Specialistische reanimatie van kinderen - met de basale reanimatie van kinderen door gespecialiseerde zorgprofessionals

Transcriptie

1 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde zorgprofeiona 7 83

2 Nederande Reanimatie Raad Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde zorgprofeiona Introductie Dit hoofdtuk bevat de richtijnen van baae en peciaitiche reanimatie van kinderen door mediche profeiona Deze richtijnen zijn bedoed voor kinderen van ae eeftijden, met uitzondering van de reanimatie van kinderen bij de geboorte. Veranderingen in de richtijnen van de peciaitiche reanimatie van kinderen In de baae reanimatie: De duur van de inpiratoire fae van beademing tijden baae reanimatie i 1 econde. Het beoordeen van puatie i onbetrouwbaar. Daarom berut het beuit om te tarten met thoraxcompreie aeen op de afwezigheid van tekenen van even. In de peciaitiche reanimatie: Het i niet mogeijk om op bai van 1 enkee voorpeende factor een betrouwbaar beuit te nemen om de reanimatie te taken. In de behandeing van een erntig ziek kind: Bij een kind met koort zonder tekenen van hock, moet de zorgverener terughoudend zijn met het intravacuair toedienen van vocht. In de behandeing van ritmetoornien zonder circuatietitand: De behandeing van ritmetoornien bij een kind met hock i in deze richtijn opgenomen. De eerte hock bij cardioverie van upraventricuaire tachycardie i 1 J/kg. 84

3 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde zorgprofeiona In de pot-reanimatiefae In de pot-reanimatiefae kan het kind vogen een temperatuuramanagementprotoco met normothermie of mide hypothermie worden behanded. Koort moet vermeden of agreief behanded worden. Preventie van circuatietitand bij kinderen Bij kinderen komt een ecundaire circuatietitand a gevog van repiratoir faen of hock vaker voor dan een primaire circuatietitand door een ritmetoorni. Afyctiche oorzaken van circuatietitand komen ook vaak voor bij jonge vowaenen (bijv. verdrinking, trauma, intoxicatie). De kan op overeving van circuatietitand i kein; vroegtijdige herkenning en directe adequate behandeing van een erntig bedreigd kind kunnen een circuatietitand voorkomen en zijn du van evenbeang. Herkennen van een erntig bedreigd kind De vogorde van de beoordeing van een erntig bedreigd kind gaat vogen de ABCDE-methode. Ek probeem dat tijden de beoordeing aan het icht komt, moet direct behanded worden, voordat de beoordeing wordt voortgezet. De teameider moet hierop toezien. Ae eden van het team moeten bekend zijn met de ABCDEprincipe. Een poedinterventieteam voor kinderen en het gebruik van een coringyteem (bijv. the paediatric eary warning core/pews) kunnen de incidentie van ademhaing- en circuatietitand bij kinderen verminderen. Naat vroegtijdige detectie van een achteruitgang zijn de hierop vogende interventie eentiee om de morbiditeit en mortaiteit van erntig zieke en gewonde kinderen te verminderen. Tekenen van repiratoir faen (A + B) Te hoge of te age ademfrequentie voor de eeftijd Toegenomen ademarbeid, zoa intrekkingen, neuveugeen, tridor, wheeze, kreunen, en gebruik van hupademhaingpieren Afgenomen teugvoume, zich uitend in een oppervakkige ademhaing, verminderde thoraxexcurie en verminderd of geen ademgerui bij aucutatie Hypoxemie (met of zonder extra zuurtof), zichtbaar a cyanoe, maar bij voorkeur gemeten met een aturatiemeter Sytemiche effecten zoa tachycardie of bradycardie, beekheid, en verminderd bewutzijn 85

4 Nederande Reanimatie Raad Onder bepaade omtandigheden (bijv. neuroogiche aandoeningen, pierziekten en intoxicatie waarbij het kind niet in taat i om de ademarbeid te verhogen) kan repiratoir faen betaan zonder boventaande tekenen. Ook door uitputting kunnen de tekenen van verhoogde ademarbeid verminderen. Verchijneen van hock (C) Tachycardie of bradycardie Afgenomen perifere perfuie (zwakke of afwezige perifere puatie, verengde capiaire refitijd, beekheid, gemarmerde huid en age huidtemperatuur) Sytemiche effecten zoa tachypneu, bradypneu en verminderd bewutzijn Veraagde ytemiche boeddruk Afgenomen urineproductie Onder bepaade omtandigheden (bijv. eptiche hock en anafyaxie - ziektebeeden die eiden tot vaodiatatie) kan hock met toegenomen povoume en roodheid gepaard gaan. Metaboe acidoe en verhoogde boedactaatwaarde Hartfaen kan, naat bovengenoemde verchijneen van hock, ook eiden tot ongoedeem, een vergrote ever en getuwde havenen. Bij zowe repiratoir faen a hock zijn bradycardie en verminderd bewutzijn ate en omineuze tekenen. De behandeing van repiratoir faen en hock Luchtweg en beademing Open de uchtweg en geef 100% zuurtof. Beadem zo nodig met gezichtmaker en baon. Maak hierbij zo nodig gebruik van een orofaryngeae airway, arynxmaker of ander upragottich device, gevogd door endotracheae intubatie en beademing. Suit een aturatiemeter aan. Gebruik capnografie om de poitie van de endotracheae tube en de adequaatheid van beademing te monitoren. Circuatie Suit bij het kind atijd aan: een aturatiemeter, ECG-monitor en boeddrukmeting. Beoordee het kind frequent. Breng een intraveneuze toegang of botnaad in. 86

