STUDENTENSTATUUT 29 MAART 2019

Transcriptie

1 STUDENTENSTATUUT 29 MAART 2019

2 Inhoudsopgave Inleiding....3 Artikel 1 Toelichting op begrippen...4 Artikel 2 Het studentenstatuut in het algemeen...9 Artikel 3 Omgangsnormen...9 Artikel 4 Algemene rechten van studenten Artikel 5 Aan- en afwezigheid Artikel 6 Leefbaarheid en vertrouwenspersoon Artikel 7 Persoonlijke gegevens en bescherming ervan Artikel 8 Het gebruik van de onderwijsvoorzieningen Artikel 9 Schade Artikel 10 Toelating, toelatingsrecht en toelatingseisen Artikel 11 Niet doorgaan van de opleiding bij te weinig studenten Artikel 12 Inschrijving en onderwijsovereenkomst Artikel 13 Opleidingskosten Artikel 14 Onderwijsovereenkomst en Praktijkovereenkomst Artikel 15 OER en examenreglement Artikel 16 Informatie over studievorderingen, -advies, -begeleiding, beroepskeuzevoorlichting en bindend studieadvies (BSA) Artikel 17 Klachten Artikel 18 Disciplinaire maatregelen Artikel 19 Opleidingsregels Artikel 20 Inspraak en medezeggenschap Artikel 21 Slotbepaling Artikel 22 Vaststellen en wijzigen van dit statuut Datum: 27 maart e actualisatie 7 oktober e actualisatie 30 september e actualisatie 29 maart 2019 Studentenstatuut pagina 2 van 19

3 Inleiding Dit studentenstatuut is een uitwerking van de onderwijsovereenkomst die de student en het ROC Kop van Noord-Holland aangaan bij inschrijving voor een opleiding. In artikel 9 van de onderwijsovereenkomst wordt verwezen naar dit studentenstatuut (voorheen deelnemersstatuut). Door ondertekening van de onderwijsovereenkomst beloven zowel de student als het ROC Kop van Noord-Holland zich aan de voorwaarden in de onderwijsovereenkomst en het studentenstatuut te houden. De wettelijke basis voor dit studentenstatuut is artikel van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Sommige onderwerpen worden verder uitgewerkt in andere documenten die tijdens de opleiding worden aangeboden zoals in de praktijkovereenkomst voor de beroepspraktijkvorming, de onderwijs- en examenregeling (OER), het examenreglement en documenten die opleidingsspecifiek zijn. Daar waar mogelijk wordt in dit statuut naar die documenten verwezen. Alle documenten samen hebben als doel duidelijkheid te geven aan alle studenten die een opleiding volgen bij het ROC Kop van Noord-Holland. Dit studentenstatuut is vastgesteld door het college van bestuur na instemming van de studentenraad. Overal waar in dit studentenstatuut hij staat, kan ook zij gelezen worden. Studentenstatuut pagina 3 van 19

4 Artikel 1 Toelichting op begrippen In deze lijst staan begrippen uitgelegd die in dit statuut voorkomen. Algemene Informatiegids Afdeling Afdelingsraad Arbeidsovereenkomst BBL BOL Beroep aantekenen Beroepspraktijkvorming (BPV) Bevoegd Bevoegd gezag Bindend studieadvies (bsa) BVE-sector Coach College van bestuur Commissie van Beroep voor de Examens In deze gids staat de algemene informatie vermeld die voor alle studenten van het ROC gelijk is. Deze gids is onderdeel van de Onderwijs- en examenregeling. De gids is te vinden in de elektronische leeromgeving en op de website. Een organisatorische eenheid binnen het ROC Kop van Noord-Holland, bestaande uit meerdere opleidingen. Vertegenwoordiging van studenten per afdeling in het kader van medezeggenschap/inspraak. Overeenkomst tussen één of meer werkgevers en werknemers. Bbl-studenten hebben een arbeidsovereenkomst. Beroepsbegeleidende leerweg (werken en leren). Beroepsopleidende leerweg (leren en stage). In beroep gaan bij de Commissie van Beroep. Een student kan bij de commissie bezwaar maken tegen een uitspraak van de examencommissie naar aanleiding van een klacht of tegen een negatief bindend studieadvies. Andere naam voor stage of het praktijkdeel van de beroepsopleiding. Een medewerker van de instelling heeft de taak en het recht bepaalde dingen te doen. Het college van bestuur van het ROC Kop van Noord-Holland. Een advies over de voortzetting van de studie. Als dit advies inhoudt dat de student met de opleiding moet stoppen of als er bepaalde voorwaarden worden gesteld voor het vervolg van de studie, moet de student het advies opvolgen. Sector van beroepsonderwijs en volwasseneneducatie: het geheel van instellingen voor mbo en volwasseneneducatie. Personeelslid, aangewezen om een student of een groep studenten gedurende het schooljaar te begeleiden. Het college van bestuur is verantwoordelijk voor het beleid en de middelen van het ROC. Het college van bestuur is het bevoegd gezag en legt verantwoording af aan de raad van toezicht. Commissie die zich bezighoudt met bezwaarschriften over een beslissing van de centrale examencommissie en over een negatief bindend studieadvies. Studentenstatuut pagina 4 van 19

