Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Transcriptie

1 Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Datum : 14 november 2014 Projectnaam : Spooruitbreiding Utrecht Centraal Leische Rijn Projectnummer : GJZ-B Steller : Herman Punte Versie : 3 Inhoud: Blz: project 2 Onderbouwing 3 Termen en definities: Conventionele Explosieven (CE): Elk explosief dat niet als geïmproviseerd, nucleair, biologisch of chemisch kan worden aangemerkt. Bij het opsporingsproces wordt aan CE gelijkgesteld en als zodanig behandeld: - CE die geen explosieve stoffen (meer) bevatten; - restanten van CE die door leken als zodanig herkenbaar zijn; - voorwerpen die door leken kunnen worden aangemerkt als CE; - wapens of onderdelen daarvan. Hoofdsoorten Conventionele Explosieven: Kleinkalibermunitie, Geschutmunitie, Handgranaten, Geweergranaten, Munitie voor granaatwerpers, Raketten, Afwerpmunitie, Submunitie, Onderwatermunitie, Mijnen, Valstrikken, Explosieve stoffen, Vuurwerken, Vernielingsmiddelen, Ontstekingsinrichtingen en Toebehoren van munitie. Verschijningsvorm: Onder de verschijningsvorm wordt verstaan de wijze waarop CE in het verleden in de (water)bodem zijn terechtgekomen, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in: afgeworpen, verschoten / gegooid / gelegd / weggeslingerd, opgeslagen / gedumpt / begraven (inclusief redepositie), als restanten uit springputten of explosie en als onderdeel van (vliegtuig)wrakken en / of gezonken vaartuigen. Vooronderzoek : Onderzoek dat tot doel heeft om te beoordelen of er indicaties zijn dat binnen het onderzoeksgebied CE aanwezig zijn, en zo ja, om het verdachte gebied in horizontale en verticale dimensie af te bakenen. Het vooronderzoek bestaat uit zowel het inventariseren als beoordelen (analyseren) van bronnenmateriaal. Eindresultaat is een rapportage en een bijbehorende CE bodembelastingkaart. Verdacht gebied : Het deel van het onderzoeksgebied waarbinnen op basis van vooronderzoek de aanwezigheid van CE wordt vermoed.

2 Projectomschrijving: Na 2018 gaan er meer treinen rijden over het tracé Utrecht Centraal Woerden. Op dit moment is het tracé tussen Utrecht Centraal en Leidsche Rijn (verder genoemd Utrecht Centraal - Leidsche Rijn) 2-sporig. Het gedeelte tussen het Leidsche Rijn en Woerden is 4-sporig. Het project spooruitbreiding Utrecht Centraal - Leidsche Rijn omvat de volgende fysieke ingrepen: de realisatie van twee nieuwe geëlektrificeerde sporen over een lengte van ongeveer 2 kilometer; het aanpassen van de bestaande sporen; het verlengen van het bestaande viaduct over de Cartesiusweg / Thomas à Kempisweg; het realiseren van een nieuw viaduct over de Cartesiusweg / Thomas à Kempisweg direct aansluitende aan het bestaande verlengde viaduct; de aanpassen van de bestaande 2-sporige spoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal; het realiseren van een nieuwe 2-sporige spoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal. Tekening projectgebied Conclusie In het projectgebied zitten een aantal locaties die verdacht zijn op niet gesprongen explosieven. Bij de onderbouwing is per deellocatie aangegeven welke explosieven verwacht kunnen worden. 2/8

3 Onderbouwing Resultaten Overzicht projectgebied en van toepassing zijnde CE-vooronderzoeken in het projectgebied 3/8

4 Geraadpleegde bronnen Vooronderzoek T&A: Spoortracé Amsterdam Muiderpoort - Utrecht Rapportnummer RNO 33 Datum Relevante informatie uit de rapporten. Binnen dit gebied kunnen de volgende explosieven aangetroffen worden: Deelgebieden Soort aan te Beschrijving Beschrijving verticale afbake- ning treffen horizontale afbakening verdachte gebied explosieven verdachte gebied Deelgebied 6 Diverse soorten munitie (naoorlogs) Waterbodem binnen 900 meter rondom ontploft munitieschip Rondgeslingerde munitie wordt op de vaste waterbodem verwacht Deelgebied 7 Deelgebied 8 Afwerpmunitie: brisantbommen van lbs Afwerpmunitie: brisantbommen van lbs Diverse soorten munitie (naoorlogs) Gebied binnen 144 meter van het doel - van de Vleutensebrug en spoor ter plaatse. In het geval kraters buiten de 144 meter vallen, wordt afgebakend op basis van kraterpatroon, vermeerderd met 25 meter Overlap tussen deelgebieden 6 en 7. Afwerpmunitie: Gezien de bodemopbouw zijn explosieven te verwachten vanaf maaiveld tot maximaal 5.0 m-mv (met maaiveld wordt maaiveld ten tijde van WOII bedoeld) Afwerpmunitie: Gezien de bodemopbouw zijn explosieven te verwachten vanaf maaiveld tot maximaal 5.0 m-mv (met maaiveld wordt maaiveld ten tijde van WOII bedoeld) Rondgeslingerde munitie wordt op de vaste waterbodem verwacht Deelgebied 9 (Onverdacht) Niet van toepassing Overige delen binnen onder- zoeksgebied zijn onverdacht Onderzoeksgebied met uitzonde- ring van de hierboven omschre- ven verdachte gebieden 4/8

