Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen

Transcriptie

1 Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen door Jean Philippe VERITER, Inhoudstafel A. Uitvoering van RWA installaties volgens Bijlage 6 2 1

2 WANNEER DIENT EEN RWA INSTALLATIE VOORZIEN TE WORDEN VOLGENS BIJLAGE 6? 3 Bijlage 6: vereisten inzake actieve preventie Waarschuwing en meldingsdrukknoppen Branddetectie Klasse A Klasse B Klasse C Vanaf m² Altijd Alarm (sirenes) Vanaf 500 m² RWA installatie (ontroking) Vanaf m² (*) Vanaf 500 m² (*) Automatische blussing Nooit (**) Altijd Altijd(*) (*) Behalve voor compartimenten voorzien van een automatische gas of watermistblusinstallatie of een ESFR sprinklerinstallatie. (**) Tenzij daar rekening wordt mee gehouden voor het bepalen van de maximale toegelaten oppervlakte van het compartiment of voor de vereiste inzake stabiliteit bij brand van de structurele elementen type II. 4 2

3 Waar is de RWA installatie verplicht? In principe dient héél het compartiment uitgerust te worden met een RWA installatie. RWA installatie met eigen extractie Industriële activiteit RWA installatie met uitstroming naar hal Industriële activiteit 5 Waar is de RWA installatie verplicht? Sinds , mogen niet industriële activiteiten beperkt tot 500 m² plaatsvinden binnen een industrieel compartiment waar RWAinstallatie verplicht is. Deze niet industriële ruimte (< 500 m²) hoeft niet uitgerust te worden met een RWA installatie. Geen RWAinstallatie Nietindustriële activiteit (< 500 m²) 6 3

4 UITVOERING VAN RWA INSTALLATIES VOLGENS BIJLAGE 6 7 Vereenvoudigde benadering: voorwaarden Voorwaarde 1: compartiment < 2000 m² Voorwaarde 2: hoogte gestapelde goederen < 70% hoogte RWA verluchters Voorwaarde 3: hoogte bovenkant luchttoevoeropeningen < 70% hoogte RWA verluchters A dak H max 0,7H max 0,7H max 2000 m² 8 4

5 Vereenvoudigde benadering : dimensionering (1 rookvak) Aerodynamische oppervlakte van de RWA verluchters >2 % van de dakoppervlakte A v.c v >2% A dak Aerodynamische oppervlakte van de luchttoevoer > 2 % van de dakoppervlakte A i.c i >2% A dak A v A v A v A dak A i A i 9 Vereenvoudigde benadering : dimensionering (meerdere rookvakken) Aerodynamische oppervlakte van de RWA verluchters >2 % van de dakoppervlakte A v.c v >2% A dak Aerodynamische oppervlakte van de luchttoevoer > 2 % van de dakoppervlakte A i.c i >2% A dak Rookscherm A dak A v A i A i 10 5

6 Vereenvoudigde benadering : dimensionering Aandachtspunten Referentie oppervlakte = dakoppervlakte Indien hellend dak: dakoppervlakte > vloeroppervlakte 2% = aerodynamische oppervlakte = geometrische oppervlakte x aerodynamische coëfficiënt (<1) RWA verluchters: Europese productnorm = EN Aerodynamische coëfficiënt: Volgens test (cfr EN ): C v = meestal tussen 0,6 en 0,7 Indien geen test: C v = 0,4 (volgens afbeelding 9 van NBN S ) Luchttoevoer: Geen Europese productnorm Aerodynamische coëfficiënt: Op basis van tabel 1 van CEN TR (zie volgende slide) NOTA: C v waarden zijn gunstiger dan deze van afbeelding 11 van NBN S Extract CEN TR :

7 Uitvoering van RWA installatie volgens NBN S : dimensionering Dimensionering gebeurt op basis van een genormaliseerde vuurhaard (categorie 1 t/m 4) Indien de inhoud van het gebouw onbekend is wordt de RWA installatie gedimensioneerd op basis van een vuurhaard van 6 m x 6m. Het vermogen is afhankelijk van het type RWA installatie: 250 kw/m² voor natuurlijke RWA installatie 500 kw/m² voor mechanische RWA installatie 13 Uitvoering van RWA installatie volgens NBN S : dimensionering Dimensionering [kg/s] isafhankelijk van: De vuurhaard (W f = omtrek) De rookvrije hoogte onder de rooklaag (Y) Dimensionering van natuurlijke RWA installatie: A v C v (aerodynamische oppervlakte van de RWA verluchters) A i C i (aerodynamische oppervlakte van de luchttoevoer) Dimensionering van mechanische RWA installatie: Extractiedebiet (m³/uur) min. luchttoevoer (max. snelheid = 5 m/s) 14 7

8 Uitvoering van RWA installatie volgens NBN S : dimensionering De norm geeft bijkomende vereisten inzake: Maximale temperatuur van de rooklaag Algemeen: max. 300 C Indien rooklaag lager dan 3 m: 200 C Aantal verluchters wordt bepaald op basis van : De maximale oppervlakte per RWA verluchter (AvCv krit ) De maximale lengte RWA verluchter (3 meter of dikte rooklaag) De maximale afstandtussenverluchters(20 meter) Een minimum van 1 verluchter per 400 m². Op basis van de berekende rookvrije hoogte (Y) worden de volgende criteria bepaald (telkens 0,5 m onder de rooklaag): De hoogte van de rookschermen De hoogte van de bovenkant van de luchttoevoeren De hoogte van de gestapelde goederen 15 BEDIENING VAN RWA INSTALLATIES VOLGENS BIJLAGE

9 Bediening van de RWA installatie Volgens de norm NBN S ( 17.1) RWA installatie moet onmiddellijk in werking treden bij brand. RWA installatie moet volledig in werking zijn binnen de 60 seconden (na manuele of automatische bediening) Natuurlijke RWA installatie: 100% opening van verluchters en luchttoevoer Mechanische RWA installatie: 100% extractiedebiet + 100% opening van luchttoevoer RWA installatie wordt bediend door een automatische brandmeldingsinstallatie (= detectie) RWA verluchters worden voorzien van een (extra) automatisch openingssysteem dat in werking treedt bij een gegeven temperatuur (bv 70 C). Uitzonderingen op de norm toegelaten door bijlage 6: zie volgende slide. 17 Bediening van de RWA installatie «Afwijkingen» op de norm NBN S De volgende afwijkingen op de norm zijn voorzien: Vermindering van de normatieve eisen: Indien het compartiment uitgerust is met een automatische blusinstallatie (sprinkler) wordt de RWA installatie bediend door de alarmklep van de sprinklerinstallatie. Verhoging van de normatieve eisen: Een manuele bediening wordt telkens voorzien. Een centrale controle en bedieningspost wordt telkens voorzien in een EI 60 lokaal met de volgende functionaliteiten: Toezicht op de werking van de RWA installatie Manuele bediening van de RWA installatie 18 9

10 QUESTION TIME 19 scrl SECO cvba Head Office Rue d Arlon 53 B 1040 Brussels sales@seco.be