Vroegsignalering van opvoed- en opgroeiproblemen bij peuters: Ontwikkeling en haalbaarheid van een gestructureerd interview
|
|
- Marina van der Laan
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 I.I.E. Staal, H.A.G. van den Brink, J.M.A. Hermanns, A.J.P. Schrijvers en H.F. van Stel Vroegsignalering van opvoed- en opgroeiproblemen bij peuters: Ontwikkeling en haalbaarheid van een gestructureerd interview Doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een instrument voor vroegsignalering van opvoed- en ontwikkelingsproblemen bij peuters waarbij het perspectief en de ervaring van de ouder wordt gecombineerd met de expertise van de JGZ-professional. Door middel van een iteratief proces is de SPARK (Signaleren van Problemen en Analyse van Risico bij opvoeden en ontwikkeling van Kinderen, ofwel Structured Problem Analysis of Raising Kids) ontwikkeld en getest. De SPARK is een gestructureerd interview dat 16 domeinen beslaat, van gezondheid tot gezinszaken. Haalbaarheid en onderscheidend vermogen zijn getest in de dagelijkse praktijk. De onderzoekspopulatie bestond uit alle kinderen van 18 maanden oud die van april tot november 2006 in de provincie Zeeland woonden (n = 1140). De respons was 97,8%. Hoewel de mediaan van de zorgbehoefte volgens de SPARK laag was, had 38,7% van de peuters en hun ouders persoonlijk advies of begeleiding nodig en 4,5% hulp of direct ingrijpen. Het risico op opvoed- en ontwikkelingsproblemen werd bij 2,9% hoog, bij 16,5% verhoogd en bij 80,6% laag ingeschat. Deze risico-inschatting van de jeugdverpleegkundige liet een significante associatie zien met uit de literatuur bekende risicofactoren voor kindermishandeling. De SPARK is onderscheidend, bruikbaar in de dagelijkse praktijk en geeft inzicht in risico s en zorgbehoefte van opvoed- en ontwikkelingsproblemen bij peuters. Inleiding Er is consensus over het belang van vroegsignalering van opvoed- en opgroeiproblemen bij jonge kinderen. 1-6 De jeugdgezondheidszorg (JGZ) heeft een preventieve, populatiegerichte aanpak en een hoog bereik, en volgt de kinderen longitudinaal. Hierdoor is de JGZ bij uitstek geschikt om op vaste momenten opvoed- en opgroeiproblemen met een gevalideerd meetinstrument vroegtijdig te signaleren. 3 Gekozen is voor de leeftijd van 18 maanden omdat op dat moment de overgang plaatsvindt van zuigeling naar peuter. Vroegsignalering op deze leeftijd moet zich zowel richten op vroege signalen van problemen rond hechting, gedrag en ontwikkelingsproblemen als op bestaande opvoedings-, gezondheids-, psychosociale en ontwikkelingsproblemen, en op mogelijkheden en vaardigheden van ouders en omgeving die nodig zijn voor de komende peuterperiode en eventuele tekorten op dat vlak. 1,3,7-8 Naar onze mening vraagt deze risicoanalyse een zorgvuldige afweging, bij voorkeur in dialoog met de ouders. De zoektocht naar een gevalideerd en praktisch, in de JGZ bruikbaar instrument dat voldeed aan de hiervoor genoemde eisen van een risicoanalyse, leverde niets op. Het doel van dit project was dan ook het ontwikkelen en op haalbaarheid testen van een instrument voor vroeg- signalering van opvoed- en ontwikkelingsproblemen bij peuters, waarbij gebruik wordt gemaakt van het perspectief en de ervaring van zowel ouder als JGZprofessional. Dit instrument moest passen binnen de doelstelling en opdracht van de JGZ en bruikbaar zijn voor deze jonge leeftijdsgroep. In dit artikel beschrijven we eerst de ontwikkeling van het instrument, gevolgd door resultaten uit de haalbaarheidsstudie. Methode Instrument Als basis voor het te ontwikkelen instrument is de bestaande Vragenlijst Onvervulde Behoeften en Opvoedingsondersteuning (VOBO) gebruikt. 9 De VOBO is toegepast en onderzocht in verschillende populaties De VOBO is door ons aangepast en verder ontwikkeld op de volgende aspecten: 1) de inhoud en volgorde van de domeinen zijn aangepast aan de leeftijd van 18 maanden, 2) de weging van de zwaarte van de vragen, zorgen en problemen wordt zowel door de ouders als JGZ-professional gemaakt, 3) de JGZ-professional maakt een overall risico-inschatting en 4) het bijpassende zorgaanbod wordt in dialoog tussen ouder en JGZ-professional afgesproken. I.I.E. Staal, stafverpleegkundige en verplegingswetenschapper, afdeling JGZ, GGD Zeeland, Goes. H.A.G. van den Brink, pedagoog, afdeling Jeugdgezondheidszorg Thuiszorgorganisatie Zorgstroom, Serooskerke. J.M.A. Hermanns, hoogleraar, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. A.J.P. Schrijvers, hoogleraar, Julius Centrum, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht. H.F. van Stel, klinisch epidemioloog, Julius Centrum, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht. Correspondentieadres: I.I.E. Staal, GGD Zeeland, afdeling JGZ, Postbus 345, 4460 AS Goes, ingrid.staal@ggdzeeland.nl. 126 nr 6 december 2011 ı jaargang 43
2 Deze aanpassingen zijn tot stand gekomen door een interactief en herhalend proces van testen en feedback tussen onderzoekers en een expertgroep van ervaren Zeeuwse jeugdverpleegkundigen. Deze verder ontwikkelde en aangepaste VOBO, met als werktitel VOBO-Z (met de Z van Zeeland en Zorg- en risicotaxatie) is SPARK genoemd: Signaleren van Problemen en Analyse van Risico bij opvoeden en ontwikkeling van Kinderen (Structured Problem Analysis of Raising Kids). In dialoog met de ouders worden in 3 stappen 16 domeinen besproken. Voor elk domein start de jeugdverpleegkundige met een korte beschrijving van het domein, waarbij enkele voorbeelden worden genoemd, met de vraag of de ouders hierover het afgelopen half jaar zorgen, vragen en of problemen hebben ervaren (stap 1). Hierna wordt aan ouders gevraagd de ervaren zwaarte van deze zorgen aan te geven op een 5-punts likertschaal, die is afgedrukt