Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht"

Transcriptie

1 Vooronderzoek (WSCS-OCE 2016) Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht Datum: 10 oktober 2017 Kenmerk: 17P144 definitief rapport versie 3 Zaaknummer: P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

2 Distributielijst - Tauw bv; - Bombs Away B.V. Opdrachtgever Opgesteld: Geaccordeerd: Kenmerk en status: Dhr. O. Merkx Tauw bv Mw. J. Bakx BA Bombs Away B.V. Dhr. N.W. Schrooten Armaex B.V. WSCS-OCE gecertifieerd bedrijf Handtekening: Handtekening: Handtekening: Datum: 17P144 definitief rapport versie 3 10 oktober 2017 Bombs Away B.V. Postbus 1148 Museumlaan BC Utrecht 3581 HK Utrecht Info@bombsaway.nl KvK: BTW: B01 IBAN: NL31ABNA P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Doel vooronderzoek Uitgangspunt Werkwijze vooronderzoek Scope onderzoeksgebied Projectteam Leeswijzer Geraadpleegde bronnen Verantwoording bronnenmateriaal Reeds uitgevoerde onderzoeken Literatuur Archiefonderzoek in Nederland Regionaal Archief Dordrecht (RAD) Dordrecht Nationaal Archief (NA) Den Haag Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Amsterdam (NIOD) Nederlands Instituut voor Militaire Historie Den Haag (NIMH) Semi-statisch Archief (SSA) Studiegroep Luchtoorlog (SGLO) Websites Archiefonderzoek in het buitenland The National Archives UK te Londen (TNA UK) National Archives and Records Administration te Washington (NARA) Bundesarchiv-Militärarchiv te Freiburg (BaMa) Luchtfoto-onderzoek Resultaten inventarisatie Inleiding Mobilisatieperiode Meidagen Duitse bezettingsjaren Bevrijdingsjaar Naoorlogse periode heden Luchtfoto-analyse Inventarisatiekaart Leemten in kennis Analyse gegevens Indicaties Soort en hoeveelheid CE Verschijningsvorm Horizontale afbakening Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Verticale afbakening Diepteligging CE Locatiespecifieke omstandigheden 1945-heden Naoorlogse ontwikkelingen Voorgenomen werkzaamheden Leemten in kennis Risico analyse Advies en budgetramingen Conclusie en Advies Conclusie Aan te treffen CE Horizontale afbakening verdachte gebieden Verticale afbakening verdachte gebieden Naoorlogse ontwikkelingen Leemten in kennis Advies Bijlagen Bijlage 1 WSCS-OCE en certificaten Bijlage 2 Vaststellen verdacht gebied en afbakening in vooronderzoek Bijlage 3 Luchtfotodekking Bijlage 4 Inventarisatiekaart (losbladig) Bijlage 5 CE-Bodembelastingkaart (losbladig) Afbeelding voorblad: luchtfoto. Bron: WAG (266). Sortieref: Fotonummer: d.d P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

4 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De aanleiding van het vooronderzoek zijn de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden binnen het onderzoeksgebied. Het is niet bekend of er rekening gehouden dient te worden met het aantreffen van conventionele explosieven (CE) uit de Tweede Wereldoorlog in dit gebied. Indien er CE aanwezig zijn in de bodem van het te onderzoeken gebied, dan bestaat de mogelijkheid op een ongecontroleerde detonatie van een of meerdere CE. Op basis van de Arbowetgeving en de Openbare Orde en Veiligheid dienen alle risico s vooraf de voorgenomen werkzaamheden in kaart te worden gebracht waarbij de risico s zoveel mogelijk moeten worden ingeperkt. Aan de hand van een vooronderzoek CE wordt bepaald of er sprake is van een risico op het aantreffen van CE en daarnaast waar er een risico is op het aantreffen van CE in de bodem. Onlangs heeft Bombs Away B.V. in opdracht van Tauw bv een Quickscan uitgevoerd voor het onderzoeksgebied A15 Sliedrecht-Papendrecht. De resultaten hiervan zijn opgenomen in de rapportage 17P079 d.d. 2 juni Op basis van de uitgevoerde Quickscan is geadviseerd om een volledig vooronderzoek conventionele explosieven uit te laten voeren, aangezien er aanwijzingen zijn gevonden dat tijdens de Tweede Wereldoorlog oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden waarbij mogelijk CE zijn ingezet en achtergebleven in de bodem in en/of nabij het onderzoeksgebied. In opdracht van Tauw bv heeft Bombs Away B.V. te Utrecht een vooronderzoek CE uitgevoerd voor het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht (Zuid-Holland) naar de aanwezigheid van CE uit de Tweede Wereldoorlog. Het vooronderzoek A15 Papendrecht - Sliedrecht is tevens geaccordeerd door Armaex B.V., een WSCS-OCE gecertifieerd bedrijf, waarbij het onderzoek is getoetst aan de richtlijnen van het WSCS-OCE (2016) en het Kaderdocument Conventionele Explosieven van Rijkswaterstaat, d.d. september De certificaten van Armaex zijn opgenomen in bijlage 1. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

5 1.2 Doel vooronderzoek Het doel van dit vooronderzoek CE is het vaststellen of er in de geraadpleegde bronnen indicaties zijn waaruit blijkt dat (delen van) het onderzoeksgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken is (zijn) geweest bij oorlogshandelingen waardoor er (mogelijk) CE op/in de (water)bodem zijn achtergebleven. Indien er indicaties zijn dat (delen van) het onderzoeksgebied betrokken (zijn) is geweest bij oorlogshandelingen dan wordt het (de) verdachte gebied(en) horizontaal afgebakend en worden de volgende zaken vastgesteld: Soort(en) aan te treffen CE; Hoeveelheid aan te treffen CE; Verschijningsvorm aan te treffen CE; Maximale en minimale diepteligging CE Uitgangspunt Het vooronderzoek is conform het WSCS-OCE uitgevoerd. In deze richtlijnen voor het uitvoeren van het vooronderzoek staan de verplichte bronnen die geraadpleegd dienen te worden alsmede de aanvullende bronnen. Bombs Away heeft naast de verplichte bronnen ook aanvullende bronnen geraadpleegd. Bron Raadplegen WSCS-OCE Door Bombs Away Verplicht Aanvullend geraadpleegd Literatuur Gemeentelijk & Provinciaal archief Nederlands Instituut Militaire Historie (NIMH) Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) Luchtfotocollectie Wageningen Universiteit Luchtfotocollectie Kadaster Luchtfotocollectie The Aerial Reconnaissance Archives The National Archives UK Bundesarchiv-Militärarchiv The National Archives and Records Administration USA Getuigen Niet beschikbaar Tevens zijn de volgende bronnen door Bombs Away geraadpleegd die niet vermeld zijn in het WSCS-OCE, maar die wel relevante informatie kunnen bevatten over het onderzoeksgebied: Semi-statisch Archief (SSA) Defensie te Rijswijk; Nationaal Archief (NA) te Den Haag. Het onderzoek voldoet eveneens aan het Kaderdocument Conventionele Explosieven van Rijkswaterstaat, d.d. september Werkwijze vooronderzoek Het vooronderzoek is conform de huidige richtlijnen (WSCS-OCE) uitgevoerd en bestaat uit twee delen, namelijk de inventarisatie en de beoordeling & evaluatie. In het eerste deel van het vooronderzoek, de inventarisatie, is alle relevante informatie verzameld uit de geraadpleegde bronnen. Op basis van de verzamelde informatie is vastgesteld of er oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden waarbij (mogelijk) CE zijn achtergebleven binnen de grenzen van het onderzoeksgebied. Indien in de geraadpleegde bronnen indicaties zijn gevonden waaruit blijkt dat (delen van) het onderzoeksgebied getroffen is (zijn) door oorlogshandelingen, wordt in het tweede deel van het vooronderzoek, de beoordeling & evaluatie 1, de verzamelde informatie 1 In bijlage 1 zijn de richtlijnen van de WSCS-OCE voor de beoordeling en evaluatie weergegeven. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

6 beoordeeld en geëvalueerd. Op basis van de beoordeling en de evaluatie kunnen de volgende zaken worden vastgesteld: De horizontale begrenzing van verdacht(e) gebied(en); De minimale en maximale diepteligging van de aan te treffen CE; De soort(en) van de aan te treffen CE; De hoeveelheid van de aan te treffen CE; De verschijningsvorm van de aan te treffen CE. De resultaten van de inventarisatie en de beoordelingen en evaluatie zijn in dit rapport opgenomen met bijbehorende CE-bodembelastingkaart. 1.3 Scope onderzoeksgebied Dit vooronderzoek richt zich op het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht in de gemeenten Sliedrecht en Papendrecht (Zuid-Holland). In afbeelding 1 is het onderzoeksgebied (het gebied binnen de blauwe lijnen) weergegeven. De volgende informatie is aangeleverd door de opdrachtgever: Het plangebied bestaat uit een gedeelte van de Rijksweg A15 dat tussen Papendrecht en Sliedrecht ligt (gemeenten Papendrecht en Sliedrecht). De westgrens van het plangebied ligt ongeveer 150 m ten westen van de kruising van de N3 met de A15 (afrit 23: Papendrecht). De oostgrens van het plangebied is de kruising van de A15 met de Rivierdijk (afrit 25: Sliedrecht- Oost). Het plangebied is ongeveer 6,9 km lang en circa 30 tot 70 m breed. Het plangebied is grotendeels in gebruik als weg, maar ook zijn bermen en een waterpartij aanwezig. De bestaande A15 in het plangebied zal worden verbreed. De verbreding van de A15 vindt plaats tussen de bestaande geluidswal aan de zuidzijde van de A15 en de sloot aan de noordzijde van de A15. De enige uitzondering hierop vormt de noordoosthoek van het plangebied; hier zal de uitbreiding van de A15 de bestaande waterpartijen wel beïnvloeden.. De maximale verstoringsdiepte zal circa 1 m mv bedragen. Ter plaatse van nieuwe portalen zal dit voor de fundering dieper zijn. De breedte van de verstoring is nog niet bekend, maar zal plaats vinden tussen de bestaande geluidswal en de sloot. Op de bestaande weg zal de wegindeling qua rijstroken plaatselijk veranderen, maar hiervoor zal geen nieuwe wegconstructie worden aangelegd. Alleen voor de aanleg van nieuwe wegdelen buiten de huidige weg zal de bodem dus worden ontgraven. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

7 Afbeelding 1: onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht. 1.4 Projectteam In het kader van dit vooronderzoek heeft Bombs Away B.V. het projectteam samengesteld dat de werkzaamheden heeft uitgevoerd. Het projectteam bestond uit de volgende medewerkers: Dhr. T. Derks MA Projectleider/historisch onderzoeker Dhr. M. Nouws BBE GIS-specialist/luchtfoto-analist Mw. J. Bakx BA Historica/archiefspecialiste 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de bronnen die door Bombs Away B.V. zijn geraadpleegd. In het derde hoofdstuk komen de resultaten van het bronnenonderzoek aan bod. Vervolgens worden de resultaten beoordeeld en geëvalueerd in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 zijn de conclusie en advies beschreven. In de bijlagen van dit rapport zijn diverse stukken opgenomen, waaronder de geraadpleegde luchtfoto s. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

8 2 GERAADPLEEGDE BRONNEN 2.1 Verantwoording bronnenmateriaal Om een zo goed en een zo compleet mogelijk vooronderzoek uit te voeren zijn er diverse bronnen geraadpleegd. Als in een bron een indicatie staat waaruit blijkt dat het onderzoeksgebied getroffen is door een oorlogshandeling, dan dient deze indicatie in een mogelijke tweede en/of meerdere bronnen te worden bevestigd. Wanneer dit niet het geval is dan moet op basis van deze enkele bron een afweging worden gemaakt welke consequentie(s) dit heeft voor het onderzoeksgebied. In dit hoofdstuk komen de geraadpleegde bronnen in het kader van het vooronderzoek aan bod. Per bron is aangegeven welke literatuur en/of archiefstukken/documenten zijn geraadpleegd, zodat voor de lezer de herleidbaarheid van indicaties (en contra-indicaties) van oorlogshandelingen duidelijk is. 2.2 Reeds uitgevoerde onderzoeken Bij de opdrachtgever is nagegaan of er historische vooronderzoeken CE bekend zijn die betrekking hebben op het onderzoeksgebied of de directe omgeving ervan. Er zijn drie vooronderzoeken bekend die betrekking hebben op het onderzoeksgebied of de directe omgeving ervan. Rapport Vooronderzoek Opsporing Conventionele Explosieven Papendrecht aansluiting A15-N3 zoals opgesteld door REASeuro B.V. met kenmerk RO versie 2.0, d.d. 24 november 2011; Rapport Vooronderzoek Conventionele Explosieven Land van Matena Papendrecht zoals opgesteld door Saricon bv met kenmerk 15S035-VO-01, d.d. 25 maart 2015; Rapport Historisch vooronderzoek naar de aanwezigheid van niet gesprongen conventionele explosieven ter plaatse van Spoortracé Dordrecht Leerdam zoals opgesteld door T&A Survey met kenmerk L-NGE001 versie 1.0, d.d. 26 januari 2011; Quickscan Conventionele Explosieven A15 Papendrecht - Sliedrecht zoals opgesteld door Bombs Away B.V. met kenmerk 17P079, d.d. 2 juni De vooronderzoeken opgesteld door REASeuro B.V. en Saricon bv betreffen onderzoeksgebieden welke deels overlappen met het huidige onderzoeksgebied. REASeuro heeft het vooronderzoek uitgevoerd conform de richtlijnen van het BRL-OCE. Het bronnenonderzoek voldoet echter ook aan het WSCS-OCE. Het onderzoeksgebied is onverdacht verklaard op het aantreffen van CE. Saricon bv heeft het onderzoeksgebied tevens onverdacht verklaard en heeft het onderzoek uitgevoerd conform het WSCS-OCE 2012, evenals een deel van de richtlijnen van de wijzigingsversie uit Het onderzoek van T&A Survey betreft de spoorlijn en heeft enkel een overlap bij de spoorlijn over de A15 met het huidige onderzoeksgebied wat onverdacht is verklaard. Het gebied rondom het station van Sliedrecht is wel verdacht verklaard op het aantreffen van CE. Voor het huidige onderzoek naar de aanwezigheid van CE op de A15 Papendrecht - Sliedrecht is gekeken naar de vermelding van mogelijk relevante bronnen in bovenstaande vooronderzoeken. 2.3 Literatuur In het kader van dit vooronderzoek is een literatuurstudie uitgevoerd. Naast de standaard boekwerken over de gevechtshandelingen in de Tweede Wereldoorlog op het land en in de lucht, zijn ook de regionale en streekgebonden publicaties bestudeerd. In onderstaande overzicht zijn de geraadpleegde publicaties weergegeven. Amersfoort, H. & P. Kamphuis (reds.), Mei Strijd op Nederlands grondgebied (Amsterdam 2012); Batenburg, J.A., Sliedrecht in oorlogstijd (Sliedrecht 1994); 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

9 Bollen, H.A. & Vroemen, P., Canadezen in actie. Nederland najaar 44 voorjaar 46 (Warnsveld 1993); Huisman, J. & Francken, H., Gaat het jou aan? Sliedrecht in de jaren (Sliedrecht 1985); Keesmaat, H., Kerkwijk, P., Langschmidt, F. & Vlot, R. (eds.), Papendrecht in oorlogstijd (Papendrecht 1995); Klep, Ch. & Schoenmaker, B. (reds.), Bevrijding van Nederland Oorlog op de flank (Den Haag 1995); Korthals Altes, A., Luchtgevaar. Luchtaanvallen op Nederland (Amsterdam 1984); Kwant, G.W., Sliedrecht 10 mei mei 1945 (Utrecht 1945); Meer, A. van der & Boonstra, O., Repertorium van Nederlandse gemeenten vanaf 1812 (2e editie, 2011); Molenaar, F. J., De Luchtverdediging in de Meidagen 1940 ( s-gravenhage 1970); Nierstrasz, V. E., Inleiding en algemeen overzicht van de gevechtsdagen van mei 1940 ( s-gravenhage 1961); Zwanenburg, G.J., En nooit was het stil Kroniek van een luchtoorlog (2dln; Den Haag ). Relevante informatie uit de bestudeerde literatuur is verwerkt in dit rapport (zie hoofdstuk 3). 2.4 Archiefonderzoek in Nederland Naast literatuurstudie is er archiefonderzoek in Nederland uitgevoerd. Het gemeentearchief van Sliedrecht en Papendrecht zijn geraadpleegd in het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) te Dordrecht. Daarnaast zijn er stukken uit het Nationaal Archief (NA) in Den Haag, het archief van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) te Amsterdam en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) in Den Haag geraadpleegd. Tevens is het archief van de Explosieven Opsporingsdienst van Defensie (EODD) en het Semi-statisch Archief (SSA) van Defensie onderzocht. In de volgende sub-paragrafen worden deze archieven nader beschreven. Relevante informatie uit de geraadpleegde stukken en dossiers is verwerkt in dit rapport (zie hoofdstuk 3) Regionaal Archief Dordrecht (RAD) Dordrecht In het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) te Dordrecht zijn de gemeentearchieven van de gemeenten Sliedrecht en Papendrecht geraadpleegd. Er is gezocht naar stukken betreffende de luchtbeschermingsdienst (LBD), rapporten van schade die ontstaan is door oorlogshandelingen en de ruiming van explosieven. De LBD hield het luchtverkeer boven de gemeenten in de gaten en rapporteerde bijzondere voorvallen, zoals het neerstorten van vliegtuigen of bominslag. Schademeldingen kunnen een indicatie vormen van oorlogshandelingen in een gebied. Ditzelfde geldt voor het ruimen van explosieven tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de geraadpleegde stukken uit het RAD. Toeg. nr. Titel Inv. nr. Jaar Omschrijving 709 Gemeente Sliedrecht, Stukken betreffende het herstel van schade aan woningen als gevolg van bominslagen, Rapporten inzake bombardementen Dossier inzake de opslag van oorlogsmaterialen en de verkoop daarvan aan particulieren Stukken betreffende de advisering aan de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting omtrent de vergoeding van oorlogs- en bezettingsschade aan particulieren Stukken betreffende de aangifte en het afwikkelen van oorlogs- en bezettingsschade aan wegen, bruggen, 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

