De toekomst van de fiscale eenheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De toekomst van de fiscale eenheid"

Transcriptie

1 De toekomst van de fiscale eenheid Bachelorscriptie Fiscale Economie Naam: Sabine van Hest Studentnummer: Universiteit: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Dr. mr. N.G.H. Speet RA Datum: 22 juni 2018

2 Verklaring van eigen werk Hierbij verklaar ik, Sabine van Hest, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op mij neem voor de inhoud ervan. Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud. 2

3 Inhoudsopgave Afkortingenlijst Inleiding De aanleiding De centrale vraag en subvragen Onderzoeksopzet Het arrest van 22 februari 2018 en de invloed op de huidige wetgeving Inleiding Het arrest Casus nr. C-398/ Casus nr. C-399/ De prejudiciële beslissing nr. C-398/ De prejudiciële beslissing nr. C-399/ De per-elementbenadering Invloed op de huidige wetgeving Conclusie De spoedreparatiemaatregelen en de gevolgen voor de huidige regelgeving Inleiding De spoedreparatiemaatregelen Artikel 10a Wet VPB Artikel 13 Wet Vpb Artikel 13a Wet Vpb Artikel 13l Wet Vpb Artikel 20a Wet Vpb Artikel 11 Wet DB De kritiek Voor- en tegenstanders spoedreparatiemaatregelen Tegenstanders Voorstanders Conclusie Buitenlandse concernregelingen Inleiding Concernregeling Verenigd Koninkrijk Algemeen Group relief en het EU-recht Concernregeling Duitsland Algemeen Organschaft en het EU-recht Concernregeling Finland Algemeen De Finse groepsregeling en het EU-recht Vergelijking groepsregelingen Horizontale verliesverrekening Verliesoverdracht Voorvoegingsverliezen De bezitseis, vestigingseis en aansprakelijkheid Overige onderdelen Sterke en zwakke punten groepsregelingen Conclusie

4 5. Conclusie Inleiding Beantwoording subvragen Beantwoording centrale vraag Bibliografie

5 Afkortingenlijst A-G Advocaat-Generaal AktG Aktiengesetz CPB Centraal Planbureau CTA Corporation Tax Act 2010 EStG Einkommensteuergesetz HR Hoge Raad HvJ EU Europese Hof van Justitie Jo. juncto KonsAvL Laki Konserniavustuksesta Verotuksessa KStG Körperschaftsteuergesetz NOB De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs r.o. Rechtsoverweging Rb. Rechtbank TCGA Taxation of Chargeable Gains Act 1992 VWEU Verdrag tot werking van de Europese Unie Wet DB Wet op de Dividendbelasting 1965 Wet Vpb Wet op de Vennootschapsbelasting

6 1. Inleiding 1.1 De aanleiding Op 22 februari 2018 is een uitspraak van het Europese Hof van Justitie (hierna: HvJ EU) verschenen wat zorgt voor veranderingen in het fiscale-eenheidsregime. 1 Voor dit arrest heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU met betrekking tot de vrijheid van vestiging, opgenomen in artikel 46 jo. 54 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 2 Het HvJ EU is van mening dat de renteaftrekbeperking van artikel 10a Wet Vpb in combinatie met de fiscale eenheid in strijd is met de vrijheid van vestiging. 3 Uit deze uitspraak volgt ook dat het mogelijk is om gebruik te maken van de zogeheten per-elementbenadering met betrekking tot de voordelen van de fiscale eenheid. Advocaat-Generaal (hierna: A-G) Wattel wijst in zijn conclusie bij de zaak X- Holding echter al op het gevaar dat de toepassing van de per-elementbenadering kan leiden tot het zogeheten cherry-picking. 4 De uitspraak van 22 februari 2018 leidt derhalve tot onzekerheid in de praktijk over het voortbestaan van het fiscale eenheidsregime. De per-elementbenadering houdt in dat de voordelen van de fiscale eenheid genoten mogen worden door een belastingplichtig lichaam, hoewel dit lichaam niet in aanmerking komt voor een fiscale eenheid op basis van de eisen in artikel 15 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb). 5 De fiscale eenheid is enkel toegestaan voor lichamen die zich in Nederland hebben gevestigd. 6 Een Nederlandse moedermaatschappij met een Nederlandse dochter kan dus in beginsel altijd gebruikmaken van de fiscale eenheid. 7 Ten gevolge van deze fiscale eenheid zijn onderlinge transacties fiscaal onzichtbaar. 8 Een Nederlandse moedermaatschappij met een buitenlandse dochter kan echter naar aanleiding van de uitspraak in de zaak X- Holding geen gebruikmaken van de fiscale eenheid. 9 Bij een grensoverschrijdende situatie kan men, zonder het gebruik van de per-elementbenadering, onder andere te maken krijgen met renteaftrekbeperkingen die zorgen voor een benadeling ten opzichte van een binnenlandse situatie. Als gevolg van deze ongelijke behandeling van binnenlandse en grensoverschrijdende situaties is er volgens het HvJ EU sprake van belemmering van de vrijheid van vestiging. Er is tevens geen rechtvaardiging te vinden voor deze ongelijke behandeling meent het HvJ EU. 10 Aldus moeten de indirecte voordelen van een fiscale eenheid beschikbaar zijn voor alle belastingplichtige lichamen die alleen niet in aanmerking komen voor een fiscale eenheid door hun vestigingsplaats HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV). 2 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o. 9 & HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o Zie punt 1.5 in de conclusie van A-G Wattel bij het arrest HR 7 januari 2011, ECLI:NL:PHR:2011:BN0900 (X-Holding) 5 Heithuis 2018, p Zie de eisen in artikel 15 lid 4 van de Wet Vpb. 7 Moeder en dochter moeten ook voldoen aan de overige eisen benoemd in artikel 15 Wet Vpb. Dit blijft hier buiten beschouwing. 8 Dit volgt uit de toepassing van de consolidering tussen moeder en dochter van artikel 15 Wet Vpb. 9 Zie HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-337/08 (X-Holding) waarin is beslist dat Nederland geen grensoverschrijdende fiscale eenheid hoeft toe te staan. Dit geldt vanzelfsprekend ook in het geval van een buitenlandse moedermaatschappij met een Nederlandse dochtermaatschappij. 10 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o

7 De Staatsecretaris van Financiën heeft reeds op 25 oktober 2017, naar aanleiding van de conclusie van de A-G, aangekondigd spoedreparatiemaatregelen in te voeren. 12 De uitspraak van het HvJ EU zal Nederland niet alleen een budgettair tekort opleveren, maar ook de grondslaguitholling voor internationaal opererende bedrijven vergemakkelijken, volgens de wetgever. 13 Deze problemen hoopt de wetgever met de spoedreparatiemaatregelen tegen te gaan. In de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 22 februari 2018 is tevens aangekondigd dat de maatregelen met terugwerkende kracht, vanaf het moment van bekendmaking van de conclusie van de A- G, worden ingevoerd. Het wetsvoorstel voor de spoedreparatiemaatregelen is op 6 juni 2018 bekend gemaakt. De periode voorafgaand aan de bekendmaking leidde in de praktijk tot onzekerheid aangezien er onduidelijk was hoe er moest worden omgegaan met de spoedreparatiemaatregelen De centrale vraag en subvragen De uitspraak van het HvJ EU en de aangekondigde spoedreparatiemaatregelen hebben in de praktijk geleid tot onzekerheid over of en hoe de fiscale eenheid in Nederland in stand kan blijven. De spoedreparatiemaatregelen waarborgen een kortetermijnoplossing en repareren de meest acute budgettaire problemen. 15 Om zowel het Nederlandse vestigingsklimaat aantrekkelijk te houden voor buitenlandse bedrijven en een regeling te treffen die in lijn is met het EU-recht moet er nagedacht worden over een nieuw fiscale eenheidsregime. In het verleden is er al meerdere malen geschreven over het voortbestaan van de fiscale eenheid 16, maar nu komt het eind van dit regime ineens een stuk dichterbij. De vraag die aldus centraal staat in dit onderzoek luidt; Hoe moet de fiscale eenheid worden vormgegeven in de toekomst? Deze vraag wordt met behulp van drie subvragen beantwoord. De subvragen voor dit onderzoek zijn; 1. Wat houdt het arrest van 22 februari 2018 in en wat voor invloed heeft dit arrest op de huidige wetgeving? 2. Wat zijn de spoedreparatiemaatregelen en welke gevolgen hebben deze maatregelen voor de huidige regelgeving? 3. Welke concernregelingen kennen andere landen en wat kan Nederland hiervan leren? Het resultaat van dit werk bevat aanbevelingen voor de aanpassingen van de fiscale eenheid. Deze aanpassingen zijn mede gebaseerd op de buitenlandse concernregelingen die voor de derde subvraag onderzocht zijn. De buitenlandse concernregelingen van de landen Engeland, Duitsland en Finland worden nader bekeken. Al deze landen maken, net als Nederland, deel uit van de Europese Unie. Dit heeft tot gevolg dat de groepsregelingen in overeenstemming moeten zijn met het EU-recht. Daarnaast zijn er 12 Kamerstukken II 2017/18; 34323, Kamerstukken II 2017/18; 34323, Heithuis 2018, p Kamerstukken II 2017/18; 34323, Zie onder andere Heithuis die zich afvraagt of de voordelen van deze regeling wel opwegen tegen de nadelen. Verder pleitte Meussen 2005 voor een harmonisatie van de vennootschapsbelasting in de EU. 7