op een kaart, met als uitersten helemaal niet tot zeer belastend. Daarna wordt verder doorgevraagd: of er al dan niet behoefte is geweest aan steun, of hiervan al dan niet gebruik is gemaakt, of deze steun informeel of formeel is geweest en of het lukte om na deze steun beter met de zorgen, vragen en/of problemen om te gaan. Elk domein sluit af met het aangeven van de huidige zorgbehoefte door de ouder, op een 6-punts likertschaal die bestaat uit: 1) geen hulp/ondersteuning nodig, 2) informatie uit interesse, 3) persoonlijk advies, 4) begeleiding, 5) hulp nodig en 6) direct ingrijpen nodig. Naast deze inschatting van de ouder maakt de jeugdverpleegkundige een inschatting als professional met dezelfde schaal (stap 2). Nadat alle domeinen op deze manier aan de orde zijn gekomen, bespreekt de jeugdverpleegkundige met de ouders de bijpassende zorgbehoefte en worden afspraken gemaakt voor de komende periode (stap 3). Hulp en direct ingrijpen leiden meestal tot een verwijzing buiten de JGZ, terwijl informatie uit interesse, persoonlijk advies en begeleiding vaak door een jeugdverpleegkundige kan worden gegeven, mogelijk tijdens hetzelfde huisbezoek waarin de SPARK is afgenomen. Hierna rondt de jeugdverpleegkundige het huisbezoek af en maakt een overall risicoinschatting: laag, verhoogd of hoog risico op opvoed- en ontwikkelingsproblemen. Deze overall risico-inschatting baseert de jeugdverpleegkundige op de informatie uit het interview en door het afwegen van factoren die de inschatting negatief dan wel positief beïnvloeden. Deze gestructureerde afweging bevat de geobserveerde interactie tussen ouder(s) en kind(eren) en de observatie van groei, ontwikkeling, manifeste problemen en leefomgeving, en wordt aangekruist op het afsluitende scoreformulier van de SPARK. Onderzoeksopzet Het doel van de volgende fase was het testen van de SPARK op haalbaarheid en onderscheidend vermogen in de dagelijkse praktijk. Goedkeuring voor deze studie is ontvangen van de Medisch Ethische Toetsingscommissie van het UMC Utrecht. Van april tot november 2006 zijn alle kinderen van 18 maanden wonend in Zeeland (n = 1140) geïncludeerd. Bij deze kinderen zijn door de 63 jeugdverpleegkundigen van de 3 JGZ-organisaties in Zeeland huisbezoeken afgesproken, waarbij de SPARK is gebruikt. Aan de ouders is toestemming gevraagd om de informatie uit de SPARK te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Voorafgaand aan de start van deze onderzoeksfase zijn alle jeugdverpleegkundigen verdeeld over 3 groepen getraind. In ieder team zat 1 lid van de expertgroep. Deze was vraagbaak voor het desbetreffende team, zowel tijdens de training als in de praktijk, en bood ondersteuning. Data-analyse Samenvattende scores voor ervaren zorgen (range 1-5) en zorgbehoefte (range 1-6) zijn berekend door de som van alle domeinscores te delen door het aantal domeinen. Voor elk domein zijn met de Wilcoxon signed ranks test de verschillen tussen de scores in zorgbehoefte van de ouders en professionals gemeten op de 6-puntsschaal. Om een eerste indruk te krijgen van de constructvaliditeit van de SPARK is de Spearman s correlatiecoëfficient berekend tussen ervaren zorgen, zorgbehoefte, risicoinschatting van de JGZ-professional en bekende demografische risicofactoren voor kindermishandeling. Om een somscore bekende risicofactor te berekenen, zijn de volgende risicofactoren gebruikt: groot gezin ( 4 kinderen), eenoudergezin, ouders jonger dan 20 jaar bij de geboorte van deze peuter, zeer laag opleidingsniveau van de ouders, ouders die thuis geen Nederlands spreken en ouders die werkloos of arbeidsongeschikt zijn. Naar het onderscheidend vermogen is gekeken door per risicogroep (laag, verhoogd en hoog) de verschillen in populatiekenmerken te testen. Hiervoor is gebruik gemaakt van ANOVA of Kruskal-Wallis, afhankelijk van de variabele. Alle analyses zijn uitgevoerd met SPSS 15. Bij een p < 0,05 zijn verschillen en correlaties als statistisch significant beschouwd. Resultaten De respons was hoog (97,8%). Data van 1115 kinderen werden geanalyseerd. Bij 19,1% van de SPARK-interviews waren beide ouders aanwezig. De gemiddelde duur van de huisbezoeken was 66 minuten (standaarddeviatie (SD) = 20 min.), en het invullen van de SPARK duurde gemiddeld 37 minuten (SD = 13 min.). Door ouders ervaren zorgen In de eerste stap van de SPARK wordt aan de ouders gevraagd of zij zorgen, vragen en/of problemen (hebben) ervaren en op welk domein er sprake is van een onvervulde steunbehoefte. De mediaan van de ervaren zorgen door ouders was 1,6 (interquartile range (IQR) = 1,3-1,9; figuur 1). nr 6 december 2011 ı jaargang
3 Figuur 1 Boxplot zorgen die door de ouders worden ervaren somscore ervaren zorgen van ouders 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 mediaan 25%-75% bereik 2,0 1,5 1,0 laag risico verhoogd risico risico-inschatting van professionals hoog risico Bijna alle ouders gaven aan wel eens zorgen, vragen of problemen te hebben op één of meerdere domeinen (tabel 1, kolom 1). Huidige zorgbehoefte In de tweede stap van de SPARK wordt aan zowel ouder als professional gevraagd de huidige zorgbehoefte aan te geven. De mediaan van de zorgbehoefte van de ouders was 1,1 (IQR = 1,0-1,3) en van de jeugdverpleegkundige 1,3 (IQR = 1,1-1,5; figuur 2). Ouders en verpleegkundigen waren het er meestal over eens op welke domeinen verdere zorg nodig was, maar over het algemeen gaven professionals aan meer zorg nodig te achten (tabel 1; voor de meeste domeinen p < 0,001). Dit verschil komt het vaakst voor op domeinen waar de jeugdverpleegkundige zelf interventies kan inzetten zoals gedrag van het kind, aanpak van opvoeding, emotionele ontwikkeling en taalspraak-denkontwikkeling. Verschil tussen ouders en jeugdverpleegkundigen is met name in de categorieën informatie uit interesse, persoonlijk advies en begeleiding, en niet in de meer ernstige categorieën hulp nodig en direct ingrijpen nodig (tabel 1, kolom 2-5). Dit Figuur 2 Boxplot zorgbehoefte somscore zorgbehoefte 4,5 4,0 3,5 3,0 ouders: mediaan +25%-75% uitbijters professional: mediaan +25%-75% uitbijters 2,5 2,0 1,5 1,0 laag risico verhoogd risico risico-inschatting van professionals hoog risico 128 nr 6 december 2011 ı jaargang 43