5 Competentie Delegeren Dossier Faciliteiten Instelling Intakegesprek JOB KBB/Kenniscentrum Klacht Kwalificatieplicht Landelijke klachtencommissie Leerbedrijf Een bepaalde combinatie van kennis, vaardigheden en houding die past bij de eisen die aan een functie gesteld worden. Het overdragen van wettelijke of statutair toegekende taken en bevoegdheden aan iemand anders binnen de instelling. Verzameling gegevens over iets of iemand. Materiaal, ruimte, personen, activiteiten, tijd en geld die het geven of volgen van onderwijs mogelijk maken. Het ROC Kop van Noord-Holland is een onderwijsinstelling die op basis van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is erkend. De instelling verzorgt onderwijs en geeft studenten de gelegenheid een officieel erkend diploma te behalen. Gesprek tussen de instelling en de kandidaat die een opleiding bij de instelling wil gaan volgen. Het intakegesprek is bedoeld om te bespreken of de opleidingskeuze past bij de student en of deze voldoet aan de toelatingsvoorwaarden. Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs. JOB behartigt de belangen van alle mbo-studenten en ondersteunt de studentenraden. De Kenniscentra Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven is een vereniging van leerbedrijven in een bepaalde sector. Een kenniscentrum moet er onder meer voor zorgen dat een leerbedrijf erkend is. Dat wil zeggen dat een bedrijf of instelling toestemming krijgt om een leerbedrijf te zijn. Als een student ontevreden is over algemene zaken op school, over een examen of over sociale veiligheid, volgt hij de stappen uit de klachtenregeling. Deze is te vinden op de website en in de elektronische leeromgeving. In de Algemene Informatiegids staat een verwijzing naar de klachtenregeling. De plicht van iedereen om op de leeftijd van 23 jaar minimaal een havo- of mbo niveau 2-diploma behaald te hebben. Als een student van mening is dat het ROC Kop van Noord-Holland zijn klacht niet naar tevredenheid heeft behandeld, kan hij de klacht voorleggen aan de Landelijke Klachtencommissie van de Stichting Onderwijsgeschillen. Dit geldt niet voor klachten over examens, daarvoor is de Commissie van Beroep. Het bedrijf of de instelling waar de student stageloopt of een bbl-werkplek heeft. Een leerbedrijf moet door Studentenstatuut pagina 5 van 19

6 Leerplichtig Lesgeld Locatieverantwoordelijke Management Mandaat Medezeggenschap Minderjarige student Numerus fixus Onderwijsactiviteiten Onderwijsovereenkomst, OOK Onderwijs- en Examenregeling, OER Ongewenst gedrag het kenniscentrum erkend zijn als leerbedrijf om het praktijkdeel van een opleiding te mogen verzorgen. De leeftijd tot waarop iemand volgens de wet nog naar school moet. De leerplicht eindigt als de persoon 16 jaar is EN een startkwalificatie heeft. Zonder startkwalificatie geldt de verlengde leerplicht ofwel kwalificatieplicht. Verplichte afdracht van de student ouder dan 18 jaar aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van de rijksoverheid. Opleidingsmanager die verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken op een onderwijslocatie. Hij/zij is binnen de locatie het aanspreekpunt voor leefregels, faciliteiten e.d. Dagelijkse leiding van de instelling (onderwijsdirectie, opleidingsmanager en coördinatoren). De bevoegdheid gegeven door het college van bestuur aan een functionaris of functionarissen binnen de organisatie om namens het college van bestuur bepaalde taken en bevoegdheden uit te oefenen. De medezeggenschap van studenten is geregeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Studenten kunnen zich verkiesbaar stellen voor de studentenraad. De studentenraad heeft een aantal rechten om mee te praten en mee te beslissen over de gang van zaken in het onderwijs. Naast de studentenraad kent iedere afdeling een afdelingsraad en opleidingsraden per branche. Student jonger dan 18 jaar. Indien een opleiding een beperkt aantal plaatsen beschikbaar heeft, kan de opleiding studenten weigeren. Welke opleidingen een numerus fixus kennen, wordt op 1 februari op de website gepubliceerd. Alles wat de student doet voor zijn opleiding onder verantwoordelijkheid van een medewerker van de instelling. Een onderwijsactiviteit hoeft dus niet persé binnen de instelling plaats te vinden. Officiële afspraken tussen de student en de instelling over de opleiding die de student gaat volgen. Regeling waarin de inhoud van de opleiding en examinering globaal is beschreven. Elke handeling, gedraging of uiting (fysiek, psychisch, verbaal) die een ander kwetst of waarvan redelijkerwijs vermoed kan worden dat die iemand kwetst. Onder Studentenstatuut pagina 6 van 19

7 ongewenst gedrag vallen: agressie, geweld, discriminatie, racisme, (seksuele) intimidatie, pesten, schelden, bedreigen, vernielen, diefstal, wapenbezit, drugs- en alcoholgebruik. Opleiding Onderwijs waarvoor een student een diploma of een deel van een diploma (een certificaat of bewijsstuk) kan behalen. Opleidingskosten Alle kosten van de opleiding die voor rekening komen van de student: - verplichte kosten: wettelijk vastgesteld les- of cursusgeld en kosten voor boeken en materialen; - vrijwillige bijdrage voor activiteiten die wenselijk zijn voor de opleiding. Opleidingsmanager Manager die verantwoordelijk is voor de afdeling waar de student les krijgt. Opleidingsraad Vertegenwoordiging van studenten per opleiding/ branche in het kader van medezeggenschap/inspraak. Organisatorische eenheid Onderdelen van de instelling: afdeling of opleiding. Ouders De ouders, voogden, verzorgers of wettelijke vertegenwoordigers van de student. Overheid Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Overmacht Tekortschieten in een situatie waaraan de persoon niets kan doen, omdat de oorzaak buiten hemzelf ligt. Personeel Personen die in de instelling werkzaam zijn in een onderwijzende of onderwijsondersteunende functie op basis van een arbeidsovereenkomst of personen die op een andere basis in opdracht van en onder verantwoordelijkheid van de instelling werkzaamheden verrichten. Praktijkovereenkomst, POK Contract over het praktijkdeel van de beroepsopleiding, tussen de student, de instelling, het Kenniscentrum en het leerbedrijf. Privacybeleid Beleid dat als doel heeft de privacy van studenten, medewerkers en andere betrokkenen te garanderen. Het beschrijft hoe de instelling met persoonlijke gegevens omgaat. Proeve van bekwaamheid Een examen waarbij studenten in een zo realistisch mogelijke context werken aan authentieke beroepstaken. Tijdens dit examen laat de student zien dat hij de competenties beheerst die bij de beroepsopleiding horen. RMC Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Informatiepunt waar langdurig ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten moet worden gemeld door de instelling. ROC Kop van Noord-Holland Stichting Regionaal Opleidingscentrum Kop van Noord-Holland, de rechtsvorm waaronder de scholen Studentenstatuut pagina 7 van 19

