2017-BB-47-VO-01 MASTERPLAN DIDAM GEMEENTE MONTFERLAND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2017-BB-47-VO-01 MASTERPLAN DIDAM GEMEENTE MONTFERLAND"

Transcriptie

1 KENMERK: BETREFT: PROJECT: OPDRACHTGEVER: VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN MASTERPLAN DIDAM GEMEENTE MONTFERLAND 1

2 Documentcode: Aantal pagina s: 76 Datum: 2 augustus 2017 Status: Definitief BeoBOM Bezoekadres: Statenweg 84D 3039 JH Rotterdam Postadres: Postbus KB Rotterdam T: +31 (0) E: info@beobom.nl KVK: BTW: NL B01 Afbeelding voorzijde: Canadese militairen in de buurt van Nieuw-Dijk. Bron: Bezetting en bevrijding van Didam

3 Inhoud Managementsamenvatting... 5 Inleiding Algemeen... 8 Aanleiding... 8 Begrenzing projectgebied... 9 Doel Terminologie Niet gesprongen explosieven (NGE) versus conventionele explosieven (CE) Inventarisatie bronnenmateriaal Algemeen Literatuur Gemeentelijk en provinciaal archief Nationaal Archief Den Haag (NA) en overige archieven Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Archief Munitie en mijnenopruimingsdienst (MMOD) Archief Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) 1971-heden Collectie mijnenveldgegevens, leg- en ruimrapporten EODD Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) Luchtfotocollecties Bibliotheek Universiteit Wageningen, Topografische Dienst / Kadaster Zwolle en Laurier Military History Archive The National Archives, Kew, Surrey The National Archives and Records Administration, Washington D.C. (NARA) Eerder uitgevoerde vooronderzoeken Historische verenigingen Overige bronnen Bronnenanalyse Algemeen Resultaten archief- en literatuuronderzoek Archief Mijn- en munitieopruimingsdienst (MMOD) Archief Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) 1971-heden Collectie mijnenveldkaarten, leg- en ruimrapporten EODD Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) Stafkaart Luchtfotoanalyse Algemeen

4 Resultaat luchtfotoanalyse Landschapsanalyse Algemeen Naoorlogse bodemroerende werkzaamheden Resultaat vergelijking Beoordeling en evaluatie bronnenmateriaal Algemeen Indicaties Contra-indicaties Leemten in de kennis Mogelijk aan te treffen (sub)soorten CE Horizontale afbakening Verticale afbakening verdacht gebied Conclusie en aanbevelingen Bijlage 1. Inventarisatiekaart 2017-BB-47-OT Bijlage 2. Bodembelastingkaart 2017-BB-47-OT

5 Managementsamenvatting De gemeente Montferland is voornemens om het centrumgebied van Didam te verbeteren onder de titel Masterplan Didam. Hiervoor wordt een concreet herontwikkelingskader ontwikkelt voor diverse deelgebieden en wordt een verblijfsplein gerealiseerd in het hart van het centrum. De Arbeidsomstandighedenwet stelt dat er gezorgd moet worden voor een veilige werkplek. Uit dien hoofde dient een onderzoek naar de aanwezigheid van CE te worden uitgevoerd. Dit onderzoek wordt in de regelgeving een vooronderzoek genoemd. Het vooronderzoek CE dient te worden uitgevoerd conform de huidige wettelijke norm, als vastgelegd in het WSCS-OCE. Uit het geraadpleegde bronnenmateriaal is gebleken dat binnen de contouren van het projectgebied (mogelijk) de volgende typen CE kunnen worden aangetroffen: Afwerpmunitie (20 lb, Brits, afgeworpen) Op basis van het bronmateriaal kan worden gesteld dat op 24 maart 1945 het projectgebied is getroffen door een geallieerde luchtaanval waarbij afwerpmunitie werd ingezet. Daarom kan CE in de vorm van fragmentatiebommen met een kaliber van 20 lb binnen het op afwerpmunitie verdachte gebied worden aangetroffen op een maximale diepte van 3,00 meter minus maaiveld. Dat betekent dat afwerpmunitie kan worden aangetroffen tot maximaal 8,50m+NAP op het terrein achter de Albertusstichting en 10,00m+NAP aan de zuidzijde van de Schoolstraat. Verschoten geschutmunitie, diverse kalibers t/m 3.7 inch (geallieerd). Op basis van het bronmateriaal kan worden gesteld dat het gehele projectgebied verdacht is op de aanwezigheid van verschoten geschutmunitie van diverse kalibers met een maximum van 3.7 inch (geallieerd). CE in de vorm van verschoten geschutmunitie kan worden aangetroffen tot een diepte van maximaal 3,00 meter minus maaiveld. Dat betekent dat verschoten geschutmunitie kan worden aangetroffen tot maximaal 8,50m+NAP op het terrein achter de Albertusstichting en 10,50m+NAP in de omgeving van het station Achtergelaten klein-kalibermunitie, hand- en geweergranaten en (munitie voor) granaatwerpers (Duits). Vanwege de aanwezigheid van de Duitse verdedigingswerken dient tevens rekening te worden gehouden met het mogelijk achterblijven van CE in de vorm van klein-kalibermunitie, hand- en geweergranaten en (munitie voor) granaatwerpers. Deze kunnen binnen de contouren van loopgraven en wapenopstellingen worden verwacht. CE in de vorm van achtergelaten klein-kalibermunitie, hand- en geweergranaten en (munitie voor) granaatwerpers kunnen worden aangetroffen tot een diepte van maximaal 2,50 meter minus maaiveld, ofwel maximaal 11,00m+NAP bij het station en 9,00m+NAP achter de Albertusstichting. Advies Daar waar het verdachte gebied het projectgebied overlapt, is sprake van een zogenaamd opsporingsgebied. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek, dient aanvullend onderzoek uitgevoerd te worden, waarin de geplande werkzaamheden nader worden geanalyseerd in het licht van de bevindingen in dit vooronderzoek. Op basis hiervan kunnen de juiste (mitigerende) maatregelen worden genomen of een opsporingsproces (detectieonderzoek CE) worden opgestart voorafgaande aan de geplande werkzaamheden. 5

6 BeoBOM adviseert op dit punt de uitvoering van Projectgebonden Risicoanalyse OCE (PRA-OCE), waarin nader wordt ingegaan op de specifieke risico s en een mogelijke inperking hiervan. Deze PRA wordt op maat gemaakt, wat inhoudt dat er specifiek wordt gekeken naar de geplande werkzaamheden en daarmee samenhangend naar de meest geschikte oplossingen in termen van tijd en middelen. N.B.: Op de inventarisatiekaart worden enkele verdachte gebieden, indicaties en gebeurtenissen buiten het projectgebied getoond, welke niet direct van invloed zijn op het projectgebied maar die wel zijn geconstateerd. Omwille van de volledigheid worden deze tevens weergegeven. Op basis van de getoonde gegevens buiten het projectgebied kunnen geen werkzaamheden worden uitgevoerd buitende contouren van het projectgebied. Voorafgaande aan werkzaamheden buiten het projectgebied, dient aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd. 6

7 Inleiding Projectnaam: Project: Opdrachtgever: Projectadres: Besteknr./opdrachtnr. Werkomschrijving: Doelstelling: Uitvoerder Vooronderzoek Conventionele Explosieven Masterplan Didam Gemeente Montferland Didam Uitvoering vooronderzoek Conventionele Explosieven en samenstellen CE bodembelastingkaart conform het WSCS-OCE Uitvoering vooronderzoek CE BeoBOM Autorisatie rapportage en bodembelastingkaarten: Dhr. F.G.J. Barink, adviseur, senior OCE-deskundige Auteurs: CE-bodembelastingkaarten: dhr. B.P. Slaa Historicus drs. dhr. B.P. Slaa Historicus drs. dhr. J. Rotteveel Historicus 7

8 1. Algemeen Aanleiding De gemeente Montferland is voornemens om het centrumgebied van Didam te verbeteren onder de titel Masterplan Didam. Hiervoor wordt een concreet herontwikkelingskader ontwikkelt voor diverse deelgebieden en wordt een verblijfsplein gerealiseerd in het hart van het centrum. Binnen dit herontwikkelingskader valt het oplossen van de verkeersproblematiek van de Wilhelminastraat, de herontwikkeling van de locatie van het voormalige gemeentehuis, het stationsgebied, het Nettoramaterrein, etc. De Arbeidsomstandighedenwet stelt dat er gezorgd moet worden voor een veilige werkplek. Uit dien hoofde dient een onderzoek naar de aanwezigheid van Conventionele Explosieven (hierna: CE) te worden uitgevoerd. Dit onderzoek wordt in de regelgeving een vooronderzoek genoemd. Het vooronderzoek CE dient te worden uitgevoerd conform de huidige wettelijke norm, als vastgelegd in het WSCS-OCE. 1 Omdat de mogelijkheid bestaat dat tijdens oorlogshandelingen in de Tweede Wereldoorlog CE in of in de directe nabijheid van het projectgebied zijn achtergebleven, is voorafgaande aan de werkzaamheden voorliggend vooronderzoek uitgevoerd. Figuur 1. Schets van het Masterplan Didam. Bron: Kragten. 1 Werkveldspecifiek Certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven. 8

9 Begrenzing projectgebied Het projectgebied is begrensd op basis van de door opdrachtgever verstrekte gegevens en de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN). Onderstaande figuren tonen het projectgebied op drie verschillende zoom-niveaus. Figuur 2. De begrenzing van het projectgebied op drie overzichtsniveaus. Bron satellietbeeld: PDOK/Google. 9

10 Doel Het doel van dit aanvullende vooronderzoek is om vast te stellen of: Vast te stellen of er indicaties, dan wel contra-indicaties, bestaan voor de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven (CE) binnen het projectgebied; Indien er indicaties bestaan voor de aanwezigheid van CE, vast te stellen welke (sub)soorten er kunnen worden aangetroffen; Op basis van luchtfoto-interpretatie de mogelijke locaties van achtergebleven CE zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen; Het verdachte gebied in de horizontale en in de verticale dimensie af te bakenen; Een rapportage en bijbehorende CE-bodembelastingkaart samen te stellen ter aanvulling van bestaande vooronderzoeken. Terminologie Voor het opstellen van vooronderzoeken worden voor alle CE-gerelateerde werkvlakken een viertal gebieden onderscheiden. Projectgebied gebied waarbinnen de reguliere werkzaamheden uitgevoerd gaan worden. Dit gebied wordt bepaald aan de hand van de door de opdrachtgever aanleverde gegevens. Onderzoeksgebied het gebied dat tijdens het vooronderzoek onderzocht is. Het WSCS-OCE schrijft voor dat de rapportage tenminste de begrenzing van het onderzoeksgebied omvat. Als begrenzing van het te onderzoeken gebied heeft BeoBOM ervoor gekozen geen vaste buffer rond het projectgebied te nemen om te voorkomen dat gebeurtenissen over het hoofd worden gezien. Ten behoeve van ieder vooronderzoek wordt onderzocht op geografische relevante na(a)m(en), dat wil zeggen dat de gebeurtenissen met betrekking tot de geografische locaties waarbinnen het projectgebied is gelegen worden onderzocht. Er wordt op die manier op bijv. straat-, buurtschaps-, plaats-, gemeente- en provincieniveau gezocht naar oorlogshandelingen en andere relevante gebeurtenissen. De gevonden gebeurtenissen welke in de bronnen worden gekoppeld aan een geografisch relevante locatie en derhalve mogelijk relevant zijn, worden vervolgens gerapporteerd in het vooronderzoek. Ook wanneer deze gebeurtenissen na een nadere analyse geen invloed blijken te hebben op (de directe) omgeving van het projectgebied. Er wordt dus niet zozeer gekeken naar een vaste afstand (buffer) rondom het projectgebied, maar naar gebeurtenissen welke in de bronnen worden gekoppeld aan bepaalde locaties welke relevant zouden kunnen zijn voor het projectgebied. Omwille van het schetsen van een historische context (bijvoorbeeld het duiden van gebeurtenissen binnen een breder kader zoals een geallieerde operatie zoals Market Garden) kunnen ook gebeurtenissen op grote afstand van het projectgebied worden genoemd. Verdacht gebied gebied waarin mogelijk CE aangetroffen kunnen worden. De totstandkoming wordt bepaald in hoofdstuk 6 (indien van toepassing). Onverdacht gebied - de op de CE bodembelastingkaart niet als verdacht gebied aangeduide locaties kunnen worden beschouwd als onverdacht gebied. Dat wil zeggen: niet meer verdacht dan de overige onderzochte Nederlandse bodem waar geen sprake is van specifieke aanwijzingen voor de aanwezigheid van CE. 10

11 Figuur 3. Schematische weergave van de verschillende deelgebied. Niet gesprongen explosieven (NGE) versus conventionele explosieven (CE) In de praktijk wordt vaak de term NGE (niet gesprongen explosieven) gehanteerd wanneer men doelt op de omgang met CE (conventionele explosieven). NGE is een overkoepelende term waarmee bijvoorbeeld ook explosieven voor terroristische doeleinden kunnen worden aangeduid. Voorliggend document heeft slechts betrekking op CE, ofwel (fabrieksmatig geproduceerde) explosieven, niet zijnde geïmproviseerd, nucleair, biologisch of chemisch, welke zijn achtergebleven als gevolg van oorlogshandelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog en waarop de richtlijnen van het WSCS-OCE van toepassing zijn. Binnen deze definitie vallen ook: CE die geen explosieve stoffen (meer) bevatten; Restanten van CE die door leken als zodanig herkenbaar zijn; Voorwerpen die door leken kunnen worden aangemerkt als CE; Wapens of onderdelen daarvan. 11

12 2. Inventarisatie bronnenmateriaal Algemeen Voor een grondig en volledig vooronderzoek dienen zoveel mogelijk relevante gegevens te worden verzameld. Met behulp van deze gegevens dient vervolgens een zo nauwkeurig mogelijk beeld van de in het onderzoeksgebied voltrokken oorlogshandelingen te worden geschetst. Conform het WSCS-OCE dienen voor een vooronderzoek minimaal de onderstaande bronnen te worden geraadpleegd. Bron Verplicht (WSCS-OCE) Aanvullend Literatuur Gemeentelijk en/of provinciaal archief Nationaal Archief Den Haag Nederlands Instituut voor oorlogsdocumentatie (NIOD) Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) Nederlands Instituut voor militaire historie (NIMH) Luchtfotocollectie Bibliotheek Universiteit Wageningen Luchtfotocollectie Topografische Dienst/Kadaster Zwolle (TOPOD) Luchtfotocollectie The Aerial Reconnaissance Archives (TARA) The National Archives (NA) Londen Bundesarchiv-Militärarchiv Freiburg The National Archives and Records Administration, Washington D.C. (NARA) Getuigenverslagen Geraadpleegd Literatuur Onderstaande literatuur is geraadpleegde ten behoeve van voorliggend aanvullend vooronderzoek. Er zijn zowel werken ingezien die direct betrekking hebben op de voormalige gemeenten Bierum en Delfzijl als algemene werken die de bredere context van de Tweede Wereldoorlog in Nederland schetsen. Met betrekking tot het werk van dhr. Eversteijn dient te worden opgemerkt dat dit met de nodige voorzichtigheid wordt geraadpleegd. In het verleden is meermaals gebleken dat het onzorgvuldigheden en foutieve vermeldingen van gebeurtenissen bevat. Dat wil niet zeggen dat dit werk in zijn geheel onbetrouwbaar is. Als indicator van oorlogshandelingen, de bijbehorende data, etc., heeft het grote waarde. Echter dienen deze vermeldingen altijd geverifieerd te worden middels andere bronnen. Het belang van verificatie geldt overigens voor al het geraadpleegde materiaal, zoals bijvoorbeeld de in dit onderzoek veelvuldig geraadpleegde dagboeken van ooggetuigen. 12

