waar produceren

Hoofdstuk 1: Waar produceren Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Omzet: Het totale geldbedrag dat voor de verkochte goederen is ontvangen in een bepaalde periode.

Omzet: Het totale geldbedrag dat voor de verkochte goederen is ontvangen in een bepaalde periode. Samenvatting door een scholier 1226 woorden 18 juni 2012 6 5 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting: Economie H9 Omzet, kosten en winst 9.1 Afzet, prijs en omzet Afzet: De hoeveelheid verkochte goederen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat

Nadere informatie

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1969 woorden 4 april 2006 6 2 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en 65 die kunne, willen

Nadere informatie

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als % Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven

Nadere informatie

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober 2011 4,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting (zie ook bijlage, voor duidelijkere samenvatting met markering) Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1

Nadere informatie

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het

Nadere informatie

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september 2004 7,9 28 keer beoordeeld Vak Economie Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt Hoofdstuk 1. De arbeidsmarkt op. Een concrete arbeidsmarkt, is een

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door een scholier 1645 woorden 20 november keer beoordeeld. Praktische economie

6,3. Samenvatting door een scholier 1645 woorden 20 november keer beoordeeld. Praktische economie Samenvatting door een scholier 1645 woorden 20 november 2005 6,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Module 2 ondernemen: Hoofdstuk 1 Ondernemen in Nederland Paragraaf 1 wat is

Nadere informatie

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan? Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5

6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:

Nadere informatie

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.

Nadere informatie

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2

Inhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2 Inhoud 1 Inleiding 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2 modellen 12 2 Markt of overheid 1 de vraag 14 Prijzen en gevraagde hoeveelheid 14 D De vraagfunctie 14 D Verschuiving

Nadere informatie

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1 Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari 2016 5,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode H4 4.1 Mensen hebben verschillende motieven om te werken. Behalve om geld te verdienen, werken

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen

Samenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen Samenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen Samenvatting door een scholier 2148 woorden 9 december 2003 7,1 25 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 2. Een kwestie van ondernemen.

Nadere informatie

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen Samenvatting door F. 643 woorden 19 juni 2013 6,4 23 keer beoordeeld Vak M&O 4.2 De verandering van het eigen vermogen: het resultaat Een niet-productieonderneming koopt goederen in en probeert die goederen

Nadere informatie

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie 5.1 Aan de slag! Arbeid = werk Vacature = een advertentie voor een baan geplaatst door een werkgever Solliciteren = jezelf voorstellen / presenteren aan een werkgever Sollicitatiebrief = jezelf voorstellen

Nadere informatie

UIT arbeidsdeling

UIT arbeidsdeling Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100 Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23 Samenvatting door een scholier 1247 woorden 24 maart 2004 4,6 28 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 - Productiefactoren: - arbeid loon - natuur

Nadere informatie