De risico s geanalyseerd, de risico s beheerst?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De risico s geanalyseerd, de risico s beheerst?"

Transcriptie

1 De risico s geanalyseerd, de risico s beheerst? Onderzoek naar de toepasbaarheid van de risicoanalyse van de douane voor de preparatieve multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio Rotterdam-Rijnmond. December 2004 Sjaak (J.) Seen Master of Crisis and Disaster Management 6e Leergang Vertrouwelijk exemplaar

2 Voorwoord De MCDM 6 e leergang is voor mij een bijzondere ontdekkingsreis van theorieën die afgezet zijn tegen de praktijk van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De onderzoeken die moesten worden gedaan, het studeren en de presentaties zijn intensief maar geven mij wel een bredere kijk op mijn vakgebied en daarbuiten. De scriptie die nu klaar is, heeft voor mij een extra verdieping gegeven in de wereld van de douane Rotterdam waarvan ik een jaar geleden niet veel wist. Het heeft mij verbaasd dat ondanks de verschillen in taakuitvoering en werkwijzen van de douane en de hulpverleningsdiensten Rotterdam-Rijnmond er zoveel parallellen in de theorieën maar ook in de uitvoering te herkennen zijn. Het vergelijken van de douane Rotterdam met de hulpverleningsdiensten van de regio Rotterdam-Rijnmond en de interviews, het bestuderen van de literatuurstudie en het schrijven van de scriptie heeft veel tijd gevergd. Veel informatie voor deze scriptie heb ik ontvangen via interviews met vele personen. Dankzij deze personen van de douane, de FIOD/ECD en de hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond heb ik een overvloed van vragen kunnen stellen en kennis opgedaan die mijn inzicht hebben verbreed. Namen noemen is altijd lastig omdat eigenlijk iedere geïnterviewde een bouwsteen heeft bijgedragen aan deze scriptie. Toch wil in het bijzonder Jos Staelenhof en Ton Groenendijk van de douane Rotterdam bedanken. Zonder hun bijdrage was het onderwerp voor de scriptie niet mogelijk geweest. Ook Menno van Duin mijn decaan wil ik bedanken voor zijn kritische begeleiding en beschouwingen. Als laatste wil ik Lies bedanken. Zij heeft maanden een ondergeschikte rol gespeeld wanneer ik mij weer ging verdiepen in de literatuurstudies, de vertaling van de interviews met als doel de scriptie uit te werken. Mijn wens is dat de scriptie een aanzet geeft tot het verbeteren van de risicoanalyses ter voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio Rotterdam-Rijnmond. December 2004, Sjaak (J.) Seen 2

3 Samenvatting Het analyseren van risico s door de hulpverleningsdiensten van de regio Rotterdam-Rijnmond heeft tot doel inzicht te geven welke problemen de gedefinieerde risico s veroorzaken en te beoordelen wat de voorbereidingen zijn om dit risico in deze regio te beheersen. Vervolgens wordt bepaald welke (operationele) diensten specifieke maatregelen moeten treffen. De aanpak van de risicobeheersing vereist een risico-georiënteerde benadering. Vanuit deze benadering betekent dit dat het risico centraal moet worden gesteld om te bepalen hoe, vanuit een multidisciplinaire context, de hulpverleningsdiensten deze met daarbij passende middelen kunnen toepassen. Ook andere overheidsorganisaties richten zich op de risico-gerichte aanpak. Tegen deze achtergrond is onderzoek gedaan bij de douane hoe zij als organisatie uitvoering geeft aan het analyseren van de risico s. Vervolgens is nader bestudeerd wat de hulpverleningsdiensten daarvan kunnen leren in het kader van de voorbereidingen van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. De douane Rotterdam hanteert vanuit haar taak en rol een gestructureerde aanpak van de risicobeheersing. Het doel hierbij is de risico s te beheersen die de maatschappelijke veiligheid kunnen beïnvloeden. Het onderzoek dat voor deze scriptie is uitgevoerd heeft betrekking op de controles van containers in de Rotterdamse haven. Het doel van deze gerichte controles van containers is te voorkomen dat drugs, wapens, milieu-gevaarlijke stoffen waaronder radioactief materiaal en afval en dergelijke illegaal in- en uitgevoerd worden. Nader is bestudeerd hoe de douane aan de hand van risicoanalyses, het verzamelen van informatie en het bepalen en uitzetten van de maatregelen volgens een vaste organisatorische en inhoudelijk methodiek de risico s afdekt. De aanpak van de hulpverleningsdiensten en de douane is afgezet tegen de theorie van Sparrow en de theorie van management in netwerken van de Bruijn en ten Heuvelhof. In zijn theorie beschrijft Sparrow wat de basis is van de risico-georiënteerde strategie. Bij het juist hanteren van risico-georiënteerde strategie is het belangrijk de middelen rond het probleem te organiseren. Sparrow geeft aan dat een organisatie moet voorkomen om de geanalyseerde problemen in maatregelen om te zetten die eigenlijk bedoeld zijn voor andere doeleinden. Ieder doel verreist verschillende vormen van analyse, een andere aanpak en verschillende tactieken. Het blijft belangrijk vanuit risico-georiënteerde aanpak keuzen te maken. Maar deze keuzen zouden organisatorische en operationele keuzen moeten zijn waarbij eerst het risico centraal wordt gesteld. In de theorie van management in netwerken beschrijven de Bruijn en ten Heuvelhof dat organisaties elkaar nodig hebben om doelen te bereiken en geven zij aan hoe de grillige besluitvormingsprocessen verlopen in die netwerken. Door de snelheid waarop binnen organisaties die processen van richting veranderen, zijn uitkomsten soms moeilijk te voorspellen. De effectiviteit van organisaties kan in netwerken worden vergroot door gebruik te maken van de juiste informatiepositie, strategieën, gedragsnormen en instrumenten. Hierbij kan gedacht worden aan het reduceren van de risico s of het toepassen van een goed multidisciplinair ketenbeheer. De hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond zijn minder ontwikkeld dan de douane Rotterdam met de aanpak van de risicoanalyses en de voorbereidende maatregelen daarop. Dit betekent dat als de hulpverleningsdiensten hierin verbetering willen brengen zij moeten kiezen voor een risico-georiënteerde werkwijze waarbij het risico centraal wordt gesteld. Dit vraagt multidisciplinaire samenwerking volgens de methodiek van de leercirckel van de douane die goed aansluit bij de theorie van Sparrow. Dit betekent dat bij het 3

4 analyseren van risico s in het kader van de voorbereidingen van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, de hulpverleningsdiensten volgens een vast stappenplan (vanaf ontwikkeling tot uitvoering en evaluatie) hun maatregelen moeten uitwerken. Dit vereist een andere informatiepositie, het toepassen van een redundant relatienetwerk, de juiste organisatiemiddelen en instrumenten en systemen om dit te kunnen bereiken. 4

