28JUNI Datum Betreft. Beslissing op bezwaar Wob-verzoek volle treinen eerste en tweede deelbesluit. Geachte

Transcriptie

1 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag Hoofddirectie Bestuurlijke & Juridische Zaken H BJZ Afdeling ABJZ Den Haag Postbus EX Den Haa. Datum Betreft 28JUNI 2017 Beslissing op bezwaar Wob-verzoek volle treinen eerste en tweede deelbesluit IENr4/ESK2017/ Geachte Bij brief van 2 september 2016 hebt u, namens Consumentenclaim BV., een bezwaarschrift ingediend tegen mijn besluit van 26 juli 2016, met kenmerk IENM/BSK-2016/ (hierna: eerste deelbesluit). Bij brief van 19 januari 2017 hebt u, namens ConsumentenClaim B.V., een bezwaarschrift ingediend tegen mijn besluit van 13 december 2016, met kenmerk IENM/BSK-2016/ (hierna: tweede deelbesluit). Bij brief van 12 april 2017 hebt u, namens Consumenten.claim B.V., een bezwaarschrift ingediend tegen mijn besluit van 8 maart 2017, met kenmerk (hierna: derde deelbesluit). Per bericht d.d. 8 juni 2017 hebt u dit bezwaarschrift ingetrokken. Met deze brief wordt op uw bezwaarschriften tegen het eerste en tweede deelbesluit beslist. U hebt inmiddels separaat een brief, met kenmerk , ontvangen waarin is aangegeven dat ten aanzien van de documenten met nummers 665, 666, 669, 670 en 734 uw bezwaarschrift als een nieuw Wob-verzoek is opgevat en in behandeling is genomen. Besluit Ik verklaar uw bezwaarschrift tegen het eerste deelbesluit gegrond en herroep dit besluit voor wat betreft document 1, zoals in deze beslissing in onderdeel Beoordeling van uw bezwaren is weergegeven. Dit document maak ik alsnog deels openbaar. Voor het overige handhaaf ik mijn besluit van 26 juli Ik verklaar uw bezwaar tegen het tweede deelbesluit ongegrond en handhaaf mijn besluit van 13 december Verloop van de procedure Het verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) van 13 mei 2016 om openbaarmaking van alle overzichten en overige documenten die in het bezit zijn van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, welke betrekking Pagina 1 van 6

2 hebben op een zeventiental aspecten van de materieelinzet van NS, is door mijn ministerie op 17 mei 2016 is ontvanoen. U heeft op basis van een toelichting die u van mijn medewerkers heeft ontvangen, op 6 juni 2016 per e-maii te kennen gegeven dat informatie van het 0V loket geen onderdeel meer is van uw Wob-verzoek, Op 24 mei 2016 en 15 juni 2016 is u door mijn medewerkers openbare informatie verstrekt en deze toegelicht. Naar aanleiding hiervan heeft u geconcludeerd de onderdelen 5. en 17. van uw verzoek als afgedaan te beschouwen. Hoofddirectie Bestuurlijke &Juridische Zaken H3Z Afdeling ABJZ IE N I/BSK-2O 17/161S57 Op 8 augustus 2016 heeft u een gesprek gehad met medewerkers van de bestuurskern van mijn ministerie en de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) over de reikwijdte van uw verzoek in relatie tot informatie die bij ILT aanwezig is. Tijdens dit gesprek heeft u ten behoeve van de afbakening van uw verzoek inzage gekregen in een voorbeelddossier, dat representatief is voor de door de ILT geïnventariseerde documenten. Vervolgens heeft u aangegeven dat uw verzoek geen betrekking heeft op EG-keuringsverklaringen, Type Certificaten en overige technische documentatie die is gevoegd bij een aanvraag, anders dan de aanvraag, de uiteindelijk verleende vergunning en het certificeringsrapport van een notified body. Bij besluiten van 26 juli 2016, met kenmerk 1ENM/BK-2016/ (eerste deelbesluit), 13 december 2016, met kenmerk IENM/BSK-2016/ (tweede deelbesluit) en 8 maart 2017, met kenmerk (derde deelbesluit), is het verzoek deels toegewezen. Bij brieven van 2 september 2016, 19 januari 2017 en 12 april 2017 hebt u tegen de drie deelbesluiten bezwaarschriften ingediend. Bij brief van 30 maart 2017 heb ik aangegeven dat u de gronden van uw bezwaar kon aanvullen. Bij brief van 26 april 2017 hebt u de gronden van uw bezwaar aangevuld. Bij brief van 26 april 2017 hebt u tevens te kennen gegeven af te zien van het recht te worden gehoord. U bent er over geïnformeerd bij brief vah 31 mei 2017 dat een derde belanghebbende in het kader van de bezwaarprocedure in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze te geven, De zienswijze van de derde belanghebbende heb ik, gelet op de zorgvuldigheid, in mijn belangenafweging meegenomen. Ik verwijs u hiervoor naar het onderdeel Overwegingen in dit besluit. Bij brief van 31 mei 2017 heb ik u tevens laten weten dat ik gebruik heb gemaakt van de wettelijke bevoegdheid, de beslissing met zes weken te verdagen. Desgevraagd hebt u telefonisch bevestigd dat uw bezwaren tegen het derde deelbesluit, gelet op de documenten die worden genoemd, in feite bezwaren tegen het tweede deelbesluit betreffen. Per bericht, d,d. 8 juni 2017, hebt u uw bezwaarschrift tegen het derde deelbesluit ingetrokken. Ten aanzien van de ontvankelijkheid Uw bezwaarschrift is ingediend binnen zes weken na bekendmaking van het besluit en de gronden van het bezwaar zijn binnen de daartoe gestelde termijn Pagina 2 van 6