5 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Geef een vochtbou (kritaoïd) 20 m/kg. Wee voorzichtig met vochtbouen bij een vermoeden van hartfaen (myocarditi, cardiomyopathie). Wee bij een kind met koort zonder tekenen van hock, terughoudend met het intravacuair toedienen van vocht. Gebruik geen gucoehoudende voeitoffen behave bij bewezen hypogykemie. Gebruik iotone kritaoïde voeitoffen a initiëe vochtbou voor ae vormen van hock. Ringer actaat heeft de voorkeur boven NaC 0,9% in verband met agere choorbeating. Gebruik een protoco voor maae tranfuie bij hypovoemiche hock op bai van acuut maaa boedverie. Overweeg de toediening van vaoactieve middeen, inotropica en anti-aritmica. Herbeoordee het kind frequent. Aanvuende monitoring (arteriëe en centraaveneuze drukmeting, arteriëe en centraa-veneuze boedgaanaye, ander aboratoriumonderzoek en echocardiografie) zijn vaak nodig om het kind optimaa te bewaken en te behandeen. Vogorde van handeen bij baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde zorgprofeiona 1 Zorg ervoor dat uzef en het kind in een veiige omgeving zijn. 2 Kijk of het kind reageert: Schud het kind voorzichtig en preek het kind uid aan. Schud het kind niet bij verdenking van ete van de wervekoom. Roep dan aeen. 3a A het kind reageert door te bewegen, huien of antwoord te geven: Laat het kind in de poitie waarin u het heeft gevonden, mit het daar niet in verder gevaar verkeert. Beoordee de ichameijke toetand en haa hup. Herbeoordee het kind frequent. 3b A het kind niet reageert: Roep om hup. Draai het kind voorzichtig op de rug. 87

6 Nederande Reanimatie Raad Maak de uchtweg open door het hoofd achterover te kanteen en de kin op te tien a vogt: Paat 1 hand op het voorhoofd en kante het hoofd zachtje naar achteren. Paat tegeijkertijd 2 vinger onder het benige gedeete van de mandibua en ti deze op (head-tit/chin-iftmanoeuvre). Duw niet op weke deen onder de kin (dit kan de uchtweg juit bokkeren), (Figuur 1 en 2). Baae Reanimatie van kinderen (voor profeiona) Kind reageert niet Roep hup Open de uchtweg Ademhaing niet normaa Geef 5 initiëe beademingen Laat 112 of reanimatieteam been Geen tekenen van circuatie? 15 bortcompreie 2 beademingen ALLEEN? Na 1 minuut be 112 of reanimatieteam

7 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen De jaw-thrut i na een head-tit/chin-ift manoeuvre aeen geïndiceerd bij een kind met thoraxbewegingen, bij wie de head-tit/chin-iftmanoeuvre niet tot een open bovente uchtweg eidt: paat de eerte 2 vinger van iedere hand aan weerzijden op de ramu van de mandibua. Duw deze naar voren. Open de uchtweg met aéén de jaw-thrutmanoeuvre (zonder het hoofd te kanteen) a u denkt dat het kind nekete heeft kunnen opopen. Mocht het niet ukken om de uchtweg op deze manier te openen, kante dan het hoofd voorzichtig zo min mogeijk naar achteren totdat de uchtweg we open i. 4. Houd de uchtweg open; kijk, uiter en voe naar normae ademhaing door uw gezicht vak bij dat van het kind te houden en naar de thorax te kijken: Kijk of de thorax omhoogkomt. Luiter boven de mond en neu van het kind of u een ademhaing hoort. Voe met uw wang of er uchttroom i. Gedurende enkee minuten na het onttaan van een circuatietitand kan het kind nog trage, irreguiere ademteugen nemen. Dit i geen normae ademhaing Kijk, uiter en voe maximaa 10 econden voordat u beit of het kind normaa ademt. A u twijfet, hande dan aof het kind niet normaa ademt. 5a A het kind we normaa ademt: Leg het kind in tabiee zijigging. Bij trauma: overweeg immobiiatie van het hoofd en cervicae wervekoom in de neutrae poitie. Stuur iemand om hup te haen of ga zef roep bijvoorbeed om een ambuance of het reanimatieteam. Herbeoordee frequent (bijv. eke minuut) of de ademhaing normaa bijft. Figuur 1 Figuur 2 89

8 Nederande Reanimatie Raad 5b A het kind niet normaa ademt: Verwijder voorzichtig duideijk zichtbare voorwerpen die de uchtweg bokkeren. Geef 5 beademingen met uitgeademde ucht of gezichtmaker en baon. Beoordee de effectiviteit van de beademing bij iedere poging door te kijken naar het omhoogkomen van de thorax. Let er tijden deze beademingen op of het kind reageert op uw actie door te kokhazen of hoeten. De aan- of afwezigheid van deze reactie maakt onderdee uit van uw beoordeing van tekenen van even (zie ater in dit hoofdtuk). Een zuigeing beademen, (Figuur 3): Zorg dat de uchtweg open bijft met een van de hierboven bechreven methoden en houd daarbij het hoofd in de neutrae poitie. Adem in, paat uw ippen uitend om de mond en neu van het kind, zodat er geen ucht kan ontnappen. Mocht het kind te groot zijn om uw ippen om zowe zijn mond a neu te uiten, dan beademt u aeen via de neu terwij u de mond uit, of beadem aeen via de mond terwij u de neu uit. Baa gedurende 1 econde rutig in de mond en/of neu; de thorax moet omhoogkomen zoa bij een normae ademhaing. Haa uw mond van het kind terwij de ucht weer vrijkomt. De thorax zakt weer naar beneden. Adem tuen iedere beademing weer in en geef in totaa 5 beademingen zoa hierboven bechreven. Beoordee het effect door te kijken of de thorax op en neer gaat zoa bij normae ademhaing. Doe 5 pogingen om effectief te beademen en beoordee vervogen de circuatie. Figuur 3 Figuur 4 90