5 Inhoudsopgave VOORWOORD... 2 SAMENVATTING... 3 INHOUDSOPGAVE PROBLEEMSTELLING AANLEIDING VAN HET ONDERZOEK AFBAKENING DE RISICO S IN DE REGIO ROTTERDAM-RIJNMOND ONDERZOEKSVRAGEN CENTRALE ONDERZOEKSVRAAG DEELVRAGEN ONDERZOEKSOPZET THEORETISCH KADER MALCOLM K. SPARROW, THE REGULATORY CRAFT J.A. DE BRUIJN EN E.F. TEN HEUVELHOF, MANAGEMENT IN NETWERKEN HET DOUANE KANTOOR ROTTERDAM DE ALGEMENE TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN DE DOUANE DE DOUANE ROTTERDAM RISICOBEHEERSING EN FYSIEK TOEZICHT HET DOUANEPROCES, VEREDELEN VAN INFORMATIE EN AUTOMATISERING SAMENVATTING ORGANISATIE EN HET PROCES VAN DE DOUANE ROTTERDAM DE METHODIEK VAN DE RISICOANALYSE VAN DE DOUANE DE LEERCIRKEL SAMENVATTING METHODIEK VAN DE LEERCIRKEL DE THEORIE VAN SPARROW EN DE THEORIE VAN MANAGEMENT IN NETWERKEN IN RELATIE TOT DE DOUANE ROTTERDAM ALGEMEEN SPARROW EN DE DOUANE MANAGEMENT IN NETWERKEN, DE BRUIJN EN TEN HEUVELHOF EN DE DOUANE DE AANPAK VAN DE HULPVERLENINGSDIENSTEN IN DE REGIO ROTTERDAM- RIJNMOND DE ORGANISATORISCHE AANPAK VAN DE HULPVERLENINGDIENSTEN DE METHODIEK VAN DE RISICOANALYSE VAN DE HULPVERLENINGSDIENSTEN SAMENVATTING ORGANISATIEAANPAK EN METHODIEK RISICOANALYSE DE TOEPASBAARHEID VAN DE RISICOANALYSE HOE ANALYSEERT DE DOUANE DE RISICO S EN ZET ZIJ DIT OM IN BELEID EN IN HOEVERRE KUNNEN DE HULPVERLENINGSDIENSTEN DAARVAN LEREN? IS DE RISICOANALYSE EN DE OPSPORINGSMETHODIEK VAN DE DOUANE ROTTERDAM IN RELATIE TOT HET GROTE AANTAL GOEDEREN IN CONTAINERS UITVOERBAAR EN BEHEERSBAAR? IS DE RISICOANALYSE VAN DE DOUANE ROTTERDAM TOEPASBAAR VOOR DE PREPARATIEVE RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING VAN DE HULPVERLENINGSDIENSTEN IN DE REGIO ROTTERDAM- RIJNMOND? CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN CONCLUSIES AANBEVELINGEN VERTROUWELIJKHEID GERAADPLEEGDE BRONNEN LITERATUURLIJST

6 AFKORTINGENLIJST BIJLAGE 1. DE SAMENWERKING EN OPERATIONELE AANPAK VAN DE HULPVERLENINGSDIENSTEN IN DE REGIO ROTTERDAM-RIJNMOND BIJLAGE 2. DE ORGANISATIE EN DE RISICOANALYSE AANPAK VAN DE HULPVERLENINGSDIENSTEN IN DE REGIO ROTTERDAM-RIJNMOND

7 1. Probleemstelling 1.1 Aanleiding van het onderzoek Door de hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond wordt veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van plannen, procedures en werkwijzen in het kader van de voorbereidingen op rampen 1 en crises 2. Deze plannen en procedures zijn veelal door nauwe samenwerking met de hulpverleningsorganisaties 3 en de gemeenten uit de regio Rotterdam-Rijnmond tot stand gebracht. De basisgegevens die voor deze plannen, procedures en werkwijzen zijn gebruikt zijn samengesteld vanuit de wettelijke kaders, de procesmatige gekozen opzet, de regionale opschalingsfilosofie (zoals de GRIP-procedure) en diverse brongegevens. Afhankelijk van het soort plan wordt ook een analyse gemaakt waarbij het risico is bepaald en passende maatregelen zijn beschreven. Naast mijn bijdrage in het hierboven beschreven preparatieproces treed ik ook tijdens incidenten op als operationeel officier in onder andere het Commando Plaats Incident en het Regionaal Operationeel Team. Tijdens zo n multidisciplinair operationeel optreden is de informatie beschikbaar ter ondersteuning van de bestrijding van de incidenten. Hierbij constateer ik regelmatig dat de informatie vaak niet of maar beperkt wordt gebruikt. Oorzaak is dat het niet bij alle betrokken operationele functionarissen bekend is dat soms specifieke risico-informatie beschikbaar is. Of de informatie is te omvangrijk, te statisch en soms achterhaald. Hierdoor is de informatie niet altijd te gebruiken om een goede (risico)analyse te maken op grond waarvan snel een juist besluit kan worden genomen. Dit betekent dan vaak dat de plannen niet gebruikt worden en intuïtief besluiten 4 worden genomen. De keuzen die dan voor de aanpak worden gemaakt zijn voor een deel gebaseerd op grond van eerdere en herhaalde ervaringen en niet op basis van een goede probleemanalyse vooraf. Tijdens een forse brand aan boord van het visserschip De Friesland te Vlaardingen op 6 maart 2002, de dag van de gemeenteraadsverkiezingen, zorgde de rook, de stank en het beperkte zicht voor veel hinder voor de bewoners in Schiedam-West en Schiedam-Nieuwland. De sirenes werden geactiveerd voor het bedreigde gebied. Naast de operationele diensten waren in de gemeenten Vlaardingen en Schiedam de gemeentelijke veiligheidsstaven bijeen en in het Regionaal Crisiscentrum te Rotterdam de Regionale Veiligheidsstaf. Tijdens de bestrijding van het incident werd vanaf uur in de Regionale Veiligheidsstaf uitgebreid gediscussieerd over de opties die er zijn om de duur van de brand te beperken. Er werd aan de hand van informatie van de operationele diensten gesproken van een duur van de brand van vijf dagen. De bestuurlijk coördinator, de heer I.W. Opstelten ging met deze informatie om uur het NOS-journaal in. Op dit moment bleek de analyse reeds te zijn achterhaald want de brand nam in hevigheid af en het incident was onder controle. Deze informatie bereikt de heer Opstelten niet waardoor binnen 10 minuten in hetzelfde NOS-jourmaal het voorgaande bericht is hersteld en gemeld werd dat de brand onder controle was 5. 1 Van Dale Van Dale RHRR; brandweer, GHOR, politie, DCMR en Germeentelijk Havenbedrijf Rotterdam N.V. 4 G. Klein, Intuïtie op het werk, COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, Rapport juli

8 Conclusie: een niet goed onderbouwde analyse heeft geleid tot informatie die snel verouderd was. Toen ik in het kader van mijn studie MCDM in januari 2004 de binnenlandstage ging doen bij het kantoor van de douane Rotterdam constateerde ik dat deze organisatie maar ook de FIOD/ECD 6 veel investeert in het proces van risicobeheersing. Hier hebben zij hun organisatie op ingericht. Zij verzamelen veel informatie en maken op grond daarvan risicoanalyses. Het doel van de douane is om tijdens de in- en uitvoer van containers in de Rotterdamse haven producten op te sporen die ons land of via ons land Europa niet in mogen. Dit zijn onder andere drugs en illegale wapens maar ook andere producten. Deze producten zorgen voor een maatschappelijk veiligheidsrisico. Een voorbeeld hierbij is dat mede door het financieel gewin bij de smokkel van bepaalde producten het verdiende geld gebruikt kan worden voor terroristische activiteiten. Dit bracht mij ertoe de risicoanalyse van de douane Rotterdam bij de in- en uitvoer van containers in de Rotterdamse haven te onderzoeken en te vergelijken met de wijze waarop de hulpverleningsorganisaties van de regio Rotterdam- Rijnmond de risicoanalyse doen. Vervolgens wil ik onderzoeken of de risicoanalyse van de douane aspecten bevat die bruikbaar zijn voor de hulpverleningsdiensten ter voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de regio Rotterdam-Rijnmond. 1.2 Afbakening De afbakening van de scriptie richt zich op een onderzoek naar de organisatorische en inhoudelijke aanpak van de risicoanalyses die de douane Rotterdam uitvoert bij de in- en uitvoer van containers in de haven van Rotterdam. De aanpak van de douane heeft tot doel te bepalen welke containers met verdachte goederen moeten worden gecontroleerd om daarmee criminele en/of terroristische activiteiten op te sporen. In mijn scriptie wordt vervolgens de methodiek van de risicoanalyse van de douane vergeleken met de risicoanalyses die door de hulpverleningsdiensten binnen de regio Rotterdam-Rijnmond in het kader van de voorbereidingen van de rampenbestrijding en crisisbeheersing worden uitgevoerd. Andere activiteiten van de douane zoals de controles na invoer van goederen, de fiscale zaken, vallen buiten dit onderzoek. 1.3 de risico s in de regio Rotterdam-Rijnmond Van de overheid en in het bijzonder in een stedelijk, industrieel en havengebied als de regio Rotterdam-Rijnmond, met 1,2 miljoen inwoners waar wonen, recreëren en werken letterlijk op een steenworp afstand plaatsvindt, wordt verwacht dat zij passende preventieve voorzieningen bepaalt en handhaaft om te voorkomen dat een ramp of crisis kan plaatsvinden. Deze voorzieningen, veelal gebaseerd op de wettelijke kaders 7, zullen, als deze al door bedrijven maximaal tot stand zijn gebracht, niet de garantie bieden dat er nooit iets kan gebeuren. Daarom 6 Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst/ Economische Controle Dienst. 7 Brandweerwet

