Overgangsregeling voor groep 55 t/m 60 van de vakopleiding train de trainer

Transcriptie

1 Overgangsregeling voor groep 55 t/m 60 van de vakopleiding train de trainer Het examen voor de opleiding train de trainer is veranderd. Daarom geldt er voor groep 55 t/m 60 van de vakopleiding train de trainer een overgangsregeling. In deze brief leggen we uit wat er is veranderd en hoe de overgangsregeling eruit. Je kunt je tot 1 oktober 2019 aanmelden. Daarna komt de overgangsregeling te vervallen en kan je alleen nog de oude vorm van het examen afleggen. Wat is er veranderd en waarom? Het oude examen voor de opleiding train de trainer bestond uit een kennistoets en een reeks supervisiegesprekken waarin je de belangrijkste trainersvaardigheden demonstreerde op video. Als je slaagde, kreeg je het SPHBO-diploma. Vergeleken met andere trainersopleidingen die een SPHBO-diploma opleveren, was de oude vorm van het examen (erg) zwaar. Daar komt bij dat we de opleiding train de trainer in de tussentijd hebben uitgebreid met een elektronische leeromgeving. Daardoor komen deelnemers gemakkelijker op een hoog toepassingsniveau uit. Tegen deze achtergrond hebben we besloten om de oude vorm van het examen te veranderen. Vanaf groep 61 ontvangen de deelnemers een SPHBO-diploma wanneer ze voldoen aan de volgende eisen. 1. Je hebt zeker 13 van de 14 opleidingsdagen gevolgd en een vervangende opdracht gemaakt voor missende dagen. 2. Je hebt alle opdrachten voldoende gemaakt. 3. Je hebt laten zien dat je een goed ontwerp kunt maken en kunt reflecteren op je eigen trainingen vanuit de checklisten uit de opleiding. 4. Je hebt minstens 75% van de leeromgeving benut. 5. Je hebt voor de kennistoets minstens een 5,5 gehaald. Groep 55 t/m 60: oude vorm van het examen of overgangsregeling Heb je meegedaan aan groep 55 t/m 60 van de opleiding? Dan mag je kiezen. Je kunt de oude vorm van het examen afleggen (kennistoets plus supervisietraject). Als je daarvoor slaagt, krijg je het SPHBO-diploma en ons nieuwe keurmerk: Gecertificeerd Karin de Galan trainer. Je mag ook gebruikmaken van de overgangsregeling. Die ziet er als volgt uit. 1. Aanwezigheid Vraag je hoofdtrainer om te bevestigen dat je alle 14 trainingsdagen aanwezig bent geweest. Heb je een dag gemist? Vraag je trainer dan om te bevestigen dat je een vervangende opdracht hebt gemaakt. 1

2 2. Opdrachten Vraag je trainer om te bevestigen dat je alle opdrachten naar behoren hebt gemaakt. 3. Ontwerpen en reflecteren a) Ontwerpopdracht: lever een ontwerpopdracht in die volgens jou voldoet aan de eisen (zie bijlage 1). Je mag daarvoor een opdracht uit de opleiding gebruiken of een nieuw ontwerp maken. Wij beoordelen je ontwerp. Als dat niet voldoende is, krijg je een feedbackgesprek (15 minuten) en kan je hem verbeteren. b) Toepassingsverslag: lever een toepassingsverslag in dat volgens jou voldoet aan de eisen (zie bijlage 2). Dit mag een verslag uit de opleiding zijn of een nieuw verslag. We beoordelen je verslag. Als de opdracht niet voldoende is, krijg je een feedbackgesprek (15 minuten) en kan je hem verbeteren. 4. Leeromgeving Je hebt minstens 75% gebruikt de elektronische leeromgeving. Zodra je je opgeeft krijg je van Karin bericht of dit het geval is. Heb je minder dan 75% gebruikt? Dan kun je een jaar toegang kopen om de leeromgeving alsnog te doorlopen. Ook als je de leeromgeving genoeg hebt gebruikt, kun je een extra jaar toegang kopen tot de leeromgeving voor oud-deelnemers. Die is nog uitgebreider en helpt je om je voor te bereiden op de kennistoets en om verder te leren. 5. Kennistoets Je doet mee aan de kennistoets en haalt daarvoor een voldoende (5,5 of meer). Je maakt de kennistoets achter je eigen computer. Je kunt je tot 1 oktober 2019 aanmelden voor de overgangsregeling Daarna komt de overgangsregeling te vervallen en kunnen groep 55 t/m 60 alleen nog de oude vorm van het examen afleggen. Kosten voor de overgangsregeling De kosten voor de overgangsregeling hangen af de stappen die je nog moet zetten. Beoordeling van ontwerpopdracht en toepassingsverslag: 100 per opdracht, dus in totaal 200 Bij een onvoldoende opdracht: feedbackgesprek en nieuwe beoordeling: 100 per opdracht. Toegang tot leeromgeving: 100 per jaar. Kennistoets: 100 Aanvraag diploma: 100 2

