Commissie Beleid, Plannen en Projecten

Transcriptie

1 Commissie Beleid, Plannen en Projecten Conceptverslag commissievergadering Beleid, Plannen en Projecten van 28 november 2018 Aanwezig: Afwezig: de dames Heeringa (portefeuillehouder Zuid) en Eshuis, de heren Assies, Van Calker, Douwstra (portefeuillehouder Noord), Kuipers, Vertegaal en Wollerich (plaatsvervangend-voorzitter) en de heer Kooistra, hoofd afdeling Beleid, Projecten en Laboratorium (secretaris) en mevrouw Hulzebos, bestuurs- en managementassistent (verslag) Mevrouw Plas-Kerperien 1. Opening De heer Kuipers opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom. 2. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. Mevrouw Plas-Kerperien is afwezig, de heer Kuipers zal haar vragen, opmerkingen meenemen. Mevrouw Heeringa is vanwege een andere vergadering iets later aanwezig. De heer Ten Brink is tevens aanwezig. 3. Verslag vergadering d.d. 28 november 2018 Tekstueel: Pagina 2, eerste alinea, toevoegen achter regel 3, de klimaatverandering hierbij gaat het om wateroverlast door piekbuien, droogte en hitte. Pagina 3, tweede alinea, toevoegen achter onze duurzaamheidsstrategie met het oog op het aangaan van een nieuw contract. Pagina 6, eerste alinea onder de Rondvraag Mevrouw Plas-Kerperien vervangen door Mevrouw Eshuis. Hierboven toevoegen Mevrouw Plas-Kerperien merkt op dat er naar aanleiding van de situatie in Farmsum direct omwonenden last van allerlei klachten hadden en vraagt of er bij onze medewerkers ook klachten zijn geweest en of zij voorzien waren van de nodige veiligheidsmaatregelen. De heer Douwstra antwoordt dat er geen klachten bij ons personeel waren en dat zij voorzien waren van de nodige veiligheidsmaatregelen. 1

2 Het verslag wordt gewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van: Pagina 7 en 8, de informatie over de grondwaterstanden; De heer Vertegaal wijst op de actie van waterschap Aa en Maas die het waterpeil hoog houdt om de grondwaterstanden aan te vullen. De heer Douwstra geeft aan dat wij het oppervlaktewaterpeil op veel plekken nog niet hebben verlaagd naar de winterpeil, net zoals bij waterschap Aa en Maas. 4. Agenda vergadering algemeen bestuur d.d. 12 december 2018 Naar aanleiding van de nazending van het planningsschema vraagt de heer Vertegaal of er met betrekking tot de veenoxidatie Valthermond iets uit het overleg met de Provincie Drenthe is gekomen. Hij zou graag willen dat het AB wordt geïnformeerd over de scenario s die uit de gebiedsprocessen zijn gekomen. De heer Kooistra geeft aan dat de Provincie terughoudend is en vindt dat er geen reden is om nieuwe natuur te ontwikkelen en dat er geen aanleiding is om peil volgt functie ter discussie te stellen. In het overleg is aangegeven hoe wij er in staan en dat wij de verantwoordelijkheid hebben om met ons AB in de volle breedte te kijken naar de mogelijke maatregelen van het peilgebied in Valthermond. De heer Kooistra denkt dat het niet haalbaar is om aan dit AB de uitgewerkte scenario s voor te leggen. De scenario s moeten nog uitgewerkt, geconcretiseerd worden. De heer Assies geeft aan dat hij in het kader van de overdracht naar het volgende AB er belang aan hecht dat dit AB geïnformeerd wordt over de uitwerking van de scenario s. Samen met mevrouw Heeringa zal bekeken worden wat mogelijk is. De heer Vertegaal zegt met betrekking tot de onderhandelingen over het klimaatakkoord dat er heftige discussies zijn over de methode hoe veen in het Veenweide gebied vernat moet worden. Een scenario is dat het een agrarische functie blijft, maar dan grasland in plaats van akkerbouw, omdat er veel winst van verwacht wordt. De agenda wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. Cofinanciering POP3 subsidie Kadetraject Tjuchem De heer Douwstra licht het voorstel toe. De heer Kuipers zegt namens mevrouw Plas-Kerperien dat zij het een prima voorstel vindt, met name gezien de combinatie van de maatregelen voor kadeversterking en ecologische versterking door de aanleg van een natuurvriendelijk oever. Ten aanzien van de ontwikkeling en monitoring van de natuurvriendelijke oevers vindt mevrouw Plas-Kerperien het geen probleem dat een natuurvriendelijke oever niet altijd tot vergroting van de ecologische waarden ter plekke leidt. Leer daarvan (monitoring) en zorg ervoor dat er geen onnodige kosten voor ontwikkeling van nieuwe natuurvriendelijke oevers worden gemaakt als ter plaatse de situatie niet gunstig lijkt, kies dan voor andere ecologische maatregelen die meer kans van slagen hebben. 2

