RWA-installaties: extra (schijn)veiligheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RWA-installaties: extra (schijn)veiligheid"

Transcriptie

1 brandveiligheid R.P.W. Oldengarm en ir. M.G. Gies Kwaliteit van rook- en warmteafvoer in de praktijk RWA-installaties: extra (schijn)veiligheid Sinds jaar en dag worden gebouwen voorzien van een rook- en warmteafvoerinstallatie (RWA-installatie). Deze installaties kom je tegen in bejaardenhuizen, winkelcentra en industriegebouwen. Een RWA-installatie wordt toegepast als er niet zonder meer aan de prestatie-eisen uit het bouwbesluit kan worden voldaan. De vraag is of toepassing altijd garant staat voor het vereiste niveau van brandveiligheid Winkelcentra zijn vaak voorzien van een RWA-installatie. De toepassing van een RWA-installatie kan meerdere doelen hebben. Bijvoorbeeld dat vluchtroutes langer veilig blijven of dat de kans op te snel bezwijken van de constructie van een gebouw kleiner wordt. Ook kan het ertoe bijdragen dat de brandweer een (betere) binnenaanval kan uitvoeren en dat rook- en brandschade beperkt blijft. Voor de verschillende doelen gelden verschillende criteria als het gaat om de toelaatbare temperatuur en de zichtlengte in de rook en de rookvrije hoogte onder een rooklaag (afbeelding 2). Een goed werkende RWA-installatie zorgt ervoor dat alle specifieke doelen die in de gegeven situatie van toepassing zijn, worden gerealiseerd. In de praktijk blijkt dat veel installaties bij brand helaas niet het niveau van veiligheid bieden dat op grond van het ontwerp zou mogen worden verwacht. De doelstellingen van de RWA-installatie worden in dat geval niet gerealiseerd. CERTIFICERING RWA-INSTALLATIES Met de Regeling rookbeheersingssystemen 2002, die sinds 1 april 2002 door het NCP (Nationaal Centrum voor Preventie) wordt ondersteund, wordt de kwaliteit van rookbeheersingssystemen gewaarborgd [2]. RWA-installaties die volgens de regeling tot stand zijn gekomen en zijn gecertificeerd, zouden langdurig de vastgestelde prestaties moeten leveren. De regeling is ervoor bedoeld om voor zowel eindgebruikers als de toetsende instanties aantoonbaar te maken dat een goed en betrouwbaar rookbeheersingssysteem wordt geleverd. In de regeling zijn procedures opgenomen, die het gehele proces vanaf het opstellen van het eisenpakket voor een installatie tot het onderhouden van de gerealiseerde installatie, vastleggen. In veel gemeenten is een gecertificeerde installatie een voorwaarde om een RWA-installatie te mogen toepassen in het kader van een bouw- of gebruiksvergunning. Naast de certificering wordt door de toetsende instantie vaak een test van de RWA-installatie gevraagd om enige zekerheid te hebben over de juiste werking van deze installatie. In de praktijk blijkt deze test vooral te bestaan uit het beproeven van de aansturing van de RWA-installatie. Door een klein brandje te ontsteken, wordt getest of de installatie binnen de gestelde tijd automatisch in bedrijf komt. Het is een misvatting om te veronderstellen dat deze functionaliteittest een afdoende praktijktest voor de RWA-installatie is. Met de brandproef worden de werkelijke hoeveelheden rook en warmte die bij een brand vrijkomen niet benaderd, de uiteindelijke effectiviteit van de rookafvoer is met deze proeven dan ook niet te toetsen. Hiaten Oppervlakkig bezien lijken de kwaliteit en juiste werking van een RWA-installatie met de certificering te zijn gegarandeerd. In de regeling is echter een aantal lacunes aanwezig. Eén ervan is het ontbreken van een erkende inspectie-instelling voor de vereiste goedkeuring van de rookbeheersingssystemen. Tot op dit moment kan dan

2 opslag stapelhoogte (m) brandvermogen K ref (kw/m 2 ) voorbeeld branduitbreidingssnelheid (o.b.v. [4] + risico inschatting auteurs) t c (seconden) bijzonderheden bron lit. woonfuncties (medium) [3] kantoren (medium) [3] winkels 500 deurenfabriek (aluminium) (slow) [4] deurenfabriek (hout/kunststof) (medium) [4] drukkerij (medium) [4] gedroogde levensmiddelenfabriek (medium) [6] gestapelde houten pallets 0, (fast) (vochtpercentage 6%-12%) [6] gestapelde houten pallets 1, (fast) (vochtpercentage 6%-12%) [6] gestapelde houten pallets 3, (ultra fast) (vochtpercentage 6%-12%) [6] gestapelde kartonnen dozen 4, (ultra fast) [6] lijmfabriek (medium) [4] [3] niet industriegebouw met een vuurbelasting > 8 kg vurenhout /m 2 en vuurbelasting geconcentreerd op 3 m boven de vloer 1, [4] niet industriegebouw met een vuurbelasting > 8 kg vurenhout /m 2 en vuurbelasting geconcentreerd op 3 m boven de vloer 0, [4] niet industriegebouw met een vuurbelasting > 8 kg vurenhout /m 2 en vuurbelasting geconcentreerd op 3 m boven de vloer 1, [4] PE flessen in kartonnen dozen 4, (ultra fast) [6] PE stapelbakjes, gevuld; gestapeld 7, (ultra fast) [5] plastic folie op rollen 4, (fast) [5] PS speelgoed in dozen 4, (fast) [5] schoenenfabriek (medium) [4] schoenenopslag in dozen max. 5, (fast) [4] spuitgieterij (slow) [4] voedingsmiddelenfabriek (medium) [4] zuivelfabriek (slow) [4] Tabel 1. Uitgangspunten ontwerpbrand. ook geen gecertificeerde RWA-installatie worden geleverd. Een ander hiaat in de regeling is dat bij veel erkende ontwerpers rookbeheersingsinstallaties en erkende opstellers programma van eisen rookbeheersingssystemen niet voldoende kennis over specifieke ontwerpuitgangspunten aanwezig is. In de erkenningsprocedure wordt deze kennis ook niet getoetst: bij de examens ontbreekt het beoordelen en vaststellen van de meest essentiële uitgangspunten en er wordt slechts getoetst of men een ontwerp op basis van reeds vastgestelde (en wellicht onjuiste) uitgangspunten kan maken volgens de geldende normen en richtlijnen. Uiteindelijk zullen de erkende opstellers echter wel zelf de uitgangspunten voor het ontwerp van de installatie moeten vaststellen en opnemen in het Programma van Eisen (PvE) van de RWA-installatie. 367

3 368 Ontwikkeling brand Om te kunnen bepalen hoe een brand zich ontwikkelt en hoe groot een brand op een bepaald moment is, geeft het vultijdenmodel voor veel situaties handreikingen voor de te hanteren uitbreidingssnelheid en het vermogen per oppervlakte-eenheid, aangevuld met een berekeningsmethode [4]. Met de formules kan voor zowel stationaire als dynamische rekenmodellen de grootte van een brand worden bepaald. Het is belangrijk om te vermelden dat het hier gaat over de branduitbreiding in het beginstadium van een brand, waarin nog kan worden uitgegaan van een cirkelvormige uitbreiding van de brandhaard met constante snelheid. De grootte ofwel het referentieoppervlak van een brand kan met een formule (1) worden bepaald. A ref =2 ( t ) 2 (1) t c met: A ref = referentie brandoppervlak (m 2 ) t = beoordelingstijdstip (sec.) t c = tijdconstante behorende bij gekozen uitbreidingssnelheid Aan de hand van de oppervlakte van de brandhaard kan de omtrek van de brand worden bepaald. Deze omtrek is bepalend voor de hoeveelheid rook die wordt geproduceerd. Voor de bepaling van de omtrek mag worden uitgegaan van een cirkelvormige branduitbreiding. De omtrek wordt dan met formule (2) bepaald. r = A ref π P ref =2πr (2) met: r = straal cirkelvormige brand (m) A ref = referentie brandgrootte (m 2 ) P ref = referentie brandomtrek (m) Het totale vermogen dat vrijkomt bij een brand, wordt bepaald door het oppervlak te vermenigvuldigen met het referentie brandvermogen per vierkante meter volgens formule (3): q g;totaal = A ref x K ref (3) met: q g;totaal = straal cirkelvormige brand A ref = referentie brandgrootte (m 2 ) K ref = referentie brandvermogen (W/m 2 ) Deze uitgangspunten zijn onder andere: doel(en) van de installatie en te hanteren toetscriteria; aanwezigheid van een sprinklerinstallatie; maximale ontwikkelingstijd van de brand; uitbreidingssnelheid van de brand; grootte van de referentiebrand; omtrek van de referentiebrand; vermogen van de brand. In principe zal de opsteller van het PvE al deze zaken moeten beoordelen en de keuzen moeten vastleggen. De beoordeling vindt vaak plaats op basis van ervaringsgetallen afkomstig van vergelijkbare en eerder uitgevoerde projecten. Dit wordt ook veroorzaakt doordat er slechts in beperkte mate kan worden teruggegrepen op onderzoeksresultaten en richtlijnen. Helaas geeft de regeling vooral voor de definitie van de brandhaard géén richtlijnen of handreikingen. Ook in de gehanteerde normen ontbreken heldere richtlijnen voor het vaststellen van deze uitgangspunten. De ervaring leert dat er in de praktijk wordt uitgegaan van toetscriteria en brandscenario s die in veel gevallen als te licht moeten worden beoordeeld, zeker in vergelijking met de brandscenario s die in de literatuur worden omschreven. Ook wordt in sommige gevallen geconstateerd dat mogelijk maatgevende brandscenario s niet worden meegenomen in het ontwerp. BRANDSCENARIO S Voor het ontwerp van een passende RWA-installatie is het brandscenario waarop de installatie wordt ontworpen van essentieel belang. De belangrijkste aspecten zijn de snelheid waarmee een brand zich ontwikkelt en het vermogen dat per vierkante meter vloeroppervlakte vrijkomt (zie kader). Met deze factoren wordt de grootte van een brand op een bepaald tijdstip vastgelegd en wordt ook vastgelegd hoeveel rook en warmte er wordt geproduceerd. Op basis hiervan zal met rookverspreidingsmodellen moeten worden bepaald wat specifieke eigenschappen van een RWA-installatie moeten zijn. Voor eenvoudige situaties wordt vaak gebruik gemaakt van een stationair (tijdsonafhankelijk) rekenmodel. Meestal wordt hiervoor de berekeningsmethode uit NEN 6093 [1] gebruikt. Voor de berekening wordt bepaald hoe groot de brand op een bepaald tijdstip zal zijn, bijvoorbeeld op het moment dat de brandweer water op het vuur kan hebben. De omvang van de brand op dat moment wordt als maatgevend beschouwd. Op basis van de bij die omvang geproduceerde rook en warmte, wordt berekend hoeveel rook

4 en warmte via openingen in het dak moet worden afgevoerd. Er wordt verondersteld dat de brandweer verdere groei van de brand voorkomt. Een stationaire brand kan ook zonder inzet van de brandweer ontstaan, bijvoorbeeld een volledig in brand staande kleine ruimte grenzend aan een grote ruimte zonder vuurbelasting, of een brand in de grote ruimte die in vermogen en omvang wordt begrensd na activering van een sprinklerinstallatie. Voor complexe situaties of situaties waarbij de factor tijd een essentieel onderdeel vormt, kan gebruik worden gemaakt van dynamische en tijdsafhankelijke berekeningen, bijvoorbeeld volgens het vultijdenmodel. Hierbij wordt gedurende een periode bepaald hoe een brand zich ontwikkelt en hoe de rookontwikkeling in de ruimte plaatsheeft. Met deze laatste methode kan bijvoorbeeld worden bepaald wanneer het voor publiek gevaarlijk wordt om in de ruimte aanwezig te zijn. Voor het vaststellen van de ontwerpuitgangspunten van RWAinstallaties is een aantal publicaties bruikbaar [3, 4, 5 en 6]. Deze kunnen door de opsteller van een PvE worden gebruikt om de eigenschappen van een ontwerpbrand vast te stellen. De toetser kan op basis van dezelfde publicaties vaststellen of de gehanteerde uitgangspunten overeenstemmen met het beoogde gebruik van een gebouw. In tabel 1 zijn als voorbeeld voor een beperkt aantal (industriële) functies uitgangspunten voor een ontwerpbrand weergegeven. Deze zijn afkomstig uit de literatuur waarnaar wordt verwezen en aangevuld met eigen interpretaties en risico-inschattingen. INDUSTRIEGEBOUWEN Als praktisch voorbeeld wordt een industriegebouw genomen waarin speelgoed in stellingen wordt opgeslagen. Het gebouw is 10 m hoog en er heeft opslag plaats tot circa 6 m hoogte. Het gebouw is m 2 groot. Het speelgoed is verpakt in kartonnen dozen, ingeseald met kunststof folie en staat compact gestapeld op houten pallets in de stellingen. Voor industriegebouwen met grote brandcompartimenten wordt vaak gebruik gemaakt van het reken- en beslismodel, beheersbaarheid van brand [7]. Met dit model kan de maximale grootte van een brandcompartiment worden bepaald 2. Een RWA-systeem moet zijn berekend op de vuur- en rookomtwikkeling. 369

5 op basis van de totale hoeveelheid brandbaar materiaal in een gebouw en inrichting. Brandcompartimenten mogen dan in veel gevallen groter zijn dan op basis van het Bouwbesluit, dat de grens stelt bij m 2. Als er aanvullend nog voor kan worden gezorgd dat de brandweer bij aankomst nog veilig naar binnen kan en een brand nog kan bestrijden (optie binnenaanval), bestaat binnen dit model de mogelijkheid om de brandcompartimenten twee keer zo groot te maken. Voorwaarde voor het werken met deze optie is dat een brand op het moment van inzet maximaal 25 m 2 beslaat en maximaal 10 m hoog is. Verder moet het gebouw worden voorzien van een brandmeldinstallatie en moet het mogelijk zijn dat voor elke brand binnen een inzettijd van 7 minuten water op het vuur kan zijn. Vooral als onderdeel van deze laatste voorwaarde voor een binnenaanval is eigenlijk altijd een goed werkende RWA-installatie vereist. De brandweer moet de brand immers kunnen vinden en benaderen. Verder wordt daarmee voorkomen dat door hete rookgassen op afstand van de oorspronkelijke brandhaard zogenoemde secundaire branden ontstaan. Een typisch toetscriterium daarvoor is de rooklaagtemperatuur. Deze mag maximaal 200 ºC zijn in verband met de ontbranding van bijvoorbeeld karton. Bij deze temperatuur is ook nog een veilige inzet van de brandweer mogelijk. Daarnaast moet de brandweer vrij zicht hebben op de brand: onder de rooklaag moet daarom een hoogte van ongeveer 2,5 m rookvrij zijn. Een in de praktijk veel gehanteerde waarde voor het referentiebrandvermogen is K ref = 300 kw/m 2.Veelal wordt een brandgrootte van 25 m 2 als uitgangspunt gesteld (wat overeenkomt met de brandsituatie na 17:40 minuten bij een gemiddelde uitbreidingssnelheid t c = 300 s). De omtrek wordt meestal op 20 m gesteld (dit geldt eigenlijk alleen voor rechthoekige branduitbreiding; een cirkelvormige brandhaard met een oppervlakte van 25 m 2 heeft een omtrek van 17,7 m). Volgens het normatief brandverloop zal de brandweer op z n vroegst na 20 minuten met de bluswerkzaamheden kunnen starten (5 minuten ontdekkingstijd, 8 minuten opkomsttijd en 7 minuten inzettijd). Op basis van de formule en de vaak gehanteerde normale uitbreidingssnelheid t c = 300 s. is de brand na 20 minuten echter gegroeid tot 32 m 2! Geconstateerd moet worden dat bij een compacte opslag de maximale 25 m 2 in veel gevallen zal worden overschreden en er dus volgens de voorwaarden uit het reken- en beslismodel niet mag worden gerekend op een succesvolle binnenaanval Kennis over brandontwikkeling en maatregelen zijn essentieel (foto Promat). Ontwerp RWA Als op basis van de oorspronkelijk gehanteerde waarden een RWA-installatie wordt ontworpen conform NEN 6093, betekent dit dat er in totaal 9.3 m 2 effectieve toe- en afvoeroppervlakte moet worden gerealiseerd. Hiermee wordt de rooklaagtemperatuur net onder de 200 ºC gehouden en zal de onderste 5 m rookvrij zijn. Zoals blijkt, is in dit geval de temperatuur van de rook bepalend voor de afvoercapaciteit. Als de brand verder groeit dan de gehanteerde 25 m 2 tot bijvoorbeeld 32 m 2, betekent dit dat de RWA-installatie zijn doel niet kan realiseren: de rooklaagdikte zal weliswaar niet veel veranderen maar de temperatuur neemt wel toe tot ongeveer 240 ºC. Bij deze temperatuur kunnen brandbare materialen in de rooklaag spontaan ontbranden en worden