13 Alst et al., T. van, Didam in de twintigste eeuw (Didam 2007). Cultuurhistorische Vereniging Zevenaar, Zevenaar 50 jaar bevrijd (2 delen, Zevenaar 1995). Eversteijn, T., Bombardementen, raketbeschietingen, neergekomen V-wapens en militaire vliegtuigverliezen in de periode 10 mei mei 1945 (z.p. 2011). Grood, H. de, Een Silvolds dagboek over het laatste oorogsjaar. September 1944 juni 1945 (2005). Hulkenberg, A.M., 1944/ 45 in Zevenaar, Netterden enz. enz. (1995). Middlebrook, M. en C. Everitt, The Bomber Command War Diaries. An operational reference book (Surrey 2011). Oudheidkundige Vereniging Didam, De Tweede Wereldoorlog in Didam (1990). Oudheidkundige Vereniging Didam, Bezetting en bevrijding van Didam (1995). Oudheidkundige Vereniging Didam, Getuigenissen van de oorlog (2015). Smit, J.B., Didam : een Liemerse plattelandsgemeente (Didam 2008). Wil, T. te, Diem deur de jaore hen (Didam 2012). Zwanenburg, G.J., En nooit was het stil Kroniek van een luchtoorlog (2 dln., z.p., z.j.). Gemeentelijk en provinciaal archief Ten behoeve van dit aanvullende vooronderzoek zijn in het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers en in het Gelders Archief verschillende archiefstukken met betrekking tot het projectgebied geraadpleegd. Hierbij zijn de archieven van de voormalige gemeente Didam (opgegaan in de gemeente Montferland in 2005) ingezien. Bij het verzamelen van archiefmateriaal gaat speciale aandacht uit naar de stukken van de Luchtbeschermingsdienst en de Oorlogsschade/Schade-enquêtecommissie. Daarnaast wordt gezocht naar alle overige relevante stukken, bijvoorbeeld oorlogsdagboeken, foto s uit de periode , relevante stukken m.b.t. naoorlogse bodemroering en dergelijke. Ook in het Nationaal Archief Den Haag en in het NIOD zijn enige aanvullende stukken ingezien. De geraadpleegde stukken zijn hieronder in een overzicht, met vermelding van toegangs- en inventarisnummers, opgenomen. De in het Nationaal Archief en het NIOD geraadpleegde stukken zijn als afzonderlijke onderdelen aangemerkt. Indien er staat aangegeven dat een dossier door BeoBOM als relevant is beoordeeld, betekent dit dat er in het betreffende dossier gegevens zijn aangetroffen die als indicaties of contra-indicaties kunnen worden beschouwd voor de mogelijke aanwezigheid van CE binnen- of in de omgeving van het projectgebied. Indien een dossier door BeoBOM wordt aangemerkt als zijnde niet relevant betekent dit dat er in het betreffende dossier geen indicaties of contra-indicaties zijn aangetroffen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om personeelslijsten, financiële gegevens of regelgeving welke verder niets zeggen over de aanwezigheid van CE. In dat geval staat de reden vermeld. 13

14 Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers te Doetinchem 1405 Gemeentebestuur Didam Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant Luchtbeschermingsdienst: rapporten Ja 728 Opruimen munitie, mijnen Ja Materiële oorlogsschade (6 mappen) Ja Gelders Archief te Arnhem 1037 Militair Gezag in Gelderland Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant Stukken betreffende door gemeenten verstrekte opgaven van aangetroffen explosieven, bij DMC Doetinchem (1945) Ja Nationaal Archief Den Haag (NA) en overige archieven Ten behoeve van het vooronderzoek, zijn enige aanvullende stukken in het Nationaal Archief Den Haag geraadpleegd. Het gaat hierbij om onderstaande stukken. Indien relevant, zijn deze verwerkt in het overzicht met oorlogshandelingen in deze rapportage Inspectie bescherming bevolking tegen luchtaanvallen Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant Gelderland Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied 73 Gelderland Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Korps Hulpverleningsdienst Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant Inv.nr. 20 Registers met krantenknipsels inzake explosieven (z.d.) 21 Inv.nr. 21 Registers met krantenknipsels inzake explosieven ( ) 22 Inv.nr. 22 Registers met krantenknipsels inzake explosieven ( ) 27 Inv.nr. 27 Registers met krantenknipsels inzake ongevallen met oorlogstuig Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Commissie van Proefneming Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant Staten van onontplofte projectielen (1940) Ja In het Stadsarchief Rotterdam bevindt zich een aanvullend stuk op de Inspectie bescherming bevolking tegen luchtaanvallen. Waar relevant, is de hieruit afkomstige informatie verwerkt in het overzicht met oorlogshandelingen in deze rapportage. 14

15 Stadsarchief Rotterdam (SR) Archief van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant Overzicht bomschade gemeenten ( ) Ja. Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) In het NIOD is onderzoek gedaan in verschillende dossiers. Het gaat hierbij om onderstaande stukken. Indien relevant, zijn deze verwerkt in het overzicht met oorlogshandelingen in deze rapportage. 15 Collectie kaarten en plattegronden Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant Gemeentekaart van Nederland, met daarop aangegeven de gebieden waar zich nog landmijnen bevinden en de 'cleared areas', z.d. Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied 077 Generalkommissariat für das Sicherheitswesen (Höhere SS- und Polizeiführer Nord-West) Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant Dagberichten van de Befehlshaber der Ordnungspolizei Den Haag betreffende vijandelijke luchtaanvallen, Stukken betreffende vijandelijke luchtaanvallen, landingen van vijandelijke vliegeniers, het vinden van versperringsballons, het werpen van springstoffen en het gebruik van sabotagematerialen, Lagemeldungen van de diverse Verbindingsoffiziere, Berichtgevingen betreffende neergekomen vliegtuigen, 1943 Ja Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied 1766 Technische Nothilfe-instanties Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied 216k Departement van Justitie Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant 216k 180 Rapporten van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politiekorpsen en de Marechaussee inzake het geven van het sein luchtalarm, het neerstorten van vliegtuigen en vliegtuigonderdelen en de vondst van niet-ontplofte explosieven, 23 juni april Meldingen van verschillende gemeenten betreffende ongevallen, beschietingen, bombardementen en het afwerpen van (lege) benzinetanks door vliegtuigen Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied 15

16 Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant 727 Stukken betreffende het uitbreken van verschillende branden tengevolge van neergekomen brandbommen (27 maart februari 1945) 729 Dagboek van de groepscommandant der Marechaussee (Gendarmerie) te Didam (1 juni januari 1944) Ja Nee, geen relevante stukken m.b.t. CE A Dossier Bombardementen, geallieerde Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant A 1 t/m 34 Diverse stukken betreffende bombardementen op Nederlands grondgebied Nee, geen relevante stukken m.b.t. het projectgebied Archief Munitie en mijnenopruimingsdienst (MMOD) In het Semi-Statisch archief van Defensie te Rijswijk is nagegaan of binnen de verschillende projectgebieden door de Munitie- en Mijnenopruimingsdienst (MMOD) in de periode ruimingen van CE zijn uitgevoerd. Archief Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) 1971-heden Sinds 1971 worden meldingen en ruimingen (MORA s) van CE centraal geregistreerd door de Explosieven Opruimingsdienst (EODD). In het archief, eveneens ondergebracht in het Semi-Statisch Archief te Rijswijk, is nagegaan of hierin meldingen en/of ruimingen zijn opgenomen die plaats hebben gehad in de directe nabijheid van de vier projectgebieden. Sinds 2010 worden deze meldingen alleen digitaal geregistreerd. Bij de EODD is tevens een overzicht opgevraagd van de meldingen en ruimingen van 2010 tot heden. Collectie mijnenveldgegevens, leg- en ruimrapporten EODD De collectie mijnenveldgegevens, leg- en ruimrapporten EODD is geraadpleegd om na te gaan of er ten tijde van de oorlog binnen of in de nabijheid van de verschillende projectgebieden mogelijk mijnenvelden zijn aangelegd. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) Er zijn géén aanwijzingen aangetroffen voor het plaatshebben van gevechtshandelingen in de meidagen van 1940 binnen de diverse projectgebieden. Derhalve is de collectie 409 Gevechtsverslagen en rapporten mei 1940 van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) niet ingezien. Wel is in de voorbereidingsfase van dit vooronderzoek gebleken dat er in- en in de nabijheid van verschillende van de onderhavige projectgebieden Duitse stellingen en verdedigingswerken zijn aangelegd. De collectie 575 Duitse verdedigingswerken en inundaties van Nederlands grondgebied in de oorlog/rapporten van militaire aard vanuit bezet Nederland aan bureau inlichtingen Londen van het NIMH is derhalve wel geraadpleegd. Waar relevant zijn de gevonden gegevens verwerkt in het overzicht met oorlogshandelingen. 16

17 575 Bureau inlichtingen / Duitse verdedigingswerken. Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant E/643/45: Verhoorverslag betreffende troepenvervoer, bunkers en een uitkijkpost in Didam en tankversperringen in de Achterhoek over de periode januari E/2225/45: Rapport betreffende slagorder verplaatsing en legering Duitse troepen in Didam, 's-heerenberg, Stokkum, Zeddam en Lengel, Montferland, Westervoort, Doesburg, Beck, Hummelo, Lobith Tolkamer, Pannerden en Babberich (van Kees) Ja. Ja. Luchtfotocollecties Bibliotheek Universiteit Wageningen, Topografische Dienst / Kadaster Zwolle en Laurier Military History Archive Op basis van luchtfotoanalyse kan een nauwkeuriger beeld worden gevormd van de oorlogshandelingen die op een bepaalde locatie hebben plaatsgevonden en de sporen die deze mogelijk hebben achtergelaten. Sporen die zichtbaar kunnen zijn op luchtfoto s van goede kwaliteit zijn bijvoorbeeld kraters door artillerie- of bominslagen, aangelegde stellingen, versperringen of beschadigde of vernielde bebouwing. Als deze sporen (correct) worden geïnterpreteerd kunnen bijvoorbeeld inslaglocaties nauwkeuriger worden vastgesteld dan op basis van literatuur- of archiefonderzoek mogelijk zou zijn. Interpretatie van luchtfotomateriaal is niet altijd eenvoudig: door weersomstandigheden, (te) grote hoogte en andere factoren kan de beeldkwaliteit onvoldoende zijn. Het blijven bovendien momentopnamen. Een bominslag kan bijvoorbeeld na enkele dagen door herstelwerkzaamheden al niet meer zichtbaar zijn. Om deze reden wordt te allen tijde getracht diverse luchtfoto s van variërende data en van goede kwaliteit aan te schaffen. Hoeveel luchtfoto s beschikbaar zijn, verschilt per locatie. Uit de collectie van de Bibliotheek Universiteit Wageningen (DOTKAdata) en de Laurier Military History Archive (LMH) is het beschikbare luchtfotomateriaal voor deze locatie geïnventariseerd en beoordeeld op kwaliteit. Ten behoeve van het aanvullend vooronderzoek zijn de onderstaande luchtfoto s geselecteerd om als basis te dienen voor de luchtfotoanalyse. Luchtfotonummer(s) Sortie Datum Schaal Kwaliteit Dekking Bron / december : 7600 Goed 75% DOTKA 4087, / maart : 7600 Goed 100% LMH / maart : 6000 Redelijk 100% LMH G/LIB302 3 september 1945 Onbekend Redelijk 100% BeoBOM 17

18 Dekking luchtfoto s Figuur 4. Luchtfotodekking voor 24 december 1944 (luchtfotonummer 3019). Figuur 5. Luchtfotodekking voor 15 maart 1945 (luchtfotonummers 4087 en 4088). 18

19 Figuur 6. Luchtfotodekking voor 28 maart 1945 (luchtfotonummer 3066). Figuur 7. Luchtfotodekking voor 3 september 1945 (Luchtfotonummers 3101). 19

20 The National Archives, Kew, Surrey Verschillende Operations Record Books van de 2 nd Tactical Air Force, Bomber Command, Fighter Command en de daartoe behorende Squadrons zijn geraadpleegd. Waar relevant, is de aangetroffen informatie toegevoegd aan het overzicht met oorlogshandelingen. AIR27: Squadron Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant AIR Operations Record Book No 74 Squadron Ja. 717 Operations Record Book No 88 Squadron Ja 784 Operations Record Book No 98 Squadron Ja 1132 Operations Record Book No 180 Squadron Ja 1407 Operations Record Book No 226 Squadron Ja 1714 Operations Record Book No 320 Squadron Ja 1739 Operations Record Book No 342 Squadron Ja Operations Record Book No 345 RCAF Ja. Squadron 1882 Operations Record Book No 442 RCAF Squadron Ja. AIR 37: 2nd Tactical Airforce Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant AIR nd Tactical Air Force. Daily Log: Sep Oct 1944 Ja 716 2nd Tactical Air Force. Daily Log: Nov Dec 1944 Ja 717 2nd Tactical Air Force. Daily Log: Jan Feb 1945 Ja 718 2nd Tactical Air Force. Daily Log: Mar May 1945 Ja The National Archives and Records Administration, Washington D.C. (NARA) In juni 2016 heeft BeoBOM onderzoek uitgevoerd in de Amerikaanse archieven te Washington (NARA). Hier zijn onder meer de volgende stukken geraadpleegd: Record Group 331 Defence Overprints Toeg.nr Inv.nr Omschrijving Relevant 331 Defence overprint Zevenaar: edition 19 march 1945 (1:25.000) Ja. Deze stafkaart geeft een dekking van 100% ten opzichte van de vier projectgebieden. 20

21 Eerder uitgevoerde vooronderzoeken Er is voor de omgeving van het projectgebied een eerder uitgevoerd vooronderzoek bekend. Onderstaand wordt de insteek en conclusie van dit rapport kort vermeld. Tevens wordt de bodembelastingkaart CE van dit onderzoek vergeleken met het onderhavige projectgebied. Geel T&A Survey, ROZ-147: Historisch vooronderzoek spoortracé Zevenaar-Winterswijk (1 mei 2012). Vooronderzoek naar de aanwezigheid van niet-gesprongen conventionele explosieven (NGCE) ter plaatse van het spoortracé Zevenaar-Winterswijk. De betreffende locatie overlapt met het zuidelijke deel van het huidige projectgebied. Conclusie: Er is feitelijk materiaal aangetroffen, waaruit blijkt dat er mogelijk verschillende typen explosieven in het onderzoeksgebied zijn achtergebleven tijdens WOII. Hierdoor geldt dat het onderzoeksgebied (deels) verdacht is op de aanwezigheid van explosieven. Het onderzochte gebied wat overlapt met het huidige projectgebied is volgens T&A Survey onverdacht op de aanwezigheid van explosieven. Figuur 8. Eerder uitgevoerd onderzoek in de omgeving van onderhavig projectgebied. Rood: verdachte gebieden CE. De cijfers corresponderen met het type CE (1=achtergelaten geschutmunitie; 2=afwerpmunitie 250 en 500 lb; 28=afwerpmunitie en geschutmunitie). Groen: onverdacht gebied CE, eveneens aangeduid met het cijfer 29. Historische verenigingen Ter aanvulling van de als verplicht gestelde bronnen als beschreven in het WSCS-OC, neemt BeoBOM standaard contact op met relevante historische verenigingen. Ten behoeve van voorliggend aanvullende vooronderzoek heeft BeoBOM een verzoek om informatie ingediend bij de Oudheidkundige Vereniging Didam. 21

22 Overige bronnen Ter aanvulling van de als verplicht gestelde bronnen als beschreven in het WSCS-OCE zijn tevens enkele relevante persberichten, websites, landkaarten en andere bronnen geraadpleegd. ahn.nl; echodelta.net; heritage.canadiana.ca; ibiblio.org; Iwm.org.uk maps.google.com; Reneboerboom.nl pdok.nl; topotijdreis.nl; verliesregister.studiegroepluchtoorlog.nl; vergeltungswaffen.nl 22

23 3. Bronnenanalyse Algemeen In dit hoofdstuk is het resultaat opgenomen van de beoordeling en evaluatie van het in het vorige hoofdstuk geïnventariseerde bronnenmateriaal. Resultaten archief- en literatuuronderzoek Op basis van het bronnenonderzoek is een overzicht opgesteld van de verschillende oorlogshandelingen in (de omgeving van) het projectgebied. In de kolom relevantie wordt door BeoBOM nader toegelicht in hoeverre gebeurtenissen relevant zijn voor het huidige projectgebied en wordt de betrouwbaarheid van het bronmateriaal ingeschat. Ten behoeve van de volledigheid is niet enkel gekeken naar indicaties voor de aanwezigheid van CE binnen het projectgebied, maar ook naar indicaties erbuiten, ook wanneer deze niet van directe invloed zijn op het projectgebied. De getoonde indicaties buiten het projectgebied dienen te worden beschouwd als indicatief, aangezien deze buiten de reikwijdte van dit vooronderzoek vallen. Er kunnen derhalve geen werkzaamheden buiten de contouren van het projectgebied worden uitgevoerd zonder aanvullend vooronderzoek voor deze eventuele gebieden. Datum Gebeurtenis Relevant mei 1940 Tijdens de Duitse inval in 1940 wordt het gebied ten zuiden van Didam verdedigd door infanterie van de 3 e Compagnie van het 22 e Grensbataljon. De commandopost hiervan is gevestigd 500 meter ten zuiden van station Didam in het Van de Poll-huis (Dijksestraat 38). In Didam zelf zijn twee aspergeversperringen opgeworpen: één in de Wilhelminastraat ter hoogte van notaris van Romondt en bakker Nova, en één in de Oranjestraat ter hoogte van het postkantoor. Om 03:00 wordt door de sectiecommandant van de 2 e Compagnie van het 22 e Grensbataljon een rijwielpatrouille, bestaande uit ongeveer 25 man, staande gehouden bij de versperring. Deze patrouille geeft zich uit voor Nederlandse soldaten, maar blijken Duitse soldaten in Nederlandse uniformen te zijn. Na overleg wordt de rijwielpatrouille gearresteerd en ontwapend. Een bestelbus uit Zevenaar wordt gebruikt om de Duitse krijgsgevangen af te voeren, maar voordat de bus kan vertrekken arriveert een Duitse pantserwagen uit het zuiden. Deze pantserwagen begint te schieten op de versperring en de bestelbus. De bus weet weg te rijden, maar stuit op de weg naar Zevenaar op een nieuwe Nederlandse versperring bij De Tol. Daardoor weet de Duitse pantserwagen de bestelbus te achterhalen en na een kort vuurgevecht weten de Duitse krijgsgevangenen te ontsnappen, waarop de Nederlandse soldaten krijgsgevangen worden gemaakt. 2 Relevant. De genoemde versperringen van het Nederlandse leger bevinden zich midden in het projectgebied. Er bestaat een kans dat er CE van de beschieting van deze versperring door een Duitse pantserwagen in het projectgebied is achtergebleven. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 2 H. Stevens, De strijd om de eer, in: Bezetting en bevrijding van Didam (1995)