9 moeten ook passende preparatieve maatregelen genomen worden om te zorgen dat de overheid in de regio Rotterdam-Rijnmond goed voorbereid is op een ramp en crisis. De gemeenten en hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond hebben hierin een verantwoordelijkheid en spelen daarin een centrale rol. Hoe complex en risicovol de regio Rotterdam-Rijnmond is, blijkt wel uit het feit dat er 60 risicovolle bedrijven zijn die op grond van het Besluit Risico Zware Ongevallen 8 een veiligheidsrapportage moeten maken. Dit betekent dat meer dan de helft van de risicovolle bedrijven die in Nederland gevestigd zijn in de regio Rotterdam-Rijnmond hun producten maken en diensten exploiteren. Voor de hulpverleningsdiensten betekent dit dat op grond van het risico en gebaseerd op de wet rampen en zware ongevallen 9 rampbestrijdingsplannen gemaakt moeten worden. Ook kenschetst de regio Rotterdam-Rijnmond zich door de vele transporten gevaarlijke stoffen die over het land en het water de regio doorkruisen. De wereldhaven Rotterdam ontvangt jaarlijks zeeschepen en binnenvaartschepen die met hun uiteenlopende ladingen een risico voor het gebied maar ook over de regiogrenzen heen kunnen vormen. Het beheersen van de risico s in de regio Rotterdam-Rijnmond is daarom van groot belang voor de hulpverleningsdiensten en het bestuur. Dit dynamische en voor de economie van Nederland belangrijke gebied is ook kwetsbaar voor mogelijke terroristische activiteiten. Dit bleek wel toen 15 dagen na de 11 september 2001 ramp in Amerika bij het ANP te Rijswijk een dreigbrief binnenkwam. Hierin werd vermeld dat met gestolen auto s de Beneluxtunnel in de regio Rotterdam-Rijnmond en de Zeeburgertunnel te Amsterdam door een bom zouden worden opgeblazen 10. Kort nadat de politie Rotterdam-Rijnmond op 26 september 2001 deze informatie aan de brandweer verstrekte, moest snel een risicoanalyse worden gemaakt: wat zouden de effecten zijn als de Beneluxtunnel werd opgeblazen door een auto die gevuld was met ammoniumnitraat en dieselolie en midden in de tunnel tot ontploffing zou worden gebracht. Na de ramp in Amerika en de dreiging op 26 en 27 september 2001 in onder andere de regio Rotterdam-Rijnmond is intensief met de hulpverleningsdiensten samengewerkt om aan de hand van risicoanalyses te bepalen wat de mogelijke maximale scenario s zijn die de regio Rotterdam-Rijnmond kunnen treffen. Ook is het belang onderkend om de veiligheid in een bredere context te plaatsen. Dit heeft onder andere geleid tot de uitbreiding van het Regionaal Beleidsoverleg Rampenbestrijding Rotterdam-Rijnmond met de douane Rotterdam en samenvoeging van de Port Security Policy Board. De Port Security Policy Board is een overlegorgaan dat is opgezet door het gemeentelijke havenbedrijf Rotterdam N.V.. Het Regionaal Beleidsoverleg Rampenbestrijding Rotterdam-Rijnmond (RegBOR) is het regionaal beleidsorgaan op niveau hoofden van dienst die in de regio Rotterdam-Rijnmond periodiek beraadslagen over vraagstukken in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het RegBOR is in 1998 ingesteld door het Dagelijks Bestuur van de RHRR. Het RegBOR bestaat uit: de Regionaal Commandant Brandweer (voorzitter), de (Plv.) Korpschef van de Politie Rotterdam-Rijnmond, de Regionaal Geneeskundig Functionaris van de 8 Besluit Risico Zware Ongevallen, Wet rampen en zware ongevallen, Notitie aan burgemeester I.W. Opstelten gemeente Rotterdam, 23 oktober

10 GHOR, de directeur van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam N.V./Rotterdam Port Authority, de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond, het hoofd Openbare Orde en Veiligheid van de bestuurdienst van de gemeente Rotterdam (namens de bestuurlijk coördinator) en de vertegenwoordiger van de Hoofdofficier van Justitie. In 2001 is in verband met havenbeveiligingsactiviteiten het RegBOR uitgebreid met de Port Security Policy Board (PSPB). De douane is toen als lid toegevoegd en maakt onderdeel uit van de PSPB. Het algemeen probleem waarvoor de hulpverleningsdiensten staan is dat het analyseren van de risico s in een omvangrijk gebied als de regio Rotterdam- Rijnmond en te bepalen wat de gemeenschappelijke preparatieve maatregelen zijn, een nauwgezette organisatorische en goede inhoudelijke afstemming vergt. In de praktijk blijk dit nogal eens lastig en kan leiden tot onvoldoende onderbouwde risicoanalyses. Het komt ook voor dat er geen risicoanalyses worden gemaakt waar dit wel nodig is. Dit betekent dat er vervolgens maatregelen worden voorbereid die niet gebaseerd zijn op goede probleemanalyses. Het is mij niet duidelijk of dit komt omdat de afdelingen van de hulpverleningsdiensten misschien verschillend georganiseerd zijn, uiteenlopende basisuitgangspunten hanteren of verschillende informatieposities hanteren. Omdat de douane Rotterdam ook het proces van de risicoanalyses organisatorisch en inhoudelijk heeft georganiseerd, trok dit mijn aandacht. De vraag die ik daarom wil beantwoorden is: Wat kunnen de hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond leren van de methode van de risicoanalyses zoals de douane die doet? 1.4 Onderzoeksvragen Centrale onderzoeksvraag Het onderzoek richt zich op de vraag of de gehanteerde risicoanalyse bij de douane toepasbaar is bij de operationele voorbereiding in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing voor de hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond. De centrale vraag is: Hoe analyseert de douane de risico s en zet zij dit om in beleid en in hoeverre kunnen de hulpverleningsdiensten daarvan leren? Deelvragen Vanuit de centrale vraag levert dit de volgende deelvragen op: Is de risicoanalyse en de opsporingsmethodiek van de douane Rotterdam in relatie tot het grote aantal goederen in containers uitvoerbaar en beheersbaar? 10

11 1.5 Onderzoeksopzet Is de risicoanalyse van de douane Rotterdam toepasbaar voor de preparatieve rampenbestrijding en crisisbeheersing van de hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond? Het onderzoek dat voor deze scriptie is uitgevoerd, heeft zich gericht op: Een veldonderzoek bij de douane kantoor Rotterdam en de FIOD/ECD in Rotterdam en Utrecht. Hierbij zijn interviews gehouden met het hoofd van de douane Rotterdam, leidinggevenden, beleidsmedewerkers en analisten van de douane- en de FIOD/ECD-teams. Interviews met leidinggevenden en beleidsmedewerkers van de hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond. De geïnterviewden zijn verantwoordelijk voor de risicoanalyses en de preparatieve voorbereidingen in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Een onderzoek naar wetgeving, besluiten en rapporten van de douane, FIOD/ECD en de hulpverleningsdiensten in de regio Rotterdam-Rijnmond. Literatuurstudie waarbij verschillende theorieën zijn toegepast. 11

