RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN notulen

Transcriptie

1 RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN notulen Zitting van 25 april 2019 Aanwezig: Verontschuldigd: Afwezig: Sylvie Thieren, voorzitter OCMW-raad Gerard Liefooghe, burgemeester Jacques Blanckaert, Kris Laleman, Johan Albrecht, schepenen Karolien Avonture, voorzitter BCSD Gerda Butaye, Philip Ameloot, Marnik Vandenbroucke, Jean-Pierre Mouton, Wilfried Laureys, Ignace Decroos, Bart Coppein, Dries Decorte, Emma Breyne, Bart Niville, Astrid Dewilde, OCMWraadsleden Wouter Accou, algemeen directeur OPENBAAR INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING 1. PWA - Schenking aandelen en liquide middelen De algemene vergadering van het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap van Alveringem heeft op beslist om over te gaan tot vrijwillige ontbinding van de vzw. Het nettoactief van de vzw moet worden overgedragen naar een plaatselijk werkgelegenheidsinitiatief, meer specifiek het OCMW van Alveringem. Het netto-actief van de vzw omvat: volgestorte aandelen klasse A in het Dienstenbedrijf SAPO cvba - liquide middelen voor een bedrag van ,93 Het definitief over te dragen bedrag zal nog licht dalen door kosten in verband met de vereffening. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 78, 12 dat bepaalt dat de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is voor het definitief aanvaarden van schenkingen. Akkoord te gaan met de overdracht van aandelen in dienstenbedrijf SAPO en de liquide middelen van PWA Alveringem vzw. PERSONEEL 2. Vaststelling begrip dagelijks personeelsbeheer De gemeenteraad dient vast te stellen wat onder het begrip dagelijks personeelsbeheer wordt begrepen, de memorie van toelichting bij het gemeentedecreet zegt hierover het

2 volgende: Onder het begrip dagelijks personeelsbeheer worden allerlei vormen van individueel personeelsbeheer verstaan, zoals allerlei aanvragen voor verlof, disponibiliteit, loopbaanonderbreking e.d., individuele toepassingen van de bepalingen m.b.t. vorming en evaluatie e.d., bepalingen die rechtstreeks voortvloeien uit en de toepassing zijn van het personeelsstatuut dat elke gemeente heeft, evenals bepaalde vormen van collectief personeelsbeheer zoals het vastleggen van vakantieperiodes en feestdagen. De raad voor maatschappelijk welzijn beschikt over de bevoegdheid dit begrip zelf in te vullen met dien verstande dat de aangelegenheden die door een wettelijke of decretale bepaling of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan een ander gemeentelijk bestuursorgaan zijn voorbehouden (zoals het besluit rechtspositieregeling van ) niet kunnen gedelegeerd worden, doch anderzijds dit orgaan niet optreedt als personeelsdienst zodat het aangewezen is alles wat op wettige wijze binnen een wettelijk opgelegde termijn moet afgehandeld worden daadwerkelijk aan de algemeen directeur over te laten. Het decreet over het lokaal bestuur (DLB) van en in het bijzonder de artikelen 77 en 170. Conform artikel 170 van het DLB wordt het dagelijks personeelsbeheer aan de algemeen directeur toegewezen. Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 over de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en over de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en gelet op het verslag aan de Regering bij dit besluit, hierna afgekort BVR RPR-O, en zijn latere wijzigingen. Het raadsbesluit van 16 augustus 2011 over de goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW Alveringem, en latere wijzigingen. De raad stelt het dagelijks personeelsbeheer, zoals bedoeld in artikel 170 van het DLB en dat aan de algemeen directeur wordt toevertrouwd, vast: Individueel personeelsbeheer 1. Opmaak functiebeschrijvingen (zie toelichting bij artikel 7, laatste lid van het verslag aan de Vlaamse regering bij het Rechtspositiebesluit Gemeente- en Provinciepersoneel van ) 2. Toestemming dienstreizen en meest geschikte vervoermiddel (art. 154, besluit van de Vlaamse regering van betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsleden van de gemeente en het OCMW) 3. Allerlei verlofaanvragen 4. Loopbaanonderbreking, zorgkrediet en andere tijdelijke loopbaanmaatregelen 5. De individuele weddevaststelling. Dit houdt ook de beslissing over de overname van anciënniteiten in. Het is dus de algemeen directeur, of het door hem/haar aangewezen leidinggevende personeelslid, dat bijvoorbeeld beslist welke ervaring in de privésector relevante beroepservaring is, weliswaar binnen de grenzen inzake meerekenbaarheid van anciënniteiten die in de rechtspositieregeling zijn bepaald door het bevoegde orgaan. 6. Het onthaal van de nieuwe personeelsleden 7. Het toezicht houden op het personeel