24 Datum Gebeurtenis Relevant Bij het Van de Poll-huis komt het tot een kort treffen tussen het Nederlandse en Duitse leger. Hierbij sneuvelen één Nederlandse en één Duitse soldaat oktober 1940 Op deze dag komt bij de gemeentepolitie de melding binnen dat er een cylindervormig gat, met een doorsnede van 15 cm, wordt aangetroffen in een weiland in de Oude Maat. Vermoed wordt dat het gat afkomstig is van een niet-ontplofte granaat van het luchtafweergeschut. Binnen 50 meter van de plaats van inslag staan geen woningen of andere gebouwen. 4 De Befehlshaber der Ordnungs-Polizei vermeldt dat er deze dag in Didam één nicht explodiertes Flakgeschoss gevonden is. 5 Niet relevant. De Oude Maat ligt ruim twee kilometer ten noorden van het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 24 oktober november 1940 In de ochtend wordt in de berm van de Doesburgseweg een gat ontdekt die ontstaan zou zijn door de inslag van een niet-ontplofte bom. Gedurende de nacht hadden omwonenden tot driemaal een gierend geluid gehoor, wat samenviel met overvliegende vliegtuigen. Bij nader onderzoek in de omgeving worden nog drie andere soortgelijke gaten ontdekt. De doorsnede van de gaten bedraagt ongeveer 15 cm. Eén van de gaten wordt aangetroffen op een afstand van een achttal meters van een woning. De Ortskommandant ter plaatse stelde hierop ook een onderzoek in en kwam tot de conclusie dat hier van geen bommen sprake was [maar waarschijnlijk van luchtafweergranaten]. De gaten worden daarop afgezet met gevaarborden en rode vlaggetjes. 6 De Befehlshaber der Ordnungs-Polizei vermeldt dat er deze dag in Didam één Sprengbombe neben Verkehrsstrasse Didam-Doesburg [ist] eingeschlagen, [und] nicht explodiert. 7 In de vroege ochtend, omtrent 5:30, vind een bominslag plaats in een weiland gelegen langs de Tatelerweg. Een buurtbewoner meldt dat hij een suizend geluid heeft gehoord en daarna een doffe, niet luide slag, vermoedelijk veroorzaakt door inslag van een niet-ontplofte bom. Bij het onderzoek van de politie en luchtbeschermingsdienst wordt een gat met een diameter van 1,5 à 2 meter gevonden op een afstand van 57 meter van de verkeersweg en meer dan 100 meter van het dichtstbijzijnde gebouw. Vanwege de omvang van het gat wordt niet uitgesloten dat de bom toch is ontploft, maar er worden echter geen scherven gevonden. 8 Niet relevant. De Doesburgseweg ligt ruim twee kilometer ten noorden van het projectgebied. De kans dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen, is daarom klein te noemen. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. Niet relevant. De Tatelerweg begint ruim 500 meter ten westen van het projectgebied en loopt door tot aan Zevenaar. Daarnaast is de niet-ontplofte bom terechtgekomen in een weiland buiten de bebouwde kom. De kans dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen, is daarom klein te noemen. 3 Getuigenissen van de oorlog (Didam 2015) Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL), 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 726: luchtbeschermingsdienst, rapporten. 5 NIOD, 077: Generalkommissariat für das Sicherheitswesen (Höhere SS- und Polizeiführer Nord-West), inv.nr. 1328: Dagberichten van de Befehlshaber der Ordnungspolizei Den Haag betreffende vijandelijke luchtaanvallen, ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr NIOD, 077: Generalkommissariat für das Sicherheitswesen, inv.nr ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr

25 Datum Gebeurtenis Relevant De Befehlshaber der Ordnungs-Polizei vermeldt dat er om 5:30 in Didam een bom is gevallen op een weiland. De bom is niet-ontploft. 9 Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 13 december 1940 De afdeling voor het onschadelijk maken van niet-gesprongen munitie, projectielen, etc. van de Commissie van Proefneming komt naar Didam om vier brisantgranaten van 8,8 cm te laten springen. Uit onderzoek blijkt echter dat de granaten te diep zitten, waarop wordt besloten de blindgangers te laten zitten. 10 Niet relevant. Deze melding staat waarschijnlijk in relatie tot de op 24 oktober 1940 aangetroffen gaten bij de Doesburgseweg. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat februari 1941 De Befehlshaber der Ordnungs-Polizei vermeldt dat er in Didam een Gummihülle brennend [ist] niedergekommen. 11 Waarschijnlijk gaat het hier om een rubberen ballon met een brandende vloeistof. 27 februari 1941 De Befehlshaber der Ordnungs-Polizei vermeldt dat er in Didam een uitgebrande Leuchtbombe is gevonden. 12 Waarschijnlijk gaat het hier om een lichtfakkel die geallieerde bommenwerpers gebruikten om s nachts een doelwit te markeren. 18 april 1941 De Befehlshaber der Ordnungs-Polizei vermeldt dat er in Didam een uitgebrande Leuchtbombe is gevonden en op het Raadhuis is gedeponeerd. 13 Waarschijnlijk gaat het hier om een lichtfakkel die geallieerde bommenwerpers gebruikten om s nachts een doelwit te markeren. 27 juni 1941 In het buurtschap Holthuizen wordt rond 8:30 uur gemeld dat afgelopen nacht er twee brisantbommen zijn neergekomen. Volgens buurtbewoners kwamen de bommen om ongeveer 02:30 neer. Op een haverakker wordt een trechter gevonden met een diameter van ongeveer 7 meter en 3 meter diep. De tweede krater bevindt zich in een weiland op ongeveer 70 meter van de eerste krater. De omvang is nagenoeg gelijk, alleen is deze krater 3,5 meter diep. Beide trechters liggen naar schatting 70 meter van de naastbij Niet relevant. De betreffende melding gaat niet over een stuk CE. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. Niet relevant. De betreffende melding gaat niet over een stuk CE. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. Niet relevant. De betreffende melding gaat niet over een stuk CE. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. Niet relevant. Het buurtschap Holthuizen ligt ruim twee kilometer ten oosten van het projectgebied. De kans dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. 9 NIOD, 077: Generalkommissariat für das Sicherheitswesen, inv.nr Nationaal Archief, : Commissie van Proefneming, inv.nr. 23: staten van onontplofte projectielen (1940). 11 NIOD, 077: Generalkommissariat für das Sicherheitswesen, inv.nr NIOD, 077: Generalkommissariat für das Sicherheitswesen, inv.nr NIOD, 077: Generalkommissariat für das Sicherheitswesen, inv.nr

26 Datum Gebeurtenis Relevant gelegen boerenhoeve verwijderd. Behalve schade aan akker- en grasgewas is er slechts zeer geringe schade; alleen bij de woning van G. Meijer (D.160) is één ruit vernield. 14 Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. z.d. De Duitsers plaatsen luchtdoelgeschut met zoeklichten bij Nieuw-Dijk. In het land van W. Egging stond een stuk luchtdoelgeschut van 8,8 cm en bij T. van Londen een barak met zoekapparaat. 15 Niet aantoonbaar relevant. Het land van W. Egging ligt ruim één kilometer ten oosten van het projectgebied. Door de aanwezigheid van het luchtafweergeschut bestaat er wel de aanwezigheid dat blindgangers van luchtdoelgranaten in de omgeving zijn terechtgekomen, zoals op 24 oktober Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. Figuur 9. Binnen het gele kader zijn de symbolen van een tweetal luchtafweerstellingen zichtbaar en een positie voor een zoeklicht. Bron: Defence Overprint Zevenaar. 14 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990)

27 Datum Gebeurtenis Relevant februari 1942 Er vallen zes bommen in Holthuizen (bijna in Wehl). Hierbij wordt het huis van de familie D. getroffen. 16 Niet relevant. Het buurtschap Holthuizen ligt ruim twee kilometer ten oosten van het projectgebied. De kans dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat. 20 maart 1942 De burgemeester van Didam meldt dat er over het eerste kwartaal van 1942 in totaal 32,5 kilogram bomscherven zijn verzameld. 17 Niet aantoonbaar relevant. Onduidelijk is van welke bombardementen deze bomscherven afkomstig zijn. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat april 1942 Omstreeks 1:45 wordt uit een Engels vliegtuig één brandbom afgeworpen in de boomgaard van B. Thuis (Huize Dijk, Ravenstraat 2) te Didam. Er wordt geen schade of persoonlijke ongelukken gemeldt. Bij controle in de morgenuren blijkt de bom volledig uitgebrand te zijn en worden geen meerdere exemplaren van brandbommen aangetroffen. 18 Niet relevant. Huize Dijk ligt ruim 800 meter ten zuiden van het projectgebied. De kans dat er CE van deze aanval in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 26 juli 1942 Bij de Algemeen gemachtigde voor de Wederopbouw komt de melding binnen dat de gemeente Didam door oorlogsgeweld is getroffen. Hierbij wordt er glas- en dakschade gerapporteerd. 19 Niet relevant. Uit de bron valt niet op te maken hoe de glas- en dakschade is ontstaan en welk huis of perceel is getroffen. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 16 H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) 13 en ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr Stadsarchief Rotterdam, : Havenbedrijf Rotterdam, inv.nr. 1307: staten van schade door bombardementen een Nederlandse gemeenten. 27

28 Datum Gebeurtenis Relevant 25 september De burgemeester van Didam meldt dat er over het derde Niet aantoonbaar relevant. Onduidelijk is van 1942 kwartaal van 1942 in totaal 32,5 kilogram bomscherven zijn verzameld. 20 welke bombardementen deze bomscherven afkomstig zijn. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat maart 1943 Om 22:00 vindt er een beschieting plaats op de personentrein tussen Zevenaar en Didam. Bij deze beschieting wordt één reiziger gedood en raakt één passagier lichtgewond. 21 In het dagboek van Mevr. Vroemen staat het volgende over de aanval vermeldt: Afgelopen vrijdag is hier in Didam een trein beschoten: 1 dode en twee lichtgewonden. Diezelfde dag kwam een vleugel van een neergeschoten vliegtuig op een boerderij in Beek terecht. De boer en zijn twee oudste zoons dood, de boerderij in vlammen en al het vee verbrand. 22 Niet aantoonbaar relevant. De exacte locatie van de treinbeschieting is niet bekend. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat maart 1943 Een Short Stirling van No. 149 Squadron stort neer in de omgeving van Loerbeek om 21:40. De geallieerde bommenwerper is neergeschoten door een Duitse nachtjager. De voltallige bemanning van de Stirling komt om bij de vliegtuigcrash. 23 Niet relevant. De vliegtuigcrash in de omgeving van Loerbeek vond ruim 4 kilometer ten zuidoosten van het projectgebied plaats. De kans dat er CE of vliegtuigrestanten in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 30 maart 1943 Om 14:00 vindt een landbouwer te Greffelkamp (gemeente Didam) een niet-geëxplodeerde brandbom. Deze bom is diezelfde avond verwijderd door een gefreiter van de Luftwaffe. 24 Niet relevant. Het buurtschap Greffelkamp ligt anderhalf kilometer ten noordwesten van het projectgebied. Daarnaast is de gevonden brandbom verwijderd door de Duitse Luftwaffe. De kans dat er 20 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr Utrechts Archief, 943: NS, dienst vervoer en dienst exploitatie, inv.nr. 664: Registers van onregelmatigheden (1943); NA, : Inspecteur-Generaal voor het Verkeer, inv.nr. 1263: Ongevallen (1943). 22 H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) 13 en Verliesregister SGLO: T NIOD, 216k: Departement van Justitie, inv.nr. 727: Stukken betreffende het uitbreken van verschillende branden tengevolge van neergekomen brandbommen, 27 maart februari

29 Datum Gebeurtenis Relevant CE in het projectgebied ligt van deze oorlogshandeling is daarom klein te noemen. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 1 december 1943 Om 15:15 wordt vanuit een laagvliegend vliegtuig geschoten nabij het station Didam. De aanval is vermoedelijk gericht op de in aanleg zijnde bovengrondse telefoonverbindingen van de Duitse Weermacht. Tijdens de beschieting raakt één inwoner van Didam gewond. Verder worden de volgende percelen getroffen: Perceel A.162-I Perceel A.178 Het stationsgebouw. 25 Relevant. Het stationsgebouw van Didam ligt binnen het projectgebied. De kans bestaat daarom dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied is achtergebleven. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. Bij de Algemeen gemachtigde voor de Wederopbouw komt de melding binnen dat de gemeente Didam door oorlogsgeweld is getroffen. Hierbij raken enkele huizen en het stationsgebouw licht beschadigd augustus 1944 De trein Winterswijk-Arnhem wordt om ongeveer 10:15 beschoten door een, vermoedelijk Amerikaans, vliegtuig onder de gemeente Didam. De trein bevindt zich op dat moment tussen Wehl en Didam. Bij de beschieting raken twee mensen gewond en wordt tevens de locomotief stukgeschoten. De gewonden worden naar de nabijgelegen boerderij van landbouwer Menting vervoerd en aldaar verbonden. De trein kan pas na 13:00 met een nieuwe locomotief verder rijden naar Didam. 27 Volgens het registratieboek van ongevallen van de Nederlandse Spoorwegen vond de beschieting van trein 3716 plaats om 10:10 tussen Wehl en Didam. 28 Niet aantoonbaar relevant. De exacte locatie van de treinbeschieting is niet bekend. Aangezien de trein zich ergens op de spoorlijn tussen Wehl en Didam bevond, is de kans klein dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 10 september 1944 Om uur trein tussen Zevenaar en Didam aangevallen. 29 Niet relevant. De exacte locatie van de treinbeschieting valt aan de hand van deze bron niet precies te bepalen. 25 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr Stadsarchief Rotterdam, : Havenbedrijf Rotterdam, inv.nr. 1307: staten van schade door bombardementen een Nederlandse gemeenten. 27 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr Utrechts Archief, 943: NS, dienst vervoer en dienst exploitatie, inv.nr. 665: Registers van onregelmatigheden ( ). 29 Huurman, C., Het spoorwegbedrijf in oorlogstijd, (Eindhoven 2001). 29

30 Datum Gebeurtenis Relevant 11 september 1944 De commandant van de gemeentelijke luchtbeschermingsdienst ziet omstreeks 18:05 enkele vliegtuigen in scheervlucht een aanval met boordwapens uitvoeren. Deze aanval vindt plaats ongeveer 500 meter ten noordoosten van het station Didam op de spoorlijn Arnhem-Winterswijk. Doelwit van de luchtaanval is een personentrein uit de richting van Wehl. De locomotief wordt bij de aanval stukgeschoten, maar doordat de reizigers en het treinpersoneel de trein op tijd hadden verlaten vallen er geen slachtoffers. 30 Bij de Algemeen gemachtigde voor de Wederopbouw komt de melding binnen dat de gemeente Didam door oorlogsgeweld is getroffen. Hierbij wordt één locomotief van de NS vernield en raken enkele wagons licht beschadigd. 31 Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat. Niet relevant. De treinbeschieting vond plaats bij de huidige spoorwegovergang bij de Bievankweg, 400 meter ten oosten van het projectgebied. De kans dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 17 september 1944 De trein tussen Zevenaar en Didam wordt beschoten. 32 Niet relevant. De exacte locatie van de treinbeschieting valt aan de hand van deze bron niet precies te bepalen. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat. 25 september 1944 Een luchtgevecht vindt plaats boven de gemeente Didam. Tijdens dit gevecht wordt de woning van dhr. Th. Van Geemen in puin geschoten. 33 Niet relevant. De exacte locatie van de treinbeschieting valt aan de hand van deze bron niet precies te bepalen. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat. 26 september 1944 In het Lankhorsterbos [bos aan de Baarleweg achter De Luinhorst, Greffelkamp] wordt munitie opgeslagen door de Duitse Wehrmacht. Diezelfde avond nog bombardeert de geallieerde luchtmacht dit bos. Hierbij wordt het huis van dhr. H. Bless getroffen en vallen drie dodelijke burgerslachtoffers. 34 Niet relevant. Het Lankhorsterbos ligt anderhalf kilometer ten noordwesten van het projectgebied. De kans dat er CE in het projectgebied ligt van 30 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr Stadsarchief Rotterdam, : Havenbedrijf Rotterdam, inv.nr. 1307: staten van schade door bombardementen een Nederlandse gemeenten. 32 H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990)