3 De heer Douwstra legt uit hoe een en ander wordt aangelegd, er komt een dammetje, een zijkanaaltje en dan pas de kade, zodat de snelle stroming bij afvoer van water er niet meer is. Het zal net zo aangelegd worden als bij het Drentsche Diep. De heer Kooistra vult aan dat als wij wijzigingen maken in onze infrastructuur die effect hebben op onze omgeving wij verplicht zijn om een projectplan op te stellen, dit vanwege de waterwet. De heer Vertegaal vraagt waarom dit voorstel in het AB wordt ingebracht gezien de hoogte van het bedrag, een mededeling was voor hem voldoende geweest. De heer Kooistra legt uit dat dit nodig is vanwege de E-kredieten, de investering van ,- moet nog vrijgegeven worden door het AB. De heer Vertegaal merkt op dat het traject dat wordt aangepakt 250 meter betreft en vindt dat het resterende deel van 2 km van de natuurvriendelijke oever ook moet worden aangelegd. De heer Douwstra legt uit dat we de ruimte niet hebben om dat deel ook aan te pakken. De resterende opgave die we in dat gebied hebben zullen we ergens zoeken. De heer Vertegaal vindt dat er dan geen natuurvriendelijke oever wordt ingepast in een ecologische verbindingszone. De heer Kooistra geeft aan dat een natuurvriendelijke oever altijd aan één zijde wordt ingericht en dat aan de noordzijde al een natuurvriendelijke oever ligt waar nog een stuk aan vast komt. De natuurvriendelijke oever aan de noordzijde werkt nog niet optimaal, maar zal in de volgende planperiode worden geoptimaliseerd. In 2020 komt hierover een nieuw voorstel in het AB. De heer Vertegaal vindt het een mooi voorstel. De heer Vertegaal geeft aan dat Staatsbosbeheer graag betrokken wil worden bij dit traject. De heer Douwstra zegt dat Staatsbosbeheer bij dit project betrokken zal worden. De heer Van Calker vindt het een prima voorstel. Mevrouw Eshuis vindt het ook een prima voorstel. Mevrouw Eshuis vraagt in hoeverre de plannen van de N33 hierin een rol spelen. De heer Douwstra legt uit dat de rol van de N33 wordt meegenomen in dit project, het zit in de planvoorbereiding. Mevrouw Eshuis merkt op dat met betrekking tot de POP-subsidie een termijn aan de uitvoering zit en zou graag inzicht in het tijdschema willen hebben. Het antwoord op deze vraag is nagegaan bij de ambtelijke dienst en weergegeven in het kader hieronder. De uitvoering van de werken moet binnen 3 jaar na het afgeven van de toekenning voor de subsidie zijn voltooid. Mocht tijdens het uitvoeren van het project blijken dat we meer tijd nodig hebben, dan is er de mogelijkheid om bij GS een verlenging aan te vragen. 15 februari 2019: uiterste datum dat aanvraag ingediend moet zijn. 15 juni 2019: uiterste datum dat beoordeling van aanvraag binnen moet zijn. 15 juni 2022: uiterste datum dat project afgerond moet zijn (tenzij GS termijn verlengt). 3

4 Naar aanleiding van pagina 4 vraagt de heer Wollerich wat het risico is als we de POP-subsidie niet krijgen. De heer Kuipers wil ook graag weten of het alleen wordt uitgevoerd als we de subsidie krijgen. De heer Douwstra legt uit dat dit voorstel gericht is op natuurvriendelijke oevers in combinatie met andere doelen, het verkrijgen van de subsidie is een voorwaarde, anders gaat het integrale project niet door. Gaat de subsidie niet door dan zal dit stuk kade aangepakt worden in de rest van het kadetraject. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om: - Een krediet van ,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het kadetraject Tjuchem; - Het krediet Natuurvriendelijke oevers Duurswold verlagen met ,- ten behoeve van het project Kadetraject Tjuchem. 6. Realisatie maatregelen Hondshalstermeer De heer Kuipers zegt namens mevrouw Plas-Kerperien dat zij het een prima voorstel vindt. Zij geeft ook bij dit voorstel aan om het slim aan te pakken door gebruik te maken van de POPsubsidie en monitor of er ook daadwerkelijk sprake is van ecologische verbetering. De heer Kuipers vindt het een goed voorstel. Mogelijk zou het idee, als het goed werkt, ook ergens anders gebruikt kunnen worden. De heer Kuipers vraagt of op deze plek recreatie plaats vindt en of de recreatie last van het project heeft. De heer Douwstra geeft aan dat er aan de noordwest kant een kanoroute is en dat er geen last wordt ondervonden van dit project. De heer Van Calker merkt op dat het een ondiep meer is. Hij vraagt of er gebruik wordt gemaakt van duurzaam hout. De heer Douwstra geeft aan dat dit nog uitgewerkt wordt. Verder merkt de heer Van Calker op dat in een krantenartikel van het Dagblad van het Noorden weer wordt gegeven dat het allemaal al gaat gebeuren, terwijl het AB nog een besluit moet nemen. Hij vraagt of dat zo is. De heer Douwstra legt uit dat de stukken openbaar zijn, zodra het verzonden wordt naar de AB-leden. De krant ziet de stukken dan ook en maakt er zelf een krantenartikel van. Het is geen persbericht. De heer Kuipers vraagt of voortaan met de krant afgestemd moet worden als er op zo n moment iets geschreven gaat worden. Uitgelegd wordt dat het in het gehele openbaar bestuur zo gaat. Het is een keuze van de media zelf om iets in de krant te vermelden. De heer Assies merkt op dat vanuit Termunterzijldiep veel slib komt en vraagt hoe hier mee om wordt gegaan, wordt er steeds gebaggerd. 4

5 De heer Assies geeft aan dat een vergelijkbare oplossing is mislukt bij het Zuidlaardermeer. Naar aanleiding hiervan mist hij de afwegingen in het voorstel. Hij vraagt zich af of we ons doel wel halen. Hij merkt op dat de nutriënten hoog zijn en dat er op basis van de pilots toch ecologische maatregelen worden genomen. Hij mist de andere doelstellingen. De heer Douwstra geeft aan dat de aangroei van slib geen problemen in het Hondshalstermeer oplevert en dat we iets met dit gebied moeten doen vanwege de KRW doelen. De heer Kooistra vult aan dat er een onregelmatige waterdiepte is, maar dat het geen bezwaar heeft voor de boezem. Ook na de uitvoering van het project is er sprake van een open verbinding op het gehele meer. De heer Assies vraagt naar meer aanvullende informatie over de achtergrond van dit bestuursvoorstel, om een bredere afweging te kunnen maken dan alleen ecologie. Hij wil graag een toelichting over de historie van het Hondshalstermeer, de situatie met betrekking tot nutriënten, hydrologie, baggeren, verbrede boezem etc. Het antwoord op deze vraag is nagegaan bij de ambtelijke dienst en weergegeven in het kader hieronder. Ontstaansgeschiedenis Hondshalstermeer Het Hondshalstermeer is in 1980 als natuurontwikkeling- en boezembergingsproject aangelegd tijdens de ruilverkaveling Nieuw Scheemda. Het akkerbouwgebied aan de zuidzijde van de Hondshalstermaar is in die tijd rondom bedijkt. Vervolgens is de zuidelijke kade van de Hondshalstermaar vergraven en op drie plaatsen doorgestoken. In de huidige situatie is de kade tussen de Hondshalstermaar en het meer op enkele plekken nog zichtbaar doordat er op het oude dijkje wat opslag is van struiken. Het Hondshalstermeer is in eigendom bij Staatsbosbeheer. De hoofdfunctie voor Staatsbosbeheer is rust-, broed- en foerageergebied voor water- en rietvogels. Hydrologie, boezemberging en waterbodem Het meer maakt deel uit van de boezem van het Oldambtgebied. Het Hondshalstermeer wordt gevoed met water vanuit de kanalen Hondshalstermaar (zuidwestzijde) en het Verbindingskanaal (zuidoostzijde). De aanvoer uit de poldergemaal de Dellen is de belangrijkste post op de waterbalans. Het meer heeft een boezembergingsfunctie, en zorgt met name voor een stabieler peil in de kanalen die in verbinding staan met het Hondshalstermeer. Het huidige streefpeil in het gebied is en vast peil van NAP -1,46 m. Fluctuaties van + /- 10 cm in het voorjaar en +/- 20 cm in de rest van het jaar zijn toegestaan, maar in de praktijk zijn deze fluctuaties beperkt. Overtollig water wordt aan de noordzijde (via de Hondshalstermaar en het Termunterzijldiep) afgevoerd. De voorgestelde maatregelen om luwte aan te brengen belemmeren de waterhuishouding (zowel wateraan-/afvoer, als waterberging) niet. In de periode 2010/2011 is de waterbodem van het meer vlakdekkend in beeld gebracht. Hierbij is gekeken naar de bodemsamenstelling en de kwantiteit en kwaliteit van het eventueel aanwezige slib. Op enkele locaties in het meer kwam slib voor. De sliblaag was over het algemeen dun. Er is voor het waterbeheer geen noodzaak om dit slib te verwijderen. 5