10 711 Gemeentepolitie Sliedrecht, Gemeente Papendrecht ( ) 851 Gemeentewerken van de Gemeente Papendrecht 1048 Gemeente Sliedrecht, scholen, dienstgebouwen en woningen, Register houdende overzicht van bezettingsschade 2432 z.j. Lijst van inwoners die door oorlogsgeweld te Sliedrecht of elders zijn overleden Stukken betreffende de Luchtbeschermingsdienst Processen-verbaal betreffende activiteiten gedurende de oorlogsperiode 291 z.j. Stukken betreffende de Processen verbaal van oorlogshandelingen in en nabij Papendrecht Stukken betreffende de organisatie van de Luchtbeschermingsdienst Stukken betreffende het onderzoek naar en financiering van oorlogsschade aan gebouwen Stukken betreffende het onderzoek naar en financiering van oorlogsschade aan gebouwen Stukken betreffende het opruimen van bunkers, achtergelaten militaire goederen en vliegtuigwrakken, tevens correspondentie inzake vorderingen en militair gezag Stukken betreffende het verkrijgen en overdragen van bijdragen, tevens verzamellijsten en schaderapporten van bombardementen en andere oorlogsschade Stukken betreffende het onderzoeken van een locatie langs de Veerweg in verband met twee niet-ontplofte bommen en een neergestort vliegtuig Geen relevante gegevens Geen relevante gegevens Nationaal Archief (NA) Den Haag In het NA zijn stukken uit het Bunkerarchief ingezien. Hierin zijn documenten opgeslagen die betrekking hebben op verdedigingswerken in heel Nederland. Daarnaast zijn het Militair gezag van Nederland en de Inspectie Bescherming Bevolking tegen Luchtaanvallen ingezien. Tevens is het Militair Gezag van Zuid-Holland geraadpleegd. Het gaat om de volgende stukken: Toeg. nr. Titel Inv. nr. Jaar Omschrijving Inspectie Bescherming Bevolking tegen Luchtaanvallen ( ) Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, nrs Stichting Landelijke Bezettingsschade Militair Gezag Meldingen en processen verbaal ontvangen van gemeenten over geallieerde luchtactiviteiten Zuid-Holland Geen relevante gegevens Stukken betreffende de opsporing en ruiming van mijnen en andere explosieven [ ] Rapporten van de Censuurdienst van de Sectie PTT inzake brieven waarin melding gemaakt wordt van bombardementen, afschriften [ ] Stukken betreffende de organisatie van de mijnopruimingsdienst en het opsporen en 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

11 ruimen van mijnen die de uitvoering van bepaalde openbare werken verhinderen Verslag van het voormalig hoofd van Sectie V van de Binnenlandse Strijdkrachten over de toestand in het bezette gebied van 9 april tot 7 mei Stukken betreffende herstel en onderhoud van wegen en het aanvragen van het hiervoor benodigde materieel Stukken betreffende herstel van spoorbruggen, spoor- en tramwegen en beschikbaarstelling van de hiervoor benodigde materialen [IId] Kaart van Nederland met een overzicht van water- en oorlogsschade Overzicht van de ontmijning van Nederland Bunker Archief Blokkaarten van werken Overzichtskaarten Nederlandse stafkaarten met aantekeningen van stellingen en complexen, schaal 1: Stellingkaarten van heel Nederland (dienstgeheim) met vermeldingen van alle Nederlandse en Duitse werken waarop de aard van de groepen van werken door symbolen zijn aangegeven. Groot formaat Militair Gezag ZH Ingekomen rapporten van de districts militaire commissarissen: Dordrecht Sectie III Politie: Rapporten Sectie III Politie: Rapporten van Politie Reserve Nederland Sectie IV - Brandweer en luchtbescherming: Stukken betreffende de opsporing en opruiming van mijnen, bommen, munitie en andere explosieven Sectie IX - Openbare werken: Rapporten Sectie III Politie: Ingekomen en doorslagen van uitgaande stukken, met agenda Sectie IV - Brandweer en luchtbescherming: Stukken betreffende het onderzoek naar verongelukte geallieerde vliegtuigen en hun bemanningen en de berging van vliegtuigwrakken Sectie IX - Openbare werken: Ingekomen en doorslagen van uitgaande stukken Geen relevante gegevens Sectie III Politie: Politionele rapporten uit de verschillende gemeenten in het district Dordrecht Sectie IV - Brandweer en luchtbescherming: Stukken betreffende de opsporing en opruiming van mijnen, bommen, springstof en andere explosieven Stafbureau - Niet naar onderwerp ingedeelde stukken: Weekrapporten van de commandant van Grensvak West Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Amsterdam (NIOD) In het NIOD is het archief van het Generalkommisariat für das Sicherheitswesen ingezien. Hierin zijn de processen-verbaal bewaard gebleven betreffende de melding van bominslagen, luchtaanvallen en ontploffingen. Tevens zijn stukken ingezien van de Wehrmachtbefehlshaber van Nederland, het Departement van Justitie en Groep Albrecht. In de onderstaande tabel zijn de bestudeerde stukken weergegeven: Toeg. nr. Titel Inv. nr. Jaar Omschrijving 001 Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden Bekendmakingen van het Oberkommando der Wehrmacht vanuit het Führerhauptquartier betreffende aanvallen van het Duitse leger en van geallieerde legers 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

12 077 General-kommissariat für das Sicherheitswesen (Höhere SS- und Polizeiführer Nord- West) (1938)( ) Stukken betreffende het onderzoek naar een ongeval met een bazooka met dodelijke afloop a Groep Albrecht t/m t/m t/m t/m t/m t/m k Departement van Justitie (1935) (1950) Dagberichten van de Befehlshaber der Ordnungspolizei Den Haag betreffende vijandelijke luchtaanval Circulaires inzake de beschadiging van Duitse verkeersborden, het dansverbod en de melding van bominslagen en andere oorlogshandelingen, 25 september - 24 december Processen-verbaal van de plaatselijke luchtbeschermingsdiensten, politie en Marechaussee met betrekking tot vijandelijke vliegtuigen, bomaanvallen en ontploffingen in verschillende gemeente 186 z.j. Meldingen van verschillende gemeenten betreffende ongevallen, beschietingen, bombardementen en het afwerpen van (lege) benzinetanks door vliegtuigen Jaarverslag van de Rijksrecherchecentrale over 1942, 22 april Stukken betreffende het opstellen van berichten inzake door vliegtuigen in deze gemeente afgeworpen voorwerpen, 19 maart februari Nederlands Instituut voor Militaire Historie Den Haag (NIMH) Het NIMH beheert de archieven van de Nederlandse krijgsmacht en bezit een uitgebreide collectie die betrekking heeft op de Tweede Wereldoorlog. Onder andere de 575- collectie, met betrekking tot Duitse verdedigingswerken, is geraadpleegd. De 409- collectie, met gevechtsverslagen en -rapporten van troepen uit de meidagen 1940, is niet geraadpleegd, aangezien er geen grondgevechten hebben plaatsgevonden in/nabij het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht tijdens de meidagen In onderstaande tabel zijn de geraadpleegde collecties weergegeven. Toeg. nr. Titel Inv. nr. Jaar Omschrijving 409 Gevechtsverslagen en - Geen relevante gegevens rapporten mei Burgemeesterverklaringen Papekop t/m Pynacker Sappemeer t/m Sijbekarspel Sint-Pacras t/m Puttershoek Sappemeer t/m Sijbekarspel 575 Duitse Flakopstellingen bij Dordrecht- Verdedigingswerken Papendrecht en Alblasserdam Verdedigingswerken te Spijkenisse, Rotterdam, Buren, Sleeuwijk, Gorinchem, Dordrecht, Heerjansdam, Sliedrecht, Oudenrijn, Vreeswijk,Hoogvliet, Rhoon, Charlois en Barendrecht, bijl. situatietekening Gorinchem V-wapens te Sliedrecht e.o Semi-statisch Archief (SSA) Het Semi-statisch Archief (SSA) te Rijswijk beheert het archief van Defensie. In dit archief zijn onder ander de ruimrapporten van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) opgeslagen. Deze ruimrapporten, ook wel Meldings-, Opdracht- en Ruimrapport (MORA) genaamd, zijn gerangschikt per gemeente en worden sinds 1971 systematisch 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

13 bijgehouden. Er zijn in de geraadpleegde bronnen twee MORA s gevonden die relevant zijn voor het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht. Het gaat om de volgende MORA s: Toeg. nr. Titel Geraadpleegde MORAnummers - Archief EODD Tevens bevinden zich in het SSA ook enkele dossiers van de Mijn- en Munitie Opruimingsdienst (MMOD). De MMOD, was een voorloper van de huidige EODD en werd vlak na de Tweede Wereldoorlog opgericht. In het SSA bevinden zich talloze overzichten van geruimde munitie alsmede ruimrapporten van mijnenvelden in de Nederlandse gemeenten. In de onderstaande tabel zijn de geraadpleegde stukken weergegeven. Toeg. nr. Titel Inv. nr. Jaar Omschrijving - Archief MMOD P t/m S S t/m U Studiegroep Luchtoorlog (SGLO) De SGLO heeft in de loop der jaren een lijst samengesteld van alle vliegtuigcrashes in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog ( ). Op basis van de raadpleging van de digitale verlieslijst op is vastgesteld dat er twee vliegtuigcrashes hebben plaatsgevonden in de omgeving van het onderzoeksgebied. Deze crashes zijn opgenomen in het overzicht van gebeurtenissen in hoofdstuk Websites Bij het uitvoeren van het huidige historisch vooronderzoek naar de aanwezigheid van CE op de A15 Papendrecht - Sliedrecht is tevens een zoekslag gedaan op het internet, naar mogelijk relevante websites. Aangezien internetwebsites over het algemeen niet gebruikt kunnen worden als een volledig objectieve en waarheidsgetrouwe bron, zijn de websites enkel gebruikt ter aanvulling van de informatie die reeds naar voren was gekomen uit andere bronnen. De website van de Historische Vereniging Sliedrecht is geraadpleegd, waarop een algemeen verhaal stond over de oorlogshandelingen binnen de gemeente Sliedrecht. De website is te raadplegen op de volgende link: Tevens is de website Vergeltungswaffen: V.1 & V.2 inslagen in Nederland geraadpleegd om vast te stellen of er V.1 en/of V.2 inslagen hebben plaatsgevonden in en/of nabij het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht. Dit bleek niet het geval. De website is te raadplegen op de volgende link: Archiefonderzoek in het buitenland In een aantal buitenlandse archieven is informatie aanwezig die relevant kan zijn voor dit aanvullend onderzoek. Bombs Away beschikt over een uitgebreide database met gegevens die in het verleden zijn gekopieerd/gefotografeerd in The National Archives UK (TNA UK) te Londen, Bundesarchiv-Militärarchiv (BaMa) te Freiburg en The National Archives and Records Administration (NARA) te Washington. In de volgende sub-paragrafen zal nader worden ingegaan op deze archieven The National Archives UK te Londen (TNA UK) In TNA UK zijn onder ander interpretation reports en de daily logs (dagboeken) van verschillende eenheden van de Britse strijdkrachten gearchiveerd. De volgende stukken uit TNA UK zijn geraadpleegd: Toeg. nr. Titel Inv. nr. Jaar Omschrijving AIR 37 Allied nd Tactical Air Force. Daily Log: Sep Oct Expeditionary Air nd Tactical Air Force. Daily Log: Nov Dec Force, and 2nd nd Tactical Air Force. Daily Log: Jan Feb Tactical Air Force nd Tactical Air Force. Daily Log: Mar May 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

14 2.5.2 National Archives and Records Administration te Washington (NARA) Net als in TNA UK zijn in NARA te Washington onder ander interpretation reports en de daily logs (dagboeken) van verschillende eenheden van Amerikaanse strijdkrachten gearchiveerd. Er zijn geen relevante documenten voor het onderzoeksgebied aangetroffen in NARA Bundesarchiv-Militärarchiv te Freiburg (BaMa) In het BaMa zijn o.a. archiefstukken van de Führungsstab van de Luftwaffe opgeslagen. In deze archiefstukken zijn alle melding van neergekomen vliegtuigbommen en toestellen in het bezette Europa beschreven van mei 1940 tot en met medio In het BaMa zijn geen relevante gegevens aangetroffen. 2.6 Luchtfoto-onderzoek Een essentieel onderdeel van het vooronderzoek is de analyse van luchtfoto s. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn, met name door geallieerde luchtstrijdkrachten, veel luchtfoto s genomen van onder andere bezet Nederland. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog stond de (geallieerde) luchtfotografie nog in de kinderschoenen, maar tegen het einde was het uitgegroeid tot een belangrijk onderdeel van de oorlogsvoering. Luchtfoto s werden niet alleen gebruikt om schade van een bombardement (damage assessment) vast te stellen, maar ook hele militaire campagnes werden op basis van luchtfoto s gepland. Na de Tweede Wereldoorlog is een flink aantal (geallieerde) luchtfoto s vernietigd, maar het merendeel werd overgedragen aan archieven en andere publieke instellingen. In Nederland zijn er twee organisaties die beschikken over een collectie geallieerde luchtfoto s, namelijk Wageningen Universiteit en het Kadaster te Zwolle. In het buitenland beheren The Aerial Reconnaissance Archives (TARA) te Edinburgh en The National Archives and Records Administration (NARA) te Washington de belangrijkste luchtfotocollecties van de Tweede Wereldoorlog. De keuze van de luchtfoto s is allereerst gebaseerd op de kwaliteit en schaal van de foto s. Daarnaast zijn er luchtfoto s van na de luchtaanvallen van oktober en november 1944 (de luchtfoto van 29 november 1944) en na de luchtaanvallen van januari en februari 1945 (de luchtfoto s van 3, 21 en 24 februari 1945) besteld. Afsluitend is een luchtfoto besteld van 17 april 1945 om vast te stellen of er bevrijdingshandelingen hebben plaatsgevonden in en/of nabij het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht. Onderstaande tabel geeft de geraadpleegde luchtfoto s weer. Col. Nr. Datum Sortie Ref. Foto nrs. Kwaliteit Bijzonderheden KAD (FD_AM US 7PH GP B - LUFO-NL-febr1944) KAD ( FD_AM-LUFO-NLapril1944) US 7PH GP , , 11047, B - WAG (266) , 3213, 3279 A - WAG (115) A - WAG (278) / , 3138 A - WAG (758) A - WAG (011) , 3053, 3056, 4008, 4009, 4057, 4059 B - 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

15 3 RESULTATEN INVENTARISATIE 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn de resultaten weergegeven van de raadpleging van de bronnen die in het vorige hoofdstuk zijn vermeld. Aan de hand van de bronnen is een chronologisch overzicht geconstrueerd van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden binnen het onderzoeksgebied en de directe omgeving daarvan. Met voetnoten wordt telkens verwezen naar de geraadpleegde bron(nen). Achter enkele gebeurtenissen staat een (dikgedrukte) codering, die is opgebouwd uit de volgende onderdelen: Afkorting RAP: rapport; Datum: jj/mm/dd; Volgletter: A, B, C, etc. Deze coderingen staan tevens op de inventarisatiekaart en vormen de verbinding tussen de gebeurtenissen zoals die in de onderstaande tekst zijn beschreven en de tekeningen in de kaarten. 3.2 Mobilisatieperiode In de periode september 1939 april 1940 werden de Nederlandse strijdkrachten gemobiliseerd. Aanleiding was de Duitse inval in Polen in september 1939 en de daaropvolgende oorlogsverklaring van de Frankrijk en Groot-Brittannië aan de Duitse regering. In deze periode werden de verschillende onderdelen van Nederlandse strijdkracht onder de wapenen geroepen en werd er een begin gemaakt met het aanleggen van verdedigingslinies, voorbereidingswerkzaamheden ten behoeve van inundaties, mijnenvelden en versperringen. Er zijn voor deze periode in de geraadpleegde bronnen geen relevante gegevens gevonden die betrekking hebben op het onderzoeksgebied. 3.3 Meidagen 1940 In de vroege ochtend van 10 mei 1940 vielen Duitse eenheden Nederland binnen. Vanuit het grensgebied vielen Duitse grondstrijdkrachten Nederland binnen, terwijl Duitse parachutisteneenheden in West-Nederland landden. Bij Kornwerderzand en bij de Grebbelinie werden de Duitse grondstrijdkrachten staande gehouden en vochten Nederlandse eenheden tegen de Duitse parachutisteneenheden in het westen van Nederland. Na het bombardement op Rotterdam door Duitse luchtmachteenheden besloot het Nederlandse opperbevel te capituleren. Alleen in Zeeland werd nog doorgevochten door Nederlandse en Franse eenheden. 11 mei 1940 Een Duits jachtvliegtuig wierp enkele bommen af boven het station van Sliedrecht. De bommen kwamen neer op het eind van de Stationsweg. 2 RAP_400511A Omstreeks 15:25 uur wierp een Duits jachtvliegtuig een bom tussen de Rijksweg en Stationsweg te Sliedrecht af. De bom kwam terecht in een weiland. Dit is de enige bom die is neergekomen. 3 RAP_400511A 3.4 Duitse bezettingsjaren Direct na de Duitse inval werd Nederland met enige regelmaat getroffen door (kleinschalige) geallieerde bombardementen. Deze bombardementen waren met name gericht op vliegvelden, havens, infra en industriegebieden. Vanaf 1943, de geallieerde luchtmachten werden steeds sterker vonden steeds grotere en zwaardere bombardementen plaats op vliegvelden, havens 2 J.A. Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd (Sliedrecht 1994), Regionaal Archief Dordrecht (RAD) Dordrecht, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

16 en industriegebieden in Nederland. Vanaf 1942 werd begonnen met het aanleggen van de Atlantikwall door de Organisation Todt in het Nederlands kustgebied. 28 mei 1940 In de buurt van de Stationsweg te Sliedrecht is een vliegtuigbom ontploft. Hierbij is er schade ontstaan aan de Stationsweg 118, 130, 132, 134, 135, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142, 144, 145, 148, 169, 170, 171, 172, 173, 174, 176, 180, 182, 184, , 198, 204, 208, 210. Deze schade is waarschijnlijk afkomstig van de bominslag van 11 mei RAP_400528A 10 juni 1940 Er werd gemeld dat er schade is ontstaan aan het rijwielpad van de Rijksweg nummer 15 (huidige A15) in de gemeente Papendrecht door een bominslag. 5 RAP_400610A 8 juli 1940 Een Brits vliegtuig wierp bommen af boven Sliedrecht. De bommen kwamen neer ter plaatse van de Brugstraat, Julianastraat en Prins Hendrikstraat. 6 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. Bij het bombardement van Sliedrecht zijn geraakt: de Julianastraat, het Van de Houten Willemsplein, de Brugstraat, de Middenstraat, de Westerstraat, de Dijkstraat, de Wilhelminastraat, de Havenstraat en de Prins Hendrikstraat oktober 1940 In Sliedrecht zijn vier brisantbommen in een weiland gevallen. Er is weinig schade waargenomen; enkel lichte schade aan omliggende huizen. 8 De exacte locatie is onbekend. 25 oktober 1940 In Sliedrecht zijn één brisant- en twaalf brandbommen op een landbouwgrond gevallen. Er is geen schade waargenomen. 9 De exacte locatie is onbekend. 21 februari 1941 Een Duitse Dornier Do 24 van het 4./SNSt stortte neer in het water bij Papendrecht tijdens een testvlucht. 10 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 10 april 1941 In Sliedrecht zijn zes brisantbommen in een veld afgeworpen. Er is geen schade waargenomen. 11 De exacte locatie is onbekend. Tussen 23:03 en 23:14 uur vond in de gemeente Sliedrecht een bombardement plaats. In de polders Ronduit en Meerkotennest, welke zijn gelegen aan de linkeroever van de Merwede, zijn tien brisantbommen gevallen. De tien kraters hadden een diameter van 5 meter en een diepte van 2 meter. De kraters lagen in een rechte lijn over een lengte van ongeveer 500 meter. Daarnaast zijn hier nog één uitgewerkte en twee niet uitgewerkte brandbommen gevonden. In de aangrenzende polder Bekramming zijn drie geheel intacte brandbommen aangetroffen met een diameter van 0,04 meter. 12 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 21 juli 1941 In de gemeente Papendrecht heeft een luchtaanval plaatsgevonden, waarbij negen bommen zijn afgeworpen op stukken land langs de Provinciale weg tussen Papendrecht en Oud-Alblas. 4 RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr RAD, toeg. nr. 850 Gemeente Papendrecht ( ), inv. nr Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd , 46, RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Amsterdam, toeg. nr. 077 Ordnungspolizei, inv. nr NIOD, toeg. nr. 077 Ordnungspolizei, inv. nr SGLO, T NIOD, toeg. nr. 077 Ordnungspolizei, inv. nr RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

