3 t AUG Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Transcriptie

1 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres postbus BA Den Haag ANVS Bezuidenhoutseweg 67 Den Haag postbus BA Den Haag 3 t AUG Datum Betreft Wob-verzoek inzake vergunningen kliniek voor 2 gezelschapsdieren Universiteit Utrecht ANVS-2016/9293 Uw kenmerk Uw e-mall van 22juli2016 Bijlage(n) Geachte heer/mevrouw In uw van 22juli 2016 heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) verzocht om toezending van de documenten, die betrekking hebben op de intrekking of niet-verlenging van een vergunning van de kliniek voor gezelschapsdieren van de Universiteit Utrecht voor de radiologische behandeling (met jodium) van veterinaire patiënten die klachten hebben in verband met een overactieve schild klier. Procedure De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 26 juli 2016, kenmerk ANVS-2016/8605. In deze brief is tevens de beslistermijn met vier we ken verdaagd tot 2 september Tevens is bij brief van 26 juli 2016, kenmerk ANVS-2016/8612 het Wob-verzoek met toepassing van artikel 4 van de Wob doorgezonden aan de Universiteit van Utrecht omtrent documenten die mogelijk bij de universiteit berusten. Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar bijlage 1. Inventarisatie documenten Uw verzoek richt zich op documenten die ten grondslag liggen aan de intrekking of niet-verlenging van de vergunning die voornoemde kliniek had. De onderhavige vergunning is sinds de afgifte in 1997 een aantal keer gewijzigd en de activiteiten zijn een keer opnieuw vergund onder intrekking van de oude vergunning. De vergunning is ten aanzien van radiologische behandeling van vete rinaire patiënten echter nooit ingetrokken. Er bestaan dan ook geen documenten waarom u vraagt. In het archief zijn wel enkele documenten gevonden die raakvlakken hebben met uw verzoek. Pagina 1 van S

2 Deze documenten zijn opgenomen in een inventarislijst die deel uitmaakt van dit besluit. U treft de inventarislijst aan als bijlage 2 bij dit besluit. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. Zienswijzen In de brief van 22 juli 2016 heb ik u geïnformeerd dat de Universiteit Utrecht als derde belanghebbende is bij de openbaarmaking van de documenten en dat deze in de gelegenheid is gesteld hierover een zienswijze te geven. De Universiteit Utrecht heeft aangegeven dat er geen bezwaar bestaat tegen openbaarmaking van de documenten in het kader van de vigerende vergunning, met uitzondering van persoonsgegevens. ANVS StIingsbescherming ANVS Besluit Ik heb besloten uw verzoek te honoreren met uitzondering van de daarin vermel de persoonsgegevens. Voor de motivering verwijs ik naar de het onderdeel Overwegingen van dit besluit. Overwegingen De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10, tweede lid, onder e) Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigci. Persoonsgegevens In de documenten met de nummers 1 tot en met 5 zijn persoonsgegevens opge nomen van derden. Hoewel bij de besluitvorming betrokken personen in hun be roepshalve functioneren als zodanig niet ten volle een beroep kunnen doen op de persoonlijke levenssfeer, geldt dit volgens vaste rechtspraak wel voor gegevens als namen, telefoonnummers (werk en privé), adressen en handtekeningen en parafen van ambtenaren of personen van andere organisaties. Namen en andere naar een persoon herleidbare gegevens zijn immers persoonsgegevens en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kan zich tegen het openbaar maken van dergelijke informatie verzetten. Van openbaarmaking van deze informatie wordt in beginsel afgezien indien het derden betreft die niet uit hoofde van hun functie in de openbaarheid treden. Bij de informatie die in de do cumenten in dit geval in het geding zijn, weegt naar mijn oordeel de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen zwaarder dan het algemene, publieke belang van openbaarheid van deze informatie. Ten overvloede merk ik op dat deze handelwij ze in lijn is met de huidige jurisprudentie. Ik verwijs naar de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 juli 2007 (UN:6A9807), van 19 december 2012 (UN: BY6746) en van 12juni 2013 (zaaknr /1/A3). Pagina 2 van 6

3 Plaatsing op internet ANVS-2016/9293 De documenten treft u bij dit besluit in kopie aan. Wijze van openbaarmaking drs. L.MIC. Ongering DE SEdRETARTS-flFNIRAL namens deze, DE M,JJpSTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Hoogachtend, Een afschrift van dit besluit zend ik aan de belanghebbende. Afschrift aan belanghebbende geplaatst. De openbaar gemaakte stukken worden geanonimiseerd op Daarom heb ik de persoonsgegevens in deze documenten onleesbaar gemaakt. Pagina 3 van 6

4 Voor nadere informatie over dit besluit kunt u terecht bij de hierboven genoemde contactpersoon. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van In frastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten: a. naam en adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk); d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan vereni gen. stralingsbescherming ANVS-2016/92g3 Pagina 4 van 6

5 Bijlage 1 Relevante artikelen uit de Wob Autoriek Nucleaire Artikel Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c. bedrijft- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of ANV52016J9293 rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiek rechtelijke lichamen of de in artikel la, onder c en d, bedoelde bestuurs organen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie; g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. 4. Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieuinformatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieuinformatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang. 5. Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter. 6. Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie. 7. Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voorzover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft; b. de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage. 8. Voorzover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het miliei. Pagine 5 van 6

6 Bijlage 2 Inventarislijst Nr. Document Beoordeling Wob Afzender Ontvanger 1. Brief van Agentschap Deels 10.2.e Agentschap Universiteit NL d.d. 8 februari openbaar NL Utrecht 2012 m.o. melding Ministerie van de toepassing van Economische Jodium-131 bij veteri- Zaken, naire patiënten, corn- Landbouw en plexvergunning Innovatie 2011/ ; ANVS Strslingsbescherrnîng ANVS-2016/ Brief van de Deels 10.2.e Universiteit Agentschap Universiteit Utrecht openbaar Utrecht NL d.d. 22 januari 2012 Ministerie m.o. melding van de Economische toepassing van Zaken, Jodium-131 bij Landbouw veterinaire patiënten, en Innovatie complexvergunning 2011/ ; 3. Bijlage: vereiste Deels 10.2.e Universiteit Agentschap informatie voor openbaar Utrecht NL handelingen met Ministerie bronnen volgens onze Economische complexvergunning Zaken, , Landbouw 2011 (Kat bijlage); en Innovatie 4. Brief van de Deels 10.2.e Universiteit Arbeidsinspe Universiteit Utrecht openbaar Utrecht ctie d.d. 9 juli 2002 m.o. Ministerie interpretatie Sociale complexvergunning; Zaken en Werk gelegenheid 5. Brief van KeW 1682 Deels 10.2.e Arbeidsinspect Universiteit Arbeidsinspectie d.d. openbaar ie Utrecht 31 juli 2002 m.o. Ministerie interpretatie Sociale Zaken complexvergunning en Werk 96/38 S. gelegenheid Pagina 6 van 6