12 3. Theoretisch kader 3.1 Malcolm K. Sparrow, the regulatory craft Malcom K. Sparrow is een voormalig hoofdrechercheur van de Britse Politie en nu professor aan de Harvard Universiteit John F. Kennedy Overheidsschool. Sparrow is gespecialiseerd in de onderwerpen van de handhavingstrategie, regelgevend beleid, risicocontroles en onderzoeksanalyses. Het boek dat hij geschreven heeft is The regulatory craft met als ondertitel Controlling risks, solving problems and managing compliance. Ik gebruik voor deze scriptie de door hem beschreven theorie van de risicoanalyses en informatie- (inlichtingen)analyse. In the regulatory craft schrijft Sparrow dat handhavingorganisaties dikwijls (waaronder diensten zoals de politie en de douane) een verkeerde organisatieaanpak hebben. Zij missen de juiste aanpak om belangrijke maatschappelijke risico s te identificeren, problemen te herkennen, of eenduidigheid en maatgerichte oplossingen te ontwikkelen om de problemen op te lossen. Een bijdrage om de risico s op te lossen worden niet gedaan 11. De politie en andere handhavingorganisaties richten zich meer op het realiseren van bijvoorbeeld het aantal uitgeschreven bekeuringen dat in een bepaalde periode gehaald moeten worden. Zij denken dat dit de oplossing biedt voor de specifieke risico s en problemen. Dit blijkt wel uit de jaarverslagen waarin het aantal gehaalde resultaten staan vermeld. Sparrow betoogt dat deze inspanningen geen enkele oplossing bieden voor het aanpakken van de risico s. Sparrow: They celebrate the solutions, when the real value lies in the method used to reach the solution. After all, the particular solution may have no relevance beyond the specific problem 12. Sparrow geeft aan dat één van de basislessen van probleem-georiënteerde strategie is om de middelen rond het probleem te organiseren en de verleiding te weerstaan om de problemen in een machinerie te duwen die gecreëerd is voor andere doeleinden. Ieder concept doel vereist verschillende vormen van analyse, verschillende interventie mogelijkheden en verschillende tactieken. Natuurlijk moeten keuzen worden gemaakt, maar deze zouden organisatorische- en operationele keuzen moeten zijn in plaats van een doctrine 13. Hiermee stelt Sparrow het risico centraal. Als het risico centraal wordt gesteld en de organisatie wordt daarom heen gebouwd, dan kan men de problemen beter oplossen. Door een organisatie moeten risico s goed en structureel aangepakt worden door de grootste risico s nauwgezet te analyseren en volgens een vast stappenpatroon de aanpak te bepalen. Voorkomen moet worden dat organisaties de vele risico s tegelijk vanuit de dagelijkse routine aanpakken en daardoor niets tot stand brengen of afmaken. 11 Malcom K. Sparrow, the regulatory craft,, blz Malcom K. Sparrow, the regulatory craft,, blz Malcom K. Sparrow, the regulatory craft,, blz 218,

13 Sparrow beschrijft dat dit betekent dat de risico-georiënteerde aanpak, met als doel de risico s te reduceren, verreist dat organisatiedoelen aangepast moeten worden. Zo n aanpak moet worden uitgevoerd door verschillende samengestelde teams die op een deskundige wijze inhoudelijke beoordelingen en keuzen kunnen maken. Sparrow beschrijft de zes praktische stappen 14 om te komen tot een risicoanalyse als volgt: 1. Benoem het potentiële risico Risico s kunnen sterk verschillend zijn. Het kan gedefinieerd zijn als het aantal ongevallen, het aantal doden, onveilige gevoelens, situaties in de samenleving, het aantal klachten en dergelijke. Het benoemen van de potentiële risico s moet open staan voor personeel van binnen en buiten de organisatie. Leidinggevenden op uitvoerend niveau ontdekken vanuit de praktijk vaak patronen en trends. Data analisten brengen ook patronen en trends in beeld die door hun benadering weer kunnen afwijken. Sparrow stelt dat het analyseren van risico s moeizaam is, veel inspanning vergt maar ook politiek gevoelig kan zijn. 2. Definieer precies het risico Vele geïnventariseerde risico s komen niet verder dan de eerste stap tengevolge van de beperkte informatiemiddelen. Het definiëren van het risico vereist veel kennis, inventiviteit en creativiteit. Een voorbeeld hiervan is dat de inzameling van het bewijsmateriaal het bestaan van het probleem kan bevestigen of kan ontkennen, waarmee men de ernst van het risico kan inschatten. De stelling van Sparrow is dat het van belang bij deze stap is het risico in de meest natuurlijk en eenvoudige zin te definiëren. Maar ook de verleiding weerstaan om het gedefinieerde risico in bestaande programma's of bureaucratische structuren te plaatsen. Sparrow: Another artful choice involves selecting the right level of aggregation, or size. Should the project tackle the whole river or just one stretch. All chemicals or just one subset? Drug dealing, or just street drug dealing? Als bij de definitie van het risico blijkt dat een gedeelte van het probleem een bredere implicatie heeft die buiten de invloedsfeer van de eigen organisatie ligt, dan kan het van belang zijn om multidisciplinaire samenwerking te zoeken. 14 Malcom K. Sparrow, the regulatory craft,, blz

14 3. Bepaal wat de effectieve middelen zijn die ingezet moeten worden Van belang is te bepalen wat de middelen zijn die ingezet moeten worden om het risico aan te pakken en dus je doel te bereiken. Beperk je in te zetten middel niet tot één oplossing of één plan maar maak gebruik van meerdere kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren. Als voorbeeld beschrijft Sparrow een douaneproject in de haven van New Orleans dat tot doel had het stelen van dure geëxporteerde fietsen aan te pakken. Om inzicht te krijgen in dit probleem gebruikte de douane cijfers van de gemeentepolitie van New Orleans over het aantal fietsen dat gestolen werd. Dit leverde weinig op omdat meer dan de helft van het aantal gestolen fietsen gebruikt werd voor joy-riding en elders weer werd teruggevonden. Sparrow betoogt dat betere indicatoren gebruikt hadden kunnen worden om de dure geëxporteerde fietsendiefstal aan te pakken. De indicatoren die gebruikt hadden kunnen worden zijn het inzichtelijk maken van het aantal gestolen fietsen dat niet werd terug gevonden, duurder was dan dollar en niet ouder was dan twee jaar. 4. Ontwikkel de uit te zetten acties Voor praktijkmensen is dit een eenvoudigere fase dan de stappen 2 en 3. Bij deze stap worden de uit te zetten middelen/acties bepaald. Bij het ontwikkelen van het actieplan zijn de volgende aandachtspunten van belang: Maak een opsomming van de eerdere methoden die gebruikt zijn om het risico te adresseren. Taxeer eerlijk welke aanpak werkt, welke niet en hoe dit wordt bepaald. Hou een open vizier voor nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen. Bepaal de voor- en nadelen van iedere optie, beoordeel legaliteit, uitvoerbaarheid, kosten en bijkomende effecten. Selecteer de best beschikbare oplossing of combinatie van oplossingen. 5. Implementatie van het plan, met periodieke monitoring, beoordeling en bijstellingen Tijdens deze stap wordt het plan geïmplementeerd en dus de middelen ingezet. Aan de hand van periodieke monitoring moet de voortgang worden bewaakt en beoordeeld worden of de ingezette middelen werken. De organisatie voert dus het plan uit en houdt voldoende periodieke evaluaties om te bepalen wat men leert van de gekozen aanpak en of bijstellingen nodig zijn. Sparrow geeft aan dat het bewaken van de juiste lijn, bepalen of de maatregelen echt werken dan wel hoeveel tijd hiervoor door het management moet worden gegeven, lastig kan zijn. 14

15 6. Sluit het project af en rapporteer Het project wordt afgesloten als: De doelstelling gehaald is en het gelukt is het risico aan te pakken tot het punt dat verdere inzet niet meer noodzakelijk is. De doelstelling niet gehaald is, het probleem niet kan worden opgelost en middelen beter ergens anders ingezet kunnen worden. Volgens Sparrow wordt ook een project ondanks het succes door een onverwachte crisis soms tijdelijk gestopt. Organisaties die gewend zijn goede afwegingen te maken en moeilijke beslissingen nemen om een project af te sluiten, kunnen dit ook goed naar hun omgeving uitleggen waarom dit besluit genomen is. Zij presenteren dit als een onontkoombare keuze. Voordat het project wordt afgesloten hebben zij een beeld/visie van de monitoring lange termijn en het onderhoudsplan om te voorkomen dat betrokken (beleids) verantwoordelijken het idee krijgen dat de organisatie zijn interesse heeft verloren. In de rapportage wordt dan helder gemaakt wat het bereikte resultaat is. Sparrow beschrijft dat sommige aspecten van risicobeheersing speciale eisen stellen op het gebied van informatiemanagement 15. Speciaal zijn de volgende aandachtsgebieden van belang: Het scannen van plotselinge of ontwikkelende gevaren. Ook betreft dit het periodiek beoordelen van de aard en omvang van gebruikelijke gevaren. Het definiëren van de risico s, de risico concentraties of problemen in de meest heldere en natuurlijke zin. Voorkom dat operationele officieren in de verleiding komen om risico s te definiëren binnen de grenzen van smalle organisatie structuren, bestaande capaciteitsmogelijkheden of traditionele werkwijzen. Het ontwikkelen en verkennen van risico s nadat zij onder de aandacht zijn gebracht maar voordat een selectie van het risico heeft plaatsgevonden. Het bepalen van de risico s die de hoogste prioriteit hebben. Het management en niet de analist neemt dit besluit. Om de manager het beste besluit te laten nemen moet hij/zij gevoed zijn met de best beschikbare informatie over de aard van het gevaar, het risico waneer dit gevaar plaatsvindt, het niveau van gevaar waaraan de bevolking wordt blootgesteld en de beoordeling van de samenleving en hoe de politiek staat ten opzichte van het risico. De afwijkende risico s. Het is de taak van de analist om zich te verdiepen in de meest uiteenlopende informatie, mogelijkheden en bijeenbrengen van de puzzel stukjes met als doel de binnenzijde van het risico bloot te leggen. Het is hierbij bijvoorbeeld van belang een analyse te maken van de aard van het incident, het slachtoffer, de geweldpleger (de dader) en derden die bij de gebeurtenis betrokken zijn. 15 Malcom K. Sparrow, the regulatory craft,, blz 265,