17 De kraters van de bommen zijn kort na de aanval al gedicht. 13 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 29 maart 1943 Om 10:45 uur zijn er vijftien bommen afgeworpen boven de gemeente Sliedrecht. Deze vielen aan weerszijden van de spoordijk Dordrecht Gorinchem. Eén bom viel op de A15, één op de Tolsteeg, één langs de Parallelweg ten oosten van de spoorbaan en één viel op de spoordijk op ongeveer 4 meter van de rails. 14 In de gemeente Papendrecht heeft een bombardement plaatsgevonden, waarbij schade is ontstaan aan de ambtswoning van de burgemeester en het voormalige raadhuis. 15 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 3 november 1943 In de gemeente Papendrecht heeft een bombardement plaatsgevonden. 16 De exacte locatie is onbekend. 22 februari 1944 Omstreeks 15:45 uur zijn in een weiland gelegen ten westen van de Tolsteeg in de Sliedrechtse Polder, op de grens Wijngaarden, honderdveertien mitrailleurpatronen en vijf ledige hulzen aangetroffen; waarschijnlijk afkomstig van een vliegtuig dat van oost naar west is gevlogen. 17 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 8 maart 1944 Tussen 16:20 en 16:32 uur vond boven de gemeente Sliedrecht een luchtgevecht plaats, waarbij de woning B195 is geraakt. 18 De exacte locatie is onbekend juli 1944 Een Britse Avro Lancaster bommenwerper van het 115 Squadron stortte neer bij het Oosteind te Papendrecht (ook: Papendrechtse Oostpolder), de oorzaak van de crash is niet bekend RAP_440720A 3.5 Bevrijdingsjaar Het bevrijdingsjaar voor Nederland startte vanaf september Geallieerde grondtroepen staken vanuit België de Nederlands grens over in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Halverwege september 1944 vond Operation Market Garden plaats. Dit ambitieuze plan van de geallieerde bevelhebber Montgomery moest ervoor zorgen dat de bruggen tussen Eindhoven en Arnhem door luchtlandingstroepen bezet zouden worden om vervolgens door geallieerde grondtroepen te worden bevrijd. Als dit plan zou slagen dan zouden geallieerde eenheden voor kerst 1944 Berlijn al hebben veroverd. Operation Market Garden werd een fiasco en Noord- Brabant, Zeeland, Limburg en Gelderland werden frontgebied voor maanden waar zware (grond)gevechten plaatsvonden in combinatie met artilleriebeschietingen en bombardementen. 9 september 1944 Bij Papendrecht is omstreeks 09:24 uur een colonne rijdende auto s op de A15 beschoten door vier vliegtuigen. 22 RAP_440909A 13 RAD, toeg. nr. 850 Gemeente Papendrecht ( ), inv. nr RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr RAD, toeg. nr. 850 Gemeente Papendrecht ( ), inv. nr Ibidem. 17 RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr Ibidem. 19 SGLO, T H. Keesmaat, P. Kerkwijk, F. Langschmidt & R. Vlot (eds.), Papendrecht in oorlogstijd (Papendrecht 1995), Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd , RAD, toeg. nr. 850 Gemeente Papendrecht ( ), inv. nr P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

18 11 september 1944 Een baggermolen, die op de werf de Klop te Sliedrecht lag, is met een bom tot zinken gebracht. Tevens heeft een mitrailleur om 16:30 uur scheepswerf de Merwede beschoten. Duitse militairen schoten echter terug met luchtafweergeschut (FLAK). Als gevolg hiervan is een jachtvliegtuig neergestort op de bankwerkerij. 23 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. Vier Britse Spitfire jachtvliegtuigen hebben de spoorbrug en de Rijksweg van Sliedrecht beschoten. 24 RAP_440911A 13 september 1944 Er vond in de avond een bombardement plaats op de Noordhoek te Papendrecht. 25 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 6 oktober 1944 Boven Sliedrecht verschenen enkele vliegtuigen die een Duitse colonne met militairen op de Rijksweg A15 beschoten. Een munitieauto vloog in brand. 26 De beschieting vond plaats bij het viaduct. 27 RAP_44106A 7 oktober 1944 Zes Britse Spitfire jachtvliegtuigen van het 331 Squadron/132 Wing wierpen twaalf 500 lbs vliegtuigbommen af op vaartuigen op positie D Er werden geen resultaten waargenomen. 28 RAP_441007A 15 oktober 1944 Vier Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 266 Squadron/146 Wing vielen dertig spoorwagons op positie D.9763 aan met tweeëndertig raketten. 29 RAP_441015A Twaalf Britse Spitfire jachtvliegtuigen van het 74 Squadron/145 Wing wierpen elf 500 lbs vliegtuigbommen af op een trein op positie D Er werden voltreffers op drie wagons waargenomen. 30 RAP_441015B Geallieerde jachtvliegtuigen vielen een stilstaande trein bij het station van Sliedrecht aan. De trein werd beschoten RAP_441015C. Vervolgens vond een bombardement plaats RAP_441015D. Duitse mitrailleuropstellingen schoten terug vanaf locaties Orleansstoep en Groenvelt 5. Deze locaties liggen buiten het onderzoeksgebied. Er vielen bommen op de laatste twee huizen aan de Stationsweg. 31 RAP_441015E De bombardementen van Sliedrecht omstreeks 08:15 uur, 09:00 uur en 14:15 uur vonden plaats op en nabij het Stationsplein, de Stationsweg en de Rivierdijk. De woningen aan de Stationsweg 208, 210 en 204 werden geheel verwoest. Tevens hadden de volgende woningen aan de Stationsweg schade: nummer 1, 2, 6, 8-32, 35, 37, 41, 59, 68, 70, 132, 165, 167, 169, 170, 171, 172, 173, 180, 182, 184, , 198, 202, 206 en 262 en het stationsgebouw. Daarnaast was er schade aan de Vermeerstraat 63, 67 en RAP_ Nationaal Archief (NA) Den Haag, toeg. nr Militair Gezag, inv. nr NA, toeg. nr Militair Gezag, inv. nr Keesmaat et al, Papendrecht in oorlogstijd, Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd , RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr TNA UK, AIR 37/ Ibidem. 30 Ibidem. 31 Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd , RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

19 16 oktober 1944 Elf Britse Spitfire jachtvliegtuigen van het 308 Squadron/131 Wing wierpen tweeëntwintig 250 lbs vliegtuigbommen af op vaartuigen op posities D.5264 en D Vier vaartuigen werden vernietigd. 34 RAP_441016A 30 oktober 1944 Acht Britse Spitfire jachtvliegtuigen van het 308 Squadron/131 Wing wierpen zestien 250 lbs en zeven 500 lbs vliegtuigbommen af op voertuigen op posities D.8854 en D Twee voertuigen werden vernietigd. 35 RAP_441030A In de ochtend werd een Duitse colonne op de Rijksweg A15 beschoten door een Brits vliegtuig. RAP_441030B Op dezelfde dag werden vliegtuigbommen afgeworpen op de Kaai te Sliedrecht. 36 Deze locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. Nabij het viaduct Giessendam Sliedrecht is een bom ingeslagen. 37 RAP_441030C 6 november 1944 Twaalf Britse Spitfire jachtvliegtuigen van het 308 Squadron/131 Wing vielen een spoorlijn aan op positie D.9863 met vier 500 lbs en acht 250 lbs vliegtuigbommen, er werden enkele voltreffers en near-misses waargenomen. 38 RAP_441106A 7 november 1944 Acht Britse Spitfire jachtvliegtuigen van het 222 Squadron/134 Wing vielen een spoorlijn aan op positie D met acht 500 lbs vliegtuigbommen. Er werden vier voltreffers waargenomen. 39 RAP_441107A Twaalf Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 222 Squadron/135 Wing vielen een spoorlijntalud aan op positie D.9364 met drie 500 lbs vliegtuigbommen. Er werd één voltreffer waargenomen. 40 RAP_441107B 10 december 1944 Een onbekend aantal Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 257 Squadron/146 Wing vielen de brug over de Oude Maas aan op positie D Er werden zes 500 lbs en tien lbs vliegtuigbommen afgeworpen, er werd één voltreffer op de tweede boog waargenomen en een mogelijke voltreffer en vier near-misses tussen de eerste en tweede boog. 41 RAP_441210A 1 januari 1945 Er werden meerdere luchtaanvallen uitgevoerd op Sliedrecht: 42 Er vielen bommen op woningen aan de Molenstraat; Een huis te wijk C572 werd beschoten; Er vielen bommen op de Middenstraat, Havenstraat en Oranjestraat. Er werden raketten afgevuurd op een sleepboor in een Gantel naast de Molenstraat (nu: Van der Wielstraat). Er was schade aan onder andere de Stationsweg 68 en RAP_450101D Acht Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 266 Squadron/146 Wing vielen een groep binnenvaartschepen op posities D en D aan met tweeënzestig raketten. Er werden diverse voltreffers waargenomen. 44 RAP_450101A 34 TNA UK, AIR 37/ Ibidem. 36 Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd , RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr TNA UK, AIR 37/ Ibidem. 40 Ibidem. 41 Ibidem. 42 Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd , RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr TNA UK, AIR 37/ P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

20 Zeven Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 266 Squadron/146 Wing vielen een groep binnenvaartschepen op positie D met zesenvijftig raketten. Er werd een voltreffer waargenomen op een opslagplaats op positie D RAP_450101B Acht Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 263 Squadron/146 Wing vielen een groep binnenvaartschepen op positie D met vierenzestig raketten. Bij meer dan twintig schepen werd rookontwikkeling waargenomen. 46 RAP_450101C 4 januari 1945 Melding van een raketaanval door acht Britse Typhoon jachtbommenwerpers op een fabriek waarin zeshonderd Duitse soldaten zaten. Tevens werden schepen aangevallen. 47 De exacte locatie is onbekend. 14 januari 1945 Drie Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 257 Squadron/146 Wing vielen een spoorlijn aan op positie D.9963, er werd één voltreffer gemeld. 48 RAP_450114A 23 januari 1945 Zeven Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 266 Squadron/146 Wing vielen een spoorlijn aan op positie D.9563 met veertien lbs vliegtuigbommen. Er werden één voltreffer en twee near-misses (bijna treffers) gemeld. 49 RAP_450123A 29 januari 1945 Tien Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 197 Squadron/146 Wing vielen een spoorwegovergang op positie D.9563 aan met twaalf lbs vliegtuigbommen. Er werden geen treffers gemeld. 50 RAP_450129A 2 februari 1945 Zeven Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 257 Squadron/146 Wing vielen een spoorlijn aan. Er werden veertien lbs vliegtuigbommen afgeworpen. Twee bommen troffen de spoorlijn op positie D Het talud van de spoorlijn werd door drie bommen beschadigd op positie D RAP_450202A 3 februari 1945 Vier Britse Typhoon jachtbommenwerpers van het 197 Squadron/146 Wing vielen een doelwit aan op positie D.9464 met acht 500 lbs vliegtuigbommen. Er werden geen resultaten waargenomen. 52 RAP_450203A 28 maart 1945 Twaalf Britse Spitfire en Mustang jachtvliegtuigen van het 2 Squadron/35 Wing en 4 Squadron/268 Wing vlogen een verkenningsmissie op positie D.9363 en vielen een Duits gemotoriseerd transport aan dat beschadigd raakte. 53 RAP_450328A 29 maart 1945 De Duitse verdedigingswerken langs de A15 bij Sliedrecht (mangaten, autoboxen, versperringen, zandheuvels etc.) werden aangevallen door geallieerde vliegtuigen. Vijftien bommen werden afgeworpen; tenminste twee bommen troffen de Rijksweg. Een bom trof de Tolsteeg en enkele andere bommen vielen in weilanden aan beide zijden van de spoordijk TNA UK, AIR 37/ Ibidem. 47 G.J. Zwanenburg, En nooit was het stil Kroniek van een luchtoorlog (deel II; Den Haag ), TNA UK, AIR 37/ Ibidem. 50 Ibidem. 51 Ibidem. 52 Ibidem. 53 TNA UK, AIR 37/ Batenburg, Sliedrecht in oorlogstijd , P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

21 RAP_450329A Deze melding betreft waarschijnlijk dezelfde melding als het bombardement van 29 maart Naoorlogse periode heden Direct na de Tweede Wereldoorlog werd aangevangen met het opruimen van CE. Van 1971 heden houdt de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) zich bezig met het ruimen van CE in Nederland en worden de munitievondsten systematisch (per gemeente) bijgehouden. Over de periode mei 1945 tot en met 1970 is niet of nauwelijks informatie bekend over het aantreffen en ruimen van CE. 30 juli 1945 Op de locatie C476 te Sliedrecht is een mijn aangetroffen. 55 De exacte locatie is onbekend. 26 november 1964 Op een terrein gelegen achter de oude molen in wijk C te Sliedrecht lag oorlogstuig opgeslagen. Dit bestond uit granaten, granaathulzen, handgranaten, raketten en delen van projectielen. De projectielen waren waarschijnlijk niet meer voorzien van kruitladingen en slaghoedjes. 56 De locatie ligt buiten het onderzoeksgebied. 13 november 1997 Er wordt een melding gemaakt van de vondst van een mortiergranaat van 3 inch (verschoten) met restant schokbuis nummer 152/162 aan de Prikwaert 56 te Sliedrecht. De mortiergranaat is aangevoerd met een lading grond. De EODD heeft het projectiel verwijderd augustus 2000 Er wordt een melding gemaakt van de vondst van een mogelijk explosief. Het bleek echter om een stuk schroot te gaan, zonder munitie Luchtfoto-analyse De geraadpleegde luchtfoto s zijn gegeorefereerd in GIS en geanalyseerd op sporen van oorlogshandelingen zoals onder andere kraters, loopgraven, mangaten, bunkers, verdedigingswerken, (geschut)stellingen, tankgrachten en mijnenvelden. Per luchtfotodekkingdatum is de analyse weergegeven. 24 februari 1944 De geraadpleegde luchtfoto is van matige kwaliteit. Er zijn echter geen sporen van oorlogshandelingen waargenomen in het onderzoeksgebied. 19 april 1944 De geraadpleegde luchtfoto is van matige kwaliteit. Er zijn echter geen sporen van oorlogshandelingen waargenomen in het onderzoeksgebied. 29 november 1944 De geraadpleegde luchtfoto is van goede kwaliteit. Allereerst zijn er sporen waargenomen van mangaten en vier geschutstellingen nabij de A15. Daarnaast zijn er van de luchtaanvallen op het spoor van drie verschillende data sporen waargenomen (zie afbeelding 2). Op 15 oktober 1944 is het station van Sliedrecht aangevallen. Er hebben twee raketbeschietingen en één bombardement plaatsgevonden (zie RAP_441015A, RAP_441015B, RAP_441015D en RAP_441015E). Eén krater is te zien nabij het onderzoeksgebied. Aangezien de bommenlast één 500 lbs vliegtuigbom per Spitfire was, is de omgeving van deze krater niet verdacht verklaard op het aantreffen van CE en is daarom ook niet meegenomen in de analyse van hoofdstuk 4. De tweede aanval vond plaats op 30 oktober 1944, waarbij het doel de spoorlijn was (zie RAP_441030C). Er zou een bominslag zijn waargenomen bij het viaduct, maar hier is niets van terug te zien op de luchtfoto. Enkel op ongeveer 400 meter ten oosten van het viaduct is een krater waargenomen. Deze ligt echter dusdanig ver van het onderzoeksgebied, dat ook deze niet is meegenomen in de analyse van hoofdstuk 4. Afsluitend vonden er twee aanvallen 55 NA, toeg. nr Militair Gezag ZH, inv. nr RAD, toeg. nr. 709 Gemeente Sliedrecht ( ), inv. nr SSA Rijswijk, MORAnummer SSA Rijswijk, MORAnummer P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

22 plaats op 7 november 1944 (zie RAP_441107A en RAP_441107B). Opnieuw was de spoorlijn het doel. Britse Spitfire en Typhoon jachtbommenwerpers hebben in totaal elf 500 lbs vliegtuigbommen afgeworpen. De bommenlast van de Typhoon jachtbommenwerpers is echter onbekend. De kraters die zijn waargenomen op en nabij de spoorlijn over de A15 zijn daarom meegenomen in de analyse van hoofdstuk 4. Afbeelding 2: uitsnede luchtfoto s 29 november 1944 en 21 februari 1945, waarop de kraters van de verschillende bombardementen zijn weergegeven. Naast bovenstaande zijn er sporen waargenomen (zie figuur 3) één krater van een luchtaanval op 30 oktober 1944, waarbij acht Britse Spitfire jachtvliegtuigen van het 308 Squadron/131 Wing zestien 250 lbs en zeven 500 lbs vliegtuigbommen afwierpen op voertuigen op posities D.8854 en D.9863 (RAP_441030A). Aangezien de bommenlast één 500 lbs vliegtuigbom en twee 250 lbs bommen per Spitfire was, is de omgeving van deze krater verdacht verklaard op het aantreffen van CE. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

23 Afbeelding 3: uitsnede luchtfoto 29 november 1944, waarop een krater van het bombardement van 30 oktober 1944 is weergegeven. 3 februari 1945 De geraadpleegde luchtfoto is van goede kwaliteit. Er zijn echter geen sporen van oorlogshandelingen waargenomen in het onderzoeksgebied. De foto dekte enkel het meest oostelijke gedeelte van het onderzoeksgebied. 21 februari 1945 De geraadpleegde luchtfoto is van goede kwaliteit. Er zijn sporen waargenomen van de mangaten en geschutstellingen nabij de A15, die tevens zichtbaar waren op de luchtfoto van 29 november Daarnaast zijn er kraters zichtbaar van de luchtaanvallen van 23 januari, 29 januari en 2 februari 1945, waarbij lbs vliegtuigbommen zijn afgeworpen (zie RAP_450123A, RAP_450129A en RAP_450202A). Het doel was de spoorlijn. De kraters zijn meegenomen in de analyse van hoofdstuk februari 1945 De geraadpleegde luchtfoto is van goede kwaliteit. Er zijn enkel sporen waargenomen van oorlogshandelingen die op eerdere luchtfoto s ook al zichtbaar waren; namelijk de mangaten, geschutstellingen en kraters. 17 april 1945 De geraadpleegde luchtfoto is van matige kwaliteit. Er zijn enkel sporen waargenomen van oorlogshandelingen die op eerdere luchtfoto s ook al zichtbaar waren; namelijk de mangaten, geschutstellingen en kraters. Er zijn geen sporen waargenomen van het vermoedelijke bombardement van 29 maart 1945 (zie paragraaf 3.9). 3.8 Inventarisatiekaart Alle relevante gegevens met een geografisch component uit de geraadpleegde bronnen zijn ingetekend op een inventarisatiekaart in GIS. In de onderstaande afbeeldingen zijn allereerst de inventarisatiekaart voor het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht weergegeven, waarin de gebeurtenissen uit de archiefgegevens en literatuur zijn ingetekend (afgekort: 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