3 Planning Aanmelding voor de overgangsregeling Je kunt je tot 1 oktober 2019 aanmelden via een link op de website. Je geeft je dan ook op voor de kennistoets. Leeromgeving Nadat je je hebt aangemeld, krijg je van ons bericht hoeveel van de leeromgeving je hebt gebruikt. Kennistoets Moment 1: vrijdag 20 september 2019 van 9.30 uur tot uur. Moment 2: vrijdag 14 februari 2020 van 9.30 uur tot uur. Je maakt de kennistoets thuis, achter je eigen computer. Als je de toets niet haalt, mag je die eenmalig gratis herkansen. Opdrachten Inleveren Je kunt je ontwerp en reflectieverslag op 2 momenten mailen naar info@schoolvoortraining.nl. Moment 1 Moment 2 Inleveren in de week van 9 tot 13 Inleveren in de week van 6 tot 10 september 2019 januari 2020 Feedback: uiterlijk 27 september 2019 Als het niet voldoende is: telefonisch spreekuur op woensdag 2 oktober 2019 tussen 10 en of donderdag 3 oktober 2019 tussen 14 en 17 uur. Karin belt jou, dus zorg dat je beschikbaar bent op een van deze momenten als je opdracht nog niet voldoende is. Feedback: uiterlijk 24 januari 2020 Als het niet voldoende is: telefonisch spreekuur op woensdag 29 januari 2020 tussen 10 en of op donderdag 30 januari 2020 tussen 14 en 17 uur. Karin belt jou, dus zorg dat je beschikbaar bent op een van deze momenten als je opdracht nog niet voldoende is. Deadline portfolio Je kunt je portfolio tot 1 mei 2020 mailen naar info@schoolvoortraining.nl. In je portfolio zitten de volgende documenten. Bevestiging van je trainer van je aanwezigheid en dat je alle opdrachten voldoende hebt gemaakt Ons bericht hoeveel procent van de leeromgeving je hebt gebruikt. Een ontwerp en een toepassingsverslag dat door Karin de Galan als voldoende is beoordeeld. Een kennistoets waarvoor je een 5,5 of meer hebt gehaald. 3

4 Bijlage 1: ontwerp Lever een ontwerp in volgens het format op de volgende pagina. Beoordeel jezelf aan de hand van onderstaande vragen en lever dat ook in. Lever alle elementen van je ontwerpopdracht aan in 1 Word-document. Onderdeel Kernvragen +/- Diagnosemodel Kan je de lastige situatie voor je zien? Huidige gedrag Staan de fouten duidelijk beschreven bij het huidige gedrag? Zie je het voor je? Beschrijft het huidige gedrag wat de deelnemer nú doet en niet wat hij niet doet? Als ze het nu nog niet doen, is dan beschreven hoe ze het zouden doen op gezond verstand? Nieuw gedrag Is het nieuwe gedrag concreet? Is het beschreven in huis tuin en keukentaal en geen trainerstaal? Is het effect vanuit perspectief van organisatie én deelnemer? Doelen Start het doel met de beschrijving van de lastige situatie? Zijn de doelen geformuleerd in zichtbaar gedrag? Zijn de doelen haalbaar binnen één trainingsonderdeel? Checklist Komt de checklist voort uit de diagnose? Zijn de aanwijzingen concreet, dus goed te snappen hoe het goede gedrag eruitziet? Zit er een ordening in, niet alleen een opsomming van punten? Is hij aantrekkelijk vormgegeven? Is de titel aantrekkelijk voor de deelnemer? Dekt de titel het verlangen van de deelnemer? Is de checklist te behappen in de kernoefening? Kernoefening Zijn de cases kort en feitelijk omschreven? Wordt er geen gevoel voorgeschreven? Kunnen de deelnemers deze cases goed aanpakken met de checklist als hulpmiddel? Tussenoefening Zit in de instructie van de tussenoefening helder pas de checklist toe of wordt dit open gelaten? Is de tussenoefening een haalbare tussenstap? Is met de tussenoefening de kernoefening goed te doen of zou je meer/andere tussenoefeningen 4