16 3.2 J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof, management in netwerken J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof zijn hoogleraar Organisatie en Management en verbonden aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de Technische Universiteit Delft. Beide deskundigen hebben onderzoek gedaan naar instrumenten, strategieën en gedragsnormen die de effectiviteit van organisaties in netwerken verhogen. Ook deze theorieën worden in mijn scriptie gebruikt. In het boek Management in netwerken zetten de Bruijn en ten Heuvelhof de theorie uiteen dat organisaties elkaar nodig hebben om doelen te bereiken en hoe de grillige besluitvormingsprocessen verlopen in die netwerken. Door de snelheid waarop binnen organisaties die processen van richting veranderen zijn uitkomsten soms moeilijk te voorspellen. De effectiviteit van organisaties kan in netwerken worden vergroot door gebruik te maken van de juiste instrumenten, strategieën en gedragsnormen. Hierbij kan volgens de Bruijn en ten Heuvelhof gedacht worden aan het reduceren van de technologische risico s of toepassen van een goed integraal ketenbeheer. De Bruijn en ten Heuvelhof stellen dat een netwerk 16 een dynamisch geheel van actoren is, die wederzijds afhankelijk zijn, een onderlinge variëteit kennen en zich relatief gesloten van elkaar opstellen. Netwerken worden gevormd door actoren, organisaties of partijen. Als een van de partners de andere partijen wil aansturen dan wordt deze actor de sturende actor genoemd. Dit aansturen kan plaatsvinden door een opdracht te geven, een mededeling te doen, een financiële bijdrage geven en dergelijke. Met zo n aansturing wil de sturende actor invloed uitoefenen. Daarom wordt dit interventie genoemd. Een netwerk kent intra- en interorganisatievraagstukken. Verschillen tussen beide organisatietoepassingen worden gekenmerkt door de mate van formalisering van de relaties, de vrijheidsgraden bij toe- en uittreding en de intensiteit en duur van de afhankelijkheid. Omdat een netwerk zich kenmerkt door pluriformiteit 17 zal een sturende actor rekening moeten houden met de verschillen die er zijn. De verschillen komen voor bijvoorbeeld bij grote infrastructurele projecten waarbij diverse overheden en het bedrijfsleven betrokken zijn. De verschillen beperkt de sturende actor ook in het aantal interventies en het bereik van deze interventies. Afspraken met de ene organisatie in het netwerk kan weer tot tegenstand leiden bij een andere organisatie. Toch bieden de onderlinge verschillen ook kansen omdat iedere partij in een netwerk weer gevoelig is voor een ander type interventie. Een voorbeeld wordt door de Bruijn en ten Heuvelhof gegeven van de bio-industrie. Door een interventie wordt bij vier grote bedrijven een innovatie gerealiseerd. Het gevolg is dat in dezelfde sector de andere tachtig bedrijven dan automatisch volgen. Een netwerk kenschetst zich ook door geslotenheid van actoren en interdependenties 18. Geslotenheid ontstaat doordat interventies niet aansluiten bij de referentiekaders (de core values) van de andere partij. Maar ook dit biedt weer kansen om de interventie te doen slagen. Dit kan door een strategie te ontwikkelen rond de eigen belangen. Interdependenties of wel organisaties die afhankelijk zijn van elkaar kan ontstaan bij financiële zaken, bevoegdheden die een organisatie 16 J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof, blz Van Dale Van Dale

17 heeft, beschikbare informatie en dergelijke. De Bruijn en ten Heuvelhof geven aan dat deze afhankelijkheid ook kansen geeft. Een sturende actor kan de afhankelijkheid van een partij benutten. Het leidt wanneer partijen van elkaar afhankelijk zijn ook tot gematigd gedrag. En afhankelijkheid geeft tussen partijen meer ruilmogelijkheden wat het doen slagen van het proces weer bevordert. Besluitvormingsprocessen in netwerken gedragen zich grillig omdat consolidatie van besluitvorming soms lastig is (veel partijen met belangen), besluitvorming moeilijk toegankelijk is en het resultaat een onuitvoerbaar compromis is. Daarentegen ontstaat door de grilligheid van het besluitvormingsproces ook plotselinge kansen op het realiseren van het doel. Dit maakt het mogelijk dat onverwachte kansen, serendipiteit 19 genoemd, zich voordoen waar partijen op inspelen. Het voorbeeld van de dansende tafel 20 is kenmerkend voor de grilligheid van besluitvorming in netwerken maar dat ook onverwachte kansen biedt. Acht personen moeten een tafel van het midden van de kamer verplaatsen naar één van de vier hoeken. Zeven personen hebben een opvatting waar die tafel moet komen maar verschillen onderling sterk van mening. Door de verschillende opvattingen in welke hoek de tafel het beste kan staan, wordt door de zeven personen aan de tafel geduwd en getrokken waardoor deze gaat dansen. De achtste persoon onthoudt zich van deze duw- en trekpartij en bepaalt zijn opvatting pas vlak voordat duidelijk is waar de tafel terecht komt. De tijd die de zeven personen gebruiken om de tafel in beweging te krijgen, wordt door de achtste persoon gebruikt om na te gaan welke doelstellingen hij kan realiseren wanneer de tafel in de betreffende hoek terechtkomt. De Bruijn en ten Heuvelhof stellen dat in het algemeen netwerken kansen bieden aan de deelnemende actoren om oplossingen en problemen aan elkaar te koppelen of deze juist te ontkoppelen, mits de problemen en oplossingen niet te sterk uiteenlopen. In een netwerkbenadering ligt het accent op het proces van de besluitvorming. Daarom is het voor een sturende actor van belang het juiste strategisch gedrag te hanteren. Doel hierbij is om actoren te interesseren een bijdrage te leveren aan de besluitvorming. Een belangrijk aspect van strategisch gedrag in netwerken 21 is het voortdurend onderhouden van relaties. Dit bevordert voor een sturende actor een goede informatiepositie en kan strategische posities in een netwerk versterken. Relaties die een actor onderhoudt zijn functionele -, extra functionele relaties en strong - en weak ties. Functionele relaties zijn belangrijk omdat een actor zijn kerntaken niet kan uitvoeren. Strong ties zijn relaties die intensief worden gebruikt. De Bruijn en ten Heuvel beschrijven dat een actor geneigd is relaties aan te gaan met partijen die hij of zij nodig heeft en dus zich vanuit het gevoel meer zal richten op functionele relaties en strong ties. Onderzoek toont echter aan dat extra functionele relaties en weak ties van groot belang kunnen zijn in een netwerk. Het levert een actor bijvoorbeeld veel kanalen op waarlangs informatie wordt verkregen. De informatie is deels strategisch van aard zoals: informatie over posities en percepties van partijen, de mate waarin zij tot samenwerking 19 Van Dale J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof, blz. 49, J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof, blz

