Afdrukopties. Fiery Network Controller voor DocuColor 240/250

Transcriptie

1 Fiery Network Controller voor DocuColor 240/250 Afdrukopties Waar in dit document wordt verwezen naar DocuColor 242/252/260 moet dit DocuColor 240/250 zijn.

2 2007 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product november 2007

3 INHOUD 3 INHOUD INLEIDING 5 Terminologie en conventies 5 Over dit document 6 OVERZICHT VAN DE AFDRUKOPTIES 7 Over printerstuurprogramma s en printerdefinitiebestanden 7 Over afdrukopties 8 Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties 8 Afdrukopties instellen 8 AFDRUKOPTIES 9 Afdrukopties en instellingen 9 Aanvullende informatie 31 Automatisch overvullen 31 Boekje maken 31 Aanpassing voor centreren 33 Aanpassing voor opkruipen 34 Dubbelzijdig 35 Handmatig dubbelzijdig 36 Beeldverschuiving 40 Schaal 40 INDEX 41

4

5 INLEIDING 5 INLEIDING Dit document beschrijft de afdrukopties van de Fiery Network Controller voor DocuColor 240/250. Voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten, raadpleegt u Welkom. Terminologie en conventies Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies. Term of conventie Aero Verwijst naar Fiery (in illustraties en voorbeelden) Kopieermachine DocuColor 240/250 Fiery Fiery Network Controller voor DocuColor 240/250 Mac OS Titels in cursief Apple Mac OS X Andere documenten in dit pakket Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003 Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de Help te openen in de software Tips en informatie Belangrijke informatie Belangrijke informatie over problemen die u of anderen lichamelijke schade kunnen toebrengen

6 INLEIDING 6 Over dit document Dit document behandelt de volgende onderwerpen: Informatie over printerstuurprogramma s, printerdefinitiebestanden en het instellen van de afdrukopties van de Fiery Beknopte verklaringen van elke afdrukoptie, standaardinstellingen en eventuele beperkingen of vereisten Aanvullende details van specifieke afdrukopties

7 OVERZICHT VAN DE AFDRUKOPTIES 7 OVERZICHT VAN DE AFDRUKOPTIES Dit hoofdstuk beschrijft de printerstuurprogramma s en de printerdefinitiebestanden (PPD/ PDD), de afdrukopties van de Fiery en de locaties voor het instellen van afdrukopties. Over printerstuurprogramma s en printerdefinitiebestanden De Fiery ontvangt bestanden van computers op het netwerk, verwerkt deze bestanden (RIP) en stuurt ze vervolgens naar de kopieermachine. Windows- en Mac OS-computers communiceren met de Fiery met behulp van een printerstuurprogramma en PostScriptprinterdefinitiebestanden (PPD-bestanden). Windows-computers kunnen ook met de Fiery communiceren door middel van een printerstuurprogramma in Printer Control Language (PCL) (printerbesturingstaal) en PDD-bestanden (het equivalent van PCL van PPDbestanden). Beide stuurprogramma s bieden toegang tot speciale functies van de Fiery via het dialoogvenster Afdrukken. De communicatie tussen de toepassingssoftware en de printer wordt bestuurd door een printerstuurprogramma. Dit programma interpreteert de instructies die de toepassing genereert, voegt deze samen met printerspecifieke opties die u instelt en vertaalt alle informatie Adobe PostScript of PCL, talen die door de printer kunnen worden geïnterpreteerd. Met andere woorden, het stuurprogramma schrijft een PostScript- of PCLbestand op basis van het oorspronkelijke bestand en de opties die u hebt ingesteld in het dialoogvenster Afdrukken. Met een printerstuurprogramma kunt u ook specifieke afdrukopties voor uw kopieermachine selecteren. Hiervoor moet het printerstuurprogramma worden gekoppeld aan een PPD/PDDbestand voor uw Fiery. Een PPD/PDD-bestand bevat gegevens over de functies en mogelijkheden van een bepaalde printer (bijvoorbeeld welke papierformaten en mediasoorten deze ondersteunt). Het printerstuurprogramma leest de gegevens in dit PPD/PDD-bestand en zet deze gegevens om in opties die u selecteert in het dialoogvenster Afdrukken. Het PPD/ PDD-bestand voor de Fiery bevat informatie over de eigenschappen van zowel de kopieermachine als de Fiery. Raadpleeg voor informatie over de specifieke afdrukopties van de Fiery de tabel die op pagina 10 begint.

8 OVERZICHT VAN DE AFDRUKOPTIES 8 Over afdrukopties Aan de hand van afdrukopties kunt u de speciale functies van de kopieermachine en de Fiery gebruiken. De afdrukopties kunnen op verscheidene locaties worden ingesteld: in de Setup van de Fiery, of vanuit de toepassing waarin wordt afgedrukt, ColorWise Pro Tools, of Command WorkStation. Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties Bij het vervangen van afdrukopties wordt de volgende hiërarchie gehanteerd: De printerinstellingen van een gebruiker hebben voorrang op de instellingen in de Setup van de Fiery en de instellingen in ColorWise Pro Tools. Instellingen die in Command WorkStation worden gekozen, hebben voorrang op de instellingen van het printerstuurprogramma van de gebruiker. Afdrukopties instellen In Setup Bepaalde instellingen worden tijdens Setup door de beheerder opgegeven. Neem contact op met de beheerder of de operator voor informatie over de huidige standaardinstellingen van de server. Vanuit ColorWise Pro Tools. Vanuit ColorWise Pro Tools kunt u de standaardinstellingen voor geavanceerde kleuren definiëren (CMYK-simulatieprofiel, CMYK-simulatiemethode, RGB-bronprofiel, RGBscheiding, Uitvoerprofiel, Weergavetype, Steunkleuraanpassing, Tekst/lijntekeningen zwart, Zwarte overdruk en Grijs afdrukken met alleen zwart). Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over het gebruik van ColorWise Pro Tools. Vanuit toepassingen Met de Adobe PostScript- en PCL-printerstuurprogramma s kunt u taakinstellingen opgeven wanneer u een taak afdrukt. Raadpleeg Afdrukken uit Windows voor informatie over het opgeven van taakinstellingen in Windows-toepassingen. Raadpleeg Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het opgeven van taakinstellingen in Mac OS-toepassingen. Vervangen vanuit Command WorkStation Als u taakinstellingen wilt wijzigen vanuit Command WorkStation, dubbelklikt u op een taak om het dialoogvenster Eigenschappen weer te geven. Zie de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van Command WorkStation.

9 AFDRUKOPTIES 9 AFDRUKOPTIES Dit hoofdstuk geeft van elke afdrukoptie een korte beschrijving en vermeldt de standaardinstelling, de locatie van de afdrukoptie in het printerstuurprogramma en eventuele beperkingen of vereisten. Vanaf pagina 31 bevat dit hoofdstuk tevens aanvullende informatie over specifieke afdrukopties. Afdrukopties en instellingen In de volgende tabellen zijn de onderstreepte instellingen in de kolom Opties en instellingen de standaardwaarden van het printerstuurprogramma (PPD/PDD-standaardwaarden). Dit betekent dat de Fiery taken afdrukt met de onderstreepte standaardinstelling als u geen opties configureert in de interface van een printerstuurprogramma. De kolom Locatie van printerstuurprogramma toont waar u de afdrukoptie kunt vinden in het printerstuurprogramma van de Fiery. Als u dezelfde deelvensters wilt vinden in het printerstuurprogramma voor Mac OS X, selecteert u ofwel ColorWise (voor kleurenafdrukopties en geavanceerde kleurinstellingen) of Printereigenschappen, waar u in de submenu s van de functiesets diverse deelvensters (Taakinfo, Lay-out, Media, enzovoort) kunt vinden. Bij opties die u configureert in Command WorkStation, WebSetup of ColorWise Pro Tools, heeft het kiezen van Standaardwaarde van printer tot gevolg dat de Fiery de taak afdrukt met de in Setup opgegeven instellingen. Bij opties die niet kunnen worden geconfigureerd tijdens Setup, drukt de Fiery de taak af met een vooraf geconfigureerde standaardwaarde van de printer. Zie de kolom Vereisten, beperkingen en informatie in de tabel voor meer informatie. Druk de configuratiepagina af vanuit Command WorkStation om te controleren wat de huidige standaardinstellingen in de Setup zijn. Zie Configuratie en instellingen voor informatie over het afdrukken van een configuratiepagina.