3 kort aangevuld. Het voldoet ook aan de overige door de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) gestelde eisen zodat het bezwaarschrift ontvankelijk is. Beoordeling van uw bezwaren Wettelijk kader Volgens artikel 3, vijfde lid, van de Wob wordt een verzoek om informatie ingewilligd tenzij één of meer van de uitzonderingen of beperkingen van artikel 10 en 11 zich voordoen. Hoofddirectie Bestuurlijke &.Juridl&che Zaken H Bi Z Afdeling ABJZ JENM/BSK 2017/ Artikel 11, eerste lid, van de Wob bepaalt dat in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van Intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Artikel 11, tweede lid, van de Wob bepaalt onder meer dat over persoonlijke beleidsopvattingen met oog op een goede en democratische bestuursvoering. Informatie kan worden verstrekt In niet tot personen herleidbare vorm. Gronden van uw bezwaar In uw bezwaarschriften heeft u - samengevat - aangevoerd dat: a) Document 1 niet uitsluitend persoonlijke beleidsopvattingen bevat en daarom onterecht volledig is geweigerd. b) Documenten met nummers 665, 666, 669, 670 en 734 binnen de reikwijdte van het Wob verzoek vallen. Overwegingen ten aanzien van de gronden van bezwaar Met betrekking tot deze argumenten overweeg ik het volgende. ad a. U voert aan dat het bij document 1 gaat om een document dat waarschijnlijk enkele persoonlijke beleidsvoorstellen bevat, die kunnen worden weggelaten of zwart gemaakt. De overige feitelijke informatie uit het document zou openbaar gemaakt moeten worden. In de afweging het belang van openbaarmaking enerzijds en de uitzonderingsgrond uit artikel 11 eerste lid Wob anderzijds, zou moeten worden meegewogen dat gedeeltelijke openbaarmaking met weglating van passages waarin persoonlijke beleidsopvattingen staan mogelijk is. Uit de motivering voor het weigeren van openbaarmaking valt niet op te maken dat openbaarmaking van de feiten in dit document s overwogen. Document 1 concept notitie NS inzake materieelinzet Document 1 betreft een interne concept notitie inzake materieelinzet van NS. Onder de destijds geldende concessie en Milieu (hierna: IenM), als concessiehouder, alleen op output via prestatie indicatoren, Naar aanleiding van klachten van reizigers over volle treinen bij de dienstregeling in 2013 heeft IenM meer doorgevraagd bij NS over de planning en de uitvoering in meer algemene zin en, meer specifiek, de klachten bij de 1 stuurde het ministerie van Infrastructuur 1 Vervoerconcessie voor het hoofdrailnet (Kamerstiikken II 2004/05, 29984, 1) Pagina 3 van 6