18 bereid zijn en de condities waaronder zij problemen aan oplossingen willen koppelen. Als met de vier geschetste typen een actor een relatie onderhoudt dan wordt dit een redundant 22 relatienetwerk genoemd. Een actor die beschikt over redundante relaties heeft veel meer relaties en is aantrekkelijker dan een actor die uitsluitend zijn relatienetwerk functioneel beheerst. Een actor met een redundant relatienetwerk heeft de kans op vruchtbare koppelingen en oplossingen. Als een actor onderhandelingen start met als doel een gunstige afloop voor alle betrokkenen te realiseren, dan is het van belang samen te werken met partijen die in staat zijn een bepaald initiatief te realiseren. De partijen moeten er voor zorgen dat de samenwerking voor de partijen en meerwaarde heeft. Dus per partij moet een positieve winst/verlies rekening zijn. Voorkomen moet worden dat door opportunistisch gedrag partijen, als deze de eigen winst binnen hebben, zich eerder uit de samenwerking terugtrekken. Om dit gedrag te voorkomen, aldus de Bruijn en ten Heuvelhof, moeten partijen zorgdragen om zicht op winst te houden. Dit zogenaamde enlarge the shadow of the future voorkomt vroegtijdige uittreding en bevordert coöperatief gedrag. Ook zullen actoren met elkaar procesafspraken moeten maken. Denk hierbij aan de wijze waarop informatie wordt uitgewisseld, hoe te komen tot besluitvorming, waneer een actor zich mag terugtrekken of toetreden. Van belang is om ook aandacht te geven aan verliezers. Zij hebben binnen de besluitvorming niets gewonnen en zullen op zoek gaan naar bondgenoten. Dit kan het risico inhouden dat de verliezer samenwerking zoekt met bondgenoten of dat de legitimiteit van de beslissing van uitsluiting wordt aangevochten. De verliezer kan hierdoor de samenwerking tussen partijen die het initiatief genomen hebben doen mislukken. Ook komen partijen de verliezers in andere netwerken later weer tegen. De strategie van een sturende actor om hiermee om te gaan is erop gericht een harde confrontatie te voorkomen. Dit kan in een netwerk tot stand worden gebracht door multi-issue besluitvorming toe te passen. Bij een multi-issue besluitvorming wordt over een groot aantal onderwerpen een beslissing genomen. Dit geeft de betrokken partijen meer tijd om de winst te incasseren. De Bruijn en ten Heuvelhof beschrijven een voorbeeld van een voorstel voor een gemeentelijke herindeling die gunstig is voor de grote stad 23. Zo n voorstel zorgt vaak voor grote strijd tussen de grote stad en de randgemeenten. Hierbij is het kernbelang van de autonomie van het eigen grondgebied van de randgemeenten in het geding. Bij iedere uitkomst zal dit veel verlies opleveren. Zowel voor de gemeenten die hun grondgebied moeten inleveren maar ook voor de winnaar. Omdat hier kernbelangen in geding zijn zal een multi-issue besluitvorming van belang zijn. Dit biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid van compensatie. De Bruijn en ten Heuvelhof betogen dat het stellen van duidelijke randvoorwaarden (de rationele probleemoplossing) in een netwerk problematisch is. Het geeft de indruk dat er een partij is die de andere partij zijn voorwaarden kan opleggen. Daarnaast beperkt het de besluitvormingsruimte die partijen hebben (the decision space) en remt het leerprocessen bij de betrokken partijen. De mogelijkheid tot een pakket van mogelijkheden waarvoor besluitvorming (package deals) kan plaatsvinden neemt af. Dus dit betekent dat complexiteitsverhoging in een netwerk zinvol is als er meer problemen en 22 Van Dale J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof, blz. 68,

19 oplossingen in een besluitvormingsproces worden betrokken. Dit maakt het meer mogelijk om package deals te sluiten. Optreden in een netwerk vraagt coöperatie van betrokken actoren maar ook strategisch gedrag. Ruimte voor hiërarchische vormen, het zogenaamde command and control, is mogelijk. Een dergelijke vorm van sturing is mogelijk als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: De leider beschikt over inhoudelijke visie die zodanig is dat de andere actoren dit aanvaarden. De leider beschikt over voldoende macht om als dit nodig is het genomen besluit aan de andere actoren op te leggen. Het een stabiele situatie is. Er doen zich geen nieuwe omstandigheden voor die de visie of de machtspositie aantasten. De Bruijn en ten Heuvelhof beschrijven in hun theorie dat op diverse wijze hiërarchische sturing in netwerken mogelijk is. Een van deze mogelijkheden is door actoren de januskoprelaties te laten hanteren. De januskoprelaties kent twee varianten. De single-issue januskoprelatie en de multi-issue januskoprelatie. Bij de single-issue januskoprelatie wordt met relatie A coöperatief gehandeld en met relatie B wordt het conflict gezocht. Bij een multi-issue januskoprelatie is er een conflictueuze relatie met relatie A in het ene netwerk die wordt gecompenseerd door een coöperatieve relatie met relatie A in het andere netwerk. Veel conflicten ontstaan in netwerken omdat geen overeenstemming over de spelregels zijn. Daarom zijn spelregels een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van een netwerk. De Bruijn en ten Heuvelhof beschrijven in hun theorie dat partijen in een netwerk afhankelijk zijn van elkaar, omdat de machtigste actor zich terughoudend hoort op te stellen. Dit wordt de machtsparadox genoemd. Een andere spelregel met het werken in een netwerk is dat als winst wordt gehaald uit de onderhandelingen de partij niet pronkt met de winst. Het niet pronken met de winst wordt gedaan om het verlies van de getroffen actor zo klein mogelijk te doen lijken. De winnaar krijgt de plicht, de verliezer verwerft het recht. Men noemt dit niet dansen op het lijk. De Bruijn en ten Heuvelhof geven een voorbeeld. De Amerikaanse president Bush sr. krijgt na de val van de Berlijnse muur het advies om Berlijn te bezoeken 24. Hij weigert op de muur te dansen, zoals de bevolking van Berlijn dit deed, omdat dat een provocatie zou zijn aan de Sovjet Unie en een militaire reactie zou kunnen uitlokken. In een netwerk, wat een dynamisch proces is, vindt besluitvorming plaats doordat actoren problemen en oplossingen aan elkaar koppelen. Een spelregel daarom is dat uitkomsten van strategisch gedrag moeten worden gerechtvaardigd. Dit moet voorkomen dat een actor de gehanteerde strategische gedragspatronen gebruikt als een puur machtspel. Hierdoor ontstaat bij andere actoren wantrouwen. Spelregels en betrouwbaarheid zijn belangrijk in een netwerk. Om de betrouwbaarheid te bevorderen beschrijven de Bruijn en ten Heuvelhof dat het niet past om op twee borden tegelijk te schaken, tussentijds wijzigingen in de spelregels aan te brengen en actoren een overleg weigeren. Spelregels in netwerken hebben ook tot 24 J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof, blz

20 voordeel dat actoren terughoudend zijn met het gebruiken van strategisch gedrag. Hierdoor stellen actoren zich gematigder ten opzichte van elkaar op. De Bruijn en ten Heuvelhof beschrijven de reductie van technologische risico s en de wijze waarop het management met deze onzekere omgeving in een netwerk kan omgaan. Een risico kan worden gedefinieerd als een ongewenste gebeurtenis met de kans dat dit zich zal voordoen. Van Dale geeft diverse beschrijvingen van het begrip risico, maar de meest algemene is: gevaar voor schade of verlies, de gevaarlijke of kwade kans of kansen die zich bij iets voordoen. De Bruijn en ten Heuvelhof beschrijven een drietal typen risico s. Dit zijn het geobjectiveerd risico, de perceptie van het risico en een sociaal geconstrueerd risico; het zogenaamde risico als sociale constructie. Bij een geobjectiveerd risico kan bijvoorbeeld aan de hand van berekeningen worden bepaald wat de sterfte kans is bij bepaalde personen om op te bepalen wat de hoogte van de verzekeringspremie moet zijn. Literatuur en onderzoeksgegevens zijn hierbij maatgevend om een risicoanalyse te kunnen maken. Bij een perceptie van het risico of wel risicoperceptie wordt een wetenschappelijk onderzoek geplaatst tegen de risicobeleving van omwonenden. Denk hierbij aan het bouwen van een chemische fabriek. Dit betekent dat bij de risicoperceptie niet alleen het geobjectiveerde risico vanuit de wetenschappelijke onderbouwing wordt meegenomen, maar ook de risicoperceptie van de omwonenden. Dit kan betekenen dat bij de vestiging van de chemische fabriek maatregelen zijn genomen voor de omwonenden met als doel maatschappelijke onrust te voorkomen. Hierbij wordt dan een risicoreducerend beeld gegeven ook als de geobjectiveerde risicoreductie verwaarloosbaar is. Wanneer betrokken partijen een risico construeren dan spreekt men van een risico als sociale constructie. Hierbij kunnen soms geobjectiveerde gegevens worden gebruikt, maar dat is niet noodzakelijk. Meestal ontbreekt betrouwbare informatie. Als berekeningen worden gemaakt dan zijn deze vaak aanvechtbaar maar het risico is onvoorspelbaar. Hierbij een voorbeeld. De Bruijn en ten Heuvelhof: Een van de gevolgen van het einde van de Koude Oorlog was dat veel stingerraketten op de zwarte markt terecht kwamen. Deze raketten kunnen vanaf de schouder worden afgevuurd. Dit leidt tot een toename van de kwetsbaarheid van vliegvelden voor terroristische aanslagen 25. De stelling van de Bruijn en ten Heuvelhof is dat risk assessment is as much as an art as it is a science. Ook kan het zijn dat bij geobjectiveerde risico s door partijen de machtsverhouding wordt aangegeven. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij de vestiging van een bedrijf waarbij vele partijen betrokken zijn en positieve of negatieve belangen hebben. Deze partijen zullen pogingen doen de analyses overeen te laten komen met hun eigen belangen. De risico-analyse is dan een rookgordijn om het risico te objectiveren, maar feitelijk is er sprake van een sociale constructie. 25 J.A. de Bruijn en E.F. ten Heuvelhof, blz