6 Waterkwaliteit en ecologie De nutriëntenconcentraties in het meer zijn de laatste jaren wat afgenomen. Voor totaal fosfor en algen voldoet het meer inmiddels aan de KRW-normen. Desondanks is het één van onze nutriëntenrijkere meren. De huidige fosforbelasting is net als in de kanalen van Oldambt relatief hoog maar de huidige belasting ligt ruim onder de kritische belasting van het meer. De kritische belasting van het meer is, vergeleken met bijvoorbeeld andere meren in ons gebied namelijk ook relatief hoog. Dit komt onder andere doordat het meer erg ondiep is en de verblijftijd relatief kort. Waterplanten kunnen daardoor relatief eenvoudig concurreren met algen om licht. Uit proeven die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd is gebleken dat met name het gebrek aan luwte belemmerend is voor de vestiging en handhaving van waterplanten. Bron: Overige functies Hondshalstermeer De visrechten van de voormalige Hondshalstermaar zijn door Hunze en Aa's verhuurd aan de Sportvisserij Groningen-Drenthe (zie kaartje). Dit is opgenomen in de Landelijke Lijst van Viswateren. Vanaf deze oevers is vissen dus toegestaan. De voorgenomen maatregelen liggen buiten deze viswateren. Met Sportvisserij Groningen-Drenthe is contact geweest en afgesproken dat zij op de hoogte gehouden worden gehouden over het verdere proces. Het Hondshalstermeer zelf is in eigendom van Staatsbosbeheer, die de visrechten niet heeft verhuurd. Vissen is hier niet toegestaan. Het Hondshalstermeer heeft een beperkte recreatieve functie. Alleen de voormalige Hondshalstermaar is voor vaarrecreanten toegankelijk, het meer zelf niet. In de Provinciale Omgevingsvisie Groningen is aan het Hondshalstermeer de functie natuur toegekend. Het meer is onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Ook was het onderdeel van de Robuuste Ecologische Verbindingszone Afwateringskanaal. Deze zone liep vanaf het Schildmeer (onderdeel van het natuurontwikkelingsgebied Midden-Groningen en destijds tevens onderdeel van de EHS), via het Afwateringskanaal naar het Hondshalstermeer, waarna deze verder gaat in de richting van Duitsland. Het Hondshalstermeer vormde in deze zone een belangrijke stapsteen. Deze verbindingszone is echter als eerste bezuinigingsmaatregel op natuur geschrapt in In de huidige provinciale omgevingsvisie is nu een indicatieve ecologische verbindingszone opgenomen die via het Hondshalstermeer loopt. Wanneer de maatregel van het waterschap verder wordt uitgewerkt, wordt de provincie Groningen betrokken om mogelijke kansen te benutten. Belanghebbenden Hiervoor is al aangegeven dat met Sportvisserij Groningen-Drenthe en de provincie Groningen contact is geweest. Deze partijen worden bij een verdere uitwerking betrokken. Met de eigenaar van het meer Staatsbosbeheer heeft vooroverleg plaatsgevonden. Staatsbosbeheer ondersteunt het nemen van maatregelen om de waterkwaliteit en de ecologie van het Hondshalstermeer te verbeteren. Over de exacte vorm van de maatregel vindt nog nader overleg plaats. 6

7 De heer Wollerich vraagt naar aanleiding van pagina 5, de uitleg omtrent subsidie POP3 of het AB op de hoogte wordt gehouden. De heer Douwstra zegt dat het AB op de hoogte wordt gehouden. Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om: Een krediet van ,- beschikbaar stellen voor de uitvoering van de inrichtingsmaatregelen voor het Hondshalstermeer in de periode Rondvraag De heer Kuipers merkt op dat de heer Küpers een interview op Radio Noord heeft gegeven over de pilots veenoxidatie en vraagt of hiervoor een aanleiding was. De heer Kuipers vindt het overigens goed en nuttig om dit onderwerp in de publiciteit te brengen. Aangegeven wordt dat de landelijke informatie over bodemdaling de aanleiding was. RTV Noord belde hierover. De heer Vertegaal merkt op dat er onderhandelingen over het klimaatakkoord met betrekking tot de Veenweide zijn en vraagt of de Unie van Waterschappen hier ook aan deel neemt en of de woordvoerders ook gevoed worden door ons waterschap. Mevrouw Heeringa zegt dat zij in de uniecommissie zit die hierover gaat, zij vertegenwoordigt ons waterschap. De heer Van Calker vraagt waar een vergunning voor het aanleggen van een grondwaterput moet worden aangevraagd. De heer Kooistra zegt dat contact met één van onze vergunningverleners kan worden opgenomen, zij geven verdere informatie hierover. 8. Sluiting De heer Kuipers bedankt een ieder voor zijn inbreng en sluit de vergadering. Ongewijzigd/Gewijzigd vastgesteld in de vergadering van 13 februari Jelmer Kooistra secretaris Gerard Kuipers voorzitter 7