24 inventarisatiekaart archief ). In de tweede afbeelding zijn de oorlogsindicaties zoals vastgesteld bij de luchtfotoanalyse ingetekend. De volgende indicaties zijn ingetekend op de inventarisatiekaarten: MORA s (zie MORAnummers: en ). Schade door bominslag (zie: RAP_400528A, RAP_441015F en RAP_450101D); Bominslag (zie: RAP_400511A, RAP_400610A, RAP_441015E, RAP_441030C en RAP_450329A); Luchtaanval (zie: RAP_450114A) Beschieting met boordwapens (zie: RAP_440909A, RAP_440911A, RAP_44106A, RAP_441015C, RAP_441030B en RAP_450328A); Raketaanval (zie: RAP_441015A, RAP_450101A, RAP_450101B en RAP_450101C); Bombardement (zie: RAP_400511A, RAP_400511A, RAP_441007A, RAP_441015B, RAP_441015D, RAP_441016A, RAP_441030A, RAP_441106A, RAP_441107A, RAP_441107B, RAP_441210A, RAP_450123A, RAP_450129A, RAP_450202A en RAP_450203A); Crash (zie: RAP_440720A); Raketkrater (zichtbaar op de luchtfoto van 29 november 1944); Bomkrater (zichtbaar op de luchtfoto s van 29 november 1944, 21 februari 1945, 24 februari 1945 en 17 april 1945); Opstelplaats (zichtbaar op de luchtfoto van 17 april 1945); Geschutstelling (zichtbaar op de luchtfoto s van 29 november 1944, 21 februari 1945, 24 februari 1945 en 17 april 1945); Niet definieerbare verstoring; Mangaten (zichtbaar op de luchtfoto s van 29 november 1944, 21 februari 1945, 24 februari 1945 en 17 april 1945); Oorlogsschade (zichtbaar op de luchtfoto s van 29 november 1944, 21 februari 1945, 24 februari 1945 en 17 april 1945); Afbeelding 3: inventarisatiekaart archief onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

25 Afbeelding 4: inventarisatiekaart luchtfotoanalyse onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht. 3.9 Leemten in kennis Op basis van de geraadpleegde bronnen zijn voorlopig nog enkele leemten in kennis. Deze leemten in kennis zijn: Het is onbekend of er in de periode CE zijn geruimd binnen de grenzen van het onderzoeksgebied en/of in de directe omgeving hiervan; Het is onbekend of er in de periode CE zijn geruimd binnen de grenzen van het onderzoeksgebied en/of in de directe omgeving hiervan; Van niet alle gebeurtenissen kon een exacte locatie bepaald worden; De melding van het bombardement van 29 maart 1945 betreft waarschijnlijk dezelfde als de melding van het bombardement van 29 maart Aangezien de melding van 29 maart 1943 afkomstig is uit het gemeentearchief van Sliedrecht, zal deze voor waarheid worden aangenomen. Er zijn daarnaast ook geen sporen zichtbaar van een bombardement op de luchtfoto van 17 april P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

26 4 ANALYSE GEGEVENS 4.1 Indicaties In de geraadpleegde bronnen zijn indicaties gevonden die erop wijzen dat binnen het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht in de gemeenten Sliedrecht en Papendrecht (Zuid-Holland) oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden tijdens de Tweede Wereldoorlog waardoor CE in de bodem achtergebleven kunnen zijn. In de onderstaande tabel is voor het onderzoeksgebied een overzicht weergegeven van de indicaties van de oorlogshandelingen, waarin tevens de bron van de indicatie en de aan te treffen (sub)soort CE zijn weergegeven. Indicatie Aan te treffen CE Sub-soort Duikbombardement VGA_001 Bron: TNA UK Literatuur Gemeentearchief Luchtfoto s Afwerpmunitie Brisantvliegtuigbommen (geallieerd, 500 en lbs) Duikbombardement VGA_002 Bron: TNA UK Luchtfoto s Afwerpmunitie Brisantvliegtuigbommen (geallieerd, 250 en 500 lbs) Militaire aanwezigheid VGM_001, VGM_002 en VGM_003 Luchtfoto s Gemeentearchief Sliedrecht Toebehoren van munitie Geschutmunitie Ontstekingsinrichtingen Beschermkappen, verpakkingen, etc. Brisant/antitankbrisant/pantser/brand Voor geschutgranaten In de volgende paragrafen komen de soort, hoeveelheid en verschijningsvorm van de aan te treffen CE aan bod, evenals de horizontale en verticale afbakening van de verdachte gebieden in het onderzoeksgebied Soort en hoeveelheid CE Naast de aan te treffen soorten en sub-soorten CE zijn de hoeveelheden CE per indicatie vastgesteld, ondanks het ontbreken van aanwijzingen in de geraadpleegde bronnen. Dit is gebeurd op basis van ervaringen met soortgelijke situaties. Duikbombardement VGA_001 Aan te treffen CE Subsoort Hoeveelheden Afwerpmunitie Brisantvliegtuigbommen (geallieerd, 500 en lbs) Enkelen Duikbombardement VGA_002 Aan te treffen CE Subsoort Hoeveelheden Afwerpmunitie Brisantvliegtuigbommen (geallieerd, 250 en 500 lbs) 1x 500 of 2x 250 lbs Militaire aanwezigheid VGM_001, VGM_002 en VGM_003 Aan te treffen CE Subsoort Hoeveelheden Toebehoren van munitie Beschermkappen, verpakkingen, Tientallen etc. Geschutmunitie Brisant/antitankbrisant/pantser/brand Tientallen Ontstekingsinrichtingen Voor geschutgranaten Tientallen Verschijningsvorm De verschijningsvorm(en) van de aan te treffen CE in de verdachte gebieden zijn per indicatie vastgesteld. De verschijningsvorm houdt verband met de manier waarop de explosieven in de bodem terecht zijn gekomen. Duikbombardement VGA_001 Aan te treffen CE Subsoort Verschijningsvorm Afwerpmunitie Brisantvliegtuigbommen (geallieerd, 500 en lbs) Afgeworpen 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

27 Duikbombardement VGA_002 Aan te treffen CE Subsoort Hoeveelheden Afwerpmunitie Brisantvliegtuigbommen (geallieerd, 250 en 500 lbs) Afgeworpen Militaire aanwezigheid VGM_001, VGM_002 en VGM_003 Aan te treffen CE Subsoort Verschijningsvorm Toebehoren van munitie Beschermkappen, verpakkingen, Gedumpt/achtergelaten etc. Geschutmunitie Brisant/antitankbrisant/pantser/brand Gedumpt/achtergelaten Ontstekingsinrichtingen Voor geschutgranaten Gedumpt/achtergelaten 4.2 Horizontale afbakening Op basis van de geraadpleegde bronnen is vastgesteld dat binnen het onderzoeksgebied oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden, waardoor het onderzoeksgebied verdacht is op de aanwezigheid van CE in de bodem. Aan de hand van de richtlijnen van het WSCS-OCE zijn de op CE verdachten gebieden vastgesteld en afgebakend in meters. In afbeelding 5 is een kaart weergegeven waarop de verdachte gebieden zijn ingetekend. Aanvullend op de richtlijnen voor de horizontale afbakening in het WSCS-OCE is telkens een extra buffer van 5 meter aan de afbakening toegevoegd. Dit is het gevolg van het gebruik van luchtfoto s uit de Tweede Wereldoorlog. Luchtfoto s wijken af van de daadwerkelijke situatie op de grond omdat een foto een vlakke weergave is van de bolling van de aarde en de cameralens niet altijd loodrecht op het aardoppervlakte was gericht. Om dit op te vangen is rondom de verdachte gebieden de bovengenoemde buffer van 5 meter toegevoegd. Bij de horizontale afbakening van de verdachte gebieden zullen de richtlijnen worden genoemd zoals die staan weergegeven in het WSCS-OCE, met daarachter tussen haakjes de afbakening inclusief de genoemde buffer. Duikbombardement VGA_001 Uit de literatuur- en archiefstudie, evenals de luchtfotoanalyse, is gebleken dat er meerdere duikbombardementen hebben plaatsgevonden in en nabij het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht. Geallieerde vliegtuigen hebben in oktober en november 1944 aanvallen uitgevoerd met raketten en 500 lbs vliegtuigbommen. Op de luchtfoto van 29 november 1944 zijn sporen van deze luchtaanvallen zichtbaar. De meeste kraters lagen echter dusdanig ver van het onderzoeksgebied vandaan, dat deze geen invloed hebben op de afbakening van een verdacht gebied (zoals de kraters van de raketbeschietingen). Bij de spoorlijn over de A15 zijn echter wel meerdere kraters van 500 lbs vliegtuigbommen waargenomen. Aangezien niet van alle luchtaanvallen de bommenlast van de jachtbommenwerpers bekend is, is de omgeving van de kraters verdacht verklaard op het aantreffen van 500 lbs vliegtuigbommen. Hierbij heeft de afbakening zich voltrokken conform de richtlijnen van het WSCS-OCE, waarbij er sprake is van een line target (namelijk de spoorlijn). Er hebben zich echter in januari en februari 1945 ook verschillende luchtaanvallen voorgedaan in en nabij het onderzoeksgebied, waarbij geallieerde jachtbommenwerpers lbs vliegtuigbommen hebben afgeworpen. Ook hiervan zijn sporen waargenomen op de luchtfoto s van 21 februari 1945, 24 februari 1945 en 17 april Aangezien er bij deze bombardementen grote aantallen vliegtuigbommen zijn afgeworpen en de bommenlast van de toestel niet bekend is, is ook de omgeving van de kraters van de lbs vliegtuigbommen verdacht verklaard op het aantreffen van lbs vliegtuigbommen conform de richtlijnen van het WSCS-OCE, waarbij er sprake is van een line target. Het verdacht gebied is bepaald door een afstand van 91 meter (+5 meter buffer) te meten vanuit het hart van de spoorlijn. Hierbij is enkel het gedeelte van de spoorlijn waar kraters zichtbaar zijn meegenomen in de afbakening. Duikbombardement VGA_002 Tijdens de luchtfoto analyse zijn er sporen waargenomen (één krater) van een luchtaanval op 30 oktober 1944, waarbij acht Britse Spitfire jachtvliegtuigen van het 308 Squadron/131 Wing zestien 250 lbs en zeven 500 lbs vliegtuigbommen afwierpen op voertuigen op posities D.8854 en D P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

28 Aangezien de bommenlast één 500 lbs vliegtuigbom en twee 250 lbs bommen per Spitfire was, is de omgeving van deze krater verdacht verklaard op het aantreffen van CE. Conform de leidraad Aanvallen met jachtbommenwerpers 59 is het verdachte gebied bepaald door een afstand van 91 meter (+5 meter buffer) te meten vanuit het hart van de krater. Militaire aanwezigheid VGM_001, VGM_002 en VGM_003 Op de geraadpleegde luchtfoto s van 29 november 1944, 21 februari 1945, 24 februari 1945 en 17 april 1945 zijn indicaties gevonden die wijzen op militaire aanwezigheid in/nabij het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht. Er zijn vier geschutstellingen binnen het onderzoeksgebied waargenomen. Deze geschutstellingen zijn conform het WSCS-OCE horizontaal afgebakend. Vanaf het hart van iedere geschutstelling is een cirkel van 25 meter getrokken. Daarbij is tevens rekening gehouden met een buffer van 5 meter. Er zijn tevens mangaten waargenomen op de luchtfoto s. Deze zijn echter niet verdacht verklaard op het aantreffen van CE, aangezien er geen grondgevechten hebben plaatsgevonden in of nabij het onderzoeksgebied. Het is daarom zeer onwaarschijnlijk dat er wapens zijn gebruikt of CE zijn gedumpt/achtergelaten in de mangaten. 59 Informatiebundel IB opgesteld door Expload, d.d. 10 juni P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

29 Afbeelding 5: CE-bodembelastingkaart A15 Papendrecht - Sliedrecht. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

30 5 PROJECTGEBONDEN RISICOANALYSE (PRA) Conform het document Kader Conventionele Explosieven (d.d. september 2016 v.1.1.2) van RWS dient als onderdeel van het Vooronderzoek CE een Project Risico Analyse (PRA) te worden uitgevoerd. Aangezien het onderzoeksgebied A15 Sliedrecht Papendrecht gedeeltelijk verdacht is verklaard op het aantreffen van CE, zullen de resultaten in dit hoofdstuk in relatie gebracht worden met de locatie specifieke omstandigheden en uit te voeren werkzaamheden. Deze zogenaamde Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) brengt een risicoanalyse van de veiligheidssituatie en de effecten van werkzaamheden die kunnen leiden tot detonatie van de aan te treffen CE naar voren. Hierbij zal tevens een budgetraming gegeven worden voor opsporing in de verdachte gebieden, evenals opsporing in het onderzoeksgebied in het geheel. 5.1 Verticale afbakening In deze paragraaf is de verticale afbakening van de verdachte gebieden vastgesteld. Hierbij komen tevens de type, soort en hoeveelheid aan te treffen munitie aan bod. Eveneens wordt er aandacht besteed aan de bodemopbouw, maaiveldhoogte en de grondwaterstand Diepteligging CE In onderstaande tabellen is per indicatie de minimale en maximale diepteligging van de aan te treffen CE ten opzichte van het maaiveld (situatie ) in de verdachte gebieden weergegeven. Duikbombardement VGA_001 Bij het onderzoeksgebied was er sprake van verschillende geallieerde duikbombardementen met 500 en lbs brisantvliegtuigbommen. Bij het bepalen van de maximale diepteligging van de brisantvliegtuigbommen is de website geraadpleegd, waarop gegevens van geologische booronderzoeken en geotechnische sondeeronderzoeken zijn in te zien. Hieruit is gebleken dat de bodemopbouw van het onderzoeksgebied grotendeels bestond uit klei en veen. Pas na een diepte van ongeveer 10 meter minus maaiveld bestond de bodem uit zand. De sondeeronderzoeken hebben daarnaast uitgewezen dat de 10 MPA-laag binnen het onderzoeksgebied gemiddeld tussen de 11 en 12 meter minus maaiveld werd bereikt. De diepteligging van de CE is als volgt vastgesteld: Aan te treffen CE Afwerpmunitie Subsoort Brisantvliegtuigbommen (geallieerd; 500 en lbs) Hoeveelheden Verschijningsvorm Min. & max. diepteligging t.o.v. maaiveld 60 Enkelen Afgeworpen De minimale diepteligging is net onder het maaiveld, indien de bodem sinds niet geroerd is. Indien de bodem wel geroerd is, dan kan worden aangenomen dat er in de bodem vanaf het maaiveld tot de diepte waar de bodemroerende activiteiten hebben plaatsgevonden zich geen CE meer bevinden. De maximale diepteligging is 12 meter minus maaiveld. Duikbombardement VGA_002 Bij het onderzoeksgebied was er sprake van een geallieerd duikbombardement met 250 en 500 lbs brisantvliegtuigbommen. Bij het bepalen van de maximale diepteligging van de brisantvliegtuigbommen is de website geraadpleegd, waarop gegevens van geologische booronderzoeken en geotechnische sondeeronderzoeken zijn in te zien. Hieruit is gebleken dat de bodemopbouw van het onderzoeksgebied grotendeels bestond uit klei en veen. Pas na een diepte van ongeveer 10 meter minus maaiveld bestond de bodem uit zand. De sondeeronderzoeken hebben daarnaast uitgewezen dat de 10 MPA-laag binnen het onderzoeksgebied gemiddeld tussen de Maaiveld ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

31 en 12 meter minus maaiveld werd bereikt. De diepteligging van de CE is als volgt vastgesteld: Aan te treffen CE Afwerpmunitie Subsoort Brisantvliegtuigbommen (geallieerd; 250 en 500 lbs) Hoeveelheden Verschijningsvorm Min. & max. diepteligging t.o.v. maaiveld 61 Enkelen Afgeworpen De minimale diepteligging is net onder het maaiveld, indien de bodem sinds niet geroerd is. Indien de bodem wel geroerd is, dan kan worden aangenomen dat er in de bodem vanaf het maaiveld tot de diepte waar de bodemroerende activiteiten hebben plaatsgevonden zich geen CE meer bevinden. De maximale diepteligging is 12 meter minus maaiveld. Militaire aanwezigheid VGM_001, VGM_002 en VGM_003 Bij het onderzoeksgebied was er sprake van militaire aanwezigheid in de vorm van vier geschutstellingen. De diepteligging van de CE is als volgt vastgesteld: Verschijningsvorm Gedumpt/achter gelaten Gedumpt/achter gelaten Aan te treffen CE Toebehoren van munitie Geschutmunitie Ontstekingsinrichtingen Sub-soort Beschermkappen, verpakkingen, etc. Brisant/ antitankbrisant/ pantser/brand Voor geschutgranaten Hoeveelheden Tientallen Tientallen Tientallen Gedumpt/achter gelaten Min. & max. diepteligging t.o.v. maaiveld 62 De minimale diepteligging is net onder het maaiveld, indien de bodem sinds niet geroerd is. Indien de bodem wel geroerd is, dan kan worden aangenomen dat er in de bodem vanaf het maaiveld tot de diepte waar de bodemroerende activiteiten hebben plaatsgevonden zich geen CE meer bevinden. De maximale diepteligging is 2 meter minus maaiveld. Dit is de maximale diepte van de geschutstellingen. 5.2 Locatiespecifieke omstandigheden 1945-heden Zoals reeds vermeld bij de vaststelling van de minimale en maximale verticale diepteligging van de aan te treffen CE, hebben verschillende locatiespecifieke omstandigheden invloed op deze afbakening. Zo is op basis van gegevens van het vastgesteld dat de bodemopbouw grotendeels bestond uit klei en veen. De sondeeronderzoeken hebben daarnaast uitgewezen dat de 10 MPA-laag binnen het onderzoeksgebied gemiddeld tussen de 11 en 12 meter minus maaiveld werd bereikt. Het is echter van belang dat de maaiveldhoogte wordt vastgesteld t.o.v. het NAP, zowel de maaiveldhoogte in 1945 als de maaiveldhoogte in het heden. Op basis van gegevens van het Actueel Hoogtebestand is vastgesteld dat de huidige maaiveldhoogte in het onderzoeksgebied varieert tussen de 8,5 meter +NAP en 0,9 meter -NAP. Deze grote verschillen vallen te verklaren door de viaducten binnen het onderzoeksgebied. Onderstaande tabel laat echter locatiespecifieke veranderingen in het maaiveld ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en het heden zien: Verdacht gebied Maaiveld 1945 Maaiveld heden VGA_001 1,5 meter -NAP 2,5 meter +NAP VGA_002 1,2 meter -NAP 0,5 meter -NAP VGM_001 1,5 meter -NAP 2,5 meter +NAP VGM_002 1,5 meter -NAP 0,4 meter -NAP VGM_003 1,0 meter -NAP 4,0 meter +NAP 61 Maaiveld ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. 62 Maaiveld ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