8 de spoedreparatiemaatregelen die tevens een stap in de goede richting zouden kunnen zijn. 1.3 Onderzoeksopzet Voor deze scriptie zal er kwalitatief literatuuronderzoek worden verricht. In het eerste literatuurhoofdstuk wordt, aan de hand van jurisprudentie en wetenschappelijke artikelen, de uitspraak van het HvJ EU met betrekking tot het arrest X BV en X NV geanalyseerd. Vervolgens wordt er onderzocht wat de invloed van de uitspraak is op de huidige regelgeving. Er zal tevens verder worden ingegaan op de perelementbenadering die mede de uitkomst van dit arrest bepaald heeft. In het derde hoofdstuk worden de nieuwe spoedreparatiemaatregelen nader bekeken. Deze spoedreparatiemaatregelen nopen tot het repareren van het budgettair tekort wat de per-elementbenadering tot gevolg heeft, dus wordt er gekeken in hoeverre dit zal lukken. Hierbij zal veelal gebruikt gemaakt worden van parlementaire stukken en wetenschappelijke artikelen. Tenslotte zullen de concernregelingen in andere omringende en vergelijkende landen worden onderzocht. Er zal vooral gekeken worden hoe deze regelingen staan in verhouding tot de vrijheid van vestiging en wat Nederland hiervan zou kunnen overnemen. De landen waar hierbij op gefocust worden zijn Engeland, Duitsland en Finland. Deze landen hebben allemaal een fiscale groepsregeling met eigen elementen. Zij hebben echter ook te maken gekregen met aanpassingen voor deze regelingen om deze in overeenstemming te krijgen met de vrijheid van vestiging. Deze informatie zal verkregen worden aan de hand van het bestuderen van vakliteratuur, jurisprudentie, wet- en regelgeving en andere relevante stukken. De conclusies van de subvragen zullen in het laatste hoofdstuk bijdragen aan het beantwoorden van de centrale vraag. Daarbij zullen er aanbevelingen worden gedaan voor het aanpassen van de fiscale eenheid om het te harmoniseren met de vrijheid van vestiging van het VWEU. 8

9 2. Het arrest van 22 februari 2018 en de invloed op de huidige wetgeving 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de eerste subvraag behandeld. Deze subvraag luidt; Wat houdt het arrest van 22 februari 2018 in en wat voor invloed heeft dit arrest op de huidige wetgeving? Om deze subvraag te beantwoorden wordt er allereerst nader ingegaan op de inhoud en de uitspraak van het arrest X BV en X NV. 17 Vervolgens wordt de perelementbenadering die in deze zaak naar voren kwam toegelicht. In de vierde paragraaf wordt gekeken naar de invloed dat het arrest en de per-elementbenadering hebben op de huidige wetgeving. Om dit hoofdstuk af te sluiten is er een conclusie met beantwoording van de subvraag op basis van de eerder besproken informatie. 2.2 Het arrest Het arrest van 22 februari 2018 bevat twee samengevoegde zaken met in totaal drie partijen, te weten X BV en X NV tegen de Nederlandse belastingdienst Casus nr. C-398/16 X BV is een Nederlands binnenlands belastingplichtige vennootschap. Deze BV heeft een lening afgesloten bij een buitenlands verbonden lichaam 19 ter verwerving van aandelen van een ander buitenlands verbonden lichaam. X BV is ter zake van deze lening rente verschuldigd en heeft deze rente in aftrek gebracht in haar aangifte vennootschapsbelasting in De Belastingdienst is echter van mening dat de rente niet aftrekbaar is op grond van de renteaftrekbeperking van artikel 10a Wet Vpb en heeft een navorderingsaanslag opgelegd. In artikel 10a Wet Vpb is namelijk bepaald dat rente, die is verschuldigd aan verbonden lichamen, niet aftrekbaar is indien zij verband houdt met het verwerven of uitbreiden van een belang in een verbonden lichaam. 20 Daarbij was in 2004 de externe acquisitie nog geen onderdeel van artikel 10a Wet Vpb. 21 X BV heeft bezwaar ingediend tegen deze beslissing. De vennootschap neemt het standpunt in dat, wanneer haar kredietverstrekker in Nederland was gevestigd, zij samen een fiscale eenheid hadden kunnen vormen en de rente dan wel in aftrek hadden mogen nemen. Deze ongelijke behandeling is volgens haar in strijd met de vrijheid van vestiging van artikel 49 juncto 54 VWEU Casus nr. C-399/16 De tweede casus heeft betrekking op X NV tegen de Belastingdienst. X NV is een Nederlands belastingplichtige vennootschap met een dochtervennootschap in het buitenland. Op deze dochtervennootschap zijn in een jaar valutaverliezen geleden die X 17 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV). 18 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV). 19 Waar hier over een verbonden lichaam wordt gesproken wordt aangesloten bij het begrip uit artikel10a lid 4 Wet Vpb. 20 Artikel 10a lid 1 aanhef en sub c Wet Vpb. 21 Kamerstukken II 2005/06; 30572, 8, p HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV). 9

10 NV in aftrek wenst te nemen. De Belastingdienst weigert deze aftrek op basis van artikel 13 lid 1 Wet Vpb. 23 De dochtervennootschap valt bij X NV onder de deelnemingsvrijstelling en X NV mag de valutaverliezen, net als andere negatieve voordelen, niet in aftrek nemen. 24 X NV stelt zich op het standpunt dat wanneer haar dochtervennootschap in Nederland was gevestigd, zij samen een fiscale eenheid hadden kunnen aangaan en het valutaverlies dan wel in aftrek hadden mogen nemen. Deze ongelijke behandeling resulteert volgens X NV in belemmering van haar vrijheid van vestiging De prejudiciële beslissing nr. C-398/16 De eerste prejudiciële vraag die is gesteld heeft betrekking op de renteaftrekbeperking van X BV. De vraag die de HR aan het HvJ EU heeft gesteld luidt; Moeten de artikelen 49 en 54 VWEU aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling op grond waarvan een in een lidstaat gevestigde moedervennootschap met betrekking tot een geldlening die verband houdt met een kapitaalstorting in een dochtervennootschap in een andere lidstaat, geen aftrek van rente is toegestaan, terwijl die aftrek wel zou kunnen worden genoten indien die dochtervennootschap zou zijn opgenomen in een fiscale eenheid met de kenmerken als die van de Nederlandse fiscale eenheid met die moedervennootschap omdat alsdan door de consolidatie geen verband met een zodanige kapitaalstorting is waar te nemen? 26 Volgens het HvJ EU zijn de grensoverschrijdende situatie en een binnenlandse situatie bij deze casus objectief vergelijkbaar, omdat een binnenlandse groep met een fiscale eenheid niet te maken krijgt met artikel 10a Wet Vpb. Een grensoverschrijdende groep belastingplichtige lichamen in dezelfde situatie krijgt echter wel met artikel 10a Wet Vpb te maken, enkel en alleen omdat zij geen fiscale eenheid kunnen vormen. 27 Het HvJ EU meent dat er aldus een verschil in behandeling te onderkennen valt en er een belemmering van de vestgingsvrijheid is. 28 Voorts wordt er gekeken of het verschil in behandeling te rechtvaardigen is. Hierbij wordt er getoetst aan de evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid, de verzekering van de samenhang van het Nederlandse belastingstelsel en het verhinderen van belastingontwijking en fraude. 29 Het HvJ EU benadrukt dat artikel 10a Wet Vpb alleen ziet op het wel of niet mogen aftrekken van rente in een enkele lidstaat en oordeelt dat er dus geen sprake is van de verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen lidstaten. Daarnaast meent het HvJ EU dat de invloed van artikel 10a Wet Vpb niet genoeg is om de samenhang van het Nederlandse belastingstelsel in gevaar te brengen. Als laatste argument voor rechtvaardiging is er het tegengaan van belastingontwijking en fraude. Dit argument vindt echter geen toepassing aangezien in het arrest X BV sprake is van de gecombineerde toepassing van twee artikelen, respectievelijk artikel 10a Wet Vpb en artikel 15 Wet Vpb. Volgens het HvJ EU is in een binnenlandse situatie de kans op belastingontwijking niet minder groot aangezien er 23 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV). 24 Zie artikel 13 lid 1 Wet Vpb. 25 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV). 26 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o