9 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Een kind ouder dan 1 jaar beademen, (Figuur 4): Zorg dat de uchtweg open bijft met een van de hierboven bechreven methoden. Knijp het zachte gedeete van de neu dicht met uw duim en wijvinger van de hand die op het voorhoofd igt. Open de mond een beetje, maar bijf de kin omhoog tien. Adem in, paat uw ippen uitend om de mond van het kind, zodat er geen ucht kan ontnappen. Baa gedurende 1 econde rutig in de mond; de thorax moet omhoogkomen zoa bij een normae ademhaing. Haa uw mond van die van het kind terwij de ucht weer vrijkomt. De thorax zakt weer naar beneden. Adem tuen iedere beademing weer in en geef in totaa 5 beademingen zoa hierboven bechreven. Beoordee het effect door te kijken of de thorax op en neer gaat zoa bij normae ademhaing. Doe 5 pogingen om effectief te beademen en beoordee vervogen de circuatie. A u moeite heeft met beademen, kan de uchtweg gebokkeerd zijn: Controeer of u de handeing om de uchtweg te openen correct uitvoert, in het bijzonder of u de nek niet overtrekt. Open de mond van het kind en verwijder zichtbare obtructie. Veeg niet bind met uw vinger in de mond van het kind. A het met de head-tit/chin-iftmanoeuvre niet ukt om de ademweg open te maken, probeer dan de jaw-thrutmanoeuvre. Doe 5 pogingen om effectieve beademingen te geven. A het niet ukt om thoraxexcurie te bereiken, ga direct over tot thoraxcompreie. 6 Beoordee de circuatie: Beoordee tekenen van even gedurende maximaa 10 econden. Dit zijn bewegingen, hoeten, of normae ademhaingen (du geen gapen of trage, onregematige ademhaingen) en reactie a braken of kokhazen. A u ervoor kiet om de puatie te beoordeen, doe dit dan maximaa 10 econden. Het beoordeen van puatie i onbetrouwbaar en daarom berut het beuit om te tarten met thoraxcompreie aeen op de afwezigheid van tekenen van even. 7a A u binnen 10 econden ervan overtuigd bent dat tekenen van even aanwezig zijn: Ga zo nodig door met beademen totdat het kind zef effectief begint te ademen. Leg het kind in tabiee zijigging a het bewuteoo bijft. 91

10 Nederande Reanimatie Raad Herbeoordee het kind frequent. 7b A er geen tekenen van even zijn of u twijfet: Begin met thoraxcompreie. Combineer beademingen met thoraxcompreie in een verhouding van 2 beademingen tot 15 compreie. Thoraxcompreie bij ae kinderen: Bij ae kinderen worden thoraxcompreie op de onderte heft van het ternum gegeven. Lokaieer de proceu xiphoideu; deze bevindt zich in de hoek waar de inker- en rechteronderkant van de ribbenboog bij ekaar komen. Begin de thoraxcompreie een vingerbreedte hierboven. Zo vermijdt u het indrukken van de bovenbuik. Druk het ternum tot minten een derde van de thorax in. Wee niet bang om te hard te drukken druk hard en ne. Geef thoraxcompreie in een frequentie van /minuut Laat het ternum na eke thoraxcompreie weer heemaa omhoogkomen voordat u een vogende compreie geeft. Verie gedurende de thoraxcompreie nooit het contact met het ternum. Na 15 thoraxcompreie, open de uchtweg en geef 2 beademingen. Ga door met het geven van thoraxcompreie en beademingen met een ratio van 15:2. Thoraxcompreie bij zuigeingen: Wanneer een hupverener aeen i, drukt hij op de onderte heft van het ternum in met 2 vingertoppen. Twee of meer hupverener gebruiken de Thaertekchniek, (Figuur 5): Paat beide duimen pat tegen ekaar op de onderte heft van het ternum. De toppen van de duimen wijzen naar boven. Omcirke met de vinger geoten het onderte dee van de thorax. De vingertoppen teunen de rug van het kind. De techniek van Thaer i effectiever dan het gebruik van 2 vinger. Duw het ternum bij beide methode tot minten een derde van de thorax in (ongeveer 4 cm). Thoraxcompreie bij kinderen ouder dan 1 jaar: Paat de hie van uw hand op de onderte heft van het ternum (zie boven). Ti uw vinger op zodat u geen druk uitoefent op de ribben van het kind. Poitioneer uzef verticaa boven de thorax, en duw met getrekte arm het ternum 92

11 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Xiphoid proce Sternum (ower haf ) Figuur 5 tot minten een derde van de thorax in (ongeveer 5 cm), (Figuur 6). Bij grotere kinderen of in het geva van een keine hupverener moet u de hie van de tweede hand boven op de eerte paaten en de vinger in ekaar vouwen om vodoende druk uit te oefenen, ( Figuur 7). 8 Ga door met reanimeren tot: het kind tekenen van even aat zien (het kind bij bewutzijn komt, zich beweegt, zijn ogen opent en normaa begint te ademen); Figuur 6 Figuur 7 93

12 Nederande Reanimatie Raad de reanimatie door andere profeionee zorgverener wordt overgenomen; u uitgeput bent. AED Omdat circuatietitand bij kinderen en adoecenten meeta een repiratoire oorzaak heeft, moet baic ife upport (BLS) eert worden opgetart voordat u een AED of andere defibriator aanuit. Een uitzondering hierop i het kind of de adoecent die poteing coabeert bij wie een cardiae oorzaak waarchijnijk i. In dit geva zet u de AED zo poedig mogeijk in. Gezichtmaker en baonbeademing A de apparatuur en expertie aanwezig zijn, moet u tijden BLS het gezichtmaker en de baonbeademing toepaen, in paat van beademen met uitgeademde ucht. Aitentie roepen Het i van evenbeang dat hupverener zo ne mogeijk hup haen a een kind coabeert: Bij aanwezigheid van meer dan 1 hupverener tart de eerte de reanimatie op terwij een ander hup haat. Bij 1 hupverener reanimeer eert 1 minuut (5 cyci van bortcompreie en beademing) voordat u om hup roept. Neem een kein kind of zuigeing mee a u hup gaat haen, om de onderbreking van de reanimatie zo kort mogeijk te houden. Echter a u aeen bent, het kind poteing coabeert en u een cardiae oorzaak vermoedt, haa dan eert hup voordat u met de reanimatie begint. Er i dan zo ne mogeijk een AED of manuee defibriator nodig, aangezien het kind in dit geva mogeijk moet worden gedefibrieerd. 94