4 Tabel 1 Zorgen ervaren door de ouders, door ouder en professional, per domein domeinen zorgen van ouders: door ouders: : p-waarde*: belastend / zeer belastend informatie uit interesse / persoonlijk advies / begeleiding hulp nodig / direct ingrijpen nodig informatie uit interesse / persoonlijk advies / begeleiding hulp nodig / direct ingrijpen nodig ouders vs. professional samenvatting zuigelingenperiode 17,3 % 9,3 % 1,5 % 11,1 % 1,0 % 0,2 gezondheid 8,4 % 17,3 % 1,0 % 23,6 % 1,0 % < 0,001 motorische ontwikkeling 1,7 % 14,5 % 1,0 % 23,4 % 0,8 % < 0,001 taalspraak-denkontwikkeling 0,9 % 21,9 % - 39,4 % 0,1% 0,03 taalgebruik ouders 2,2 % 10,5 % 0,3 % 23,7 % 0,3 % < 0,001 emotionele ontwikkeling 4,8 % 25,8 % 0,7 % 43,7 % 0,6 % < 0,001 omgang met anderen 1,8 % 10,6 % 0,2 % 20,8 % 0,1 % < 0,001 gedrag van het kind 6,1 % 34,9 % 0,8 % 53,0 % 1,3 % < 0,001 aanpak van opvoeding 5,1 % 32,7 % 1,0 % 47,3 % 1,0 % < 0,001 ontwikkelingsstimulering 0,5 % 15,6 % - 28,5 % - < 0,001 tijdsbesteding van het kind 1,8 % 16,3 % 0,1 % 16,3 % 0,1 % < 0,001 woon- en leefsituatie 4,7 % 3,9 % 0,7 % 8,8 % 0,9 % < 0,001 (sociale) contacten en informele steun 2,2 % 5,2 % 0,6 % 8,9 % 0,6 % 0,001 opvang van kind 2,3 % 5,7 % 0,2 % 9,3 % 0,1 % < 0,001 zorgen aangegeven door anderen 2,5 % 4,9 % 0,2 % 6,7 % 0,5 % < 0,001 gezinszaken 11,4 % 9,8 % 2,1 % 14,4 % 2,6 % < 0,001 iets vergeten, nl 4,4 % 12.2 % 1,0 % 13,6 % 1,5 % 0,1 * Met de Wilcoxon signed ranks test zijn de verschillen tussen de scores in zorgbehoefte van de ouders en professionals gemeten. wordt bevestigd door de bevinding dat er geen significante verschillen in zorgbehoefte zijn tussen ouders en professionals in de hoogrisico groep. Hulp of direct ingrijpen was nodig volgens jeugdverpleegkundigen bij 4,5% van de kinderen en hun ouders, terwijl 38,7% van de kinderen en hun ouders persoonlijk advies of begeleiding nodig hadden op een of meer domeinen. Interessant is dat ouders uit de hoogrisicogroep, in tegenstelling tot ouders uit de verhoogd- en laagrisicogroep, niet op alle domeinen zorgen rapporteerden. Hier staat de intensiteit van de zorgbehoefte tegenover: het percentage hulp nodig en direct ingrijpen nodig was, afhankelijk van het domein, 1,5 tot 15 keer hoger in de hoogrisicogroep als in de verhoogdrisicogroep. Vervolgacties In de derde stap van de SPARK leidt analyse van de zorgen naar een beslissing over wat te doen. De meeste vervolgacties konden door de JGZ zelf worden uitgevoerd binnen de Richtlijn Contactmomenten (83,1%); bij 16,6% waren extra contacten nodig en bij 0,3% was minder contact nodig. 8 Als laatste maakt de professional een overall risicoinschatting. Bij 2,9% werd het risico van opvoed- en ontwikkelingsproblemen hoog geschat, bij 16,5% verhoogd en bij 80,6% laag. De gemiddelde som van nr 6 december 2011 ı jaargang
5 Tabel 2 Correlaties tussen inschattingen en risicofactoren. door ouders risico-inschatting somscore risicofactoren* zorgen van ouders 0,43 a 0,41 b 0,33 b 0,11 b door ouders overall risico-inschatting 0,73 b 0,38 b 0,14 b 0,41 b 0,20 b 0,29 b a Risicofactoren zijn: 4 kinderen, eenoudergezin, ouders jonger dan 20 jaar bij de geboorte van deze peuter, zeer laag opleidingsniveau van de ouders, ouders spreken thuis geen Nederlands, ouders zijn werkloos of arbeidsongeschikt. b De correlatie is significant bij p = 0,01 z (tweezijdig getoetst). van de zorgbehoefte tussen ouders en professional belangrijke informatie. Deze informatie is daarnaast ook bruikbaar voor persoonlijke reflectie en coaching van de professionals, en monitoring. Ons inziens draagt het werken met de SPARK bij aan een meer professionele houding richting vroegsignalering van opvoed- en ontwikkelingsproblemen. Andere studies bij kinderen tussen 14 maanden en 4 jaar oud lieten zien dat bij 7,4-9,4% van de kinderen psychosociale problemen werden onderkend door de JGZprofessional Uit dossieronderzoek van gezinnen met minstens 1 kind tussen de 0-3 jaar bleek dat er bij 18% van de gezinnen een risicovolle probleemsituatie bestond op een of meer domeinen: kind, ouders, of de interactie tussen ouder en kind en de omgeving. 17 Deze studies bepleitten alle de noodzaak om zowel het onderkennen van problemen als de vervolgactie door de JGZprofessional te verbeteren. Zeijl e.a. bestudeerden de leeftijdsgroep van 0-12 jaar en rapporteerden dat het met de meeste kinderen in Nederland goed gaat. 18 Hoogstens 5% heeft te maken met meerdere problemen. De groep met 1 ernstig probleem was groter en varieerde tussen de 6% en 15%. Het percentage kinderen met problemen, zoals onderscheiden door de SPARK, is in overeenstemming met deze bevindingen vanuit de literatuur. Deze studie had een aantal beperkingen. Ten eerste, het werken met de SPARK kost meer tijd dan er beschikbaar is tijdens een contactmoment op het consultatiebureau. Inmiddels blijkt uit ervaring dat de benodigde tijd voor het afnemen van de SPARK minder is dan in deze onderzoeksfase het geval was. In deze onderzoeksfase is de SPARK alleen gebruikt tijdens een huisbezoek, maar inmiddels is ook ervaring opgedaan met het gebruik van de SPARK op het consultatiebureau. Of verbetering van de uitkomsten opwegen tegen de extra tijdsinvestering zal verder onderzoek moeten uitwijzen. Ten tweede, er