5 aanraden? Instructieflap Is de instructieflap helder? Staat alle info erop? Nabespreking en bruggetjes Is de startvraag voor de nabespreking effectief? Is er een mogelijke oogst geformuleerd? Zijn er bruggetjes geformuleerd? Glijbaan Klopt de keuze voor de soort glijbaan? Is de casus/lastige situatie aansprekend? Is het doel/de opbrengst/de alternatieven geformuleerd in de taal van de deelnemer? 5

6 Ontwerpformulier training Trainer Naam Adres Telefoonnummer Naam: 1. Wat is het thema van je onderdeel? 2. Diagnoses (maak er zoveel als nodig) Lastige situatie Huidig gedrag Negatief effect Nieuw gedrag Positief effect 3. Doel Als (lastige situatie)... kunnen de deelnemers Formuleer dit in zichtbaar gedrag. 4. De checklist Wat is je checklist? 5. Wat is het waarom : onderliggend principe, reden dat het werkt, overkoepelend model? 6. Wat is de kernoefening? Geef drie herkenbare en uitdagende cases. Je kunt deze rechtstreeks uit je diagnose halen. 7. Startmoment (diagnose pijn en vertrouwen). Is er pijn bij de deelnemers, dus hebben ze lastige situaties voor ogen? Is er vertrouwen dat ze van jou kunnen leren wat je ze wil leren? Wat is dus de passende start: introduceren, reflecteren of confronteren? 6

7 8. Vul onderstaand schema in Tijd Inhoud Materiaal Stap Glijbaan - introduceren - reflecteren Nabespreking: - confronteren Bruggetje: Theorie Bruggetje: Tussenoefening Startvraag voor de nabespreking: Bruggetje: Kernoefening Startvraag voor de nabespreking: Conclusie/oogst: NB. Heb je opdrachten op papier voor deelnemers, bijvoorbeeld een puzzel? Voeg die bij dit document. 7

8 Bijlage 2: toepassingsverslag Maak een toepassingsverslag volgens de aanwijzingen op de volgende pagina. Zie ook het voorbeeld op de pagina s daarna. Beoordeel jezelf aan de hand van onderstaande criteria en voeg dit bij. Zelfbeoordeling toepassingsverslag Element Alle punten van de checklist beschreven Letterlijke teksten beschreven, voorbeeldzinnen Effect beschreven per punt Komen de voornemens voort uit de reflectie? Zelfbeoordeling 8

9 Het toepassingsverslag Kies voor je training een checklist uit Bereid je training voor met die checklisten. Zet de stappen in je draaiboek. Neem je training op Neem jezelf op; de groep hoeft niet in beeld. Reflectie: kijk jezelf terug en maak een toepassingsverslag. Kijk de eerste keer alsof je naar een andere trainer kijkt. Noteer na afloop je eerste indrukken. Kijk de tweede keer pas gericht, met de checklist erbij. Welke punten van de checklist deed je wel, wat niet en wat was het effect? Als je feedback hebt van de groep, noteer die dan ook Checklist (neem hieronder de stappen van de checklist over) Gedaan? Wat wel en wat niet? Effect? Wat zou ik anders doen volgende keer? Trek conclusies Wat heeft het volgen van de checklist je opgeleverd? Wat wil je blijven doen? Wat is een aandachtspunt voor de volgende keer? 9