8 Schorsing Startkwalificatie Student Studentenraad Studentenstatuut Verlof Vertrouwenspersoon Verwijdering Verzuimen Voorlopige student Vrijstelling Vrijwillige bijdrage van het ROC Kop van Noord-Holland zijn ondergebracht. Een sanctie in het kader van de procedure waarschuwen, schorsen, verwijderen die de toegang tot de lessen (tijdelijk) ontzegt. De sanctie kan worden opgelegd aan een student die onacceptabel gedrag vertoont. Het minimale onderwijsniveau dat in de ogen van de Nederlandse overheid nodig is om serieus kans te maken op duurzaam geschoold werk in Nederland. Jongeren tot 23 jaar, zonder een afgeronde opleiding die geldt als startkwalificatie, worden als voortijdig schoolverlater gekenmerkt. Als startkwalificatie gelden havo- of vwo-diploma en een mbo-diploma vanaf niveau 2. Persoon die staat ingeschreven op grond van een onderwijsovereenkomst bij de instelling. Medezeggenschapsorgaan: De instelling kent een studentenraad die betrokken is bij onderwerpen die voor de gehele instelling van belang zijn. De studentenraad heeft regelmatig overleg met het college van bestuur. Naast de studentenraad zijn er afdelingsraden en opleidingsraden waarin studenten zitting hebben die meepraten over onderwerpen die de afdeling of opleiding betreffen. Vanuit deze raden vindt vertegenwoordiging in de studentenraad plaats. Een document waarin de rechten en plichten van studenten zijn vastgelegd. Toestemming, verleend door de bevoegde medewerker, om aan bepaalde onderwijsactiviteiten niet te hoeven deelnemen. De functionaris tot wie de student die wordt geconfronteerd met ongewenst gedrag zich kan wenden voor advies en ondersteuning. Strengste sanctie in de procedure waarschuwen, schorsen, verwijderen. Bij ernstig wangedrag kan het college van bestuur besluiten een student van de opleiding te verwijderen. Zonder geldige reden niet deelnemen aan onderwijsactiviteiten. Een student die zich heeft ingeschreven voor een opleiding en nog niet definitief is toegelaten. Ontheffing om aan onderwijsactiviteiten en/of examens deel te nemen. De bijdrage die van de studenten wordt gevraagd voor extra activiteiten en materialen die wenselijk zijn voor Studentenstatuut pagina 8 van 19

9 (Officiële) waarschuwing WEB Wet het volgen van de opleiding. Het gaat hier niet om de lesgelden en cursusgelden die wettelijk verplicht zijn. De student kan per activiteit of materiaal aangeven of hij er gebruik van wil maken. De eerste sanctie in het kader van de procedure waarschuwen, schorsen, verwijderen als melding is gemaakt van onacceptabel gedrag door een student. De Wet Educatie en Beroepsonderwijs, de belangrijkste wet die voor de instellingen in de bve-sector geldt. De WEB, tenzij een andere wet wordt genoemd. Artikel 2 Het studentenstatuut in het algemeen 1. In dit studentenstatuut staan de rechten en plichten van de studenten van het mbo van het ROC Kop van Noord-Holland. Dit studentenstatuut bevat tegelijk de algemene voorwaarden bij de onderwijsovereenkomst tussen de student en de instelling en bij de praktijkovereenkomst tussen de student, de instelling, het kenniscentrum en het leerbedrijf. 2. Het studentenstatuut geldt in en buiten de locaties en terreinen, zowel in als buiten onderwijstijd, voor zover dat verband houdt met de onderwijsactiviteiten. Het geldt ook voor de beroepspraktijkvorming. 3. Een student kan minderjarig zijn. Soms gaat het om zaken waarvoor een student meerderjarig zou moeten zijn om een handtekening te zetten. Dan bedoelt dit statuut steeds waar student staat ook: of zijn wettelijke vertegenwoordiger. Artikel 3 Omgangsnormen 1. Studenten en medewerkers zijn samen verantwoordelijk voor een goed leerklimaat binnen de instelling. Uitgangspunt is dat studenten en medewerkers op voet van gelijkwaardigheid, vertrouwen en respect met elkaar omgaan. Ook gaan ze met respect om met alles in, van en om de locatie, met de goederen van elkaar en van anderen. 2. Discriminatie, beledigingen, agressie, vernielingen of ander ongewenst gedrag zijn niet toegestaan. 3. In de instelling mag iedereen vrij zijn mening geven en respecteert iedereen de mening van anderen, rekening houdend met het vorige artikel. 4. De studenten en medewerkers houden zich aan de regels van de instelling. Iedereen mag elkaar ook aan de naleving houden en elkaar daarop aanspreken. 5. Het management van de instelling is ervoor verantwoordelijk dat het aanspreken van medewerkers door studenten niet leidt tot benadeling van die studenten. 6. Het management bevordert dat alles in de instelling wat van belang is voor de opleiding van de studenten, goed verloopt. Het management staat open voor opmerkingen en klachten van studenten en spant zich in hier zo adequaat mogelijk op te reageren. Als studenten een formele klacht willen indienen, staat hen een klachtenregeling ter beschikking. Deze is te vinden in de elektronische leeromgeving en op de website. Studentenstatuut pagina 9 van 19