4 invoering van de dienstregeling 2013 en de getroffen maatregelen. Uit die gesprekken is deze concept notitie voortgekomen, bedoeld voor intern beraad. Er is geen definitieve notitie gemaakt maar het overleg met NS heeft wel een vervolg gekregen. Bij de nieuwe concessie, die vanaf 1 januari 2015 is ingegaan mogelijkheid ingebouwd om naast sturing via prestatie-indicatoren ook te sturen op programma s. Onder de nieuwe concessie is het programma Vervoercapaciteit naar tevredenheid gestart. Document 19 van de inventarislijst (getiteld toelichting op programma VnT ) geeft inzicht in de eerste opzet van dit programma en een analyse van klachten over dienstregelingsjaar In het Vervoerplan 2015 is het meer uitgewerkte plan van aanpak voor dit programma opgenomen. 2, is de Hocfddirectie Bestuur ijke &Jurdische Zaken ABJ7 IEN1JesK-2c17/ Voor de volledigheid merk ik op dat dit document 1 een concept notitie is die dateert van 21 mei 2013 en gedateerde informatie bevat over de materieelpianning door NS. De huidige inspanningen van NS gericht op vervoercapaciteit staan beschreven in het Vervoerplan Intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen Artikel 11, eerste lid, van de Wob bepaalt dat in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat onder het begrip documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad onder meer moeten worden begrepen; nota s van ambtenaren en hun politieke en ambtelijk leidinggevenden, correspondentie tussen de onderdelen van een ministerie en tussen ministeries onderling, concepten van stukken, agenda s, notulen, samenvattingen en conclusies van interne besprekingen en rapporten van ambtelijke adviescommissies. Ten aanzien van deze stukken moet van de bedoeling om ze als stukken voor intern beraad beschouwd te zien, uitdrukkelijk blijken of men moet deze bedoeling redelijkerwijs kunnen vermoeden. Deze beperking op de informatieverplichting is in de Wob opgenomen omdat een ongehinderde bijdrage van ambtenaren en van hen die van buiten bij het intern beraad zijn betrokken bij de beleidsvorming en -voorbereiding gewaarborgd moet zijn. Zij moeten in alle openhartigheid onderling en met bewindspersonen kunnen communiceren. Staatsrechtelijk zijn slechts de standpunten die het bestuursorgaan voor zijn rekening wil nemen relevant. Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan: meningen, opinies, commentaren, voorstellen, conclusies met de daartoe aangevoerde argumenten. Document 1 is opgesteld ten behoeve van intern beraad en bevat persoonlijke beleidsopvattingen. Het document is een concept en bevat suggesties, vragen en opmerkingen. Het document bevat ook conclusies met daarvoor aangevoerde argumenten en voorstellen. Deze heb ik derhalve niet openbaar gemaakt. Bij de heroverweging in het kader van de bezwaarprocedure is echter gebleken dat in het genoemde document ook feiten staan die gescheiden kunnen worden van de persoonlijke beleidsopvattingen. Deze informatie maak ik nu openbaar. Het gaat om feitelijke informatie over het beleid van NS omtrent de planning en de uitvoering van materieelinzet. Ook bevat het document beschrijvingen van meldingen en klachten over de dienstregeling 2013 en de getroffen maatregelen. 2 Kamerstukken II 2014/15, 29984, 573. Kamerstukken /15, 29984, 574. Kamerstukken /17, 29984, 697. Pagina 4 van 6