10 Voorbeeld toepassingsverslag voor intrainend rollenspel Checklist (neem hieronder de stappen van de checklist over) Vooraf Vraag wie een lastige situatie heeft Stel voor om daarmee te oefenen Vraag de deelnemer de situatie concreet te maken Laat hem of haar de tegenspeler kiezen Instrueer observanten met de checklist Gedaan? Wat wel en wat niet? Nee: Ik laat de tegenspeler die kind speelt een lastige situatie uitkiezen. Ik vraag wie wil oefenen en de eerste die opspringt geeft aan kind te willen spelen. (dit is een onervaren groep die een protocol moet aanleren: hoe motiveer je kinderen om hulp te aanvaarden? De situatie van het desbetreffende kind is daarom al concreet uitgeschreven, omdat ze zelf nog over te weinig praktijkvoorbeelden beschikken.) Daarna vraag ik een deelnemer of zij oefenaar wil zijn. Nee Nee Nee Ja, ik vraag of de observanten willen observeren aan de hand van de checklist en willen meeschrijven. Ik deel de groep in tweeën zodat iedere groep een helft van de checklist observeert. Effect? Wat zou ik anders doen volgende keer? Ik ben sturend in het zoeken van de oefenaar. Volgende keer vragen wie wil oefenen zodat mensen zich daar ook vrij invoelen en niet gedwongen door de trainer. andersom: eerst oefenaar en dan tegenspeler Observanten kunnen straks concrete voorbeeldzinnen geven. Door de checklist te verdelen is het behapbaar om de checklist te observeren. Minder is meer! Ik laat achterwege om de stappen van de checklist nog een keer expliciet te benoemen. Als ik dat wel had gedaan hadden de observanten nog scherper kunnen observeren en 10

11 Richt de omgeving in De eerste ronde Schrijf op wat de oefenaar en tegenspeler zeggen en doen Stop als de oefenaar drie keer een fout heeft gemaakt Time-out Naast de oefenaar en hart open Laat de oefenaar stoom af blazen, vat samen op gevoel en leef Ja: Ik zet de stoelen klaar, rug aan rug. Ik zet mijn stoel aan de kant van de deelnemer die de volwassenen speelt. Ja Nee: Ik stop als de oefenaar een aantal fouten heeft gemaakt. Ik heb niet geteld. Ik wacht af tot er een punt in de checklist is bereikt Ja! En tot hier Stoel naast oefenaar Ja! Aandachtig en empathisch, goed meegeleefd. Ik zeg Je voelt op dat feedback geven, toegesneden op de checklist. Checklistkopjes kort benoemen voor de oefening gaat starten Ik ben niet tevreden over mijn positie van de stoel; te dicht op de huid van de oefenaar. Effect daarvan is dat ik geen vertrouwen geef en oefenaar te afhankelijk maak door er zo dicht op te zitten. Meer afstand zodat ik daarmee ook de boodschap geef dat ik vertrouwen heb in haar kunnen. Ik kan concrete feedback geven Rollenspel duurt wel wat lang. Zou korter kunnen wanneer het spel niet vanaf het eerste contact zou worden gespeeld maar verderop zou kunnen worden opgepakt. Wel lastiger voor het kind om goed in de rol te komen. Nauwkeuriger bepalen waar de oefening start. Tegenspeler daar goed op instrueren zodat hij zich kan inleven in de rol. Effect: op samen Effect: herkenning en contact. 11

12 mee Vraag de tegenspeler: wat was het effect voor jou? Laat niet analyseren op gedrag, vraag zo nodig door naar effect Vraag de observanten: wat is gelukt van de checklist? Wat is niet gelukt van de checklist? Vraag om voorbeelden moment dat het helemaal niet normaal is en het kind zegt dat haar vader dat wel zegt. Dus dan begint het geworstel in jezelf? Oefenaar reageert bevestigend. Ja! Tegenspeler geeft aan dat ze er echt in zat. Ik zeg: Je leefde je zo in dat je de zwaarte voelt. Hierop licht de tegenspeler toe hoe ze het beleefd had. Ik benoem: Je zat er flink in Daarna doorgevraagd op hoe het als kind voelde om zo het gesprek te voeren. Hierop geeft ze aan dat ze zich rustig voelde en dat dat fijn was om als kind zo met de ander te praten. Ja! Ja Effect; erkenning, stoom afblazen na zware rol, contact, effect van het gesprek op het kind ligt op tafel. Effect: Iedereen met aandacht bij het rollenspel en de nabespreking. Groep gaf concrete voorbeeldzinnen. Ik heb te weinig effect uitgevraagd, af en toe wel. Ik vraag vaak aan het kind het effect te benoemen, maar dat maakt wel dat het nabespreken lang duurt. Dus als de observanten dat niet kunnen zeggen, zou ik dat zelf kunnen doen om het tempo in de oefening te houden. Meer aandacht aan het effect besteden. Vaker zelf benoemen i.p.v. op te halen bij de groep of kind. Daar meer balans in brengen zodat het tempo in de training blijft. 12