32 Daarnaast kunnen grondwaterstand en detectieverstoringen invloed hebben op de risicoanalyse. De grondwaterstand in het onderzoeksgebied is gemeten op ca. 10 meter -NAP tot 22 meter -NAP, zoals is gebleken uit het geohydrologisch onderzoek uitgevoerd door IDDS in 2015 in de Staatsliedenbuurt te Sliedrecht. 63 Er zijn geen exacte gegevens bekend voor de verschillende verdachte gebieden. Detectieverstoringen binnen de verdachte gebieden kunnen bestaan uit metaal dat in de omgeving aanwezig is, van bijvoorbeeld de spoorlijn en de vangrail. Tevens kunnen de bovenleidingen van het spoor ook verstoringen teweegbrengen, evenals de kabels gelegen in de grond. Er zijn geen gegevens beschikbaar over specifieke detectieverstoringen binnen het onderzoeksgebied. 5.3 Naoorlogse ontwikkelingen Naoorlogse ontwikkelingen in een gebied kunnen tevens van invloed zijn op de aanwezigheid van CE in de bodem. De veranderingen in het onderzoeksgebied zijn onderzocht aan de hand van een vergelijking met de luchtfoto van 29 november 1944 en met een recent satellietbeeld. In de afbeeldingen 6, 7 en 8 is duidelijk zichtbaar dat er naoorlogs relatief veel ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in en nabij het onderzoeksgebied. Zo is de A15 verbreed en hebben er bebouwingen nabij het onderzoeksgebied plaatsgevonden. Tevens is gebleken uit de veranderingen in het maaiveld sinds de Tweede Wereldoorlog tot heden dat (gedeelten van) het onderzoeksgebied zijn opgehoogd. De exacte omvang van de naoorlogse ophogingen is niet bekend. Afbeelding 6: naoorlogse ontwikkelingen onderzoeksgebied deel I Duikbombardement VGA_ Rapport betreffende een verkennend bodemonderzoek Staatsliedenbuurt te Sliedrecht zoals opgesteld door IDDS bv met kenmerk 1502H040/DBI/rap1, d.d. 16 november P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

33 Afbeelding 7: naoorlogse ontwikkelingen onderzoeksgebied deel II VGM_001, VGM_002 en VGM_003. Afbeelding 8: naoorlogse ontwikkelingen onderzoeksgebied deel III Duikbombardement VGA_ P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

34 5.4 Voorgenomen werkzaamheden De voorgenomen werkzaamheden betreffen de verbreding van de A15 tussen de bestaande geluidswal aan de zuidzijde en de sloot aan de noordzijde (met uitzondering van de noordoosthoek van het onderzoeksgebied, waar de sloot wel beïnvloed zal worden). De opdrachtgever heeft kennisgegeven dat de maximale verstoringsdiepte ongeveer 1 meter minus huidig maaiveld zal bedragen. Enkel ter plaatse van nieuwe portalen zal de fundering dieper zijn. 5.5 Leemten in kennis Tijdens de analyse van de gegevens waren er een aantal leemten in kennis: Niet van alle hoofdsoorten CE kon een sub-soort CE worden vastgesteld; Het is niet bekend tot welke diepte naoorlogs grondroeringen hebben plaatsgevonden. De exacte omvang van de naoorlogse ophogingen is niet bekend. 5.6 Risico analyse Afwerpmunitie Afwerpmunitie, ook wel vliegtuigbommen genoemd, zijn munitieartikelen bedoeld om vanaf een vliegtuig losgelaten, uitgestoten of geworpen te worden. Afwerpmunitie kan voorkomen in de vorm van brisant, brand of pantser doorborende vliegtuigbom. Het gevaar van afwerpmunitie is de hevige mate van uitwerking. De gevarenzones zijn groter dan andere soorten CE. De explosieve stof(fen) in afwerpmunitie kunnen onstabiel en/of gevoeliger zijn geworden in de loop der jaren. Het grootse gevaar bij afwerpmunitie zijn de ontstekers omdat deze erg gevoelig kunnen zijn. Ontstekers met een lange vertraging (½ tot 144 uur vertraging) die door een ongecontroleerde beweging van afwerpmunitie of door een stoot weer geactiveerd kunnen worden. Ook zijn er antidemontage-inrichtingen of anti-storing ontstekers gebruikt. De laatste zijn zeer gevoelig voor beweging of (lichte schok). Detonatie van afwerpmunitie met een brisante lading kan tot in verre omgeving materiele schade en dodelijke letsel veroorzaken. Grote brandbommen zijn vaak met fosfor en rubber/benzeen gevuld, dunwandig lichaam en hierdoor vormen ze een extra risico bij het bewegen. Geschutmunitie Geschut- en mortiermunitie zijn over het algemeen relatief kleine stalen lichamen, vaak gevuld met springstof en soms met explosief brandende explosieven stoffen, geheel of gedeeltelijk met (witte) fosfor. Brisantgranaten werden gebruikt als artillerie, mortier, en luchtafweergranaat. Blindgangers kunnen hierdoor over het algemeen diep in de bodem ingedrongen zijn. Op basis van het eerder uitgevoerde historische onderzoek blijkt dat in de directe omgeving van het projectgebied blindgangers van diverse soorten Duitse en geallieerde geschut- en mortiermunitie achtergebleven kunnen zijn: brisantgranaten; brisantpantsergranaten; antitankbrisant; pantsergranaten; rookgranaten; springrookgranaten; lichtgranaten. Onderstaand zijn de verschillende type granaten en hun werkingsprincipes besproken. Brisantgranaten Een brisantgranaat heeft een betrekkelijk dunwandig stalen lichaam geheel gevuld met een krachtige springstof. Bij de explosie zal het granaatlichaam in vele kleine scherven verscheuren welke met grote snelheid worden rondgeslingerd en daardoor schade toebrengen. De alvernietigende en versplinterende werking wordt ook wel brisantie genoemd. Brisantgranaten komen voor in vrijwel alle kalibers en nationaliteiten. Binnen het projectgebied worden brisantgranaten verwacht tot een kaliber van 15 centimeter Duits en 240 mm Geallieerd. Een brisantgranaat is voorzien van een ontsteker op de kop van het granaat lichaam. Deze 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

35 ontsteker, ook wel buis genoemd, is bepalend voor het risico dat geldt indien een CE is achtergebleven. Op brisantgranaten worden diverse soorten ontstekers gebruikt, ieder met hun specifieke gevaarsfactoren. Brisantgranaten die werden verschoten om vliegtuigen neer te halen werden veelal voorzien van een ontsteker waarvan het werkingsprincipe berust op tijd. Bij dit type ontsteker werd soms gebruik gemaakt van voorgespannen slagpinveren, waardoor blindgangers uitermate gevoelig kunnen zijn. Het is niet duidelijk waarom een bepaalde granaat zijn werking niet heeft meegekregen en om deze reden kan hij bij de minste beweging alsnog zijn werking meekrijgen. Bij het gebruik tegen grondtroepen werden veelal direct werkende schokontstekers gebruikt. In enkele gevallen werden schokontstekers gebruikt met een kleine vertraging, bijvoorbeeld bij beschietingen van een gebied waar militairen waren ingegraven in verdedigingswerken. In plaats van de scherfwerking moest de schokgolf die ontstaat bij de explosie van de springstoflading schade aanrichten. Over het algemeen kan worden gesteld dat blindgangers van brisantgranaten gevoelig zijn voor bewegen en toucheren. Brisantpantsergranaten Het voornaamste doel van een brisantpantsergranaat is het uitschakelen van (licht) gepantserde doelen, door het pantser eerst te doorboren en vervolgens een springstoflading tot explosie te laten komen. Kenmerkend verschil met een brisantgranaat is het veel steviger uitgevoerde granaatlichaam, de veel kleinere springstoflading en de plaatsing van de ontsteker. Bij een brisantpantsergranaat is de ontsteker in de achterzijde van het projectiel geplaatst. De werking van de ontsteker berust op massatraagheid (schok), waardoor het aantal blindgangers over het algemeen relatief groot is. Als een granaat het doel niet of onvoldoende raakt, functioneert de granaat meestal niet en blijft de granaat als blindganger achter. Tijdens WOII werden dit type granaten soms aan de voorzijde voorzien van een indringingskap en/of een ballistische kap, om de kans op goede indringen te vergroten en de ballistische eigenschappen van de granaat te verbeteren. Voornamelijk Duitse en Amerikaanse eenheden maakte gebruik van brisantpantsergranaten. Over het algemeen kan worden gesteld dat blindgangers van brisantpantsergranaten gevoelig zijn voor bewegen en toucheren, waarbij voornamelijk Duitse varianten (7,5 cm, 8,8 cm en 10,5 cm) extreem gevoelig kunnen zijn, als deze zijn voorzien van een bodemontsteker die een voorgespannen slagping bevat. Dat wil zeggen dat de slagpin in de bodemontsteker onder constante veerspanning staat en er maar weinig energie voor nodig is om de granaat alsnog te laten exploderen. Brisantpantsergranaten werden meestal met tanks verschoten (vlakkebaanmunitie), waardoor eventuele blindgangers over het algemeen niet erg diep zijn ingedrongen. Voorgespannen slagpinnen zijn niet bij mortieren toegepast. Antitankbrisantgranaten Een antitankbrisantgranaat is een granaat die is voorzien van een springstoflading waarbij het werkingsprincipe berust op basis van het holle lading principe. Dat wil zeggen dat springstoflading op een bijzondere manier is vormgegeven, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de brisante werking van springstof. Door een holle ruimte in een kegelvorm te fabriceren en deze te bekleden met een materiaal dat verscherfd (veelal koper ) ontstaat door de explosie van de springstoflading een straal van dit materiaal die een zeer grote penetrerende werking tegen gepantserde doelen heeft. Over het algemeen kon gepantserd staal tot een dikte van enkele keren de diameter van de granaat worden doorboord (maximaal tot 7 maal de diameter van de granaat). Het gevaar bij de holle lading is het uitstoten van de straal. Meestal werd dit principe toegepast voor granaten die werden verschoten met geweergranaten, granaatwerpers of raketten, maar bepaalde kalibers geschutmunitie hadden ook granaten in het arsenaal die gebaseerd waren op dit principe. Bij mortiermunitie wordt dit principe niet toegepast. Antitankbrisantgranaten zijn meestal voorzien van een bodemontsteker, soms in combinatie met een inrichting op de neus van de granaat. Over het algemeen zijn antitankbrisantgranaten gevoelig voor bewegen en toucheren. Antitankbrisantgranaten werden met tanks verschoten, waardoor eventuele blindgangers over het algemeen niet diep zijn ingedrongen. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

36 Pantsergranaten In tegenstelling tot Duitse en Amerikaanse eenheden verschoten Engelse eenheden vaak pantsergranaten in plaats van brisantpantsergranaten. Dit is een zwaar massief projectiel dat met hoge snelheid werd verschoten. Het werkingsprincipe berust uitsluitend op kinetische energie. Het projectiel bevat geen springstoflading, soms een lichtspoorelement dat de schutter moest helpen bij het richten. Dit soort projectielen worden regelmatig in zijn geheel aangetroffen, maar vormen tijdens de uitvoering van projecten geen risico. Ze komen voor in kalibers vanaf 20 mm tot 25 Pr (87 mm). Rookgranaten Een rookgranaat is een granaat die vaak voorafgaande aan grondgevechten werd verschoten om daarmee het zicht van de tegenstander te ontnemen. De rookgranaat is als het ware een transportcontainer voor een aantal rookelementen, die door een zwartbuskruitlading in de granaat boven het doel werden gestoten aan de achterzijde uit de granaat en gelijktijdig tot ontbranding werden gebracht. Door het ontbranden van de zwartbuskruitlading werd de bodemplaat aan de achterzijde van de granaat uit de granaat gedrukt. Het granaatlichaam blijft nagenoeg in takt over en worden nog steeds zeer regelmatig teruggevonden. Soms zijn niet alle rookpotten uitgestoten of heeft de uitstootlading helemaal niet gefunctioneerd. Over het algemeen zullen rookgranaten niet diep indringen in de bovengrond. In rookgranaten wordt over het algemeen hexiet als rookvormer ingezet. Dit is een sas (pyrotechnisch mengsel) van hexachloorethaan en zink, dat bij het ontsteken een dichte rook van zinkchloride geeft. Deze rook wordt nog dichter naarmate ze waterdamp uit de lucht opneemt. Risico s door achtergebleven rookgranaten zijn beperkt, al komen bij het ontbranden van hexiet hoge temperaturen vrij. Rookgranaten komen voor bij zowel geschut- als mortiermunitie, al is het werkingsprincipe bij mortieren meestal anders. Er worden dan niet altijd rookpotten uitgestoten, maar de hexiet is vaak direct in het granaatlichaam opgenomen en de rook stroomt via uitstroomopeningen naar buiten. Een voorbeeld is de 2 inch rookgranaat mortier. Lichtgranaten Een lichtgranaat is een granaat die wordt gebruikt om een bepaald gebied te verlichten. De werking van een lichtgranaat is vergelijkbaar met de werking van een rookgranaat, met dat verschil dat in plaats van een aantal rookpotten 1 lichtelement verbonden aan een parachute wordt uitgestoten. In plaats van een dichte rook ontstaat gedurende langere periode (variërend van circa 20 seconden tot enkele minuten) een intens helder licht. Lichtgranaten komen zowel bij geschut- als mortiermunitie voor. Ook bij lichtgranaten fungeert het granaatlichaam als het ware als een transportcontainer waardoor het granaat lichaam vaak in zijn geheel wordt teruggevonden. Over het algemeen dringen lichtgranaten niet diep in. Bij het ontbranden van het lichtsas komt zal veel warmte en rook vrijkomen. Springrookgranaten Springrookgranaten zijn een bijzonder soort rookgranaten waarvan de werking berust op het ontbranden van witte fosfor. Als witte fosfor in contact komt met zuurstof uit de buitenlucht ontbrandt het spontaan en ontstaat een dichte witte rook. De rook is giftig en werkt irriterend op ogen en luchtwegen. De witte fosfor wordt uit de granaat geslingerd door een springstoflading (verspreidingsspringlading) in de granaat te laten exploderen Springrookgranaten komen zowel bij geschut- als mortiermunitie voor en kunnen hierdoor vaak diep zijn ingedrongen als de granaat niet functioneert. Ook in geallieerde handgranaten wordt dit werkingsprincipe veel toegepast. Als het (granaat)lichaam door veroudering aangetast is (dit komt voornamelijk voor bij 2 inch mortiergranaten of handgranaten) kunnen blindgangers van Springrookgranaten, als deze worden vrij gegraven, spontaan tot ontbranding komen. Door de brandverschijnselen kan na verloop van tijd de verspreidingsspringlading alsnog tot explosie komen waardoor de resterende witte fosfor wordt rondgeslingerd. Dit vorm een wezenlijk risico. Over het algemeen kan worden gesteld dat blindgangers van springrookgranaten gevoelig zijn voor bewegen en toucheren en dat er een risico kan ontstaan als de granaat wordt vrij gegraven waardoor de witte fosfor in contact kan komen met zuurstof uit de buitenlucht. Soms worden delen van een granaten aangetroffen waarin nog grote stukken witte fosfor aanwezig is welke nog kunnen ontbranden in contact met zuurstof. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

37 Ontstekingsinrichtingen De functie van een ontsteker is om de CE op de gewenste plaats of het juiste tijdstip tot uitwerking te laten komen. Het type ontsteker is in de meeste gevallen bepalend voor het risico dat kan optreden. Als een verschoten CE ongewild niet tot explosie is gekomen, spreken we van een blindganger. Er zijn tal van oorzaken waardoor dit niet gebeurde. Dit kunnen zowel menselijke fouten als constructie technische fouten zijn, of gewoon pure pech omdat het CE niet op de juiste wijze het doel heeft geraakt. Bij een blindganger verkeerd de toestand van de ontsteker (meestal) in gewapende toestand, waardoor energie van buitenaf (bewegen of toucheren) de ontsteker en daarmee het CE alsnog tot explosie kan brengen. Bij achtergelaten of gedumpte CE zijn ontstekers meestal niet gewapend, waardoor het risico op het optreden van een ongecontroleerde explosie aanzienlijk kleiner is. Bepaalde ontstekers kunnen in ongewapende toestand door veroudering toch gevoelig worden, doordat veiligheidsvoorzieningen door corrosie zijn aangetast of verdwenen. Na het wapenen van de ontsteker bevindt de slagpin zich direct onder een zeer dunwandig metalen kapje dat door graaf- of andere werkzaamheden eenvoudig te deformeren is. Hierdoor kan de slagpin in het slagpijpje worden gedrukt en kan de granaat alsnog tot explosie komen. Bij normale werking deformeert het metalen kapje bij inslag. Zolang de veiligheid kap geplaatst is, is dit risico aanzienlijk minder groot. Er is een enorme hoeveelheid verschillende ontstekers gebruikt, Zo zijn er op geschutmunitie bijvoorbeeld ontstekers gebruikt waarvan de werking berust op schok, het verlopen van tijd (zowel pyrotechnische en mechanische vertraging), druk etc. De meest gevaarlijke ontstekers zijn die waarvan de werking berust op basis van een voorgespannen slagpin. Iedere ontsteker kent vaak zijn eigen specifieke gevaar factoren. Er kunnen diverse soorten ontstekers op geschutmunitie worden geplaatst. 5.7 Advies en budgetramingen Het advies voor dit project is op basis van het uitgevoerde vooronderzoek en PRA als volgt. In de gebieden die verdacht zijn bevonden op het mogelijk aantreffen van afwerpmunitie dient voor aanvang van de werkzaamheden detectie (middels digitale oppervlakte detectie) uitgevoerd te worden tot 4,5 m-mv. Blijkt dat er in dit gebied nog diepere werkzaamheden gaan plaats vinden dan de opgegeven 1 m-mv dan dient na de oppervlakte detectie hier nog diepte detectie uitgevoerd te worden tot de diepte waarin gewerkt gaat worden. In de gebieden die verdacht bevonden zijn op het aantreffen van geschutmunitie en ontstekerinrichtingen wordt aanbevolen om ook middels digitale oppervlakte detectie de gebieden waar gewerkt gaat worden te onderzoeken. Na interpretatie van de meetdata mogelijk nog benaderingen uitvoeren. Hieronder volgt een beschrijving welke opsporingswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Opstellen projectplan OCE Alvorens er wordt gestart met opsporing dient er een projectplan OCE te worden opgesteld. Met het indienen van het projectplan OCE informeert het opsporingsbedrijf de gemeente/het bevoegd gezag waarbinnen deze opsporing valt over de aanstaande opsporing. Hierbij is er een verschil inzake projectplannen voor detectie en projectplannen voor het gehele opsporingstraject. Voor projectplannen voor detectie wordt de gemeente geïnformeerd. Voor projectplannen voor het gehele opsporingstraject dient er goedkeuring middels een handtekening van het bevoegd gezag openbare orde en veiligheid van de gemeente waarbinnen het onderzoek plaats vindt, worden opgenomen. De opsporingswerkzaamheden mogen dan pas aanvangen na goedkeuring van het projectplan OCE door het bevoegd gezag openbare orde en veiligheid van de gemeente. Oppervlakte detectie Onder oppervlakte detectie wordt verstaan: het vanaf het maaiveld detecteren van ijzerhoudende objecten. De meest gebruikte techniek hiervoor is magnetometertechniek; dit is een passieve meettechniek welke de verstoring van het aardmagnetisch veld waarneemt. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