11 dan ook sprake kan zijn van een geheel kunstmatige constructie. De rente blijft in dit geval echter wel gewoon aftrekbaar. Het argument van het tegengaan van belastingontwijking en fraude kan dus geen grond vormen voor de rechtvaardiging van de belemmering van de vestigingsvrijheid. 30 In de noot bij het arrest wordt beargumenteerd dat er wordt voorbij gegaan aan het feit dat in een binnenlandse situatie geen of weinig sprake is van grondslaguitholling en de kans op belastingontwijking dus minder groot is. De rente komt in een binnenlandse situatie namelijk in aftrek bij de betalende vennootschap en de bate wordt belast bij de ontvangende vennootschap. 31 Er kanworden beargumenteerd dat in deze situatie altijd sprake is van een compenserende heffing en er dus geen of weinig grondslaguitholling plaatsvindt in een binnenlandse situatie. 32 Wanneer er echter goed wordt gekeken naar artikel 10a Wet Vpb valt op dat er bij de compenserende heffingstoets nog een eis is, namelijk dat er geen sprake mag zijn van verrekenbare verliezen. Daarnaast heeft de inspecteur nog een tegenbewijsmogelijkheid met betrekking tot het standpunt dat de schuld of rechtshandeling gebaseerd is op zakelijke overwegingen. 33 Bij grensoverschrijdende groepen hoeft er dus niet altijd sprake te zijn van een gebrek aan compenserende heffing, maar kan de renteaftrekbeperking van artikel 10a Wet Vpb ook van toepassing zijn, simpelweg omdat de vennootschap verrekenbare verliezen heeft. Bovendien kan de inspecteur aannemelijk maken dat de schuld of rechtshandeling niet gebaseerd is op zakelijke overwegingen waardoor de renteaftrekbeperking tevens standhoudt. Uit deze situatie kan er geconcludeerd worden dat er dus ook gevallen zijn waar geen sprake is van geheel kunstmatige constructies, maar waar artikel 10a Wet Vpb wel wordt toegepast vanwege bijvoorbeeld verliesverrekeningsrechten. 34 Bij een fiscale eenheid wordt er echter door de consolidatie geen rekening meer gehouden met deze verliezen en onzakelijke overwegingen. Artikel 10a Wet Vpb wordt dus in grensoverschrijdende situaties toegepast bij gevallen waar het artikel ook toepassing kan vinden in binnenlandse situaties. Artikel 10a Wet Vpb probeert grondslaguitholling en belastingontwijking tegen te gaan dus kan er worden voorbij gegaan aan het argument dat de grondslaguitholling en belastingontwijking minder toepassing vindt in binnenlandse situaties. De A-G benadert de rechtvaardiging door belastingontwijking op een andere manier. In zijn conclusie overweegt hij dat artikel 10a Wet Vpb voor ieder belastingplichtig lichaam geldt en dat vervolgens aan fiscale eenheden een voordeel wordt toegekend door hen niet te confronteren met artikel 10a Wet Vpb. 35 Fiscale eenheden kunnen deze rente dus altijd in aftrek brengen, zelfs als zij gebruikmaken van een geheel kunstmatige constructie. Volgens de A-G worden beide situaties om onverklaarbare redenen verschillende behandeld met betrekking tot de belastingontwijking en kan het tegengaan van belastingontwijking en fraude dus geen rechtvaardiging zijn. 36 Verder haalt de A-G een overweging uit het arrest Euro Park 30 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o Redactie V-N 2018, p Redactie V-N 2018, p Artikel 10a Wet Vpb lid 3 sub b. 34 Kampschöer 2018, p Zie punt 83 in de conclusie van de A-G van het arrest HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C- 399/16 (X BV & X NV). 36 Zie punt 83 in de conclusie van de A-G van het arrest HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C- 399/16 (X BV & X NV). 11

12 Service aan. 37 Het HvJ EU overweegt in dit arrest dat een regel die bij voorbaat een voordeel uitsluit zonder ruimte over te laten voor de vraag of er sprake is van belastingontwijking, verder gaat dan noodzakelijk is. 38 Dit zou suggereren dat artikel 10a Wet Vpb in zijn geheel in strijd is met het EU-recht, aangezien op basis van dit wetsartikel het voordeel van renteaftrek wordt uitgesloten. De A-G geeft bij deze overweging echter geen verdere toelichting. Het HvJ EU oordeelt dat er geen rechtvaardigingsgrond is voor het verschil in behandeling bij de toepassing van artikel 10a Wet Vpb in combinatie met artikel 15 Wet Vpb. 39 Artikel 10a Wet Vpb is in strijd met de vrijheid van vestiging, wanneer de desbetreffende verbonden lichamen in een binnenlandse situatie een fiscale eenheid hadden kunnen vormen De prejudiciële beslissing nr. C-399/16 De tweede prejudiciële vraag die gesteld is gaat over X NV en haar niet-aftrekbare valutaverlies in samenhang met de vrijheid van vestiging. De vraag die de HR in deze zaak aan het HvJ EU heeft gesteld luidt; Moeten de artikelen 49 en 54 VWEU aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling op grond waarvan een in een lidstaat gevestigde moedervennootschap geen valutaverlies in aanmerking kan nemen met betrekking tot het bedrag dat zij heeft geïnvesteerd in een dochtervennootschap die in een andere lidstaat is gevestigd, terwijl zij dit wel zou kunnen indien die dochtervennootschap zou zijn opgenomen in een fiscale eenheid met de kenmerken als die van de Nederlandse fiscale eenheid met die in eerstgenoemde lidstaat gevestigde moedervennootschap, dit als gevolg van de consolidatie binnen de fiscale eenheid? 41 Allereerst wordt er door het HvJ EU gekeken of er sprake is van objectief vergelijkbare situaties. Het HvJ EU overweegt dat een binnenlands lichaam geen koersverlies kan lijden op haar binnenlandse dochter (tenzij deze in een andere valuta is uitgedrukt, maar dit zal veelal niet voorkomen). Het gevolg van deze overweging is dat de grensoverschrijdende situatie en de binnenlandse situatie niet vergelijkbaar zijn en er dus geen sprake is van belemmering van de vestigingsvrijheid. 42 Verder overweegt het HvJ EU nog dat niet alleen wisselkoersverliezen niet aftrekbaar zijn, maar wisselkoerswinsten ook niet belast zijn. Dit zorgt voor noch een voordelige, noch een nadelige behandeling en kan thans niet leiden tot een belemmering van de vestigingsvrijheid Zie punt 85 in de conclusie van de A-G van het arrest HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C- 399/16 (X BV & X NV). 38 HvJ EU 8 maart 2017, nr. C-14/16 (Euro Park Service), r.o HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o. 12. In deze zaak zijn er nog twee aansluitende vragen gesteld. Aangezien deze volgens het HvJ EU uiteindelijk geen antwoord nodig hadden laat ik deze vragen hier buiten beschouwing. 42 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o

13 2.3 De per-elementbenadering De per-elementbenadering werd voor het eerst toegepast door het HvJ EU in de zaak Groupe Steria. In dit arrest waren dividenden, ontvangen van een binnenlandse dochter binnen een fiscale groep, volledig vrijgesteld van Franse vennootschapsbelasting. Dividenden ontvangen van een buitenlandse dochter waren daarentegen maar voor 95% vrijgesteld op basis van de gewone regeling. 44 Het HvJ EU oordeelde in dit arrest dat de volledige vrijstelling van dividenden ook toepassing moet vinden bij grensoverschrijdende groepen, die enkel vanwege hun vestigingsplaats geen fiscale groep kunnen vormen. 45 Dit arrest werd door enkele auteurs opzij geschoven met het argument dat de per-elementbenadering niet zou gelden voor de Nederlandse fiscale eenheid. 46 Een argument voor dit standpunt is volgens Jankie dat het voordeel van vrijgestelde dividenden niet voortvloeit uit de consolidatie. Het Groupe Steria arrest gaat volgens deze auteur namelijk over een verkapt belastingvoordeel wat wordt toegekend aan binnenlandse groepen en dus is het geen voordeel van de fiscale groepsregeling. 47 De uitspraak van 22 februari 2018 laat echter geen twijfel meer mogelijk over het toepassen van de per-elementbenadering. Indirecte voordelen die voortkomen uit de consolidatie leiden wel tot een belemmering van de vestigingsvrijheid volgens het HvJ EU. 48 Het HvJ EU heeft eerder in de zaak X-holding 49 beslist dat een grensoverschrijdende fiscale eenheid niet hoeft te worden toegestaan. Deze beslissing wordt gerechtvaardigd door het behoud van een evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de lidstaten. De prejudiciële vragen die zijn gesteld in het arrest X BV en X NV gaan daarom ook niet over een grensoverschrijdende fiscale eenheid, maar enkel over de discriminatie inzake binnenlandse en grensoverschrijdende situaties. 50 Dat er niet getoetst wordt aan artikel 10a Wet Vpb bij een fiscale eenheid is geen direct gevolg van het fiscale eenheidsregime. Deze situatie wordt indirect veroorzaakt doordat de transacties in de groep onzichtbaar zijn voor de fiscus en er dus geen toetsing plaatsvindt voor interne transacties. 51 In de uitspraak van 22 Februari 2018 kan er dus alleen sprake zijn van belemmering wanneer de perelementbenadering wordt toegepast. Volgens Van den Bos is de per-elementbenadering nog onduidelijk, aangezien deze benadering wel gevolgd wordt in de zaak X BV, maar niet bij de zaak X NV. 52 In de zaak X NV oordeelt het HvJ EU dat de vrijheid van vestiging een lidstaat er niet toe dwingt zijn bevoegdheden asymmetrisch uit te oefenen. Door deze conclusie komt het HvJ EU niet meer toe aan de per-elementbenadering volgens Van den Bos. 53 Naar mijn mening is het vaststellen van een voordeel echter een stap voor het toepassen van de 44 HvJ EU 2 september 2015, nr. C-386/14 (Groupe Steria). 45 HvJ EU 2 september 2015, nr. C-386/14 (Groupe Steria), r.o Zie onder andere de conclusie van A-G Wattel in HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-337/08, BNB 2011/96 (X-Holding) en Meussen, nt. 6. Zie ook Jankie 2016 voor een pleidooi waarom dit arrest niet relevant is voor de Nederlandse fiscale eenheid. 47 Jankie 2016, p HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-337/08 (X-Holding). 50 HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o. 9 & Zie artikel 15 lid 1 Wet Vpb met betrekking tot de consolidatie. 52 Van den Bos HvJ EU 22 februari 2018, nr. C-398/16, nr. C-399/16 (X BV & X NV), r.o Er wordt namelijk overwogen dat de regeling noch voordelig noch nadelig is, omdat de valutawinsten niet belast zijn en de valutaverliezen niet aftrekbaar. 13