6 de bluswerkzaamheden door de brandweer belemmerd. Hieruit blijkt dat de oorspronkelijke rwa-installatie haar doel niet kan realiseren. Voor de speelgoedopslag is een uitbreidingssnelheid fast of zelfs ultrafast (t c =150 sec. respectievelijk t c =75 sec) van toepassing. Verder zal voor een dergelijke opslag het referentiebrandvermogen ongeveer kw/m 2 bedragen. Ingevuld in de berekeningen blijkt dat de oorspronkelijke installatie ertoe leidt dat de rooklaag in theorie een temperatuur krijgt van ongeveer 1200 ºC. Praktisch betekent dit dat er al veel eerder sprake is van een situatie waarbij, door straling vanuit de hete rook, op heel veel plaatsen spontaan secundaire branden ontstaan en vrij snel een flash-over in de ruimte zal plaatshebben. Uit berekeningen blijkt dat zelfs het vergroten van de capaciteit van de RWA dit niet kan voorkomen. Er kan zeker geen sprake meer zijn van een succesvolle binnenaanval door de brandweer! Een RWA-installatie die een succesvolle binnenaanval zou moeten garanderen in dit voorbeeldgebouw, is dus eigenlijk niet mogelijk: door het grote brandvermogen dat vrijkomt, zal de temperatuur van de rooklaag op het moment dat de brandweer ter plekke komt altijd te hoog zijn om nog te kiezen voor een binnenaanval. Met een beetje pech is er al ruim sprake van een volledig ontwikkelde (post-flashover) brand en kunnen ze alleen van buitenaf de brand binnen de perken proberen te houden. VLUCHTROUTE ATRIUM Een volgend praktijkvoorbeeld betreft een ziekenhuis.via een atrium in dit ziekenhuis (hoogte circa 15 m) moet men op begane grondniveau veilig kunnen vluchten. Aan het atrium grenst op de begane grond een winkel/cadeaushop van 50 m 2 met stellingen tot een hoogte van 2,5 m. Er is geen sprinkler aanwezig. Om een langere vluchttijd door het atrium mogelijk te maken, geldt een aantal uitgangspunten. Zo zal de straling, afkomstig van een hete rooklaag, op vluchtniveau maximaal 1 kw/m 2 mogen bedragen en mag de temperatuur op vluchtniveau maximaal 45 ºC zijn. Daarnaast zal men op vluchtniveau 100 m door de rook moeten kunnen kijken. Voor kortdurend verblijf in dergelijke ruimten kunnen onder bepaalde omstandigheden ruimere criteria worden gehanteerd. De 1 kw/m 2 kan bijvoorbeeld vrijwel onbeperkt worden verdragen zonder pijn, bij 2 kw/m 2 wordt dit na ongeveer 1 minuut ondraaglijk [10] [11]. Uit berekeningen blijkt dat 1 kw/m 2 afhankelijk van de grootte van de ruimte, overeenkomt met een rooklaagtemperatuur van ten minste 100 ºC. Een stralingsflux van 2.0 kw/m 2, komt overeen met ten minste 160 ºC. Hogere rooktemperaturen in de rooklaag zijn mogelijk, afhankelijk van de afmetingen van de ruimte. Ontwerp RWA Er is een RWA-installatie berekend waarbij is uitgegaan van een brand in een aangrenzende ruimte met een vermogen van 300 kw/m 2. Als aanname geldt dat de ruimte voor de helft in brand staat. Op basis van deze ontwerpuitgangspunten is bepaald dat 9,7 m 2 toe- en afvoer in het atrium noodzakelijk is. De rooklaag zal tot een hoogte van 4,7 m dalen en de rooktemperatuur zal ongeveer 150 ºC bedragen. Het vluchten via het atrium blijft hierdoor gedurende langere tijd mogelijk. Aan de criteria voor luchttemperatuur en zichtlengte wordt voldaan omdat de vluchtroutes onder de rooklaag liggen. Op basis van de inrichting van de winkel, zal het gehanteerde brandvermogen aan de lage kant zijn. Een reëler uitgangspunt heeft vooral voor de temperatuur van de rooklaag direct gevolgen: deze zal bij een referentiebrandvermogen van 500 kw/m 2 stijgen tot ruim 200 ºC. Bij deze temperatuur kan niet zonder meer gedurende langere tijd veilig onder de rooklaag door worden gevlucht. Als gezonde personen over meer dan bijvoorbeeld 50 m onder die rooklaag moeten vluchten, is dat niet meer veilig mogelijk. Voor mensen met verminderde mobiliteit (ziekenhuis!) doet dat zich al bij kortere vluchtafstanden voor. Voor de volledigheid moet hierbij worden opgemerkt dat de overwegingen uit deze laatste paragraaf alleen een rol spelen als voor het veilig vluchten een beroep moet worden gedaan op het gelijkwaardigheidsbeginsel. Als voor het vluchtaspect wordt voldaan aan de Bouwbesluitvoorschriften mogen er géén beperkingen worden gesteld aan de omstandigheden waaronder in het atrium wordt gevlucht: er zijn in dat geval alternatieve vluchtroutes voorhanden! SPECIFIEKE KENNIS Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat bij het hanteren van de uitgangspunten zorgvuldigheid is geboden. Onjuiste uitgangspunten brengen in veel gevallen de veiligheid van personen in het geding; enerzijds de veiligheid van de gebruikers van het gebouw en anderzijds het brandweerpersoneel tijdens een blusactie. Helaas moet worden geconstateerd dat er in Nederland ondanks de jarenlange toepassing van RWA-installaties en ondanks een certificeringregeling voor dergelijke installaties, nog slechts weinig gebruik wordt gemaakt van de beschikbare 371