was slechts een zwakke associatie tussen ervaren zorgen en zorgbehoefte met bekende risicofactoren van kinderrisicofactoren was laag: 0,41 (SD = 0,9). De associatie tussen de verschillende onderdelen van de SPARK werd uitgedrukt in correlatiecoëfficiënten (tabel 2) en in box plots (figuur 1 en 2). Figuur 1 laat de associatie zien tussen een hogere risico-inschatting en een stijgende somscore van de ervaren zorgen door ouders, en figuur 2 een toenemende zorgbehoefte zoals aangegeven door ouder en professional. Om inzicht te krijgen in de risicofactoren zijn in tabel 3 de populatiekenmerken gepresenteerd per risicogroep. Wat betreft kindkenmerken zijn er geen significante verschillen tussen de verschillende risicogroepen, terwijl diverse gezins- en ouderkenmerken wel significant verschillen, namelijk: gezinssamenstelling, leeftijd van de moeder bij de geboorte van deze peuter, niet-nederlandse etniciteit, niet de Nederlandse taal sprekend, laag opleidingsniveau van beide ouders en de werkstatus van moeder (alle p < 0,01). Beschouwing In nauwe samenwerking tussen praktijk en wetenschap hebben wij een bestaand gestructureerd interview doorontwikkeld tot een instrument voor vroegsignalering van opvoed- en ontwikkelingsproblemen bij jonge kinderen. Dit nieuwe instrument combineert ervaring en perspectief van zowel ouders als professionals en past binnen de doelstelling van de JGZ in Nederland. Bijna alle ouders hebben vragen over de opvoeding of ontwikkeling van hun kind en hebben op een zeker moment tijdens het opvoeden op enige manier ondersteuning nodig. 6,14 Onze studie laat zien dat deze vragen, mits op een juiste wijze besproken, tijdens de contactmomenten in kaart kunnen worden gebracht. De SPARK voorziet in relevante informatie over ervaren problemen en bijpassende zorgbehoefte, die onmiddellijk gebruikt kan worden. Voor de beslissing over de af te spreken vervolgactie is het wel of niet in overeenstemming zijn 130 nr 6 december 2011 ı jaargang 43
6 Tabel 3 Populatiekenmerken per risicogroep. kindkenmerken laag risico verhoogd risico hoog risico p-waarde* jongen/meisje 54,4% / 45,6% 55,4% / 44,6% 51,5% / 48,5% 0,8 plaats in de kindrij: 0,1 eerste kind 44,0% 37,1% 32,3% tweede kind 36,2% 39,2% 32,3% derde kind 13,3% 14,5% 25,8% vierde kind of hoger 6,5% (max. 10 kinderen ) 9,1% (max. 7 kinderen) 9,7% (max. 6 kinderen) gezinskenmerken: < 0,001 tweeoudergezin 96,3% 78,9% 66,7% eenoudergezin 1,4% 11,7% 16,7% samengesteld gezin 1,5% 4,4% 6,7% anders (pleeggezin/adoptie/scheiding/ 0,9% 5,0% 10,0% grootouders) ouderkenmerken: leeftijd moeder (gemiddelde in jaren, SD) 30 (4,7) 29 (5,2) 28 (5,3) < 0,001 leeftijd moeder < 20 jaar bij geboorte van 0,8% (n = 7) 4,9% (n = 9) 9,7% (n = 2) < 0,001 deze peuter leeftijd vader (gemiddelde in jaren, SD) 33 (SD 5,2) 33 (SD 6,6) 31 (SD 5,7) 0,21 leeftijd vader < 20 jaar bij geboorte van 0,2% (n = 2) 1,7% (n = 3) - 0,02 deze peuter etniciteit: niet-nederlandse moeder 7,0% 20,4% 9,1% < 0,001 niet-nederlands vader 6,1% 18,3% 12,1% < 0,001 taal: moeder spreekt thuis geen Nederlands 6,3% 20,4% 9,1% < 0,001 vader spreekt thuis geen Nederlands 5,5% 14,0% 6,1% < 0,01 opleiding: laagopgeleid gemiddeld opgeleid hoogopgeleid 19,0% moeder (incl. 2,2% zeer laag) 23,3% vader (incl. 1,8% zeer laag) 53,8% moeder 47,9% vader 27,2% moeder 28,8% vader 36,9% moeder (incl. 11,2% zeer laag) 43,1% vader (incl. 9,0% zeer laag) 43,0% moeder 35,9% vader 20,1% moeder 21,0% vader 50,0% moeder (incl. 26,7 % zeer laag) 57,1% vader (incl. 10,7 % zeer laag) 36,7% moeder 21,5% vader 13,3% moeder 21,4% vader < 0,001 moeder < 0,001 vader werksituatie: betaald werk werkloos arbeidsongeschikt huisvrouw/-man 71,9% moeder 93,4% vader 0,8% moeder 0,4% vader 0,1% moeder 0,1% vader 21,3% moeder 0,2% vader 43,0% moeder 77,4% vader 5,4% moeder 3,2% vader 2,7% moeder 3,8% vader 33,9% moeder 1,1% vader 48,5% moeder 60,6% vader 6,1% moeder 12,1% vader 6,1% moeder 3,0% vader 33,3% moeder - < 0,001 moeder 0,8 vader * Met behulp van Kruskal-Wallis test, met uitzondering van leeftijd en kindrij: ANOVA. nr 6 december 2011 ı jaargang
7 mishandeling. Enerzijds lag dit in de lijn van de verwachting, omdat de SPARK is bedoeld voor gebruik binnen de totale populatie met een brede scope, en niet specifiek is bedoeld voor het signaleren van kindermishandeling. Anderzijds kunnen opvoedproblemen leiden tot kindermishandeling. Bij deze verwachting past de bevinding van een significante associatie tussen de overall risico-inschatting en de bekende risicofactoren van kindermishandeling. Als laatste, de validiteit van de SPARK is slechts gedeeltelijk onderzocht. Inhoudsvaliditeit is verkregen door de SPARK door te ontwikkelen in nauwe samenwerking met een expertgroep van ervaren jeugdverpleegkundigen. Daarnaast is de SPARK gebaseerd op een bestaand instrument, de VOBO. De bevindingen in deze studie over de door de ouders als meest belangrijk ervaren problemen en zorgen komen overeen met de resultaten die naar voren komen uit de onderzoeken naar de VOBO Als volgende stap is verder onderzoek nodig naar betrouwbaarheid, validiteit en diagnostische nauwkeurigheid van de SPARK. De resultaten uit dit vervolgonderzoek kunnen bijdragen aan de discussie of deze brede, zorgvuldig opgezette zorg- en risicotaxatie, in dialoog met de ouders, de moeite waard is. Conclusie De SPARK is een gestructureerd interview waarin het perspectief van de ouders wordt gecombineerd met de expertise van de JGZ-professional. De SPARK is onderscheidend, bruikbaar in de dagelijkse praktijk en geeft inzicht in risico s en zorgbehoefte van opvoed- en ontwikkelingsproblemen bij peuters. Dit artikel is gebaseerd op Assessment of parenting and developmental problems in toddlers: development and feasibility of a structured interview dat werd gepubliceerd in Child: care, health and development (2011;37(4):503-11). We willen graag alle ouders en JGZ professionals bedanken voor hun waardevolle inbreng en het invullen van de SPARK. Daarnaast willen we ook het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, de provincie Zeeland, alle gemeenten van Zeeland en alle JGZ-organisaties van Zeeland bedanken voor hun financiële bijdrage en support. Literatuur 1. Barlow J, Schrader McMillan A, Kirkpatrick S, Ghate D, Smith M, Barnes J. Health-led Parenting Interventions in Pregnancy and Early Years. Coventry: University of Warwick; Carter AS, Briggs-Gowan MJ, Davis NO. Assessment of young children s social-emotional development and psychopathology: recent advances and recommendations for practice. J Child Psychol Psychiatry. 