10 AFDRUKOPTIES 10 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Automatisch overvullen Aan/Uit ColorWise Schakel deze optie in om de correcte registratie en inpassing van aangrenzende kleuren te garanderen. Kies Aan om tekst en lijntekeningen automatisch te overvullen. Zie pagina 31 voor meer informatie. Zwartdetectie Aan/Uit ColorWise Gebruik deze optie om op te geven of zwart-witpagina s wel of niet moeten worden gedetecteerd voor uw taak wordt afgedrukt. Selecteer Uit als de taak bestaat uit tekstpagina s waarin alleen zwart wordt gebruikt en tevens een aanzienlijk aantal tekstpagina s in kleur. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Selecteer Aan als u een taak afdrukt die voornamelijk zwart-wit is. Pagina s in alleen zwart-wit zullen met de juiste factuurinformatie afgedrukt worden. Zwarte overdruk Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/ Uit/ Tekst/ Tekst/lijntekeningen Met tweerichtingscommunicatie Uit/ Tekst/ Tekst/lijntekeningen ColorWise Geef de stijl voor zwarte overdruk op die bepaalt of zwarte tekst gekleurde achtergronden overdrukt. Selecteer Tekst om zwarte tekst te overdrukken. Selecteer Tekst/lijntekeningen om zwarte tekst en afbeeldingen te overdrukken. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie.

11 AFDRUKOPTIES 11 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Tekst/lijntekeningen zwart Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/ Zuiver zwart aan/ CMYK-zwart aan/ Normaal Met tweerichtingscommunicatie Zuiver zwart aan/cmyk-zwart aan/ Normaal ColorWise Selecteer Normaal als u zwarte tekst en lijntekeningen wilt afdrukken als vierkleurenzwart met toner in de kleuren C, M, Y en K en u de normale PostScript-weergave wilt gebruiken. Selecteer Zuiver zwart aan als u zwarte tekst en afbeeldingen wilt afdrukken als eenkleurig zwart, alleen met behulp van 100% zwarte toner. Selecteer CMYK-zwart aan als u zwarte tekst en afbeeldingen wilt afdrukken als dieper zwart, met behulp van 100% zwarte toner en slechts een kleine hoeveelheid cyaan, om het zwart nog donkerder te maken. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie. Boekje maken Geen/Door de rug geniet/ Op de rug gesneden/ Door de rug geniet (rechts binden)/ Op de rug gesneden (rechts binden)/ Combineren - Snelle afdrukken/ Combineren - Dubbele afdrukken Opmaak (Win) Opmaak 1 (Mac) Geef de pagina-indeling van de taak op met speciale lay-outs voor vouwen of snijden na het afdrukken. Zie pagina 31 voor meer informatie. Boekje maken: Achteromslag Geen/Op voorkant afdrukken/ Op achterkant afdrukken/ Op beide kanten afdrukken/ Blanco voor- en achterkant Opmaak (Win) Opmaak 2 (Mac) Geef op of u op het einde van de afdruktaak een achteromslag wilt afdrukken. Selecteer Op voorkant afdrukken als u alleen op de voorzijde van het achteromslag wilt afdrukken. Selecteer Op achterkant afdrukken als u op de achterzijde van het achteromslag wilt afdrukken. Selecteer Op beide kanten afdrukken als u op de voorzijde en de achterzijde van het achteromslag wilt afdrukken. Selecteer Blanco voor- en achterkant als u een leeg achteromslag wenst. OPMERKING: Deze optie is beschikbaar wanneer u de afdrukoptie Boekje maken gebruikt. Gebruik de functie Gemengde media om omslagen te definiëren voor afdruktaken die geen boekjes zijn. OPMERKING: Raadpleeg Hulpprogramma s voor meer informatie over Gemengde media. Raadpleeg pagina 31 voor informatie over Boekje maken.

12 AFDRUKOPTIES 12 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Boekje maken: Bron voor omslagen Zelfde als Taak/Lade 1/ Lade 2/Lade 3/Lade 4/ Lade 5 (handmatige invoer)/ Lade 6/Lade 6 (Extra groot) Opmaak (Win) Opmaak 1 (Mac) Geef een lade op die voor het voor- of achteromslag moet worden gebruikt. OPMERKING: Deze optie is beschikbaar wanneer u de afdrukoptie Boekje maken gebruikt. Gebruik de functie Gemengde media om omslagen te definiëren voor afdruktaken die geen boekjes zijn. OPMERKING: Raadpleeg Hulpprogramma s voor meer informatie over Gemengde media. Raadpleeg pagina 31 voor informatie over Boekje maken. Boekje maken: Vooromslag Geen/Op voorkant afdrukken/ Op achterkant afdrukken/ Op beide kanten afdrukken/ Blanco voor- en achterkant Opmaak (Win) Opmaak 2 (Mac) Geef op of u aan het begin van het boekje een vooromslag wilt afdrukken. Kies Op voorkant afdrukken als u alleen op de voorzijde van het vooromslag wilt afdrukken. Kies Op achterkant afdrukken als u alleen op de achterzijde van het vooromslag wilt afdrukken. Selecteer Op beide kanten afdrukken als u op de voorzijde en de achterzijde van het vooromslag wilt afdrukken. OPMERKING: Deze optie is beschikbaar wanneer u de afdrukoptie Boekje maken gebruikt. Gebruik de functie Gemengde media om omslagen te definiëren voor afdruktaken die geen boekjes zijn. OPMERKING: Raadpleeg Hulpprogramma s voor meer informatie over Gemengde media. Geef Blanco voor- en achterkant op als u een leeg vooromslag wenst. Raadpleeg pagina 31 voor meer informatie over Boekje maken. Helderheid 85% Lichtst/90% Lichter/ 95% Licht/100% Normaal/ 105% Donker/110% Donkerder/ 115% Donkerst Afbeelding (Win) Afbeelding 1 (Mac) Selecteer 85% voor een aanzienlijk lichtere afdruk, 115% voor een aanzienlijk donkerdere afdruk of een tussenliggend percentage voor een andere helderheid. Aanpassing voor centreren XY-centrering/ X-centrering onder Opmaak (Win) Opmaak 2 (Mac) Geef op hoe de afbeeldingen moeten worden gepositioneerd op de pagina (ten opzichte van de X- en Y-as) bij het afdrukken van boekjes. Zie pagina 33 voor meer informatie. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar met de afdrukoptie Boekje maken ingeschakeld.

13 AFDRUKOPTIES 13 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie CMYK-simulatiemethode Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/ Snel/Volledig (Bron VGR)/ Volledig (Uitvoer VGC) Met tweerichtingscommunicatie Snel/ Volledig (Bron VGR)/ Volledig (Uitvoer VGC) ColorWise Selecteer Snel als u eendimensionale overdrachtcurven wilt gebruiken om de dichtheidsuitvoer aan te passen aan afzonderlijke kleurkanalen. Selecteer Volledig (Bron VGC) voor een meer volledige en nauwkeurige simulatie. Volledig (Bron VGC) past colorimetrische transformaties toe die zowel de tint als de uitvoerdensiteit aanpassen. Deze optie levert uitvoer op die dezelfde hoeveelheid zwart behoudt als het brondocument. Selecteer Volledig (Uitvoer VGC) als u dezelfde simulatiemethode wilt toepassen als Volledig (Bron VGC), met dit verschil dat de geproduceerde uitvoer een hoeveelheid zwart heeft die wordt bepaald door het uitvoerprofiel. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie. CMYK-simulatieprofiel Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/geen/ DIC/Euroscale/ISO Gecoat/ ISO Niet-gecoat/ JMPA ver.2 (EFI)/ Japan Color 2001 type 1 (EFI)/ SWOP-Gecoat (EFI)/ TOYO Offset Gecoat 2.0/ Simulatie 1-10/ColorWise UIT Met tweerichtingscommunicatie DIC (EFI)/Euroscale (EFI)/ ISO Gecoat/ISO Niet-gecoat/ JMPA ver.2 (EFI)/ Japan Color 2001 type 1 (EFI)/ SWOP-Gecoat 2.0/ TOYO Offset Gecoat 2.0/ Geen/ColorWise-UIT ColorWise Geef de te gebruiken richtwaarde van de simulatie op voor de huidige taak. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie. Collationeren Aan/Uit Afwerking (Win) Afwerking 1 (Mac) Geef aan hoe afdruk- of kopieertaken met meerdere pagina s moeten worden uitgevoerd.