10 Artikel 4 Algemene rechten van studenten 1. Studenten hebben recht op een begrijpelijke uitleg van of toelichting op dit studentenstatuut en andere documenten die met het statuut te maken hebben. Dat zijn in elk geval de onderwijs- en examenregeling (OER) inclusief de Algemene Informatiegids, de onderwijsovereenkomst, de praktijkovereenkomst en het examenreglement. 2. Exemplaren van dit studentenstatuut, de in artikel 4.1 genoemde documenten en andere algemene documenten zijn te vinden op de website van de instelling: en in de elektronische leeromgeving. 3. Voorlopige studenten (bij minderjarigheid de ouders) hebben, vóórdat ze zich definitief inschrijven, recht op volledige en voor hen begrijpelijke informatie over: a. de doelstellingen van het ROC Kop van Noord-Holland; b. de werkwijze van het ROC Kop van Noord-Holland; c. de inhoud van de opleiding; d. de inhoud en manier van examinering; e. de inhoud en reikwijdte van het wettelijk bindend studieadvies; f. de kansen op een baan en de mogelijkheden met het behaalde diploma; g. de vooropleiding die nodig is voor toelating; h. de mogelijke vervolgopleidingen na het behalen van het diploma; i. de inhoud en betekenis van de wettelijke documenten, zoals het studentenstatuut, de onderwijs- en praktijkovereenkomst en de OER; j. de gevolgen als de student tussentijds van opleiding wil veranderen; k. of en waarom een opleiding misschien niet kan doorgaan en wanneer dat uiterlijk bekend wordt gemaakt; l. de plaats waar een opleiding wordt uitgevoerd en in hoeverre een uitvoeringsplaats kan vervallen als er te weinig inschrijvingen zijn; m. de gang van zaken in geval studenten voor een numerus fixus opleiding hebben ingeschreven; n. de opleidingskosten. Het management zorgt ervoor dat de student weet waar en bij wie hij deze informatie kan krijgen en dat studenten een mondelinge toelichting kunnen krijgen. 4. Studenten hebben er recht op dat de instelling zorgt voor voldoende voorzieningen die nodig zijn om de opleiding goed te kunnen volgen. Dat zijn onder andere goede studievoorlichting, studiebegeleiding en -advies, een werkbaar rooster en de juiste faciliteiten. 5. Studenten hebben het recht voorstellen te doen of een klacht te uiten bij de medewerkers, het management of het bevoegd gezag over alle schoolzaken die hen aangaan. De instelling heeft hiervoor informele en formele inspraakmogelijkheden en een informele en formele klachtenregeling. Artikelen 17 (klachten) en 20 (inspraak en medezeggenschap) werken de formele regelingen uit. 6. Studenten en medewerkers hebben recht op een veilige leeromgeving. Het gaat om bescherming tegen bedreiging van die veiligheid van zowel buiten als binnen de instelling. Het ROC Kop van Noord-Holland heeft samen met regionale partners zoals andere scholen, de politie en de gemeente een convenant veilige school ondertekend. Doel van dit convenant is een sluitend stelsel van afspraken ten behoeve van het voorkomen en bestrijden van overlast, vandalisme en ander crimineel gedrag en het creëren van een (sociaal) veilig klimaat op en rond de scholen. Het convenant is te vinden op de website. Studentenstatuut pagina 10 van 19

11 7. Het ROC heeft een vertrouwenspersoon sociale veiligheid. Zij is er voor hulp, ondersteuning en advies voor studenten die zich onveilig voelen door ongewenst, grensoverschrijdend gedrag van anderen. De vertrouwenspersoon kan studenten die overwegen een klacht in te dienen, hierbij helpen. 8. Het ROC is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie van de Stichting Onderwijsgeschillen. Als een student na doorlopen van de interne klachtenregeling niet tevreden is met de uitkomst, kan hij de klacht bij de Landelijke Klachtencommissie voorleggen. Dit geldt niet voor klachten over examinering, daarvoor wendt hij zich tot de Commissie van Beroep voor de Examens. 9. Studenten hebben er recht op te weten welke gegevens over hen in een dossier komen te staan en waarom dat zo is. Ook hebben ze er recht op dat de gegevens vertrouwelijk blijven. Artikel 7 (persoonlijke gegevens en bescherming ervan) werkt dit verder uit. 10. Studenten hebben recht op regelmatige bespreking van hun studieresultaten en op een gemotiveerd advies daarover. Alle studenten krijgen uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van hun opleiding een bindend studieadvies. Artikel 16 (Informatie over studievorderingen, -advies, - begeleiding, beroepskeuzevoorlichting en bindend studieadvies) werkt dit verder uit. 11. Studenten hebben het recht hun mening te geven over de kwaliteit van het onderwijs dat ze volgen. Op het ROC Kop van Noord-Holland gebeurt dat met de studentenenquête, de JOB-monitor en de studentenlunch. Ook zijn studenten een gesprekspartner in kwaliteitsonderzoeken. 12. Studenten hebben in gelijke situaties recht op gelijke behandeling. Artikel 5 Aan- en afwezigheid 1. Studenten zijn verplicht de onderwijsactiviteiten volgens hun rooster te volgen. Het ROC hanteert het principe van 100% aanwezigheid. 2. Toekenning van verlof om (een deel van de) onderwijsactiviteiten niet te volgen, kan alleen in bijzondere omstandigheden. Hiervoor moet de student vooraf schriftelijk toestemming vragen aan de opleidingsmanager. Deze kan alleen met inachtneming van de wettelijke voorschriften verlof verlenen. 3. De student heeft kennisgenomen van de wijze van registratie van presentie. De student werkt mee aan de presentieregistratie. 4. Als een student ziek is, meldt hij dit s morgens voor aanvang van zijn eerste onderwijsactiviteit via het studentenportaal van EduArte. Als de student op school ziek wordt, licht hij de docent in en meldt zich vervolgens via het studentenportaal ziek. Meer informatie over ziekmelding en afwezigheid wegens andere omstandigheden is te vinden in de Algemene Informatiegids. 5. Als de student vaak of lang ziek is kan de instelling vragen om bewijsvoering waaruit blijkt dat de student niet in staat is het onderwijs en/of de stage te volgen. 6. Als de student zonder toestemming of geldige reden afwezig is, kan de bevoegde medewerker een passende maatregel opleggen. 7. Als de student studiefinanciering krijgt volgens de Wet op de Studiefinanciering moet de instelling doorgeven aan het landelijke verzuimloket als de student minstens vijf weken achter elkaar zonder toestemming heeft verzuimd. Dat kan gevolgen hebben voor de studiefinanciering van de student. 8. Als de student onder de Leerplichtwet valt en zonder geldige reden minimaal 16 uur verzuimd in een periode van vier weken, meldt de instelling dit onverwijld aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (digitaal verzuimloket). Studentenstatuut pagina 11 van 19

