6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan.

Transcriptie

1 6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan. Ik ben een werkende moeder. Mijn vriend helpt thuis mee. Werken? Ik heb een kind, dat gaat gewoon niet!

2 Misschien heb je al kleinere baantjes gehad: een bijbaan of vakantiewerk. Maar je loopt nu stage. Dat is serieus werk! Maar naast je stage heb je ook andere dingen in je leven te doen. Het werk komt er nu bij. Hoe ga je dat met elkaar combineren? Geef antwoord op de volgende vragen: Woon je thuis bij je ouders of woon je zelfstandig? Als je nog thuis woont moet je daar dan ook helpen? Woon je alleen of heb je al kleine kinderen? Heb je veel hobby s? Heb je veel vrienden?

3 Misschien moet je keuzes maken. Bedenk: je werk is belangrijk, maar je moet wel prettig kunnen leven. Voorbereiden Opdracht 1 Hoe ziet jouw leven eruit? Bedenk voor jezelf wat jij allemaal doet. Bedenk het voor de komende week. Elke activiteit telt. Bijvoorbeeld: stage lopen naar de sportschool gaan je kamer schoonmaken thuis naar school gaan uitgaan de baby naar de oppas brengen een film kijken kletsen met een vriend(in) winkelen voldoende slapen eten koken boodschappen doen naar de dokter gaan de hond uitlaten je vader of moeder helpen een spelletje doen. Vergeet niets.

4 Opdracht 2 Een kalender Vul deze weekkalender in. Schrijf alles op. Sommige activiteiten komen meerdere keren per week voor. I Werk je vier dagen op je stageplek? Dan vul je dat dus vier keer in op je kalender. Tijd Mijn weekkalender Hoeveel tijd kost dat? maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag

5 Opdracht 3 Hoeveel tijd kost dat eigenlijk? Heb je alles ingevuld? Ben je niets vergeten? I Zet dan achter elke activiteit hoeveel tijd je daaraan kwijt bent. Tijd Tip! Reken ook de reistijd mee. Opdracht 4 Heb jij dat nou ook? Bekijk de weekkalender nog eens. Wat moet jij doen? Maak dit rood met een tekstmarker. Wat doe je omdat je het leuk vindt? Maak dit groen met een tekstmarker. Opdracht 5 Hoe doe je dat allemaal? Praat samen. Hoe belangrijk vind jij je werk? Wat heb je ervoor over? Wat wil je in de toekomst? Bespreek daarna de twee weekkalenders samen. Gebruik de volgende vragen: Vind jij dat je te veel doet/ niet te veel doet? Vertel eens van elke activiteit waarom je dat doet? Zijn er dagen die eigenlijk te druk zijn? Welke activiteiten moet je doen? Welke activiteiten wil je doen? Zijn er activiteiten die je eigenlijk liever niet doet? Zijn er activiteiten die je nu niet doet, maar graag zou willen doen? Kies je eigen opdracht: Hoe je nu verder gaat? Dat hangt ervan af. Vind je dat het goed gaat? Doe je niet te veel? Ga dan door naar opdracht 6. Heb je het te druk? Ga dan door naar opdracht 7.

6 Opdracht 6 Het gaat bést zo! Jij vindt dat je leven goed geregeld is. Je kunt je werk en je privéleven goed combineren. Reflecteren Zijn er activiteiten die je nu niet doet, maar graag zou willen doen? Doe dat dan. Schrijf je plannen op je eigen weekkalender. Op welke dag(en) heb je nog tijd genoeg? Doe de weekkalender in je portfolio. Bespreek dit met je mentor. Jij bent nu klaar met deze prestatie. Opdracht 7 Te druk! Jouw opdracht is een stuk moeilijker. Je moet keuzes maken. Keuzes maken Tip! Lees de info van Workshop 3 uit Fase 1 en prestatie 11 Een keuze gemaakt nog eens! Elke keuze heeft voor- en nadelen. Elke keuze heeft gevolgen.

7 Opdracht 8 Prioriteiten Prioriteiten = wat jij het belangrijkste vindt om te doen Vind je jouw werk erg belangrijk? Dan moet je misschien minder dingen doen in je privéleven. Kan dat? Wil je dat? Vind je jouw privéleven het belangrijkst? Kun je alles doen, nu je stage loopt? Doe je je stage dan ook nog goed? Opdracht 9 Hoe verder? Eigenlijk zijn er maar twee uitkomsten: Je privéleven is te druk. Je werk vraagt te veel van je. Privé druk? Wat kun je daar nu aan veranderen? Is echt alles belangrijk wat je doet? Kan iemand anders je helpen met een activiteit? Kun je je privéleven beter plannen? Naar huis Je wilt wat veranderen in je privéleven. Bespreek dat met je thuisfront. Dat kan je vriend of vriendin zijn. Je ouders of je echtgenoot. Een huisgenoot of.... Bespreek samen wat je kunt veranderen. Heb jij daar hulp bij nodig? Van wie? Voorbeeld: Zijn er dagen waarop iemand anders de hond kan uitlaten? Kun je samen met iemand anders koken, zodat je niet elke dag hoeft te koken? Is het handiger om één keer minder te gaan sporten?

8 Kun je nu niets anders organiseren? Bedenk dan wat voor keuzes je later misschien wel kunt maken Reflecteren Opdracht 10 Opnieuw Heb je iets kunnen veranderen? Maak dan nu een nieuwe weekkalender. Ben je nu tevreden over je week?

9 Mijn weekkalender Hoeveel tijd kost dat? maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Doe de weekkalender in je portfolio. Uitvoeren Opdracht 11 Naar je mentor en je praktijkopleider Wil je iets veranderen in je werk? Wat dan? Gaat het om het soort werk?

10 Gaat het om de hoeveelheid uren? Gaat het om de reistijd? Wil je liever niet op de donderdagavond of op de zaterdag werken? Bespreek je weekkalender met je docent. Vertel waar volgens jou het probleem zit. Misschien kan je praktijkopleider iets veranderen op je stageplek. Ja? Maak dan een afspraak met je praktijkopleider. Bespreek dit met je praktijkopleider. Kun je nu niets veranderen op je stage? Bedenk dan wat voor keuzes je later misschien wel kunt maken Reflecteren Opdracht 12 Gelukt? Heb je iets kunnen veranderen? Maak dan nu een nieuwe weekkalender. Ben je nu tevreden over je week?

11 Mijn weekkalender Hoeveel tijd kost dat? maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Portfolio Doe de weekkalender in je portfolio. Bespreek dit met je mentor. Wil je nog een ander bewijs opnemen? Doe dat dan.

12 ISBN: Copyright 2007 Uitgeverij Edu Actief b.v