14 AFDRUKOPTIES 14 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Kleurmodus CMYK/Grijswaarden (Windows PCL-stuurprogramma) OF Afdrukmodus Standaardkleuren/ Aangepaste kleuren/ Grijswaarden (Windows PostScriptprinterstuurprogramma en Mac OS X-printerstuurprogramma) ColorWise Bepaald de kleurmodus voor de huidige afdruktaak. Selecteer CMYK, Standaardkleuren of Aangepaste kleuren voor een kleurendocument. Selecteer Grijswaarden voor een document in grijswaarden of in zwartwit. Selecteer Geavanceerde instellingen om andere kleurenafdrukopties in te stellen, waaronder Zwarte overdruk, Grijswaarden alleen met zwart afdrukken en Zwarte tekst/ lijntekeningen. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Scheidingen combineren Aan/Uit ColorWise Als u kleurscheidingen afdrukt vanuit een DTP-toepassing, hebt u de volgende mogelijkheden: Selecteer Aan als u kleurscheidingen wilt combineren op één pagina. Het resultaat is één pagina overgedrukte kleuren die het drukwerk met filmscheidingen van een pers simuleert. Selecteer Uit als u kleurscheidingen wilt weergeven als afzonderlijke zwartwitpagina s die elk een kleurenelement vertegenwoordigen. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Samengestelde overdruk Aan/Uit ColorWise Hiermee geeft u op hoe de kleuren van overlappende afbeeldingen moeten worden afgedrukt. Selecteer Aan om een combinatie van voorgrond- en achtergrondkleuren af te drukken wanneer objecten elkaar overlappen. Selecteer Uit om het achtergrondobject te verbergen wanneer afbeeldingen elkaar overlappen. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. OPMERKING: Doorgaans worden overlappende objecten/tekst standaard verdrongen in toepassingen. Als u de optie Samengestelde overdruk wilt gebruiken, moet u eerst de instellingen in de brontoepassing wijzigen. Aantal afdrukken Taakinfo Hiermee geeft u het aantal exemplaren op dat u van de taak wilt afdrukken.

15 AFDRUKOPTIES 15 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Aanpassing voor opkruipen Geen/Normaal/Dik Opmaak (Win) Opmaak 2 (Mac) Opkruipen gebeurt bij het afdrukken van boekjes met een groot aantal pagina s of op dikke media. Gebruik deze optie om afbeeldingen aan te passen die mogelijk verschuiven ten opzichte van het midden van het vel bij boekjes. Zie pagina 34 voor meer informatie. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar met de afdrukoptie Boekje maken ingeschakeld. Selecteer Normaal voor boekjes met een groot aantal pagina s. Selecteer Dik voor boekjes die u afdrukt op een dik of zwaar medium. Dubbelzijdig afdrukken Uit/Boven-Boven/Boven-Onder Opmaak (Win) Opmaak 1 (Mac) Geef aan of een taak enkelzijdig of dubbelzijdig (duplex) moet worden afgedrukt, door de afdrukstand van de afgedrukte pagina s op te geven. Zie pagina 35 voor meer informatie. Bedrukte zijde omlaag Aan/Uit Afwerking (Win) Afwerking 1 (Mac) Selecteer Aan om het document op de bovenzijde van het vel papier af te drukken. Selecteer Uit om het document op de onderzijde van het vel papier af te drukken (het document wordt uitgevoerd uit de kopieermachine met de tekstzijde naar beneden). Katern maken - Afwerken Uit/Vouwen en nieten/alleen vouwen Opmaak (Win) Opmaak 2 (Mac) Geef op of u de taak wilt nieten en vouwen of alleen vouwen. Er moet een afwerkeenheid zijn geïnstalleerd om deze optie te gebruiken. Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over de installatie van afwerkeenheden.

16 AFDRUKOPTIES 16 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie FreeForm: Master maken Geen/1-100 VDP Als u een FreeForm-modelbestand wilt maken van uw taak, geeft u een nummer op dat moet worden toegewezen aan het FreeForm-modelbestand. Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie. Door Tweerichtingscommunicatie in te schakelen, kunt u uit FreeForm-modellen kiezen. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over het inschakelen van Tweerichtingscommunicatie. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het maken van FreeForm-modellen in Command WorkStation. FreeForm: Voorbeeld master Klik hier om een voorbeeld weer te geven VDP Klik hier om een afbeelding met lage resolutie aan te maken van het geselecteerde FreeForm-model. U kunt deze optie alleen selecteren als Master gebruiken vooraf ingeschakeld is. Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie. FreeForm: Master gebruiken Geen/1-100 VDP Geef voor afdruktaken met variabele gegevens het FreeForm-model op dat voor de taak moet worden gebruikt. Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie. Door Tweerichtingscommunicatie in te schakelen, kunt u uit FreeForm-modellen kiezen. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over het inschakelen van Tweerichtingscommunicatie. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van FreeForm-modellen in Command WorkStation.

17 AFDRUKOPTIES 17 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Glansniveau Uit/Aan Afbeelding (Win) Afbeelding 2 (Mac) Selecteer Aan als u wilt dat de afbeelding glanst en licht weerkaatst als een foto. Perforeren Uit/2 gaatjes/3 gaatjes/4 gaatjes Afwerking (Win) Afwerking 3 (Mac) Geef op of u twee, drie of vier gaatjes wilt. (Gebruik de afzonderlijke optie Perforeerpositie om de positie van de gaatjes op te geven.) Beeldkwaliteit Normaal/Beste Afbeelding (Win) Afbeelding 1 (Mac) Kies het type van de afbeeldingskwaliteit voor de afdruktaak. De afbeeldingskwaliteit beïnvloedt de kwaliteit en de fijnheid van de afbeeldingen in de taak. Beeldverschuiving Uit/Aan Afwerking (Win) Beeldvershuiving (Mac) Selecteer Aan om een afbeelding op de pagina aan te passen voor dubbelzijdig afdrukken en om afwerkingsopties mogelijk te maken, zoals nieten of perforeren. Zie pagina 40 voor meer informatie. Beeldverschuiving: Voor/achterkant uitlijnen Uit/Aan Beeldverschuiving: Eenheden inches/mm/punten Afwerking (Win) Beeldverschuiving (Mac) Afwerking (Win) Beeldverschuiving (Mac) Selecteer Aan om de voorpagina uit te lijnen met de achterpagina, wanneer Beeldverschuiving wordt gebruikt. Geef de maateenheid op voor het gebruik van Beeldverschuiving. Zie pagina 40 voor meer informatie. Zie pagina 40 voor meer informatie. Beeldverfijning Uit/Aan Afbeelding (Win) Afbeelding 1 (Mac) Selecteer Aan om korrelige uitvoer zoveel mogelijk te beperken wanneer u afbeeldingen met een lage resolutie afdrukt. Als u Aan selecteert, wordt beeldverfijning toegepast op alle afbeeldingen.

18 AFDRUKOPTIES 18 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Inslagreductie Uit/Aan Opmaak (Win) Opmaak 3 (Mac) Gebruik deze optie om de paginainhoud van boekjes te schalen, om zo weinig mogelijk papier te verbruiken en ervoor te zorgen dat alle inhoud van de pagina s wordt afgedrukt. Selecteer Uit als u niet wilt dat de pagina-inhoud wordt geschaald. Als u Uit selecteert, is het mogelijk dat de inhoud ongewenst wordt afgekapt. Selecteer Aan als de oorspronkelijke documentgrootte op hetzelfde papierformaat moet worden afgedrukt door het afbeeldingsgebied met maximum de helft te verminderen. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar met de afdrukoptie Boekje maken ingeschakeld. Raadpleeg pagina 31 voor informatie over Boekje maken. Als de optie Inslagreductie op Uit staat, moet u zorgen dat u met de optie Afdrukgrootte de werkelijke afdrukgrootte van uw document selecteert. Instructies Taakinfo (Win) Eigendomsgegevens (Mac) Typ instructies voor de operator met betrekking tot de taak. Dit veld is beperkt tot 127 tekens (alfanumerieke en speciale tekens). Handmatig dubbelzijdig Uit/Aan Opmaak (Win) Opmaak 3 (Mac) Geef op of u het papier in de lade voor handmatige invoer handmatig wilt laden. Zie pagina 36 voor meer informatie. Mediakwaliteit gecoat 1 Instelling apparaat gebruiken/ Gecoat 1A ( g/m²)/ Gecoat 1B ( g/m²) Mediakwaliteit aangepast 1-5 Instelling apparaat gebruiken/ Gewoon A (64-80 g/m²)/ Gewoon B ( g/m²)/ Gewoon C/Gewoon-Speciaal 1/ Gewoon-Speciaal 2/ Kringloop A (64-80 g/m²)/ Kringloop B ( g/m²) Mediakwaliteit zwaar 1 Instelling apparaat gebruiken/ Zwaar 1A g/m²/ Zwaar 1B g/m²/ Zwaar 1 - Speciaal 1/ Zwaar 1 - Speciaal 2 Media (Win) Media 3 (Mac) Media (Win) Media 3 (Mac) Media (Win) Media 4 (Mac) Geef een instelling voor de mediakwaliteit op voor Gecoat 1. Selecteer Instellingen apparaat gebruiken om de media te gebruiken die ingesteld zijn in de kopieermachine. Geef een instelling voor de mediakwaliteit op voor Aangepast 1-5. Selecteer Instellingen apparaat gebruiken om de media te gebruiken die ingesteld zijn in de kopieermachine. Geef een instelling voor de mediakwaliteit op voor Zwaar papier 1. Selecteer Instellingen apparaat gebruiken om de media te gebruiken die ingesteld zijn in de kopieermachine. Raadpleeg de documentatie bij de kopieermachine voor meer informatie over mediaclassificaties. Raadpleeg de documentatie bij de kopieermachine voor meer informatie over mediaclassificaties. Raadpleeg de documentatie bij de kopieermachine voor meer informatie over mediaclassificaties.

19 AFDRUKOPTIES 19 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Mediakwaliteit zwaar 2 Instelling apparaat gebruiken/ Zwaar 2A/Zwaar 2B/ Zwaar 2C/Zwaar 2D/ Zwaar 2E - Envelop/ Zwaar 2 - Speciaal 1/ Zwaar 2 - Speciaal 2 Mediakwaliteit gewoon Instelling apparaat gebruiken/ Gewoon A (64-80 g/m²)/ Gewoon B ( g/m²)/ Gewoon C/Gewoon-Speciaal 1/ Gewoon-Speciaal 2 Media (Win) Media 4 (Mac) Media (Win) Media 4 (Mac) Geef een instelling voor de mediakwaliteit op voor Zwaar papier 2. Selecteer Instellingen apparaat gebruiken om de media te gebruiken die ingesteld zijn in de kopieermachine. Geef een instelling voor de mediakwaliteit op voor Gewoon papier. Selecteer Instellingen apparaat gebruiken om de media te gebruiken die ingesteld zijn in de kopieermachine. Raadpleeg de documentatie bij de kopieermachine voor meer informatie over mediaclassificaties. Raadpleeg de documentatie bij de kopieermachine voor meer informatie over mediaclassificaties. Mediakwaliteit kringloop Instelling apparaat gebruiken/ Kringloop A (64-80 g/m²)/ Kringloop B ( g/m²) Media (Win) Media 4 (Mac) Geef een instelling voor de mediakwaliteit op voor Kringlooppapier. Selecteer Instellingen apparaat gebruiken om de media te gebruiken die ingesteld zijn in de kopieermachine. Raadpleeg de documentatie bij de kopieermachine voor meer informatie over mediaclassificaties.

20 AFDRUKOPTIES 20 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Mediatype Instelling apparaat gebruiken/ Gewoon ( g/m²)/ Gewoon zijde 2 ( g/m²)/ Etiketten 1 ( g/m²)/ Etiketten 2 ( g/m²)/ Kringloop ( g/m²)/ Gecoat 1 ( g/m²)/ Gecoat 1 zijde 2 ( g/m²)/ Gecoat 2 ( g/m²)/ Gecoat 2 zijde 2 ( g/m²)/ Gecoat 2 ( g/m²)/ Gecoat 2 zijde 2 ( g/m²)/ Zwaar 1 ( g/m²)/ Zwaar 1 zijde 2 ( g/m²)/ Zwaar 2 ( g/m²)/ Zwaar 2 zijde 2 ( g/m²)/ Zwaar 2 ( g/m²)/ Zwaar 2 zijde 2 ( g/m²)/ Geperforeerd ( g/m²)/ Tabblad 1 ( g/m²)/ Tabblad 2 ( g/m²)/ Aangepast 1 (64-98 g/m²)/ Aangepast 2 (64-98 g/m²)/ Aangepast 3 (64-98 g/m²)/ Aangepast 4 (64-98 g/m²)/ Aangepast 5 (64-98 g/m²)/ Transparant Media (Win) Media 1 (Mac) Geef het mediatype op waarop u het document wilt afdrukken. Selecteer Instellingen apparaat gebruiken om de media te gebruiken die ingesteld zijn in de kopieermachine. De instellingen voor zijde 2 passen de temperatuur van de fuser tijdens dubbelzijdig afdrukken automatisch aan de tweede zijde aan. U kunt de verschillende opties van Mediakwaliteit gebruiken om specifieke mediatypes die u vaak of voor afdrukken met gemengde media gebruikt, verder in te delen. Gespiegeld Uit/Aan Opmaak Selecteer Aan om het spiegelbeeld van uw afdruktaak af te drukken (van rechts naar links). voor Mac- of PCL-afdrukken. Gemengde media Klikken om te definiëren Media (Win) Gemengde media (Mac) Klik op Definiëren om de mediatypen op te geven die voor specifieke pagina s of paginabereiken worden gebruikt, of voor het drukken van voor- en achteromslagen op speciale media. Raadpleeg Hulpprogramma s voor informatie over het gebruik van Gemengde media. Opmaak N per vel 1 per vel/2 per vel/4 per vel/ 6 per vel/9 per vel/16 per vel Opmaak Geef een pagina-indeling voor de taak op. Opmerkingen 1/Opmerkingen 2 Taakinfo (Win) Eigendomsgegevens (Mac) Gebruik de velden Opmerkingen om informatie over de taak in te voeren. De maximale lengte van het veld Opmerking bedraagt 31 tekens.

21 AFDRUKOPTIES 21 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Verschuivingsmodus Standaardwaarde van printer/aan/uit Afwerking (Win) Afwerking 2 (Mac) Selecteer deze optie om de taak te verschuiven. Afdrukstand Staand/Liggend Opmaak Geef afdrukstand Staand (breedte<hoogte) of Liggend (breedte>hoogte) voor het document op. Deze optie is alleen beschikbaar voor Windows-afdrukken. Afdrukstand negeren Staand/Liggend Opmaak 1 Geef Staand (breedte<hoogte) of Liggend (breedte>hoogte) op om de afdrukstand van het document te vervangen. Deze optie is alleen beschikbaar voor Mac-afdrukken. Uitvoerprofiel Mediaprofiel gebruiken/ Standaard van server gebruiken/ Uitvoerprofiel gebruiken: Uitvoer-1/ Uitvoer-2/Uitvoer-3/Uitvoer-4/ Uitvoer-5/Uitvoer-6/Uitvoer-7/ Uitvoer-8/Uitvoer-9/Uitvoer-10 ColorWise Geef het uitvoerprofiel op voor de taak. Selecteer Mediaprofiel gebruiken om automatisch het mediaprofiel te gebruiken dat aan een afdruktaak toegewezen is. Selecteer Standaard van server gebruiken om het in Color Setup gekozen standaarduitvoerprofiel te gebruiken. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie. Selecteer Uitvoerprofiel gebruiken om aangepaste profielen te gebruiken die beschikbaar zijn op het vervolgmenu. Opvangbak Autom. selecteren/opvangbak/ Bovenste afwerkopvangbak/ Stapel-afwerkopvangbak/ Katernopvangbak Afwerking (Win) Afwerking 1 (Mac) Geef de uitvoerlade voor uw afdruktaak op. Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over de installatie van optionele laden en afwerkeenheden. Paginavolgorde Vooruit/Achteruit Afwerking (Win) Afwerking 1 (Mac) Selecteer Vooruit om het document vanaf de eerste pagina tot de laatste pagina af te drukken. Selecteer Achteruit om het document vanaf de laatste pagina tot de eerste pagina af te drukken.