31 Datum Gebeurtenis Relevant deze oorlogshandeling is daarom klein te noemen. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat. 27 september 1944 De commandant van de luchtbeschermingsdienst Didam meldt dat er twee niet-ontplofte bommen liggen in de buurtschap Holthuizen. De plaats van de bommen is door borden afgezet. 35 Niet relevant. Het buurtschap Holthuizen ligt ruim twee kilometer ten oosten van het projectgebied. De kans dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat. September-december 1944 De mannelijke bevolking van Didam wordt ingezet om in de omgeving van Zevenaar en Didam tankvallen en versperringen te graven. De mannen die hiermee bezig zijn worden Todt-arbeiders genoemd. 36 In Didam wordt de SS Panzerdivision Frundsberg ingekwartierd. 37 In de daaropvolgende maanden worden verschillende woningen aan de Dijkseweg en Spoorstraat gevorderd voor de inkwartiering van Duitse officieren. Ook hoge Duitse functionarissen verblijven af en toe in Didam voor besprekingen. Onder hen bevinden zich generaal Geiger, generaal Von Rundstedt, generaal Von Schuppe, SS-politiechef Rauter en rijkscommissaris Seyss-Inquart. 38 Relevant. Uit deze gegevens valt op te maken dat de omgeving van Didam sterk werd gemilitariseerd in het laatste halfjaar van de oorlog. De kans dat er CE is achtergebleven in de oude verdedigingswerken is daarom aanwezig. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 2 oktober 1944 Op 2 oktober 1944 werden er bij Didam, bij het spoor en een overweg, colonnes van de Organization Todt beschoten vanuit vliegtuigen. 39 Op de weg van Beek naar Didam, ter hoogte van de spoorwegovergang, wordt een groep Todt-arbeiders waarschijnlijk aangezien voor een groep militairen. De geallieerde vliegtuigen bombarderen de groep, waarbij vier dodelijke slachtoffers vallen. Ook enkele huizen worden bij de luchtaanval vernield. 40 Niet relevant. De spoorwegovergang bij de Beekseweg ligt ongeveer 650 meter ten oosten van het projectgebied. De kans is daarom klein dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 35 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 36 H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995) Grood, H. de, Een Silvolds dagboek over het laatste oorlogsjaar. September 1944 juni 1945 (2005). 40 H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990)

32 Datum Gebeurtenis Relevant Volgens het dagboek van Elly Couwenberg vallen er deze dag raketbommen op de Beekseweg. 41 In de vroege morgen wordt een colonne Todt-arbeiders, voornamelijk afkomstig uit Kilder, door zes Engelse jachtbommenwerpers beschoten vlakbij de spoorwegovergang van de (Oude) Beekseweg. In twee groepen voeren de toestellen hun aanval uit met snelvuurmitrailleurs. Onder de arbeiders vallen vijf doden. De huizen Oude Beekseweg 54 en 52 worden bij de luchtaanval verwoest. 42 Figuur 10. Nederlandse mannen die loopgraven aan het graven zijn voor de Organisation Todt in de omgeving van Zevenaar en Didam. Bron: Zevenaar 50 jaar bevrijd, deel II (Zevenaar 1995) november 1944 Volgens de ORB van 2nd TAF vielen twee Spitfires tijdens een verkenningsvlucht het spoor aan bij Didam (E.9073). Hierbij werden 2x 500 lb. en 4x 250 lb. bommen afgeworpen, die allen bijna het spoor raakten. 43 Volgens de ORB van het uitvoerende No. 442 Squadron vond het bombardement plaats tussen 11:05 en 12:50. Er werden 2x 500 lb. en 4x 250 lb. bommen afgeworpen op een spoorweg in de buurt van Arnhem. 44 Niet relevant. Dit bombardement vond plaats bij het spoor ten oosten van Didam, ongeveer één kilometer van het projectgebied. De kans dat er CE van dit bombardement in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. 41 Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995) Getuigenissen van de oorlog (Didam 2015) Operations Record Book 2nd Tactical Airforce, November Operations Record Book No. 442 Squadron, November

33 Datum Gebeurtenis Relevant Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 27 december 1944 Op 27 december 1944 waren er bommen in Didam gevallen. 45 Niet relevant. Een exacte locatie wordt niet genoemd. Slechts één bron noemt deze gebeurtenis. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat februari 1945 Bij een beschieting door een geallieerd jachtvliegtuig van de Tatelaarweg wordt een kolentransport getroffen. Hierbij worden twee burgers gedood. 46 Niet relevant. De Tatelaarweg begint ruim 500 meter ten westen van het projectgebied en loopt door tot aan Zevenaar. De kans dat er CE van deze luchtaanval in het projectgebied zijn terechtgekomen, is daarom klein te noemen. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat. 19 februari 1945 Bij de in aanleg zijnde autobaan richting Duitsland wordt geschut opgesteld door het Duitse leger. 47 Niet relevant. De rijksweg ligt ruim een kilometer ten westen van het projectgebied. De stellingen heben dus geen direct invloed op het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De Defence Overprint laat echter zien dat er langs de autobaan verschillende stellingen zijn aangebracht. De gebeurtenis is daarom betrouwbaar te noemen. 20 februari 1945 Volgens de site Vergeltungswaffen zou er een V-1 zijn neergekomen vlakbij de woning van dhr. H. Loeters aan de Dijk te Didam. 48 Niet relevant. Op het luchtfotomateriaal is de inslagkrater van de V-1 zichtbaar 800 meter ten westen van het projectgebied. 45 Hulkenberg, A.M., 1944/ 45 in Zevenaar, Netterden enz. enz. (1995). 46 Getuigenissen van de oorlog (Didam 2015) Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995) Vergeltungswaffen.nl 33

34 Datum Gebeurtenis Relevant Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 22 februari 1945 De inslag van een V-1 zorgt ervoor dat het pand Dijk B70 [later Bosstraat te Nieuw-Dijk] volledig wordt verwoest. 49 Niet relevant. De Bosstraat ligt ongeveer een kilometer ten oosten van het projectgebied. De kans dat er CE van deze V-1 inslag in het projectgebied is terechtgekomen is daarom klein te noemen. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. De betrouwbaarheid van deze melding kan niet worden ingeschat. 24 februari 1945 Volgens de ORB van 2nd TAF werd met 12 Spitfires een locomotief aangevallen bij het dorpje Friesland (E.9373; tussen Didam en Wehl) met boordgeschut. 10 wagons raakte beschadigd. 50 Uit de ORB s van de uitvoerende No. 74, 329 en 340 Squadron blijkt dat deze dag meerdere gewapende verkenningsvluchten zijn uitgevoerd in onder andere de omgeving Didam Doetinchem. De aanval op Friesland is niet direct te herleiden op één van deze squadrons. Bij een bombardement op de spoorlijn Didam-Wehl vallen enkele bommen naast het spoor, waarbij de woning van G. Hubers (nu Toppegaaiweg 4) wordt getroffen. Bij deze aanval vallen drie dodelijke slachtoffers. 51 Niet relevant. De beschieting van de locomotief en het bombardement bij de Toppegaaiweg vinden plaats op drie kilometer ten oosten van het projectgebied. De kans dat er CE van deze gebeurtenis in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 27 februari 1945 SS-politiechef Rauter vestigt zijn hoofdkwartier in Didam. Hij vordert hierbij de woning van de familie Von der Haar (Kerkstraat 7). Bij zijn inspectietochten van de verdedigingswerken in Didam en Zevenaar wordt zijn dienstauto regelmatig vanuit de lucht beschoten. 52 Relevant. De aanwezigheid van hoge Duitse officieren als Rauter geeft aan dat het dorp Didam goed verdedigd was. De militaire aanwezigheid in het dorp en de directe omgeving zal hierdoor ook groot zijn geweest. De kans is daardoor aanwezig 49 Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995) Operation Record Book, 2nd Tactical Air Force. 51 H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995)

35 Datum Gebeurtenis Relevant dat er CE is achtergebleven. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 5 maart 1945 Volgens de ORB van 2nd TAF werd door 12 Spitfires meerdere aanvallen gedaan op spoorlocaties. Hierbij werden 11 x 500 en 2 x 250 lb bommen gebruikt. Onder andere een bijna-treffer bij een spoorwegovergang bij Didam (E.9173). In de ORB van het uitvoerende No. 345 Squadron wordt bevestigd dat secties van 4 vliegtuigen gewapende patrouilles vlogen in de omgeving van Zevenaar, Wehl en Doetinchem waarbij 20 wagons werden beschoten. (08:25 11:10) 53 In de ORB van het uitvoerende No. 74 Squadron wordt alleen melding gemaakt van interdictie missies ten oosten van Zutphen. 54 Niet relevant. De spoorwegovergang die gebombardeerd is ligt bij de Oldegoorweg, een kleine twee kilometer ten oosten van het projectgebied. De kans dat er CE van dit bombardement in het projectgebied zijn terechtgekomen is daarom klein te noemen. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 7 maart 1945 De Luftschutzkommandant van Didam meldt dat er op de volgende plekken blindgangers van Explosivbomben zijn achtergebleven: H. Derksen, B112 (24 februari 1945); G. Lukassen, D176 (24 februari 1945); W. Stinissen, F127 (5 maart 1945); Th. Stevens, F158 (5 maart 1945). 55 Niet relevant. De aangetroffen blindgangers zijn afkomstig van de bombardementen van 24 februari en 5 maart Deze bombardementen vonden beiden plaats buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 24 maart 1945 Volgens dhr. Straatsma, destijds wonend aan de Hoofdstraat, vielen op deze dag een aantal vliegtuigen het dorp aan. De toestellen komen vanuit de richting van de molen van Strijbosch aangevlogen, waarna ongeveer 30 bommen worden afgeworpen en geweldige ontploffingen volgen. Het huis van dhr. Straatsma raakt zwaar beschadigd. Achter het huis vallen enkele dodelijke slachtoffers onder de burgerbevolking. Enkele bommen ontploffen niet, waaronder één die dwars door het dak van Relevant. Deze luchtaanval vond plaats binnen het projectgebied. Naar alle waarschijnlijkheid hebben de geallieerde piloten zich vergist in hun doelwit, waardoor de dorpskern van Didam werd gebombardeerd. De explosievenopruimingsdie nst heeft in de jaren sinds 53 Operations Record Book No. 345 Squadron, March Operations Record Book No. 74 Squadron, March ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 35

36 Datum Gebeurtenis Relevant dhr. Kuppens valt. Een andere niet-ontplofte bom komt bij Raben terecht. 56 In Het Naschrift van de plaatselijke dominee Petri staat vermeldt dat er vliegtuigen bommen werpen op het dorp. Granaatscherven kletteren om het koor van de kerk en breken enkele ruiten. In de Schoolstraat zijn huizen beschadigd en vallen vier doden. 57 Het huis van T.J. Boerboom, het Mager end (A104) aan de huidige Hoofdstraat, wordt getroffen door bomscherven van het bombardement. 58 Op 24 maart 1945 begint Operation Varsity, een grote geallieerde luchtlandingsoperatie om de Rijn over te steken. Als onderdeel van deze operatie worden verschillende luchtafweerstellingen, vliegvelden en Duitse posities aan de noordkant van de Rijn gebombardeerd door Amerikaanse en Britse bommenwerpers. De totale luchtmacht bestond uit 1747 bommenwerpers van de US 8th Air Force, 1035 bommenwerpers van Bomber Command, aangevuld met duizenden jacht- en zweefvliegtuigen. 59 de Tweede Wereldoorlog verschillende 20 lb bommen geruimd binnen het projectgebied (zie MORA lijst). De kans is echter zeer aanwezig dat nog niet alle blindgangers geruimd zijn en dat er dus nog CE in het projectgebied achtergebleven. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. is In de omgeving van Didam waren vooral middelzware bommenwerpers van het type Douglas Boston A-20 en de B-25 Mitchell actief. Deze toestellen maakten onderdeel uit van No. 137 en 139 Wing van 2nd Tactical Airforce en ze hadden de opdracht om verschillende luchtafweerstellingen te bombarderen met 20 lb fragmentatie- en 500 lb brisantbommen. De bombardementsvluchten werden uitgevoerd in de ochtend en middag. Uit de Operation Record Books van de squadrons valt op te maken dat het die dag vrij chaotisch in de lucht was en dat het niet voor alle bommenwerpers duidelijk was of ze hun doelwit bombardeerden. Uit luchtfoto s die werden gemaakt tijdens de bombardementen bleek vaak dat ze soms mijlen naast hun doelwit zaten. In het ergste geval kon dit oplopen tot tientallen kilometers, zoals bij het vergissingsbombardement van 21 maart 1945 waarbij No. 137 Wing meende dat ze het Duitse Isselburg hadden gebombardeerd, maar naar achteraf bleek de binnenstad van Doetinchem hadden geraakt H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) Getuigenissen van de oorlog (Didam 2015) Reneboerboom.nl 59 Zwanenburg, En nooit was het stil. Deel 2, Operation Record Books No. 137 en 139 Wing. 36

37 Datum Gebeurtenis Relevant Als de bommenwerpers 20 lb fragmentatiebommen bij zich hadden, was de bommenlast over het algemeen 56x 20 lb per toestel. De bommen werden vervolgens in groepen van acht afgeworpen maart 1945 In de nacht gieren granaten over de Lieve Vrouwekerk van Didam. Er is veel drukte op straat van wegtrekkende soldaten. 62 Relevant. Deze gebeurtenis geeft aan dat Didam in de frontlinie komt te liggen. Afzwaaiers van de artilleriebeschietingen kunnen in het projectgebied zijn terechtgekomen. Daarnaast waren kerktorens vaak het doelwit van beschietingen omdat deze dienst deden als uitkijkpost voor de vijandelijke artillerie. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. Echter betreft het hier een verslag uit eerste hand die relatief kort na het gebeurde op papier is gesteld. De melding wordt als redelijk betrouwbaar ingeschat. 26 maart 1945 De geallieerde artillerie schiet de schuur van Derksen en Willem Scholten in brand. De dag daarvoor stonden op deze plekken nog Duitse artillerie. Verder bereiden de Duitse troepen vernielingsladingen voor in de wegen in en rondom Didam. 63 Relevant. Deze gebeurtenis geeft aan dat Didam in de frontlinie komt te liggen. Afzwaaiers van de artilleriebeschietingen kunnen in het projectgebied zijn terechtgekomen. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. Echter betreft het hier een verslag uit eerste hand die relatief kort na het gebeurde op papier is gesteld. De melding wordt als redelijk betrouwbaar ingeschat. 27 maart- 3 april 1945 Als gevolg van geallieerde artilleriebeschietingen vallen er enkele dodelijke slachtoffers onder de burgerbevolking van Didam. 64 Eén van de dodelijke slachtoffers is G. Heijnst die op zijn land (Bosstraat 57) wordt getroffen door artillerievuur. 65 Relevant. Deze gebeurtenis geeft aan dat Didam in de frontlinie komt te liggen. Afzwaaiers van de artilleriebeschietingen kunnen in het 61 Operation Record Books No. 137 en 139 Wing. 62 Getuigenissen van de oorlog (Didam 2015) Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995) H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) Getuigenissen van de oorlog (Didam 2015)

38 Datum Gebeurtenis Relevant De aanval op Didam wordt ingezet vanuit het oosten, waarbij vooral de Wehlse bossen onder granaatvuur terechtkomen. 66 projectgebied terechtgekomen. zijn Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 1 april 1945 De opmars van de Canadese tanks stopt bij de tankval aan de Beekseweg. Ondertussen verschansen Duitse soldaten zich met handgranaten en pantserfausten bij de Dijksestraat en omgeving. Overal worden ook landmijnen neergelegd. 67 Relevant. De Dijksestraat ligt aan de noordzijde in het projectgebied. De kans dat er CE is achtergebleven in het projectgebied is daarom aanwezig. Deze gebeurtenis wordt slechts door één bron genoemd. Echter betreft het hier een verslag uit eerste hand die relatief kort na het gebeurde op papier is gesteld. De melding wordt als redelijk betrouwbaar ingeschat. 2 april 1945 Hevige gevechten breken uit tussen Duitse troepen die zich langs de Oldegoorweg hebben verschuild en het oprukkende Canadese leger. Ten zuiden van de spoorlijn en bij de spoorwegovergang worden enkele boerderijen bij deze gevechten in brandgeschoten door granaatvuur en tanks. In de rijbaan net ten noorden van de spoorwegovergang en de naaste omgeving hadden de Duitsers nog snel improvisorisch enkele landmijnen gelegd. Bij de gevechten en door de landmijnen sneuvelen in totaal drie soldaten: twee Duitsers en één Canadees. 68 Het huis van dhr. A. Hageman, Heegh E24 (nu Heeghstraat 6) wordt door fosforgranaten in brand geschoten. De woon- en achterhuis worden hierbij volledig verwoest. 69 Relevant. Het dorp Didam wordt deze dag onder vuur genomen door de geallieerde artillerie, waarbij de kerktoren enkele treffers te verduren krijgt. De kans dat er CE in de vorm van geschutmunitie in het projectgebied is achtergebleven is daarom aanwezig. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. s Morgen om 5 uur begint een sterk granaatvuur op het dorp Didam. De toren wordt hierbij enkele malen geraakt. Ook de gehele nacht van 2 op 3 april vallen er granaten in het dorp en wordt er op straat veel geschoten H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995) H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995) Getuigenissen van de oorlog (Didam 2015)