Besluitvorming in een interconnected wereld Strategieën voor besluitvorming in netwerken het proces

Besluitvorming in een interconnected wereld Strategieën voor besluitvorming in netwerken het proces Inhoud 1 Besluitvorming in een interconnected wereld 11 1.1 Een interconnected wereld 11 1.2 De structuur van een interconnected wereld: drie kenmerken 12 1.2.1 Eerste kenmerk: interdependenties 12 1.2.2

Nadere informatie

Commons Naamsvermelding NietCommercieel GeenAfgeleideWerken 2.5 Netherlands License. Bekijk de licentie. (voornaam of voorletters) Peter

Commons Naamsvermelding NietCommercieel GeenAfgeleideWerken 2.5 Netherlands License. Bekijk de licentie. (voornaam of voorletters) Peter Soort document: Artikel SenS ID: 06 00 005 Hoofdcategorie Organisatie Format: pdf Rubriek(en) Procesmanagement Trefwo(o)rd(en) Draagvlak, verandering, sturing Niveau Advance Titel: Waarom het aansturen

Nadere informatie

8 Politieke processen: omgaan met macht

8 Politieke processen: omgaan met macht 8 Politieke processen: omgaan met macht Politieke processen: omgaan met macht 3 Inleiding 3 De organisatie: formeel en feitelijk 3 De academische organisatie 5 Tactische hulpmiddelen 5 Voorbereiding 6

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 *** Onbekende risico s zijn een bedreiging, bekende risico s een management issue *** Samenvatting en besluit Risicomanagement is een groeiproces waarbij

Nadere informatie

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK Inleiding In de beroepspraktijk zal het geregeld voorkomen dat u een beslissing moet nemen ( moet ik dit nu wel of niet doen? ) of dat u inzicht moet krijgen

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode Tijdens sollicitatiegesprekken wil je zo snel en zo goed mogelijk een kandidaat voor een openstaande functie selecteren. De STAR vragenmethode is een gedegen

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Risicocommunicatie Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Presentatie Beleving risico s in relatie tot (praktijk) Wat is een risico?

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) 18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) Bijdrage 1 e termijn Voorzitter, Hoe staat de DOP tegenover het project dierenpark / centrum / theater? Wij zouden er

Nadere informatie

Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen

Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen Plan van aanpak Vervolgonderzoek vergunningverlening publieksevenementen Inleiding Jaarlijks vindt er in Nederland een groot aantal publieksevenementen plaats. Hierbij is een ontwikkeling zichtbaar dat

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Plan- en procesevaluatie van de scholing van gevangenispersoneel in Verbal Judo Het onderzoek Verbal Judo (Thompson, 1984) is een methode waarbij mensen anderen op een kalme

Nadere informatie

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN 24 november 2017 INHOUD HOOFDSTUK 1: Rol en status van het Reglement 1 HOOFDSTUK 2: Samenstelling RAC 1 HOOFDSTUK 3: Taken RAC 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705 Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705 Doel Initiëren, coördineren, stimuleren en bewaken van Arbo- en Milieuwerkzaamheden binnen een, binnen de bevoegdheid van de leidinggevende,

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002.

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002. Gesloten openheid Beleid informatiebeveiliging gemeente Leeuwarden 2014-2015 VOORWOORD In januari 2003 is het eerste informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld voor de gemeente Leeuwarden in de nota Gesloten

Nadere informatie

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning

Nadere informatie

Visie op risicomanagement bij waterschap Hunze en Aa s

Visie op risicomanagement bij waterschap Hunze en Aa s Visie op risicomanagement bij waterschap Hunze en Aa s Wettelijk kader In het Waterschapsbesluit (2009) is vastgelegd wat de voorschriften zijn voor de paragraaf weerstandsvermogen in de meerjarenraming,

Nadere informatie

Medewerker onderwijsontwikkeling

Medewerker onderwijsontwikkeling Medewerker onderwijsontwikkeling Doel Ontwikkelen van en adviseren over het onderwijsbeleid en ondersteunen bij de implementatie en toepassing ervan, uitgaande van de geformuleerde strategie van de instelling/faculteit

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

Manager van nu... maar vooral van morgen

Manager van nu... maar vooral van morgen Manager van nu... maar vooral van morgen Leidinggeven met inhoud en in verbinding, met inspiratie, energie en plezier, en dat binnen je organisatie mogelijk maken Er kan zoveel meer Uitgaan van klanten,

Nadere informatie

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend

Nadere informatie

Informatie Gestuurd Optreden. Congres Ontwikkelkracht 17 mei Gonne Schras, Martino Routier Adviesbureau In-pact

Informatie Gestuurd Optreden. Congres Ontwikkelkracht 17 mei Gonne Schras, Martino Routier Adviesbureau In-pact Informatie Gestuurd Optreden Congres Ontwikkelkracht 17 mei 2011 Gonne Schras, Martino Routier Adviesbureau In-pact Programma workshop Het onderzoek - essenties - conclusies - aanbevelingen Aanpak - probleemgerichte

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Het Veiligheidsberaad t.a.v. de voorzitter mw. G. Faber Postbus 7010 6801 HA ARNHEM Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Dit document beschrijft het model dat binnen het netwerk ontwikkeld wordt om: Aan de ene kant te dienen als een leidraad om

Nadere informatie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 1 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 28 februari 2007 bijeen; overwegende: 1. dat de Veiligheidsregio

Nadere informatie

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Porfolio. Politie Vormingscentrum Porfolio 1. Inleiding 2. Wat is een portfolio? Hoe gebruik je het portfolio Reflectieverslagen Persoonlijke leerdoelen formuleren Werkwijze en denkmodel om opgaven/problemen op te lossen 1. INLEIDING Ligt

Nadere informatie

Informatiemanager. Doel. Context

Informatiemanager. Doel. Context Informatiemanager Doel Ontwikkelen, in stand houden, evalueren, aanpassen en regisseren van het informatiemanagement, de digitale informatievoorziening en de ICT-facilitering van de instelling en/of de

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 3 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het

Nadere informatie

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport Follow the Money 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit Aad Zoeteman, Sigrid Fiering en Linda van der Lans Eenheid Audit en Advies (tel. 070 441 75 78) Provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT Vervolgonderzoek Op eigen kracht over de voorwaarden voor een doeltreffend en doelmatig functioneren van Sociale Wijkzorgteams Januari 2016 1 AANLEIDING Op 16 oktober 2015 publiceerde de Rekenkamer Den

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen 121 Literatuur 144

Inhoudsopgave. Bijlagen 121 Literatuur 144 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 7 Ten geleide 9 1 Inleiding 11 2 De risicoanalyse 25 3 Uitvoeren van de risicoanalyse 65 4 Risicomanagement 77 5 Uitvoeren van risicomanagement 85 6 Implementatie van risicomanagement

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Beïnvloeding Samen sta je sterker Beïnvloeding Samen sta je sterker Aan de slag Om uw doel te bereiken, moet u gericht aan de slag gaan. Het volgende stappenplan kan u hierbij helpen. 1. Analyseer het probleem en bepaal uw doel Als u een

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart

Nadere informatie

PORTFOLIO VOOR DE FUNCTIE VAN VAN. (Voornaam - Naam) Aangemaakt op: (datum)

PORTFOLIO VOOR DE FUNCTIE VAN VAN. (Voornaam - Naam) Aangemaakt op: (datum) PORTFOLIO VOOR DE FUNCTIE VAN VAN (Voornaam - Naam) Aangemaakt op: (datum) In het kader van uw sollicitatie willen we graag een zicht krijgen op de kerncompetenties die VDAB van haar leidinggevenden verwacht.