38 Na het detecteren worden de door de computer opgenomen data geïnterpreteerd (analyse van de meetgegevens) en worden de geselecteerde significante objecten weergegeven in een objectenlijst, voorzien van een x-, y- en z-waarde. Diepte detectie Diepte detectie wordt uitgevoerd als objecten zich dieper dan 4,5 m-mv bevinden. Vanaf het maaiveld is het dan niet meer mogelijk om deze dieper gelegen objecten te detecteren. Diepte detectie wordt veelal uitgevoerd door sondeerauto s, Chaindrives, maar ook door speciaal hiervoor ingerichte boorstellingen. De meest gebruikte detectietechniek hiervoor is magnetometertechniek; dit is een passieve meettechniek welke de verstoring van het aardmagnetisch veld waarneemt. Na het detecteren worden de door de computer opgenomen data geïnterpreteerd (analyse van de meetgegevens) en worden de geselecteerde significante objecten weergegeven in een objectenlijst, voorzien van een x-, y- en z-waarde. Laagsgewijs ontgraven Indien er binnen het onderzoeksgebied verstorende elementen aanwezig zijn welke niet te verwijderen zijn en daarom de metingen verstoren, wordt er ook wel gekozen om laagsgewijs te ontgraven. Hierbij worden door het toepassen van mijn/metaal detectoren lagen van maximaal 30 cm vrijgegeven om door een beveiligde kraan te worden afgegraven. Dit herhaalt zich tot de maximaal te ontgraven diepte bereikt is. Benaderen significante objecten Alle geïnterpreteerde significante objecten dienen te worden benaderd om vast te stellen of het hier gaat om een CE of een ander bodemvreemd materiaal. Significante objecten welke gelegen zijn tot 70 cm -mv worden handmatig (met een schep) onderzocht. Objecten welke dieper dan 70 cm -mv gelegen zijn, worden onderzocht met ondersteuning van een beveiligde (mini)kraan. Deze beveiligde (mini)kraan graaft niet naar de significante objecten, maar maakt het mogelijk voor het personeel van het OCE-bedrijf om veilig te kunnen werken op een grotere diepte. Identificeren en veiligstellen CE Significante objecten welke een CE blijken te zijn, dienen door een senior OCE-deskundige te worden geïdentificeerd. Na de positieve identificatie bepaalt de senior OCE-deskundige of het aangetroffen CE mag worden verplaatst naar een VTVS (voorziening tijdelijk veiligstellen situatie). De senior OCE-deskundige kan ook bepalen dat het aangetroffen CE ter plekke veilig wordt gesteld. Overdracht CE aan EODD Na het veilig stellen van het CE dient dit te worden gemeld aan de opdrachtgever en de EODD (Explosieven Opruimingsdienst Defensie) (optioneel aan het bevoegd gezag, politie, brandweer). In goed overleg met de EODD en het bevoegd gezag wordt de aangetroffen CE aangeboden ter ruiming/vernietiging. Proces-verbaal van oplevering Na het overdragen van de CE aan de EODD kan het proces-verbaal van oplevering worden opgesteld. Hiermee wordt het onderzoeksgebied vrijgegeven van CE en kunnen de reguliere werkzaamheden aanvangen. Budgetraming projectgebied totaal. Als de totale aantal m2 van de verdachten gebieden op deze manier onderzocht moeten gaan worden zullen de kosten tussen de 1500 euro en 2500 euro liggen om alles te onderzoeken middels digitale oppervlaktedetectie. Voor de gebieden waar mogelijk diepte detectie uitgevoerd gaat worden, komen er nog eens de volgende kosten bij voor vlak dekkend diepte detectie. Deze kosten zitten tussen de euro en euro. Wat betreft de prijs voor diepte detectie kan er nog het een en ander geoptimaliseerd worden echter niet met de info die er nu beschikbaar is. Dit moet tijdens de uitvraag voor deze werkzaamheden naderbepaald worden. Voor de benader werkzaamheden kan voorhand geen prijs afgeven omdat er niet bekend is hoeveel significante verstoringen er gemeten gaan worden. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

39 6 CONCLUSIE EN ADVIES 6.1 Conclusie Op basis van de geraadpleegde bronnen, de beoordeling en evaluatie van de indicaties (en contra-indicaties) is vastgesteld dat binnen de grenzen van het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht (Zuid-Holland) oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden waarbij CE zijn ingezet. Het onderzoeksgebied is verdacht op het aantreffen van CE in de bodem. Het gaat om de volgende indicaties: Militaire aanwezigheid in de vorm van geschutstellingen; Duikbombardementen, waarbij brisantvliegtuigbommen zijn afgeworpen door geallieerde jachtbommenwerpers. Aan de hand van deze indicaties zijn de hoofd- en sub-soorten CE, de hoeveelheden CE, de verschijningsvorm CE en de horizontale en verticale afbakening van de verdachte gebieden vastgesteld. Deze zijn in de onderstaande paragrafen beschreven Aan te treffen CE Op basis van de geraadpleegde bronnen is het onderzoeksgebied per indicatie verdacht op het aantreffen van de volgende CE. Duikbombardement VGA_001 Aan te treffen CE Subsoort Hoeveelheden Verschijningsvorm Afwerpmunitie Brisantvliegtuigbommen (geallieerd; 500 en lbs) Enkelen Afgeworpen Duikbombardement VGA_002 Aan te treffen CE Subsoort Hoeveelheden Verschijningsvorm Afwerpmunitie Brisantvliegtuigbommen (geallieerd; 250 en 500 lbs) 1x500 of 2x250 lbs Afgeworpen Militaire aanwezigheid VGM_001, VGM_002 en VGM_003 Aan te treffen CE Subsoort Hoeveelheden Verschijningsvorm Toebehoren van munitie Beschermkappen, verpakkingen, Tientallen Gedumpt/achtergelaten etc. Geschutmunitie Brisant/antitankbrisant/pantser/b Tientallen Gedumpt/achtergelaten rand Ontstekingsinrichtingen Voor geschutgranaten Tientallen Gedumpt/achtergelaten De op de luchtfoto s waargenomen mangaten zijn onverdacht verklaard, aangezien er geen grondgevechten hebben plaatsgevonden in en nabij het onderzoeksgebied Horizontale afbakening verdachte gebieden De horizontale afbakening van het verdachte gebied is vastgesteld aan de hand van de richtlijnen in het WSCS-OCE en is uiteengezet in paragraaf 4.2. Samenvattend: Duikbombardement VGA_001 De spoorlijn, welke de line target vormde bij de duikbardementen van oktober en november 1944 en januari en februari 1945, is conform het WSCS-OCE verdacht verklaard door een afstand van 91 meter (+5 meter buffer) te meten vanuit het hart van de spoorlijn. Hierbij is enkel het gedeelte van de spoorlijn waar kraters zichtbaar zijn meegenomen in de afbakening. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

40 Duikbombardement VGA_002 De waargenomen krater is het gevolg van een duikbardement door Spitfires op 30 oktober 1944, is conform het WSCS-OCE en de leidraad Aanvallen met jachtbommenwerpers 64 is het verdachte gebied bepaald door een afstand van 91 meter (+5 meter buffer) te meten vanuit het hart van de krater. Militaire aanwezigheid VGM_001, VGM_002 en VGM_003 De op de luchtfoto s van 29 november 1944, 21 februari 1945, 24 februari 1945 en 17 april 1945 waargenomen geschutstellingen zijn verdacht verklaard. Conform het WSCS- OCE zijn deze 25 meter rondom het hart van de stellingen horizontaal afgebakend. Hierbij is rekening gehouden met een afwijking van de luchtfoto van 5 meter Verticale afbakening verdachte gebieden De verticale afbakening is vastgesteld aan de hand van ervaringen met soortgelijke situaties en is uiteengezet in paragraaf 4.3. Samenvattend: Duikbombardement VGA_001 Minimale diepteligging is net onder het maaiveld Tweede Wereldoorlog. Maximale diepte is 12 meter minus maaiveld Tweede Wereldoorlog. Duikbombardement VGA_002 Minimale diepteligging is net onder het maaiveld Tweede Wereldoorlog. Maximale diepte is 12 meter minus maaiveld Tweede Wereldoorlog. Militaire aanwezigheid VGM_001, VGM_002 en VGM_003 Minimale diepte is net onder het maaiveld Tweede Wereldoorlog. Maximale diepte is 2 meter minus maaiveld Tweede Wereldoorlog Naoorlogse ontwikkelingen Na de Tweede Wereldoorlog hebben in het onderzoeksgebied relatief veel zichtbare veranderingen plaatsgevonden en is uiteengezet in paragraaf 4.4 en 5.3. De A15 is verbreed en er hebben bebouwingen plaatsgevonden nabij het onderzoeksgebied Leemten in kennis Tijdens het onderzoek bleken er een aantal leemten in kennis te zijn. Het is onbekend of er in de periode CE zijn geruimd binnen de grenzen van het onderzoeksgebied en/of in de directe omgeving hiervan; Het is onbekend of er in de periode CE zijn geruimd binnen de grenzen van het onderzoeksgebied en/of in de directe omgeving hiervan; Van niet alle gebeurtenissen kon op basis van de geraadpleegde bronnen een exacte locatie bepaald worden; De melding van het bombardement van 29 maart 1945 betreft waarschijnlijk dezelfde als de melding van het bombardement van 29 maart Aangezien de melding van 29 maart 1943 afkomstig is uit het gemeentearchief van Sliedrecht, zal deze voor waarheid worden aangenomen. Er zijn daarnaast ook geen sporen zichtbaar van een bombardement op de luchtfoto van 17 april 1945; Niet van alle hoofdsoorten CE kon een sub-soort CE worden vastgesteld; Het is niet bekend tot welke diepte naoorlogs grondroeringen hebben plaatsgevonden. De exacte omvang van de naoorlogse ophogingen is niet bekend. 64 Informatiebundel IB opgesteld door Expload d.d. 10 Juni P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

41 6.2 Advies Op basis van de resultaten van dit vooronderzoek en de conclusies is het onderzoeksgebied A15 Papendrecht - Sliedrecht in de gemeenten Sliedrecht en Papendrecht (Zuid-Holland) gedeeltelijk verdacht verklaard op het aantreffen van CE in de bodem. Onverdachte gebieden In de onverdachte gebieden kunnen de voorgenomen werkzaamheden plaatsvinden zonder dat er vervolgstappen noodzakelijk zijn in de explosievenopsporing. Verdacht gebied Voor de verdachte gebieden in onderzoeksgebied wordt geadviseerd om vervolgstappen te ondernemen in de explosievenopsporing voorafgaand aan de voorgenomen (water)bodemroerende werkzaamheden. Het advies voor dit project is op basis van het uitgevoerde vooronderzoek en PRA als volgt. In de gebieden die verdacht zijn bevonden op het mogelijk aantreffen van afwerpmunitie dient voor aanvang van de werkzaamheden detectie (middels digitale oppervlakte detectie) uitgevoerd te worden tot 5 m-mv. Blijkt dat er in dit gebied nog diepere werkzaamheden gaan plaats vinden dan de opgegeven 1 m-mv dan dient na de oppervlakte detectie hier nog diepte detectie uitgevoerd te worden tot de diepte waarin gewerkt gaat worden. In de gebieden die verdacht bevonden zijn op het aantreffen van geschutmunitie en ontstekerinrichtingen wordt aanbevolen om ook middels digitale oppervlakte detectie de gebieden waar gewerkt gaat worden te onderzoeken. Na interpretatie van de meetdata mogelijk nog benaderingen uitvoeren. Voor verdere details wordt verwezen naar paragraaf P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

42 7 BIJLAGEN 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

43 Bijlage 1 WSCS-OCE en certificaten In het WSCS-OCE staat vermeld dat de indicaties en contra-indicaties uit de inventarisatie-resultaten dienen te worden beoordeeld en dat op basis hiervan de volgende punten gemotiveerd vastgesteld moeten worden: Of er sprake is van een CE verdacht gebied, en zo ja: De (sub)soort, hoeveelheid en verschijningsvorm van de vermoedelijke CE; De horizontale en verticale afbakening van het verdachte gebied. Bij de beoordeling en evaluatie van de resultaten van de inventarisatie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Indien sprake is van de vermoedelijke aanwezigheid van CE, wordt de conclusie VERDACHT gerapporteerd. Indien er geen sprake is van de vermoedelijke aanwezigheid van CE, wordt de conclusie ONVERDACHT gerapporteerd; 2. De conclusie wordt vastgesteld op basis van twee of meer onafhankelijke verifieerbare bronnen. Indien een indicatie in slechts in bron is aangetroffen, wordt dit duidelijk aangegeven in de rapportage. Hierin wordt gerapporteerd hoe de betrouwbaarheid van de bronnen is ingeschat; 3. Indicaties en/of contra-indicaties dienen een locatieverwijzing te hebben, aangezien deze essentieel is om te bepalen of de informatie relevant is voor de aanwezigheid van CE op de projectlocatie en/of in het onderzoeksgebied. Voor de locatieverwijzing gelden de volgende uitgangspunten: a. Indicaties en/of contra-indicaties moeten worden vertaald naar een locatie in de huidige topografie; b. Waar sprake is van onduidelijkheid/onbetrouwbaarheid in de locatieverwijzing, wordt dit gedocumenteerd; c. Bij gebruikmaking van indicaties en/of contra-indicaties uit geschreven bronnen, dient de locatieverwijzing uit het bronbestand in de rapportage ongewijzigd te worden overgenomen. 4. Bij het vaststellen van de conclusie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: a. Bij de beoordeling of bepaalde oorlogshandelingen een indicatie vormen voor de aanwezigheid van CE in het onderzoeksgebied, wordt bijlage 3 van het WSCS-OCE als leidraad gehanteerd. Hiervan mag alleen gemotiveerd worden afgeweken; b. Als er geen indicaties zijn die wijzen op de aanwezigheid van CE in het onderzoeksgebied, is de conclusie ONVERDACHT; c. Als er indicaties zijn dat bij oorlogshandelingen binnen de grenzen van de projectlocatie en/of onderzoeksgebied bepaalde hoofdsoorten CE zijn gebruikt/betrokken geweest, dan is (een deel van) de projectlocatie en/of onderzoeksgebied VERDACHT op de aanwezigheid van deze hoofdsoorten CE, tenzij op basis van contra-indicaties het tegendeel kan worden bewezen. 5. Het verdachte gebied wordt horizontaal en verticaal afgebakend, gespecificeerd per (sub)soort CE, hoeveelheid en verschijningsvorm van vermoedelijke CE. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: a. Bij de horizontale afbakening van het verdachte gebied wordt bijlage 3 van het WSCS- OCE gehanteerd; b. Uitgangspunten voor de verticale afbakening: i. Bij het bepalen van de verticale afbakening dient specifiek rekening te worden gehouden met: bodemweerstand, verwachte indringingsnelheid en hoek, gewicht, vorm en diameter CE; ii. Voor het berekenen van de penetratiediepte wordt gebruik gemaakt van een rekenmethode waarin ten minste rekening gehouden wordt met de volgende parameters: de afwerphoogte, de afwerpsnelheid, het gewicht van de bom, de diameter van de bom en de weerstand van de bodem; iii. Indien sprake is van grondverzet/grondroering in de periode 1945 tot heden, wordt op basis daarvan bepaald of, en zo ja, tot welke diepte minus maaiveld (gerelateerd aan NAP), de aanwezigheid van CE kan worden uitgesloten; iv. De verticale afbakening wordt zodanig uitgedrukt dat deze is te herleiden tot de diepte ten opzichte van NAP; c. Uitgangspunten horizontale afbakening: 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

44 i. Bij de horizontale afbakening van het verdachte gebied wordt de tolerantie gemotiveerd, gebaseerd op het beschikbare bronnenmateriaal; ii. Het verdachte gebied wordt weergegeven in RD-coördinaten; d. Onder de verschijningsvorm wordt verstaan de wijze waarop CE in het verleden in de (water)bodem zijn terechtgekomen, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in: afgeworpen, verschoten, gegooid, gelegd, weggeslingerd, opgeslagen, gedumpt, begraven (inclusief redepositie), als restant uit springputten of explosie en als onderdeel van (vliegtuig)wrakken en/of gezonken vaartuigen. Dit rapport is beoordeeld en vrijgegeven door een WSCS-OCE gecertifieerd bedrijf, Armaex B.V. te Rijssen. De benodigde certificaten zijn op de volgende pagina s weergegeven. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

45 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

46 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

47 Bijlage 2 Vaststellen verdacht gebied en afbakening in vooronderzoek In onderstaand overzicht is de horizontale afbakening van het verdachte gebied weergegeven zoals deze is opgenomen in het WSCS-OCE. Indicatie Algemene omschrijving Uitgangspunt conclusie Uitgangspunten voor afbakening Verdacht Onverdacht verdacht gebied Verdedigingswerk Groepering van wapenopstellingen en/of Het grondgebied binnen de grenzen van het geschutsopstellingen, rondom afgezet met een verdedigingswerk is verdacht. De grenzen versperring (bijvoorbeeld weerstandskern of steunpunt) worden bij voorkeur bepaald aan de hand van gegeorefereerde luchtfoto s. Wapenopstelling Opstelling van handvuurwapen, machinegeweer Locatie van de wapenopstelling of andere (semi)automatisch wapen, niet zijnde onderdeel van een verdedigingswerk Geschutopstelling (statisch en mobiel) Munitieopslag in open veld Loopgraaf Tankgracht of geul Landmijnen verdacht gebied Landmijnen verdacht gebied Mijnenveld Mijnenveld Mijnenveld Versperringen Infrastructuur zonder geschutsopstelling of munitievoorraad Schuilloopgraaf Kampementen Mangat Vernielingslading Artillerie-, mortierof raketbeschieting Raketbeschieting inslagenpatroon bekend Inslagpunt blindganger, zijnde een vliegtuigbom Crashlocatie vliegtuig Krater van gedetoneerde incidentele luchtafweergranaat Locatie van geschut, niet zijnde onderdeel van een verdedigingswerk. Locatie van munitievoorraad in het open veld, niet zijnde binnen een verdedigingswerk Militaire loopgraaf Een diepe (al dan niet droge) gracht of geul met steile wanden, aangebracht om pantservoertuigen tegen te houden Middels een aanwijzing, niet zijnde een mijnenlegrapport, op landmijnen verdacht verklaard gebied. In het verdachte gebied zijn bij de controle door de MMOD géén landmijnen aangetroffen Middels een aanwijzing, niet zijnde een mijnenlegrapport, op landmijnen verdacht verklaard gebied. In het verdachte gebied zijn bij de controle door de MMOD, of bij naoorlogse activiteiten landmijnen aangetroffen. Geregistreerd mijnenveld, waarvan mijnenlegrapport aanwezig is. Alle volgens het legrapport gelegde landmijnen zijn geruimd. Geregistreerd mijnenveld waarvan mijnenlegrapport aanwezig is. Niet alle volgens het mijnenlegrapport gelegde landmijnen zijn geruimd. Geen feitelijke onderbouwing bekend waarom er landmijnen worden vermist. Mijnenlegrapport aanwezig. Niet alle volgens het legrapport gelegde landmijnen zijn geruimd. Feitelijke onderbouwing bekend waarom er landmijnen worden vermist. Versperringen, zoals strandversperringen en drakentanden Militaire werken zoals woononderkomen of werken met een burgerdoel zoals schuilbunker Loopgraaf voor burgerbevolking om in te schuilen Grondgebied met onderkomens zoals tenten Gat in grond met schuilfunctie, niet in gebruik genomen als schuttersput Locatie van aangebrachte vernielingslading Gebied dat is beschoten door mobiel of vast geschut, mortieren of grondgebonden (meervoudige) raketwerpersysteem Gebied dat is getroffen door een raketbeschieting met jachtbommenwerpers Vliegtuig die niet in werking is getreden Aanwezigheid van CE vanwege de crash Gebied waarin zich de krater van de detonatie van een incidentele luchtafweergranaat bevindt. 25 meter rondom het hart van de geschutopstelling, maar niet verder dan een eventuele aangrenzende watergang. Locatie van de veldopslaglocatie Het gebied binnen de contouren van de loopgraaf is verdacht, bij voorkeur bepaald aan de hand van gegeorefereerde luchtfoto s. Niet verdacht, tenzij er aanwijzingen zijn dat er mogelijk munitie in gedumpt is. n.v.t. De grenzen zoals aangegeven in het ruimrapport n.v.t. De grenzen zoals aangegeven in het mijnenlegrapport en/of ruimrapport. n.v.t. Tenzij er indicaties zijn dat CE onderdeel uitmaken van de versperring. Tenzij er indicaties zijn op CE vanwege de aanwezigheid van nabij verdediging in de vorm van bijvoorbeeld wapenopstellingen n.v.t. Tenzij er indicaties zijn op CE vanwege de aanwezigheid van munitieopslag of nabij verdediging in de vorm van bijvoorbeeld wapenopstellingen. n.v.t. Locatie van vernielingslading Situationeel te bepalen Op basis van een analyse van het inslagenpatroon wordt de maximale afstand tussen twee opeenvolgende inslagen binnen een inslagpatroon bepaald. Het verdachte gebied wordt afgebakend door deze afstand te projecteren op de buitenste inslagen van het inslagenpatroon. Dat is exclusief de eventuele horizontale verplaatsing van de buitenste blindganger binnen het inslagenpatroon Te bepalen volgens rekenmethode waarin ten minste rekening wordt gehouden met de volgende parameters: de afwerphoogte, de afwerpsnelheid, het gewicht van de bom, de diameter van de bom en de weerstand van de bodem. Op basis van in ieder geval deze vijf parameters wordt berekend tot welke diepte CE theoretisch kunnen indringen en hoever de maximale horizontale verplaatsing is. Situationeel te bepalen Tenzij er indicaties zijn dat het geen incidentele luchtafweergranaat betreft. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

48 Inslagpunt van een V.1 wapen Krater van een (gedeeltelijk) gedetoneerde V.1 wapen Krater van een (gedeeltelijk) gedetoneerde V.2 wapen Dumplocatie van munitie en/of toebehoren Ongecontroleerde (massa)explosie Vernietigingslocatie voor CE Vernielingslading (in werking gesteld) Tapijtbombardement Duikbombardement op zgn. Pin Point Target, inslagenpatroon onbekend Duikbombardement op zgn. Line Target, inslagenpatroon onbekend Raketbeschieting op zgn. Pin Point Target, inslagenpatroon onbekend Raketbeschieting op zgn. Line Target, inslagenpatroon onbekend Gebied dat is getroffen door de inslag van een V.1 wapen Gebied waarin zich de krater van de detonatie van een V.1 wapen bevindt. Gebied waarin zich de krater van de detonatie van een V.2 wapen bevindt. Dumplocatie van CE en/of toebehoren in landbodem of op waterbodem (Sympathische) detonatie van explosieven voorraad zoals ontploffing munitieopslag of munitietrein Eén of meerdere springputten Locatie van in werking gestelde vernielingslading, waarbij de mogelijkheid bestaat op het aantreffen van niet (geheel) gedetoneerde springlading(en) Gebied dat is getroffen door een bombardement met middelzware en/of zware bommenwerpers, met als doel om schade aan te richten over een groot gebied. Gebied dat is getroffen door een bombardement met jachtbommenwerpers, met als doel om een vooraf bepaald specifiek object te treffen Lineair gebied, nabij een spoorlijn, dat is getroffen door bombardement met jachtbommenwerpers, met als doel om de spoorlijn te treffen Gebied dat is getroffen door een raketbeschieting met jachtbommenwerpers, met als doel om een vooraf bepaald specifiek object te treffen. Lineair gebied, nabij een spoorlijn, dat is getroffen door een raketbeschieting met jachtbommenwerpers, met als doel om de spoorlijn of treinstel op deze spoorlijn te treffen 15 meter rondom een inslagpunt vanwege de mogelijke horizontale verplaatsing onder de grond. Situationeel te bepalen Situationeel te bepalen Locatie van de dump en afbakening verder situationeel te bepalen, bijvoorbeeld dumping in stilstaand of stromend water Situationeel te bepalen De contour(en) van de springput(ten) en afbakening verder situationeel te bepalen, bijvoorbeeld gelet op de afstand van eventuele uitgeworpen CE buiten deze contour(en). Locatie waar de vernielingslading in werking is gesteld en afbakening verder situationeel te bepalen. Op basis van een analyse van het inslagenpatroon 65 wordt de maximale afstand tussen twee opeenvolgende inslagen binnen een inslagpatroon bepaald. Het verdachte gebied wordt afgebakend door deze afstand te projecteren op de buitenste inslagen van het inslagenpatroon. Dat is exclusief de eventuele horizontale verplaatsing van de buitenste blindganger binnen het inslagenpatroon. Het verdachte gebied wordt bepaald door een afstand van 181 meter gemeten vanuit het hart van het doel 66. Het verdachte gebied wordt bepaald door een afstand van 91 meter gemeten vanuit het hart van de spoorlijn 67. Het verdachte gebied wordt bepaald door een afstand van 108 meter gemeten vanuit het hart van het doel 68 Het verdachte gebied wordt bepaald door een afstand van 80 meter gemeten vanuit het hart van de spoorlijn Verzameling van de locaties van inslagen van één bepaald toestel of één bepaald bombardement. 66 Afstanden zijn afkomstig van een Britse studie (empirisch onderzoek) naar de accuratesse bij aanvallen door eenmotorige duikbommenwerpers gedurende de periode oktober 1944 april 1945 (AIR 55/322). Eventueel effect van vijandelijk luchtafweer tijdens deze duikbombardementen is niet in de studie meegenomen. De genoemde afstand is de gemiddelde afstand t.o.v. het doel waarbij opgemerkt moet worden dat 50% van de vliegtuigbommen binnen 119 meter neer is gekomen en de maximaal gemeten afstand t.o.v. het doel 181 meter was. 67 Afstanden zijn afkomstig van een Britse studie (empirisch onderzoek) naar de accuratesse bij aanvallen door eenmotorige duikbommenwerpers gedurende de periode oktober 1944 april 1945 (AIR 55/322). Eventueel effect van vijandelijk luchtafweer tijdens deze duikbombardementen is niet in de studie meegenomen. De genoemde afstand is de gemiddelde afstand t.o.v. het doel waarbij opgemerkt moet worden dat 50 % van de vliegtuigbommen binnen 46 meter neer is gekomen en de maximaal afstand t.o.v. het doel 91 meter was. 68 Afstanden zijn afkomstig van een Britse studie (empirisch onderzoek) naar de accuratesse bij aanvallen door eenmotorige duikbommenwerpers gedurende de periode oktober 1944 april 1945 (AIR 55/322). Eventueel effect van vijandelijk luchtafweer tijdens deze duikbombardementen is niet in de studie meegenomen. De genoemde afstand is de gemiddelde afstand t.o.v. het doel (gebouwen) waarbij opgemerkt moet worden dat de gemiddelde spreiding van de raketten t.o.v. het middelpunt van een salvo 69 meter was, en dat de gemiddelde afstand van het middelpunt van een salvo t.o.v. het doel 39 meter was. 69 Afstanden zijn afkomstig van een Britse studie (empirisch onderzoek) naar de accuratesse bij aanvallen door eenmotorige duikbommenwerpers gedurende de periode oktober 1944 april 1945 (AIR 55/322). Eventueel effect van vijandelijk luchtafweer tijdens deze duikbombardementen is niet in de studie meegenomen. De genoemde afstand is de maximale afstand gemeten n.a.v. luchtfoto-interpretatie. 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

49 Bijlage 3 Luchtfotodekking 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

50 Afbeelding 9: dekking luchtfoto 24 februari P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

51 Afbeelding 10: dekking luchtfoto s 19 april P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

52 Afbeelding 11: dekking luchtfoto s 29 november P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

53 Afbeelding 12: dekking luchtfoto 3 februari P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

54 Afbeelding 13: dekking luchtfoto s 21 februari P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

55 Afbeelding 14: dekking luchtfoto 24 februari P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

56 Afbeelding 15: dekking luchtfoto s 17 april P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

57 Bijlage 4 Inventarisatiekaart (losbladig) 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

58 Inventarisatiekaart - VO A15 Papendrecht-Sliedrecht B $ RAP_441107A RAP _ A RAP _400610A RAP_440720A o " G " O " G " G " B $ RAP_441016A B $ RAP_450328A B $ RAP_450123A RAP_450129A RAP_450202A RAP_400528A G " $ $$ RAP_441015E SS S S S S S S S RAP_400528A SS SS RAP_450101D SS RAP_441015F S S B SB B I IS S S SS S S S S SS S S S S SS S SS S S S S S SS RAP_441015E RAP_441015F B $ R $ RAP_441015A RAP_441030A RAP_441015B O " RAP_ A O " A 032 _4 3 B $ RAP_450203A B $ RAP_441107B RAP B 103 _4 4 RAP 6A 100 _4 4 RAP B $ RAP_441210A Legenda MORA Raketkrater Opstelplaats Niet definieerbare verstoring R $ RAP_450101B B $ I RAP_441006A RAP_441030C R $ RAP_450101C Raketaanval Bombardement Bominslag Projectnaam: Projectnummer: Onderwerp: Opdrachtgever: Tekenaar: VO A15 Papendrecht-Sliedrecht 17p144 Inventarisatiekaart Tauw Maikel Nouws Bombardement Controleur: Thierry van den Berg Onderzoeksgebied Datum: Crash o Luchtaanval Mangaten Schade door bominslag Oorlogsschade Beschieting met boordwapens Beschieting met boordwapens 0 Schade door bominslag I " R $ RAP_450101B Geschutstelling B $ $L R $ B $ R $ RAP_450101A Bomkrater O " G " S R $ RAP_450101A meter ± Bombs Away B.V. Museumlaan HK Utrecht B $ RAP_441007A Postbus BC Utrecht Esri Nederland & Community Maps Contributors info@bombsaway.nl

59 Bijlage 5 CE-Bodembelastingkaart (losbladig) 17P144 VO A15 Papendrecht - Sliedrecht definitief rapport versie 3 d.d. 10 oktober

60 CE Bodembelastingkaart - VO A15 Papendrecht-Sliedrecht Verdacht op diverse hoofdgroepen CE Verdacht op afwerpmunitie Onderzoeksgebied meter ± VO A15 Papendrecht-Sliedrecht 17p144 CE Bodembelastingkaart Tauw Maikel Nouws Controleur: Thierry van den Berg Datum: Bombs Away B.V. Museumlaan HK Utrecht Legenda Projectnaam: Projectnummer: Onderwerp: Opdrachtgever: Tekenaar: Postbus BC Utrecht Esri Nederland & Community Maps Contributors info@bombsaway.nl

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 3 2.4 Historisch overzicht... 3 2.4.1 Historisch overzicht onderzoeksgebied...

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839 Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl

Nadere informatie

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE.

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE. Briefrapportage Saricon bv Aan: Havenbedrijf Rotterdam N.V. Van: Saricon: E.R. Beute, M. van Riel, MA, Datum : 27 augustus 2015 Betreft:, Theemswegtracé Rotterdam Inleiding Sinds 2012 werkt Saricon in

Nadere informatie

Projectnummer: 1211GPR2855.1

Projectnummer: 1211GPR2855.1 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ten behoeve van een te realiseren hoge druk gasleiding van Donkerbroek naar Ureterp Deeltracé 1 Projectnummer: 1211GPR2855.1 In opdracht

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard Datum: 5 oktober 2015 Kenmerk: 15P038 definitief rapport 15P038 VO Hoge Boezem van de Overwaard

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Watergangen Lichtenvoorde Gemeente Oost-Gelre

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Watergangen Lichtenvoorde Gemeente Oost-Gelre Vooronderzoek Conventionele Explosieven Watergangen Lichtenvoorde Gemeente Oost-Gelre Datum: Kenmerk: 19 april 2017 17P018 definitief rapport 17P018 VO Watergangen Lichtenvoorde definitief rapport d.d.

Nadere informatie

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk documentcode: aantal pagina's: 10S062-PI-01 18 pag. (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 16 augustus 2010

Nadere informatie

Datum: 25 september 2014 Projectnr.: Status: concept

Datum: 25 september 2014 Projectnr.: Status: concept Vooronderzoek Conventionele Explosieven N489 Binnenmaas Datum: 25 september 2014 Projectnr.: 140012 Status: concept Copyright 2014. Niets uit dit projectplan mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt

Nadere informatie

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief Vooronderzoek Conventionele Explosieven Oosterhoutse Golf Club Gemeente Oosterhout Datum: 9 april 2015 Projectnr.: 150024 Kenmerk: 15p015 Status: definitief Copyright 2015. Niets uit dit projectplan mag

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad & Rotonde N831 Gemeente Maasdriel Datum: 14 september 2015 Kenmerk: 15P068 conceptrapport 15P068 VO Fietspad & Rotonde N831 conceptrapport d.d. 14 september

Nadere informatie

Datum: Projectnummer: Status: V.1.0 Definitief

Datum: Projectnummer: Status: V.1.0 Definitief Datum: 01-11-2017 Projectnummer: 1702140001 Status: V.1.0 Definitief Armaex B.V. Vooronderzoek CE Transferium De Punt Verantwoordelijk voor rapport: J. Slagers S. Fikkert G. Nijland Copyright 2016. Niets

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl www.explovision.nl

Nadere informatie

Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg

Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg Vooronderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven Hoevelaar Woudenberg Datum : 6 april 2017 Kenmerk : 16120510/CKU/rap1 Status : Definitief Versie : 1.0 Auteurs : R.J.W.J. Bücking

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Innamepompstation Bergsche Maas Gemeenten Drimmelen en Werkendam

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Innamepompstation Bergsche Maas Gemeenten Drimmelen en Werkendam Vooronderzoek Conventionele Explosieven Innamepompstation Bergsche Maas Gemeenten Drimmelen en Werkendam Datum: 4 maart 2016 Kenmerk: 15P107 definitief rapport 15P107 VO Innamepompstation Bergsche Maas

Nadere informatie

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Rotterdam, S.Y.P.Y. Tjan Van: L.J. van Oudheusden; E.R. Beute Datum : 27-09-2013 Betreft: 1. Inleiding Saricon heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam een (beperkt)

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Plangebied De Gorsen Gemeente Heusden

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Plangebied De Gorsen Gemeente Heusden Vooronderzoek Conventionele Explosieven Plangebied De Gorsen Gemeente Heusden Datum: 3 februari 2017 Kenmerk: 16P183 conceptrapport 16P183 VO conceptrapport Plangebied De Gorsen (gemeente Heusden) d.d.

Nadere informatie

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Papendrecht aansluiting A15-N3

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Papendrecht aansluiting A15-N3 Vooronderzoek Papendrecht aansluiting A15-N3 Figuur 1: Aansluiting N3-A15 (bron: www.google.nl/maps - streetview). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Gilze en Rijen Hultens End Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg 4a, 5133 NE Riel, Nederland Postbus 21, 5133 ZG Riel, Nederland

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Omlegging N345 Zutphen/De Hoven

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Omlegging N345 Zutphen/De Hoven Vooronderzoek Conventionele Explosieven Omlegging N345 Zutphen/De Hoven Datum: Kenmerk: 21 maart 2014 14P006 definitief rapport 1 Distributielijst - Armaex B.V. - Bombs Away B.V. Opdrachtgever Opgesteld:

Nadere informatie

CEES VAN DEN AKKER ADVIES

CEES VAN DEN AKKER ADVIES CEES VAN DEN AKKER ADVIES Vooronderzoek Conventionele Explosieven Opdrachtgever : Dienst Landelijk Gebied Project : Inrichtingswerken Natuur Winterswijk Oost Nr : PWE 526901-801H Gemeente : Winterswijk

Nadere informatie

Datum: 26 september 2014 Projectnr.: Status: definitief

Datum: 26 september 2014 Projectnr.: Status: definitief Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grensmeander De Haandrik Gem. Hardenberg Datum: 26 september 2014 Projectnr.: 2014148 Status: definitief Copyright 2014. Niets uit dit projectplan mag worden verveelvoudigd

Nadere informatie

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede Rapportage Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede Projectnummer: 1011GPR2724 In opdracht van: Ingenieursbureau Oranjewoud

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog Projectnummer: 0415GPR5104 Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2 Quickscan... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Dijkverbetering Tiel-Waardenburg Gemeenten Tiel en Neerijnen

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Dijkverbetering Tiel-Waardenburg Gemeenten Tiel en Neerijnen Vooronderzoek Conventionele Explosieven Dijkverbetering Tiel-Waardenburg Gemeenten Tiel en Neerijnen Datum: 13 januari 2017 Kenmerk: 15P108 definitief rapport versie 4 15P108 VO Dijkverbetering Tiel-Waardenburg

Nadere informatie

Briefrapportage. Saricon bv

Briefrapportage. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Maastricht, Dhr R. Bongaerts Van: Saricon, T.M. Blok Datum : 13 september 2017 Documentcode: 17S086-BR-01 Betreft: Aanvullend onderzoek Tramtracé Vlaanderen-Maastricht

Nadere informatie

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Datum : 14 november 2014 Projectnaam : Spooruitbreiding Utrecht Centraal Leische Rijn Projectnummer : GJZ-B-227105.01.01 Steller : Herman Punte

Nadere informatie

Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel

Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel Datum: 9 augustus 2013 Kenmerk: 13P016 conceptrapport Pagina 2 van 22 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 5 1.1 AANLEIDING... 5

Nadere informatie

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem 2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N 2.1. Algemene informatie CE n in de bodem Ten behoeve van de voorgenomen werkzaamheden zullen er grondroerende werkzaamheden verricht worden. Bij het roeren van de ondergrond

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost Documentcode: Aantal pagina's: 13S093-VO-02 54 blz. (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 16 september

Nadere informatie

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247 Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247 Spitsbusbaan N235-2016 713 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven

Nadere informatie

Inventarisatie Conventionele Explosieven Stroomlijn fase 3 Rijkswaterstaat

Inventarisatie Conventionele Explosieven Stroomlijn fase 3 Rijkswaterstaat Inventarisatie Conventionele Explosieven Stroomlijn fase 3 Rijkswaterstaat Datum: Kenmerk: 21 oktober 2015 15P061 definitief rapport 1 Distributielijst - Krinkels BV - Bombs Away B.V. Opdrachtgever Dhr.