39 Datum Gebeurtenis Relevant Figuur 11. In de kerktoren van Didam zijn duidelijk inslagen zichtbaar van het granaatvuur tijdens de bevrijdingsdagen rond Pasen Bron: Getuigenissen van de oorlog (Didam 2015) april 1945 Didam wordt in de vroege morgen bevrijdt vanuit Beek. 71 Relevant. Dit betekent het einde van de gevechten binnen en in de omgeving van het projectegebied. 7 april 1945 Door onbekende oorzaak ontploft de munitieopslagplaats in de zusterschool van Loil. Bij de explosie komten twee schoolmeisjes om het leven. De school en het nabijgelegen klooster raken zwaar beschadigd en worden kort na het ongeluk geheel afgebroken. 72 Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. Niet relevant. De ongecontroleerde explosie in Loil vond een kleine twee kilometer ten noordoosten van het projectgebied plaats. De kans dat er weggeslingerde CE in het projectgebied is terechtgekomen is vanwege deze afstand klein te noemen. Deze informatie wordt door meerdere bronnen onderschreven en derhalve als betrouwbaar ingeschat. 71 H. Tomas, De Tweede Wereldoorlog in Didam, Oudheidkundige Vereniging Didam 2 (1990) Bezetting en bevrijding van Didam (Didam 1995)

40 Datum Gebeurtenis Relevant 27 april - 28 mei 1945 De burgemeester van Didam geeft een opgave van achtergebleven mijnen, bommen, munitie, enz. binnen zijn gemeente. Bij de volgende bewoners ligt er CE: H. Peters (C82) bommen in weiland Th. Polman (A137) bommen bij woonhuis (11 stuks) J. Wenting (C107) bommen bij woonhuis H. Sanders (A101) bommen bij woonhuis L. Peters (D65) bommen in weiland bij K. Kersjes Greffelkamp Wed. G.Th. Rasing (D18) landmijnen in de weide bij woonhuis G. Heijnst (F15) vermoedelijk mijnen op het land E. Welling (F103) bom bij woonhuis H. Godschalk (D69) een granaat H. te Brake (Loil) munitie in woonhuis H. Stark (F33) granaten in grond geborgen G.H. de Reus (F17-I) landmijnen nabij Beeksche tol H. Goossen (C17) 3 bommen op het land J. Damen (C97) 8 bommen op het land K.H. Kersjes (C78) bommen bij woonhuis S. Fierkens (A84) granaten in weiland in de Heeg Landbouwschool (B5) mijnen in de tuin Carolusgebouw - munitieopslagplaats B.J.L.M. Thuis (B20) munitie en blindganger in de weide in de Parkens [Huize Dijk] Wed. W. Rasing (D61) pantservuist in de sloot Wehlseweg D. Jansen (F11) bommen bij woonhuis H. Goossen (C17) bommen op land bij huis N. Welling (F113) 200 granaten Wed. Zegers (F149) 25 granaten J. Peters (B119) 80 granaten en vermoedelijk ook mijnen J.W. Rasing (F170) granaat bij tuin Wed. B. Welling (F153) handgranaten bij huis E. Welling (F103) 1 bom (blindganger) J. Hubers (E95) munitie (blindgangers) in de weide B. Tïelt (B99) granaat bij huis Meikamer (Beekscheweg) - granaten. 73 Relevant. Deze opgave geeft een goed idee van de hoeveelheid munitie en explosieven die in de omgeving van Didam zijn achtergelaten en neergekomen. Een aantal van de genoemde woningen liggen binnen of vlakbij het projectgebied (Landbouwschool, Carolusgebouw, etc.). De kans dat er nog CE is achtergebleven in het projectgebied is daarom aanwezig. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat juli 1945 Het Bureau Mijnopruiming van het Commissariaat Militair Gezag te Doetinchem meldt dat Ploeg IV de volgende explosieven heeft geruimd binnen de gemeente Didam: 3 kisten ontstekers 1 pantserschrek 2 vliegtuigbommen 12 kisten pantsergranaten 224 granaten 14 pantservuisten 19 mijnen Relevant. Dit rapport laat zien hoeveel CE er is achtergebleven en geruimd in de gemeente Didam. Dit overzicht dient daarom zowel als contraindicatie voor geruimde CE als indicatie voor het soort CE wat binnen de gemeente nog te vinden is in de bodem. 73 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 40

41 Datum Gebeurtenis Relevant 30 kisten nevelgranaten 4 Tellerminen 12 raketbommen 3 kisten munitie 181 granaten 218 mortiergranaten 17 kisten kardoezen 208 kisten granaten 9 kisten hulzen 1 bom van 250 kg 22 kisten fosfor 82 granaten 2 kisten springlading 3 vliegtuigbommen 50 zakjes kruit 27 granaten van 15 cm 4 granaten van 25-pounder 2 kisten geweerpatronen 2 vliegersstandaards [?] 2 kisten kruit. 74 Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. z.d. Na het einde van de oorlog komen er schademeldingen binnen van de volgende huizen: J.H. Arends (F208) J.T.S. van den Berg (F159-I) P. Bodde - Thus (F195) J.B. Boerstal (F193) J. Bolk (D177) H.F. Burgers (E99) W. Gal (F144) J. Kaal (D179) H.J.G. de Reus (E99-I) W.H. Scholten (F102) G.W. Mennings (F4) Th. Schuurman (D169) E. Splithof (F145) A. Staring (D178) B.F. Stinissen (D189) Glasschade ziekenhuis (A49) Piusgesticht (A33) St. Albertusgesticht (A49) St. Antonius Schutterij (F48) J. Berendsen (A85) G.R. Berendsen (D137) J.Th.S. van den Berg (F159-I) A.W. Bouwman (Kerkstraat 17A) H.F. Burgers (E99) CAVV (A121) G.J. Cornelissen (B32-II) H. Derksen (Kerkstraat D7) L.A. Egging (Secties K2107, 1273, 1274 en 1275) Relevant. Een aantal van deze gebouwen liggen binnen het projectgebied. De schade is een indicatie voor de plaatsgevonden oorlogshandelingen binnen het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 74 Gelders Archief Arnhem, 1037: Militair Gezag in Gelderland, inv.nr. 285: Stukken betreffende door gemeenten verstrekte opgaven van aangetroffen explosieven, bij DMC Doetinchem (1945). 41

42 Datum Gebeurtenis Relevant W. Gal (F144) Th.L. van Geenen (B65) A. Gieling (D145) A. Hageman (E24) B.W. Hageman (Loilseweg 3) H. Hageman (E11) J.A. Jansen (Beekseweg F182) T. Jansen (Kerkstraat A5-A6) J. Kaal - Harmsen (D179) G.W. van Kempen (F35) G. Kleinhans (Smallestraat F51-I) H.A. Lenderink (Beekseweg F3) G.W. Mennings (F4) Th. de Ponti (Smallestraat ongenummerd) G. Rasing (Greffelkamp C73) Th. Roemaat (Dijksehoek B114) R.K. kerk Loil ABTB Landbouwschool (Dijksestraat B5) T. Roording (F150) W.H. Scholten (F102 Koningsweg) J. Schuurman (Hoge Veldweg E13) L.B. Steman (A175 Willibrordusweg) Th. Thuis (Perkus Nieuw Dijk) B.J. ter Voert (Dijk B70) J.B. Zuchowski (B72) F. Bod (Boerderij Nieuw-Dijk) De schade aan deze woningen is vooral veroorzaakt door oorlogshandelingen (bombardementen van september 1944 en maart 1945; luchtaanvallen rond de Beekseweg; gevechten bij de bevrijding in april 1945). > februari 1946 De burgemeester van Didam schrijft dat er in de gemeente nog steeds eenige munitie aanwezig is. Het gaat hier om de volgende locaties: Gemeentelijk Brandspuithuisje Didam granaten, pantservuisten, enz. W.L. Raben (Speeltuin, F183) 1 granaat op land bij woonhuis Ned. Herv. Pastorie Didam 1 granaat in de tuin H. Stark (F33) granaten in de grond geborgen H. Goossen (C17) 3 bommen op het land B.J.L.M. Thuis (B20) munitie en blindgangers in de weide in de Parkens [Huize Dijk] Wed. Zegers (F149) 25 granaten J.W. Rasing (F170) granaat bij huis Meikamer (Beekscheweg) granaten juni 1946 De burgemeester krijgt bericht dat alle munitie en projectielen door de mijnopruimingsdienst uit Mook zijn opgehaald. 76 Niet relevant. De genoemde vindlocaties kan op basis van het vermelde niet bepaald worden voor alle vondsten. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. Relevant. Deze melding dient als een contraindicatie voor de gemelde 75 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 76 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 42

43 Datum Gebeurtenis Relevant explosieven van 8 februari Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 10 juli 1946 De burgemeester meldt dat bij S. Fierkens aan de Oude- Maatschestraat in een sloot enkele granaten zijn gevonden. 77 Niet relevant. De Oude Maatschestraat ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 24 april 1947 Er wordt aangifte gedaan van de vondst van een raketbom nabij de Zevenaarse Tol (G. van Kevelaar, C12). De raket wordt op 7 mei opgehaald door de Mijn- en Munitieopruimingsdienst (MMOD). 78 Niet relevant. De Zevenaarse Tol ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 14 augustus 1947 Bij funderingswerkzaamheden in de kom van de gemeente Didam wordt een niet-geëxplodeerde raketbom aangetroffen. De herkomst van de bom is onbekend. 79 Mogelijk relevant. De kom van Didam ligt binnen het projectgebied. De exacte vindlocatie van genoemd projectiel wordt echter niet vermeld. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 17 september 1947 Op de Meikamer in de gemeente Didam is een bom van onbekende afkomst aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 80 Niet relevant. De Meikamer ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 21 oktober 1947 In de nabijheid van woning D113 in de gemeente Didam is een projectiel van onbekende afkomst aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 81 Niet relevant. De vindlocatie van genoemd projectiel ligt buiten het projectgebied. 77 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 78 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 79 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 80 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 81 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 43

44 Datum Gebeurtenis Relevant Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 13 november 1947 In de nabijheid van woning F68 in de gemeente Didam is een raketbom aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 82 Niet relevant. De exacte vindlocatie van genoemd projectiel wordt niet vermeld. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 13 januari 1948 In de nabijheid van de woning van Mevr. C.G. Schattenkerk (Didam, D82) is bij het kappen van bomen een nietontplofte granaat aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming juli 1948 In de nabijheid van de woning van L.J. Hoffs (Didam, D129) is een kleine bom van onbekende afkomst aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 84 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 26 oktober 1948 In de nabijheid van de woning van G. de Reus (Didam, F17- I) is een mijn van onbekende afkomst aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 85 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 13 januari 1949 In de nabijheid van de woning van H.J. Kobesen (E17) is een bom van onbekende afkomst aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 86 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 82 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 83 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 84 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 85 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 86 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 44

45 Datum Gebeurtenis Relevant 21 mei 1949 In de nabijheid van de boerderij van J. Sloot (F93) zijn twee Niet relevant. De granaten gevonden. Ook is er één granaat gevonden aan de Koningsweg. De burgemeester vraagt om spoedige vindlocatie ligt buiten het projectgebied. ruiming. 87 Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 28 juni 1949 In de nabijheid van de woning van G. Lankhorst (C38) is een niet-ontplofte granaat aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 88 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 4 oktober 1949 In de tuin direct achter het Rooms-Katholieke Ziekenhuis is een niet-ontplofte raketbom aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 89 Relevant. De tuin achter het ziekenhuis [Albertusstichting] ligt binnen het projectgebied. Vermoedelijk is de hier gevonden raketbom eerder een 20 lb vliegtuigbom, overeenkomend met de aanval van 24 maart 1945 en latere vondsten in deze tuin. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 29 oktober 1949 In de nabijheid van de woning F39 is een niet-ontplofte granaat aangetroffen. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 90 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 28 februari 1952 In een weiland van Th.B.E. Loeters (C39), nabij Lankhorstbos, bevindt zich een niet-ontplofte 10cm granaat aangetroffen. Mogelijk liggen er nog meerdere grananten in een daarbij gelegen sloot. De burgemeester vraagt om spoedige ruiming. 91 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter 87 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 88 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 89 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 90 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 91 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 45

46 Datum Gebeurtenis Relevant betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 2 april 1953 Er is een granaat gevonden in de Tatelaar bij Heijneman. Na de Pasen wordt de granaat opgehaald. 92 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 24 oktober 1958 In de gemeente Didam is een handgranaat gevonden van Duitse makelij. 93 Niet relevant. De vindlocatie van genoemd projectiel wordt niet vermeld. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 7 oktober 1959 In de gemeente Didam wordt een pantservuist met een lengte van 30cm gevonden. 94 Niet relevant. De vindlocatie van genoemd projectiel wordt niet vermeld. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 10 mei 1971 Op het land van dhr. Mulder aan de Oldegoorweg zijn mannen van de EOD op zoek naar begraven munitie. De vorige eigenaar, dhr. Visser, zou dit daar hebben begraven in Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 28 mei 1971 In de grond van perceel Frieslandweg 1 bevinden zich explosieven. De burgemeester en wethouders van de gemeente Didam vragen om spoedige ruiming. 96 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, 92 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 93 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 94 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 95 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 96 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 46

47 Datum Gebeurtenis Relevant waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 9 november 1972 De bewoner van Bosstraat 25 te Nieuw-Dijk meldt dat er op zijn grond oorlogstuig (granaten, etc.) ligt begraven en wil dit graag weghebben. Volgens de bewoner ligt het op een plaats waar mettertijd de verlegde Beekseweg zal komen te liggen. 97 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. 14 juni 1976 In de tuin van het Piusklooster worden 30 granaten gevonden. De voormalige tuinman wijst nog een aantal plekken aan waar volgens hem explosieven liggen begraven. Omdat dit echter niet binnen het bereik van de zoekactie valt, wordt het advies gegeven om in de toekomst bij werkzaamheden verder te kijken. 98 Niet relevant. De vindlocatie ligt buiten het projectgebied. Deze gebeurtenis wordt door slechts één bron onderschreven, echter betreft het hier een officieel rapport, waardoor de melding als betrouwbaar wordt ingeschat. Uit bovenstaand overzicht met oorlogshandelingen en andere gebeurtenissen, is gebleken dat er oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden die aantoonbaar invloed hebben op het huidige projectgebied. Binnen en in de directe nabijheid van projectgebied hebben artilleriebeschietingen en bombardementen plaatsgevonden. In de omgeving van Didam hebben zich grondgevechten voorgedaan. Ten slotte is rond Didam sprake van de aanwezigheid van loopgraven, geschut- en wapenopstellingen. Archief Mijn- en munitieopruimingsdienst (MMOD) In het Semi-Statisch archief van Defensie te Rijswijk is nagegaan of binnen het projectgebied door de Mijn- en munitieopruimingsdienst (MMOD) in de periode ruimingen van CE zijn uitgevoerd. In dit archief werden de volgende relevante meldingen aangetroffen. Datum Ligplaats Aantal Benaming/soort Bijzonderheden 25 februari 1946 Wed. G.Th. Rasing (D18), weide bij woonhuis N.v.t. Landmijnen N.v.t. G. Heynst (F15) op het land N.v.t. Landmijnen Vermoedelijk G.H. de Reus (F17-1) nabij Beeksche tol Landbouwschool (B5) in de tuin N.v.t. Landmijnen N.v.t. N.v.t. Landmijnen N.v.t. J. Peters (B119) N.v.t. Landmijnen Vermoedelijk 97 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 98 ECAL, 1405: Gemeentebestuur Didam, , inv.nr. 728: Opruimen munitie, mijnen 47

48 Archief Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) 1971-heden Sinds 1971 worden meldingen en ruimingen (MORA s) van CE centraal geregistreerd door de Explosieven Opruimingsdienst (EODD). In het archief, eveneens ondergebracht in het Semi-Statisch Archief te Rijswijk is nagegaan of hierin meldingen en/of ruimingen zijn opgenomen die plaats hebben gehad in de directe nabijheid van de diverse projectgebieden. Met hetzelfde doel zijn alle bekende meldingen en ruimingen van na 2010 opgevraagd. Voor de overzichtelijkheid zijn ruimingen van explosieven binnen het projectgebied geel gemarkeerd. Meldingen op het politiebureau zijn niet meegenomen in bovenstaande tabel, daar de vindplaats van deze objecten in vrijwel alle gevallen niet achterhaald kan worden. Binnen en in de directe nabijheid van het projectgebied zijn de volgende meldingen en ruimingen aangetroffen: MORA LIGPLAATS AAN- TAL BENAMING/SOORT Melderstraat 2 1 Brisantpantsergranaatpatroon van 6-pounder Garage Posthuma-Staring, Pittelderstraat Weiland aan Kollenburgweg 6 1 Brisantgranaat van 3.7 inch Gevonden tijdens rioleringswerkzaamheden Terrein aan de Kerkstraat, tegenover de St. Martinuskerk Pittulderstraat Raadhuisstraat Zwembad Nevelhorst Weiland, Melderstraat BIJZONDERHE- DEN 500 Patronen KKM (divers) kg Handgranaat Mills 36 Granaat van 27 mm (Duits) Steelhandgranaat Seinrookgranaat (SRKG) van 3 inch mortier Schroot van wapens Patronen KKM Handgeweergranaat 27 mm Handgranaat Mills 36 Brisantgranaatpatroon van 3,7 cm Steelhandgranaat 1 Brisantgranaat van 3.7 inch Met tijdschokbuis 4 Scherfbom 20 lb, met ontsteker 873 en 44 of 45 1 Brisantgranaat van 10,5 cm Met ontsteker 1 Brisantgranaat van 8 cm, met wurfgranat zunder Zandweg 3 1 Brisantgranaat van 57 mm Compleet Weiland, Korte Klauwenhof Werfhout 7, Nieuw-Dijk 1 Brisantgranaat van 8 cm mortier Verschoten 1 Panzerschreck Gevonden bij zoekactie naar 3x 60 lb raketten 48