22 AFDRUKOPTIES 22 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Paginaformaat 8,5x11/8,5x11 SEF/A4/A4 SEF/A5/ A5 SEF/B5/B5 SEF/9x11/A4-omslag/ 8,5x13 SEF/8,5x14 SEF/B4 SEF/ A3 SEF/11x17 SEF/12x18 SEF/ SRA3 SEF/13x19 SEF/4x6 SEF/ 5x7 SEF/Grootte van aangepaste pagina (PostScript)/Aangepast (PCL) Media Geef het paginaformaat op dat in het oorspronkelijke document is gedefinieerd. LEF staat voor Long Edge Feed (staande afdrukstand); SEF staat voor Short Edge Feed (liggende afdrukstand). voor Mac-afdrukken. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over aangepaste paginaformaten. Papierbron Autom. selecteren/lade 1/ Lade 2/Lade 3/Lade 4/ Lade 5 (handmatige invoer)/ Lade 6/Lade 6 (Extra groot)/ Media (Win) Papierafhandeling (Mac) Geef de papierlade op voor de taak. Met de instelling Autom. selecteren wordt automatisch de lade met het opgegeven papierformaat voor de taak gekozen. Lade1-4 en Lade 6 worden gebruikt om te printen met de op de kopieermachine gekozen mediakwaliteit. Lade 5 (handmatige invoer) invoer wordt gebruikt om te printen met de in het printerstuurprogramma geselecteerde mediakwaliteit. Lade 6 (Extra groot) wordt gebruikt voor afdruktaken op groot formaat. Om Lade 6 en Lade 6 (Extra groot) te kunnen gebruiken, moeten deze opties eerst geïnstalleerd zijn. Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over de installatie van optionele laden en afwerkeenheden. Grijswaarden alleen met zwart afdrukken (CMYK) Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/uit/ Tekst/lijntekeningen/ Tekst/lijntekeningen/afbeeldingen Met tweerichtingscommunicatie Uit/Tekst/lijntekeningen/ Tekst/lijntekeningen/afbeeldingen ColorWise Selecteer deze instellingen om een CMYK-afdruktaak af te drukken met alleen zwarte toner in plaats van verwerkt zwart. Selecteer Tekst/lijntekeningen om tekst en grafische elementen (vectorafbeeldingen) in grijswaarden weer te geven met alleen zwart, wanneer cyaan=0, magenta=0 en geel=0 en de waarde voor zwart (K) tussen 1 en 100 ligt. Selecteer Tekst/lijntekeningen/ afbeeldingen om tekst, grafische elementen (vectorafbeeldingen) en afbeeldingen (gerasterde afbeeldingen) in grijswaarden weer te geven met alleen zwart, wanneer cyaan=0, magenta=0 en geel=0 en de waarde voor zwart (K) tussen 1 en 100 ligt. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Deze optie is bedoeld om toner efficiënt te gebruiken door alleen zwarte toner te gebruiken (in plaats van verwerkt zwart). De optie is ook bedoeld om klikkosten te beperken (er worden slechts kosten voor zwart-wit aangerekend in plaats van kosten voor vier keuren zoals bij verwerkt zwart). Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie.

23 AFDRUKOPTIES 23 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Grijswaarden alleen met zwart afdrukken (RGB) Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/uit/ Tekst/lijntekeningen/ Tekst/lijntekeningen/afbeeldingen Met tweerichtingscommunicatie Uit/Tekst/lijntekeningen/ Tekst/lijntekeningen/afbeeldingen Master afdrukken Standaardwaarde van printer/nee/ja ColorWise VDP Selecteer deze instellingen om een RGBafdruktaak af te drukken met alleen zwarte toner in plaats van verwerkt zwart. Selecteer Tekst/lijntekeningen om tekst en afbeeldingen (vectorafbeeldingen) in grijswaarden af te drukken met alleen zwart in plaats van verwerkt zwart, wanneer de kleuren in de drie kanalen met gelijke waarden gedefinieerd zijn, bijvoorbeeld rood=128, groen=128 en blauw = 128. Selecteer Tekst/lijntekeningen/ afbeeldingen om tekst, vectorafbeeldingen en gerasterde afbeeldingen in grijswaarden af te drukken met alleen zwart, wanneer de kleuren in de drie kanalen met gelijke waarden gedefinieerd zijn, bijvoorbeeld rood=128, groen=128 en blauw = 128. Voor beide instellingen kunnen de RGB-waarden variëren van R=0, G=0, B=0 tot R=255, G=255, B=255. Wanneer u een model maakt met FreeForm (of andere toepassingen voor variabele gegevens) gebruikt u deze optie om uw model te verifiëren of te bevestigen. Selecteer Ja om een modelpagina af te drukken. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Deze optie is bedoeld om toner efficiënt te gebruiken door alleen zwarte toner te gebruiken (in plaats van verwerkt zwart) en om de klikkosten te beperken (er worden slechts kosten voor zwart-wit aangerekend in plaats van kosten voor drie keuren zoals bij verwerkt zwart). De optie is bijzonder nuttig voor PowerPoint en ander toepassingen van Microsoft die de conversie van RGB naar grijswaarden niet altijd correct registreren. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie. Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie. OPMERKING: Er gelden toepasselijke klikkosten wanneer u het model afdrukt. Paginaranden afdrukken Uit/Aan Opmaak Selecteer Aan om paginaranden af te drukken wanneer N-op-N opmaak ingesteld is op 2-op-1 of groter. OPMERKING: Deze optie is niet beschikbaar voor PostScriptafdrukken in Windows.

24 AFDRUKOPTIES 24 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Afdrukwachtrij-actie Afdrukken/Afdrukken en blokkeren/ Verwerken en blokkeren Taakinfo Selecteer Afdrukken om de taak direct na het afdrukken te verzenden. Selecteer Afdrukken en blokkeren om het rasterbestand na het afdrukken te bewaren. Selecteer Verwerken en blokkeren om de taak te verwerken (RIPpen) maar niet afdrukken. Met deze instellingen kunt u sneller afdrukken en kunt u een afdrukvoorbeeld bekijken met behulp van Command WorkStation of het aanraakscherm van de kopieermachine: Wanneer een taak met meerdere sets met behulp van Afdrukken en blokkeren wordt verzonden, wordt een enkele set van de taak afgedrukt en blijven de rastergegevens van de taak in de wachtrij. U kunt de eerste afdruk dan reviseren, de taak in de blokkeringswachtrij selecteren en het aantal exemplaren opgeven dat u wilt afdrukken (zonder de gegevens opnieuw te verwerken). Wanneer u Verwerken en blokkeren selecteert, worden de rastergegevens verwerkt en wordt de taak toegevoegd aan de blokkeringswachtrij. U kunt de taak dan selecteren in Command WorkStation of op de kopieermachine (zonder de gegevens opnieuw te verwerken). Afdrukformaat Gelijk aan documentgrootte/8,5x11/ 8,5x11 SEF/A4/A4 SEF/A5/A5 SEF/ B5/B5 SEF/9x11/A4-omslag/ 8,5x13 SEF/8,5x14 SEF/B4 SEF/ A3 SEF/11x17 SEF/12x18 SEF/ SRA3 SEF/13x19 SEF/4x6 SEF/5x7 SEF Media (Win) Media 5 (Mac) Gebruik deze optie om het werkelijke formaat op te geven van het papier in de lade van de kopieermachine waar de taak wordt afgedrukt. LEF staat voor Long Edge Feed (staande afdrukstand); SEF staat voor Short Edge Feed (liggende afdrukstand). Watermerken afdrukken: Alleen eerste pagina Aan/Uit Stempel Selecteer Aan als u alleen op de eerste pagina van de taak een watermerk wilt afdrukken. Deze optie is alleen beschikbaar in de printerstuurprogramma s voor Windows. Watermerken afdrukken: Transparant Aan/Uit Stempel Selecteer Transparant om watermerken af te drukken als transparante tekst (alleen PCL). Deze optie is alleen beschikbaar in de printerstuurprogramma s voor Windows.

25 AFDRUKOPTIES 25 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Printerrastermodus Standaardwaarde van printer/ 200 punten/ 200 lijnen gedraaid/ Verbeterde tekst & lijntekeningen/ Verbeterde tekst Perforeerpositie Geen/Links/Rechts/Boven Afbeelding (Win) Afbeelding 1 (Mac) Afwerking (Win) Afwerking 3 (Mac) Selecteer een vooraf gedefinieerd halftoonraster om de lijnen per inch in te stellen van het raster dat wordt gebruikt tijdens het afdrukken. Selecteer Punten gegroepeerd voor tekst=200 punten, Lijntekeningen=200, Afbeelding=200 punten. Selecteer 200 Lijnen gedraaid voor Tekst=200 lijnen, Lijntekeningen= 200 lijnen, Afbeelding=200 lijnen. Selecteer Verbeterde tekst & lijntekeningenvoor Tekst=300 lijnen, Lijntekening=300 lijnen, Afbeelding=200 punten. Selecteer Verbeterd voor Tekst= 300 lijnen, Lijntekening=200 punten, Afbeelding=200 punten. Geef de perforeerpositie voor de taak op. (Gebruik de afzonderlijke optie Perforeerpositie om het aantal gaatjes op te geven.) Witte PPT-achtergrond wissen Uit/Aan VDP Selecteer Aan wanneer u PowerPoint gebruikt om met FreeForm variabele gegevens aan te maken.