13 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde zorgprofeiona Speciaitiche reanimatie van kinderen Sachtoffer reageert niet Begin BLS 5 initiëe beademingen gevogd door 15:2 Onderbreek CPR zo min mogeijk Beoordee hartritme Waarchuw reanimatieteam (indien aeen: eert 1 min CPR) VF/VT 1 Schok 4J/kg manuee AED onder 8 jaar bij voorkeur aangepat aan kinderen ROSC PEA/Aytoie Geef direct adrenaine en herhaa eke 3-5 min Hervat onmiddeijk BLS gedurende 2 min Onderbreek CPR zo min mogeijk Pot-reanimatiebehandeing ABC benadering Optimae oxygenatie en beademing Aanvuend onderzoek Behande de onderiggende oorzaak Temperatuurmanagementprotoco Hervat onmiddeijk BLS gedurende 2 min Onderbreek CPR zo min mogeijk Gedurende CPR: Optimae baic ife upport met minimae onderbreking (frequentie, diepte en reaxatie) Geeft 100% zuurtof IV/IO toegang Geef adrenaine eke 3-5 minuten Overweeg intubatie met gebruik capnografie Ononderbroken thoraxcompreie na intubatie Corrigeer reveribee oorzaken Reveribee oorzaken Hypoxie Hypovoemie Hypo-/hyperkaiemie/metaboo Hypothermie Tenion (panning) pneumothorax Tamponade van het hart Toxinen Thrombo-emboie 95

14 Nederande Reanimatie Raad Vogorde van handeen bij peciaitiche reanimatie van kinderen. A een kind niet reageert en geen tekenen van even (ademhaing, hoeten of pontane beweging) toont: Ga door met de baae reanimatie. Zoa hierboven bechreven. Lo de hupverener die thoraxcompreie geeft, minten om de 2 minuten af, om kwaiteitverie door vermoeidheid te voorkomen. A en B Beadem met 100% zuurtof. Beadem met poitieve druk met 100% zuurtof met gezichtmaker en baon. Controeer of de thorax omhoogkomt. C Beoordee het hartritme en kijk naar tekenen van even Suit een ECG-monitor aan en beoordee het ritme. Paat de ECG-eektroden zodanig, dat ze een eventuee defibriatie niet beemmeren (zie onder). Ondercheid: aytoie of pooze eectriche activiteit (PEA) veru ventrikefibrieren (VF) of ventriketachycardie (VT). Circuatietitand met aytoie of PEA Dit komt het meet voor bij kinderen. Zorg voor intravacuaire toegang a het kind deze nog niet heeft. Gebruik hiervoor een intraveneuze toegang of een botnaad. De botnaad i even effectief en in vee omtandigheden neer dan een intraveneuze toegang. Geef adrenaine: Geef 10 microgram/kg intraveneu of intraoaa (0,1 m/kg van een 1: opoing). Denk ondertuen aan reveribee oorzaken en behande hierop zo nodig (4 H en 4 T, zie onder). Herhaa de cycu: Beoordee om de 2 minuten het ritme op de monitor. A aytoie of PEA periteert, geef 10 microgram/kg adrenaine intraveneu of intra-oaa om de 3 tot 5 minuten. 96

15 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Circuatietitand met aytoie/pea CPR 2 min 2 min 2 min 2 min 2 min 1º 2º 3º 4º 5º ROSC Adrenaine 10 μg/kg Adrenaine 10 μg/kg Adrenaine 10 μg/kg Beademen Oxygeneren IO/IV toegang Medicatie Intubatie = ritmecheck A circuatietitand periteert en het ritme verandert in VF of VT, defibrieer a hieronder bechreven. A het ECG georganieerde eektriche activiteit toont, controeer tekenen van even. A het kind tekenen van even aat zien, ga over op pot-reanimatiebehandeing. Circuatietitand met ventrikefibrieren of ventricuaire tachycardie (VF/VT) Defibrieer onmiddeijk met 1 chok van 4 J/kg. Ga door met thoraxcompreie en beademing terwij de defibriator wordt opgeaden. Zodra de defibriator i opgeaden, moet iedereen aftand houden en wordt de chok toegediend. De onderbreking van de thoraxcompreie moet zo kort mogeijk zijn (maximaa 5 econden). Begin meteen na de chok met 15 thoraxcompreie en hervat CPR zonder eert het ritme te beoordeen of naar puatie te voeen. Na 2 minuten: aad de defibriator en beoordee kort het ritme op de monitor. A VF of VT periteert, dien een tweede chok toe van eveneen 4J/kg. Onderbreek de thoraxcompreie zo kort mogeijk om het ritme te bepaen en te defibrieren (maximaa 5 econden). Begin meteen na de chok met 15 thoraxcompreie en hervat CPR zonder eert het ritme te beoordeen of naar puatie te voeen. Na 2 minuten: aad de defibriator en beoordee kort het ritme op de monitor. 97