5 Voor de duidelijkheid merk ik nogmaals op dat deze informatie grotendeels gedateerd is, zoals hierboven is toegelicht. Voor zover in de documenten feitelijke informatie staat die niet openbaar wordt gemaakt, is deze informatie zodanig verweven met de persoonlijke beleidsopvattingen dat deze daar niet los van ken worden gezien. Het is vaste Hoorddirectieaestuurlijke gluridischezaken H BJZ Afdeling AJZ rechtspraak dat feitelijke gegevens die zo nauw zijn verweven met persoonlijke 1NM/BSK 2017/ beleidsopvattingen dat het niet mogelijk is ze te scheiden, evenmin openbaar worden gemaakt. Ik acht het niet in het belang van een goede en democratische bestuursvoering indien de standpunten van ambtenaren zelfstandig worden betrokken in de publieke discussie. Ik zie dan ook geen aanleiding om met toepassing van artikel 11, tweede lid, van de Wob in niet tot personen herleidbare vorm informatie te verstrekken over deze persoonlijke beleidsopvattingen. Document 1 bevat ook persoonsgegevens van ambtenaren en medewerkers van NS die niet uit hoofde van hun functie in de openbaarheid treden. Deze gegevens maak ik niet openbaar. Op dit punt handhaaf ik mijn besluit van 26 juli 2016, met kenmerk IenM/BSK ten aanzien van document 1. Ik verwijs hierbij naar mijn overwegingen in dit besluit. Uw bezwaar is gegrond. ad b. U stelt dat, anders dan is opgenomen in het tweede deelbesluit, documenten met nummers 665, 666, 669, 670 en 734 binnen de reikwijdte van het Wob-verzoek vallen. Uw Wob-verzoek ziet volgens u op de materieelinzet van NS, maar de mogelijke inzet van materieel van andere vervoerders door NS valt hier ook onder. Informatie over de mogelijke inzet van materieel van andere vervoerders helpt namelijk bij het krijgen van een compleet beeld van de materiaalinzet van NS. Bij de behandeling van uw Wob-verzoek is na inventarisatie van de stukken die onder de reikwijdte van uw Wob-verzoek vielen op 27 oktober 2016 en 22 november 2016 een zienswijze gevraagd aan derde belanghebbenden. Hieruit bleek dat de informatie die is opgenomen in documenten met nummers 665, 666, 669, 670 en 734 geen informatie betreft over aspecten van de materieelinzet van de door u bij naam genoemde bedrijven. Het betreft geen materieel dat onderdeel uitmaakt van het materieelpark van NS, maar informatie over materieel dat in eigendom is van de betrokken derde belanghebbenden. Ten overvloede merk ik op, dat u na een toelichting door twee van mijn medewerkers op 24 mei 2016 en 15 juni 2016 hebt geconcludeerd onderdeel 5 van uw verzoek (materieelinzet en ingehuurd materieel van derden, inclusief locomotieven) als afgedaan te beschouwen. Dit is ook opgenomen in mijn besluit van 13 december Uw bezwaar is ongegrond. - U heeft in uw bezwaarschrift verzocht, indien ik niet overtuigd zou zijn van uw argumentatie in deze, het bezwaarschrift op te vatten als een nieuw Wob-verzoek Pagina 5 van 6

6 om genoemde documenten openbaar te maken. U hebt inmiddels separaat een Hoofddirectie Bestuurlijke brief, met kenmerk , van de ILT ontvangen waarin is &)uridische Zaken aangegeven dat ten aanzien van deze documenten uw bezwaarschrift als een nieuw Wob-verzoek is opgevat en in behandeling is genomen. JeinqABJZ Gelet op het voorgaande concludeer ik dat uw bezwaar tegen het eerste deelbesluit gegrond is voor wat betreft document 1. Uw bezwaar tegen het tweede IENM/BSK 2017: deelbesluit is ongegrond. Openbaarmaking Het document dat naar aanleiding van de heroverweging in de bezwaarprocedure alsnog deels openbaar worden gemaakt treft u bij dit besluit in kopie aan. Het openbaar gemaakte stuk wordt op geplaatst. Een afschrift van dit besluit zend ik aan belanghebbenden. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, l;fw.iw i1i Beroepsmogelijkheid Voor nadere informatie over dit besluit kunt u terecht bij de hierboven genoemde contactpersoon. Binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit kunnen belanghebbenden beroep instellen bij de rechtbank te Amsterdam, Afdeling publiekrecht, team bestuursrecht algemeen: postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten: a. naam en adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroepschrift zich richt; d, een opgave van redenen waarom men zich met het besluit niet ken verenigen; e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep zich richt. Voor de behandeling van een beroepschrift wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via jloken: --:h. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden. Pagina 6 van 6