12 9. Als de student tot 23 jaar en zonder een startkwalificatie een maand zonder geldige reden geen onderwijs volgt, dan meldt de instelling dit bij het landelijk verzuimloket. 10. De instelling heeft zorgoverleg per afdeling georganiseerd waar overleg wordt gevoerd over studenten die veel verzuimen en/of die dreigen uit te vallen. Vanuit dit overleg kan contact met RMC/leerplicht volgen voor individuele studenten. Daarnaast voert het ROC vijf keer per jaar overleg met RMC/leerplicht over gevolgde werkwijzen en aanpak van verzuim. Artikel 6 Leefbaarheid en vertrouwenspersoon 1. Afspraken rondom leefbaarheid zijn vastgesteld en vermeld in de Algemene Informatiegids. 2. Als een student zich gekwetst voelt door een ongewenste benadering of intimiteit door een andere student of een medewerker, heeft hij het recht om zich te wenden tot de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon zal de klacht vertrouwelijk behandelen. De student kan een afspraak maken via een intern begeleider van het Loopbaancentrum. Dit kan telefonisch of via de website. Artikel 7 Persoonlijke gegevens en bescherming ervan 1. De instelling legt persoonlijke gegevens van een student vast in een dossier. De wet verplicht de instelling bepaalde gegevens vast te leggen. Daarnaast stelt de het Bevoegd Gezag op basis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) vast welke persoonlijke gegevens in het algemeen in het dossier worden vastgelegd, en wie, behalve de student zelf, het recht hebben die gegevens te bekijken en te gebruiken. De student legt zelf ook gegevens vast in zijn portfolio. Van dit dossier is de student zelf de eigenaar. 2. De student kan aan het management schriftelijk voorstellen om gegevens in het dossier te corrigeren. Als het management dat niet wil, moet het management daar gemotiveerde redenen voor geven. 3. Het ROC Kop van Noord-Holland verstrekt de gegevens uit het dossier alleen met toestemming van de student en het bevoegd gezag aan anderen. Indien er een zodanige situatie is ontstaan dat de instelling het noodzakelijk acht, kunnen de gegevens ook zonder toestemming van de student worden verstrekt. De bepalingen in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn hierbij leidend. 4. Het ROC heeft zijn beleid inzake informatiebeveiliging en privacy vastgelegd in het document Informatiebeveiliging en privacybeleid. Doel van dit beleid is het waarborgen van de continuïteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering en het garanderen van de privacy van studenten, medewerkers en andere betrokkenen. Het document is te vinden op de website. Artikel 8 Het gebruik van de onderwijsvoorzieningen 1. De student dient met zorg om te gaan met de onderwijsvoorzieningen. 2. Medewerkers en studenten van de instelling mogen op de locaties en terreinen niet roken, behalve in de speciaal daarvoor aangewezen rookplaatsen. 3. Medewerkers en studenten mogen op de locaties en op de bij de instelling horende terreinen geen wapens, alcoholhoudende drank of verdovende middelen bij zich hebben of gebruiken. Het is ook Studentenstatuut pagina 12 van 19

13 niet toegestaan binnen de instelling onder invloed van alcoholhoudende drank of drugs te zijn. Het management kan het gebruik van alcoholhoudende dranken alleen toestaan bij bijzondere gelegenheden. 4. Het management heeft verdere huisregels over het gebruik van ruimten en voorzieningen binnen de instelling vastgesteld. Deze regels staan vermeld in de Algemene Informatiegids. Artikel 9 Schade 1. Een student die opzettelijk schade veroorzaakt in de instelling wordt daarvoor aansprakelijk gesteld, de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing. Het kan gaan om schade aan een andere persoon of de goederen van die persoon, om schade aan het schoolgebouw of aan goederen van de instelling. 2. Als een student opzettelijk schade veroorzaakt, kan het management maatregelen treffen, o.a. zoals bedoeld in artikel 18 van dit studentenstatuut. 3. Het bevoegd gezag vergoedt schade aan goederen of de persoon van de student als een medewerker die schade heeft veroorzaakt in de instelling in onderwijstijd. Het bevoegd gezag vergoedt ook die schade die voortkomt uit gebreken aan de instelling of eigendommen van de instelling. Indien de student schade lijdt doordat een medewerker van de onderwijsinstelling nalatig is geweest of onzorgvuldig heeft gehandeld, kan de student de onderwijsinstelling aansprakelijk stellen. 4. Het bevoegd gezag vergoedt geen schade door diefstal of verlies van bezittingen van studenten. 5. De ouders van een minderjarige student die schade heeft veroorzaakt, zullen hiervan op de hoogte gesteld worden. Het bevoegd gezag zal de ouders aansprakelijk stellen. 6. Schade opgelopen tijdens de beroepspraktijkvorming is geregeld en vastgelegd in de praktijkovereenkomst. Artikel 10 Toelating, toelatingsrecht en toelatingseisen 1. Het ROC Kop van Noord-Holland is toegankelijk voor alle studenten die aan de toelatingseisen voldoen en de afspraken in de onderwijsovereenkomst onderschrijven. Bij de toelatingsregels en de vooropleidingseisen voor opleidingen in de instelling houdt het bevoegd gezag zich aan de wet. Deze regels en eisen per opleiding staan in de voorlichtingsbrochures en op de website van de instelling. Het management kan bepalen dat een student toch de opleiding kan volgen, ook als hij niet precies de goede vooropleiding heeft. Daarvoor is wel een toelatingsonderzoek nodig. Voor het niet toelaten van een student stelt het bevoegd gezag het algemeen beleid vast. 2. Een toekomstig student die zich voor 1 april voorafgaande aan het eerste studiejaar aanmeldt, heeft recht op toelating als hij aan de wettelijke vooropleidingseisen voldoet en heeft deelgenomen aan de verplichte intakeactiviteiten. Na de intakeactiviteiten krijgt de toekomstige student een studiekeuzeadvies. Dit advies geeft de geschiktheid voor de gekozen opleiding aan en voor eventuele alternatieve opleidingen. 3. Een positief studiekeuzeadvies is mondeling, een negatief studieadvies wordt schriftelijk bevestigd. Een studiekeuzeadvies is niet bindend. Als de student voldoet aan de vooropleidingseisen en eventuele aanvullende eisen, mag hij gebruik maken van het recht om toegelaten te worden tot de gekozen opleiding. Studentenstatuut pagina 13 van 19

14 4. Als uit de intakeprocedure blijkt dat de student extra ondersteuning nodig heeft of de student heeft een negatief studiekeuzeadvies, maar hij meldt zich toch aan voor de betreffende opleiding, spreekt de instelling in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst met de student af welke ondersteunende activiteiten de student erbij gaat volgen om meer kans op slagen te hebben voor de opleiding waarvoor hij is ingeschreven. 5. Het ROC Kop van Noord-Holland is toegankelijk voor studenten met een chronische ziekte of een handicap. Iedere student heeft recht op de aanpassingen en/of extra voorzieningen die nodig zijn voor het volgen van de opleiding tenzij de aanpassingen die de instelling moet realiseren een te zware belasting zijn voor de instelling. Als dit zo is, moet de instelling goed motiveren waarom de student niet geplaatst wordt. De extra begeleiding waar de student recht op heeft wordt vastgelegd in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst. 6. Recht op plaatsing geldt niet voor opleidingen met een numerus fixus. Het ROC maakt bij aanvang van de voorlichtingsrondes voorafgaand aan een nieuw opleidingsjaar (doorgaans in november) bekend welke opleidingen een numerus fixus kennen en publiceert dit op de website. Als de toekomstige student zich wel voor 1 april aanmeldt maar niet geplaatst kan worden, verplicht het ROC zich om een andere passende opleiding aan te bieden. 7. De intakeprocedure en verplichte intakeactiviteiten worden voor aanvang van de eerste intakes voor een nieuw opleidingsjaar bekend gemaakt en uiterlijk 1 februari op de website gepubliceerd. 8. Toelatingsrecht geldt niet voor studenten die zich na 1 april aanmelden, dat wil niet zeggen dat de student niet geplaatst kan worden, maar het ROC is hiertoe niet verplicht. Artikel 11 Niet doorgaan van de opleiding bij te weinig studenten 1. Als zich voor een opleiding te weinig studenten opgeven, kan de instelling besluiten de opleiding niet door te laten gaan. Bij het intakegesprek hoort de student hoeveel studenten er ten minste nodig zijn voor het laten doorgaan van de opleiding. Uiterlijk vier weken voor de eerste onderwijsactiviteiten verneemt de student schriftelijk of de opleiding doorgaat. 2. Als de opleiding niet doorgaat, laat de instelling dat aan de studenten die zich hebben opgegeven, schriftelijk weten. De student die zich voor 1 april had aangemeld voor de opleiding en die de intakeprocedure heeft doorlopen, heeft recht op advies over en toelating tot een andere opleiding bij het ROC Kop van Noord-Holland. Artikel 12 Inschrijving en onderwijsovereenkomst 1. Als een student zich aanmeldt voor een opleiding en hij doet dit voor 1 april, volgt een intakeprocedure die uit de volgende onderdelen bestaat: aanmelding/voorlopige inschrijving; verplichte intakeactiviteiten; studiekeuzeadvies; toelating tot een opleiding. 2. De onderwijsovereenkomst treedt in werking na ondertekening en na definitieve plaatsing van de student. Als een student een beroepsopleiding gaat volgen, is de beroepspraktijkvorming een deel van de opleiding. Met een bedrijf of een organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt, sluiten het ROC Kop van Noord-Holland en de student schriftelijk een praktijkovereenkomst. In de Studentenstatuut pagina 14 van 19