7 4. Ook een atrium kent in het kader van brandveiligheid z n specifieke uitgangspunten. kennis over de verschillende brandscenario s die bij het specifieke gebruik van ruimten hoort. In teveel gevallen worden te optimistische uitgangspunten gehanteerd. Veel installaties zullen bij een nadere beoordeling op basis van beschikbare realistische brandgegevens hun doel niet kunnen realiseren. Ontwerpers en toetsers van RWA-installaties zullen zich bewuster moeten worden van hun verantwoordelijkheid bij het vaststellen van de uitgangspunten en het te hanteren brandscenario. Het eenvoudigweg hanteren van klassieke vuistregels is niet meer voldoende om een gebouw veilig te kunnen noemen. Kennis van binnen- en buitenlandse gegevens is daarvoor van groot belang. Als toetser mag men dan ook minimaal van de ontwerpers van RWA-installaties verwachten en eisen dat men een degelijke onderbouwing geeft van de door hen gehanteerde uitgangspunten. Want pas als er op basis van passende uitgangspunten wordt ontworpen, kan er werkelijk sprake zijn van toegevoegde veiligheid door rook- en warmteafvoerinstallaties. Auteurs R.P.W. Oldengarm en ir. M.G. Gies, projectleider brandveiligheid, DGMR Bouw, Arnhem. Literatuur: [1] NEN 6093 (+A1 2004): Brandveiligheid van gebouwen Beoordelingsmethode van rook- en warmteafvoerinstallaties ; 1995; NEN. [2] Regeling rookbeheersingssystemen 2002 ; 1 april 2002; NCP (Nationaal Centrum voor Preventie). [3] SBR : Rookafvoer uit hoge ruimten; ontwerpregels/ontwerpmethoden ; 1991; Stichting BouwResearch. [4] TNO-rapport 96-CVB-R0330(1): Richtlijn vultijdenmodel grote brandcompartimenten ; 1996; TNO Bouw, Centrum voor Brandveiligheid. [5] Belgische norm: NBN S : Brandbeveiliging van gebouwen Ontwerp en berekening van rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA) Deel 1: Grote onverdeelde binnenruimten met één bouwlaag; 1995; Belgisch instituut voor normalisatie. [6] NFPA-richtlijn: NFPA 204: Standard for smoke and heat venting. [7] Reken- en beslismodel, beheersbaarheid van brand. [8] TNO-rapport 96-CVB-R0330(2): Achtergronden vultijdenmodel grote brandcompartimenten ; 1996; TNO Bouw, Centrum voor Brandveiligheid. [9] NPR-CR : Installaties voor rook- en warmtebeheersing deel 5: Richtlijnen voor ontwerp en berekening van rook- en warmte-afvoerinstallaties ; juli 2000; NEN. [10] Bijstelling en aanvulling van een inventarisatiemethode voor het vastleggen van klimaatomstandigheden in industriële bedrijven ; 1989; Directoraat-Generaal van de Arbeid. [11] CPR 16E Methods for determination of possible damage to people ; 2000; SDU uitgevers. [12] NPR : Rook- en warmtevafvoersystemen deel 1: Richtlijnen voor het ontwerpen en beoordelen van rook- en warmte-afvoerinstallaties ; 2001; NEN. DGMR Bouw en TNO-Centrum voor Brandveiligheid zijn van plan om met industriële partijen een onderzoek op te zetten en uit te voeren met als doel het instrumentarium voor het ontwerp van RWA-installaties te moderniseren en te zoeken naar verruiming van de mogelijkheden van deze installaties, mogelijkerwijs in combinatie met andere veiligheidsmaatregelen. We zijn daarom op zoek naar geïnteresseerden vanuit de industrie voor participatie in het onderzoek en naar stakeholders die vanuit de regelgevende, eisende of controlerende hoek denkkracht willen leveren in een klankbordcommissie. Voor informatie kunt u terecht bij DGMR Bouw, Ing. J.T. Koudijs (ky@dgmr.nl) of TNO-Centrum voor Brandveiligheid, Ir. R.J.M. van Mierlo (r.vanmierlo@bouw.tno.nl). 373

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van

Nadere informatie

BRANDVEILIGHEID. Bouwfysica In zowel de Europese richtlijn als de Nederlandse richtlijnen worden handvatten gegeven om dit te bepalen.

BRANDVEILIGHEID. Bouwfysica In zowel de Europese richtlijn als de Nederlandse richtlijnen worden handvatten gegeven om dit te bepalen. 17 Vergelijking tussen Europese en Nederlandse methoden voor rookbeheersing in atria Met de ingang van Bouwbesluit 2012 zijn een groot aantal Nederlandse normen vervangen door Europese normen. Ook worden

Nadere informatie

Rook- en Warmte Afvoer installaties

Rook- en Warmte Afvoer installaties Rook- en Warmte Afvoer installaties VBE Themabijeenkomst 2 juni 2010 Introductie P.T.J.M. (Peter) Janssen RSE Senior projectleider brandbeveiliging R2B Inspecties B.V. Docent Avans+ en Haagse Hogeschool

Nadere informatie

PľOgramma van Eisen ZK

PľOgramma van Eisen ZK ehoort bij b e s c h i k k i n g d.d. 17-01-2014 nr.(s) ZK13000966 PľOgramma van Eisen Omgevingsmanager Colt randventilatie EM1400273 gemeente Steenbergen Handleiding Dit model Programma van Eisen vormt

Nadere informatie

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige Rookbeheersing Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden Ronald Driessens rookbeheersingsdeskundige Inhoud presentatie Rookbeheersing: Wat is rookbeheersing? Wanneer wordt het toegepast? Waaruit

Nadere informatie

Atria en brandveiligheid

Atria en brandveiligheid AKOESTIEK EN BOUWFYSICA LAWAAIBEHEERSING MILIEUTECHNOLOGIE BRANDVEILIGHEID Atria en brandveiligheid ir J.J. Mertens Zoetermeer Mook Düsseldorf Parijs Londen www.peutz.nl Aan de orde komen wat zijn kenmerken

Nadere informatie

RWA versus sprinklerbeveiliging

RWA versus sprinklerbeveiliging RWA versus sprinklerbeveiliging Sprekers Patrick Verboven Technisch adviseur brandveiligheid Bart van den Oetelaar Sales en project manager Inhoud introductie Brakel Atmos brug naar uitnodiging themamiddag

Nadere informatie

TECHNISCHE RICHTLIJN REKEN- EN BESLISMODEL, BEHEERSBAARHEID VAN BRAND

TECHNISCHE RICHTLIJN REKEN- EN BESLISMODEL, BEHEERSBAARHEID VAN BRAND TECHNISCHE RICHTLIJN REKEN- EN BESLISMODEL, BEHEERSBAARHEID VAN BRAND Reken en beslismodel, beheersbaarheid van brand Inleiding Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in samenwerking met SAVE in 1995

Nadere informatie

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL Om snel een inschatting te maken van het risico op brandoverslag bij industriële hallen kunt u de ROCKWOOL brandoverslag Rekentool gebruiken. Hiermee kan de benodigde brandwerendheid

Nadere informatie

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw ir. J.H. van der Veek V2BO Advies sheet 1 analyse huidige praktijk bouwvoorschriften geen prestatie-eisen in bouwvoorschriften bij verblijfsgebied

Nadere informatie

Memo. Inleiding. blad 1 van 5

Memo. Inleiding. blad 1 van 5 Memo memonummer 2 datum 29 mei 2017 aan D.de Bruin CWT Europe van ir. Klaas Jan de Boer Antea Group kopie ing. Henk Jan Schuurman Antea Group project Nieuwbouw Latexweg op-en overslag Dutch Cacao projectnr.

Nadere informatie

Grote brandcompartimenten: Uitbranden of ingrijpen?