49 MORA LIGPLAATS AAN- TAL Bouwland aan Schadewijckweg Van Rouwenoortweg BENAMING/SOORT BIJZONDERHE- DEN 1 Bom van 20 lb Met pneumatische ontmoetingsontsteker No Gevechtslading van 3 inch raket, 60 lb SAP Met ontsteker Meursweg 7 15 Klein-kalibermunitie Gevonden bij het wortels wegkappen van de heg Hengelderweg De Hogenend 96 Zoekactie Resultaat onbekend 1 Brisantpatroongranaat van 5 cm Met bodembuis Avesaetweg 14 1 Contragewicht Geen CE Hengelderweg 1 Brisantgranaat van 6-pounder Verschoten Prins Bernhardstraat Brandweerkazerne aan Burgemeester Kronenburglaan De Meidoorn Oefenbrisantgranaatpatroon van 27 mm Huls en granaat los 1 Antitankbrisantgranaat van 105 mm Zonder ontsteker, verschoten Klein-kalibermunitie Handgranaten (divers) Ontstekers (divers) Seinpatroon Nr. 6 Slagpijpje Oefenantipersoneelsmijn Verzameling Meisterholt 1 1 Brisantgranaat 20 mm, met schokbuis No. 254 Verschoten Frieslandweg Raadhuisstraat 3 Klein-kalibermunitie Machinegeweer Mg 42 (Duits) Antitankbrisantgranaatschot (Panzerfaust 60) Steelhandgranaat 42 (Duits) Wapen (restant) Schroot 1 20 lb bom, fragmentatie, met neusbuis No 874 (UK) Restant Niet gewapend Fluunseweg 1 Schroot, contragewicht van een olielamp Geen CE Lupinenstraat 21 1 Schroot Geen CE Baarleweg 1 1 Contragewicht voor een olielamp Geen CE Vincwijk 1a 1 Brisantgranaat 3.7 inch, met restant mechanische tijdbuis No 208 (UK) Verschoten 49

50 Figuur 12. De door de EODD sinds 1971 in en nabij de diverse projectgebieden uitgevoerde ruimingen. De verschillende ruimingen betreffen hoofdzakelijk Duitse en geallieerde geschutmunitie. De rood genummerde MORA s betreft de ruiming van afwerpmunitie. Bron luchtfotomateriaal: PDOK. 50

51 Collectie mijnenveldkaarten, leg- en ruimrapporten EODD In de collectie mijnenveldkaarten, leg- en ruimrapporten van de EODD zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van mijnenvelden binnen het projectgebied aangetroffen. Onderstaande afbeelding toont de dichtstbijzijnde mijnenvelden t.o.v. het projectgebied. Figuur 13. De bij de EODD bekende mijnenvelden in de omgeving van het projectgebied. Te zien valt dat zowel binnen het projectgebied tijdens de oorlog een mijnenveld was aangelegd. Bron kaart: OpenTopo. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) In de collectie 575 van het NIMH is zijn inlichtingenrapporten over Didam en de naaste omgeving gevonden. Uit deze rapporten vallen de volgende zaken af te leiden: Tegenover de Rooms-Katholieke kerk te Didam zijn vijf bunkers waargenomen bij coördinaat E Volgens de waarnemer zijn de bunkers van hout gebouwd, bestaan ze uit twee kamers en is het geheel bedekt met een laag grond en gras. 99 Daar waar de tankgracht om Didam de (provinciale) weg snijdt is midden in de weg een betonnen ring ingegraven. In deze ring is zand gestort. Naast de weg liggen twee bommen, afmetingen 120 cm lang en een diameter van 40 cm. Aan de zijkant is een opening gemaakt 99 NIMH, collectie 575, inv.nr

52 voor de ontsteking. Dergelijke springladingen bevinden zich bij de wegen Didam-Zevenaar, Didam-Babberik en Didam-Wehl. 100 Sinds 1940 bevindt zich een uitkijkpost (waarschijnlijk van het luchtafweergeschut) bij coordinaat E Hier is ook een ondergrondse bunker met daarbovenop een glazen koepel. De post is omgeven met puntdraadversperring en telefonisch verbonden met Doetinchem. 101 Vanaf 14 februari 1945 bevinden zich ongeveer 500 man Duitse valschermtroepen in Didam, naast eenheden Flak en Wehrmacht Heer. De soldaten komen van het Afrika- en Kretakorps en zijn licht bewapend. Verder verblijft Generaal Lackner in een huis aan de weg Didam- Loil. 102 De meeste Fallschirmjäger (valschermtroepen) zijn weer vertrokken begin maart. In plaats daarvan zijn andere eenheden gekomen zoals ongeveer 100 man van de Nederlandse SSdivisie Westland. Daarnaast schijnt Generaal Rauter ook in Didam aanwezig te zijn. Hij verblijft in een huisje ongeveer 100 meter noordwesten van de stompe toren (Vt ). Het huisje ligt aan de westzijde van de weg en staat niet op de stafkaart Arnhem Oost (1: ). 103 Stafkaart In The National Archives and Records Administration in Washington D.C. is een stafkaart gevonden van Zevenaar. Op deze Defence Overprint staat het volledige dorp Didam met de daar aanwezige Duitse verdedigingswerken. Dit zijn veelal loopgraven, geschut- en wapenopstellingen, tankgrachten, bunkers en stellingen. Figuur 14. Op bovenstaande afbeelding is het projectgebied van Masterplan Didam geprojecteerd op een geallieerde stafkaart van de verdedigingswerken binnen en rondom Didam. Duidelijk zichtbaar is dat het dorp in de laatste oorlogsmaanden door de Duitsers getransformeerd was in een ware vesting met loopgraven, geschut- en wapenopstellingen en een tankgracht. 100 NIMH, collectie 575, inv.nr NIMH, collectie 575, inv.nr NIMH, collective 575, inv.nr NIMH, collective 575, inv.nr

53 4. Luchtfotoanalyse Algemeen De beschikbare luchtfoto s betreffende de data waarop oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden zijn door BeoBOM geïnventariseerd. Daaruit is een selectie gemaakt van bruikbare luchtfoto s. Bij de selectie van deze foto s is rekening gehouden met de datum in relatie tot de oorlogshandelingen, de opnamekwaliteit en de schaal. De geselecteerde luchtfoto s zijn geïnterpreteerd op de aanwezigheid van schade aan het landschap als gevolg van oorlogshandelingen en militaire werken. Resultaat luchtfotoanalyse Tijdens de analyse van het luchtfotomateriaal zijn diverse indicaties van oorlogshandelingen in- of in de omgeving van het projectgebied geconstateerd. In onderstaande figuren worden deze locaties zichtbaar gemaakt. Figuur 15. De locaties van de verschillende op het luchtfotomateriaal waargenomen en hieronder beschreven indicaties. Bron luchtfoto: World Imagery. 5 53

54 1. Centrum Didam In het centrum van Didam zijn vooral de Mariakerk (geel kader) en de Albertusstichting (blauw kader) herkenbaar. In dit gebied lagen slechts enkele loopgraven (oranje kaders). Wel kwamen hier op 24 maart 1945 een grote hoeveelheid 20 lb fragmentatiebommen neer. Op luchtfotomateriaal van voor en na dit bombardement valt echter niet veel schade te zien. Dit komt mede door het formaat van de 20 lb bommen (deze slaan niet echt kraters) en het feit dat deze bommen vooral als doel hadden militaire manschappen en materieel uit te schakelen door de scherfwerking. Figuur 16. Uitsnede één laat de noordzijde van het projectgebied zien. De bovenste luchtfoto is genomen op 15 maart 1945 en de onderste op 28 maart Op beide foto s zijn echter geen kraters zichtbaar van het bombardement van 24 maart 1945 in dit gebied. 54

55 2. Stationsgebied Didam In de omgeving van het stationsgebied zijn aanzienlijk meer loopgraven zichtbaar dan in het centrum van Didam. Ook lagen er Duitse troepen gelegerd in de Landbouwschool aan de Dijkseweg (blauwe kader). In de tuin van deze school werden kort na de oorlog landmijnen aangetroffen. Op het luchtfotomateriaal is duidelijk zichtbaar dat de spoorlijn hier intact is. Richting Zevenaar en richting Wehl is de spoorlijn wel enkele malen gebombardeerd. Ten slotte is een kleine geschutopstelling (rode cirkel) zichtbaar iets ten oosten van het projectgebied. Figuur 17. Het projectgebied rondom het stationsgebied van Didam op een luchtfoto van 15 maart

56 3. Stelling Didam Rondom Didam is een heel netwerk van loopgraven (oranje) gegraven, evenals een tankgracht (bruin) om een aanval vanuit het westen tegen te houden. Na de bevrijding werden de loopgraven en tankgracht al in enkele maanden gedempt, zoals blijkt uit onderstaande luchtfoto s. Figuur 18. Het projectgebied op luchtfoto s van 15 maart 1945 (boven) en 3 september 1945 (onder). Waar de tankgracht en loopgraven op de bovenste foto duidelijk zichtbaar zijn, zijn deze verdedigingswerken een half jaar later reeds gedempt. De contour van de tankgracht is echter nog wel zichtbaar in het landschap. 56

57 5. Landschapsanalyse Algemeen Ten behoeve van het in kaart brengen van verstoringen in het landschap, als gevolg van oorlogshandelingen, voert BeoBOM standaard een landschapsanalyse uit met behulp van historisch kaartmateriaal, satellietbeelden, luchtfotomateriaal uit de periode en LIDAR. LIDAR staat voor Light Detection and Ranging of Laser Imaging Detection And Ranging, en houdt in dat hoogteverschillen in het landschap in kaart worden gebracht middels laserpulsen. Door hoogteverschillen te analyseren, kunnen verstoringen zoals bomkraters of verdedigingswerken in sommige gevallen worden opgespoord. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan hoogteverschillen in het landschap, welke niet zichtbaar zijn op luchtfoto s door bebossing of andere vegetatie. Ook hoogteverschillen welke niet met het menselijk oog zichtbaar zijn, zijn wel zichtbaar als LIDAR wordt ingezet. Naast het in kaart brengen van mogelijke verstoringen als gevolg van oorlogshandelingen, wordt LIDAR hier eveneens toegepast om de naoorlogse bodemroering in kaart te brengen. Naoorlogs opgehoogde gebieden onderscheiden zich duidelijk, wanneer LIDAR wordt toegepast. In de volgende paragraaf worden de resultaten van deze analyse besproken. Naoorlogse bodemroerende werkzaamheden Om na te gaan in hoeverre rond de diverse projectgebieden (ingrijpende) bodemroerende werkzaamheden hebben plaatsgevonden welke mogelijk van invloed zijn op de mate van verdachtheid, zijn de luchtfoto s uit de Tweede Wereldoorlog, historisch kaartmateriaal en een modern satellietbeeld met elkaar vergeleken. Onderstaande afbeeldingen tonen de situatie rond de verschillende projectgebieden in de oorlogsjaren vergeleken met de huidige situatie. Figuur 19. Een topografische kaart van het projectgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bron: topotijdreis.nl. 57

58 Figuur 20. Een topografische kaart van het projectgebied in 1970 (boven) en in 1990 (onder). Bron: topotijdreis.nl. 58

59 Figuur 21. Een topografische kaart van het projectgebied in Bron: OpenTopo. Figuur 22. Het projectgebied op 15 maart De oranje contouren geven vooroorlogse bebouwing weer en de blauwe contouren naoorlogse bebouwing. 59

60 Figuur 23. Het projectgebied in De oranje contouren geven vooroorlogse bebouwing weer en de blauwe contouren naoorlogse bebouwing. LIDAR Uit de analyse van het landschap middels LIDAR, zijn geen duidelijke verstoringen naar voren gekomen welke wijzen op oorlogshandelingen in de directe nabijheid van de diverse projectgebieden. Figuur 24. Het hoogteprofiel van het projectgebied bij Didam. Bron: AHN. 60

61 Resultaat vergelijking Uit bovenstaande vergelijkingen is gebleken dat in de periode 1945 tot heden binnen- en in de omgeving van het projectgebied flinke bodemroerende werkzaamheden hebben plaatsgevonden. Rondom de oude dorpskern van Didam zijn vanaf de jaren zeventig verschillende woonwijken verrezen. Ook is er een bedrijventerrein (De Fluun) aangelegd rondom het spoorgebied. Bij deze werkzaamheden zijn sinds 1970 met enige regelmaat niet-ontplofte explosieven gevonden. In hoeverre er sprake is van een verdacht gebied en in hoeverre dit gebied op basis van naoorlogse bodemroering verkleind kan worden, wordt in hoofdstuk 6 bepaald. 61

62 6. Beoordeling en evaluatie bronnenmateriaal Algemeen Uit de geraadpleegde bronnen zijn enkele indicaties voor de mogelijke aanwezigheid van CE naar voren gekomen. Hieronder is een overzicht opgenomen van de verschillende indicaties, contra-indicaties, leemten in de kennis en conclusies voor de aanwezigheid van CE binnen de diverse projectgebieden. Indicaties Op basis van het literatuur- en archiefmateriaal zijn de volgende aanwijzingen voor de mogelijke aanwezigheid van CE aangetroffen: Ter plaatse van projectgebied zijn de volgende indicaties gesignaleerd: Uit de literatuur en archiefmateriaal is gebleken dat er op 10 mei 1940 een kort vuurgevecht plaatsvond bij de Nederlandse versperring binnen het projectgebied. Een Duitse pantserwagen, komend vanaf de Spoorstraat nam deze versperring onder vuur; Uit de literatuur en archiefmateriaal is gebleken dat ter hoogte van het station Didam een beschieting vanuit een geallieerd jachtvliegtuig heeft plaatsgevonden op 1 december Hierbij werd het stationsgebouw en de directe omgeving getroffen; Uit de literatuur en archiefmateriaal is gebleken dat de omgeving van de Raadhuis-, Schoolen Hoofdstraat op 24 maart 1945 is getroffen door een geallieerd bombardement. Hierbij zijn 20 lb fragmentatiebommen ingezet. In 1982 en 2013 zijn blindgangers van deze explosieven aangetroffen bij Raadhuisstraat (het voormalige Rooms-Katholieke Ziekenhuis, Albertusstichting); Uit de literatuur, archief-, kaart- en luchtfotomateriaal is gebleken dat Didam en de directe omgeving hevig gemilitariseerd was in het laatste half jaar van de oorlog. Binnen en in de nabijheid van het projectgebied zijn er talloze loopgraven, geschut- en wapenopstellingen, tankgrachten en versperringen aangelegd; Uit de literatuur- en archiefgegevens is gebleken dat ter plaatse van projectgebied in april 1945 diverse artilleriebeschietingen door Duitse en Canadese troepen hebben plaatsgevonden; Binnen het projectgebied zijn door de mijn- en munitieopruimingsdienst verschillende explosieven geruimd in de jaren direct na de oorlog; Binnen het projectgebied zijn door de explosievenopruimingsdienst verschillende explosieven gevonden en ruimingen gedaan. Hierbij werden 20 lb fragmentatiebommen, een 3.7 inch brisantgranaat en een 105 mm antitankbrisantgranaat geruimd. Contra-indicaties De volgende contra-indicaties voor de aanwezigheid van CE zijn aangetroffen: Er zijn geen inslagkraters zichtbaar van de 20 lb fragmentatiebommen op het luchtfotomateriaal van 28 maart 1945; Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van neergestorte vliegtuigen of V-wapens binnen het projectgebied; 62