Nadere informatie

AANVULLEND HISTORISCH VOORONDERZOEK VISMIGRATIERIVIER LORENTZSLUIZEN GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN Conventionele Explosieven

AANVULLEND HISTORISCH VOORONDERZOEK VISMIGRATIERIVIER LORENTZSLUIZEN GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN Conventionele Explosieven AANVULLEND HISTORISCH VOORONDERZOEK VISMIGRATIERIVIER LORENTZSLUIZEN GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN Conventionele Explosieven Copyright KWS Infra bv Opsporen Conventionele Explosieven 1 AANVULLEND HISTORISCH

Nadere informatie

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19

1 INLEIDING REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN AANVULLEND VOORONDERZOEK CONCLUSIE EN ADVIES... 19 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 INLEIDING... 3 1.1 AANLEIDING... 3 1.2 WERK- EN ONDERZOEKSGEBIED... 3 1.3 DOEL... 4 1.4 METHODIEK... 4 1.5 LEESWIJZER... 4 2 REEDS UITGEVOERDE ONDERZOEKEN... 5 2.1 ECG, BAGGEREN

Nadere informatie

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Saricon bv Safety & Risk Consultancy Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Pascalkwartier te Rotterdam documentcode: aantal pagina's: 72259-VO-01 18 incl. bijlagen Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 23 mei 2006 Herzien

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Noordwest-oksel A73 en A67 Gemeente Venlo

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Noordwest-oksel A73 en A67 Gemeente Venlo Vooronderzoek Conventionele Explosieven Noordwest-oksel A73 en A67 Gemeente Venlo Datum: 26 juni 2015 Kenmerk: 15P005 definitief rapport 15P005 AO NW-oksel A73 en A67 definitief rapport d.d. 26 juni 2015.

Nadere informatie

Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl).

Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl). Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron: www.brugwachters.nl). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost Gemeente Heusden

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost Gemeente Heusden Vooronderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost Gemeente Heusden Datum: 21 november 2014 Kenmerk: 14P067 definitief rapport 14P067 GOL Oost definitief rapport d.d.

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost Gemeente Heusden

Aanvullend onderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost Gemeente Heusden Aanvullend onderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost Gemeente Heusden Datum: Kenmerk: 21 november 2014 14P067 definitief rapport 1 Distributielijst - Movares; -

Nadere informatie

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 9-4-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00457 GEM Westeraam Gemeente Overbetuwe PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen Inleiding Naar

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12 Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12 documentcode: aantal pagina's: 10S078-VO-01 33 incl. bijlagen Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 6 december 2010 Herzien 22 oktober

Nadere informatie

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863 SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 17-04-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00489 Chantal Akkermans Frederik Stouten PLS Prinses Irenestraat te Elst Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 27 maart

Nadere informatie

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM INHOUD Historisch Vooronderzoek Noodzaak Zuurstoffabriek De Alblas De Risocokaart Voor- en nadelen Hoe te werken met de risicokaart Vervolgstappen Financiën Vragen

Nadere informatie

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Projectnummer : 71099 Locatie Opdracht Opdrachtgever : Barneveld-Noord Station : Vooronderzoek

Nadere informatie

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Datum: 23-12-2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Gemeente Overbetuwe PLS Spoorkruisingen Elst Noord Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Postbus 92 Industrieweg 24 www.saricon.nl Tel. +31 (184) 422 538 KvK-nummer: 23.063.102 3360 AB Sliedrecht 2261 HJ Sliedrecht

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Elster Buitenwaard en Palmerswaard Gemeente Rhenen

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Elster Buitenwaard en Palmerswaard Gemeente Rhenen Vooronderzoek Conventionele Explosieven Elster Buitenwaard en Palmerswaard Gemeente Rhenen Datum: Kenmerk: 18 april 2014 14P008 definitief rapport 1 Distributielijst - Armaex B.V. - Bombs Away B.V. Opdrachtgever

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Plangebied Rhenen.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Plangebied Rhenen. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Plangebied Rhenen. Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 5 1.1 ALGEMEEN... 5 1.2 AANLEIDING... 5 1.3 DOEL VAN

Nadere informatie

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv Toetsing Vooronderzoek CE Opdrachtgever: KWS lnfra bv Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: 51 40526-TVO-00 I 16 april2014 CErrt Opsporen Conventionele Explosieven Status: Definitief WSCS - OCE

Nadere informatie

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding PLS-NGE Datum: 6 juli 2015 Kenmerk: 2015-10-83-BR-01 Aan: Mw. E. Luggenhorst Projectbureau Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Van: F.G.J. Barink (BeoBOM) Betreft: Aanwezigheid NGE binnen projectgebied

Nadere informatie

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg Vooronderzoek Hilversum Monnikenberg Figuur 1: Uitsnede overzichtskaart: verdedigingslinie om Hilversum (bron: PAT, 457). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V.

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Afsluitdijk Vispassages Figuur 1: De Afsluitdijk bij Kornwerderzand en Den Oever (bron: Google.nl). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V.

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje Vooronderzoek Conventionele Explosieven Polder t Hoekje Documentcode: Aantal pagina's: 61 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 23 juli 2013 Herzien Concept 16 mei 2013 Opgesteld

Nadere informatie

BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK

BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport RIS432-13/14-021.124 d.d. 10 november 2014 Witteveen+Bos, bijlage VII behorende bij rapport RIS432-13/14-021.124 d.d. 10

Nadere informatie

Lijst van bijlagen... 2. 5 Betrouwbaarheid... 11

Lijst van bijlagen... 2. 5 Betrouwbaarheid... 11 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 3 2 Probleeminventarisatie...4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Onderzoekslocatie... 4 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 4 2.4 Historisch

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid Datum: 28 oktober 2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2016-BB-68 dhr. J. Bongers dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Europaplein Zuid Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 18 oktober j.l. naar de mogelijke aanwezigheid

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht Vooronderzoek Conventionele Explosieven Benedenveer Sliedrecht Documentcode: Aantal pagina's: 53 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 3 november 2014 Herzien Concept 13 oktober

Nadere informatie

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Datum: 4 december 2015 Projectnr.: 150108 Status: V2.0 definitief Gemeente Houten: Opdrachtgever 1 Armaex B.V.: Directeur¹

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen Projectnummer: 0214GPR4026.1 Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink Datum: 22 november 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: EU17-193 dhr. H. de Baaij dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Martinuskerk Nijmeegsestraat, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek van 7 november j.l.,

Nadere informatie

Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch. W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012

Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch. W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012 Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012 1 Inhoudsopgave: 1. INLEIDING... 4 1.1. AANLEIDING... 4 1.2. DOELSTELLING... 4 1.3. UITVOERING... 4 1.4. OVERZICHT RELEVANTE

Nadere informatie

Wij vertrouwen erop u hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan en zien uw reactie met belangstelling tegemoet.

Wij vertrouwen erop u hiermee een passende aanbieding te hebben gedaan en zien uw reactie met belangstelling tegemoet. Gemeente Loppersum T.a.v. de heer M. Postema Postbus 25 9919 ZG Loppersum Uw referte : Afspraak 27 maart 2015 Onze referte : 72138/UO-151089 Onderwerp : Offerte Historisch Vooronderzoek-Niet Gesprongen

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen Projectnummer: GPR5155 Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Soesterberg-Noord Gemeente Soest DATUM: 18 december

Nadere informatie

Pagina 2 van 53 12S107-VO-01

Pagina 2 van 53 12S107-VO-01 Foto omslag: Britse militairen bestuderen een kaart bij de Maas (bron: M. van den Berg, M. Greve- Snijders en J. Kessels (red.), Beegden bezet bevrijd: de oorlogsjaren 1940-1945 in Beegden, Beegden 2005,

Nadere informatie

Pagina 2 van 38. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad.

Pagina 2 van 38. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad. Foto voorblad: Engelse vliegtuigen boven Zaandam, 1945. Bron: Beeldbank Gemeentearchief Zaanstad. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Datum: Kenmerk: 2 juni 2016 16P077 definitief rapport 1 Distributielijst - RHDHV - Bombs Away B.V. Opdrachtgever Dhr. R. Van Bruchem RHDHV Opgesteld: Dhr. M.C. Bosma

Nadere informatie

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014 Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Conventionele Explosieven (CE n) Datum Status definitief Colofon Referentienummer RW1929-28/14-005-909 Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon

Nadere informatie

ONDERDEEL VAN ENVITA NEDERLAND B.V.

ONDERDEEL VAN ENVITA NEDERLAND B.V. Quick Scan Conventionele Explosieven Windpark Bijvanck Nabij de Ganzepoelweg te Angerlo ONDERDEEL VAN ENVITA NEDERLAND B.V. WWW.ORTAGEO.NL Envita Almelo B.V. Envita Nijmegen B.V. Envita West B.V. Einsteinstraat

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Datum: 28 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-78-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 14 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) KENMERK: QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN BETREFT: N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROJECT: PROVINCIE UTRECHT OPDRACHTGEVER:

2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) KENMERK: QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN BETREFT: N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROJECT: PROVINCIE UTRECHT OPDRACHTGEVER: KENMERK: BETREFT: PROJECT: OPDRACHTGEVER: 2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROVINCIE UTRECHT Documentcode: 2016-BB-12 Aantal pagina s: 21 Datum:

Nadere informatie

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Saricon bv Safety & Risk Consultancy Vooronderzoek Conventionele Explosieven Everdenberg gemeente Oosterhout documentcode: aantal pagina's: 72469-VO-01 29 pagina s (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 28 mei 2009

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Waternet Amsteldijk

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Waternet Amsteldijk Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Waternet Amsteldijk RO-160206 versie 1.0 27 september 2016 Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Waternet Amsteldijk Opdrachtgever :

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp

Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp Projectnummer: 1214GPR4876 Onderzoekslocatie: Ackerdijksche polder te Pijnacker-Nootdorp Rapportage Projectnummer: 1214GPR4876 Datum: 15-05-2015 Betreft: Historisch vooronderzoek naar de aanwezigheid van

Nadere informatie

Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6

Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6 Projectnummer: GPR7091 Onderzoeksgebied: Gasunie project Rijnlandroute knooppunten 5 en 6 Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Opzet van het onderzoek... 4

Nadere informatie

Notitie. Een update van het vooronderzoek was daarom niet nodig. Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112. Betreft NGE-onderzoek

Notitie. Een update van het vooronderzoek was daarom niet nodig. Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112. Betreft NGE-onderzoek Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0163023 16 juni 2015 315112 Betreft NGE-onderzoek Onderhavige rapportage omvat het in 2012 uitgevoerde vooronderzoek over niet gesprongen explosieven. Het vooronderzoek

Nadere informatie

Rapport van Vooronderzoek

Rapport van Vooronderzoek Koninklijke Landmacht Aan Ter attentie van Locatie Werkorder EOD Datum Behandeld door Dienst Vastgoed Defensie Directie West Dhr. ing. G.J. Oosterhuis Maritiem Vliegkamp de Kooy 20091534 18 februari 2010

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen

Onderzoekslocatie: Project Magnitude FII in de provincie Groningen Projectnummer: GPR6045 Onderzoekslocatie: Project 411437 Magnitude FII in de provincie Groningen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (A59) West

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (A59) West Vooronderzoek Conventionele Explosieven Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (A59) West Datum: Kenmerk: 27 november 2014 13P040 definitief rapport 1 Distributielijst - Movares Nederland B.V. - Bombs

Nadere informatie

Pagina 2 van 32 12S041-VO-01

Pagina 2 van 32 12S041-VO-01 Foto omslag: De Afdeling Delft in stelling met een Oerlikon-vuurmond 2 tl. nr. 1. In het onderzoeksgebied stonden drie stukken opgesteld (bron: C.A. de Bruijn en A.C. Verschoor, Gedenkboek voor de vrijwillige

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek

Historisch Vooronderzoek Historisch Vooronderzoek Zuidbaan A1 km 38,88 t/m 44,5 Opsporen Niet Gesprongen Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg 4a, 5133 NE Riel, Nederland Postbus 21, 5133 ZG Riel,

Nadere informatie

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Haarlem NGE-Risicokaart

Historisch Vooronderzoek. Niet Gesprongen Explosieven. Haarlem NGE-Risicokaart Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Haarlem NGE-Risicokaart RO-160069 versie 1.0 19 juli 2016 Historisch Vooronderzoek Niet Gesprongen Explosieven Haarlem NGE-Risicokaart Opdrachtgever

Nadere informatie

CORIO GLANA HIGH LIGHT 20 VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN UIT DE TWEEDE WERELDOORLOG RN DEFINITIEVE VERSIE 1.

CORIO GLANA HIGH LIGHT 20 VOORONDERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN UIT DE TWEEDE WERELDOORLOG RN DEFINITIEVE VERSIE 1. RN-18010-1.0 10-07-2018 EFINITIEVE VERSIE 1.0 VOORONERZOEK CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN UIT E TWEEE WERELOORLOG CORIO GLANA IG LIGT 20 OPGEMAAKT OOR EXPLOA ANELSREGISTER CULEMBORG 54955890 BTW NL851505971B01

Nadere informatie

Pagina 2 van 35 12S053-VO-01

Pagina 2 van 35 12S053-VO-01 Foto omslag: 28 augustus 1941. Het s.s. Westerdam van de Holland-Amerika Lijn, op stroom liggend bij de N.V. Dok- en Werfmaatschappij Wilton-Fijenoord in Schiedam, kreeg bij een geallieerd bombardement

Nadere informatie

1 INLEIDING...4 1.1 ALGEMEEN...4 1.2 PROBLEEMSTELLING...4 1.3 DOELSTELLING...4 1.4 ONDERZOEKSGEBIED...5 1.5 METHODIEK...6 1.6 VERANTWOORDING...

1 INLEIDING...4 1.1 ALGEMEEN...4 1.2 PROBLEEMSTELLING...4 1.3 DOELSTELLING...4 1.4 ONDERZOEKSGEBIED...5 1.5 METHODIEK...6 1.6 VERANTWOORDING... Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink Datum: 21 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-76-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Karbrugsevoetpad 4, Huissen Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 10 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietsbrug Nigtevecht Documentcode: Aantal pagina's: 40 (incl. bijlagen) Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief Herzien Concept 6 oktober 2014 Opgesteld

Nadere informatie

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Saricon bv Safety & Risk Consultancy Adviesrapport Conventionele Explosieven Openbaar Vervoer Terminal (OVT) Utrecht documentcode: 72547-05-AR-02 aantal pagina's: 58 Documenthistorie: Omschrijving Datum Definitief 8 februari 2010 Herzien

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000*

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus 15 6680 AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000* Uw email van 19 november 2014 Behandeld door J. van der Heijden Uw kenmerk -- Doorkiesnummer (026)

Nadere informatie

BeoBOM, Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Noord-Holland (kenmerk VO-01, definitief d.d. 18 november 2015), p. 5.

BeoBOM, Vooronderzoek Conventionele Explosieven N247 Noord-Holland (kenmerk VO-01, definitief d.d. 18 november 2015), p. 5. ANTEA GROUP t.a.v. de heer ing. R. van Trigt Postbus 8590 3009 AN Rotterdam Kenmerk: 2017-BB-69-BR-01 Rotterdam, 19 oktober 2017 Betreft: addendum op vooronderzoek 2015-70-VO-01 Geachte heer Van Trigt,

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied Dijkversterking Vianen. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: Dijkversterking Vianen Waterschap Rivierenland

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied: Knooppunt Joure. Juli 2011

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied: Knooppunt Joure. Juli 2011 Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied: Knooppunt Joure Juli 2011 Copyright 2011. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd en/of

Nadere informatie

Projectnummer: 0714GPR Onderzoekslocatie: Traject Itteren-Meerssen te Maastricht Leiding nr. Z KR 001 t/m 004

Projectnummer: 0714GPR Onderzoekslocatie: Traject Itteren-Meerssen te Maastricht Leiding nr. Z KR 001 t/m 004 Projectnummer: 0714GPR4550.1 Onderzoekslocatie: Traject Itteren-Meerssen te Maastricht Leiding nr. Z 530 17 KR 001 t/m 004 Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond...

Nadere informatie

Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen

Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Project Zutphen

Onderzoekslocatie: Project Zutphen Projectnummer: GPR5831 Onderzoekslocatie: Project Zutphen Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 3 1 Het onderzoek... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectdoel... 4 1.3 Praktijkgericht gebruiken rapportage...

Nadere informatie

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Saricon bv Safety & Risk Consultancy Vooronderzoek Conventionele Explosieven Amsterdam Rijnkanaal documentcode: aantal pagina's: 72389-VO-04 69 pagina s inclusief bijlagen Documenthistorie: Omschrijving Datum Herzien 2 september 2008 Definitief

Nadere informatie

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk. ONDERZOEKSGEBIED: OPDRACHTGEVER: BB0016 Kwadijkerbrug te Kwadijk Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Bijlagen bij toelichting:

Bijlagen bij toelichting: Bijlagen bij toelichting: 1. Beschikking Provincie Zuid-Holland aangaande saneringsplan, d.d. 05 maart 2014; 2. Betrokken bodemonderzoeken; 3. Vooronderzoek Conventionele Explosieven Haven Fase II te Katwijk

Nadere informatie

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 FAQ Bommenkaart Aan Van Henriette van Hoek, 020-2544154 Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 Hoe kan ik de bommenkaart raadplegen? De bommenkaart is digitaal ontsloten via het dataportaal van gemeente

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Inhoudsopgave. T&A Survey BV 0409-GPR1722.2-1 -

Inhoudsopgave. T&A Survey BV 0409-GPR1722.2-1 - Inhoudsopgave 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 3 2 Probleeminventarisatie... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Onderzoekslocatie en voorgenomen werkzaamheden... 4 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 4 2.4 Historisch

Nadere informatie