13 Feedback van de trainer (+) Wat ik zie en hoor En het effect is (-) Wat ik zie en hoor En het effect is Ja en nee! Feedback is concreet voor oefenaar. Ik zeg als + je zei je bent de baas over je eigen lichaam alleen jij bepaalt wie er aan jou mag zitten. Oefenaar herkent het moment. Ik vraag het effect uit bij de tegenspeler i.p.v. dat ik effect zelf benoem. Tegenspeler verwoordt het positieve effect. Ik koppel het gedrag niet aan de bijbehorende bullit van de checklist. Ja en nee! Ik zeg als: Wat ik nog miste was het uitvragen van de last wat het voor haar betekent dat dit gebeurt die staat niet op de checklist, want de checklist heb je gewoon goed uitgevraagd. Alleen wanneer je nog wat duidelijker vraagt Hoe beïnvloedt dit jou dan roep je nog meer motivatie op om te stoppen. De oefenaar herkent deze feedback, ook haar mentor heeft dit eerder tegen haar gezegd. Verschillende dingen gaan niet goed: 1. Het negatieve effect wordt niet benoemd. Wel benoem ik het positieve effect als ze de tip zou toepassen. 2. Deze tip heeft zijdelings met de checklist te maken. 3. Ik moffel het feit dat ze de checklist goed heeft toegepast te veel weg. Daardoor ervaart ze te weinig succes terwijl ze de checklist goed heeft toegepast! Boodschap die ik uitzend is: niet goed genoeg. Dat is een beetje jammer. Wat ik nalaat is te benoemen om welk punt het gaat uit de checklist. Omdat ik dat nalaat is het voor deelnemers misschien niet helder dat deze opmerking bij een bullit van de checklist past. Specifieke checklistbullit bij feedback benoemen. Effect: vage feedback. Negatieve effect is niet benoemd waardoor het de vraag is of de oefenaar snapt wat het voordeel is van haar gedrag veranderen. Daardoor is ze mogelijk onvoldoende gemotiveerd om de tip toe te passen. Succes niet geoogst van goed toepassen van de checklist; zelfvertrouwen neemt niet toe terwijl dit nu juist een kans was om het zelfvertrouwen te boosten. FB richten op checklist. Als de checklist goed is toegepast, is het goed en klaar. Succes oogsten!!!! 13

14 Wacht tot dit is geland Kom tot een tip. Maak die met de oefenaar en/of de groep concreet Instrueer de observanten: let op de tip! Herkansen Ga schuin achter de oefenaar te zitten op een afstand zodat hij je niet opmerkt. Start het gesprek op het punt waar de oefenaar de tip kan toepassen. Kijk of de oefenaar de tip toepast, souffleer zo nodig ja Ja en nee! Ik formuleer de tip i.p.v. hem uit haarzelf te laten komen. Vervolgens maak ik m wel concreet. Tip is een samenvoeging van feedback uit de groep en waar ik zelf nog een draai aan geef. Dan vraag ik Zou je die nog eens willen toepassen? De oefenaar laat merken dat ze niet goed weet wat ze nu moet doen. Ik betrek de groep door tips te vragen zodat ze kan kiezen welke formulering ze fijn vindt om te gebruiken. Wanneer ze twijfelt geef ik een voorbeeld en legt uit. Ik leg te veel uit, te veel woorden. Het effect lijkt te zijn dat ze niet goed weet wat ze moet zeggen. Ja! Nee; ik zit in haar blikveld schuin naast haar. Ja! Ja. De oefenaar past de tip half toe. Ik zet het rollenspel stil en geef nogmaals de instructie, maar check niet of ze het goed snapt. Vervolgens souffleer ik maar ze neemt mijn tekst niet over. Kijkt me verward aan. Als ik haar vervolgens vraag Ze herkent de feedback: mentor heeft dit ook al zo benoemd Effect: als ik haar de tijd en de rust had gegeven om een eigen tip te bedenken dan had ze die makkelijker kunnen toepassen. Nu was ze verward. Groep blijft actief door mee te denken met voorbeeldzinnen. Stilte laten vallen na de en wachten wat er opkomt. Wanneer de deelnemer de herkent kan ze zelf de tip bedenken. Bij twijfel doorvragen. Beter afstemmen op oefenaar i.p.v. door te praten en te overtuigen. Iedereen blijft betrokken en kan straks feedback geven. Effect: Te aanwezig als trainer, kan oefenaar verzwakken i.p.v. versterken. Meer afstand t.a.v. de oefenaar. Effect: tip kan direct toegepast worden. Effect: doordat ik te weinig op haar aansluit en doorvraag wat er lastig aan is, loopt ze vast. Souffleren helpt dan ook niet meer. Hier oogst ik mogelijk ook wat ik eerder nagelaten heb bij het geven van feedback. Door een te bespreken die 14