16 Nederande Reanimatie Raad Circuatietitand met VF/VT CPR Shock 4J/kg Shock 4J/kg Shock 4J/kg Shock 4J/kg Shock 4J/kg Shock 4J/kg 2 min 2 min 2 min 2 min 2 min 2 min 2 min 1º 2º 3º 4º 5º 6º 7º ROSC Beademen Oxygeneren IO/IV toegang Medicatie Intubatie Adrenaine 10 μg/kg Adrenaine 10 μg/kg Adrenaine 10 μg/kg Amiodaron 5 mg/kg Amiodaron 5 mg/kg = opaden, ritmecheck en defibrieren A VF of VT nog periteert, dien een derde chok toe van eveneen 4 J/kg. Onderbreek de thoraxcompreie zo kort mogeijk om het ritme te bepaen en te defibrieren (maximaa 5 econden). Begin meteen na de derde chok met 15 thoraxcompreie en hervat CPR. Geef na de derde chok adrenaine (10 microgram/kg) en amiodaron (5 mg/kg) intraveneu of intraoaa. Ae tot hier toegediende chokken teen hierbij mee. Herhaa de cycu: Geef eke 2 minuten 1 chok van eveneen 4 J/kg. Geef eke 3-5 minuten adrenaine (10 microgram/kg). Geef nog 1 keer amiodaron (5 mg/kg) na de vijfde chok. Denk ondertuen aan en corrigeer reveribee oorzaken (4 H en T, zie onder). A aytoie onttaat, ga door met CPR en vog het agoritme voor circuatietitand met aytoie en PEA. A de chok initiee uccevo wa, maar VF/VT zonder puatie terugkeert, hervat direct CPR, geef amiodaron (a u die niet a 2 keer gegeven heeft) en defibrieer nogmaa. Overweeg een continu infuu met amiodaron. A een georganieerd hartritme onttaat, controeer tekenen van even. A het kind tekenen van even aat zien, ga over op pot-reanimatiebehandeing. 98

17 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Defibrieren Het gebruik van pakeektroden verdient de voorkeur. Bij gebruik van pakeektroden: paat de ene eektrode onder het rechter cavicua en de andere in de inker axia, (Figuur 8). Pak bij een kein kind 1 eektrode op de rug onder de inker capua en de andere op de voorkant van de thorax ink van het ternum. Gebruik bij voorkeur keinere pakeektroden (4,5 cm doornee) bij kinderen onder 10 kg en tandaardpakeektroden (8-12 cm doornee) bij grotere kinderen. Bij het gebruik van padde en gepad: druk de padde tevig aan tegen de thorax op dezefde paat a hierboven bechreven voor de pakeektroden. Gebruik een AED a een manuee defibriator niet bechikbaar i: Gebruik de tandaard-aed voor kinderen ouder dan 8 jaar. Gebruik bij voorkeur een voor kinderen aangepate AED bij kinderen van 1 tot 8 jaar. Het gebruik van een AED (bij voorkeur aangepat voor kinderen) i acceptabe voor kinderen onder 1 jaar, a er geen andere optie zijn. Figuur 8 99

18 Nederande Reanimatie Raad Nadere toeichting bij de richtijnen Baae reanimatie tijden peciaitiche reanimatie Ononderbroken kwaitatief goede baae reanimatie i van evenbeang. Onderbreek de thoraxcompreie en ventiatie zo kort mogeijk om het ritme te anayeren na 2 minuten baae reanimatie en/of te defibrieren. Het geven van thoraxcompreie i vermoeiend. De teameider moet de kwaiteit van de thoraxcompreie continu bewaken en teameden moeten ekaar iedere 2 minuten afoen voor de thoraxcompreie. Geef bij een geïntubeerde patiënt continu thoraxcompreie in een frequentie van /min. Beadem in een frequentie van 10 /min. Bijf hierbij de kwaiteit van de beademingen bewaken. Na ROSC beademen in een voor de eeftijd van het kind paende frequentie. Endotracheae tube en arynxmaker Aeen a het niet ukt om met een gezichtmaker en orofaryngeae airway te beademen, overweeg een arynxmaker of intubatie om adequate ventiatie te bewerkteigen. Aeen ervaren en bekwame hupverener mogen een kind intuberen voor het verkrijgen van een bijvend open uchtweg. Zorg tijden de intubatie voor geen of minimae onderbreking (maximaa 5 econden) van thoraxcompreie, beademing en andere handeingen. Bij een reanimatie heeft orae intubatie de voorkeur. In ervaren handen i een arynxmaker een aternatieve methode a maker- en baonbeademing en intubatie niet mogeijk zijn. Toedieningwegen voor medicijnen De botnaad i een veiige en effectieve toedieningweg. Bij een kind met een circuatietitand, mag de botnaad a eerte keu worden ingebracht naar de keuze van de hupverener. Pogingen tot een intraveneuze canuering mogen maximaa 60 econden duren, daarna moet een botnaad worden ingebracht. Via een botnaad kan ook beenmerg voor onderzoek van onder meer eektroieten worden afgenomen. De endotracheae toedieningweg voor adrenaine wordt niet meer aanbevoen. 100