63 Binnen het projectgebied zijn relatief weinig vondsten van geschutmunitie; De bodem binnen het projectgebied is op enkele plekken grondig geroerd voor de aanleg van nieuwe bebouwing. Daarnaast zijn er een aantal nieuwe straten aangelegd en oude zandpaden verhard. Leemten in de kennis De volgende leemten in de kennis zijn gesignaleerd: Algemeen De ervaring leert dat niet alle archiefstukken de tand des tijds doorstaan, wat verschillende oorzaken kan hebben (onbewuste oorzaken zoals brand, of bewuste vernietiging van archiefstukken). Het is in principe mogelijk dat CE-gerelateerde informatie sinds 1945 verloren is gegaan. Hiermee samenhangend kan het eveneens voorkomen dat bepaalde gebeurtenissen, door verdwijning van de oorspronkelijke bron, niet meer getoetst kunnen worden en er enkel nog sprake is van een interpretatie van de oorspronkelijke bron (bijvoorbeeld in de literatuur). Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog worden verder niet alle gebeurtenissen vastgelegd, simpelweg omdat deze onopgemerkt bleven, of omdat deze om bepaalde redenen niet de moeite van het vastleggen waard waren. Specifiek voor het projectgebied Niet alle in de bronnen genoemde oorlogshandelingen, kunnen aan een specifieke locatie worden gekoppeld; Het beschikbare luchtfotomateriaal is beperkt en er bestaat geen (laaggenomen) luchtfotomateriaal van kort na de gevechtshandelingen. De eerste luchtfoto van Didam na de bevrijding in april 1945, is vijf maanden later genomen. Inslagkraters van geschutmunitie zijn daarom niet meer zichtbaar vanwege grondroerende activiteiten voor de landbouw en herstelwerkzaamheden (zo zijn bijna alle Duitse verdedigingswerken al opgeruimd op de bewuste foto); Het is onbekend hoeveel bommenwerpers de luchtaanval van 24 maart 1945 hebben uitgevoerd. Ooggetuigen zagen ongeveer 30 bommen vallen, maar omdat de 20 lb fragmentatiebommen in clusters vielen van 8 per bomhouder, lijkt het aannemelijker dat er ongeveer 240x 20 lb fragmentatiebommen in het dorp zijn neergekomen. Omdat de bommen een gering kaliber hebben en vooral bedoeld zijn om mensen en militair materieel te raken door de scherfwerking, zijn er geen kraters zichtbaar in het landschap. Dit bemoeilijkt de herleidbaarheid van het bombardement op het luchtfotomateriaal en daarmee de horizontale afbakening van het verdachte gebied; Niet alle tijdens de oorlog geruimde CE kunnen met zekerheid aan een exacte locatie in de huidige geografie worden gekoppeld. Ook voor sommige MORA s geldt, dat het niet altijd bekend is waar deze precies geplaatst dienen te worden. Dit geldt voornamelijk voor vondsten op het politiebureau etc. Tot slot geldt ook voor enkele vondsten dat het niet bekend is hoe deze op de vindplaats terecht zijn gekomen of wat de toestand van het CE was (verschoten, achtergelaten etc.). 63

64 Mogelijk aan te treffen (sub)soorten CE Op basis van de gegevens afkomstig uit de geraadpleegde bronnen, zijn diverse feitelijke indicaties aangetroffen welke wijzen op de aanwezigheid van CE in de directe omgeving van de verschillende projectgebieden. Op basis van bovenstaande gegevens kan worden gesteld dat binnen de projectgebieden de volgende (sub)soorten CE kunnen worden aangetroffen: Soort Kaliber Toestand Ontsteker Nationaliteit Afwerpmunitie 20 lb Afgeworpen No. 873 (neusontsteker) en No. 45 (neuspistool) Geschutmunitie 20 mm Verschoten Onb. Brits/Amerikaans Geschutmunitie 3.7 inch Verschoten No. 208 Brits Geschutmunitie 105 mm Verschoten Onb. Brits Klein-kalibermunitie Onb. Achtergelaten Nvt Duits/geallieerd Handgranaten Onb. Achtergelaten Onb. Duits/geallieerd Geweergranaten Onb. Achtergelaten Onb. Duits/geallieerd Munitie voor granaatwerpers Onb. Achtergelaten Onb. Duits/geallieerd Brits Figuur 25. Een 20 lb fragmentatiebom Mk III. Dit type Britse bom werd uitgerust met een neuspistool 45 en neusontsteker 873. Bron: US Navy Bomb Disposal School, British Bombs and Fuzes (1944). 64

65 Horizontale afbakening Op basis van het bronnenmateriaal is het op CE verdachte gebied binnen het projectgebied in de horizontale dimensie als volgt begrensd: Verdacht gebied afwerpmunitie (20 lb, Brits). Op basis van bronnenmateriaal kan worden gesteld dat het een gedeelte van het projectgebied verdacht is op de aanwezigheid van afwerpmunitie met een kaliber van 20 lb (Brits). Aangezien het bombardement van 24 maart 1945 werd uitgevoerd door middelzware bommenwerpers is er gekozen om, conform de WSCS-OCE, een verdacht gebied afwerpmunitie af te bakenen volgens de indicatie tapijtbombardement. Hierbij wordt het verdacht gebied bepaalt op basis van een analyse van het inslagenpatroon, waarbij de maximale afstand tussen twee opeenvolgende inslagen binnen een inslagpatroon wordt gemeten. Deze afstand wordt als buffer om de gesignaleerde kraters heen geprojecteerd. Omdat er echter geen kraters zichtbaar zijn van het bombardement (vanwege de aard en het formaat van de bommen) is er gekozen om gefundeerd af te wijken van deze methode. Uit de schademeldingen van dit bombardement valt op dat vooral de (huidige) Hoofd- en Schoolstraat zijn getroffen. Daarnaast zijn er in de achtertuin van de Albertusstichting in 1982 en 2013 in totaal 5x 20 lb bommen geruimd. De bommenwerpers kwamen volgens ooggetuigen aanvliegen vanuit het oosten over de molen van Strijbosch. Aan de hand van deze gegevens is besloten om de Albertusstichting als middelpunt van het tapijtbombardement te nemen, omdat hier de meeste blindgangers zijn aangetroffen. Vanuit dit middelpunt is de afstand gemeten tot het einde van de schademeldingen. Dit levert een afstand op van 285 meter. Deze afstand is als een buffer om het middelpunt getrokken om tot een gebied te komen waar de kans bestaat dat er nog blindgangers van 20 lb in de bodem aanwezig zijn (zie onderstaande figuren). 65

66 Figuur 26. Op de luchtfoto van 15 maart 1945 is binnen de blauwe cirkel de molen van Strijbosch zichtbaar. De blauwe pijl geeft de vliegrichting aan van de bommenwerpers. Waarschijnlijk vlogen ze recht over het snijpunt van de Hoofdstraat (geel) en Schoolstraat (rood). De MORA s met rode cijfers geven de vondsplaatsen aan van de vijf 20 lb bommen die geruimd zijn in 1982 en Figuur 27. Het verdachte gebied afwerpmunitie met een kaliber van 20 lb. 66

67 Verdacht gebied verschoten geschutmunitie diverse kalibers t/m 3.7 inch (geallieerd). Op basis van bronnenmateriaal kan worden gesteld dat het gehele projectgebied verdacht is op de aanwezigheid van verschoten geschutmunitie van diverse kalibers met een maximum van 3.7 inch (geallieerd). Figuur 28. Het verdachte gebied geschutmunitie (verschoten) in de omgeving van Didam. 67

68 Verdacht gebied achtergelaten geschutmunitie (Duits). Op basis van het geraadpleegde archief- en luchtfotomateriaal, is vastgesteld dat in de omgeving van het projectgebied Duitse geschutopstellingen aanwezig waren. Conform het WSCS-OCE is de horizontale afbakening uitgevoerd volgens de indicatie geschutopstelling (statisch en mobiel), waarbij het gebied 25 meter rondom het hart van de geschutopstelling verdacht is op achtergelaten geschutmunitie. Bij de horizontale afbakening is een luchtfotocorrectie van 10 meter in acht genomen, omdat het nooit mogelijk is een luchtfoto 100% correct te positioneren, waardoor een buffer van 35 meter is getrokken vanuit het hart van de gesignaleerde stellingen. Onderstaande afbeelding toont het resultaat van deze afbakening. Figuur 29. Verdacht gebied achtergelaten geschutmunitie (paars). Bron satellietbeeld: World Imagery. 68

69 Verdacht gebied achtergelaten klein-kalibermunitie, hand- en geweergranaten en (munitie voor) granaatwerpers (Duits). Op basis van het geraadpleegde archief- en luchtfotomateriaal, is vastgesteld dat het projectgebied voor een gedeelte verdacht is op de aanwezigheid van achtergelaten klein-kaliber munitie (KKM), hand- en geweergranaten en munitie voor granaatwerpers. Conform het WSCS-OCE is de horizontale afbakening uitgevoerd volgens de indicaties loopgraaf, munitieopslagplaats en wapenopstelling, waarbij de locaties van de loopgraven, munitieopslagplaatsen en wapenopstellingen verdacht zijn op achtergelaten CE in de vorm van KKM, hand- en geweergranaten en (munitie voor) granaatwerpers. Bij de horizontale afbakening is een luchtfotocorrectie van 10 meter in acht genomen, omdat het nooit mogelijk is een luchtfoto 100% correct te positioneren. Figuur 30. Het verdachte gebied achtergelaten klein-kalibermunitie, hand- en geweergranaten en (munitie voor) granaatwerpers (blauw) in Didam. Bron satellietbeeld: World Imagery. 69

70 Verticale afbakening verdacht gebied Om de verticale afbakening van het verdachte gebied te kunnen vaststellen dient conform het WSCS-OCE rekening te worden gehouden met de volgende gegevens: Verwachte indringingshoek en snelheid; Gewicht; De vorm en diameter van het CE; Bodemweerstand. Gewicht/vorm en diameter CE Bij de bepaling van het gewicht, de vorm en de diameter van de mogelijk aan te treffen CE is uitgegaan van de zwaarst gemelde typen en kalibers, te weten geschutmunitie met een kaliber van 13.7 inch (geallieerd) en 20 lb afwerpmunitie. Benaming Lengte (projectiel) Gewicht Diameter 20 lb fragmentation bomb 30,22 cm 9,07 kilogram 10,03 cm inch shell H.E. 36 cm 13 kilogram 9,4 cm Figuur 31. Voorbeeld van een 3.7 inch gun in de rol van veldgeschut. Bron: Imperial War Museum. 104 US Navy Bomb Disposal School, British Bombs (1944). 70

71 Bodemweerstand Bij DINOloket zijn voor het projectgebied de beschikbare sonderinggegevens opgevraagd. Bij de berekening van de maximale penetratiediepte van CE dient te worden uitgegaan van deze sonderingen. Bij het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) zijn de huidige maaiveldhoogten binnen het projectgebied nagegaan. Met behulp van historisch kaartmateriaal zijn de maaiveldhoogten voor de periode nagegaan. Hierbij is vastgesteld dat de maaiveldhoogte sinds de Tweede Wereldoorlog niet is veranderd. De minimale maaiveldhoogte binnen het projectgebied is gelegen achter de Albertusstichting op 11,50m+NAP. De maximale maaiveldhoogte bedraagt 13,50m+NAP bij de spoorwegovergang. De penetratieberekening van deze typen CE (afwerp- en geschutmunitie) is gebaseerd op de sonderingen in onderstaande afbeelding. Hierbij zijn de sonderingen die binnen het projectgebied zijn gezet of vlak daarbuiten (S40E00026 en S40E00042) leidend geweest. Figuur 32. Locatie van de verschillende sonderingen. De geel gemarkeerde sonderingen zijn gebruikt voor de penetratieberekening. Bron: DinoLoket. Bij het bepalen van de indringingsdiepte wordt ervanuit gegaan dat CE stopt op de eerste grondlaag met een weerstand van 10 MPa (megapascal). Omdat afwerpmunitie van 20 lb en geschutmunitie van 3.7 inch vergelijkbaar zijn van vorm, afmeting en gewicht, is voor beiden vastgesteld dat ze kunnen indringen tot 3,00 meter minus maaiveld, ofwel maximaal tot 8,50m+NAP op het terrein achter de Albertusstichting en 10,50m+NAP in de omgeving van het station. 71

72 Verdacht gebied klein-kaliber munitie, hand- en geweergranaten en munitie voor granaatwerpers (achtergelaten) Achtergelaten CE binnen de loopgraven en wapenopstellingen kan worden aangetroffen op een maximale diepte van 2,50 meter minus maaiveld, ofwel maximaal 11,00m+NAP bij het station en 9,00m+NAP achter de Albertusstichting. Figuur 33. Uitsnede uit de Duitse voorschriften voor het aanleggen van stellingen. Bron: Bildheft Neuzeitlichter Stellungsbau, 1 Juni

2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) KENMERK: QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN BETREFT: N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROJECT: PROVINCIE UTRECHT OPDRACHTGEVER:

2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) KENMERK: QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN BETREFT: N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROJECT: PROVINCIE UTRECHT OPDRACHTGEVER: KENMERK: BETREFT: PROJECT: OPDRACHTGEVER: 2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROVINCIE UTRECHT Documentcode: 2016-BB-12 Aantal pagina s: 21 Datum:

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid Datum: 28 oktober 2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2016-BB-68 dhr. J. Bongers dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Europaplein Zuid Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 18 oktober j.l. naar de mogelijke aanwezigheid

Nadere informatie

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 3 2.4 Historisch overzicht... 3 2.4.1 Historisch overzicht onderzoeksgebied...

Nadere informatie

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding PLS-NGE Datum: 6 juli 2015 Kenmerk: 2015-10-83-BR-01 Aan: Mw. E. Luggenhorst Projectbureau Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Van: F.G.J. Barink (BeoBOM) Betreft: Aanwezigheid NGE binnen projectgebied

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink Datum: 21 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-76-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Karbrugsevoetpad 4, Huissen Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 10 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink Datum: 22 november 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: EU17-193 dhr. H. de Baaij dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Martinuskerk Nijmeegsestraat, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek van 7 november j.l.,

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Datum: 28 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-78-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 14 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 9-4-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00457 GEM Westeraam Gemeente Overbetuwe PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen Inleiding Naar

Nadere informatie

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863 SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 17-04-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00489 Chantal Akkermans Frederik Stouten PLS Prinses Irenestraat te Elst Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 27 maart

Nadere informatie

Projectnummer: 1211GPR2855.1

Projectnummer: 1211GPR2855.1 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ten behoeve van een te realiseren hoge druk gasleiding van Donkerbroek naar Ureterp Deeltracé 1 Projectnummer: 1211GPR2855.1 In opdracht

Nadere informatie

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE.

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE. Briefrapportage Saricon bv Aan: Havenbedrijf Rotterdam N.V. Van: Saricon: E.R. Beute, M. van Riel, MA, Datum : 27 augustus 2015 Betreft:, Theemswegtracé Rotterdam Inleiding Sinds 2012 werkt Saricon in

Nadere informatie

BeoBOM, Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Noord-Holland (kenmerk VO-01, definitief d.d. 18 november 2015), p. 5.