14 per-elementbenadering. Wanneer er geen sprake is van een voordeel kan er ook geen voordeel zijn dat voortvloeit uit het fiscale eenheidsregime. Het HvJ EU kan geen voordeel vaststellen in de zaak X NV en voelt zich dus niet genoodzaakt de situatie verder te beoordelen. Van Eijk is in zijn artikel van mening dat het verschil in behandeling niet wordt veroorzaakt door het fiscale eenheidsregime, maar door een dispariteit tussen lidstaten. Een andere lidstaat houdt namelijk geen rekening met de Nederlandse fiscale eenheid. Als gevolg hiervan zal de rentebate in het buitenland gewoon belast zijn wanneer de rente niet in aftrek komt in Nederland op basis van artikel 10a Wet Vpb. 54 Bij het toepassen van de per-elementbenadering moet bij elk voordeel wat de fiscale eenheid biedt, direct of indirect, bekeken worden of dit ook in grensoverschrijdende situaties toepassing moet vinden. 55 A-G Wattel merkt in zijn conclusie bij het arrest X-Holding op dat de per-elementbenadering (door hem peraspectbenadering genoemd) kan leiden tot een cherry-pickingprobleem. 56 Belastingplichtigen kunnen bij deze benadering namelijk zelf beslissen van welke voordelen zij gebruik willen maken en welke niet. Het HvJ EU heeft in de X-Holding zaak echter geen woorden gewijd aan dit probleem. De wetgever wijst in zijn brief van 25 oktober 2017 ook op het probleem van cherry-picking. Volgens hem kan dit probleem zeer grote budgettaire gevolgen hebben. 57 Het cherry-pickingprobleem mag echter naar mijn mening niet de rechtvaardiging zijn voor het benadelen van grensoverschrijdende groepen. Het cherry-pickingprobleem komt voort uit de ongelijke behandeling van binnenlandse en grensoverschrijdende groepen en zou moeten worden opgelost door deze ongelijke behandeling ongedaan te maken. Om de ongelijke behandeling ongedaan te maken moet de fiscale eenheid echter worden herzien. De redactie Vakstudie Nieuws overweegt bij het arrest X BV en X NV dat door de toepassing van de per-elementbenadering, artikel 10a Wet Vpb niet meer geldt in echte misbruiksituaties. 58 Naar mijn mening kan dit ook benaderd worden vanuit de andere hoek. Artikel 10a Wet Vpb geldt nu namelijk ook niet meer in situaties dat er geen sprake is van misbruik. Een antimisbruikbepaling die ook veelal geldt in situaties waarin geen misbruik plaatsvindt mist naar mijn mening zijn doel. 2.4 Invloed op de huidige wetgeving Door de uitspraak van het arrest X BV en X NV is het voor grensoverschrijdende groepen mogelijk artikel 10a Wet Vpb in feite te negeren. Hierbij is wel de eis van toepassing dat zij in een binnenlandse situatie een fiscale eenheid hadden kunnen vormen. Deze mogelijkheid staat echter niet alleen open voor artikel 10a Wet Vpb. In zijn brief van 25 oktober 2017 heeft de Staatssecretaris al aangegeven welke wetsartikelen volgens hem ook onder de per-elementbenadering zouden kunnen vallen en in strijd zijn met de vestgingsvrijheid wanneer gecombineerd met de fiscale eenheid. 59 De artikelen die de Staatssecretaris benoemt zijn; artikel 13 lid 9 tot en met 15 en lid 17, artikel 13l, artikel 20a Wet Vpb alsmede artikel 11 Wet DB. 60 Heithuis 54 Van Eijk 2018, p Redactie V-N Zie punt 1.5 in de conclusie van A-G Wattel in HvJ EU 25 februari 2010, nr. C-337/08, BNB 2011/96 (X- Holding). 57 Kamerstukken II 2017/18; 34323, 20, p Redactie V-N 2018, p Kamerstukken II 2017/18; 34323, 20, p Kamerstukken II 2017/18; 34323, 20, p

15 merkt op dat de spoedreparatie van artikel 13l Wet Vpb echter maar een beperkte tijdsduur heeft. Vanaf 1 januari 2019 wordt namelijk de earnings-strippingmaatregel ingevoerd die artikel 13l Wet Vpb zal vervangen. 61 De vraag die gesteld kan worden is dus of het zin heeft om een spoedreparatie voor artikel 13l Wet Vpb voor deze korte periode in werking te stellen. Heithuis meent dat bij dit wetsartikel vooral het budgettaire belang een grote rol speelt. 62 Bij invloed van de per-elementbenadering kan ook gedacht worden aan andere wetsartikelen zoals artikel 10b of 13b Wet Vpb. Voor deze artikelen komt geen spoedmaatregel en dus kan hier de per-elementbenadering gewoon worden toegepast. Er is reeds een uitspraak van rechtbank Den Haag bekend waar de per-elementbenadering wordt toegepast. In deze zaak werd de renteaftrek op basis van artikel 10a Wet Vpb geweigerd door de inspecteur vanwege besmette kapitaalstortingen en besmette interne acquisities. 63 De rechtbank Den Haag heeft hier, in lijn met het arrest X BV en X NV, geoordeeld dat er sprake is van belemmering van de vestigingsvrijheid en de rente in aftrek gebracht mag worden. 64 De redactie Vakstudie Nieuws is echter van mening dat een beroep op de per-elementbenadering bij een interne acquisitie alleen kans van slagen heeft als het verkopende lichaam in een binnenlandse situatie deel zou hebben uitgemaakt van de fiscale eenheid. 65 Zij beargumenteren dat er bij de verwerving van een dochtermaatschappij een deelnemingsrelatie ontstaat alvorens de totstandkoming van de fiscale eenheid. Als er sprake is van een deelnemingsrelatie is er dus ook in een binnenlandse situatie ruimte om artikel 10a Wet Vpb toe te passen en kan er geen beroep gedaan worden op de perelementbenadering. 66 Volgens de Staatssecretaris heeft de toepassing van de per-elementbenadering tot gevolg dat uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag door internationaal opererende bedrijven wordt vergemakkelijkt. Niets doen is volgens hem dus geen optie. 67 Simonis vindt het begrijpelijk dat de wetgever de per-elementbenadering niet wil toestaan. Volgens hem is deze regeling door het cherry-picking voordeliger dan de normale fiscale eenheid. Bij een normale fiscale eenheid zijn namelijk niet alleen voordelen, maar ook nadelen te onderkennen. 68 Voor het toepassen van de per-elementbenadering moet er bij elke casus worden bekeken of er een fiscale eenheid gevormd had kunnen worden als beide lichamen in het binnenland gevestigd waren. De volgende stap is om te analyseren of er sprake is van een voordeel in een binnenlandse situatie. Dit was niet het geval bij de zaak X NV waardoor de per-elementbenadering geen toepassing kon vinden. Vervolgens kan er, aan de hand van de per-elementbenadering, beoordeeld worden of de renteaftrekbeperking dus wel (geen fiscale eenheid mogelijk) of geen (wel fiscale eenheid mogelijk en een aanwezig voordeel) toepassing kan vinden. Volgens de Staatssecretaris van Financiën is er bij het gebruik van de perelementbenadering voor het verleden in het slechtste geval een incidentele derving van 400 miljoen euro. 69 Daarbij komt voor de toekomst nog een structurele budgettaire derving. Volgens Simonis is er echter enige voorzichtigheid gewenst bij het aannemen 61 Heithuis Heithuis 2018, p Rb. Den Haag 21 november 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:14937, r.o, Rb. Den Haag 21 november 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:14937, r.o Redactie V-N , p Redactie V-N , p Kamerstukken II 2017/18; 34323, 20, p Simonis 2018, p Kamerstukken II 2017/18; 34323, 20, p

16 van deze getallen. De derving is gebaseerd op een grove schatting met enkele aannames. 70 De fiscale eenheid openstellen voor grensoverschrijdende groepen met een objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten is volgens wetgever geen reële optie om de fiscale eenheid te hervormen. 71 Zijn argument voor dit standpunt is de uitholling van de belastinggrondslag en de budgettaire derving. Dit is voor de politiek een zeer belangrijk argument. De wetgever voert verder het argument dat een grensoverschrijdende fiscale eenheid erg ingewikkeld en dus minder goed uitvoerbaar kan worden in de loop van de tijd. 72 Een fiscale eenheid waarbij enkele wetsartikelen doen alsof de fiscale eenheid niet bestaat lijkt mij echter ook ingewikkeld. Heithuis beargumenteert in zijn artikel dat het uitvoeren van de spoedreparatiemaatregelen voor de bekendmaking van het wetsvoorstel al leidde tot onduidelijkheid omtrent het wegdenken van de fiscale eenheid Conclusie Met dit hoofdstuk werd er gefocust op het beantwoorden van de eerste subvraag. Deze subvraag luidt; Wat houdt het arrest van 22 februari 2018 in en wat voor invloed heeft dit arrest op de huidige wetgeving? In de uitspraak van 22 februari 2018 van het HvJ EU is voor eens en voor altijd duidelijk geworden dat de per-elementbenadering ook bij de Nederlandse fiscale eenheid moet worden toegepast. Bij X BV heeft deze benadering geleid tot het mogen aftrekken van rente die op basis van artikel 10a Wet Vpb niet aftrekbaar was. X NV mag daarentegen het valutaverlies wat zij heeft op haar deelneming niet in aftrek brengen. Zij heeft ten eerste namelijk geen objectief vergelijkbare situatie met een binnenlandse groep en wordt ten tweede niet per definitie nadelig behandeld. De per-elementbenadering is nog niet voor alle auteurs even duidelijk. Van den Bos meent dat de benadering wel wordt gebruikt bij X BV, maar niet bij X NV. Dit leidt volgens hem tot onduidelijkheid. De huidige wetgeving zal door de per-elementbenadering worden geraakt op verschillende punten. De wetgever noemt de artikelen 10a, 13 lid 9 tot en met 15 en lid 17, 13l, en 20a Wet Vpb alsmede artikel 11 Wet DB die in ieder geval worden beïnvloed door de perelementbenadering. Daarnaast kan er onder andere gedacht worden aan artikel 10b of 13b Wet Vpb. Voor het inroepen van de per-elementbenadering moet er echter wel sprake zijn van zowel een voordeel in een binnenlandse situatie als een groep die enkel op basis van zijn vestigingsplaats niet in aanmerking komt voor een fiscale eenheid. Volgens de Staatssecretaris leidt het gebruik van de per-elementbenadering tot een structurele budgettaire derving en is deze derving ongewenst. Daarnaast meent hij dat de uitholling van de belastinggrondslag voor internationaal opererende bedrijven wordt vergemakkelijkt. 70 Simonis 2018, p Aanhangsel Handelingen II 2017/18, 1531, p Aanhangsel Handelingen II 2017/18, 1531, p Heithuis

17 3. De spoedreparatiemaatregelen en de gevolgen voor de huidige regelgeving 3.1 Inleiding In zijn brief van 25 oktober 2017 kondigt de Staatsecretaris van Financiën spoedreparatiemaatregelen voor de fiscale eenheid aan. 74 Met deze spoedreparatiemaatregelen probeert de Staatssecretaris de effecten van de uitspraak van het arrest X BV en X NV zoveel mogelijk te beperken. In dit tweede hoofdstuk worden deze spoedreparatiemaatregelen nader bekeken en worden de gevolgen van deze maatregelen geschetst. In dit hoofdstuk wordt een antwoord gegeven op de vraag; Wat zijn de spoedreparatiemaatregelen en welke gevolgen hebben deze maatregelen voor de huidige regelgeving? Om deze vraag te beantwoorden wordt allereerst de inhoud van de spoedreparatiemaatregelen besproken. In de derde paragraaf worden de alternatieven nader bekeken. Om dit hoofdstuk af te sluiten is er nog een conclusie waarin antwoord wordt gegeven op de subvraag van dit hoofdstuk. 3.2 De spoedreparatiemaatregelen In de brief van 25 oktober 2017 spreekt de Staatssecretaris van Financiën voor het eerst over de spoedreparatiemaatregelen. De conclusie van de A-G in de zaak X BV en X NV is op dat moment net verschenen en de Staatssecretaris is van mening dat het HvJ EU deze conclusie hoogstwaarschijnlijk gaat volgen in zijn uitspraak. In de brief van de Staatsecretaris is meteen een grove omlijning gegeven van hoe de spoedreparatiemaatregelen worden vormgegeven. De wetgever benadrukt verder dat er nog gewerkt zal moeten worden aan een toekomstbestendige fiscale eenheid. 75 Om deze nieuwe concernregeling vorm te geven zal er volgens de wetgever gelet moeten worden op de samenhang met de Wet Vpb, aandacht voor alle belastingplichtigen, de overgang van de huidige naar de nieuwe concernregeling, de budgettaire gevolgen, de uitvoerbaarheid, de invloed op het vestigingsklimaat en de Europeesrechtelijke aspecten. 76 De spoedreparatiemaatregelen zijn op 6 juni 2018 officieel bekendgemaakt. 77 De spoedreparatiemaatregelen gelden maar voor enkele wetsartikelen. Deze wetsartikelen zijn 10a, 13 lid 9 tot en met 15, 13 lid 17, 13a, 13l, 20a Wet Vpb en 11 lid 4 Wet DB. 78 De spoedreparatiemaatregelen zijn van kracht op het gedeelte van de rente dat toerekenbaar is aan de periode vanaf 25 oktober :00 uur. 79 Deze terugwerkende kracht is volgens de wetgever nodig om de kwetsbaarheid van de schatkist te beperken. 80 Voor aangiftes van voor de periode van 25 oktober 2017 kan er nog wel gebruik gemaakt worden van de per-elementbenadering voor alle wetsartikelen van de Wet Vpb. Volgens de wetgever is er zonder spoedreparatie in de 74 Kamerstukken II 2017/18; 34323, 20, p Kamerstukken II 2017/18; 34323, 20, p Kamerstukken I 2017/18; 34785, 1, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, Kamerstukken II 2017/18; 34959, 2, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34323, 21, p

18 jaren 2012 tot en met 2017 sprake van in totaal een budgettaire derving van 354 miljoen euro. 81 De Staatssecretaris wijst er tevens op dat, zonder invoering van spoedreparatie, het level playing field tussen binnenlandse en grensoverschrijdende groepen verstoord kan raken. 82 Bij de wetsartikelen die niet onder de spoedreparatiemaatregelen vallen kan door belastingplichtigen nog wel een succesvol beroep gedaan worden op de per-elementbenadering. Het verschil de perelementbenadering en de spoedreparatiemaatregelen is dat er bij de perelementbenadering juist geen toepassing van het wetsartikel plaatsvindt, terwijl bij de spoedreparatie het wetsartikel juist voor iedereen van toepassing is. De Staatssecretaris wijst erop dat de spoedreparatiemaatregelen ook in geheel binnenlandse situaties toepassing moeten vinden. 83 De per-elementbenadering zal dus een budgettair tekort opleveren terwijl de spoedreparatie een budgettair voordeel oplevert. Dit budgettaire voordeel zal volgens de wetgever op lange termijn weer nihil worden, omdat belastingplichtigen maatregelen zullen nemen om de gevolgen van de spoedreparatie te voorkomen. 84 Volgens de wetgever worden ongeveer maatschappijen die deel uitmaken van ongeveer fiscale eenheden geraakt. 85 Voor belastingplichtigen zorgt de invoering van de maatregelen voor een incidentele administratieve last van ongeveer 10 miljoen euro en een structurele toename van administratieve lasten van ongeveer 3 tot 4 miljoen euro. 86 De grote lijn van de spoedreparatiemaatregelen houdt in dat er voor de desbetreffende wetsartikelen gedaan wordt alsof er geen fiscale eenheid aanwezig is. De transacties tussen de maatschappijen van de fiscale eenheid worden dus weer zichtbaar voor de fiscus en voor elke transactie wordt bekeken of hier een van de wetsartikelen van de spoedreparatiemaatregelen toegepast moet worden. Wanneer er sprake is van een winst na toepassing van een van de wetsartikelen wordt deze winst toegevoegd aan het resultaat van de fiscale eenheid. 87 De gevolgen van de spoedreparatiemaatregelen worden nu voor elk wetsartikel apart besproken Artikel 10a Wet VPB Artikel 10a Wet Vpb is een renteaftrekbeperking ter voorkoming van winstdrainage. Enkel de rente die is toe te rekenen aan de periode vanaf 25 oktober 2017 valt onder de spoedreparatiemaatregelen. Daarbij worden zowel leningen verstrekt buiten de fiscale eenheid als binnen de fiscale eenheid onder het bereik van de spoedreparatiemaatregelen gebracht. Het maakt tevens niet uit of de besmette rechtshandeling binnen of buiten de fiscale eenheid heeft plaatsgevonden. De wetgever geeft aan dat hij hier kiest voor zekerheid. 88 Voor de compenserende heffingstoets van artikel 10a lid 3 Wet Vpb wordt er gekeken naar de aanwezigheid van zowel voorvoegingsverliezen als fiscale eenheidsverliezen op het moment van aangaan van de schuld Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34323, 21, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Aanhangsel Handelingen II 2017/18, Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 2, p. 1. Ook wel artikel 15 lid 16 Wet Vpb. 88 Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p

19 Voor artikel 10a Wet Vpb is tevens een overgangsmaatregel getroffen die tot 1 januari 2019 geldt. 90 Deze overgangsmaatregel geldt alleen voor leningen die reeds bestonden op 25 oktober Om aanspraak te maken op de overgangsmaatregel mag er niet meer dan euro aan rente in een boekjaar per fiscale eenheid onder artikel 10a Wet Vpb vallen. Voor het jaar 2017 is het maximum vastgesteld naar rato van het aantal dagen en komt het neer op euro. Wanneer er in een boekjaar over het maximum wordt heengegaan, geldt de wijziging van het wetsartikel voor de gehele rente, dus niet alleen voor overschrijding van het maximum. 91 Door het gestelde maximum zullen vooral kleine bedrijven van deze overgangsregeling gebruikmaken. De Staatssecretaris wijst er in de Memorie van Toelichting op dat de overgangsmaatregel ook kan gelden voor een Nederlandse vennootschap met een buitenlandse dochtervennootschap. 92 Wanneer de inspecteur echter aannemelijk kan maken dat aan de rechtshandeling en schuld niet in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen, kan de overgangsmaatregel geen toepassing vinden Artikel 13 Wet Vpb In artikel 13 Wet Vpb is de deelnemingsvrijstelling te vinden. Het negende tot en met vijftiende lid heeft betrekking op de beleggingsdeelneming. De voordelen uit een nietkwalificerende beleggingsdeelneming zullen door de aanpassing van de spoedreparatie niet vrijgesteld zijn en dus als winst tot uitdrukking komen bij de fiscale eenheid. Het zeventiende lid ziet op voordelen uit een deelneming die ergens in aftrek kunnen worden gebracht. Deze antimisbruikbepaling geldt nu ook voor fiscale eenheden Artikel 13a Wet Vpb Artikel 13a Wet Vpb regelt de herwaarderingsverplichting van niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen. Door de spoedreparatiemaatregelen wordt een nietkwalificerende beleggingsdeelneming die is opgenomen in een fiscale eenheid zichtbaar en zal hij gewaardeerd moeten worden op de waarde in het economisch verkeer. De spoedreparatie van artikel 13a Wet Vpb is echter niet aangekondigd in de brief van 25 oktober 2017 en dus is deze wijziging pas van kracht vanaf 1 januari 2019 zonder terugwerkende kracht Artikel 13l Wet Vpb Artikel 13l Wet Vpb ziet op de aftrekbeperking van bovenmatige deelnemingsrente. Voor deze bepaling hebben de spoedreparatiemaatregelen tot gevolg dat de grens van euro per vennootschap moet worden toegepast. Daarnaast hebben de maatregelen alleen invloed op rente die toerekenbaar is aan de periode vanaf 25 oktober Volgens de Belastingdienst is de spoedreparatiemaatregel voor artikel 13l Wet Vpb echter niet uitvoerbaar. Voor deze maatregel is selectief toezicht voorgesteld Kamerstukken II 2017/18; 34959, 2, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Bijlage Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, , p

20 3.2.5 Artikel 20a Wet Vpb Artikel 20a Wet Vpb is een beperking met betrekking tot de verliesverrekening. In de Memorie van Toelichting wordt benadrukt dat de spoedreparatiemaatregelen vooral invloed hebben op de werkzaamhedentoets bij dit wetsartikel. De inkrimping van de werkzaamheden moet door de wijziging namelijk per vennootschap worden bekeken Artikel 11 Wet DB In de Memorie van Toelichting wordt erop gewezen dat artikel 11 lid 4 Wet DB vervalt, maar dat er wel een beroep gedaan kan blijven worden op artikel 12 Wet DB. Artikel 12 Wet DB leidt tot dezelfde uitkomst De kritiek Op de spoedreparatie is na de bekendmaking in oktober 2017 door meerdere auteurs kritiek geleverd. Met name de beslissing om de spoedreparatiemaatregelen aan te kondigen en vervolgens de nadere invulling op zich te laten wachten wordt door veel auteurs gezien als een lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. 100 De NOB voert aan dat bij de terugwerkende kracht die aan de spoedreparatie is meegegeven een noodzakelijk criterium ontbreekt. Er is namelijk niet voldaan aan het vereiste van voorzienbaarheid en kenbaarheid van de toekomstige wetgeving. De NOB is van mening dat de spoedreparatiemaatregelen in de brief van 25 oktober 2017 enkel in algemene termen zijn geformuleerd. 101 Daarnaast voeren zij aan dat belastingplichtigen die niet beïnvloed worden door de per-elementbenadering nu de rekening betalen voor de negatieve uitspraak in de X BV en X NV voor de Nederlandse staat, zonder dat belastingplichtigen de mogelijkheid hebben gehad zich hierop voor te bereiden. 102 Met name het rechtszekerheidsbeginsel komt hierbij in het geding. 103 De CDA-fractie geeft ook aan de aankondiging van de spoedreparatiemaatregelen niet voldoende te vinden om aan de eisen van kenbaarheid en voorzienbaarheid te voldoen. Met name de verwerking van interne leningen binnen een fiscale eenheid onder de spoedreparatiemaatregelen is voor hen niet duidelijk. 104 Simonis is het met de NOB eens dat de rechtszekerheid wordt aangetast met de terugwerkende kracht van de spoedreparatie. 105 Hij merkt op dat de rechtvaardigingsgrond voor de terugwerkende kracht niet geheel duidelijk is. De rechtvaardiging kan zowel oneigenlijk gebruik als misbruik van de fiscale eenheid zijn. 106 Daarnaast is er bij de eerste aankondiging van de spoedreparatie nog geen duidelijkheid geweest of de spoedreparatie echt ingevoerd ging worden en heeft de spoedreparatie invloed op fiscale eenheden die niets te maken hebben met de perelementbenadering. 107 Simonis vindt de rechtvaardiging van de terugwerkende kracht dan ook te mager. 108 De auteur is ook van mening dat niet iedere budgettair derving een 98 Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Kamerstukken II 2017/18; 34959, 3, p Zie onder andere Smit 2018, Heithuis 2018 en de brief van de NOB 2017 voor kritiek op deze onzekerheid. 101 Brief NOB 2017, p Brief NOB 2017, p Brief NOB 2017, p Kamerstukken II 2017/18; 34323, Simonis 2018, p Simonis 2018, p Simonis 2018, p Simonis 2018, p

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing

Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing Spoedmaatregelen Fiscale eenheid - en het per element benadering arrest van het HvJ EU: een nadere beschouwing Daniël Smit ACTL Afternoon-seminar 20 maart 2018 De Industrieele Groote Club Het arrest van

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving

PRAKTIJKNOTITIE Reparatiemaatregelen fiscale eenheid Vpb. 1. Inleiding. 2. Waar ging en gaat de discussie over? 2.1. Globale beschrijving Van: NOAB Adviesgroep-lid Punt & Van de Weerdt Belastingadviseurs Datum: Februari 2018 Onderwerp: 1. Inleiding Het is weer zover. Het Ministerie van Financiën lijdt in Luxemburg bij de Europese rechter

Nadere informatie

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB

PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN. 1. Inleiding MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN 1. Inleiding Op 22 februari 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) uitspraak gedaan in twee Nederlandse zaken. 1 Het HvJ EU heeft in de ene zaak

Nadere informatie

Reactie Register Belastingadviseurs (RB) inzake de aangekondigde spoedmaatregelen inzake de fiscale eenheid vennootschapsbelasting

Reactie Register Belastingadviseurs (RB) inzake de aangekondigde spoedmaatregelen inzake de fiscale eenheid vennootschapsbelasting Per post en per e-mail Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. mevrouw P.F.L.M. Tielens-Tripels Postbus 20018 2500 EA Den Haag Culemborg, 17 januari 2018 Betreft:

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a.

Fiscale eenheid. Impact spoedmaatregelen. Agenda. februari dr. A. Rozendal. Toepassing art. 10a. Toepassing art. 20a. Fiscale eenheid Impact spoedmaatregelen februari 2019 dr. A. Rozendal 1 Agenda Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 2 Inleiding Toepassing art. 10a Toepassing art. 20a 3 Inleiding Voordelen

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 24 mei 2018

No.W /III 's-gravenhage, 24 mei 2018 ... No.W06.18.0098/III 's-gravenhage, 24 mei 2018 Bij Kabinetsmissive van 24 april 2018, no.2018000763, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 959 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting

Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale

Nadere informatie

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting

SRA-Praktijkhandreiking. Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting SRA-Praktijkhandreiking Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting Inhoudsopgave 1 Algemeen... 3 2 Verloop en historie... 4 3 Hoofdlijn... 5 3.1 Terugwerkende kracht naar 1 januari 2018... 5

Nadere informatie

Inleiding. 1. Procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie

Inleiding. 1. Procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Unie Verslag van een schriftelijk overleg betreffende de aankondiging van enkele spoedreparatiemaatregelen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 inzake de fiscale

Nadere informatie

Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid

Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Staatssecretaris beantwoordt vragen spoedreparatie fiscale eenheid Op 4 juni 2018 is het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid ( het wetsvoorstel ) bij de Tweede Kamer ingediend (zie onze eerdere

Nadere informatie

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Reactie Register Belastingadviseurs inzake wetsvoorstel , Wet spoedreparatie fiscale eenheid

Reactie Register Belastingadviseurs inzake wetsvoorstel , Wet spoedreparatie fiscale eenheid Reactie Register Belastingadviseurs inzake wetsvoorstel 34.959, Wet spoedreparatie fiscale eenheid Het Register Belastingadviseurs (hierna: RB) heeft met interesse kennis genomen van het wetsvoorstel Wet

Nadere informatie

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen bij het wetsvoorstel

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen bij het wetsvoorstel RAMINGSTOELICHTINGEN Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen bij het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Ramingstoelichtingen...

Nadere informatie

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: W06.18.0098/III Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake de fiscale eenheid en inzake het herstel van een

Nadere informatie

Het kabinet is de Afdeling zeer erkentelijk voor de grote voortvarendheid waarmee het advies over het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

Het kabinet is de Afdeling zeer erkentelijk voor de grote voortvarendheid waarmee het advies over het bovenvermelde voorstel is uitgebracht. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) Datum 6 juni 2018 Betreft Nader rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

Fiscaal Spoedreparatie fiscale eenheid Wet VPB 1969

Fiscaal Spoedreparatie fiscale eenheid Wet VPB 1969 Fiscaal Spoedreparatie fiscale eenheid Wet VPB 1969 Frank van Merrienboer Drs. F.M.A.M. van Merrienboer RB is belastingadviseur bij ESJ Financial Engineering en bestuurslid Register Belastingadviseurs.

Nadere informatie

1 Bent u bekend met het bericht Verandering fiscale regels dochterbedrijf gaat jaren duren? 1)

1 Bent u bekend met het bericht Verandering fiscale regels dochterbedrijf gaat jaren duren? 1) 2018Z03559 Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over Kamerstuk 34 323, nr. 22 en het bericht Verandering fiscale regels dochterbedrijf gaat jaren kosten (ingezonden 1

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1531 Vragen van het lid

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011 ... No.W06.11.0119/III 's-gravenhage, 1 juni 2011 Bij Kabinetsmissive van 12 april 2011, no.11.000950, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 818 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoring van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen

Nadere informatie

Bachelorthesis Fiscale Economie

Bachelorthesis Fiscale Economie Bachelorthesis Fiscale Economie Het arrest X Holding BV Naam : Malou van Dijnsen Adres : Kromwaarde 3A 4714 GW Sprundel Telefoonnummer : 0165-386605 Studierichting : Fiscale Economie Datum : 09 mei 2011

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,

Nadere informatie

Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden

Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Grondslagen van de interne markt De interne markt omvat een ruimte

Nadere informatie

De gevolgen van het Steria-arrest voor de Nederlandse fiscale eenheid

De gevolgen van het Steria-arrest voor de Nederlandse fiscale eenheid ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De gevolgen van het Steria-arrest voor de Nederlandse fiscale eenheid Naam student: Tim Marcelis Studentnummer:

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 februari 2018 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 februari 2018 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 februari 2018 * Prejudiciële verwijzing Artikelen 49 en 54 VWEU Vrijheid van vestiging Belastingwetgeving Vennootschapsbelasting Voordelen in verband met de vorming

Nadere informatie

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening. Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar

Nadere informatie

1. Belangrijke aspecten voor een toekomstig systeem

1. Belangrijke aspecten voor een toekomstig systeem 1 Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft met belangstelling kennis genomen van het keuzedocument nieuwe groepsregeling in de vennootschapsbelasting. Het RB maakt graag gebruik van de gelegenheid en

Nadere informatie

Inhoudsindicatie Gegevens. Uitspraak. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het middel. ECLI:NL:HR:2016:1351, Hoge Raad, , 15/00878

Inhoudsindicatie Gegevens. Uitspraak. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het middel. ECLI:NL:HR:2016:1351, Hoge Raad, , 15/00878 ECLI:NL:HR:2016:1351, Hoge Raad, 08-07-2016, 15/00878 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum Publicatie Hoge Raad 08-07-2016 08-07-2016 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2197

Nadere informatie

De zaak Groupe Steria

De zaak Groupe Steria ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie De zaak Groupe Steria Het einde van de fiscale eenheid? Sander Geelhoed Studentnummer: 333229 Begeleider:

Nadere informatie

Position paper inzake een toekomstbestendige fiscale concernregeling

Position paper inzake een toekomstbestendige fiscale concernregeling Position paper inzake een toekomstbestendige fiscale concernregeling In dit position paper pleiten VNO-NCW en MKB-Nederland voor het overeind houden van het fiscale eenheidsregime en tegelijkertijd oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012

Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting. Cervus, juni 2012 Wetsvoorstel Zorginstellingen en Deelnemingsrente vennootschapsbelasting Cervus, juni 2012 Agenda BOSAL-rente een korte terugblik Wanneer wordt BOSAL-rente een BOSAL-gat? Eerdere reparatievoorstellen Wetsvoorstel

Nadere informatie

Er gaan stemmen op die stellen dat de terugwerkende kracht strijdig is met supranationaal recht (Eerste Protocol EVRM)

Er gaan stemmen op die stellen dat de terugwerkende kracht strijdig is met supranationaal recht (Eerste Protocol EVRM) Op 22 februari 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) uitspraak gedaan in de gevoegde zaken X BV (zaak C-398/16) en X NV (C-399/16). Hierin komt zij tot het oordeel dat bepaalde

Nadere informatie

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van het CDA en de PvdA.

Het kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van het CDA en de PvdA. 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) Memorie van antwoord 1.

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave

Nota naar aanleiding van het verslag. Inhoudsopgave 34959 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake de fiscale eenheid en inzake het herstel van een omissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 959 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

CPB Notitie 2 november 2018

CPB Notitie 2 november 2018 CPB Notitie 2 november 2018 Certificering budgettaire ramingen nota s van wijziging naar aanleiding van de heroverweging vestigingsklimaat en de nota van wijziging ATAD-uitzondering PPS Uitgevoerd op verzoek

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Het Nederlandse fiscale-eenheidsregime onder vuur

Het Nederlandse fiscale-eenheidsregime onder vuur ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelor Scriptie Fiscale economie Het Nederlandse fiscale-eenheidsregime onder vuur Leiden de uitspraken van het Hof van Justitie tot het einde

Nadere informatie

factsheet spoedmaatregel fiscale eenheid

factsheet spoedmaatregel fiscale eenheid factsheet spoedmaatregel fiscale eenheid Deze factsheet is tot stand gekomen in het kader van de samenwerking tussen de Tweede Kamer, de KNAW, NWO, VSNU en de Jonge Akademie. 6 juli 2018 Auteurs: Prof.dr.mr.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 959 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Partiële fiscale eenheid in het kader van de toepassing van artikel 10a Wet VPB Huidige Fiscale Eenheid in gevaar?

Partiële fiscale eenheid in het kader van de toepassing van artikel 10a Wet VPB Huidige Fiscale Eenheid in gevaar? Partiële fiscale eenheid in het kader van de toepassing van artikel 10a Wet VPB 1969 Huidige Fiscale Eenheid in gevaar? Auteur: Studierichting: ANR: Studentnummer: Ruud van Rijckevorsel Bsc. Fiscale Economie

Nadere informatie

Papillon, Philips, rechtbankuitspraken, infractieprocedure hoe nu verder met de grensoverschrijdende fiscale eenheid?