26 AFDRUKOPTIES 26 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Weergavestijl Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/ Fotografisch/Presentatie/ Relatieve kleurmeting/ Absolute kleurmeting Met tweerichtingscommunicatie Fotografisch/Presentatie/ Relatieve kleurmeting/ Absolute kleurmeting ColorWise Geef een standaard kleurweergavebibliotheek (CRD) op om te gebruiken wanneer u afbeeldingen, objecten en tekst afdrukt. Selecteer Fotografisch voor het afdrukken van foto s, met inbegrip van scans en foto s van digitale camera s. Selecteer Presentatie voor het afdrukken van illustraties en grafieken of voor gemengde pagina s met lijntekeningen en foto s. Selecteer Relatieve kleurmeting wanneer de kleuraanpassing belangrijk is maar u er de voorkeur aan geeft voor het afdrukken van witte kleuren het wit van het papier te gebruiken. Selecteer Absolute kleurmeting wanneer exacte kleuren nodig zijn en zichtbare grenzen niet storend werken. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie. RGB-scheiding Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/ Simulatie/Uitvoer Met tweerichtingscommunicatie Simulatie/Uitvoer ColorWise Selecteer Simulatie voor RGB-taken waarvoor u een uitvoerapparaat wilt simuleren dat niet het feitelijke afdrukapparaat is. Selecteer Uitvoer voor RGB-taken die u naar het uiteindelijke uitvoerapparaat afdrukt. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie.

27 AFDRUKOPTIES 27 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie RGB-bronprofiel Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/ Fiery RGB/ Standaardwaarde van Apple/ srgb (PC)/Adobe RGB (1998)/ ECI-RGB/EFIRGB/ Bron 1-10/Geen Met tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van Apple/ srgb (PC)/Adobe RGB (1998)/ ECI-RGB/Fiery RGB v5/efirgb/geen ColorWise Geef een definitie voor de bronkleurenruimte op voor het afdrukken van RGB-afbeeldingen, objecten en tekst. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie. 180 roteren Aan/Uit Opmaak (Win) Opmaak 1 (Mac) Geef op of u de pagina s van uw taak 180 graden wilt roteren. Schaal 100%/25-400% Opmaak Geef een ander vergrotings- of verkleiningspercentage voor de taak op. Het ondersteunde bereik gaat van 25 tot 400 procent. Zie pagina 40 voor meer informatie. Tussenvel Aan/Uit Paginaformaat tussenvel 8x11/8,5x11 SEF/A4/A4 SEF/A5/ A5SEF/B5/B5 SEF/9x11/A4-omslag/ 8,5x13 SEF/8,5x14 SEF/B4 SEF/A3 SEF/11x17 SEF/12x18 SEF/SRA3 SEF/ 13x19 SEF/4x6 SEF/5x7 SEF Media (Win) Media 2 (Mac) Media (Win) Media 2 (Mac) Geef op of een tussenvel moet worden ingevoegd tussen kopieën van pagina s of taken op meerdere exemplaren. Wanneer Tussenvel is ingesteld op Aan, gebruikt u deze optie om het paginaformaat voor het tussenvel op te geven. LEF staat voor Long Edge Feed (staande afdrukstand); SEF staat voor Short Edge Feed (liggende afdrukstand). Deze optie geldt alleen voor niet gesorteerde of gecollationeerde taken. Papierbron tussenvellen Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4/ Lade 5 (handmatige invoer)/lade 6/ Lade 6 (Extra groot) Media (Win) Media 2 (Mac) Geef de papierlade op voor de tussenvellen. Om Lade 6 en Lade 6 (Extra groot) te kunnen gebruiken, moeten deze opties eerst geïnstalleerd zijn. Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over de installatie van optionele laden en afwerkeenheden.

28 AFDRUKOPTIES 28 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Steunkleuraanpassing Zonder tweerichtingscommunicatie Standaardwaarde van printer/aan/uit Met tweerichtingscommunicatie Aan/Uit ColorWise Selecteer Uit als u opgegeven PANTONE-kleuren in de taak wilt afdrukken met de huidige instelling voor CMYK-simulatie en CMYKsimulatiemethode. Selecteer Aan als u de PANTONEopzoektabel wilt activeren. De Fiery drukt de opgegeven PANTONEkleuren in de taak af door de CMYKafdruk te mengen tot dezelfde kleuren uit de PANTONE-bibliotheek. Kies Geavanceerde instellingen om toegang te krijgen tot deze optie. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie. Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het instellen van tweerichtingscommunicatie. Modus voor nietmachine Uit/Links onder enkel/ Rechts onder enkel/ Links boven enkel/ Rechts boven enkel/links dubbel/ Onder dubbel/rechts dubbel/ Boven dubbel/ondermidden/ Links midden/rechts midden/ Boven midden Afwerking (Win) Afwerking 1 (Mac) Geef aan hoe kopieertaken met meerdere pagina s/taken op meerdere exemplaren worden geniet. Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over de installatie van optionele laden en afwerkeenheden. Kleurvervanging Uit/Aan ColorWise Selecteer Aan om de waarden voor kleurvervanging te gebruiken die gedefinieerd zijn in de module Spot-On van ColorWise Pro Tools. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie. Tabverschuiving Uit/Aan Media (Win) Media 1 (Mac) In het Windowsprinterstuurprogramma is deze optie beschikbaar in Gemengde media: Omslag definiëren of Paginabereik definiëren. Tekst/lijntekeningen verfijnen Standaardwaarde van printer/aan/uit Afbeelding (Win) Afbeelding 1 (Mac) Geef op of u de randen van tekst of vectorafbeeldingen scherper wilt laten uitkomen. Kwaliteit tekst/lijntekeningen Normaal/Beste Afbeelding (Win) Afbeelding 2 (Mac) Kies het type van de tekst/ lijntekeningenskwaliteit voor de afdruktaak. De kwaliteit van de tekst/ afbeeldingen beïnvloedt de kwaliteit en de fijnheid van tekst en afbeeldingen in de taak, in ruil voor snelheid.

29 AFDRUKOPTIES 29 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Transparant + tussenblad Uit/Aan Media (Win) Media 2 (Mac) Selecteer Aan om meerdere transparanten af te drukken, gescheiden door lege pagina s gewoon papier. Papierbron transp. tussenbl. Lade 1/Lade 2/Lade 3/Lade 4/ Lade 5 (handmatige invoer)/lade 6/ Lade 6 (Extra groot) Media (Win) Media 2 (Mac) Geef een papierlade op voor transparant + tussenblad. Om Lade 6 en Lade 6 (Extra groot) te kunnen gebruiken, moeten deze opties eerst geïnstalleerd zijn. Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over de installatie van optionele laden en afwerkeenheden. Lade-uitlijning Uit/Aan Media (Win) Media 1 (Mac) Selecteer Aan om de functie ladeuitlijning in te schakelen, zodat u de positie van tekst en afbeeldingen op de pagina kunt aanpassen om ze correct uit te lijnen voor dubbelzijdig afdrukken. Raadpleeg Hulpprogramma s voor informatie over het inschakelen van lade-uitlijning. Gebruikersauthenticatie: Ik ben een gastgebruiker Aan/Uit Taakinfo Als Gebruikersauthenticatie ingeschakeld is, selecteert u deze optie om afdrukrechten voor gastgebruikers toe te staan. Afdrukken door gastgebruikers moet zijn ingesteld op Aan in de Fiery. Gebruikersauthenticatie: Wachtwoord Voer een wachtwoord in Taakinfo Als Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op de Fiery, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord opgeven om de taak te kunnen afdrukken. Als u aangemeld bent op een Windows-systeem, kunt u automatisch uw Windowsaanmelding gebruiken. In het andere geval typt u het lokale wachtwoord of het wachtwoord van het domein. Selecteer voor Mac OS Eigendomsgegevens en voer in de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord de aanmeldinformatie in. Gebruikersauthenticatie: Gebruikersinformatie opslaan Uit/Aan Taakinfo Selecteer Aan om de informatie over uw gebruikersnaam en wachtwoord op te slaan voor latere sessies. Gebruikersauthenticatie: Windowsaanmelding gebruiken Aan/Uit Taakinfo Als Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op de Fiery, selecteert u deze optie om automatisch uw Windows-gebruikersnaam en wachtwoord te gebruiken.