2004;Jan;45(1): Hermanns J, Öry F, Schrijvers AJP. Helpen bij opgroeien en opvoeden: eerder, sneller en beter. Utrecht: Invent groep; Hertzman C, Siddiqi A, Hertzman E, Irwin LG, e.a. Tackling inequality: get them while they re young. BMJ Feb 13;340: Leerdam van FJM, Raat H, HiraSing RA. Update programmeringsstudie effectonderzoek JGZ 0-19 jaar, evidence in de literatuur. Tijdschr JGZ. 2006; Moran P, Ghate D, Merwe van der A. What Works in Parenting Support? A Review of the International Evidence. Nottingham: DfES Publications; Belsky J. Determinants and consequences of parenting: Illustrative findings and basis principles. In: Hellinnckx W, Colten M, Williams M, editors. International perspectives on family support. Aldershot: Arena, Ashgate Publishing limited; p Ministerie van VWS. Basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Bertrand R, Hermanns J, Leseman P. Behoefte aan opvoedingsondersteuning in Nederlandse, Marokkaanse en Turkse gezinnen met kinderen van 0-6 jaar. Nederlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en Onderwijs. 1998;4(1/2): Leseman P, Hermanns J. Vragen van ouders over de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen in drie etnisch-culturele gemeenschappen. Pedagogisch Tijdschrift. 2002;27(4): Zeeman M, Hermanns J, Hoffenaar P, Grootens-Tecla M, Alberts J. De behoefte aan opvoedingsondersteuning op Curaçao. Een onderzoek onder opvoeders met kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Pedagogiek. 2007;27(2): Kijlstra M, Prinsen B, Schulpen T. Kwetsbaar jong! Utrecht: NIZW; Sidebotham P, Heron J, The ALSPAC Study Team University of Bristol. Child maltreatment in the children of the nineties : A cohort study of risk factors. Child Abuse Negl. 2006;30: Hermanns J. Het opvoeden verleerd. Amsterdam: Vossiuspers UvA; Klein Velderman M, Crone MR, Wiefferink CH, Reijneveld SA. Identification and management of psychosocial problems among toddlers by preventive child health care professionals. Eur J Public Health. 2009; October 25: Reijneveld SA, Brugman E, Verhulst FC, Verloove-Vanhorick SP. Identification and management of psychosocial problems among toddlers in Dutch preventive Child Healthcare. Arch Pediatr Adolesc Med. 2004;158: Tenhaeff CR, Dijkstra N, Havinga M, Janssen L,e.a. Vroegsignalering van zorgwekkende opvoedingssituaties in Samen Starten: wijkverpleegkundigen onderzoeken hun eigen dossiers. Tijdschr JGZ. 2004;4: Zeijl E, Crone MR, Wiefferink CH, Keuzenkamp S, Reijneveld SA. Kinderen in Nederland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau; nr 6 december 2011 ı jaargang 43
Dialoog met de ouders als startpunt voor vroegsignalering opgroei- en opvoedproblemen. Ingrid Staal
Dialoog met de ouders als startpunt voor vroegsignalering opgroei- en opvoedproblemen Ingrid Staal GGD Zeeland & Julius Centrum, Universitair Medisch Centrum Utrecht Mini symposium Integrale Vroeghulp
Nadere informatieSPARK. Ingrid Staal. een gestructureerde dialoog met (aanstaande) ouders. Vroeg begonnen, veel gewonnen! 17 mei 2019
SPARK een gestructureerde dialoog met (aanstaande) ouders Ingrid Staal Vroeg begonnen, veel gewonnen! 17 mei 2019 Vormgeven inhoud Verwachtingen: wat weet je al? wat zou je willen weten? Inleiding idee
Nadere informatieHet landelijk professioneel kader JGZ: weten en doen wat werkt? Een voorbeeld waarbij wetenschap en praktijk elkaar versterken
Het landelijk professioneel kader JGZ: weten en doen wat werkt? Een voorbeeld waarbij wetenschap en praktijk elkaar versterken Jeugd in Onderzoek, 13 maart 2017 Ingrid Staal GGD Zeeland Jeugdverpleegkundige
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Vroegsignalering van psychosociale problemen
Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegsignalering van psychosociale problemen 6. Aanbevolen vroegsignaleringsinstrumenten of -methoden In dit thema worden in het kort de aanbevolen signaleringsinstrumenten (zie
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository)
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Vroegsignalering van opvoed- en opgroeiproblemen bij peuters: validiteit en betrouwbaarheid van een gestructureerd interview Staal, I.I.E.; Hermanns, J.M.A.; Schrijvers,
Nadere informatieToepassen van zorgpaden in de JGZ en het CJG
Toepassen van zorgpaden in de JGZ en het CJG Rebecca van der Griend, GGD Zeeland Ingrid Staal, GGD Zeeland & Julius Centrum UMC Utrecht NCJ jaarcongres: 10 december 2013 Samenwerking Projectgroep: Beroepsvereniging
Nadere informatieDe eerste jaren maken echt het verschil rendement is groot. Stress kan negatieve rol spelen. We hebben een fantastisch preventief systeem
UvA 4 Prof. Menno Reijneveld UMC Groningen Take home De eerste jaren maken echt het verschil rendement is groot Stress kan negatieve rol spelen We hebben een fantastisch preventief systeem Zwangerschap
Nadere informatieSystematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.