Grote brandcompartimenten: Uitbranden of ingrijpen? Grote brandcompartimenten Een andere kijk op beheersbaarheid van brand Grote brandcompartimenten: Uitbranden of ingrijpen? ir Ruud van Herpen FIFireE Lector Brandveiligheid in de bouw 1 Grote brandcompartimenten

Nadere informatie

Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011

Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011 Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011 1. Gegevens Omschrijving: basis Gebruikte normversie: NEN 6068:2008+C1:2011 Rekenhart versie: 2.0 2. Doel

Nadere informatie

FSE-case groot brandcompartiment met RWA-voorziening

FSE-case groot brandcompartiment met RWA-voorziening 1. Randvoorwaarden en gebruik De case betreft een fictieve industriehal waarin kartonnen verpakkingsmaterialen gefabriceerd worden. De hal wordt aangemerkt als industriefunctie met bezettingsgraadklasse

Nadere informatie

VROM biedt handreiking voor grote brandcompartimenten

VROM biedt handreiking voor grote brandcompartimenten BRANDVEILIGHEID dr.ir. A.F. Hamerlinck Ralph Hamerlinck is senior adviseur bij Bouwen met Staal in Zoetermeer en directeur van Adviesbureau Hamerlinck in Roosendaal. VROM biedt handreiking voor grote brandcompartimenten

Nadere informatie

Van Regelgericht naar Risicogericht met het Bouwbesluit. Johan Jansen

Van Regelgericht naar Risicogericht met het Bouwbesluit. Johan Jansen met het Bouwbesluit Johan Jansen Programma Uitgangspunten Risicobenadering 3 Praktijkvoorbeelden Opdracht Bouwbesluit vanaf 1992 heilig verklaard: Introductie van prestatie eisen Prestatie eisen gebaseerd

Nadere informatie

Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen

Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen door Jean Philippe VERITER, 05.10.2017 Inhoudstafel A. Uitvoering van RWA installaties volgens Bijlage 6 2 1 WANNEER DIENT EEN RWA INSTALLATIE VOORZIEN

Nadere informatie

Openbaar Vervoer Terminal Utrecht

Openbaar Vervoer Terminal Utrecht Openbaar Vervoer Terminal Utrecht Even voorstellen Gerard van de Geer Sr. Projectleider bij Movares Meerdere grote projecten OVT Utrecht Ontwerp Uitvoering Directievoering Inhoud presentatie Inhoud Gebied

Nadere informatie

Achtergronden van de handreiking grote brandcompartimenten

Achtergronden van de handreiking grote brandcompartimenten Wonen, Wijken en Integratie www.vrom.nl Achtergronden van de handreiking grote brandcompartimenten Achtergronden van de handreiking grote brandcompartimenten Inhoudsopgave 1. Inleiding 03 1.1 Onderzoek

Nadere informatie

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Wat is een veiligheidstrappenhuis? Wat is een veiligheidstrappenhuis? Probleem Het benoemen en hanteren van een veiligheidstrappenhuis en aan de hand van het Bouwbesluit bepalen welke eisen er van toepassing zijn op zo n trappenhuis. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Regeling Brandmeldinstallaties. Samenvatting

Regeling Brandmeldinstallaties. Samenvatting Regeling Brandmeldinstallaties 2002 Samenvatting Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis. Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis

Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis. Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis datum 26 juni 2015 project Aviko Steenderen brandveiligheid vestiging Arnhem betreft Beheersbaarheid van Brand vrieshuis uw kenmerk - verwerkt door MBR ons kenmerk F.2014.0682.02.N002 versie 003 contactpersoon

Nadere informatie

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen?

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen? Brandveiligheid ing. Art van Lohuizen adviseur brandveiligheid Brandveiligheid Welke onderwerpen? - voorbeelden van simulatieberekeningen - brandoverslagrisico via gevel - rook- en warmteafvoer in parkeertoren

Nadere informatie

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld Ir. René Hopstaken Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld Ontwerp Station Breda (Bouwbesluit) eisen brandveiligheid Aanpak FSE Conclusies Inhoud Alles in één gebouw: Trein, bus, fiets, auto

Nadere informatie

Gelijkwaardigheids oplossingen. Parkeergarage oppervlakte groter dan m2. Verschillende gelijkwaardige oplossingen:

Gelijkwaardigheids oplossingen. Parkeergarage oppervlakte groter dan m2. Verschillende gelijkwaardige oplossingen: Gelijkwaardigheids oplossingen Parkeergarage oppervlakte groter dan 1.000 m2 Verschillende gelijkwaardige oplossingen: Ventilatie: Conform praktijkrichtlijn van het LNB Conform NEN 6098 Sprinkler Compartimentering

Nadere informatie

BIJLAGE 6 & ROOK-EN WARMTE AFVOER IN INDUSTRIEGEBOUWEN

BIJLAGE 6 & ROOK-EN WARMTE AFVOER IN INDUSTRIEGEBOUWEN BIJLAGE 6 & ROOK-EN WARMTE AFVOER IN INDUSTRIEGEBOUWEN Inleiding Bijlage 6 voor nieuwe industriegebouwen en opslagplaatsen Op 15 juli 2009 is in het Staatsblad de aangepaste versie van het koninklijk besluit

Nadere informatie

Een goede brandveiligheidsinstallatie voldoet aan:

Een goede brandveiligheidsinstallatie voldoet aan: Een goede brandveiligheidsinstallatie voldoet aan: Het bouwbesluit NEN 2535 / NEN 2575 Dacht ik altijd Jurgen Lankamp, adviseur brandveiligheid. 6 oktober 2016 DGMR Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer,

Nadere informatie

Gelijkwaardigheid evenementen

Gelijkwaardigheid evenementen Gelijkwaardigheid evenementen Sporthal De Ring IJmuiden Opdrachtgever: Wyckerveste Adviseurs BV Roda JC Ring 101 6466 NH KERKRADE T 045-543 12 45 F 045-543 18 81 E info@wyckerveste.nl Betreft: Projectnummer:

Nadere informatie

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau D161020668 D161020668 Projectnummer 9871.001 Herbouw cafetaria De Notenhout O.C. Huismanstraat te Nijmegen Documentnummer 230-1-001 versie 2 Brandoverslag berekening

Nadere informatie

1-12-2014. Beheersbaarheid van Brand. door Hans Smits

1-12-2014. Beheersbaarheid van Brand. door Hans Smits Beheersbaarheid van Brand door Hans Smits 1 EVEN VOORSTELLEN Hans Smits Brandweer Eindhoven Smits Brandveiligheidsadvies Senior adviseur Brandweer Laarbeek - Postcoördinator Post Lieshout Brandpreventie

Nadere informatie

Interpretatiebesluit deskundigenpanel VBB-systemen

Interpretatiebesluit deskundigenpanel VBB-systemen Interpretatiebesluit deskundigenpanel VBB-systemen datum 30 november 2017 2017-03 - Interpretatie scheidslijn uitstalling en opslag van goederen Normparagraaf 6.2.3 en bijlagen A en B van NEN-EN 12845+A2+NEN

Nadere informatie

Toepassing van simulatie- en rekenmodellen bij de beoordeling van de gelijkwaardige brandveiligheid

Toepassing van simulatie- en rekenmodellen bij de beoordeling van de gelijkwaardige brandveiligheid Toepassing van simulatie- en rekenmodellen bij de beoordeling van de gelijkwaardige brandveiligheid Margrethe Kobes, Mirjam van der Plas, Vincent van Vliet, Jans Weges 0--008 Toepassing simulatie- en rekenmodellen

Nadere informatie

Ontwerp ondergrondse ruimten: invloed rookverspreiding op keuze locatie uitgangen

Ontwerp ondergrondse ruimten: invloed rookverspreiding op keuze locatie uitgangen TNO-rapport 200lJ..CVB-ROO012 Ontwerp ondergrondse ruimten: invloed rookverspreiding op keuze locatie uitgangen TNO Bouw Contactpersoon E.W.Janse centrum voor BrandveIligheid Lange Kleiweg 5, Rijswijk

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: Betreft: Kantoorgebouw met sprinklerinstallatie Trefwoorden: Sprinkler, brandwerendheid op bezwijken, brandwerende coating, grootte brandcompartiment : Status: Definitief Adviesaanvraag

Nadere informatie

Brandveiligheid grote brandcompartimenten

Brandveiligheid grote brandcompartimenten Brandveiligheid grote brandcompartimenten Ir Ruud van Herpen FIFireE Adviesburo Nieman Lector brandveiligheid in de bouw Grote brandcompartimenten: Brandbeheersing Is er verschil? Temperatuur: vriesveem

Nadere informatie

BDA Groep. BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers. Brandveiligheid in hoofdlijnen. Verwarring over aspecten. Beoordelingsgrondslag!