30 AFDRUKOPTIES 30 Opties en instellingen (standaardinstelling is onderstreept) Locatie van printerstuurprog ramma Beschrijving Vereisten, beperkingen en informatie Gebruikersauthenticatie: Gebruikersnaam Voer een gebruikersnaam in Taakinfo Als Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op de Fiery, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord opgeven om de taak af te drukken. Als u aangemeld bent op een Windows-systeem, kunt u automatisch uw Windowsaanmelding gebruiken. In het andere geval typt u het lokale wachtwoord of het wachtwoord voor het domein. Selecteer voor Mac OS Eigendomsgegevens en voer in de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord de aanmeldinformatie in. Watermerken Geen/VERTROUWELIJK/KOPIE/ CONCEPT/ORIGINEEL/GEHEIM Stempel Geef op of u een standaardwatermerk voor uw taak wilt afdrukken. Selecteer Nieuw als u uw eigen watermerk wilt maken. Deze optie is alleen beschikbaar in de printerstuurprogramma s voor Windows. Om alleen op de eerste pagina een watermerk af te drukken, gebruikt u de afzonderlijke optie Watermerken afdrukken: Alleen eerste pagina.

31 AFDRUKOPTIES 31 Aanvullende informatie In de volgende secties wordt aanvullende informatie gegeven over afdrukopties. Raadpleeg de tabel die begint op pagina 9 voor meer informatie over de instellingen, vereisten en beperkingen van deze opties. Automatisch overvullen Overvullen is een afdruktechniek waarbij sommige objecten lichtjes groter of kleiner worden afgedrukt dan u hebt opgegeven in een toepassing, om zo witte randen rond objecten te vermijden. Deze witte randen of kralen kunnen het gevolg zijn van factoren zoals registerfouten, de fysieke eigenschappen van de toners en de stijfheid van de media. De functie Automatisch overvullen biedt u geavanceerde instellingen voor het overvullen en geeft u volledige controle over de instellingswaarden. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie. Boekje maken Gebruik de functie Boekje maken om de pagina s van de afdruktaak in een speciale lay-out in te delen voor het vouwen of snijden na het afdrukken. Om de lay-out en media voor omslagen te bepalen, gebruikt u de opties Boekje maken Vooromslag, Achteromslag en Boekjesomslagbron. Om de positie van de afbeelding op de pagina aan te passen tegenover de X-as (horizontaal) en de Y-as (verticaal), gebruikt u de optie Aanpassing voor centreren. Zie pagina 33 voor meer informatie. Om het verschuiven van de afbeelding te corrigeren dat zich kan voordoen wanneer boekjes een groot aantal pagina s tellen of op zware media worden gedrukt, gebruikt u de optie Aanpassing voor opkruipen. Zie pagina 34 voor meer informatie. OPMERKING: Aangepaste papierformaten worden niet ondersteund bij het maken van boekjes. De volgende lay-outs voor boekjes worden ondersteund: Geen: De taak wordt afgedrukt zonder inslagfuncties voor boekjes. Door de rug geniet: Kies deze instelling om volledige documenten af te drukken die in de volgorde voor een boekje worden gevouwen en geniet. Afgewerkte pagina s kunnen in de middenvouw of rug worden geniet of genaaid. Voor Achter Door de rug geniet

32 AFDRUKOPTIES 32 Door de rug geniet (rechts bind.): Deze optie is identiek aan Door de rug geniet, behalve dat de volgorde van de pagina s van rechts naar links gaat. Voor Achter Door de rug geniet (rechts bind.) boekje Op de rug gesneden: Kies deze instelling om volledige documenten af te drukken die in de volgorde voor een boekje worden gevouwen en geniet. Afgewerkte pagina s worden aan elkaar genaaid om ze te kappen of te lijmen. Op de rug gesneden (rechts bind.): Deze optie is identiek aan Op de rug gesneden, behalve dat de volgorde van de pagina s van rechts naar links gaat. Voor Achter Op de rug gesneden Combineren - Dubbele afdruk: Kies deze instelling om een taak zo af te drukken dat de gegevens van de eerste pagina op het eerste vel worden gekopieerd. Het volgende vel dupliceert de gegevens op de tweede pagina, enzovoort Wanneer elk van de afgedrukte kopieën doormidden wordt gekapt, heeft men twee volledige reeksen van hetzelfde document. Enkelzijdig Dubbelzijdig (duplex) Alleen voor Voor Achter

33 AFDRUKOPTIES 33 Combineren - Snelle afdruk: Kies deze instelling om een afdruktaak te versnellen, zodat bij het stapelen en snijden van de vellen vanuit de centrale positie de taak in volgorde wordt genummerd en gescheiden als twee stapels. De afdrukvolgorde is zodanig dat wanneer ze doormidden worden gekapt, men ze kan combineren om het volledige document te krijgen, met een kortere afdruktijd. Enkelzijdig Dubbelzijdig (duplex) Alleen voor Voor Achter Aanpassing voor centreren Gebruik deze optie om op te geven hoe u de afbeelding op de pagina wilt positioneren tegenover de X-as (horizontaal) en de Y-as (verticaal). OPMERKING: OPMERKING: Aanpassing voor centreren is alleen beschikbaar als optie als Boekje maken geselecteerd is. De volgende tabel toont de instellingen van Aanpassing voor centreren: Aanpassing voor centreren Beeldpositionering op pagina XY-centrering Plaatst de afbeelding in het midden van de pagina. X-centrering onder Plaatst de afbeelding gelijk met de linkerzijde van de pagina.

34 AFDRUKOPTIES 34 Aanpassing voor opkruipen Opkruipen gebeurt bij boekjes met een groot aantal pagina s of op dikke media. Wanneer de vellen worden gevouwen om afzonderlijke pagina s te vormen, veroorzaakt elke vouw een kleine, toenemende verschuiving naar de rand van de pagina toe. Gebruik deze optie bij taken voor boekjes om afbeeldingen aan te passen die mogelijk verschuiven ten opzichte van het midden van het vel. Opkruipen Uit: Kies deze instelling om boekjes af te drukken zonder aanpassingen. Normaal: Kies deze instelling om boekjes met een groot aantal pagina s op normale media af te drukken. Dik: Kies deze instelling om boekjes op dikke media af te drukken. OPMERKING: Zelfs als u op het menu Aanpassen voor opkruipen Dik selecteert, zal de taak nog altijd op normaal papier worden afgedrukt als u geen dik papier hebt opgegeven in het menu Mediatype. OPMERKING: Om deze optie te gebruiken, moet de optie Boekje maken op Boekje staan en de optie Dubbelzijdig afdrukken op Boven-Boven.

35 AFDRUKOPTIES 35 Dubbelzijdig De Fiery en de kopieermachine zijn uitgerust voor automatisch dubbelzijdig (duplex) afdrukken. Wanneer de afdrukoptie Dubbelzijdig afdrukken ingesteld is op een van de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken, draait de kopieermachine het papier automatisch om op de andere zijde af te drukken. PAGINA S AUTOMATISCH DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN 1 Kies Afdrukken in uw toepassing en zoek de optie voor dubbelzijdig afdrukken. De plaats waar u de afdrukopties van de Fiery kunt vinden, is afhankelijk van het printerstuurprogramma dat u gebruikt. 2 Kies een instelling voor dubbelzijdig afdrukken. Boven-Boven: Drukt de bovenzijde van de afbeelding af op Zijde 1 tegen dezelfde paginarand als de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 2. Boven-Onder: Drukt de bovenzijde van de afbeelding af op Zijde 1, aan de tegenovergestelde paginarand van de bovenzijde van de afbeelding op Zijde 2. De volgende tabel toont hoe instellingen voor dubbelzijdig afdrukken overeenkomen met de afgedrukte uitvoer: Boven-Boven Boven-Onder Staand Liggend Druk de taak af.