3 8. De controle op de arbeid 9. Het controleren van het gebruik van de ter beschikking gestelde communicatiemiddelen 10. Goedkeuring van prestaties buiten het uurrooster Individuele toepassingen van de bepalingen met betrekking tot vorming en evaluatie en dergelijke 1. Individuele opvolging van de evaluatie (artikel 49, besluit van de Vlaamse regering van betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsleden van de gemeente) 2. Vormingsaanvragen 3. Concrete invulling van het recht en de plicht op vorming, onder voorbehoud van wat de gemeenteraad in het vormingsreglement bepaalt (artikel 54, besluit van de Vlaamse regering van betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsleden van de gemeente en het OCMW) Toepassing van de lokale rechtspositieregeling 1. De evaluatieprocedure intern organiseren binnen de door de raad bepaalde termijnen (artikel 46, besluit van de Vlaamse regering van betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsleden van de gemeente) 2. Het aanwijzen van de evaluatoren 3. Het aanstellen van de secretaris van de selectiecommissie 4. Aanvraag medische controle bij aanwerving Collectief personeelsbeheer 1. vastleggen van vakantieperiodes, maar onder voorbehoud van de nadere regels die de raad hierover kan uitwerken (artikel 176, besluit van de Vlaamse regering van betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsleden van het OCMW). Het vast bureau blijft bevoegd voor de materies bedoeld in punt 1, 3 en 4 als het gaat over het gesubsidieerd personeel van het onderwijs zoals bedoeld in het decreet van betreffende de rechtspositieregeling van het gesubsidieerd personeel in het gesubsidieerd officieel onderwijs. Het vast bureau is bevoegd voor de vormingsaanvragen uitgaande van gesubsidieerd personeel van het onderwijs zoals bedoeld in punt 12 als de vormingsaanvraag een afwezigheid met zich meebrengt. De algemeen directeur rapporteert aan het VB over de uitoefening van zijn bevoegdheden inzake dagelijks personeelsbeheer. Dit besluit treedt onmiddellijk in werking. Een afschrift van dit besluit bezorgen aan de dienst organisatie en de leden van het managementteam. SAMENWERKINGSVERBANDEN 3. Samenwerkingsovereenkomst BudgetInZicht Centraal-West-Vlaanderen

4 Sinds 15 december 2011 is het OCMW Alveringem lid van het regionaal samenwerkingsverband BudgetInZicht (BIZ) Centraal-West-Vlaanderen. Dit is een samenwerkingsverband tussen CAW Centraal-West-Vlaanderen, 32 OCMW's en 3 erkende verenigingen waar armen het woord nemen uit de regio en heeft als missie om schuldoverlast structureel te voorkomen en terug te dringen via preventie-initiatieven en via kwalitatieve en integrale budget - en schuldhulpverlening. Het BIZ Centraal-West-Vlaanderen heeft volgende operationele doelstelling: Minder mensen komen in financiële problemen terecht; Wie hier toch mee geconfronteerd wordt vindt vroegtijdig de weg naar gepaste budget- en schuldhulpverlening Wie reeds in begeleiding is kan de nodige vaardigheden opdoen om op termijn zelfstandig zijn financieel huishouden te beheren De samenwerking in de nieuwe legislatuur wordt verder bevestigd door de goedkeuring van bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst. van de Vlaamse Regering van 31 januari 2014 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling en tot subsidiëring van een Vlaams Centrum Schuldenlast. De samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Alveringem en BudgetInZicht goed te keuren. ERKENNING 4. Woonzorgcentrum - Wijziging erkenning 6 bedden Het WZC heeft 3 koppelkamers (6 bedden WZC (rob/rvt)). Wij ondervinden moeilijkheden om deze koppelkamers te verhuren. Als 1 van de partners overlijdt dan heeft de langstlevende partner het moeilijk om van kamer en/of afdeling te veranderen. Er staan geen koppels op de wachtlijst. Koppels willen soms ook niet samen opgenomen worden,... Het is moeilijk om deze 6 bedden te bezetten. Sinds begin dit jaar zijn 2 van deze 6 bedden niet bezet. De koppelkamers zijn ruim en hebben elk een afzonderlijke voordeur die uitgeeft buiten aan de inkom van het WZC. Ze hebben een keuken, een afzonderlijke slaapkamer en een badkamer. De afmetingen: breedte 780 cm x diepte 800 cm = 62,4m² oppervlakte. We bouwen nu 8 kamers groepswonen, dit zijn kamers die voldoen aan alle normen van een kamer WZC (breedte 585 cm x diepte 445 cm) = 26,03 m² oppervlakte met afzonderlijke sanitaire cel. Het groepswonen is aangebouwd aan het WZC en het noodoproepsysteem is verbonden met het WZC. Deze vleugel heeft een gemeenschappelijk leefruimte en een gezamenlijke badkamer met hoog-laag bad. Voorstel: de erkenning voor de 6 bedden van onze koppelkamers overbrengen naar 6 kamers groepswonen die we momenteel aan het bouwen zijn en die beantwoorden aan normen WZC (rob/rvt). De vrijgekomen 3 koppelkamers laten erkennen als assistentiewoningen.

5 Het voordeel voor toekomstige bewoners rob/rvt: alle kamers worden op die manier individuele kamers. Er zijn geen koppelkamers meer in het WZC maar wel diverse assistentiewoningen op de site, namelijk 12 nieuwe assistentiewoningen die momenteel in bouw zijn + de 3 bestaande koppelkamers die we omzetten in assistentiewoningen. Decreet lokaal bestuur van 22 december Het woonzorgdecreet van 13 maart Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 over de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers: met bijlage XII - woonzorgcentra en bijlage XIV - subsidiëring van de animatiewerking in de woonzorgcentra en centra voor kortverblijf. Het koninklijk besluit van 21 september 2004 over de vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet-aangeboren hersenletsels, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 juni 2008 en 7 juni De erkenning van 6 bedden ROB/RVT te vragen in plaats van 6 kamers groepswonen. De erkenning van de 6 bedden van de koppelkamers worden overgedragen. De 3 koppelkamers laten erkennen als assistentiewoningen, samen met de 12 assistentiewoningen in aanbouw. De 2 resterende kamers in het groepswonen worden flexkamers. Deze kamers staan ter beschikking voor aangepaste opvang in functie van crisis, doorgang, doorstroomopvang of een andere vorm van aangepast wonen. Wouter Accou algemeen directeur Sylvie Thieren voorzitter OCMW-raad

6 Handtekening(en)