19 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Medicijngebruik tijden de reanimatie Adrenaine De aanbevoen intravacuaire doi adrenaine i voor kinderen 10 microgram/ kg met een maximum van 1 mg. Tien microgram/kg komt overeen met 0,1 m/kg van een 1: opoing (1 mg in 10 m) adrenaine. Herhaa deze doi om de 3-5 minuten. Hogere doeringen dragen niet bij aan de overeving of kwaiteit van even na een reanimatie. Na uccevoe reanimatie kan een op het effect getitreerd continu infuu adrenaine nodig zijn. Adrenaine wordt bij VF/VT amen met amiodaron pa ná hervatten van thoraxcompreie na de derde chok toegediend. Amiodaron Geef bij circuatietitand met VF/VT een nee bou 5 mg/kg amiodaron na de derde chok. Een tweede doi wordt gegeven na de vijfde chok. Bij het behandeen van overige ritmetoornien moet amiodaron angzaam of a een continu infuu worden toegediend wegen het riico op hypotenie. Cacium Routinematig gebruik van cacium verbetert niet de outcome van circuatietitand. Cacium wordt aeen bij hypocaciëmie, hypermagneiëmie, hyperkaiëmie, erntige overdoering van caciumantagoniten en maae boedtranfuie geadvieerd. De aanbevoen doi i 0,12 mmo/kg caciumchoride. Natriumbicarbonaat Natriumbicarbonaat wordt niet routinematig gebruikt tijden een circuatietitand, maar heeft een paat bij hyperkaiëmie, overdoi van tricyciche antidepreiva of een angdurige circuatietitand met metaboe acidoe. De doi i 1-2 mmo/kg angzaam IV/IO. Vaopreine- teripreine Deze vaocontrictoren hebben mogeijk een paat in de behandeing van een circuatietitand die niet reageert op herhaade toediening van adrenaine. Lidocaïne Het gebruik van idocaïne wordt niet aanbevoen. End-tida CO 2 Meting van end-tida CO 2 (ETCO 2 ) i een goede methode om de paating van de endotracheae tube en de kwaiteit van beademing te controeren bij een kind, a er vodoende circuatie i. 101

20 Nederande Reanimatie Raad De ETCO 2 tijden circuatietitand i in het agemeen aag. Een ETCO 2 tijden reanimatie >15 mmhg (>2 kpa) kan een teken zijn van effectieve thoraxcompreie, maar er i onvodoende evidence voor het gebruik van ETCO 2 a een monitor van de kwaiteit van reanimatie of bij het beuit om de reanimatie te taken. Reveribee oorzaken van circuatietitand (4 H en 4 T ) De vogende reveribee oorzaken van circuatietitand moeten atijd vroeg tijden de reanimatie worden overwogen, en zo nodig worden behanded: Hypoxie Hypovoemie Hyper/hypokaiëmie, hypocaciëmie, acidoe en andere metaboe afwijkingen Hypothermie Tromboe (bijvoorbeed ongemboie/coronaire thrombu) Tenion (panning) pneumothorax Tamponade (harttamponade) Toxinen (intoxicatie) / iatrogene oorzaken In het bijzonder hypoxie en hypovoemie komen vaak voor bij kinderen met een circuatietitand. Eektroiettoornien en intoxicatie zijn vaak voorkomende oorzaken van VF/VT. Echocardiografie kan bijdragen aan het herkennen van oorzaken van circuatietitand bij kinderen. Het beang van echocardiografie moet worden afgewogen tegen het onderbreken van baae reanimatie. Voeen naar puatie Zef mediche profeiona kunnen niet betrouwbaar de aan- of afwezigheid van puatie vatteen bij kinderen. Het contateren dan we uituiten van circuatietitand kan daarom niet aeen worden gebaeerd op de aan- of afwezigheid van puatie. Pacing Cardiae pacing i niet effectief bij aytoie of bij ritmetoornien veroorzaakt door hypoxie of ichemie. Pacing kan effectief zijn bij inuknoopdifunctie en hartbok. Gucoe Monitoring van gucoe i onontbeerijk tijden de reanimatie van kinderen. Behande hypogykemie direct 102

21 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Extracorporea ife upport / oxygenatie Extracorporea ife upport (ECLS) of extracorporae membraanoxygenatie (ECMO) kunnen overwogen worden voor kinderen met een refractaire circuatietitand op bai van een potentiee reveribee oorzaak, mit deze behandeing ne getart kan worden. Aanwezigheid van ouder Vee ouder wien bij de reanimatiepoging van hun kind aanwezig zijn. Het functioneren van het reanimatieteam wordt in het agemeen niet nadeig beïnvoed door de aanwezigheid van ouder. In het uitzonderijke geva dat ouder de voortgang van de reanimatie hinderen, wordt hun verzocht weg te gaan. Bij voorkeur worden ouder tijden de gehee reanimatie onderteund door een verpeegkundige. De teameider van de reanimatie beuit wanneer de reanimatie te taken (dit beuiten de ouder du niet) en egt dit uit met gevoe en begrip. Stoppen van de reanimatie De kan op overeving neemt af met de duur van de reanimatie. In geva van een angdurige reanimatie moet onder eiding van de teameider worden overwogen de reanimatie te taken. Factoren die meegewogen moeten worden zijn: duur van de reanimatie; oorzaak van de circuatietitand; nevendiagnoe; eeftijd; paat van de circuatietitand; of het een witneed arret betreft; duur van harttitand zonder reanimatie; aanwezigheid van een chokbaar ritme; en bijzondere omtandigheden (bijv. verdrinking in ijkoud water, intoxicatie). A gevog van deze mutifactoriëe prognoe i het niet mogeijk om op wetenchappeijke bai te bepaen wanneer een reanimatie zinoo wordt. Aytoie gedurende meer dan 20 minuten ondank adequate peciaitiche reanimatie zonder reveribee oorzaak kan een reden zijn om de reanimatie te toppen. Redenen om de angdurige (> 20 min) reanimatie voort te zetten, kunnen zijn: reveribee oorzaken (4 H en 4 T ) nog niet vodoende hebben uitgeoten, of adequaat hebben behanded; een kerntemperatuur < 32 C; periterend VF/VT; anafyaxie. 103