BeoBOM, Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Noord-Holland (kenmerk VO-01, definitief d.d. 18 november 2015), p. 5. ANTEA GROUP t.a.v. de heer ing. R. van Trigt Postbus 8590 3009 AN Rotterdam Kenmerk: 2017-BB-69-BR-01 Rotterdam, 19 oktober 2017 Betreft: addendum op vooronderzoek 2015-70-VO-01 Geachte heer Van Trigt,

Nadere informatie

VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN

VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN KENMERK: BETREFT: PROJECT: (DEFINITIEF) VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN ZUIDERZEELAND PROJECTNUMMER: - 1 OPDRACHTGEVER: AVECO DE BONDT Documentcode: Projectnummer: - Aantal pagina s: 53 Datum:

Nadere informatie

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Datum : 14 november 2014 Projectnaam : Spooruitbreiding Utrecht Centraal Leische Rijn Projectnummer : GJZ-B-227105.01.01 Steller : Herman Punte

Nadere informatie

2016-BB (CONCEPT) VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN NIERS DIJKVERSTERKING OEVERGEBIED NIERS TE GENNEP

2016-BB (CONCEPT) VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN NIERS DIJKVERSTERKING OEVERGEBIED NIERS TE GENNEP KENMERK: BETREFT: PROJECT (NR): 206-BB-0-0 (CONCEPT) VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN NIERS DIJKVERSTERKING OEVERGEBIED NIERS TE GENNEP OPDRACHTGEVER: WATERSCHAP PEEL EN MAAS Documentcode: 206-BB-0-0

Nadere informatie

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Datum: 23-12-2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Gemeente Overbetuwe PLS Spoorkruisingen Elst Noord Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op

Nadere informatie

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus 40018 6504AA Nijmegen Kenmerk: 2016-BB-41 Rotterdam, 1 september 2016 Betreft: Oosterhout, Overbetuwe, Hoge Wei 1 en 2 Geachte heer Lemmers, Naar aanleiding

Nadere informatie

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv Toetsing Vooronderzoek CE Opdrachtgever: KWS lnfra bv Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: 51 40526-TVO-00 I 16 april2014 CErrt Opsporen Conventionele Explosieven Status: Definitief WSCS - OCE

Nadere informatie

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Rotterdam, S.Y.P.Y. Tjan Van: L.J. van Oudheusden; E.R. Beute Datum : 27-09-2013 Betreft: 1. Inleiding Saricon heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam een (beperkt)

Nadere informatie

Briefrapportage. Saricon bv

Briefrapportage. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Maastricht, Dhr R. Bongaerts Van: Saricon, T.M. Blok Datum : 13 september 2017 Documentcode: 17S086-BR-01 Betreft: Aanvullend onderzoek Tramtracé Vlaanderen-Maastricht

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247

Managementsamenvatting. Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Managementsamenvatting Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 projectnummer 0402663 definitief revisie V1.0 D 12 juli 2018 Managementsamenvatting Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 projectnummer

Nadere informatie

KENMERK: VO-01 (DEFINITIEF) BETREFT: VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN PROJECT: N247 NOORD-HOLLAND OPDRACHTGEVER: ANTEA GROUP

KENMERK: VO-01 (DEFINITIEF) BETREFT: VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN PROJECT: N247 NOORD-HOLLAND OPDRACHTGEVER: ANTEA GROUP KENMERK: BETREFT: PROJECT: VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN N247 NOORD-HOLLAND OPDRACHTGEVER: ANTEA GROUP 1 Documentcode: 2015-70-VO-01 Aantal pagina s: 95 Datum: 18 november 2015 Status: Definitief

Nadere informatie

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Projectnummer : 71099 Locatie Opdracht Opdrachtgever : Barneveld-Noord Station : Vooronderzoek

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. E. Weijde Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000*

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. E. Weijde Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. E. Weijde Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Uw email van 23 december 2014 Behandeld door J. van der Heijden Uw kenmerk -- Doorkiesnummer

Nadere informatie

CEES VAN DEN AKKER ADVIES

CEES VAN DEN AKKER ADVIES CEES VAN DEN AKKER ADVIES Vooronderzoek Conventionele Explosieven Opdrachtgever : Dienst Landelijk Gebied Project : Inrichtingswerken Natuur Winterswijk Oost Nr : PWE 526901-801H Gemeente : Winterswijk

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard Datum: 5 oktober 2015 Kenmerk: 15P038 definitief rapport 15P038 VO Hoge Boezem van de Overwaard

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog Projectnummer: 0415GPR5104 Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2 Quickscan... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Gilze en Rijen Hultens End Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg 4a, 5133 NE Riel, Nederland Postbus 21, 5133 ZG Riel, Nederland

Nadere informatie

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247 Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247 Spitsbusbaan N235-2016 713 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven

Nadere informatie

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede Rapportage Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede Projectnummer: 1011GPR2724 In opdracht van: Ingenieursbureau Oranjewoud

Nadere informatie

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk documentcode: aantal pagina's: 10S062-PI-01 18 pag. (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 16 augustus 2010

Nadere informatie

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg Vooronderzoek Hilversum Monnikenberg Figuur 1: Uitsnede overzichtskaart: verdedigingslinie om Hilversum (bron: PAT, 457). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V.

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. G. Boonstra-Brandsma Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000*

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. G. Boonstra-Brandsma Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. G. Boonstra-Brandsma Afd. Team Ruimtelijk Beleid Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Uw email van 23 februari 2015 Behandeld door J. van der Heijden Uw kenmerk

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839 Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Watergangen Lichtenvoorde Gemeente Oost-Gelre

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Watergangen Lichtenvoorde Gemeente Oost-Gelre Vooronderzoek Conventionele Explosieven Watergangen Lichtenvoorde Gemeente Oost-Gelre Datum: Kenmerk: 19 april 2017 17P018 definitief rapport 17P018 VO Watergangen Lichtenvoorde definitief rapport d.d.

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje Documentcode: Aantal pagina's: 61 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 23 juli 2013 Herzien Concept 16 mei 2013 Opgesteld

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000*

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Uw email van 19 november 2014 Behandeld door J. van der Heijden Uw kenmerk -- Doorkiesnummer (026)

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Postbus 92 Industrieweg 24 www.saricon.nl Tel. +31 (184) 422 538 KvK-nummer: 23.063.102 3360 AB Sliedrecht 2261 HJ Sliedrecht

Nadere informatie

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 INLEIDING... 3 1.1 AANLEIDING... 3 1.2 WERK- EN ONDERZOEKSGEBIED... 3 1.3 DOEL... 4 1.4 METHODIEK... 4 1.5 LEESWIJZER... 4 2 REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN... 5 2.1 ECG, BAGGEREN

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel Datum: 14 september 2015 Kenmerk: 15P068 conceptrapport 15P068 VO Fietspad & Rotonde N831 conceptrapport d.d. 14 september

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Afsluitdijk Vispassages Figuur 1: De Afsluitdijk bij Kornwerderzand en Den Oever (bron: Google.nl). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V.

Nadere informatie

Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel

Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel Datum: 9 augustus 2013 Kenmerk: 13P016 conceptrapport Pagina 2 van 22 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 5 1.1 AANLEIDING... 5

Nadere informatie

Lijst van bijlagen... 2. 5 Betrouwbaarheid... 11

Lijst van bijlagen... 2. 5 Betrouwbaarheid... 11 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 3 2 Probleeminventarisatie...4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Onderzoekslocatie... 4 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 4 2.4 Historisch

Nadere informatie

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Papendrecht aansluiting A15-N3

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Papendrecht aansluiting A15-N3 Vooronderzoek Papendrecht aansluiting A15-N3 Figuur 1: Aansluiting N3-A15 (bron: www.google.nl/maps - streetview). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen Projectnummer: GPR6045 Onderzoekslocatie: Project 411437 Magnitude FII in de provincie Groningen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost Documentcode: Aantal pagina's: 13S093-VO-02 54 blz. (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 16 september

Nadere informatie

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Saricon bv Safety & Risk Consultancy Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Pascalkwartier te Rotterdam documentcode: aantal pagina's: 72259-VO-01 18 incl. bijlagen Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 23 mei 2006 Herzien

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen Projectnummer: GPR5155 Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Spoorwegonderdoorgang N226 te Maasbergen

Spoorwegonderdoorgang N226 te Maasbergen Rapport Aanvullend historisch vooronderzoek en projectgebonden risicoanalyse Conventionele Explosieven Spoorwegonderdoorgang N226 te Maasbergen Kenmerk : RAP01811401 Datum : 07/09/18 Postbus 85. 4100 AB

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM INHOUD Historisch Vooronderzoek Noodzaak Zuurstoffabriek De Alblas De Risocokaart Voor- en nadelen Hoe te werken met de risicokaart Vervolgstappen Financiën Vragen

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen Projectnummer: 0214GPR4026.1 Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken

Nadere informatie

Datum: Projectnummer: Status: V.1.0 Definitief

Datum: Projectnummer: Status: V.1.0 Definitief Datum: 01-11-2017 Projectnummer: 1702140001 Status: V.1.0 Definitief Armaex B.V. Vooronderzoek CE Transferium De Punt Verantwoordelijk voor rapport: J. Slagers S. Fikkert G. Nijland Copyright 2016. Niets

Nadere informatie

Pagina 2 van 53 12S107-VO-01

Pagina 2 van 53 12S107-VO-01 Foto omslag: Britse militairen bestuderen een kaart bij de Maas (bron: M. van den Berg, M. Greve- Snijders en J. Kessels (red.), Beegden bezet bevrijd: de oorlogsjaren 1940-1945 in Beegden, Beegden 2005,

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vooronderzoek Conventionele Explosieven Epen Volmolen Epen Volmolen 0 Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor Bodac, onderdeel van

Nadere informatie

Wij vertrouwen erop u hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan en zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

Wij vertrouwen erop u hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan en zien uw reactie met belangstelling tegemoet. Gemeente Loppersum T.a.v. de heer M. Postema Postbus 25 9919 ZG Loppersum Uw referte : Afspraak 27 maart 2015 Onze referte : 72138/UO-151089 Onderwerp : Offerte Historisch Vooronderzoek-Niet Gesprongen

Nadere informatie

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief Vooronderzoek Conventionele Explosieven Oosterhoutse Golf Club Gemeente Oosterhout Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief Copyright 2015. Niets uit dit projectplan mag

Nadere informatie

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem 2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N 2.1. Algemene informatie CE n in de bodem Ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden zullen er grondroerende werkzaamheden verricht worden. Bij het roeren van de ondergrond

Nadere informatie

Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl).

Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl). Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht Documentcode: Aantal pagina's: 40 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief Herzien Concept 6 oktober 2014 Opgesteld

Nadere informatie

Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch. W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012

Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch. W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012 Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012 1 Inhoudsopgave: 1. INLEIDING... 4 1.1. AANLEIDING... 4 1.2. DOELSTELLING... 4 1.3. UITVOERING... 4 1.4. OVERZICHT RELEVANTE

Nadere informatie

Bijlagen bij toelichting:

Bijlagen bij toelichting: Bijlagen bij toelichting: 1. Beschikking Provincie Zuid-Holland aangaande saneringsplan, d.d. 05 maart 2014; 2. Betrokken bodemonderzoeken; 3. Vooronderzoek Conventionele Explosieven Haven Fase II te Katwijk

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Dijkversterking Vianen Waterschap Rivierenland

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Zutphen

Onderzoekslocatie: Project Zutphen Projectnummer: GPR5831 Onderzoekslocatie: Project Zutphen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl www.explovision.nl

Nadere informatie

Pagina 2 van 38. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad.

Pagina 2 van 38. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Saricon bv Safety & Risk Consultancy Vooronderzoek Conventionele Explosieven Everdenberg gemeente Oosterhout documentcode: aantal pagina's: 72469-VO-01 29 pagina s (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 28 mei 2009

Nadere informatie

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014 Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Conventionele Explosieven (CE n) Datum Status definitief Colofon Referentienummer RW1929-28/14-005-909 Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon

Nadere informatie

BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK

BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport RIS432-13/14-021.124 d.d. 10 november 2014 Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport RIS432-13/14-021.124 d.d. 10

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Soesterberg-Noord Gemeente Soest DATUM: 18 december

Nadere informatie

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Datum: 4 december 2015 Projectnr.: 150108 Status: V2.0 definitief Gemeente Houten: Opdrachtgever 1 Armaex B.V.: Directeur¹

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Haarlem NGE-Risicokaart

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Haarlem NGE-Risicokaart Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Haarlem NGE-Risicokaart RO-160069 versie 1.0 19 juli 2016 Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Haarlem NGE-Risicokaart Opdrachtgever

Nadere informatie

Datum: 25 september 2014 Projectnr.: Status: concept

Datum: 25 september 2014 Projectnr.: Status: concept Vooronderzoek Conventionele Explosieven N489 Binnenmaas Datum: 25 september 2014 Projectnr.: 140012 Status: concept Copyright 2014. Niets uit dit projectplan mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht

Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht Datum: 10 oktober 2017 Kenmerk: 17P144 definitief rapport versie 3 Zaaknummer: 31115711 17P144 VO A15 Papendrecht -

Nadere informatie

Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg

Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg Datum : 6 april 2017 Kenmerk : 16120510/CKU/rap1 Status : Definitief Versie : 1.0 Auteurs : R.J.W.J. Bücking

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied " Rijnlandroute t.b.v. Gasunie.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied  Rijnlandroute t.b.v. Gasunie. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied "408310 Rijnlandroute t.b.v. Gasunie. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: 408310 Rijnlandroute t.b.v.

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vispassage Wittemermolen te Wittem

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vispassage Wittemermolen te Wittem Vooronderzoek Conventionele Explosieven Vispassage Wittemermolen te Wittem Vispassage Wittemermolen te Wittem 0 Dit document is bestemd voor de opdrachtgever. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht Documentcode: Aantal pagina's: 53 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 3 november 2014 Herzien Concept 13 oktober

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0013 Wipbrug te Opmeer.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0013 Wipbrug te Opmeer. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0013 Wipbrug te Opmeer. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: BB0013 Wipbrug te Opmeer Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Wei Oosterhout (GLD)

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Wei Oosterhout (GLD) Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Wei Oosterhout (GLD) documentcode: aantal pagina's: 11S125-VO-02 45 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 19 september 2011 Herzien

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Plangebied Rhenen.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Plangebied Rhenen. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Plangebied Rhenen. Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 5 1.1 ALGEMEEN... 5 1.2 AANLEIDING... 5 1.3 DOEL VAN

Nadere informatie

2 Algemene informatie en voorlichting Algemene informatie explosieven Voorlichting voor aanvang werkzaamheden...

2 Algemene informatie en voorlichting Algemene informatie explosieven Voorlichting voor aanvang werkzaamheden... Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Historisch vooronderzoek... 3 1.3 Doelstellingen werkprotocol... 4 1.4 Onderzoekslocatie... 4 2 Algemene informatie en voorlichting...

Nadere informatie

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013 Proces-verbaal van oplevering Opdrachtgever: Gemeente Nieuwkoop Projec'tnummer: 51 3051 1 Kenmerk: 5130511-PvO-001 Datum: 24 mei 2013.'åe:ú.'' -"-' '*c -.: {S'r 1- l. rocetrr Op po en Conwntionele E Plo

Nadere informatie

Pagina 2 van 32 12S041-VO-01

Pagina 2 van 32 12S041-VO-01 Foto omslag: De Afdeling Delft in stelling met een Oerlikon-vuurmond 2 tl. nr. 1. In het onderzoeksgebied stonden drie stukken opgesteld (bron: C.A. de Bruijn en A.C. Verschoor, Gedenkboek voor de vrijwillige

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad Ouwelsestraat Zaltbommel

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad Ouwelsestraat Zaltbommel Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad Ouwelsestraat Zaltbommel INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding van het vooronderzoek 1 1.2 Omschrijving en doelstelling van de opdracht 1

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Perceel Bommersheufsestraat te Zevenaar.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Perceel Bommersheufsestraat te Zevenaar. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Perceel Bommersheufsestraat te Zevenaar. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Perceel Bommersheufsestraat

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Winklerlaan 365 te Utrecht. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Winklerlaan 365 te Utrecht Buro Ontwerp

Nadere informatie

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen

Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Nadere informatie

Beknopt vooronderzoek conventionele explosieven voormalig Demka-terrein Utrecht

Beknopt vooronderzoek conventionele explosieven voormalig Demka-terrein Utrecht Beknopt vooronderzoek conventionele explosieven voormalig Demka-terrein Utrecht Datum : 13 mei 2015 Kenmerk : 14050192/JRO/rap1 Status : Definitief Versie : 1 Auteur : J. Rotteveel Opdrachtgever IDDS Explosieven

Nadere informatie

Datum: 26 september 2014 Projectnr.: Status: definitief

Datum: 26 september 2014 Projectnr.: Status: definitief Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grensmeander De Haandrik Gem. Hardenberg Datum: 26 september 2014 Projectnr.: 2014148 Status: definitief Copyright 2014. Niets uit dit projectplan mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven

Certificatieschema voor het. Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven Certificatieschema voor het Procescertificaat Vooronderzoek CE en Risicoanalyse Conventionele Explosieven Vaststelling door : Centraal College van Deskundigen OCE Vaststellingsdatum : DATUM Goedkeuring

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Waternet Amsteldijk

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Waternet Amsteldijk Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Waternet Amsteldijk RO-160206 versie 1.0 27 september 2016 Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Waternet Amsteldijk Opdrachtgever :

Nadere informatie

Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6

Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6 Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6 Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Opzet van het onderzoek... 4

Nadere informatie

VOORONDERZOEK NHW Batterij-Poederoijen

VOORONDERZOEK NHW Batterij-Poederoijen VOORONDERZOEK NHW Batterij-Poederoijen AVG Explosieven Opsporing Nederland Vestiging Heijen Vestiging Waalwijk Postadres De Grens 7 Professor Asserweg 24 Postbus 160 6598 DK Heijen 5144 NC Waalwijk 6590

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12 Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12 documentcode: aantal pagina's: 10S078-VO-01 33 incl. bijlagen Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 6 december 2010 Herzien 22 oktober

Nadere informatie

REGIONAAL BEDRIJVENPARK LAARAKKER

REGIONAAL BEDRIJVENPARK LAARAKKER RN-16120-1.0 13-10-2016 DEFINITIEVE VERSIE 1.0 AANVULLEND VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN UIT DE TWEEDE WERELDOORLOG REGIONAAL BEDRIJVENPARK LAARAKKER OPGEMAAKT DOOR EXPLOAD HANDELSREGISTER CULEMBORG

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp

Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp Projectnummer: 1214GPR4876 Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp Rapportage Projectnummer: 1214GPR4876 Datum: 15-05-2015 Betreft: Historisch vooronderzoek naar de aanwezigheid van

Nadere informatie

1 INLEIDING VOORGESCHIEDENIS VERGOEDING VIA GEMEENTEFONDS AANVRAAG SUPPLETIE-UITKERING

1 INLEIDING VOORGESCHIEDENIS VERGOEDING VIA GEMEENTEFONDS AANVRAAG SUPPLETIE-UITKERING Inhoudsopgave 1 INLEIDING...4 1.1 OPBOUW...4 2 VOORGESCHIEDENIS...5 2.1 HISTORISCH VOORONDERZOEK GOUDA...5 2.2 EERDERE SUBSIDIEVERZOEKEN...5 3 VERGOEDING VIA GEMEENTEFONDS...6 3.1 INCIDENTELE GEBRUIKERS...6

Nadere informatie