5 Vooronderzoek T&A: Spoortracé Vleuten - Utrecht Rapportnummer RNO 35 Datum Relevante informatie uit de rapporten. Binnen dit gebied kunnen de volgende explosieven aangetroffen worden: Deelgebied Soort aan te treffen explosie- ven Deelgebied 3 Deelgebied 4 Deelgebied 5 (Onverdacht gebied) Afwerpmunitie: 250, 500 en 1000 lbs geallieerd Afwerpmunitie: 250, 500 en 1000 lbs geallieerd Diverse soorten munitie (naoorlogs) Niet van toepassing Beschrijving horizonta- le afbakening verdach- te gebied Gebied binnen 144 meter van de Vleutensebrug en stellingen ten westen van Vleutensebrug en fabriek Zuilen. In het geval kraters buiten de 144 meter vallen, wordt afgebakend op basis van kraterpatroon, vermeerderd met 25 meter Waterbodem binnen 900 meter rondom ontploft munitieschip Onderzoeksgebied met uitzondering van de hierboven omschreven verdachte gebieden Beschrijving verticale afbakening verdachte gebied Gezien de bodemopbouw (zie hoofdstuk 2) zijn explosieven te verwachten vanaf maaiveld tot maximaal 6.0 m-mv (met maaiveld wordt maaiveld ten tijde van WOII bedoeld). Afwerpmunitie: Gezien de bodemopbouw (zie hoofdstuk 2) zijn explosieven te verwachten vanaf maaiveld tot maximaal 6.0 m-mv (met maaiveld wordt maaiveld ten tijde van WOII bedoeld). Rondgeslingerde munitie wordt op de vaste waterbodem verwacht Niet van toepassing Naoorlogse werkzaamheden Markeringsnr: 46, 80 Niet van toepassing Niet van toepassing Contra-indicaties: Voor de volgende delen binnen de verdachte gebieden geldt een achtergrondrisico: De spoorbaan tussen Utrecht en Harmelen-aansluiting ten oosten en ten westen van het Amsterdam-Rijnkanaal is naoorlogs verbreed tussen kilometer en Hierbij is in 5/8

6 elk geval 0.2 meter teelaarde aangebracht (gemeten loodrecht op het talud). Markeringsnummer 46; Uit de luchtfoto s blijkt dat het onderzoeksgebied tijdens WOII uit landbouwgronden bestond. Binnen het onderzoeksgebied is de A2 en bebouwing ten oosten van deze weg naoorlogs aangelegd, of aangepast. Markeringsnummer 80; 6/8

7 Vooronderzoek T&A: Station en emplacement Utrecht CS Rapportnummer RNO 36 Datum Relevante informatie uit de rapporten. Binnen dit gebied kunnen de volgende explosieven aangetroffen worden: Deelgebieden Soort aan te treffen Beschrijving horizon- tale Beschrijving verticale explosieven afbakening verdachte gebied afbakening verdachte gebied Naoorlogse werkzaamheden Markeringsnr: Deelgebied 1 Afwerpmunitie: 1000 lbs, geallieerd Gebied binnen 144 meter van de Vleutense brug en het spoor bij de kraters Gezien de bodemop- bouw (zie hoofdstuk 2) zijn explosieven in de vorm van afwerpmuni- tie te verwachten vanaf maaiveld tot maximaal 5.0 m-mv (met maaiveld wordt maaiveld ten tijde van WOII bedoeld) 6, 21 Contra-indicaties: Voor de volgende delen binnen de verdachte gebieden geldt een achtergrondrisico: De spoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Harmelen en Utrecht is naoorlogs omhoog gebracht van 7.41 tot 7.70 m + NAP. In verband daarmee hebben werkzaamheden plaatsgevonden tussen kilometer en 3.200, waarbij het spoor in het verdachte deel van het onderzoeksgebied is verhoogd van 7.08 naar 7.70 m + NAP bij kilometer en van 6.75 naar 7.70 m + NAP bij kilometer en van6.12 naar 8.11 m + NAP bij kilometer Gesteld kan worden, dat spoor- en ballastvernieuwende werkzaamheden tot 0.73 m-bs tussen kilometer en zonder extra maatregelen uitgevoerd kunnen worden. Verder bestond het werk uit het leveren en verwerken van teelaarde voor het bekleden van de taluds, bermen en terpen, aansluiten aan de bestaande taluds met een blijvende dikte van 0.2 meter loodrecht op het te bekleden vlak gemeten. Markeringsnummer 21;het onderzoeksgebied is verhoogd van 7.08 naar 7.70 m + NAP bij kilometer en van 6.75 naar 7.70 m + NAP bij kilometer en van zonder extra maatregelen uitgevoerd kunnen worden. Verder bestond het werk uit het leveren en verwerken van teelaarde voor het bekleden van de taluds, bermen en terpen, aansluiten aan de bestaande taluds met een blijvende dikte van 0.2 meter loodrecht op het te bekleden vlak gemeten. Markeringsnummer 21; Uit vergelijking van de luchtfoto s van eind WOII met de huidige situatie blijkt, dat vrijwel alle woningen en industrie bij de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal in het spoor Breukelen Utrecht naoorlogs is aangelegd. Markeringsnummer 6; 7/8

8 8/8