22 Nederande Reanimatie Raad In geva van twijfe over het a dan niet toppen van de reanimatie, overeg met een kinderart. Pot-reanimatiebehandeing Een reanimatie topt niet bij ROSC (return of pontaneou circuation - terugkeer van pontane circuatie). De pot-reanimatiebehandeing, i een beangrijke chake in de keten van overeving. De principe van pot-reanimatiebehandeing bij kinderen zijn vergeijkbaar met die bij vowaenen. Het doe i het tabiieren van de hemodynamiek en het beperken van herenbechadiging. A en B Hyper- en hypoxemie zijn chadeijk na reanimatie. Titreer de geïnpireerde zuurtofconcentratie om een zuurtofaturatie te behouden tuen de 94 en 98%. Ventieer met een frequentie en teugvoume om normae end-tida CO 2 en PaCO 2 waarden te krijgen. Voorkom zowe hyperventiatie a hypoventiatie. Hyper- en hypocapnie na reanimatie hebben in het agemeen gezien geen bewezen voordeig effect op outcome en kunnen chadeijk zijn. Streef naar normocapnie. C Myocarddyfunctie komt vaak voor na reanimatie. Intravacuaire vuing, inotropica en vaoactieve middeen kunnen de hemodynamiek verbeteren. D Behande epieptiche aanvaen en controeer de gucoe Hypo- en hypergykemie zijn chadeijk na reanimatie. Het treven naar te trikte gucoewaarden kan ook chadeijk zijn, omdat mide hypergykemie minder chadeijk i dan hypogykemie. E Koort (gedefinieerd a ichaam temperatuur 37,6 C) na een reanimatie i chadeijk. Mide hypothermie (32-34 C) i veiig, maar het i niet bewezen dat dit de outcome verbetert. Handhaaf het temperatuurmanagementprotoco om zowe koort a erntige hypothermie (<32 C) te vermijden. Nabepreking Houd na de reanimatie een nabepreking met het team, zodat iedereen op een opbouwende wijze zijn opmerkingen kan uiten en zijn kiniche vaardigheden kan evaueren. 104

23 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Levenbedreigende ritmetoornien bij kinderen Initiëe behandeing Controeer tekenen van even (zie boven). Bij afwezige tekenen van even tart CPR. A het kind we tekenen van even toont, maar in hock i, behande a vogt: A en B Zorg voor een open uchtweg, dien 100% zuurtof toe en beadem indien nodig. C Suit een ECG-monitor aan Beoordee het ritme: I de frequentie te ne of te traag? I het ritme regematig of onregematig? I het QRS-compex ma/normaa (< 0,08 ec) of verbreed (>0,08 ec)? Bradycardie Bradycardie i meeta het gevog van hypoxie, acidoe of erntige hypotenie en kan ne overgaan in een circuatietitand. Geef direct 100% zuurtof en beadem indien nodig. A een kind in hock een hartfrequentie van < 60 /min heeft, die niet ne verbetert op beademing, tart thoraxcompreie en geeft adrenaine 10 microgram/kg. Cardiae pacing i niet effectief bij aytoie of aritmie veroorzaakt door hypoxie of ichemie. Pacing mag worden overwogen in geva van atrioventricuair bok of inuknoopdifunctie, die onvodoende reageert op beademing met zuurtof, thoraxcompreie en medicatie. Tachycardie Tachycardie met een ma of normaa QRS-compex Dit i meeta of een inutachycardie of een upraventricuaire tachycardie (SVT). Bij SVT mogen vagae manoeuvre (Vaava of duikrefex) geprobeerd worden, mit het kind geen tekenen van hock toont, of de manoeuvre de verdere behandeing niet vertragen. Adenoine i meeta effectief bij SVT, mit deze medicatie a een nee bou zo dicht bij het hart mogeijk wordt toegediend, gevogd door een fuh (zie onder). De eerte doi i 100 microgram/kg en de tweede doi 250 microgram/kg. A het kind tekenen van gedecompeneerde hock toont met een zeer terk verminderd bewutzijn, a dan de adenoine over en gebruik onmiddeijk een defibriator om het kind ynchroon te cardioverteren. 105

24 Nederande Reanimatie Raad Geynchronieerde eektriche cardioverie i ook geïndiceerd wanneer intravacuaire behandeing met adenoine niet mogeijk i of het kind in SVT bijft ondank adenoine. De eerte doi i 1 J /kg en vervogdoe zijn 2 J/kg. Een kind dat nog reageert op pijn, moet voor cardioverie eert worden geedeerd of onder narcoe gebracht. A het kind na 2 cardioveriepogingen in SVT bijft, vraag advie over overige anti-aritmica aan een kindercardiooog. Tachycardie met een verbreed QRS-compex Bij kinderen i een tachycardie met een verbreed QRS-compex zedzaam en i dit vaker een SVT dan een ventricuaire tachcardie (VT). Behande deaniettemin een kind met tekenen van hock met een tachycardie met een verbreed QRS-compex aof het een VT heeft. VT komt voora voor bij kinderen met een onderiggende hartafwijking (zoa na cardiochirurgie, bij cardiomyopathie, myocarditi, eektroiettoornien, ang QTyndroom en een centraa-veneuze ijn). Geynchronieerde eektriche cardioverie (1 J /kg, gevogd door 2 J /kg) i de behandeing van eerte keuze. Overweeg anti-aritmica (bijv. amiodaron) in overeg met een kindercardiooog a de tachycardie periteert na 2 cardioveriepogingen of de tachycardie na uccevoe cardioverie opnieuw optreedt. Medicatie bij ritmetoornien Adenoine Adenoine wekt een kortdurende (< 10 econde) aytoie en bokkade van de atrioventricuaire knop en wordt bij upraventricuaire tachycardie gebruikt. Geef adenoine in een nee bou gevogd door een fuh met ECG-bewaking bij voorkeur via een goed zittend infuu in de arm of een centrae vene. Wee voorzichtig met adenoine bij kinderen met reed betaand hartbok, een ang QT yndroom of een harttranpantatie. Atropine Atropine wordt aeen bij een periterende vagae bradycardie aanbevoen, waarbij de doi 20 microgram/kg i (minimumdoi 100 microgram). Er i geen wetenchappeijk bewij voor een voordeig effect van atropine op outcome bij poedintubatie van kinderen. Magneium Magneiumufaat 50 mg/kg (maximum 2 gram) wordt aeen bij gedocumenteerde hypomagneiëmie of poymorfe VT ( torade de pointe ) aanbevoen. 106