Nadere informatie

Controleprotocol. Accountantscontrole Jaarrekening Gemeente Berkelland Bijlage 1. Versie juni 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9

Controleprotocol. Accountantscontrole Jaarrekening Gemeente Berkelland Bijlage 1. Versie juni 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9 Controleprotocol Accountantscontrole Jaarrekening 2014 Controleprotocol pagina 1 van 9 Algemeen Doelstelling In dit controleprotocol staat waaraan de accountant zich moet houden bij de accountantscontrole.

Nadere informatie

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Sociale wijkzorgteams Den Haag Sociale wijkzorgteams Den Haag Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Daarbij is gekeken

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1 29517 Veiligheidsregio s 30821 Nationale Veiligheid Nr. 62 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juli 2012 Met deze brief

Nadere informatie

Orkanen Irma, José en Maria op de BES-eilanden. Plan van aanpak Incidentonderzoek

Orkanen Irma, José en Maria op de BES-eilanden. Plan van aanpak Incidentonderzoek Orkanen Irma, José en Maria op de BES-eilanden Plan van aanpak Incidentonderzoek 1 Aanleiding 3 2 Onderzoeksvraag 4 3 Onderzoeksmethode 6 2 1 De Inspectie houdt toezicht op de brandweer en de rampenbestrijding

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL. SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RIJN IJSSEL SECTOR CIOS, ZORG EN WELZIJN Opleiding Sociaal-cultureel werker Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Intern accountant. Denkkracht: 3. Analytisch vermogen

Intern accountant. Denkkracht: 3. Analytisch vermogen Denkkracht: 3. Analytisch vermogen Definitie: Begrijpt een situatie door die op te delen in kleinere delen of de gevolgen ervan vast te stellen. Dit houdt in dat er verschillende onderdelen of aspecten

Nadere informatie

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012. B-PHO 20 december 12; agendapunt 5 MEMO Noties ter beoordeling van de voortzetting en positionering van de PHO werkgroepen Kwaliteit en Handhaving Bouwstoffen en Ketenbeheer in relatie tot de ontwikkeling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. SBO Rehoboth

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. SBO Rehoboth RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS SBO Rehoboth Plaats : Rijswijk Zh BRIN nummer : 19HH C1 Onderzoeksnummer : 271891 Datum onderzoek : 4 februari 2014 Datum vaststelling

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. Veiligheidszorg geeft invulling aan de HOE-vraag en is

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement cc. Functie strategisch manager Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub cc Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 11.0039 Rv. nr.: 11.0039 B en W-besluit d.d.: 10-5-2011 B en W-besluit nr.: 11.0487 Naam programma: Veiligheid Onderwerp: Concept regionaal risicoprofiel Veiligheidsregio Hollands Midden

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement dd. Functie tactisch manager Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub dd Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Samenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties

Samenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties Samenvatting Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties In dit proefschrift stel ik dat fouten een bedreiging van de sociale identiteit kunnen

Nadere informatie

Bluswatervoorziening brand Sint Urbanuskerk Amstelveen. Plan van aanpak

Bluswatervoorziening brand Sint Urbanuskerk Amstelveen. Plan van aanpak Bluswatervoorziening brand Sint Urbanuskerk Amstelveen Plan van aanpak 1 Aanleiding 3 2 Doelstelling en afbakening 4 3 Onderzoeksvragen 5 4 Onderzoeksaanpak 7 5 Toetsingskader 8 6 Communicatie 9 2 1 Op

Nadere informatie

Interventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen

Interventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen Interventies bij organisatieverandering Succesvol veranderen Het succesvol doorvoeren van organisatieverandering vraagt nogal wat. De uitdaging is om de beoogde verandering werkbaar te maken en te borgen

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma

Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma Niveaudrempelbepaling potentiële MCPM-studenten die niet beschikken over een hbo-/bachelordiploma Inleiding De Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) is een opleiding op masterniveau. Om tot

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Functienaam. Normfunctienaam. Code Peildatum. Functiereeks Management: Functiegroep Strategisch II: Overwegende functiekenmerken:

Functiebeschrijving. Functienaam. Normfunctienaam. Code Peildatum. Functiereeks Management: Functiegroep Strategisch II: Overwegende functiekenmerken: Functiebeschrijving Functienaam Strategisch manager II Normfunctienaam Strategisch manager II Code Peildatum N02.02.04 1-1-2013 Functiereeks Management Leidinggeven aan en organiseren van activiteiten

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector

Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector 1 Inhoudsopgave Introductie Onderzoekskader Methodologie Resultaten Conclusie Aanbevelingen 2 Introductie

Nadere informatie

Informatiebeveiligings- en privacy beleid. Haagsche Schoolvereeniging

Informatiebeveiligings- en privacy beleid. Haagsche Schoolvereeniging Informatiebeveiligings- en privacy beleid Haagsche Schoolvereeniging 1 INLEIDING... 3 1.1 INFORMATIEBEVEILIGING EN PRIVACY... 3 2 DOEL EN REIKWIJDTE... 3 3 UITGANGSPUNTEN... 4 3.1 ALGEMENE BELEIDSUITGANGSPUNTEN...

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Vacature Business Development & Sales

Vacature Business Development & Sales Vacature Business Development & Sales Functieomschrijving 0 1 20.10. 2016 Vacature Business development &sales 01 Zelfstandige denker, met gevoel voor het ontwikkelen en benutten van commerciële kansen.

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Doel Ontwikkelen, implementeren, evalueren en bijstellen van beleid op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve van de instelling,

Nadere informatie

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend.

Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. COMMERCE Competentieniveaus voor de domeincompetenties Commerce DC.1 Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend. Competentieniveau 1 CE/IBL/SBRM/F&B Signaleren en opsporen

Nadere informatie

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK?

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK? 02 WIE ZIJN WE? De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) is onafhankelijk toezichthouder op het terrein van politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR),

Nadere informatie

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter

Nadere informatie

Medewerker administratieve processen en systemen

Medewerker administratieve processen en systemen processen en systemen Doel Voorbereiden, analyseren, ontwerpen, ontwikkelen, beheren en evalueren van procedures en inrichting van het administratieve proces en interne controles, rekening houdend met

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma Rekenkamer Weert Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma 2 april 2009 Achtergrond en aanleiding onderzoek De rekenkamer van de gemeente Weert richt zich op het perspectief leren en verbeteren.

Nadere informatie

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden Nationale crisisbeheersing en CIMIC Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden Van klassieke rampenbestrijding naar moderne crisisbeheersing Interne en externe veiligheid raken verweven

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2015-5 5

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2015-5 5 Samenvatting De Algemene Rekenkamer (AR) heeft aanbevolen dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie beter inzicht verschaft in niet-gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand. Onder niet-gebruikers

Nadere informatie

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT KEMPEN N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. Vastgesteld door de RvC op 8 december 2017 0. INLEIDING 0.1 Dit reglement is opgesteld door de RvC ingevolge artikel

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Informatiebeveiliging binnen de gemeente Delft COMMISSIE ECONOMIE, FINANCIËN EN BESTUUR

Informatiebeveiliging binnen de gemeente Delft COMMISSIE ECONOMIE, FINANCIËN EN BESTUUR Informatiebeveiliging binnen de gemeente Delft COMMISSIE ECONOMIE, FINANCIËN EN BESTUUR 26 SEPTEMBER 2018 INLEIDING Onderzoeksvraag: Zijn de persoonsgegevens en andere gevoelige informatie bij de gemeente

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie