Bachelor Thesis Fiscale Economie 2011/2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelor Thesis Fiscale Economie 2011/2012"

Transcriptie

1 Bachelor Thesis Fiscale Economie 2011/2012 In hoeverre zijn de fiscale en economische gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd voor de eerste, de tweede en de derde pijler te rechtvaardigen? Naam : Stephanie van Haperen ANR : s Faculteit : Economie en Bedrijfswetenschappen Studierichting : Fiscale Economie Begeleidende docent : Mr. H.P.M. van Bijnen Hoogleraar : Prof. Dr. G.J.B. Dietvorst Datum : 30 november 2011

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk Een Inleiding... 2 Paragraaf 1.1 Motivatie... 2 Paragraaf 1.2 Probleemstelling... 2 Paragraaf 1.3 Verantwoording van de opzet... 3 Hoofdstuk Twee Het Nederlandse pensioenstelsel... 4 Paragraaf 2.1 AOW... 4 Paragraaf 2.2 Aanvullend pensioen... 5 Paragraaf 2.3 Individuele pensioenvoorzieningen... 7 Hoofdstuk Drie Waarom langer doorwerken?... 9 Paragraaf 3.1 Houdbaarheidseffect... 9 Paragraaf 3.2 Vergrijzing Hoofdstuk Vier Belangrijkste punten van het pensioenakkoord Paragraaf 4.1 Verhoging AOW-leeftijd Paragraaf 4.2 Flexibele AOW-leeftijd Paragraaf 4.3 Extra verhoging van de AOW Paragraaf 4.4 Vitaliteitspakket Hoofdstuk Vijf Fiscale en economische gevolgen Paragraaf 5.1 Eerste pijler Paragraaf 5.2 Tweede pijler Paragraaf 5.3 Derde pijler Paragraaf 5.4 Is de verhoging van de AOW-leeftijd gerechtvaardigd? Hoofdstuk Zes Aanbevelingen en conclusie Paragraaf 6.1 Wat kan er veranderd of verbeterd worden? Literatuurlijst

3 Hoofdstuk Een Inleiding Paragraaf 1.1 Motivatie Volgens deskundigen behoort het Nederlandse pensioenstelsel tot de betere stelsels ter wereld. Dit neemt niet weg dat de noodzaak bestaat het stelsel van tijd tot tijd aan te passen aan gewijzigde omstandigheden. De beursval begin deze eeuw en de economische crisis die Nederland sinds de zomer van 2008 heeft getroffen, hebben aangetoond dat het Nederlandse pensioenstelsel ook kwetsbaar is. Dit heeft geleid tot de overtuiging dat aanpassingen nodig zijn om ons pensioenstelsel weerbaar en wendbaar te maken. Alleen hierdoor kan het vertrouwen van alle deelnemers in het stelsel worden waargemaakt. 1 Het pensioenakkoord van 10 juni 2011 omvat aanpassingen met betrekking tot het Nederlandse pensioenstelsel. De meest omstreden aanpassing is het voorstel tot het verhogen van de AOW-leeftijd. Hier wordt in de media dan ook veel aandacht aan besteed. Voorbeelden van krantenkoppen zijn: Coalitiepartijen tegen hogere AOW-leeftijd 2, Kamer moet snel AOW-leeftijd verhogen 3, Verhoging AOW-leeftijd voorlopig van de baan 4, Doorwerken na 65 ste moet vrijblijvend zijn' 5 en Doorwerken tot 67 jaar voor meesten haalbaar 6. Paragraaf 1.2 Probleemstelling Het is niet meer vanzelfsprekend dat een ieder op 65-jarige leeftijd met pensioen gaat. Hier heeft de regering bij de invoering van de AOW in 1957 ook geen garantie voor gegeven. De toenmalige minister van Sociale Zaken voorzag bij de invoering al een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd in de toekomst. 7 De eerste twijfel over de houdbaarheid van een AOW-leeftijd van 65 jaar ontstond in de jaren tachtig van de vorige eeuw en in de jaren negentig van de vorige eeuw werd door het kabinet als voorzorg een zogenoemd AOW-fonds gecreëerd. 8 Op maandag 10 juni 2011 zijn het kabinet en de sociale partners een pensioenakkoord overeengekomen dat een nadere invulling geeft aan het op 4 juni 2010 bereikte pensioenakkoord. In het pensioenakkoord van 2011 is onder meer overeengekomen dat de huidige pensioen- en AOW leeftijd wordt verhoogd. De 1 Uitwerkingsmemorandum Pensioenakkoord van 4 juni september september NRC Handelsblad, 2 maart Het Financieel Dagblad, 3 september Het Financieel Dagblad, 11 december Onderwerp: Verhoging AOW-leeftijd, augustus 2010 < 8 C.A.J. van Oostwaard,

4 AOW leeftijd wordt in 2020 verhoogd van 65 naar 66 jaar en wordt naar verwachting in 2025 verder verhoogd naar 67 jaar. De pensioenrichtleeftijd zal in 2013 worden verhoogd van 65 naar 66 jaar en zal naar verwachting in 2015 verder worden verhoogd naar 67 jaar. 9 Door de toename van het aantal 65- plussers en door de krimpende beroepsbevolking is langer doorwerken noodzakelijk. Het draagvlak voor de AOW en de aanvullende pensioenen zal door deze maatregel voor de toekomst kunnen worden veiliggesteld. 10 De vraag is echter of het verhogen van de AOW-gerechtigde leeftijd reëel is in deze tijd. Deze vraag heeft tot de volgende probleemstelling geleid: In hoeverre zijn de fiscale en economische gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd voor de eerste, de tweede en de derde pijler te rechtvaardigen? Paragraaf 1.3 Verantwoording van de opzet Het Nederlandse pensioenstelsel en de voorgestelde aanpassingen van het pensioenstelsel worden in hoofdstuk twee behandeld. In hoofdstuk drie wordt toegelicht waarom langer doorwerken noodzakelijk is. Vervolgens worden de belangrijkste punten van het pensioenakkoord in hoofdstuk vier besproken. In hoofdstuk vijf worden de fiscale en economische gevolgen van het pensioenakkoord weergegeven en er wordt in dit hoofdstuk een antwoord geformuleerd op de vraag of deze gevolgen zijn te rechtvaardigen. Tevens is in dit hoofdstuk mijn persoonlijke mening verwerkt. Tot slot worden in hoofdstuk zes de aanbevelingen met betrekking tot dit onderzoek en de conclusie besproken. Daarnaast is ook in dit laatste hoofdstuk mijn persoonlijke mening opgenomen. 9 NRC Handelsblad, 10 juni Kamerstukken II 2010/11, , nr. 62, p

5 Hoofdstuk Twee Het Nederlandse Pensioenstelsel Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers: de AOW, het aanvullend pensioen en de individuele pensioenvoorzieningen. Deze drie pijlers samen vormen de oudedagsvoorziening. Dat het Nederlandse pensioenstelsel gaat worden herzien is geen nieuws meer. 11 In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk worden de aanpassingen met betrekking tot de AOW behandeld, vervolgens worden in de tweede paragraaf de aanpassingen met betrekking tot het aanvullend pensioen besproken en tot slot worden in de derde paragraaf de aanpassingen met betrekking tot de individuele pensioenvoorzieningen toegelicht. Paragraaf 2.1 AOW De Algemene Ouderdomswet (AOW) vormt de eerste pijler van het Nederlandse pensioenstelsel en is een pensioenvoorziening waarop alle ingezetenen recht hebben en wordt uitgekeerd vanaf 65 jaar. De achterliggende gedachte van de AOW is een basisinkomen voor de oude dag. De AOW wordt gefinancierd op omslagbasis. Dit houdt in dat werkenden de kosten van de AOW van de huidige 65- plussers betalen. 12 Door de afname van de beroepsbevolking en de toename van het aantal gepensioneerden zal deze vorm van financiering in de toekomst, zonder ingrijpen, geen stand meer kunnen houden. Om dit te voorkomen zijn het kabinet en de sociale partners aanpassingen met betrekking tot de AOW overeengekomen. 13 Deze aanpassingen worden hierna behandeld. Verwacht wordt dat de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 jaar en in 2025 naar 67 jaar zal worden verhoogd. De achterliggende gedachte is dat wanneer de levensverwachting stijgt, de AOW-leeftijd heroverwogen dient te worden. Een verhoging van de AOW-leeftijd vindt steeds plaats in stappen van een jaar. Een tweede hervorming betreft een verhoging van de AOW, van 2013 tot en met 2028, met 0,6 procent van het huidige AOW-pensioen van een gehuwde. 14 Daarnaast hebben het kabinet en de sociale partners voorgesteld om vanaf 2020 een inkomensafhankelijke ouderenkorting te introduceren, die specifiek gericht is op lage inkomens. Deze korting bedraagt 300 euro bij een inkomen van euro en wordt geleidelijk afgebouwd met 5 procent van het inkomen tot op nihil bij een inkomen van euro. 15 Een vierde hervorming die klaarligt om ingevoerd te worden is een flexibele AOW-leeftijd. Dit houdt in dat personen bij een hogere AOW-leeftijd dan 65 jaar er onder voorwaarden voor kunnen kiezen om de AOW 11 M. Heemskerk, Brochure van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, juni 2009, p M. Heemskerk, M. Heemskerk, Kamerstukken II 2010/11, , nr. 157, p. 4. 4

6 op 65 jaar te laten ingaan. Voor ouderen die op 65 jaar hun AOW-pensioen opnemen geldt een kortingspercentage van 6,5 procent op hun AOW-pensioen. Dit kortingspercentage wordt voor een deel gecompenseerd met de verhoging van het AOW-pensioen, waardoor op 65-jarige leeftijd het pensioen hoger is dan anders het geval zou zijn. Ouderen die na hun 66 e hun AOW-pensioen opnemen ontvangen een opslag van 6,5 procent. Deze opslag komt bovenop de extra verhoging van het AOW-pensioen en de extra ouderenkorting. Wanneer ouderen ervoor kiezen om langer door te werken kunnen zij hun inkomenspositie verbeteren. 16 Een laatste hervorming met betrekking tot de AOW is het voorstel van minister Kamp om de AOW vanaf 1 januari 2012 in te laten gaan op de dag waarop de belanghebbende de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en niet langer op de eerste dag van de maand waarin de belanghebbende die leeftijd bereikt. Uit berekeningen volgt dat deze verandering van het betalingsmoment een besparing van 60 miljoen euro oplevert. 17 Paragraaf 2.2 Aanvullend pensioen De tweede pijler van het Nederlandse pensioenstelsel wordt gevormd door het aanvullend pensioen. Deze wordt, anders dan de AOW, gefinancierd door middel van kapitaaldekking. Bij deze vorm van financiering wordt het pensioen betaald door de premies die werkgevers en werknemers collectief in het verleden hebben ingelegd, vermeerderd met het rendement daarop. 18 Financiering door middel van kapitaaldekking kent drie vormen. De meest voorkomende vorm is de uitkeringsovereenkomst (ook wel defined benefit genoemd), waarbij vooraf de hoogte van de uitkering is overeengekomen. Daarnaast is er de premieovereenkomst, waarbij de hoogte van de premie is vastgesteld en de hoogte van de pensioenuitkering pas bekend wordt op het moment dat het pensioen ingaat. Tot slot is er de kapitaalovereenkomst, waarbij de omvang van het kapitaal bekend is, maar ook bij deze vorm is de hoogte van de uitkering niet bekend. Dit komt doordat het kapitaal uiterlijk op de pensioendatum in een pensioenuitkering moet worden omgezet en dit gebeurt tegen de dan geldende inkooptarieven. 19 Op de lange termijn zal financiering door middel van kapitaaldekking voor problemen zorgen, omdat de premiedruk door de vergrijzing van de beroepsbevolking en door de toegenomen levensverwachting zal toenemen. Daarnaast zullen de kosten van de aanvullende pensioenen verder oplopen, doordat pensioenfondsen door de structurele daling van de rente zijn genoodzaakt meer geld opzij te zetten om toezeggingen na te komen. Een ander bijkomend probleem is dat het aantal premiebetalers ten opzichte 16 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 62, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3. p Brochure van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, juni 2009, p M. Heemskerk,

7 van het aantal gepensioneerden daalt. 20 Vorenstaande maakt duidelijk dat het nodig is het aanvullend pensioen te herzien. Hieronder worden de aanpassingen die het kabinet en de sociale partners zijn overeengekomen behandeld. Een eerste aanpassing met betrekking tot het aanvullend pensioen is een verhoging van de pensioenrichtleeftijd. In 2013 wordt de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 66 jaar verhoogd en in 2015 zal deze naar 67 jaar worden verhoogd. De pensioenleeftijd wordt dus eerder dan de AOW-leeftijd verhoogd. Daarna wordt om de vijf jaar, op vergelijkbare wijze als de AOW-leeftijd, gekeken of de ontwikkeling van de levensverwachting aanleiding geeft voor een verdere verhoging van de pensioenrichtleeftijd. Net als bij de AOW-leeftijd vindt een verhoging van de pensioenrichtleeftijd steeds plaats in stappen van een jaar. 21 Het verhogen van de minimaal te hanteren AOW-inbouw in 2013 is een tweede aanpassing met betrekking tot het aanvullend pensioen. Deze verhoging houdt in dat de AOW in de toekomst op basis van de (hogere) loonindex in plaats van de prijsindex wordt geïndexeerd. Bij de AOW-inbouw dient vanaf 2013 rekening te worden gehouden met het bedrag waarmee de AOW wordt verhoogd. Deze verhoging vindt plaats in de periode van 2013 tot en met 2018 en bedraagt voor gehuwden jaarlijks 0,6 procent. 22 De maximale opbouwpercentages per dienstjaar voor eindloonregelingen en voor middelloonregelingen blijven gehandhaafd. Het opbouwpercentage voor eindloonregelingen bedraagt 2 procent en het opbouwpercentage voor middelloonregelingen bedraagt 2,25 procent. Door de gelijkblijvende opbouwpercentages kan men ook in de toekomst in 35 werkzame jaren een pensioen van 70 procent van het laatstverdiende loon (inclusief AOW) opbouwen. Ten opzichte van de huidige situatie is wel sprake van een beperking van het op te bouwen pensioen als gevolg van de verhoging van de AOW-inbouw en de verhoging van de pensioenrichtleeftijd. Door onder meer een aanpassing van artikel 18, lid 6 van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt de verhoging van de pensioenrichtleeftijd gerealiseerd. Uit dit artikel volgt dat als het ouderdomspensioen eerder dan (straks) 66 jaar (en in jaar) ingaat, dit actuarieel moet worden herrekend. De voor beschikbare premieregelingen gemaakte staffels zullen aan de nieuwe pensioenrichtleeftijd moeten worden aangepast. Dit betekent dat de hoogte van de beschikbare 20 Rapport: Een sterke tweede pijler: naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen, 2010, p. 35 en p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 62, p P. Harts,

8 premiestaffels zullen worden aangepast en naar beneden worden bijgesteld. Daarnaast zal er een extra leeftijdscohort vanaf 65 jaar tot 66 jaar en daarna tot 67 jaar worden toegevoegd. 23 Het huidige Witteveenkader blijft van toepassing op pensioenaanspraken die tot 2013 zijn opgebouwd. De genoemde wijzigingen hebben alleen betrekking op (toekomstige) pensioenopbouw, zodat al bestaande aanspraken niet worden geraakt. 24 Paragraaf 2.3 Individuele pensioenvoorzieningen De derde pijler van het Nederlandse pensioenstelsel omvat de individuele pensioenvoorzieningen. Deze kunnen door iedereen vrijwillig worden afgesloten, bovenop de AOW en/of het aanvullend pensioen. Net als het aanvullend pensioen worden ook de individuele pensioenvoorzieningen gefinancierd door middel van kapitaaldekking. 25 Het maximale premiepercentage in de derde pijler zal per 1 januari 2013 worden verlaagd van 17 procent naar 16,4 procent en in 2015 van 16,4 procent naar 15,8 procent. Dit premiepercentage wordt vervolgens verlaagd met 0,6 procent voor ieder jaar dat de pensioenrichtleeftijd met een jaar wordt opgehoogd. In de derde pijler wordt naast de aanpassing van het maximumpremiepercentage ook rekening gehouden met het bedrag waarmee de AOW in de periode van 2013 tot en met 2028 wordt verhoogd. 26 Er wordt met de inperking van de opbouwruimte een overeenkomstige bijdrage van mensen die hun pensioenvoorziening binnen het fiscale regime van de derde pijler opbouwen gevraagd. Daarnaast moeten de tweede en derde pijler als communicerende vaten functioneren. Werknemers mogen fiscale ruimte die in de tweede pijler onbenut blijft, op individuele basis aanvullen via de resterende ruimte die in de derde pijler beschikbaar is. Wanneer de fiscale ruimte in de derde pijler niet overeenkomstig met de fiscale ruimte in de tweede pijler wordt beperkt, dan zouden mensen de inperking van de pensioenopbouw in de tweede pijler kunnen compenseren door extra bij te sparen via de derde pijler. 27 Ook het maximale dotatiepercentage voor de fiscale oudedagsreserve zal in 2013 worden aangepast. Het maximale dotatiepercentage wordt van 12 procent naar 11,6 procent verlaagd en in 2015 van 11,6 procent 23 P. Harts, Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p

9 naar 11,2 procent. Vervolgens wordt voor ieder jaar dat de fiscale pensioenrichtleeftijd met een jaar wordt verhoogd, het maximumdotatiepercentage met 0,4 procent verlaagd Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p

10 Hoofdstuk Drie Waarom langer doorwerken? De gemiddelde leeftijd van de bevolking is de afgelopen jaren sterk toegenomen. In 1957 was de resterende levensverwachting van iemand die 65 jaar is 15 jaar en deze is gestegen naar bijna 20 resterende levensjaren in Dit heeft tot gevolg dat meer mensen een steeds langer beroep doen op de AOW. Om deze reden is het voor de AOW belangrijk om te weten hoe lang mensen naar verwachting nog leven vanaf het moment dat zij 65 jaar worden. De toegenomen levensverwachting is enerzijds een grote verworvenheid van onze maatschappij, maar anderzijds brengt de hogere levensverwachting ook problemen met zich mee. Twee problemen van de toegenomen levensverwachting zijn het houdbaarheidseffect en de vergrijzing. 30 In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk zal het houdbaarheidseffect worden behandeld en in de tweede paragraaf zal de problematiek rond de vergrijzing worden besproken. Paragraaf 3.1 Houdbaarheidseffect De financiële effecten van het wetsvoorstel verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW 31 worden in termen van houdbaarheid uitgedrukt. Men spreekt van houdbare overheidsfinanciën wanneer de bestaande overheidsvoorzieningen met de welvaart kunnen meegroeien zonder dat de belastingen in de toekomst moeten worden verhoogd of dat de overheidsschuld steeds verder toeneemt. 32 Als gevolg van de financiële en economische crisis die Nederland sinds de zomer van 2008 ernstig heeft getroffen is de houdbaarheid van de overheidsfinanciën snel achteruit gegaan. Noodgedwongen heeft de overheid geld moeten gebruiken dat bestemd was voor de toekomst om de verslechterde overheidsfinanciën op te vangen, met als gevolg een oplopende staatsschuld. 33 Een tweede oorzaak die de houdbaarheid van de overheidsfinanciën heeft aangetast is de toegenomen levensverwachting, omdat hierdoor het aantal AOW-gerechtigden, en daarmee samenhangend de AOW-uitgaven, zijn gestegen Facts & Figures uitwerking pensioenakkoord, AOW-notitie, 10 juni Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Kamerstukken II 2009/10, , nr. 6, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p. 2. 9

11 Het kabinet en de sociale partners beogen met het voorstel tot het verhogen van de AOW-leeftijd bij te dragen aan een verbetering van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. 35 Zij menen dat de verhoging van de AOW-leeftijd een daling van het aantal uitkeringsgerechtigden tot gevolg heeft, omdat mensen door de verhoging van de AOW-leeftijd later aanspraak kunnen maken op een AOW-uitkering. Hierdoor zullen ook de uitgaven aan AOW-uitkeringen teruglopen, waardoor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën kan verbeteren. 36 Hierbij moet wel een kanttekening worden geplaatst, omdat deze besparing deels teniet wordt gedaan door hogere uitgaven aan andere zekerheidsregelingen, die als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd langer doorlopen. 37 Paragraaf 3.2 Vergrijzing De komende jaren zal Nederland geconfronteerd worden met de gevolgen van de vergrijzing van de bevolking. De sterke toename van het aantal geboortes na de oorlog en de forse daling van de bevolkingsgroei sinds het einde van de jaren zestig versterken elkaar. Dit zal ertoe leiden dat de beroepsbevolking kleiner wordt, terwijl het aantal 65-plussers naar verhouding toeneemt. 38 Bij de invoering van de AOW stonden tegenover één AOW-gerechtigde zes mensen die werken. Nu staan er tegenover één AOW-gerechtigde nog vier mensen die werken en verwacht wordt dat op het hoogtepunt van de vergrijzing de verhouding één op twee zal zijn. 39 Om voor de toekomst het draagvlak voor de AOW veilig te stellen is langer doorwerken noodzakelijk. Langer doorwerken is ook mogelijk, doordat mensen steeds ouder worden, steeds langer gezond blijven en steeds later beginnen met werken. 40 Een gevolg van de krimpende beroepsbevolking zijn dreigende personeelstekorten. Het is van groot belang hierop te anticiperen en een beleid te maken dat is gericht op mensen die duurzaam inzetbaar zijn en langer en gezond kunnen doorwerken. Het gaat bij duurzame participatie en inzetbaarheid om het vermogen deel te nemen aan het arbeidsproces tot aan de (stijgende) pensioengerechtigde leeftijd. 41 Met de invoering van het vitaliteitspakket in 2013 wil het kabinet de duurzame inzetbaarheid van ouderen blijvend verbeteren en hun mobiliteit bevorderen om ervoor te zorgen dat zij zich beter staande kunnen houden op de veranderde arbeidsmarkt. 42 In hoofdstuk vier zal de inhoud van het vitaliteitspakket worden toegelicht. 35 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 4, p CPB-notitie, 10 juni 2011, sociaal akkoord AOW en Witteveenkader. 37 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3. p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3. p Kamerstukken II 2009/10, , nr. 6, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 5, p Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 10 juni 2011, nr. AV/SDA/2011/10887, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p

12 Hoofdstuk Vier Belangrijkste punten van het pensioenakkoord De afgelopen twee jaar heeft het kabinet samen met de sociale partners over het toekomstbestendig maken van het pensioenstelsel onderhandeld. 43 In het pensioenakkoord van 10 juni 2011 hebben zij, in navolging van het pensioenakkoord van 4 juni 2010, overeenstemming bereikt over de toekomst van het pensioenstelsel. De belangrijkste punten van het pensioenakkoord zijn: verhoging van de AOW-leeftijd, flexibele AOW-leeftijd, verhoging van de AOW en de invoering van het vitaliteitspakket. Deze punten van het pensioenakkoord worden respectievelijk in paragraaf één, twee, drie en vier van dit hoofdstuk besproken. Paragraaf 4.1 Verhoging AOW-leeftijd Het is al langer bekend dat elke generatie langer leeft dan de vorige, maar de levensverwachting stijgt nu veel sneller dan vroeger werd gedacht. De toegenomen levensverwachting heeft tot gevolg dat de uitgaven aan zorg en AOW-pensioen oplopen. Om deze kosten te verlagen hebben het kabinet en de sociale partners afgesproken de AOW-leeftijd te verhogen naar 66 jaar in 2020 en vervolgens naar 67 jaar in De AOW-leeftijd zal, afhankelijk van een nog hogere levensverwachting, in de toekomst verder toenemen. 44 Het kabinet en de sociale partners zijn zich ervan bewust dat een verhoging van de AOW-leeftijd zorgvuldig moet worden ingevoerd. Zij hebben ervoor gekozen de AOW-leeftijd pas in 2020 te verhogen, zodat burgers en werknemers voldoende voorbereidingstijd wordt geboden. Burgers moeten zich kunnen voorbereiden op het feit dat hun AOW-pensioen later ingaat en ook werkgevers hebben tijd nodig het personeelsbeleid af te stemmen op het langer doorwerken van hun werknemers. 45 Om de vijf jaar zal aan de hand van een formule worden bepaald of de ontwikkeling van de levensverwachting een verhoging van de AOW-leeftijd betekent. Wanneer dat het geval is gaat de verhoging 11 jaar later in. De formule die gehanteerd zal worden luidt als volgt: V = (L 18,26) (P 65) Waarbij: 43 J. Dilling & J. Nijtmans, J. Dilling & J. Nijtmans, Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p

13 V verhoging van de AOW-leeftijd in het aanpassingsjaar ten opzichte van de daarvoor geldende AOW-leeftijd L gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd zoals die in het aanpassingsjaar wordt verwacht 18,26 door CBS geschatte gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in de periode P geldende AOW-leeftijd in het aanpassingsjaar voor de verhoging 65 geldende AOW-leeftijd in de periode Het eerste deel van de formule (L 18,26) geeft de mate aan waarin de levensverwachting in het aanpassingsjaar ten opzichte van de referentieperiode is gestegen. Het tweede deel van de formule (P - 65) houdt rekening met eerdere aanpassingen van de AOW-gerechtigde leeftijd. De AOW-leeftijd wordt alleen verhoogd met één heel jaar wanneer de stijging van de levensverwachting dit via de formule rechtvaardigt, zodat niet elke stijging van de levensverwachting direct in een stijging van de AOWleeftijd wordt omgezet. Tegelijkertijd mag de verhoging van de AOW-leeftijd niet meer dan één jaar bedragen. Zelfs niet wanneer de uitkomst van de formule een grotere verhoging oplevert. Op deze manier worden grote schokken in de stijging van de AOW-leeftijd voorkomen. Het voordeel van het verhogen van de pensioenleeftijd met hele jaren is dat het goed te communiceren pensioenleeftijden oplevert. 46 Paragraaf 4.2 Flexibele AOW-leeftijd Het is onvermijdelijk dat de stijgende levensverwachting consequenties zal hebben voor het moment waarop mensen met pensioen gaan. Tegelijkertijd is het kabinet zich ervan bewust dat niet iedereen langer kan doorwerken. In overleg met de sociale partners hebben zij afspraken gemaakt over een verhoging van de AOW-leeftijd, maar met de blijvende mogelijkheid eerder te stoppen met werken. Deze afspraak tussen het kabinet en de sociale partners maakt de ingangsleeftijd voor de AOW flexibel. 47 De mogelijkheid van het later ingaan van het AOW-pensioen wordt met ingang van 1 januari 2013 geïntroduceerd. Langer doorwerken kan door deze maatregel worden gestimuleerd. Het is tot maximaal vijf jaar na de dag waarop men de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt mogelijk om het AOWpensioen te laten ingaan. Bij een latere ingang van de AOW valt het bruto AOW-pensioen 6,5 procent hoger uit voor elk jaar dat men langer werkt. Volgens het CPB is dit percentage actuarieel neutraal. Dit 46 Kamerstukken 2011/12, , nr. 3, p Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 10 juni 2011, nr. AV/SDA/2011/10887, p

14 betekent dat de beslissing van mensen om langer door te werken niet (financieel) door de overheid wordt beïnvloedt, maar dat mensen een eigen afweging kunnen maken om door te werken. 48 Men kan er ook voor kiezen om het AOW-pensioen voor de AOW-leeftijd op te nemen. Echter, het AOW-pensioen kan niet eerder worden opgenomen dan de dag waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt. Alleen personen die op of na 1 januari 2020 de leeftijd van 65 jaar bereiken kunnen van de mogelijkheid om het AOW-pensioen eerder op te nemen gebruik maken. Het maximum aantal jaren dat het AOW-pensioen eerder kan ingaan bedraagt twee jaar. Anders dan bij het later ingaan van het AOWpensioen wordt bij het eerder ingaan van het AOW-pensioen een korting van 6,5 procent op het netto AOW-pensioen toegepast. De reden hiervoor is dat de pensioengerechtigde tot de geldende pensioenleeftijd over zijn inkomen AOW-premie is verschuldigd en na de geldende pensioenleeftijd niet meer. Hierdoor zou het toepassen van een korting van 6,5 procent over het bruto AOW-pensioen tot gevolg hebben dat het netto inkomen voor de pensioengerechtigde leeftijd flink afwijkt van het netto inkomen na de pensioengerechtigde leeftijd. 49 Paragraaf 4.3 Extra verhoging van de AOW Het kabinet en de sociale partners hebben de wens uitgesproken het AOW-pensioen, naast de gebruikelijke indexatie, te willen verhogen ter bescherming van de lagere inkomens en om een nieuw evenwicht te vinden tussen de AOW en het aanvullend pensioen. 50 Deze verhoging vindt jaarlijks vanaf 2013 tot en met 2028 plaats en zal steeds per 1 januari van een kalenderjaar ingaan. De verhoging van de AOW is gelijk aan een bedrag ter hoogte van 0,6 procent van het huidige AOW-pensioen van een gehuwde. Dit komt, uitgaande van AOW bedragen per 1 juli 2011, neer op 54 euro op jaarbasis bij volledige AOW-opbouw. 51 Net als het AOW-pensioen wordt de extra verhoging van de AOW geïndexeerd met de loonontwikkeling. Hierdoor zijn gepensioneerden verzekerd van een goede inkomensbasis. Daarnaast biedt de extra verhoging van de AOW werknemers meer financiële ruimte om het AOW-pensioen eerder op te nemen. 52 Wanneer mensen vanaf 2020 besluiten het AOW-pensioen voor de pensioengerechtigde leeftijd op te nemen, krijgen zij een korting op het AOW-pensioen. Zoals uit de vorige paragraaf is gebleken bedraagt deze korting 6,5 procent van het netto AOW-pensioen en kan het AOW-pensioen niet eerder dan de dag waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt worden opgenomen. 48 Kamerstukken II , nr. 3 p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 157, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 157, p

15 Ook bij het eerder opnemen van het AOW-pensioen is de extra verhoging van de AOW geldig. Hierdoor wordt de korting van 6,5 procent op het AOW-pensioen deels te niet gedaan. 53 Paragraaf 4.4 Vitaliteitspakket Per 1 januari 2013 treedt het vitaliteitspakket in werking. De achterliggende gedachte voor de invoering van dit pakket is het bevorderen van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers en het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van werkenden. 54 Dit pakket is langs drie lijnen vorm gegeven: doorwerken, mobiliteit en loopbaanfaciliteiten. Deze drie vormen worden hieronder achtereenvolgens besproken. Het kabinet stelt per 1 januari 2013 een werkbonus beschikbaar aan werknemers vanaf 61 jaar. Deze werkbonus loopt op met het inkomen. De werkbonus bedraagt op minimumloonniveau euro per jaar en loopt op tot euro vanaf 108 procent van het minimumloon. Mensen die tot hun 65 e doorwerken ontvangen in totaal maximaal vier keer dit bedrag. Daarnaast stelt het kabinet ook een werkbonus beschikbaar aan werkgevers. Dit om ervoor te zorgen dat het voor werkgevers in de toekomst aantrekkelijk blijft om werknemers van 62 jaar en ouder in dienst te houden. De werkbonus voor werkgevers bedraagt euro per jaar gedurende een periode van drie jaar. 55 In Nederland is sprake van een lage arbeidsmobiliteit. Dit is zowel een probleem voor mensen die vanuit een uitkeringssituatie werk moeten zien te vinden als ook voor andere groepen ouderen. Om het probleem van de lage arbeidsmobiliteit op te lossen zal het kabinet per 1 januari 2013 een mobiliteitsbonus introduceren voor enkele groepen werknemers. De mobiliteitsbonus bedraagt euro, gedurende drie jaar, voor het in dienst nemen van werknemers ouder dan 55 jaar. Werkgevers komen in aanmerking voor een dubbele mobiliteitsbonus (7.000 euro per jaar), gedurende drie jaar, bij het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder. 56 Tot slot willen het kabinet en de sociale partners vijf verschillende loopbaanfaciliteiten introduceren, die ervoor moeten zorgen dat een werknemer gezond en werkend de AOW-gerechtigde leeftijd kan behalen. Een eerste faciliteit is het van-werk-naar-werk budget (VWNW-budget). Sociale partners is gevraagd dit budget te introduceren in cao s. Het VWNW-budget is bedoeld om werkgevers en werknemers in staat te stellen om baanovergangen van met ontslag bedreigde werknemers te faciliteren. Een tweede loopbaanfaciliteit is het stimuleren van intersectorale scholing. Het risico dat mensen te weinig of te laat 53 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p H. van Bijnen, Kamerstukken II 2011/12, , nr. 71 p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 71, p

16 in hun loopbaan investeren wil het kabinet reduceren. Om deze reden heeft het kabinet de sociale partners gevraagd intersectorale scholing te stimuleren. Op deze manier wordt preventief ingezet op duurzame inzetbaarheid binnen het Vitaliteitspakket. 57 Verder wil het kabinet in 2013 een nieuwe spaarregeling introduceren: vitaliteitssparen. Deze regeling is toegankelijk voor werknemers en ondernemers met inkomen in box 1 en dient als een vrij opneembare aanvulling op het inkomen. Deelnemers kunnen fiscaal voordelig sparen: de stortingen zijn aftrekbaar in box 1 en er vindt pas heffing plaats bij opname van het tegoed. Voor maximaal euro kan bij deze nieuwe regeling fiscaal gefaciliteerd gespaard worden, waarbij jaarlijks een maximale inleg van euro geldt. Deelnemers kunnen als het potje leeg is opnieuw gefaciliteerd sparen tot ze het maximum weer hebben bereikt. Voor deelnemers, die op 1 januari 62 jaar zijn, is een opnamebeperking van euro opgenomen. Uiterlijk voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd dient het gehele spaartegoed te zijn opgenomen. 58 Een vierde loopbaanfaciliteit betreft de verlaging van de drempel voor aftrek van scholingsuitgaven. De drempel voor deze aftrek wordt per 1 januari 2013 gehalveerd naar 250 euro, zodat ook aan werknemerszijde investeringen in duurzame inzetbaarheid worden gestimuleerd. De netto kosten van scholing worden verminderd door de verlaging van de drempel voor aftrek van scholingsuitgaven. Tot slot wordt de levensloopregeling per 2012 afgeschaft. Alleen degenen die op 31 december 2011 ten minste euro op hun levenslooprekening hebben staan kunnen onder de huidige voorwaarden doorsparen. Echter, vanaf 1 januari 2012 wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd. Deelnemers die op 31 december 2011 minder dan euro gespaard hebben kunnen dit bedrag in 2012 opnemen of in 2013 onbelast naar vitaliteitssparen doorstorten. Ook deelnemers die meer dan euro hebben gespaard kunnen ervoor kiezen het spaartegoed in 2013 onbelast naar vitaliteitssparen door te storten. Voor hen geldt echter wel een maximum van euro. Over het meerdere zullen zij moeten afrekenen. Het is niet mogelijk om zowel aan de overgangsregeling levensloop als aan het vitaliteitssparen deel te nemen Kamerstukken II 2011/12, , nr. 71, p H. van Bijnen, Kamerstukken II 2011/12, , nr. 71, p

17 Hoofdstuk Vijf Fiscale en economische gevolgen De verhoging van de AOW-leeftijd heeft fiscale en economische gevolgen voor zowel de eerste, de tweede als de derde pijler. Deze gevolgen zullen achtereenvolgens worden behandeld in de eerste, de tweede en de derde paragraaf van dit hoofdstuk. Tot slot wordt in paragraaf vier besproken in hoeverre de verhoging van de AOW-leeftijd te rechtvaardigen is. Paragraaf 5.1 Eerste pijler De verhoging van de AOW-leeftijd in 2020 heeft gevolgen voor de overheidsfinanciën. Enerzijds zullen de uitkeringslasten van de AOW dalen, omdat deze later in zullen gaan. Anderzijds zullen de uitkeringslasten van andere sociale regelingen, zoals de WAO, de WIA, de Wet Wajong, de WW, de WWB en de Anw, toenemen doordat deze langer zullen doorlopen. 60 Op dit moment bedragen de uitkeringslasten AOW ruim 30 miljard euro per jaar. Bij ongewijzigd beleid zullen deze lasten in 2020 bijna 40 miljard euro zijn en in 2040 ongeveer 50 miljard euro. 61 De verhoging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2020 levert een jaarlijkse besparing op de AOW-uitgaven van ruim 2 miljard euro op. Na de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar in 2025 neemt de jaarlijkse besparing toe tot ongeveer 4,5 miljard euro. Bij het jaar van invoering zijn de besparingen respectievelijk 1 miljard en 3,5 miljard. Door de hogere uitgaven aan andere sociale zekerheidsinstellingen, die ook tot de hogere AOW-leeftijd zullen doorlopen, zal een deel van de jaarlijkse besparing teniet gaan. Naar verwachting bedraagt deze weglek 25 à 35 procent van de besparing. 62 Daarnaast heeft de verhoging van de AOW-leeftijd financiële gevolgen voor de overheidsfinanciën die, zoals in hoofdstuk drie is besproken, in termen van houdbaarheid worden uitgedrukt. Hierbij valt te denken aan effecten op de loon- en inkomstenbelasting, de aftrekbaarheid van de pensioenpremies en het arbeidsaanbod. Het CPB heeft berekend dat er in Nederland sprake is van een houdbaarheidstekort van 4,5 procent van het bruto binnenlands product. Dit betekent dat zonder belastingverhogingen of een steeds verdere toename van de overheidsschuld de bestaande overheidsvoorzieningen niet kunnen worden gehandhaafd. 63 Verhoging van de AOW-leeftijd zal de houdbaarheid van de overheidsfinanciën met 0,7 procent van het bruto binnenlands product verbeteren Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 25 november 2011, nr. FEZ/BG/2011/20868, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 25 november 2011, nr. FEZ/BG/2011/20868, p

18 Doordat er geen nieuwe informatieverplichtingen worden gecreëerd heeft de verhoging van de AOWleeftijd geen structurele gevolgen voor de administratieve lasten van burgers en bedrijven. Echter, zal de mogelijkheid om het AOW-pensioen flexibel te laten ingaan wel tot een structurele verhoging van de administratieve lasten voor burgers leiden. Naar verwachting heeft de mogelijkheid om het AOWpensioen uit te stellen een structurele verhoging van de administratieve lasten van circa euro tot gevolg. Ook de mogelijkheid om het AOW-pensioen eerder te laten ingaan, zal leiden tot een structurele verhoging van de administratieve lasten voor burgers. Het is echter nog niet mogelijk deze lasten te kwantificeren. De verwachting is wel dat deze lasten hoger zullen uitvallen dan die bij uitstel van de AOW, omdat bij het eerder ingaan van de AOW sprake is van een inkomenstoets. 65 De aanpassingen die het kabinet en de sociale partners zijn overeengekomen in het pensioenakkoord met betrekking tot de AOW, hebben gevolgen voor de uitvoeringskosten bij de Sociale verzekeringsbank (SVB). Er zullen extra kosten gemaakt moeten worden voor de invoering van deze aanpassingen. Hierbij valt te denken aan kosten voor het opleiden van personeel, voor het verwerken van transacties en voor het aanpassen van automatiseringssystemen. Deze kosten worden voor de jaren 2012 en 2013 samen geschat op 2,2 miljoen euro. 66 Paragraaf 5.2 Tweede pijler De fiscale behandeling van de opbouw van de oudedagsvoorzieningen in de tweede pijler wordt, in lijn met de koppeling van het recht op AOW-pensioen, per 2020 aan de ontwikkeling van de levensverwachting aangepast. Vanaf 2013 treden deze aanpassingen in werking en resulteren in een structurele opbrengst van 700 miljoen euro per jaar. 67 Om de taakstellende besparing van 700 miljoen euro te kunnen realiseren is het nodig om de aanpassing van de pensioenrichtleeftijd in de tweede pijler steeds tien jaar voor de verhoging van de AOW-leeftijd door te voeren. Uitgaande van een opbouwperiode van 35 jaar is het volledige effect van een verhoging van de pensioenrichtleeftijd met één jaar pas na 35 jaar volledig in de uittreedleeftijd doorgewerkt. Om deze reden is het van belang om steeds zo snel mogelijk na de aankondiging van een verhoging van de AOW-leeftijd de pensioenrichtleeftijd in de tweede pijler aan te passen. Ongeveer elf jaar voor het ingaan van een verhoging van de AOW-leeftijd wordt deze verhoging kenbaar gemaakt, zodat burgers zich hierop kunnen voorbereiden. De verhoging van de pensioenrichtleeftijd gaat een jaar na de uiterste datum 65 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p

19 van bekendmaking in. Dit betekent dat een verhoging van de pensioenrichtleeftijd steeds tien jaar eerder geldt dan de verhoging van de AOW-leeftijd. 68 Voor de jaren 2013 en 2015 is er sprake van een verhoging van de incidentele administratieve lasten, doordat in die jaren het fiscale kader voor pensioenen wordt aangepast. Een deel van de administratieve lasten bestaan uit het aanpassen van de pensioenrichtleeftijd in de pensioenovereenkomst, de uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement. Daarnaast zullen de pensioenuitvoerders en verzekeraars de gewijzigde pensioenrichtleeftijd in hun IT systemen moeten wijzigen. De administratieve lasten worden tot en met 2015 op 40 miljoen euro incidenteel geschat. 69 De verhoging van de pensioenrichtleeftijd heeft, net als de verhoging van de AOW-leeftijd, een toename van het aantal werknemers tot gevolg doordat ouderen langer blijven doorwerken. Het voordeel van langer doorwerken is dat kennis van oudere werknemers langer in stand blijft. Daarnaast heeft langer doorwerken als voordeel dat het extra loon- en inkomstenheffing oplevert voor de overheid en dat de uitkeringslasten van de aanvullende pensioenen dalen, omdat deze later in zullen gaan. De twee laatstgenoemde voordelen hebben een verbetering van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën tot gevolg. 70 Paragraaf 5.3 Derde pijler De aanpassingen met betrekking tot de individuele pensioenvoorzieningen kan gevolgen hebben voor de administratieve lasten. Op dit moment is de omvang van deze lasten nog niet bekend. Bij een nader wetsontwerp ter begeleiding van de nieuwe pensioencontracten zullen deze lasten in beeld worden gebracht. 71 Paragraaf 5.4 Is de verhoging van de AOW-leeftijd gerechtvaardigd? De aanpassingen in het Nederlandse pensioenstelsel zullen ertoe leiden dat mensen in de toekomst langer moeten doorwerken. Het is de taak van de overheid om werkenden en hun werkgevers hierbij te stimuleren en te ondersteunen. 72 De afspraken die het kabinet en de sociale partners hebben gemaakt om de duurzame inzetbaarheid te vergroten zijn in hoofdstuk vier besproken. 68 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p CPB-notitie, 10 juni 2011, sociaal akkoord AOW en Witteveenkader. 71 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p Beleidsagenda, Maatregelen SZW 2012 & kerndoelstellingen kabinet, p

20 De meest omstreden maatregel die het kabinet en de sociale partners zijn overeengekomen is de verhoging van de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 jaar en in 2025 naar 67 jaar. Veel voorkomende punten van kritiek zijn gericht op de (ongelijke) verdeling van de lusten en lasten tussen de verschillende generaties en tussen de verschillende inkomensgroepen. De lasten zouden volgens jongerengroeperingen teveel terechtkomen bij jongere en toekomstige generaties en volgens de vakbond zouden de lasten onevenredig zwaar op de laagste inkomensgroepen drukken. 73 Naar mijn mening zijn deze kritiekpunten onjuist en proberen het kabinet en de sociale partners juist zorg te dragen voor een gelijke verdeling van de lusten en lasten tussen verschillende generaties en inkomensgroepen. De maatregelen die het kabinet en de sociale partners zijn overeengekomen om dit te bereiken worden hieronder besproken. Allereerst zal ik ingaan op het kritiekpunt dat de lasten teveel terechtkomen bij jongere en toekomstige generaties als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd. Deze stelling is in strijdt met het uitgangspunt van het pensioenakkoord, zoals deze is opgenomen in de beleidsnota van september Hierin staat dat handhaving van intergenerationele solidariteit op korte en lange termijn een belangrijk uitgangspunt is van het pensioenakkoord en dat voorkomen moet worden dat pensioenfondsen op korte termijn teveel uitgeven ten laste van jongere en toekomstige generaties. Een belangrijke maatregel om dit te bereiken is volgens het kabinet en de sociale partners de koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting. Op deze manier krijgt elke generatie ongeveer even lang een AOW-uitkering. Daarnaast zijn het kabinet en de sociale partners nog andere maatregelen overeengekomen die zorg dragen voor intergenerationele solidariteit, zoals het stapsgewijs extra verhogen van het AOW-pensioen. Deze maatregel draagt bij aan een robuuste basis voor het pensioen, ook voor toekomstig gepensioneerden. 75 Daarnaast heeft het kabinet voor het op orde brengen van de overheidsfinanciën een pakket besparingen van 18 miljard euro in 2015 klaarliggen. Dit beleid van het kabinet leidt tot een verkleining van het houdbaarheidstekort met 24 miljard euro. Door de overheidsuitgaven terug te dringen pakt het kabinet het opgelopen houdbaarheidstekort snel aan. Het kabinet voorkomt dat er een rekening naar de toekomst wordt doorgeschoven, doordat zij nu adequaat ingrijpt. 76 Het tweede kritiekpunt dat de lasten van de verhoging van de AOW-leeftijd onevenredig zwaar op de laagste inkomensgroepen drukken zal ik nu bespreken. Het is waar dat de lage inkomens, meer dan de hoge, afhankelijk zijn van de AOW en daardoor in eerste instantie harder door de verhoging van de 73 H. ter Rele, Beleidsnota: Waarborgen voor een generatieproof nieuw pensioencontract, september Kamerstukken II 2011/12, , nr. 4, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 4, p

21 AOW-leeftijd worden getroffen. 77 Echter, zijn het kabinet en de sociale partners maatregelen overeengekomen om lage inkomens tegemoet te komen. Eén van deze maatregelen is het introduceren van een werkbonus, een overgangsregeling voor de levensloopregeling en vitaliteitssparen. Deze maatregelen zijn bedoeld voor mensen met een laag inkomen om het eerder opnemen van het AOWpensioen te vergemakkelijken. Wel zijn de maatregelen zo vorm gegeven dat het financieel aantrekkelijk zal zijn om langer door te werken. 78 Daarnaast zijn het kabinet en de sociale partners overeengekomen dat er vanaf 2020 een extra ouderenkorting komt voor de lage inkomens. Deze bedraagt, afhankelijk van het inkomen, maximaal 300 euro. 79 Verder leidt een verhoging van de minimaal te hanteren AOW-inbouw tot een lagere pensioengrondslag, waardoor minder pensioen opgebouwd wordt in de tweede pijler. Hier staat de extra verhoging van de AOW in de eerste pijler tegenover. 80 Zoals uit bovenstaande misschien al duidelijk is geworden ben ik voorstander van de verhoging van de AOW-leeftijd. Deze verhoging is naar mijn mening om de volgende redenen te rechtvaardigen: - De gemiddelde levensverwachting is sinds de introductie van het AOW-stelsel in 1957 aanzienlijk gestegen. Dit heeft tot gevolg dat ouderen gemiddeld steeds langer van een AOWuitkering genieten, waardoor de betaalbaarheid van de AOW onder druk komt te staan Door de verhoging van de AOW-leeftijd kunnen tekorten op de arbeidsmarkt, die het gevolg zijn van de vergrijzing, worden tegengegaan Het verhogen van de AOW-leeftijd is noodzakelijk om het draagvlak voor de AOW, voor toekomstige generaties, veilig te stellen. 83 Daarnaast zijn het kabinet en de sociale partners overeengekomen dat wanneer doorwerken niet mogelijk of wenselijk is, men ervoor kan kiezen het AOW-pensioen voor de AOW-gerechtigde leeftijd op te nemen. Hierbij is wel van toepassing dat het AOW-pensioen niet eerder dan de dag waarop de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt kan ingaan en dat het AOW-pensioen maximaal twee jaar eerder kan ingaan. Deze regeling is dus alleen mogelijk voor mensen die op of na 1 januari 2020 de leeftijd van 65 jaar bereiken H. ter Rele, Kamerstukken II 2011/12, , nr. 4, p Artikel: Toekomst pensioenstelsel: pensioenakkoord, 3 november 2011 < 80 P. Harts, W. Heeringa & L. Bovenberg, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 10 juni 2011, nr. AV/SDA/2011/10887, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 62, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 3, p

22 Echter zijn er ook argumenten te bedenken die tegen een verhoging van de AOW-leeftijd zijn aan te voeren. Een eerste argument dat ik al heb genoemd is de (ongelijke) verdeling van de lusten en lasten tussen verschillende generaties en inkomensgroepen. Als tweede argument kan aangevoerd worden dat de kleinere hoeveelheid vrije tijd als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd tot welvaartsverlies leidt. 85 Ook met dit tegenargument ben ik het niet eens, omdat ik niet vind dat je van een welvaartsverlies kan spreken, aangezien mensen steeds langer en gezonder leven kunnen zij best een jaar langer doorwerken. Tot slot een derde tegenargument, is dat niet met zekerheid gezegd kan worden dat door de verhoging van de AOW-leeftijd de arbeidsparticipatie van ouderen zal toenemen. 86 Dit argument is naar mijn mening volledig juist. Niemand kan in de toekomst kijken en met zekerheid vaststellen dat de arbeidsparticipatie van ouderen zal toenemen. Wel kunnen er maatregelen worden getroffen om dit doel te bereiken, wat door het kabinet en de sociale partners is gebeurd. Zij hebben in het pensioenakkoord van 10 juni 2011 diverse maatregelen opgenomen om de arbeidsparticipatie van ouderen op de arbeidsmarkt te verbeteren. In hoeverre deze maatregelen daadwerkelijk tot een verbetering van de positie van ouderen op de arbeidsmarkt leiden is moeilijk te voorspellen, maar dat deze positie in de toekomst gaat verbeteren lijkt mij zeer waarschijnlijk! 85 H. Verbon, H. Verbon,

23 Hoofdstuk Zes Aanbevelingen en conclusie De verhoging van de AOW-leeftijd doet veel stof opwaaien. In dit hoofdstuk wordt besproken hoe het kabinet en de sociale partners de commotie rond deze maatregel kunnen beperken. Tevens wordt ook de conclusie naar aanleiding van dit onderzoek geformuleerd. Paragraaf 6.1 Wat kan er veranderd of verbeterd worden? De huidige discussie in onze maatschappij met betrekking tot het pensioenakkoord van 10 juni 2011 heeft vooral betrekking op de verhoging van de AOW-leeftijd. Deze discussie ontstaat naar mijn mening doordat het kabinet en de sociale partners een groot deel van de bevolking niet kunnen laten inzien dat een verhoging van de AOW-leeftijd noodzakelijk is om ons pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Ook benadrukken zij niet genoeg dat ze tal van andere maatregelen hebben genomen om het draagvlak en de betaalbaarheid van de AOW te verbeteren. Het advies dat hieruit naar voren komt is het verbeteren van de communicatie naar de burger en in het bijzonder naar degene die de kosten moeten dragen voor solidariteit. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat er alles aan gedaan wordt om het Nederlandse pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Daarnaast moeten ook de gevolgen van de maatregelen, op een voor ieder begrijpelijke wijze worden gecommuniceerd. 22

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 juni 2011 Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd

Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd 30 januari 2012 Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd Dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn Verbetering Toegang gezondheidszorg Europese en nationale doelen Arbeidsparticipatie ouderen en pensioen

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon M.H.C. Lever Datum: 10 juni 2011 Betreft: Sociaal akkoord

Nadere informatie

Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd

Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd 30 januari 2012 Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd Dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn Europese en nationale doelen Arbeidsparticipatie ouderen en pensioen Sterke duurzame economie Banen creëren

Nadere informatie

20120621: Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Tweede Kamer aangenomen

20120621: Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Tweede Kamer aangenomen Berkenlaan 6 7461 XB Rijssen T 0548-518191 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl W www.hertgerspensioenadvies.nl 20120621: Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Tweede

Nadere informatie

Berkenlaan XB Rijssen. T F E W

Berkenlaan XB Rijssen. T F E W Berkenlaan 6 7461 XB Rijssen 20120607: Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd T 0548-518191 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl W www.hertgerspensioenadvies.nl Volgens dit

Nadere informatie

Versobering van de fiscale pensioenopbouw

Versobering van de fiscale pensioenopbouw Versobering van de fiscale pensioenopbouw 1. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel Als het aan het kabinet ligt, dan wordt het Witteveenkader op drie manieren aangepast: verhoging van de pensioenrichtleeftijd,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Prinsjesdag Special 2011. AOW, arbeidspensioenen en arbeidsparticipatie

Prinsjesdag Special 2011. AOW, arbeidspensioenen en arbeidsparticipatie Prinsjesdag Special 2011 AOW, arbeidspensioenen en arbeidsparticipatie Op Prinsjesdag presenteerde het eerste kabinet Rutte de begroting voor 2012. Een groot deel ( 69,9 miljard) van de totale overheidsuitgaven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting

Nadere informatie

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: 4 17-07-2015 Pagina: 3 van 7

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: 4 17-07-2015 Pagina: 3 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 AOW-gerechtigde leeftijd... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Verhoging van 65 naar 67... 4 2.3 Verdere verhoging op basis van de levensverwachting... 4 3 Pensioenleeftijd... 6 3.1

Nadere informatie

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012 De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt Workshop 9 mei 2012 Programma De aanleiding en het pensioenakkoord op hoofdlijnen Aanpassingsmechanismes Fiscale pensioenkader

Nadere informatie

Wanneer ga jij met pensioen?

Wanneer ga jij met pensioen? Wanneer ga jij met pensioen? Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 AOW-gerechtigde leeftijd... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Verhoging van 65 naar 67... 4 1.3 Verdere verhoging op basis van de levensverwachting...

Nadere informatie

Nederlandse Orde van PensioenDeskundigen

Nederlandse Orde van PensioenDeskundigen Nederlandse Orde van PensioenDeskundigen - Aanpassen AOW-leeftijd en Witteveenkader -Afstemming tweede en derde pijler Zeist, 14 juni 2011 Prof. Mr. Herman M. Kappelle Bijzonder hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht

Nadere informatie

nieuwsplus Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 Inhoud 1. Wijzigingen in 2014

nieuwsplus Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 Inhoud 1. Wijzigingen in 2014 s-gravenhage, 21 mei 2013 Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 De gevolgen van het regeerakkoord VVD-PvdA zijn groot voor de AOW en de opbouw van pensioen in de tweede pijler. In deze tweede editie van

Nadere informatie

Onze referentie 1. Vitaliteitspakket

Onze referentie 1. Vitaliteitspakket > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Waarom langer doorwerken? De levensverwachting stijgt Elke generatie leeft langer dan de vorige. Dat is al langer bekend, maar de stijging van de levensverwachting

Nadere informatie

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Waarom langer doorwerken? De levensverwachting stijgt Elke generatie leeft langer dan de vorige. Dat is al langer bekend, maar de stijging van de levensverwachting

Nadere informatie

Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Eerste Kamer aangenomen

Wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd door Eerste Kamer aangenomen Govert Terlouwstraat 6 3065 GH Rotterdam T 0103418732 Het Rietveld 55A 7321 CT Apeldoorn T 055-2018885 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl I www.hertgerspensioenadvies.nl Wetsvoorstel Wet verhoging

Nadere informatie

68 De Pensioenwereld in 2014

68 De Pensioenwereld in 2014 09 68 De Pensioenwereld in 2014 Pensioenregeling 69 Aanpassingen van het fiscale (Witteveen-)kader Auteurs: Ivar Sintemaartensdijk en Jan Stigter Pensioenen mogen zich nog altijd verheugen in de warme

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T F

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T F Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www.szw.nl Betreft Nader rapport inzake het voorstel van Wet tot

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF (mei 2012)

NIEUWSBRIEF (mei 2012) Berkenlaan 6 7461 XB Rijssen T 0548-518191 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl W www.hertgerspensioenadvies.nl NAW NIEUWSBRIEF (mei 2012) Onderwerpen: Het Lenteakkoord: gevolgen voor de AOW,

Nadere informatie

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden

Nadere informatie

Datum 31 januari Betreft Nota van wijziging Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33046)

Datum 31 januari Betreft Nota van wijziging Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33046) > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting

Nadere informatie

Vragen en antwoorden pensioenakkoord

Vragen en antwoorden pensioenakkoord Vragen en antwoorden pensioenakkoord 1. Waarover gaat dit pensioenakkoord? Het pensioenakkoord gaat over drie onderwerpen: de AOW, de aanvullende pensioenen, en de kansen van ouderen op de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015

Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015 Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015 De parlementaire behandeling van de fiscale hervorming van de pensioenen is afgerond. Op dinsdag 27 mei is de Eerste Kamer in meerderheid akkoord gegaan met de plannen

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ................................................................................... No.W12.11.0113/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 11 april 2011, no.11.000939, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

Pensioenakkoord: polderkolder in Nederland pensioenland MR. JOS GIELINK CPL WERKZAAM BIJ BERGAMIN & GIELINK PENSIOENRECHTADVIES B.V.

Pensioenakkoord: polderkolder in Nederland pensioenland MR. JOS GIELINK CPL WERKZAAM BIJ BERGAMIN & GIELINK PENSIOENRECHTADVIES B.V. 3 Het Pensioenakkoord: polderkolder in Nederland pensioenland MR. JOS GIELINK CPL WERKZAAM BIJ BERGAMIN & GIELINK PENSIOENRECHTADVIES B.V. Op 19 september heeft FNV Bondgenoten te nauwer nood ingestemd

Nadere informatie

Pensioenactualiteiten

Pensioenactualiteiten Pensioenactualiteiten Medezeggenschap Waterbedrijven, Waterschappen, Netwerkbedrijven 16-05-2013 Agenda Dekkingsgraad en financiële positie fonds Wijzigingen in 2012 Ontwikkelingen en gevolgen voor ABP

Nadere informatie

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Bijdrage prof. dr. Kees Goudswaard / 49 Financiering van de AOW: solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Deze vraag staat centraal in de bij drage van bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid prof.

Nadere informatie

Datum : 6 juli 2010 Aan : Informateurs

Datum : 6 juli 2010 Aan : Informateurs CPB Notitie Datum : 6 juli 2010 Aan : Informateurs 4 Aow-plan sociale partners Het plan voor verhoging van de aow-leeftijd heeft 2020 als beginjaar, dus nà de komende kabinetsperiode. Conform de systematiek

Nadere informatie

Centraal Beheer APF. voorgesorteerd op het nieuwe pensioenstelsel

Centraal Beheer APF. voorgesorteerd op het nieuwe pensioenstelsel Centraal Beheer APF voorgesorteerd op het nieuwe pensioenstelsel Centraal Beheer APF is positief over het feit dat sociale partners en het kabinet onlangs tot een pensioenakkoord gekomen zijn. Bij de vakbonden

Nadere informatie

Aanpassing AOW en Witteveenkader maakt pensioen nog complexer

Aanpassing AOW en Witteveenkader maakt pensioen nog complexer maakt pensioen nog complexer De status van het Pensioenakkoord is na ruim een jaar nog steeds niet definitief. 1 Duidelijk is wel dat de achterban van de vakbonden onderling verdeeld is. Minister Kamp van

Nadere informatie

a. In het in onderdeel N opgenomen artikel 8.11, derde lid, van de Wet

a. In het in onderdeel N opgenomen artikel 8.11, derde lid, van de Wet 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Het in artikel I, onderdeel W, opgenomen

Nadere informatie

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari 2012. Ferry Pereboom Angelique Kansouh

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari 2012. Ferry Pereboom Angelique Kansouh Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden Ferry Pereboom Angelique Kansouh Februari 2012 De AC Rijksvakbonden zijn een initiatief van NCF, Juvox, VPW en VCPS Inhoudsopgave 0. Voorwoord......... 3 1. Lage dekkingsgraad

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011-2012 33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting

Nadere informatie

Een goede oudedagsvoorziening? Werknemers zijn aan zet

Een goede oudedagsvoorziening? Werknemers zijn aan zet 28 november 2014 Een goede oudedagsvoorziening? Werknemers zijn aan zet Jarenlang was pensioen géén actueel onderwerp. Je kreeg AOW als je 65 was en daarnaast een gegarandeerd pensioen dat via een werkgever

Nadere informatie

Prinsjesdagspecial 2014. De pensioennota. Samenvatting

Prinsjesdagspecial 2014. De pensioennota. Samenvatting Prinsjesdagspecial 2014 De pensioennota Samenvatting 1 2 Inhoudsopgave Prinsjesdagspecial de Pensioennota 1 Pensioen 3 1.1 Aangepast Witteveenkader 3 1.2 Verlaging maximum opbouw- en premiepercentages

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 7 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 7 oktober 2011

Nadere informatie

Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor deelnemers in actieve dienst mei 2014

Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor deelnemers in actieve dienst mei 2014 Jouw Cosun pensioen Informatiebijeenkomsten voor deelnemers in actieve dienst mei 2014 1 Agenda Pensioen in Nederland Onze regeling Keuzemogelijkheden Vragen 2 Pensioen in Nederland Nederlands pensioenstelsel

Nadere informatie

Herziening pensioenstelsel

Herziening pensioenstelsel Herziening pensioenstelsel Het pensioenstelsel staat al een tijdje onder druk. Dat geldt niet alleen voor de AOW, maar ook voor de tweede pijler. De toenemende vergrijzing en de stijging in de levensverwachting

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2010-2011

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2010-2011 TWEEDE KAMER DER 2 STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 767 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging van de

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

Fiscale aspecten pensioenmaatregelen

Fiscale aspecten pensioenmaatregelen www.pwc.nl Fiscale aspecten pensioenmaatregelen regeerakkoord Studiebijeenkomst Vereniging voor Pensioenrecht 21 november 2012 Agenda 1. Aanleiding 2. Ontwikkelingen wet- en regelgeving pensioen 3. Wet

Nadere informatie

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI Pensioenactualiteiten Robert Deddens 19 november 2013 Copyright 2012 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel van het

Nadere informatie

Vakcentrale. Toekomst Pensioenstelsel Zaken rond AOW en het aanvullend pensioen

Vakcentrale. Toekomst Pensioenstelsel Zaken rond AOW en het aanvullend pensioen Toekomst Pensioenstelsel Zaken rond AOW en het aanvullend pensioen 0 Tom Poes verzin eens een list! Het is moeilijk om jong te zijn, gaf hij toe. Je moet lenen aan je kinderen, en je moet de ouderen teruggeven

Nadere informatie

pensions employee benefits tax financial planning Anders denken over pensioen

pensions employee benefits tax financial planning Anders denken over pensioen pensions employee benefits tax financial planning Anders denken over pensioen Schiphol, 15 november 2012 Uw inleiders mr. Judith Schulp, advocaat arbeidsrecht partner mr. Jan-Olivier Kuijkhoven, pensioenfiscalist

Nadere informatie

Een nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe pensioenregeling Een nieuwe pensioenregeling De pensioenregeling van Pensioenfonds voor de Accountancy wordt per 1 januari 2015 aangepast. Het bestuur heeft inmiddels de hoofdlijnen van de nieuwe regeling vastgesteld.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 290 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband

Nadere informatie

Notitie. 11 juni 2010. Datum. Onderwerp De meest gestelde vragen over het principe-akkoord AOW-pensioen. 1 Gemiddelde op basis van het verleden

Notitie. 11 juni 2010. Datum. Onderwerp De meest gestelde vragen over het principe-akkoord AOW-pensioen. 1 Gemiddelde op basis van het verleden Notitie Datum 11 juni 2010 Onderwerp De meest gestelde vragen over het principe-akkoord AOW-pensioen 1. Waarover gaat dit raadgevend referendum? De FNV heeft samen met de andere vakcentrales afspraken

Nadere informatie

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verhoging en koppeling aan de ontwikkeling

Nadere informatie

Wijziging pensioenregeling

Wijziging pensioenregeling Stichting Pensioenfonds TNO Wijziging pensioenregeling 2014 Wat vindt u in deze brochure? In deze brochure vindt u een overzicht van de wijzigingen van de pensioenregeling per 1 januari 2014. Introductie

Nadere informatie

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK Werknemers- en werkgevers-organisaties in de Metaal en Techniek en Metalektro, samenwerkend in de Stichting Vakraad Metaal en Techniek en de Stichting Raad van

Nadere informatie

Fiscale kader aanvullende pensioenen minder beperkt

Fiscale kader aanvullende pensioenen minder beperkt Govert Terlouwstraat 6 3065 GH Rotterdam T 0103418732 Het Rietveld 55A 7321 CT Apeldoorn T 055-2018885 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl I www.hertgerspensioenadvies.nl Fiscale kader aanvullende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 428 Derde aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam

Nadere informatie

Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties

Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties Inleiding De huidige financiële en economische crisis maakt pijnlijk duidelijk dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën

Nadere informatie

Eén nieuw pensioen voor de Techniek

Eén nieuw pensioen voor de Techniek Afspraken zorgen voor stabiele premie, beschermen lagere inkomens en stimuleren arbeidsmobiliteit Eén nieuw pensioen voor de Techniek Schiphol/Rijswijk, 26 september 2014 - Werknemers en werkgevers in

Nadere informatie

Vraag en antwoord. V: Wat is een middelloonregeling? A: Vanaf 1 januari 2014 is de Appa een middelloonregeling.

Vraag en antwoord. V: Wat is een middelloonregeling? A: Vanaf 1 januari 2014 is de Appa een middelloonregeling. 1 Vraag en antwoord V: Wat is een middelloonregeling? A: Vanaf 1 januari 2014 is de Appa een middelloonregeling. Uw pensioen wordt berekend op basis van uw jaarlijkse bezoldiging. U bouwt elk jaar een

Nadere informatie

ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015

ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015 Vrouw en Pensioen anno 2015 e.v. Balans tussen werk, zorg en invloed ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015 Mr. Caroline Jones Groeneweg RB Even voorstellen 3 pijlers Nederlands pensioenstelsel 3.Privé 2.De werkgever

Nadere informatie

Aegon Levensverzekering N.V.

Aegon Levensverzekering N.V. Voorbeeldbrief werkgever met DC-regeling (3%- staffel), en additioneel: - WIA-excedentpensioen, en - ANW-hiaatpensioen, en - netto pensioenregeling Aegon Levensverzekering N.V. Postbus 16150, 2500 BD Den

Nadere informatie

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten artikel Inleiding Reeds geruime tijd wordt een maatschappelijke discussie gevoerd over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel.

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Wetsvoorstel Witteveen 2015

KPMG Meijburg & Co ABCD. Wetsvoorstel Witteveen 2015 Wetsvoorstel Witteveen 2015 Het wetsvoorstel Witteveen 2015 is op 15 april 2013 ingediend bij de Tweede Kamer. Het betreft de verlaging van de maximumopbouw- en premiepercentages voor pensioenen en de

Nadere informatie

Veranderingen in de Pensioenwereld

Veranderingen in de Pensioenwereld Veranderingen in de Pensioenwereld Veranderingen in de Pensioenwereld staan voor de deur U hebt er vast al van gehoord, de pensioenwereld gaat de komende tijd drastische veranderingen doormaken. Zowel

Nadere informatie

15 vragen en antwoorden over de veranderingen in de pensioenregeling

15 vragen en antwoorden over de veranderingen in de pensioenregeling Er verandert wat aan je pensioen 15 vragen en antwoorden over de veranderingen in de pensioenregeling Over de pensioenleeftijd en de AOW 1. Moet ik nu blijven werken tot 67 jaar? Het pensioen dat je vanaf

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer Pagina 1/6 Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer Momenteel bouwt u pensioen op bij uw eigen vennootschap. Dit betekent dat de vennootschap recht heeft op premieaftrek voor uw

Nadere informatie

1.B. Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014

1.B. Jouw Cosun pensioen. Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014 1.B Jouw Cosun pensioen Informatiebijeenkomsten voor pensioengerechtigden mei 2014 1 Agenda Pensioen in Nederland Waarom een nieuwe regeling bij Cosun? Pensioenpremie Toeslagverlening (indexatie) Discussie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Datum 8 oktober 2019 Betreft Beantwoording Kamervragen

Nadere informatie

Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) Verhoging AOW leeftijd vanaf 2013 Verhoging pensioenleeftijd vanaf 2014 Overgangsrecht?

Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) Verhoging AOW leeftijd vanaf 2013 Verhoging pensioenleeftijd vanaf 2014 Overgangsrecht? De Toekomst van pensioen VVPJ 26 februari 2013 Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd Aan welke knoppen kun je nog draaien? Nieuw premieovereenkomstenbesluit Ben Schuurman Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 046 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting

Nadere informatie

Wijzigingen in de pensioenwetgeving... 2. Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4

Wijzigingen in de pensioenwetgeving... 2. Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4 UPDATE Pensioenspecial september 2014 Sneller op de hoogte zijn van het nieuws? Volg ons op Social Media! Mandema & Partners helpt u graag bij het interpreteren van de pensioenwijzigingen die voor u en

Nadere informatie

Datum 2 mei 2011 Betreft Nader rapport inzake het voorstel van wet verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar

Datum 2 mei 2011 Betreft Nader rapport inzake het voorstel van wet verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www.szw.nl Betreft Nader rapport inzake het voorstel van wet verhoging

Nadere informatie

De pensioenleeftijd in beweging

De pensioenleeftijd in beweging Verschenen: 'De pensioenleeftijd in beweging', Jaarverslag Stichting Instituut Gak, blz. 5-8. De pensioenleeftijd in beweging Kees Goudswaard Wereldwijd worden stelsels van sociale zekerheid en pensioenen

Nadere informatie

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij 3 De beschikbare premieregeling In Nederland bestaan grofweg twee categorieën pensioenregelingen: beschikbare premieregelingen enerzijds en middelloon-

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 14 september 2011 Betreft Pensioenakkoord

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 14 september 2011 Betreft Pensioenakkoord > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Wijziging CDC-regeling TBI

Wijziging CDC-regeling TBI Wijziging CDC-regeling TBI Voorlichtingssessie tijdens deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI 18 november 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document

Nadere informatie

Verhoging AOW- en pensioenleeftijd: wat betekent dat voor mijn adviespraktijk? Erik Schouten AEGON Adfis 26 september 2012

Verhoging AOW- en pensioenleeftijd: wat betekent dat voor mijn adviespraktijk? Erik Schouten AEGON Adfis 26 september 2012 Verhoging AOW- en pensioenleeftijd: wat betekent dat voor mijn adviespraktijk? Erik Schouten AEGON Adfis 26 september 2012 1 Agenda 1. AOW 2. Pensioen 3. DGA 4. Lijfrente 5. Eigen woning / hypotheekrente

Nadere informatie

De politieke plannen op een rijtje

De politieke plannen op een rijtje De politieke plannen op een rijtje partij titel bullettekst VVD Flexibele AOW-leeftijd: maximaal drie jaar later De VVD biedt de mogelijkheid om, actuarieel neutraal, de AOW maximaal drie jaar later te

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 290 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband

Nadere informatie

Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers

Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers Hieronder treft u vragen en antwoorden over de nieuwe regeling aan. Staat uw vraag er niet bij, stuur dan een mail aan uw werkgeversconsulent.

Nadere informatie

PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis. 24 september 2015

PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis. 24 september 2015 PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis 24 september 2015 Pensioen ALGEMEEN 1 e pijler OVERHEID AOW ANW 2 e pijler WERKGEVER Pensioen 3 e pijler ZELF Lijfrente Banksparen 2 Een jaar geleden... Pensioen

Nadere informatie

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW Inleiding Op verzoek van de NVZ heeft PFZW een vergelijking op hoofdlijnen gemaakt tussen beide pensioenregelingen in samenspraak

Nadere informatie

201506 brochure pensioen in zicht 2015. Pensioen in zicht

201506 brochure pensioen in zicht 2015. Pensioen in zicht Pensioen in zicht INHOUD PAGINA 1. Wanneer gaat het pensioen in? 3 2. Kan het pensioen ook op een eerdere datum ingaan? 3 3. Is een vervroegde pensionering haalbaar? 3 4. Vervroegde ingang van het pensioen

Nadere informatie

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling Veelgestelde vragen nettopensioenregeling Vragen en antwoorden over pensioenopbouw en verzekeren nabestaandenpensioen over uw pensioengevend salaris boven 100.000 Pagina 1 van 7 Vragen en antwoorden Wat

Nadere informatie

2010/2011; de fiscale aspecten

2010/2011; de fiscale aspecten AOW en Pensioenakkoord 2010/2011; de fiscale aspecten 13 september 2011 Vereniging voor Pensioenrecht Jeroen Los ONNO F. BLOM ADVOCATEN Toe te lichten onderwerpen ONNOF.BLOMADVOCATEN 2 Korte schets wetsontwerp

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De AOW-gerechtigde leeftijd van 65 jaar is niet meer van deze tijd. : Karst Branderhorst. Datum : september 2011

Bachelor Thesis. De AOW-gerechtigde leeftijd van 65 jaar is niet meer van deze tijd. : Karst Branderhorst. Datum : september 2011 Bachelor Thesis De AOW-gerechtigde leeftijd van 65 jaar is niet meer van deze tijd Naam : Karst Branderhorst Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : s656155 Datum : september 2011 Examencommissie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Deze notitie beschrijft de effecten van het voorstel op de werkgelegenheid en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

Deze notitie beschrijft de effecten van het voorstel op de werkgelegenheid en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. CPB Notitie Aan: Kamerlid dhr. N. Klein Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM Den Haag T 088 9846000 I www.cpb.nl Contactpersoon M.H.C. Lever, H.J.M. ter Rele

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer aan deze pensioenregeling; - U bent arbeidsongeschikt. Het Uniform Pensioenoverzicht

Nadere informatie

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

Tentamen Pensioenactuariaat 1, 18-1-2007

Tentamen Pensioenactuariaat 1, 18-1-2007 Tentamen Pensioenactuariaat 1, 18-1-2007 Op dit tentamen kun je 100 punten halen : 25 pt Opgave A, óf je eindcijfer van de opdrachten tijdens het collegeblok. Het maimum van de twee scores is geldig, dus

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief NUMMER 16 > JAARGANG 12 > APRIL 2015 INHOUD > Hoe is de nieuwe pensioenregeling tot stand gekomen? [p.1] Fiscaal kader per 1 januari 2015 [p.2]

Nadere informatie

(070) 373 8020. Kern van de afspraken: De pensioenrichtleeftijd stijgt naar 67 jaar Het opbouwpercentage daalt met 0,1% De pensioenpremie gaat omlaag

(070) 373 8020. Kern van de afspraken: De pensioenrichtleeftijd stijgt naar 67 jaar Het opbouwpercentage daalt met 0,1% De pensioenpremie gaat omlaag Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft akkoord pensioen gemeenteambtenaren uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U201301307 Lbr. 13/082 bijlage(n) 2 Datum

Nadere informatie

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland In deze nieuwsbrief Voorwoord Wat betekenen de nieuwe pensioenmaatregelen voor u? De informatie in dit document is eigendom van en mag noch in haar geheel noch gedeeltelijk van. Page 2 of 5 Voorwoord In

Nadere informatie

Samenvatting Waarom de AOW-leeftijd verhogen?

Samenvatting Waarom de AOW-leeftijd verhogen? 1 Samenvatting Het kabinet heeft in het aanvullend beleidsakkoord gekozen voor een pakket van houdbaarheidsmaatregelen waaronder het voornemen om de AOW-gerechtigde leeftijd te verhogen van 65 naar 67

Nadere informatie

1. Wat betekent het dat de AOW volgens het pensioenakkoord wordt gekoppeld aan de verdiende lonen?

1. Wat betekent het dat de AOW volgens het pensioenakkoord wordt gekoppeld aan de verdiende lonen? Vragen en antwoorden over het pensioenakkoord, besproken tijdens het landelijk beraad van groepsbesturen van CNV Publieke Zaak op 8 juli 2010 in Nijkerk 1. Wat betekent het dat de AOW volgens het pensioenakkoord

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Samenvatting Pensioenakkoord 10 juni 2011

Samenvatting Pensioenakkoord 10 juni 2011 Samenvatting Pensioenakkoord 10 juni 2011 Op 10 juni jl. heeft het kabinet met de Stichting van de Arbeid een akkoord gesloten over de oudedagsvoorziening en ouderenparticipatie. In de kern gaat het akkoord

Nadere informatie