Rapport Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Auteurs: F.J.M. van Leerdam 1 K. Kooijman 2 F. Öry 1 M. Landweer 3 1: TNO Preventie en Gezondheid Postbus
Nadere informatieRichtlijn Psychosociale problemen (2016)
Richtlijn Psychosociale problemen (2016) Referenties Achenbach T, Rescorla L. Manual for the ASEBA School-Age Froms & Profiles. Burlington: University of Vermont; 2001. Brugman E, Reijneveld SA, Verhulst
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling
Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling Onderbouwing Opvoedingsondersteuning in de JGZ De JGZ-medewerker heeft een taak bij het schatten van de opvoedingscompetentie en opvoedingsonmacht van ouders.
Nadere informatieS a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting
S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma
Nadere informatieFactsheet Risicofactoren voor kindermishandeling
Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Risicofactoren voor kindermishandeling Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing
Nadere informatieRichtlijn Kindermishandeling (2016)
Richtlijn Kindermishandeling (2016) Onderbouwing De informatie en aanbevelingen in dit thema zijn gebaseerd op het Standpunt Bereik van de Jeugdgezondheidszorg van het RIVM (Dunnink, 2010), aangevuld met
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/55848 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bezem, J. Title: Exploring the potential of triage and task-shifting in preventive
Nadere informatieHet opsporen van psychosociale problemen bij kinderen in de leeftijd van nul tot en met zes jaar
M.H.C. Theunissen, M.S. de Wolff, A.G.C. Vogels en S.A. Reijneveld Het opsporen van psychosociale problemen bij kinderen in de leeftijd van nul tot en met zes jaar door de jeugdgezondheidszorg Op 17 juni
Nadere informatieTriple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?
21/11/11 Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? Inge Glazemakers Dirk Deboutte Inhoud Het probleem Oplossingen: de theorie Triple P Het project De eerste evaluatie - - -
Nadere informatieJeugdgezondheidszorg en ouderondersteuning Stevig Ouderschap Plus. Marjanne Bontje, beleidsmedewerker Rig Mutschler, jeugdarts
Jeugdgezondheidszorg en ouderondersteuning Stevig Ouderschap Plus Marjanne Bontje, beleidsmedewerker Rig Mutschler, jeugdarts 1 24-09-2008 Doel bijeenkomst Informeren werk Jeugdgezondheidszorg (JGZ 4-19)
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.
Nadere informatieVolgens hetzelfde artikel moet het Platform Jeugdgezondheidszorg (JGZ) deze helderheid geven.
1. Inleiding Op 1 januari 2003 is het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg (BTP) van kracht geworden. Dit Basistakenpakket is gebaseerd op de Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV). Het BTP
Nadere informatieOverzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen
Overzichtskaart 3 Opvoedingsondersteuning voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Zelfreflectie-instrument individuele opvoedingsondersteuning Sommige JGZ-professionals zullen al over
Nadere informatieGemeente Echt-Susteren
Inzicht Jeugdgezondheidszorg 2017 Gemeente Echt-Susteren Inleiding De GGD, onderdeel van de Veiligheidsregio Limburg-Noord, helpt gemeenten bij de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van publieke
Nadere informatieRedactie M.M. Wagenaar-Fischer, N. Heerdink-Obenhuijsen, M. Kamphuis, J. de Wilde
Samenvatting van de JGZ Richtlijn secundaire preventie kindermishandeling. Handelen bij een vermoeden van kindermishandeling Samenvatting voor het management Redactie M.M. Wagenaar-Fischer, N. Heerdink-Obenhuijsen,
Nadere informatieProfessionaliteit in de zorg voor de jeugd
Professionaliteit in de zorg voor de jeugd Professionals in de jeugdzorg Jo Hermanns Met de professionaliteit van de werkers in de jeugdzorg is weinig mis Hoog opleidingsniveau Aanvullende trainingen Werkbegeleiding/supervisie
Nadere informatieE-health4Uth: extra contactmoment vanuit de Jeugdgezondheidszorg voor 15/16 jarigen
E-health4Uth: extra contactmoment vanuit de Jeugdgezondheidszorg voor 15/16 jarigen Effectevaluatie Door: Rienke Bannink (Erasmus MC) E-mail r.bannink@erasmusmc.nl i.s.m. Els van As (consortium Rivas-Careyn),
Nadere informatieFinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager
FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat
Nadere informatieKansrijke Start : samenwerken!
Kansrijke Start : samenwerken! Wat doet de JGZ? Januari 2019 Lianne Verstraten, GGD Gelderland Midden Doel: Meer kinderen een kansrijke start geven Subdoelen: Meer kwetsbare ouders goed voorbereid met
Nadere informatie218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen
Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,
Nadere informatieActuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ)
Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Mirte Forrer, Jeugdbescherming Regio Amsterdam Claudia van der Put, Universiteit van Amsterdam Jeugdbescherming Ieder kind veilig GGW FFPS
Nadere informatieFamily matters. The role of parental and family-related psychosocial factors in childhood dental caries D. Duijster
Family matters. The role of parental and family-related psychosocial factors in childhood dental caries D. Duijster NEDERLANDSE SAMENVATTING Het doel van dit promotieonderzoek was om te bestuderen welke
Nadere informatie(Deze vragenlijst wordt afgenomen in het voortraject van de interventie Stevig Ouderschap)
Bijlage 5 Signaleringsinstrumenten (Kooijman, 2003; Hermanns, 2005) In deze bijlage worden de volgende signaleringsinstrumenten besproken: 1. Stevig Ouderschap (na implementatie van de Ouder- en kindzorg
Nadere informatieOvergewicht 2-4 jaar. JGZ-Organisatie: Yunio, 2014. Inleiding
Overgewicht 2-4 jaar JGZ-Organisatie: Yunio, 2014 Inleiding Met behulp van Jeugd in Beeld (JIB, http://jeugdinbeeld.databank.nl/) worden gegevens uit het Digitaal Dossier Jeugdgezondheid (DD JGZ) voor
Nadere informatieOnderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011
Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings
Nadere informatieOpvoedingsvragen, nood aan ondersteuning en preventieve gezinsondersteuning bij gezinnen met jonge kinderen
Opvoedingsvragen, nood aan ondersteuning en preventieve gezinsondersteuning bij gezinnen met jonge kinderen Prof. dr. Karla Van Leeuwen Dit onderzoek is uitgevoerd door: Karla Van Leeuwen (Promotor) Sofie
Nadere informatieJongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens
Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende
Nadere informatieAMC. Landelijke capaciteit meting in de Jeugdgezondheidszorg - Factsheet-
AMC Landelijke capaciteit meting in de Jeugdgezondheidszorg - Factsheet- 2014 M.Jambroes,AIOS M&G, MPH, Prof.dr.M.L.Essink-Bot, arts M&G AMC, afdeling Sociale Geneeskunde De gezondheid van de Nederlandse
Nadere informatieSignaleringsinstrumenten. Validatie onderzoek signaleringsinstrumenten bij 0-4 jarigen Marianne de Wolff & Meinou Theunissen
Signaleringsinstrumenten Validatie onderzoek signaleringsinstrumenten bij 0-4 jarigen Marianne de Wolff & Theunissen 2 3 Validatie onderzoek naar vier signaleringsinstrumenten voor 0-4 jarigen KIPPPI SDQ
Nadere informatieJongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens
Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van
Nadere informatieVoorZorg: ondersteuning bij zwangerschap, opvoeden en opgroeien. Klaas Kooijman, Nederlands Jeugdinstituut Congres Jeugdzo!