36 AFDRUKOPTIES 36 Handmatig dubbelzijdig De Fiery en de kopieermachine zijn uitgerust voor handmatig dubbelzijdig (duplex) afdrukken. Handmatig dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund met Lade 5 (handmatige invoer) of Lade 6 (Extra groot) als papierbron. Wanneer u een taak handmatig dubbelzijdig afdrukt, vraagt de Fiery u om de vereiste handmatige stappen uit te voeren en worden berichten getoond die u helpen als er fouten optreden. Gebruik de volgende procedure om de pagina s te oriënteren voor handmatig dubbelzijdig afdrukken. EEN HANDMATIGE DUBBELZIJDIGE TAAK AFDRUKKEN 1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2 Stel de afdrukopties als volgt in: Handmatig dubbelzijdig (tabblad Opmaak) = Aan Bedrukte zijde omlaag (tabblad Afwerking) = Bedrukte zijde omhoog Papierbron (tabblad Media) = Lade 5 (handmatige invoer) of Lade 6 (Extra groot) 3 Druk de taak af. De even pagina s worden afgedrukt. 4 Noteer de oriëntatie van de pagina s voor u het papier uit de uitvoerlade verwijdert. 5 Als u uit Lade 5 (handmatige invoer) afdrukt, verwijdert u het ongebruikte papier uit de lade. 6 Draai de pagina s om, met de bedrukte zijde naar omlaag, en plaats ze in dezelfde lade die u voor de eerste zijde gebruikt hebt. Afhankelijk van de manier waarop u de pagina s laadt, kunt u de tweede zijde met dezelfde oriëntatie afdrukken als de eerste (Boven-Boven), of 180 graden gedraaid tegenover de eerste (Boven-Onder). Boven-Boven Boven-Onder Staand Liggend

37 AFDRUKOPTIES 37 Om Boven-Boven af te drukken, geeft u de pagina s dezelfde oriëntatie als in de uitvoerlade, behalve dat u de bedrukte zijde naar omlaag legt. Als de pagina s bijvoorbeeld ondersteboven en bedrukte zijde omhoog liggen, laadt u ze ondersteboven en bedrukte zijde omlaag. Draai de pagina s niet. Laad ze in dezelfde richting (lange zijde eerst of korte zijde eerst) als bij het drukken van zijde 1. OPMERKING: De onderstaande illustraties tonen pagina s met staande ligging die LEF (staande afdrukstand) afgedrukt worden. Boven-Boven afdrukken Uitvoerlade Invoerlade Om Boven-Onder af te drukken, draait u de pagina s 180 graden en leg u ze met de bedrukte zijde omlaag. Boven-Onder afdrukken Uitvoerlade Invoerlade 7 Voor Lade 6 (Extra groot) drukt u op de startknop op het aanraakscherm van de kopieermachine. Lade 5 (handmatige invoer) detecteert dat de pagina s geladen zijn, zodat u niet op start moet drukken. De oneven pagina s worden afgedrukt. OPMERKING: Voor met Impose ingeslagen taken moet u de pagina s altijd langs de lange zijde van de pagina draaien.

38 AFDRUKOPTIES 38 Berichten van Fiery voor handmatig dubbelzijdig (duplex) afdrukken Tijdens het handmatig dubbelzijdig afdrukken toont de Fiery berichten die u helpen om de taken uit te voeren. Deze berichten worden beschreven in de volgende tabel. Wanneer dit gebeurt Wordt dit bericht getoond Opmerkingen Afdrukken van zijde 1 van lade 6 is voltooid. Afdrukken van zijde 1 uit Lade 5 (handmatige invoer is voltooid). Er is een papierstoring opgetreden tijdens het afdrukken van zijde 2 uit Lade 6. Er is een papierstoring opgetreden tijdens het afdrukken van zijde 2 uit Lade 5 (handmatige invoer). Afdrukken van zijde 1 is voltooid. Ga als volgt te werk om zijde 2 af te drukken: 1. Verwijder de afdrukken van zijde 1 uit de uitvoerlade. 2. Draai de uitvoer om en leg deze met de bedrukte zijde naar omlaag in Lade 6. Afdrukken van zijde 1 is voltooid. Ga als volgt te werk om zijde 2 af te drukken: 1. Verwijder de afdrukken van zijde 1 uit de uitvoerlade. 2. Draai de uitvoer om en leg deze met de bedrukte zijde naar omlaag in Lade 5 (handmatige invoer). 1. Verwijder de uitvoer uit de uitvoerlade en leg deze opzij. Deze uitvoer zal later met andere uitvoer gecombineerd worden om een volledige stapel te maken. 2. Open Lade Verwijder de afgedrukte vellen uit Lade 6 en leg ze opzij. U zult later verzocht worden deze vellen opnieuw te laden. 4. Laad blanco vellen in Lade Sluit Lade Verwijder de uitvoer uit de uitvoerlade en leg deze opzij. Deze uitvoer zal later met andere uitvoer gecombineerd worden om een volledige stapel te maken. 2. Verwijder de afgedrukte vellen uit Lade 5 (handmatige invoer) en leg ze opzij. U zult later verzocht worden deze vellen opnieuw te laden. 3. Laad blanco vellen in Lade 5 (handmatige invoer). Als u niet het juiste aantal pagina s laadt, vraagt de Fiery u om het juiste papierformaat en papiertype te laden. Als u niet het juiste aantal pagina s laadt, vraagt de Fiery u om het juiste papierformaat en papiertype te laden.

39 AFDRUKOPTIES 39 Wanneer dit gebeurt Wordt dit bericht getoond Opmerkingen De pagina s van zijde 2 die vanwege een papierstoring opnieuw moesten worden afgedrukt, zijn met succes afgedrukt uit Lade 6. De pagina s van zijde 2 die vanwege een papierstoring opnieuw moesten worden afgedrukt, zijn met succes afgedrukt uit Lade Verwijder de afdrukken van zijde 1 uit de uitvoerlade. 2. Draai de uitvoer om en leg deze op de afgedrukte vellen die u uit Lade 6 verwijderd hebt. 3. Open Lade Laad de volledige stapel in Lade 6, met de bedrukte zijde naar omlaag. 5. Sluit Lade Na het afdrukken verwijdert u de afdrukken uit de uitvoerlade en combineert u ze met de daarnet opzij gelegde stapel. 1. Verwijder de afdrukken van zijde 1 uit de uitvoerlade. 2. Draai de uitvoer om en leg deze op de afgedrukte vellen die u uit Lade 5 (handmatige invoer) verwijderd hebt. 3. Laad de volledige stapel in Lade 5 (handmatige invoer), met de bedrukte zijde naar omlaag. 4. Na het afdrukken verwijdert u de afdrukken uit de uitvoerlade en combineert u ze met de daarnet opzij gelegde stapel.

40 AFDRUKOPTIES 40 Beeldverschuiving In Beeldverschuiving kunt u opgeven hoe ver de afbeelding op elke pagina moet worden verschoven langs de X-as (horizontaal) en de Y-as (verticaal). Door de inhoud van de taak op deze manier te verschuiven, kunt u rekening houden met diverse afwerkingsopties, zoals nieten en binden. Beeldverschuiving voorkomt dat de afbeelding wordt afgekapt. OPMERKING: OPMERKING: Deze optie geldt alleen voor taken met een N-op-N opmaak van 1-op-1. BEELDVERSCHUIVING VOOR EEN AFDRUKTAAK DEFINIËREN 1 Klik in het printerstuurprogramma op de optiebalk Beeldverschuiving. 2 Selecteer de maateenheid. 3 Typ in de velden X-as en Y-as de instellingen voor de verschuiving van de afbeelding op de voorzijde en de achterzijde. U kunt de instellingen van de afbeelding ook kiezen met behulp van de pijltjestoetsen. OPMERKING: De maximumwaarde voor zowel de X-as als de Y-as is 999,99 punten/ 13,89 inches/352,77 mm. 4 Selecteer Voor- en achterkant uitlijnen om de afbeeldingen op de voor- en achterzijde passend uit te lijnen. 5 Klik op OK. Schaal De operator kan het vergrotings- of verkleiningspercentage vervangen, maar de vervanging wordt toegepast op alle vergrotings- of verkleiningspercentages die al in de actieve taak zijn ingesteld. Als een gebruiker bijvoorbeeld een taak verzendt met een verkleiningspercentage van 50% en de operator een vervanging van 300% instelt, wordt de taak afgedrukt op 150% van de oorspronkelijke documentgrootte, namelijk 50% van 300%.