BDA Groep. BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers. Brandveiligheid in hoofdlijnen. Verwarring over aspecten. Beoordelingsgrondslag! Brandveiligheid BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers Ing. Arno H. Bron BDA Groep Brandveiligheid in hoofdlijnen Verschillende aspecten Juiste termen Verwarring over aspecten onbrandbaar 60 minuten brandwerend

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Situatie

1. Inleiding. 2. Situatie Gelijkwaardigheid van een rook-warmte afvoer 1. Inleiding In de praktijk komen we situaties tegen waarbij de open moet zijn voor voldoende rookafvoer bij brand. Tegelijkertijd moet de in het dagelijks

Nadere informatie

Brandveiligheidsconcepten in relatie tot CFD. Inhoud. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel

Brandveiligheidsconcepten in relatie tot CFD. Inhoud. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel Waar staan we nu en waar willen we naartoe? Inhoud Van naar CFD Parkeergarages & CFD Ir. B.H.G. (Björn) Peters Senior adviseur B&BT Voorhal Rijksmuseum Eregalerij Rijksmuseum Rook en Warmte Afvoer (RWA)-installatie

Nadere informatie

Even voorstellen. Marcel Veenboer

Even voorstellen. Marcel Veenboer Even voorstellen Marcel Veenboer Even voorstellen Werkterrein planontwikkeling bij bouw en verbouw gelijkwaardigheidsvraagstukken brandoverslag ondersteuning bij brandveilig gebruik De werking van gelijkwaardigheid

Nadere informatie

brandveiligheid Onderzoek naar toepassing van risicobenadering op vluchtveiligheid bij brand

brandveiligheid Onderzoek naar toepassing van risicobenadering op vluchtveiligheid bij brand 30 4 2010 Bouwfysica Probabilistische benadering brandveiligheid Onderzoek naar toepassing van risicobenadering op vluchtveiligheid bij brand De huidige brandveiligheidsregelgeving is voornamelijk opgenomen

Nadere informatie

Bouwen buiten het toepassingsgebied van het Bouwbesluit. Ir Ruud van Herpen Adviesburo Nieman Zwolle

Bouwen buiten het toepassingsgebied van het Bouwbesluit. Ir Ruud van Herpen Adviesburo Nieman Zwolle Bouwen buiten het toepassingsgebied van het Bouwbesluit Ir Ruud van Herpen Adviesburo Nieman Zwolle Brandveiligheid hoge gebouwen Geen gelijkwaardigheid artikel 1.5 Bouwbesluit, maar invulling geven aan

Nadere informatie

Grondgebondenwoningen Churchillpark te Leiden=

Grondgebondenwoningen Churchillpark te Leiden= N fåäéáçáåö fåçéçê~åüíî~å^íéäáéê_çìïâìåçéoçííéêç~ãiòáàåçççêãç_áìëåçåëìäíäê~åççîéêëä~öäéj êéâéåáåöéåìáíöéîçéêçîççêçéééåöéòáåëïçåáåöéåî~åüéíéêçàéåí`üìêåüáääé~êâíéiéáçéåk aéäéêéâéåáåöéåòáàåìáíöéîçéêççãíéäéé~äéåçñéêêáëáåççéäê~åççîéêëä~ö~~åïéòáöáë

Nadere informatie

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen Onderwerpen Parkeerventilatie Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen Overdrukventilatie Regelgeving Overdruksystemen Certificering Regelgeving Bouwbesluit NEN 2443:2000 Brandveiligheideisen

Nadere informatie

RICHTLIJN SPRINKLERINSTALLATIES

RICHTLIJN SPRINKLERINSTALLATIES RICHTLIJN SPRINKLERINSTALLATIES Richtlijn sprinklerinstallatie Normen Als Nederlandse sprinklernorm geldt het Voorschrift voor Automatische Sprinklerinstallaties (VAS). Het VAS is van origine een vertaling

Nadere informatie

Robuuste brandveiligheid

Robuuste brandveiligheid Robuuste brandveiligheid Sigrin Drost-Hofman Wat eist de regelgeving? 1. Beperken van slachtoffers door brand in het bouwwerk 2. Beperken van schade aan derden (buurpercelen) Gericht op effectbeperking!

Nadere informatie

Beschrijving. Brandventilatie vs. Sprinkler in parkeergarage. Advies Definitief

Beschrijving. Brandventilatie vs. Sprinkler in parkeergarage. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, overige gebruiksfunctie, NEN 6098, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, sprinkler, brandbestrijding, parkeren Datum: 31 januari 2017 Status: Definitief Beschrijving

Nadere informatie

Beoordeling brandoverslag. Instructie. Versie 1.1. Datum 6 januari 2011 Status Definitief

Beoordeling brandoverslag. Instructie. Versie 1.1. Datum 6 januari 2011 Status Definitief Beoordeling brandoverslag Instructie Versie 1.1 Datum 6 januari 2011 Status Definitief Colofon Versie 1.1 T 0800-899 1103 info.infofoon@rgd.minbzk.nl Pagina 3 van 14 Inhoud 1 Inleiding... 7 1.1 Algemeen...

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel Gatwickstraat 11 1043 GL AMSTERDAM Postbus 94204 1090 GE AMSTERDAM T +31 (0)20-6967181 F +31 (0)20-6634962 E Amsterdam@chri.nl www.chri.nl Notitie 20140549-02 Project: "Masterplan-Faculteit" te Rotterdam

Nadere informatie

Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen?

Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen? Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen? ir Ruud van Herpen FIFireE Technisch directeur Nieman Lector Brandveiligheid in de bouw Nieman Groep Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen?

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, industriefunctie, gelijkwaardigheid, handhaving, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, RWA Datum: 28 september 2018 Status:

Bouwbesluit 2012, industriefunctie, gelijkwaardigheid, handhaving, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, RWA Datum: 28 september 2018 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, industriefunctie, gelijkwaardigheid, handhaving, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, RWA Datum: 28 september 2018 Status: Definitief Beschrijving Een bedrijfshal met

Nadere informatie

Grote Brandcompartimenten. Prof. P.H.E. van de Leur

Grote Brandcompartimenten. Prof. P.H.E. van de Leur Grote Brandcompartimenten Prof. P.H.E. van de Leur Ontwikkelingen Denken over grote brandcompartimenten gewijzigd Risicobenadering overheid Doctrine brandweer Nieuwe normen in de maak, NEN Veilig vluchten

Nadere informatie

datum 30 mei 2017 project Nieuwe Rijksmuseum vestiging Den Haag uw kenmerk - contactpersoon ir. B.H.G. (Björn) Peters verwerkt door BPE/AWI/BRA

datum 30 mei 2017 project Nieuwe Rijksmuseum vestiging Den Haag uw kenmerk - contactpersoon ir. B.H.G. (Björn) Peters verwerkt door BPE/AWI/BRA Vergroting Foyer auditorium datum 3 mei 217 project Nieuwe Rijksmuseum vestiging Den Haag betreft Vergroting Foyer auditorium uw kenmerk - versie 1 ons kenmerk B.22.146.61.N1 contactpersoon ir. B.H.G.

Nadere informatie

InleIDInG ReGelGeVInG en BouwBeSluIT

InleIDInG ReGelGeVInG en BouwBeSluIT 4. BRANDVEILIGHEID INLEIDING REGELGEVING EN BOUWBESLUIT Gevels van gebouwen zijn de belangrijkste onderdelen als het gaat om de bescherming van de inhoud van het gebouw en het comfort voor de gebruikers.