25 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde Baae reanimatie zorgprofeiona van vowaenen Bijzondere ituatie Hieronder bechrijven wij bijzondere ituatie die aanvuingen op het tandaardreanimatieprotoco vereien. Witneed arret met VF/pVT aan de monitor Geef een kind dat een witneed arret met VF/pVT heeft terwij het aan de monitor igt én er onmiddeijk gedefibrieerd kan worden, (bijv. op de hartkatheteriatiekamer of de intenive care), maximaa 3 chokken van 4 J/kg ne achter ekaar. Beoordee na eke chok kortdurend het ritme op de monitor. A na drie chokken VF/pVT periteert, geef 15 thoraxcompreie afwieend met 2 beademingen en geef direct amiodaron 5 mg/kg. Dit in tegenteing tot adrenaine die pa na vier minuten, d.w.z. na de vijfde chok, wordt gegeven. Pumonae hypertenie Kinderen met pumonae hypertenie hebben een verhoogd riico van circuatietitand. Behande hen vogen het tandaardkinderreanimatieprotoco met peciae aandacht voor een hoge concentratie zuurtof en hyperventiatie/akaoe, om de ongvaatweertand te veragen. Start pecifieke behandeing met tiktofmonoxidebeademing en epoproteno intraveneu/intraoaa/verneved zodra deze bechikbaar zijn. Overweeg rechterventrike ECLS. Hyperkaiëmie Naat het tandaardkinderreanimatieprotoco, behande de hyperkaiëmie met: Caciumchoride ne intraveneu: 0,12 mmo/kg (0,2 m/kg 10% opoing) Gucoe 20% 2,5 m/kg/uur met inuine 0,05 EH/kg/uur continu intraveneu onder controe van boedgucoe Geef bij erntige acidoe of nierfaen ook natriumbicarbonaat 1 mmo/kg Overweeg diaye Hypothermie Van hypothermie i prake bij een kernichaamtemperatuur van < 35 C. Het tandaardkinderreanimatieprotoco wordt a vogt aangepat: Controeer tekenen van even gedurende maximaa 1 minuut. Bij twijfe tart reanimatie. Geef geen adrenaine of amiodaron bij een kerntemperatuur van < 30 C. Tuen C: verdubbe het tijdinterva tuen doe van deze medicatie. Boven 35 C wordt het tandaardreanimatieprotoco gebruikt. 107

26 Nederande Reanimatie Raad Vog bij VF/pVT het tandaardprotoco voor defibrieren, tenzij bij een kerntemperatuur < 30 C VF/pVT periteert na 3 chokken. Ste verdere chokken uit totdat de kerntemperatuur > 30 C i. Verdere aandachtpunten bij hypothermie zijn: Intubeer het kind vroeg. Thoraxcompreie kunnen moeiijk zijn door tijfheid van de koude thorax. Warm het kind uitwendig ne op. Verwarm intraveneuze voeitoffen en overweeg inwendig opwarmen bij voorkeur ECLS. Hypothermie in combinatie met afyxie, zoa bij verdrinking, heeft een echte prognoe. Langdurig reanimeren met ECLS kunnen echter zinvo zijn onder pecifieke omtandigheden, waarbij hypothermie voorafging aan afyxie, bijvoorbeed bij verdrinking in ijwater, of a het kind in een auto te water i geraakt. Verdrinking Vog het tandaardreanimatieprotoco tenzij er prake i van hypothermie (zie boven). Aandachtpunten bij verdrinking bij kinderen zijn: Een hogere beademingdruk en een inpiratoire tijd van anger dan 1 econde kunnen nodig zijn. Droog de bort af voor het aanbrengen van de pakeektrode. Intubeer het kind vroeg. Beademing met hoge poitieve eind-expiratoire druk (PEEP) kan nodig zijn. Ledig de maag met een maagonde. Anafyaxie Vog het tandaardreanimatieprotoco. Langdurige reanimatie kan nodig zijn. Aandachtpunten zijn: Intubeer het kind vroeg. Intubatie kan moeiijk zijn door zweing van de bovente uchtweg. Geef adrenaine vogen het tandaardprotoco. Echter, geef de eerte doi adrenaine intramucuair a een intraveneuze of intraoae toegang niet direct voorhanden i. De aanbevoen doe adrenaine intramucuair zijn: > 12 jaar 500 microgram > 6-12 jaar 300 microgram > 6 maanden-6 jaar 150 microgram < 6 maanden 150 microgram Een continu intraveneu infuu adrenaine kan nodig zijn. Behande hypovoemie met intravacuaire voeitof. Start na ROSC pecifieke behandeing met antihitaminen, teroïden en bronchuverwijder. 108

27 Speciaitiche reanimatie van kinderen - met de baae reanimatie van kinderen door gepeciaieerde zorgprofeiona Trauma Vog het tandaardreanimatieprotoco. Bij penetrerend ete kan thoracotomie nodig zijn. Pot-hartchirurgie Vog het tandaardreanimatieprotoco. Geef bij witneed arret aan een ECG-monitor met VF/pVT 3 chokken direct achter ekaar. Overweeg rethoracotomie bij een reanimatie die meer dan 5 minuten duurt. Atma Vog het tandaardreanimatieprotoco. Aandachtpunten zijn: Hoge beademingdrukken zijn nodig. Er i een groot riico van maagditentie. Intubeer het kind vroeg. Suit een panningpneumothorax uit. Erntige airtrapping beemmert vuing van het hart en ROSC. In dit geva kan okoppeen van de endotracheae tube tijden thoraxcompreie behupzaam zijn. Overweeg ECLS. Beadem na ROSC met een agere frequentie in overeg met een ervaren kinderintenivit. 109

28 Nederande Reanimatie Raad 110