15 Stop zodra de oefenaar de tip heeft toegepast en het effect merkbaar is. Oogsten Laat zien dat je het goed vond gaan Laat de oefenaar stoom afblazen Vraag de tegenspeler hoe was het nu? Observanten: is de tip toegepast en met welk effect? Geef zelf gul je complimenten: wat je nu deed en daardoor (gedrag en effect) om mijn zin te imiteren doet ze dat wel. En dan lukt het wel! Ja! Ja! Happy face en niks gezegd! Nee ik weet ook niet waarom ik dat niet gedaan heb..:-( Ik start in plaats van met stoom afblazen met de vraag aan de groep of de tip heeft toegepast en wat het effect was. Ja, maar pas nadat de groep gereageerd heeft. Tegenspeler geeft wel goed het positieve effect en gevolg aan. Ja! Maar dus niet op het juiste moment. Ja! High five en gedrag en effect benoemd van wat ze nu deed. geen onderdeel was van de checklist zaai ik verwarring. Eerst verwarring oplossen door uit te vragen wat er aan de hand is alvorens een herkansing te starten. Effect: de tegenspeler reageert positief op de tip zodat we het effect van de tip vacant kunnen maken. Effect: groep ziet aan mij dat het goed was en de oefenaar ook. Geeft vertrouwen. Effect: ik sla haar over!!! Terwijl het voor de oefenaar best wel fijn moet zijn geweest om even haar frustratie te mogen uit, want dat ze het lastig vond was wel duidelijk. Stoom af laten blazen!!!!! Effect: tegenspeler kan goed het positieve effect benoemen en dat overtuigt. Eerst de spelers aan het woord, dan de groep. Effect: Bij het oogsten laat ik de tegenspeler nogmaals verwoorden wat het positieve effect op haar was. Op mijn high five en enthousiaste compliment reageert de oefenaar onzeker. Als ik zeg goed gedaan! reageert ze met Nou Ik geef haar nogmaals terug wat het effect is van wat ze heeft gedaan en richt me ook tot de groep. Ze moet nu lachen 15

16 en knikt terwijl ik aan het uitleggen ben. Stoom laten afblazen!!!! Doorvragen op haar Nou zodat ze alsnog haar gevoel kwijt kan als ik een stap als stoom afblazen heb overgeslagen. Trek conclusies Wat heeft het volgen van de checklist je opgeleverd? Duidelijk waar ik steken laat vallen en wat al goed gaat. Zoals blijkt uit de nabespreking geef ik er af en toe nog wel mijn eigen draai aan. En zoals daar ook uit naar voren komt heeft dat een effect op het gevoelde succes, het zelfvertrouwen van de deelnemer. Wat wil je blijven doen? Bij stoom afblazen ingaan op het gevoel en meeleven. Groep betrekken om tips te geven. Werken met en + Happy face Wat is een aandachtspunt voor de volgende keer? Tempo hooghouden door meer af te wisselen bij het benoemen van het effect tussen groep, tegenspeler en mijzelf. Checklist centraal in feedback houden. Letten op stoom afblazen!!! Herkenning van feedback expliciet maken. Aansluiten door oefenaar zelf tip te laten verwoorden na de min. Stilte gebruiken. Souffleren 16