VoorZorg: ondersteuning bij zwangerschap, opvoeden en opgroeien Klaas Kooijman, Nederlands Jeugdinstituut Congres Jeugdzo!, 7 november 2012 (VoorZorg =)Nurse-Family Partnership Goed onderzocht (3 trials),
Nadere informatieopgesteld die in de volgende hoofdstukken worden beantwoord.
SAMENVATTING Introductie In dit proefschrift wordt volhoudtijd van mantelzorgers geïntroduceerd als een nieuw concept in de zorg voor mensen met dementie. De introductie in Hoofdstuk 1 wordt gestart met
Nadere informatiebut no statistically significant differences
but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt
Nadere informatiesignaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ
signaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ TNO CHILD HEALTH Marianne de Wolff en Meinou Theunissen marianne.de wolff@tno.nl meinou.theunissen@tno.nl 1. Validatieonderzoek
Nadere informatieParticipation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult
Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 4 maart 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78
Nadere informatieVoorZorg Primaire preventie van kindermishandeling
VoorZorg Primaire preventie van kindermishandeling Van wijk tot wetenschap Jeanette van den Brink, VoorZorgverpleegkundige GGD Amsterdam Marieke Timmermans, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), Adviseur
Nadere informatieInvesteren in opvoeden en opgroeien loont!
Investeren in opvoeden en opgroeien loont! Kosteneffectiviteit van de preventie van pedagogische, psychosociale en psychosomatische problematiek door de jeugdgezondheidszorg Investeren in opvoeden en opgroeien
Nadere informatieRichtlijn Opvoedondersteuning (2013)
Richtlijn Opvoedondersteuning (2013) Onderbouwing Uitgangsvraag Hoe verhouden de kosten en baten van preventie van opvoed- en psychosociale problemen en opvoedingsondersteuning zich tot elkaar? Conclusies
Nadere informatieObservationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review
Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende
Nadere informatieK I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R
VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatieStay In Or Drop Out (SIODO)
Stay In Or Drop Out (SIODO) 22 oktober 2013 Dit project wordt mogelijk gemaakt door: Promotie onderzoek 2010-2014 The early identification of risk factors on the pathway to school dropout Prof dr. Frans
Nadere informatieK I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R
PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland
Nadere informatieDagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid
Samenvatting Samenvatting Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid In de komende jaren zullen meer echtgenoten samen oud worden en zelfstandig
Nadere informatieHandreiking prenataal huisbezoek jeugdgezondheidszorg Amsterdam
)( )( )( GGD Amsterdam Datum: Handreiking prenataal huisbezoek jeugdgezondheidszorg Amsterdam Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze prenataal huisbezoek 4 3 Domeinen en voorbeeldvragen: handvatten voor het
Nadere informatieJongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens
Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting De organisatie van de geboortezorg in Nederland is gebaseerd op het principe dat zwangerschap, bevalling en kraambed fysiologische processen zijn. Het verschil met veel andere landen is de
Nadere informatieDe inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:
De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische
Nadere informatieKenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis
Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis Maartje Kouwenberg (Auris) & Bernadette Vermeij (NSDSK) Anne Spliet (Pento) en Karin Wiefferink (NSDSK) Inhoud Doel van het onderzoek Achtergrond
Nadere informatieNIEUWSBRIEF 2. Het Onderzoek
NIEUWSBRIEF 2 ZonMw akkoord met Onderzoek Van maart tot juli 2009 hebben we een vooronderzoek uitgevoerd om een eerste indruk te krijgen over hoe het nu gaat met binnen Nederland geadopteerden en hun adoptieouders.
Nadere informatieK I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R
ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK Jeugd 2010 5 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland
Nadere informatieSamenwerkingskansen ter versterking van de optimale ontwikkeling en gezondheid van kleuters
Samenwerkingskansen ter versterking van de optimale ontwikkeling en gezondheid van kleuters Myriam Vanoudenhove VWVJ/VCLB Melissa Peeters VCLB Monica Bulcke VWVJ Zorg om de jeugd in Vlaanderen Departement
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatieInleiding. Jeugdgezondheidszorg. Inzicht Jeugdgezondheidszorg 2017 Ter verdieping van het jaarverslag 2017 Gemeente Venlo
Inleiding De GGD, onderdeel van de Veiligheidsregio Limburg-Noord, helpt gemeenten bij de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van publieke gezondheidszorg. Binnen gemeenten bestaat de vraag
Nadere informatieAnalyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels
Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Berg, Heleen van den Title: From BookStart to BookSmart: about the importance
Nadere informatieSociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West
Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in
Nadere informatieRapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij
Nadere informatieDetectie van multi-probleemgezinnen via de JGZ
Detectie van multi-probleemgezinnen via de JGZ beantwoording in het kader van "Klein maar fijn" mei 2007 Drs F.A.F. Kreuger, onderzoekster CEPHIR 2 Vraagsteller: Dhr. H. Visch, Afdelingshoofd van de Afdeling
Nadere informatieNPM-2017 NATIONALE PREVALENTIESTUDIE MISHANDELING VAN KINDEREN EN JEUGDIGEN. Samenvatting
Samenvatting NPM-2017 NATIONALE PREVALENTIESTUDIE MISHANDELING VAN KINDEREN EN JEUGDIGEN Leiden University, Institute of Education and Child Studies TNO Child Health Lenneke Alink / Mariëlle Prevoo / Sheila
Nadere informatieLeidt triage en taakherschikking in de JGZ tot meer zorg op maat? 24 mei Janine Bezem Congres Jeugd in Onderzoek
Leidt triage en taakherschikking in de JGZ tot meer zorg op maat? 24 mei 2018 Janine Bezem Congres Jeugd in Onderzoek 2 Inhoud Differentiatie zorgaanbod Triage methode JGZ 4-18 Resultaten promotieonderzoek
Nadere informatieSamenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg
Samenvatting Palliatieve zorg is de zorg voor mensen waarbij genezing niet meer mogelijk is. Het doel van palliatieve zorg is niet om het leven te verlengen of de dood te bespoedigen maar om een zo hoog
Nadere informatieWaarom een zorgpad voor zwangeren met sociale risicofactoren:
Inleiding Zorgpad (herzien oktober 2017) In Hoogeveen hebben wij een relatief hoog percentage achterstandsgebieden, vergelijkbaar met Rotterdam (60%). Het verschil met Rotterdam is dat het in Hoogeveen
Nadere informatieRuimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het
Ruimte voor groei in de kinderopvang Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het Ruimte voor groei in de kinderopvang De vraag naar kinderopvang per gemeente Om een goed beeld te krijgen van de
Nadere informatieComparison: Kinderen zonder deze risicofactor.
Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.
Nadere informatieBijgaand ontvangt u de 'Offerte Stevig Ouderschap' die tot stand is gekomen in overleg met mevrouw P. Veldkamp.
Gemeente Bloemendaal College van Burgemeester en Wethouders t.a.v. mevrouw P. Veldkamp Postbus 201 2050 AE OVERVEEN l Jeugdgezondheidszorg \ Kennemerland O -ij O c -» O -c Q datum betreft kenmerk 4 januari
Nadere informatieHet terugdringen van geweld in gezinnen. Een hopeloze opgave?
Het terugdringen van geweld in gezinnen Een hopeloze opgave? Jo Hermanns 8-12-2016 Bijna 1 op de 10 volwassenen heeft in het privéleven ervaringen opgedaan die ondubbelzinnig als fysiek of psychisch geweld
Nadere informatieVeiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden T.a.v. directie Postbus 5364 6802 EJ Arnhem
> Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden T.a.v. directie Postbus 5364 6802 EJ Arnhem Datum 12 augustus 2014 Onderwerp vastgesteld rapport toezichtonderzoek
Nadere informatieHet sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg
Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg Onderzoek onder ouderen naar de relatie tussen het sociaal netwerk en het gebruik van formele zorg en mantelzorg Inleiding De relatie
Nadere informatieDigitale opvoedondersteuning voor aanstaande ouders
Bijvoorbeeld over: borst- en flesvoeding; ouderschap; verzorging van je kind; balans tussen kind en relatie. Ouders die deelnemen aan deze thema- of voorlichtingsbijeenkomst hebben (nieuwe) kennis en informatie
Nadere informatieSignaleringsinstrumenten. opsporing psychosociale problemen bij 0-4 jarigen Meinou Theunissen
opsporing psychosociale problemen bij 0-4 jarigen 2 Validatie onderzoek naar vier signaleringsinstrumenten voor 0-4 jarigen KIPPPI SDQ 3-4 ASQ:SE BITSEA Kort Instrument voor Psychosociale en Pedagogische
Nadere informatieOuders de regie? Verwachtingen en ervaringen van ouders met de GODIVA videomethode. Marike Boonzaaijer, MSc. 23 januari 2016
Ouders de regie? Verwachtingen en ervaringen van ouders met de GODIVA videomethode Marike Boonzaaijer, MSc. 23 januari 2016 Aanleiding videomethode Start met vraag KFT 2 e lijn Past in de digitale tijdperk,
Nadere informatieEerste resultaten inzet centrale zorgverlener s-hertogenbosch
Eerste resultaten inzet centrale zorgverlener s-hertogenbosch In het voorjaar van 2018 heeft proeftuin s-hertogenbosch een evaluatie uitgevoerd naar de rol van de centrale zorgverlener. Deze evaluatie
Nadere informatiemaatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I
Opgave 3 Sport in de samenleving Bij deze opgave horen de teksten 7 en 8, tabel 4 en figuur 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Sport en bewegen nemen in de Nederlandse samenleving een belangrijke plaats
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieList of publications. List of publications 213
List of publications List of publications 213 Publications in English Bekkema N., Veer A. de, Hertogh C. & Francke A. Perspectives of people with mild intellectual disabilities on care-relationships at
Nadere informatieZorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid
Nadere informatieKinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het
Pagina 1 / 16 Huwelijk en armoede Het huwelijk blijkt de kans op armoede als kind en volwassene te verkleinen. Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een grotere kans op armoede tijdens het opgroeien. De
Nadere informatieErvaren tevredenheid over de geboorte
Ervaren tevredenheid over de geboorte een meetinstrument voor moeders na de bevalling Introductie Inzicht krijgen in moeders ervaringen over de geboorte van haar kind kan worden gerealiseerd door gebruik
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieDe GGZ. Zitten blijven of overgaan? Jo Hermanns. H & S Consult
De GGZ Zitten blijven of overgaan? 28-10-2016 Jo Hermanns Waarom was de transformatie jeugdzorg nodig? De politiek wilde het anders 1. Nadruk op preventie 2. Eigen kracht aanspreken 3. Demedicaliseren
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatieStevig Ouderschap. Wat is SO?
Stevig Ouderschap Margreet Verdel Wat is SO? Opvoedingsondersteuning (beginnend in de zwangerschap) gedurende de eerste twee levensjaren van een kind voor ouders met een verhoogd risico op opvoedingsproblemen
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieMet het oog op participatie
Met het oog op participatie Pascal Collard Ruth van Nispen Afd. oogheelkunde VUmc Aantal slechtzienden/blinden in NL 350000 300000 250000 2005 2020 Bron: H. Limburg (2007) 1 Revalidatie Weinig mogelijkheden
Nadere informatiehoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
Samenvatting Een vroeggeboorte heeft een grote impact op het kind en zijn ouders, zelfs na de opname op de neonatologieafdeling. Te vroeg geboren kinderen laten meer gedragsproblemen zien dan op tijd geboren
Nadere informatieOvergewicht 4-19 jaar
Overgewicht 4-19 jaar JGZ-Organisatie: GGD Zaanstreek - Waterland, 2014 Inleiding Met behulp van Jeugd in Beeld (JIB, http://jeugdinbeeld.databank.nl/) worden gegevens uit het Digitaal Dossier Jeugdgezondheid
Nadere informatieEFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS
EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.
Nadere informatieHet kind heeft badwater, zeep en hulp nodig en niet alleen een nieuwe badkuip
Het kind heeft badwater, zeep en hulp nodig en niet alleen een nieuwe badkuip Voordracht op 28 januari 2008 door Guus Schrijvers, hoogleraar public health tijdens het congres Jeugdzorg in onderzoek Alternatieve
Nadere informatieJeugdgezondheidszorg interventies. Pre- en postnataal
Jeugdgezondheidszorg interventies Pre- en postnataal Prenatale zorg; hoe is dat geregeld!? Het is belangrijk om de zwangere goed voor te bereiden op de bevalling en de komst van een baby. Soms zijn bij
Nadere informatieJGZ in het sociaal domein Een agenda van verbinden
JGZ in het sociaal domein Een agenda van verbinden Prof.dr. Kim Putters Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau Hoogleraar Beleid en Sturing van de Zorg Trends: Nederland, participatiesamenleving? Lange
Nadere informatie