Papillon, Philips, rechtbankuitspraken, infractieprocedure hoe nu verder met de grensoverschrijdende fiscale eenheid? Papillon, Philips, rechtbankuitspraken, infractieprocedure hoe nu verder met de grensoverschrijdende fiscale eenheid? 357 Mr. G.C.F. van Gelder 1 Na een bespreking van de Papillon-zaak en de recente Philips-zaak

Nadere informatie

Europees direct belastingrecht Recente ontwikkelingen en de invloed op de aangifte Vpb

Europees direct belastingrecht Recente ontwikkelingen en de invloed op de aangifte Vpb Europees direct belastingrecht Recente ontwikkelingen en de invloed op de aangifte Vpb Heico Reinoud, Baker & McKenzie Mounia Benabdallah, Baker & McKenzie Peter Schonewille, Europese Commissie Programma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 88 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/09/2014

Datum van inontvangstneming : 15/09/2014 Datum van inontvangstneming : 15/09/2014 Vertaling C-386/14-1 Zaak C-386/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 augustus 2014 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

2.1 De Europese rechtsontwikkeling en de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting

2.1 De Europese rechtsontwikkeling en de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Voorwoord VOORWOORD Met enige regelmaat wijst de Europese rechter jurisprudentie die de nationale wetgever verplicht om zijn wetgeving aan te passen. Zo ook in het geval van de zogenoemde Vlinderrechtspraak

Nadere informatie

\4CA^< CGLS. Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen:

\4CA^< CGLS. Met betrekking tot dit beroep worden de volgende middelen van cassatie voorgedragen: \4CA^< CGLS Edelhoogachtbaar college, 1. Bij brief van I november 2010 heeft B.V., Irechtstreeks beroep in cassatie als bedoeld in artikel 28 AWR ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem (hierna:

Nadere informatie

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed

Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Fiscale aspecten van groepsfinanciering van vastgoed Wet VPB 1969 In een themanummer over vastgoedfinanciering kan een bijdrage over de fiscale aspecten niet ontbreken. In dit artikel gaan wij in op de

Nadere informatie

Spoedreparatie fiscale eenheid. Michel Ruijschop

Spoedreparatie fiscale eenheid. Michel Ruijschop Spoedreparatie fiscale eenheid Michel Ruijschop Spoedreparatiemaatregelen Uitgangspunten en vragen Geen temporele beperking (!) Hoe ver gaat het wegdenken? Ook wegdenken als de fiscale eenheid nadelig

Nadere informatie

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450

DenHaa9 '05JAN2010. Kenmerk: DGB 2009-6450 Qöd ^4co5 DenHaa9 '05JAN2010 Kenmerk: DGB 2009-6450 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam X van 26 november 2009, nr. 08/00445, inzake IEËli ifai«ibaélsga^aili^i

Nadere informatie

De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb

De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb De renteaftrekbeperking bij externe acquisities in art. 10a Vpb Auteur: R.H. Honing Studentnummer: 5603218 Onder begeleiding van: Tweede beoordelaar: Universiteit: Faculteit: Opleiding: Studierichting:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 11 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 oktober 2011

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De objectvrijstelling in de grensoverschrijdende fiscale eenheid. Tim Verhoeven. Administratienummer: Datum: April 2012

Bachelor Thesis. De objectvrijstelling in de grensoverschrijdende fiscale eenheid. Tim Verhoeven. Administratienummer: Datum: April 2012 Bachelor Thesis De objectvrijstelling in de grensoverschrijdende fiscale eenheid Naam: Tim Verhoeven Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 265156 Datum: April 2012 Begeleider: D.S. Smit

Nadere informatie

Renteaftrekbeperkingen:

Renteaftrekbeperkingen: Renteaftrekbeperkingen: Beperkt door fiscale verdragen en EU recht? Fred de Hosson & Ruben de Wit Inleiding Geen planning tool maar verdedigingsargumenten Onzekerheden zijn nog groot Supranationaal recht

Nadere informatie

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper

Uw bv s als fiscale eenheid in De belangrijkste voor- en nadelen op een rij. whitepaper 13.07.16 Uw bv s als fiscale eenheid in 2016 De belangrijkste voor- en nadelen op een rij whitepaper In dit whitepaper: Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Grensoverschrijdende fiscale eenheid onontkoombaar?!

Grensoverschrijdende fiscale eenheid onontkoombaar?! Grensoverschrijdende fiscale eenheid onontkoombaar?! Door: mr. A. de Groot Post-Master 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Begrippenlijst... 3 1. Inleiding... 4 2. Geschiedenis van het Nederlandse fiscale

Nadere informatie

MEI 2017 NUMMER 114. Genoteerd. De Wet aanpassing fiscale eenheid

MEI 2017 NUMMER 114. Genoteerd. De Wet aanpassing fiscale eenheid MEI 2017 NUMMER 114 Genoteerd De Wet aanpassing fiscale eenheid In deze uitgave - Inleiding - De Papillon-fiscale eenheid - De Zusjes-fiscale eenheid - De additionele ontvoegingsbepalingen en de voortzettingsbepaling

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969.

Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969. Het dichten van het Bosal-gat door artikel 13l Wet vennootschapsbelasting 1969 of door artikel 10d Wet vennootschapsbelasting 1969. Naam: L. Horsmeijer Studie: Master Fiscaal Recht, accent directe belastingen

Nadere informatie

Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG B r i e f n u m m e r 18/10.425/DJS O n d e r w e r p Commentaar

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Mw. P. Tielens-Tripels Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 959 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake

Nadere informatie

De behandeling van positieve valutaresultaten bij artikel 10a Wet Vpb

De behandeling van positieve valutaresultaten bij artikel 10a Wet Vpb Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Masterscriptie Fiscale economie De behandeling van positieve valutaresultaten bij artikel 10a Wet Vpb Anita Liu Studentnummer: 0468851 Eerste

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Met een grensoverschrijdend element. ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie

Fiscale eenheid. Met een grensoverschrijdend element. ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale eenheid Met een grensoverschrijdend element Naam: Sja iesta Sahebali Studentnummer: 339423 Begeleider: Dhr. drs. M. Nieuweboer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 604 EU-voorstellen: Pakket vennootschapsbelasting COM (2016) 683, 685, 686 en 687 1 A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Nadere informatie

In dit artikel lichten we met name de achtergrond. Een nieuwe concernregeling. vennootschapsbelasting

In dit artikel lichten we met name de achtergrond. Een nieuwe concernregeling. vennootschapsbelasting Een nieuwe concernregeling voor de vennootschapsbelasting Het fiscale hart van menig belastingadviseur begint sneller te kloppen bij het horen van bekende namen van arresten als Avoir fiscal, Bachmann,

Nadere informatie

Wetsvoorstel Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (35.241)

Wetsvoorstel Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (35.241) Wetsvoorstel Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (35.241) De beroepsvereniging het Register Belastingadviseurs (RB) heeft met veel belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel

Nadere informatie

Toelichting op de raming van de budgettaire effect van de maatregelen bij het wetsvoorstel

Toelichting op de raming van de budgettaire effect van de maatregelen bij het wetsvoorstel RAMINGSTOELICHTING Toelichting op de raming van de budgettaire effect van de maatregelen bij het wetsvoorstel Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking Inleiding In dit document treft

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Position Paper Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Startbijeenkomst Nieuwe Concernregeling in de vennootschapsbelasting 14 februari 2019 1. Opmerking vooraf

Nadere informatie

138 De Pensioenwereld in 2014

138 De Pensioenwereld in 2014 17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een aftrekverbod voor de aankoopkosten van een deelneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

Position Paper. Een concernregeling voor de vennootschapsbelasting

Position Paper. Een concernregeling voor de vennootschapsbelasting Position Paper Een concernregeling voor de vennootschapsbelasting Het Register Belastingadviseurs (hierna: RB ) gaat graag in op de uitnodiging van het Ministerie van Financiën om een bijdrage te leveren

Nadere informatie

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer

29-09-15. Actualiteiten VPB 2015. Stand van de VPB 2015. Belastingplicht overheidsbedrijven. 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Actualiteiten VPB 2015 Erwin Nijkeuter Meijburg & Co 06-21237533 nijkeuter.erwin@kpmg.com RB Studiekring Gelderland/Overijssel 5 oktober / 26 oktober 2015 Hengelo (OV)/Deventer Stand van de VPB 2015 Brief

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 241 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband

Nadere informatie

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2

Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches

Nadere informatie

De grensoverschrijdende fiscale eenheid

De grensoverschrijdende fiscale eenheid De grensoverschrijdende fiscale eenheid Naam: Esther Op de Kamp Administratienummer: 459309 Studierichting: Examencommissie: Fiscale Economie Mr. dr. D.S. Smit Prof. mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave:

Nadere informatie

Certificering budgettaire ramingen Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking

Certificering budgettaire ramingen Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking CPB Notitie 18 september 2018 Certificering budgettaire ramingen Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën CPB Notitie Aan: Ministerie

Nadere informatie

Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten

Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten Bachelor Thesis Fiscale Economie Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten Naam: Tonia Nelen Adres: Oerlesestraat 217 5025 DC TILBURG Telefoonnummer: 06-15186932 Studierichting: Fiscale

Nadere informatie