Nadere informatie

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: 1302-1 Betreft: Parkeren onder galerij woongebouw Trefwoorden: Parkeren onder galerij, rookvrije vluchtroute, niet-besloten ruimte : Status: Definitief Beschrijving Het project

Nadere informatie

Beheersbaarheid van Brand Project:

Beheersbaarheid van Brand Project: Beheersbaarheid van Brand Project: Uitbreiding Lidl Bleiswijk Vlampunt Plataanlaan 14 3741 WE Baarn t 035 541 62 23 www.vlampunt.nl e info@vlampunt.nl IBAN NL62ABNA 0460016997 BIC. ABNANL2A KvK nr. 32126074

Nadere informatie

Memorandum nr

Memorandum nr Aan : de heer G. Spruijt, Van Boekel Zeeland Opgesteld door : de heer ing. N. Meulenberg Datum : 23 september 2016 Betreft : fietsparkeergarage Vijfhoek Project nr. : 3578-01 Onderwerp : brandveiligheid

Nadere informatie

Preventie en repressie in parkeergarages

Preventie en repressie in parkeergarages Preventie en repressie in parkeergarages Sigrin Drost - 15 september 2016 Introductie Adviseur brandveiligheid Nieman Raadgevende Ingenieurs Brandveiligheidsconcepten op basis van FSE PvE Brandveiligheidsconcept

Nadere informatie

Blauwdruk Uitgangspuntendocument Brandbeveiliging

Blauwdruk Uitgangspuntendocument Brandbeveiliging Blauwdruk Uitgangspuntendocument Brandbeveiliging Een uitgangspuntendocument brandbeveiliging kan uit een of meer documenten bestaan. Deel 1: Projectinformatie en doel brandbeveiliging 1.1 Algemeen 1.1.1

Nadere informatie

Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden.

Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden. Documentnummer 1405f d.d. 30 mei 2014 Projectnummer 14.5725.1a Project melkveestal Aarts Betreft brandcompartimentering Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan

Nadere informatie

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages ir. B. Kersten, LBP Raadgevend ingenieursbureau te Nieuwegein Opgericht in 1970 Momenteel ca. 60 medewerkers 1 Inhoud Wat is een natuurlijk

Nadere informatie

Workshop. Best practices gelijkwaardige oplossingen

Workshop. Best practices gelijkwaardige oplossingen Workshop Best practices gelijkwaardige oplossingen Ronald van Brakel, EFPC te Bilthoven, namens de ONRI Henk van Zeeland, Van Zeeland Architecten te Soest, namens de BNA Rien van Overveld, secretaris Werkgroep

Nadere informatie

Handreiking grote brandcompartimenten

Handreiking grote brandcompartimenten Wonen, Wijken en Integratie www.vrom.nl Handreiking grote brandcompartimenten Handreiking grote brandcompartimenten 0 Inhoudsopgave Algemene informatie 03 1 Inleiding 04 2 Toepassingsgebied 06 3 Praktische

Nadere informatie

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid Beleid bestaande bouw - beleidspakket Kwaliteit brandveiligheid 1 Voorwoord In dit rapport zijn de door het gemeentebestuur vastgestelde pakketten met de brandveiligheidseisen voor bestaande gebouwen weergegeven.

Nadere informatie

De warmteverliescoëfficiënt van een begane grondvloer bij toepassing van Drowa chips als bodemisolatie in kruipruimtes bij een tussenwoning

De warmteverliescoëfficiënt van een begane grondvloer bij toepassing van Drowa chips als bodemisolatie in kruipruimtes bij een tussenwoning TNO-rapport 060-DTM-2011-02437 De warmteverliescoëfficiënt van een begane grondvloer bij toepassing van Drowa chips als bodemisolatie in kruipruimtes bij een tussenwoning Technical Sciences Van Mourik

Nadere informatie

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht :

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : Infobrief 5: Normen over rookwerend doorvoeren van leidingen, kabels en ventilatiekanalen In de voorgaande 2 artikelen zijn de normen behandeld over het brandwerend doorvoeren van leidingen, kabels en

Nadere informatie

document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte

document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte D162602726 D162602726 project: Verbouw Jumbo Fenikshof te Nijmegen opdrachtgever: Jumbo Supermarkten B.V. document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte kenmerk: 6412N01a datum:

Nadere informatie

Notitie Appartementengebouw Beringstraat te Amersfoort; aanpassing ontwerp buitenruimten

Notitie Appartementengebouw Beringstraat te Amersfoort; aanpassing ontwerp buitenruimten Notitie 20091526-03 Appartementengebouw Beringstraat te Amersfoort; aanpassing ontwerp buitenruimten Datum Referentie Behandeld door 9 november 2009 20091526-03 P. van der Horst-Entius./ATr 1 Inleiding

Nadere informatie

: Industrie : B5 : 10-004-07-00-dlv-bom-wessels van de bouwkunst bv

: Industrie : B5 : 10-004-07-00-dlv-bom-wessels van de bouwkunst bv Maatschap Bom T.a.v. mevr. J. Bom Verl. Scholtenskanaal o.z. 23 7881 JR Emmercompascuum Datum: Onderwerp: 23 mei 2011 Bouwplantoets brandveiligheid, rundveestal. Geachte mevrouw Bom, Onderstaand treft

Nadere informatie

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum

Nadere informatie

stralend ontvangend vereiste bijdrage WBDBO vlak vlak gevel brandcompartiment

stralend ontvangend vereiste bijdrage WBDBO vlak vlak gevel brandcompartiment Bijlage I Vuurlastberekening compartimentering Samenvatting resultaten brandoverslag stralend ontvangend vereiste bijdrage WBDBO vlak vlak gevel brandcompartiment noordoostgevel spiegelsymm. 0 min brandcomp.

Nadere informatie

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid T.P.M. van Dartel Stu. nr.: 0720444 5658 EB Eindhoven Tel. 06 523 23 543 E t.p.m.v.dartel@student.tue.nl 07-03-2014 Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid Popcentrum MIO betreft een popcentrum op

Nadere informatie

Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 28 september 2011

Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 28 september 2011 Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 28 september 2011 Ing. M.P.Lasker B.Eng MIFireE 1 Marcel Lasker: Directeur Prevent IVG bv Bevelvoerder Brandweer Oldambt Voorzitter IFE Nederland Docent

Nadere informatie

Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 2 februari 2012

Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 2 februari 2012 Een nieuwe kijk op Beheersbaarheid van Brand VBE 2 februari 2012 Ing. M.P.Lasker B.Eng MIFireE 1 Marcel Lasker: Directeur Prevent IVG bv Bevelvoerder Groningen / Oldambt Voorzitter IFE Nederland Docent

Nadere informatie

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager 1 Daniek de Jager EVEN VOORSTELLEN Exiss BV Senior Consultant Integrale veiligheid Rookbeheersingsdeskundige CFD onderzoek Opname en

Nadere informatie

Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies.

Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies. Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies. Voor gevels en wanden van kantoorgebouwen kunnen brandwerendheidseisen gelden om branddoorslag en/of brandoverslag te voorkomen. De weerstand

Nadere informatie

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN Rapport nr. 3091-01-01A 11 maart 2014 Zorgwoningen Jacob Catssingel, Breda Inhoud Pagina 1 Inleiding 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Doel 4 1.3 Uitgangspunten 5 1.4 Computermodel 5 2 NEN 6068 6 2.1 Toepassingsgebied

Nadere informatie

Grote brandcompartimenten. Normen in ontwikkeling

Grote brandcompartimenten. Normen in ontwikkeling Grote brandcompartimenten Normen in ontwikkeling NEN 66 i.o. NEN 679 i.o. Brandveiligheid van grote brandcompartimenten Brandveiligheid van grote brandcompartimenten, risicobenadering Even voorstellen

Nadere informatie

Betonperikelen en de consequenties voor tunnelbrandbestrijding

Betonperikelen en de consequenties voor tunnelbrandbestrijding Betonperikelen en de consequenties voor tunnelbrandbestrijding Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid IFV KPT kennisbijeenkomst 16/11/2017 Rode draad 1. Brandveiligheid constructies 2. Hoogbouw, parkeergarages

Nadere informatie

mobiliteit en brandveiligheid

mobiliteit en brandveiligheid mobiliteit en brandveiligheid Een leven lang mobiel Voor vele ouderen en lichamelijk gehandicapten biedt een scootmobiel de mogelijkheid zonder hulp van anderen deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer.

Nadere informatie

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen gelden voor samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Passiefhuis brand(on)veilig?

Passiefhuis brand(on)veilig? Passiefhuis brand(on)veilig? Ir. Ruud van Herpen Passiefhuis brand(on)veilig? Stellingen: De brandweer kan bij brand in een passiefhuis reddend optreden juist/onjuist? Vanwege de goede luchtdichting treedt

Nadere informatie

Rapport nr /VTM Revisie C. Vultijdenmodel berekening. 1 maart GreenMountains Logistics Park Kolhovenlaan Schiphol

Rapport nr /VTM Revisie C. Vultijdenmodel berekening. 1 maart GreenMountains Logistics Park Kolhovenlaan Schiphol Boedelhofweg 38A 7211 BS Eefde 0575 544 966 advies@brandexpert.nl www.brandexpert.nl Rapport nr. 2047-1/VTM Revisie C Vultijdenmodel berekening 1 maart 2016 GreenMountains Logistics Park Het is niet toegestaan

Nadere informatie

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Probleem Wat zijn in de wet- en regelgeving de algemene uitgangspunten voor het ontwerp van een in de praktijk goed bruikbaar vluchtplan?

Nadere informatie

Verticaal vluchten bij transformatie en renovatie van woongebouwen. Roy Hendriks, Alcedo Stan Veldpaus, Colt International

Verticaal vluchten bij transformatie en renovatie van woongebouwen. Roy Hendriks, Alcedo Stan Veldpaus, Colt International Verticaal vluchten bij transformatie en renovatie van woongebouwen Roy Hendriks, Alcedo Stan Veldpaus, Colt International Even voorstellen Alcedo Roy Hendriks, adviseur brandveiligheid & bouwfysica Colt

Nadere informatie

Plasbranden. DGMR ingenieurs en adviseurs. Praktijk ervaringen adviseur

Plasbranden. DGMR ingenieurs en adviseurs. Praktijk ervaringen adviseur DGMR ingenieurs en adviseurs Plasbranden Praktijk ervaringen adviseur De ervaringen met de eisen uit het Bouwbesluit en de wijzigingen voor de toekomst. Werkwijze, uitgangspunten en de voorbereidingen

Nadere informatie

RAPPORTAGE BEHEERSBAARHEID VAN BRAND

RAPPORTAGE BEHEERSBAARHEID VAN BRAND RAPPORTAGE BEHEERSBAARHEID VAN BRAND Project: Nieuwbouw bedrijfspand Marchandweg 7 in Barneveld Onderdeel: Rapportage beheersbaarheid van brand Opdrachtgever: GEKA b.v. Koopmansgoed 8 3771 MK BARNEVELD

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Toetsing aan: Beheersbaarheid van Brand 2007. Opdrachtgever De Rooij Oisterwijksebaan 2 5059 AR HEUKELOM NB

Onderzoeksrapport. Toetsing aan: Beheersbaarheid van Brand 2007. Opdrachtgever De Rooij Oisterwijksebaan 2 5059 AR HEUKELOM NB Onderzoeksrapport Toetsing aan: Beheersbaarheid van Brand 2007 Opdrachtgever De Rooij Oisterwijksebaan 2 5059 AR HEUKELOM NB Adviseur J.S.M. de Groot 06-20423896 Adviseur brandpreventie : Ing. A.H. van

Nadere informatie

Brandveiligheid vanuit ontwerp

Brandveiligheid vanuit ontwerp Brandveiligheid vanuit ontwerp Ad Broeren Inleiding Waarom überhaupt discussie over brandveiligheid? Wie zijn de stakeholders en hun belangen? Hoe kunt u het benaderen? Hoe kunt u het uitvoeren: Wat eist

Nadere informatie

Sector Risicobeheersing

Sector Risicobeheersing Gemeente Tilburg Dienst Publiekszaken, Afdeling Omgevingsvergunning Ter attentie van de heer J. Jansen Postbus 90118 5000 LA Tilburg Fabriekstraat 34, Tilburg Postbus 3208 5003 DE Tilburg Telefoon (088)

Nadere informatie

Beheersbaarheid van Brand Project:

Beheersbaarheid van Brand Project: Beheersbaarheid van Brand Project: Nieuwbouw Lidl Rijksparallelweg Staphorst Vlampunt Plataanlaan 14 3741 WE Baarn t 035 541 62 23 www.vlampunt.nl e info@vlampunt.nl IBAN NL62ABNA 0460016997 BIC. ABNANL2A

Nadere informatie

DE BRAND1HEID Specialist in brandbeveiliging

DE BRAND1HEID Specialist in brandbeveiliging Zandrug 1 8105 BJ LUTTENBERG 06-14482942 info@brand1heid.nl www.brand1heid.nl Berekening veilig vluchten bij brand volgens de NEN 6060 (juni 2015) Distributiecentrum Corning Life Sciences B.V Fogostraat

Nadere informatie

Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique

Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique 20 10 2011 1 Vanbever Bart 2 RWA in parkeergarages Bart Vanbever bvanbever@vincotte.be Antwerpen, 22 februari Wetgeving

Nadere informatie

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing)

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing) door Daniek de Jager EVEN VOORSTELLEN Daniek de Jager Exiss BV Senior Consultant Integrale veiligheid Rookbeheersingsdeskundige CFD onderzoek Opname en inspectie

Nadere informatie

Belang van goede uitgangspunten bij brandbeveiligingsinstallaties

Belang van goede uitgangspunten bij brandbeveiligingsinstallaties Belang van goede uitgangspunten bij brandbeveiligingsinstallaties Ing. J.C. (Johan) Hoogeweg jho@dgmr.nl 13-06-2018 Programma Waarom uitgangspunten vastleggen? Welke uitgangspunten moeten worden vastgelegd?

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) BRL 1504 "Dakbedekkingssystemen van metalen elementen met dakpanprofiel en andere vormen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het

Nadere informatie

VEBON Eind- en Toetstermen Ontwerpdeskundige Rookbeheersingssystemen VEBON

VEBON Eind- en Toetstermen Ontwerpdeskundige Rookbeheersingssystemen VEBON VEBON Eind- en Toetstermen Ontwerpdeskundige Rookbeheersingssystemen VEBON Eind- en Toetstermen Ontwerpdeskundige Rookbeheersingssystemen VEBON november 2014 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten

Nadere informatie

project: Nieuwbouw varkensstal Bandert 14 Deurne iov Mts Koppens v. Gog

project: Nieuwbouw varkensstal Bandert 14 Deurne iov Mts Koppens v. Gog project: Nieuwbouw varkensstal Bandert 14 Deurne iov Mts Koppens v. Gog opdrachtgever: Mts Koppens-van Gog te Deurne document: Brandveiligheid kenmerk: 4469N01b datum: 19 september 2012 opgesteld door:

Nadere informatie

Vervangt NPR :2001 Ontw. Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR (nl)

Vervangt NPR :2001 Ontw. Nederlandse praktijkrichtlijn. NPR (nl) Vervangt NPR 6095-1:2001 Ontw. Nederlandse praktijkrichtlijn Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst

Nadere informatie

Handreiking grote brandcompartimenten

Handreiking grote brandcompartimenten Wonen, Wijken en Integratie www.vrom.nl Handreiking grote brandcompartimenten Handreiking grote brandcompartimenten 02 Inhoudsopgave Algemene informatie 03 1 Inleiding 04 2 Toepassingsgebied 06 3 Praktische

Nadere informatie