15 praktijkovereenkomst worden alle afspraken vastgelegd die nodig zijn voor een goed verloop van de beroepspraktijkvorming. Artikel 13 Opleidingskosten 1. Aan het volgen van de opleiding zijn voor de student de kosten verbonden van het wettelijk vastgestelde les- of cursusgeld. De inschrijving voor de opleiding wordt niet afhankelijk gesteld van een andere dan de in dit lid bedoelde geldelijke bijdrage. 2. De instelling bekostigt de onderwijsactiviteiten en de basisuitrusting die nodig is om deelnemers in staat te stellen het onderwijs te volgen en het diploma te behalen. 3. De student heeft voor het volgen van de opleiding onderwijsbenodigdheden voor persoonlijk gebruik nodig waaronder in ieder geval boeken en softwarelicenties. Deze onderwijsbenodigdheden schaft de deelnemer zelf aan, eventueel via de instelling. De exacte kosten voor deze verplicht onderwijsbenodigdheden worden voorafgaand aan ieder schooljaar aan de deelnemer bekendgemaakt. 4. Naast de verplichte kosten is er ook sprake van een vrijwillige bijdrage voor activiteiten en materialen die wenselijk zijn voor het volgen van de opleiding. De student heeft de mogelijkheid om per activiteit of materiaal aan te geven of hij er gebruik van wil maken. 5. In voorkomend geval worden afspraken gemaakt over de terugbetaling van les- of cursusgeld in andere dan wettelijke situaties, zoals vastgelegd in het uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000, artikel 14. Artikel 14 Onderwijsovereenkomst en Praktijkovereenkomst 1. Voor het volgen van een opleiding sluit de student een overeenkomst af, de zogenaamde onderwijsovereenkomst (artikel WEB). In deze overeenkomst zijn artikelen opgenomen over: inhoud en inrichting van de opleiding en examenvoorziening; tijdvakken en locaties; examinering; begeleiding en voortgang; wederzijdse inspanningsverplichting; ziekte en afwezigheid; kosten opleiding; rechten en plichten van de student; schorsing en verwijdering; wijziging overeenkomst; procedure voor geschillen en klachten; einde overeenkomst; verlenging overeenkomst; aansprakelijkheid instelling; toepasselijke regelingen; privacy; slotbepaling. Studentenstatuut pagina 15 van 19

16 2. Voor het deelnemen aan de beroepspraktijkvorming sluit de student een overeenkomst, af, de zogenaamde praktijkovereenkomst (artikel WEB). In deze overeenkomst zijn artikelen opgenomen over: randvoorwaarden; aard van de overeenkomst; tussentijdse wijzigingen; inhoud en inrichting; (inspannings)verplichting leerbedrijf; (inspannings)verplichting instelling; (inspannings)verplichting student; nadere afspraken met de student; gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid; problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming; gegevensuitwisseling en privacy; duur en beëindiging overeenkomst; vervangende praktijkplaats; slotbepaling. Artikel 15 OER en examenreglement 1. Bij het opstellen van de OER en het examenreglement houdt het bevoegd gezag zich aan de bepalingen in de wet. 2. De instelling zorgt ervoor dat de student bekend is met de inhoud van de opleiding en dat hij weet waar hij de informatie digitaal kan vinden. De student wordt gewezen op de Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin de globale inhoud en planning van het onderwijs en de examinering van de opleiding is beschreven. In de onderwijs- en examenregeling (OER) en de daarbij behorende Algemene Informatiegids is informatie opgenomen over: inhoud en vormgeving van het onderwijs; generieke eisen en beroepsspecifieke eisen; keuzedeelverplichting; studieloopbaanbegeleiding; stage/beroepspraktijkvorming; onderwijsprogrammering; overgangsnormen en examinering. 3. De gang van zaken bij examinering van de opleiding is te vinden in het examenreglement. 4. OER en examenreglement worden gepubliceerd in de Elektronische Leeromgeving. Het examenreglement is tevens op de website te vinden. 5. Uitslagen van examenonderdelen, examens en herkansingen worden voor de student op een toegankelijke manier bekendgemaakt. 6. De student krijgt de gelegenheid examenresultaten na de beoordeling in te zien en met de docent te bespreken. Voor centrale (landelijke) examens gelden hiervoor regels die bepaald zijn door het College voor Toetsen en Examens. Studentenstatuut pagina 16 van 19

17 7. Als de student het niet eens is met een beslissing van een examinator, opleidingsmanager of clusterexamencommissie of klachten heeft over de examenomstandigheden of toelating tot het examen, kan hij een klacht indienen bij de centrale examencommissie. 8. Als de student zich vervolgens niet kan vinden in de uitspraak van de centrale examencommissie kan hij beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Artikel 16 Informatie over studievorderingen, -advies, -begeleiding, beroepskeuzevoorlichting en bindend studieadvies (BSA) 1. Het management zorgt voor een goed systeem van persoonlijke studiebegeleiding, studieadvisering en beroepskeuzevoorlichting voor de student. Het management wijst daarvoor een coach aan, die het eerste aanspreekpunt voor de student is voor al zijn vragen over de opleiding en de instelling. 2. De student wordt geïnformeerd over de wijze van vastleggen van studievorderingen en weergaven van begeleidingsgesprekken. 3. Verslagen van gesprekken komen pas in het studentendossier wanneer student en coach het eens zijn over het verslag. 4. Voor iedereen die na 1 augustus 2018 aan een mbo-opleiding begint, geldt wettelijk een bindend studieadvies (BSA). Dat wil zeggen dat de student binnen een bepaalde tijd na de start van de opleiding een advies krijgt over het wel of niet vervolgen van de opleiding. Doel van dit advies is om tijdig helder te hebben of de opleiding bij de student past en of deze een goede kans maakt om de opleiding af te ronden. Als dit niet zo is en de student krijgt een negatief BSA betekent dit dat de student de opleiding niet mag vervolgen. De instelling verplicht zich dan haar uiterste best te doen om de student naar een andere opleiding te begeleiden. Bij een eenjarige opleiding moet het BSA tussen drie en vier maanden na de start van de opleiding gegeven worden, bij opleidingen die langer dan een jaar duren na tenminste negen maanden en uiterlijk aan het einde van het eerste leerjaar. Enkele maanden voorafgaand aan het definitieve BSA krijgt de student een voorlopig BSA. 5. De eisen waaraan een student moet voldoen voor een positief BSA staan in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Meer informatie over de procedure van het BSA is te vinden in de Algemene Informatiegids. 6. Tegen een negatief BSA kan beroep aangetekend worden, dit is wettelijk vastgelegd (WEB Artikel 8.1.7a. Bindend studieadvies, lid 5). Het beroep moet binnen twee weken na afgifte van het BSA worden ingediend bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Artikel 17 Klachten 1. Het ROC Kop van Noord-Holland kent drie soorten klachten. Algemene klachten: Dit zijn klachten over de inhoud van het onderwijs, de organisatie ervan en de informatieverstrekking. Klachten met betrekking tot sociale veiligheid: Dit zijn klachten over ongewenste intimiteiten, geweld, racisme en andere vormen van discriminatie. Klachten over examens: Dit zijn klachten over examenomstandigheden, toelating tot examens, handelwijze van functionarissen in het examenproces en beoordeling van examens. Studentenstatuut pagina 17 van 19

18 Een klacht kan worden ingediend door de student zelf en bij minderjarigheid van de student ook door de ouder(s) of verzorger(s). De klachtenregeling is gepubliceerd op de website. Artikel 18 Disciplinaire maatregelen 1. Als de docent vindt dat de student de onderwijsactiviteit verstoort, kan hij de student uitsluiten van deelname aan de onderwijsactiviteit. De student meldt zich dan direct bij zijn coach, coördinator of opleidingsmanager. 2. Als een student in ernstige mate de regels van de instelling overtreedt, kan de instelling maatregelen nemen. De maatregel moet in verhouding staan tot de overtreding. De volgende maatregelen kunnen worden genomen: Uitsluiten van deelname aan de onderwijsactiviteit. Inhalen van gemiste onderwijsactiviteiten, zo nodig buiten de gewone schooltijd. Het opruimen van gemaakte rommel of verwijderen van aangebrachte graffiti. Een officiële waarschuwing. Schorsing Definitieve verwijdering van de instelling. 3. Schorsing wordt schriftelijk bevestigd aan de student en indien deze minderjarig is aan diens ouder(s)/verzorger(s), onder vermelding van de duur van de schorsing en de motieven ervoor. Zo nodig kan de schorsing verlengd worden. 4. Algemene gronden voor definitieve verwijdering zijn in ieder geval: Herhaalde ernstige overtreding van de regels van de instelling. Geweldpleging of dreigen met geweld. Seksuele intimidatie. Racistische gedragingen en/of uitlatingen. Diefstal. Verzuim gedurende vijf schoolweken achter elkaar zonder geldige reden. Handel in of gebruik van bij de wet verboden middelen en alcoholhoudende drank op de instelling. Het in bezit hebben, gebruiken of verhandelen van wapens. Andere vormen van ernstig wangedrag. Het bevoegd gezag beslist over definitieve verwijdering van de student van de instelling. 5. Indien de veiligheid voor de student of andere betrokkenen in het geding is, kan de student gedurende de verwijderingsprocedure geschorst worden. 6. Als een student vindt dat hij onterecht gestraft is of het niet eens is met de strafmaat, kan hij de klachtenregeling volgen. Artikel 19 Opleidingsregels 1. Aanvullende regels op de locatie maken deel uit van dit studentenstatuut. Ze worden (digitaal) aan de studenten uitgereikt door de opleiding. 2. De locatieverantwoordelijke heeft de mogelijkheid om de locatieregels tussentijds aan te passen. Studentenstatuut pagina 18 van 19

19 Artikel 20 Inspraak en medezeggenschap 1. Studenten hebben inspraak via de studentenraad, de afdelingsraden en opleidingsraden. De studentenraad maakt zich bekend bij (nieuwe) studenten. Vanuit de opleidingsraad wordt een student afgevaardigd naar de afdelingsraad. Vanuit de afdelingsraad wordt een student afgevaardigd naar de studentenraad. 2. De studentenraad heeft instemmingsrecht voor dit studentenstatuut. Artikel 21 Slotbepaling 1. In alle gevallen waarin dit statuut niet voorziet en voor zover het rechten en plichten van studenten betreft, beslist de directie onderwijs en/of het college van bestuur. Artikel 22 Vaststellen en wijzigen van dit statuut 1. Dit statuut wordt vastgesteld door het bevoegd gezag na instemming van de studentenraad. 2. Dit statuut geldt twee jaar. Als de studentenraad of het bevoegd gezag voor het verstrijken van deze twee jaar geen initiatief neemt om het studentenstatuut te wijzigen, wordt het stilzwijgend voor twee jaar verlengd. 3. Een voorstel tot wijziging van dit statuut kan tussentijds worden ingediend door de studentenraad of het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag wijzigt het studentenstatuut pas nadat de studentenraad ermee heeft ingestemd. 4. Ten minste één keer per drie jaar bespreken het bevoegd gezag en de studentenraad of dit statuut goed werkt en gaan zij samen na of wijzigingen nodig zijn. 5. Het bevoegd gezag zorgt voor publicatie van dit studentenstatuut op de website. Als het statuut wordt gewijzigd of opnieuw wordt vastgesteld zorgt de directie onderwijs ervoor dat alle studenten er kennis van kunnen nemen via de elektronische leeromgeving. A.J.M. de Wit Voorzitter college van bestuur Studentenstatuut pagina 19 van 19