Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en lustide

Transcriptie

1 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en lustide > Retouradres Postbus H Den Haag Directie Weerbaarhel NCTV DW AR Turfmarkt OP Den Haag Postbus EH Den Haag Ons kenmerk Datum 13 januari Onderwerp Besluit Wob-verzoek Volkskrant deelbeslult 2 Geachte In uw brief van 25 september 2014, ontvangen op 26 september, heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) Informatie verzocht over omgang van gemeenten met potentiele jihadgangers. U vraagt documenten dle leiden tot het verkrijgen van inzicht over de richtlijnen, protocollen, procedures en adviezen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie gericht aan Nederlandse gemeenten ten aanzien van de omgang met potentiële jihadgangers door gemeenten en de waarschuwingen van de gemeenten richting het Ministerie van Veiligheid en Justitie met betrekking tot de omgang door gemeenten met potentiële jihadgangers, In de periode 1 april 2014 tot en met 25 september Op 13 oktober jongstleden hebben u en uw collega telefonisch overleg gevoerd met de juridisch adviseur bij mijn ministerie, over de reikwijdte van uw Wob-verzoek. De ontvangst van uw verzoek Is schriftelijk bevestigd per brief de dato 21 oktober 2014, kenmerk In deze brief is de uitkomst van het telefoongesprek tussen namelijk het preciseren van de Informatievraag, schriftelijk vastgelegd en is tevens de beslistermijn met vier weken verdaagd tot 20 november Tijdens het telefoongesprek op 11 november 2014 met mijn medewerker Is met u besproken dat uw verzoek betrekking heeft op een omvangrijke hoeveelheid stukken. Er werd nog gewerkt aan de verzameling van de stukken waarop uw verzoek betrekking heeft. U gaf aan begrip te hebben voor de bewerkelijkheid van uw Wob-verzoek en wilde graag van de voortgang op de hoogte worden gehouden. Om te bewerkstelligen dat u reeds over stukken kunt beschikken terwijl de overige stukken nog worden verzameld, geordend en beoordeeld, is overeengekomen dat met deelbesluiten wordt gewerkt. Dit is tevens op 11 november 2014 telefonisch met u besproken. Op 24 november 2014 heb Ik het eerste deelbesluit aan u verzonden, dit bestond uit tien documenten. Hierin Is Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Pagina 1 van 7

2 medegedeeld dat u uiterlijk 18 december 2014 het tweede en tevens laatste deelbesluit zou ontvangen. Op 11 december 2014 is er telefonisch contact geweest tussen u en over een vertraging die is opgelopen in het verwerken van uw Wob verzoek. In dit telefoongesprek heeft u ingestemd om de termijn van uw verzoek te verlengen. U bent met overeengekomen dat het tweede en tevens laatste deelbesluit in de week van 12 januari 2015 naar u verzonden wordt. Op 5januari 2015 heeft telefonisch contact met u opgenomen. U heeft aangegeven graag op de hoogte te worden gesteld als het besluit wordt verzonden. Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs Ik u naar de bijlage 1. Inventarisatie documenten ten behoeve van deelbesluit 2 Op basis van uw verzoek zijn voor dit deelbesluit in totaal 147 documenten aangetroffen. Deze documenten zijn opgenomen in een inventarisatielijst, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nu mmers uit de inventarislijst. Zienswijzen U bent in het telefoongesprek van 11 december 2014 op de hoogte gesteld dat er derde belanghebbenden zijn die in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze te geven over bepaalde documenten in dit deelbesluit. Deze zienswijzen van de derde belanghebbenden heb ik in mijn belangenafweging meegenomen. Besluit Ik heb besloten deels aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht, opgenomen In het document met nummer 65 openbaar te maken. De documenten met de nummers 22, 23, 45, 46 zijn reeds openbaar. Deze vallen daardoor niet onder de reikwijdte van de Wob. Zie onderdeel wijze van openbaarmaking voor de vindplaats van deze documenten. Ik heb besloten de documenten met nummers 43, 44 deels openbaar te maken op grond van de Wob-bepalingen 10.2.e, 10.2.g en Voor de motivering verwijs ik naar de onderdelen overwegingen van dit besluit. Ik heb besloten de documenten met nummers 1-21, 24-42, 47-64, niet openbaar te maken op grond van Wob-bepalingen 1O.1.d, 1O.2.a, 10.2.c, 10.2,e, 10.2.g, en Voor de motivering verwijs ik naar de onderdelen overwegingen van dit besluit. Pagina 2 van 7

3 de persoonlijke levenssfeer. Op grond van artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens betreft, tenzij de verstrekking kennelijk geen Inbreuk maakt op verstrekking van informatie achterwege voor zover het bijzondere Op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wob blijft Bijzondere persoonsgegevens vermoedens van zware strafbare feiten. Ik heb daarom besloten de desbetreffende informatie niet openbaar te maken. 31, 35, 41, 42, 51-53, 55, 57, 59, 61, 63, 69, 71, 73, 76, 80, 82, 83, 91, 100, 106, , 113, 117, 119, 121, 122, , 128, 129, 134, 135, 138, 139, van openbaarheid aangezien het hier informatie betreft over onderzoeken naar is het belang van opsporing en vervolging van strafbare feiten In het geding. Ik ben van oordeel dat dit belang zwaarder moet wegen dan het belang Bij bepaalde passages uit het document met het nummer 66 is het belang van de Bij bepaalde passages uit de documenten 4, 8-10, 11, 14, 16, 18, 20, 25, 27, 29, verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van opsporing en vervolging van strafbare feiten. Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wob blijft Het belang van opsporing en vervolging van strafbare feiten wordt weergegeven dle erop vertrouwen dat deze informatie vertrouwelijk blijft. van het beleid van Nederland omtrent jihadisme ook afhankelijk Is van niet openbaar te maken. betrekkingen van Nederland met andere staten In het geding. Het betreft een e bedoelde Informatie openbaar wordt gemaakt. Ik ben van oordeel dat dit belang Internationale betrekkingen. Ik heb daarom besloten de desbetreffende informatie zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid aangezien de effectiviteit Dit belang van vertrouwelijkheid zou kunnen worden geschaad Indien de hier mail waarin de wijze van Informatie-uitwisseling met buitenlandse autoriteiten en met internationale organisaties. verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van de betrekkingen van Nederland met andere staten Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wob blijft internationale organisaties Het belang van de betrekkingen van Nederland met andere staten en met maken. aannemelijk is dat openbaarmaking inbreuk zou maken op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene. Ik zal deze persoonsgegevens dan ook niet openbaar 59, 76, 83, 108, 123, 134 staan bijzondere persoonsgegevens, waarvan In de documenten met de nummers 8, 11, 14, 16, 25, 27, 29, 31, 35, 50, 55, 57, verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag. gezondheid, seksuele leven, lidmaatschap van een vakvereniglng, strafrechtelijke persoonsgegevens worden onder bijzondere persoonsgegevens verstaan gegevens over lemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, persoonsgegevens en persoonsgegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag in Overwegingen Pagina 3 van 7

4 De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer van bij de openbaarmaking betrokken personen wordt geëerbiedigd. Documenten met de nummers 43 en 44 zijn een briefwisseling tussen een gemeente en het Ministerie van Veiligheid van Justitie en bevatten persoonsgegevens. Deze persoonsgegevens heb ik uit de documenten verwijderd en aangeduid met de codering A. In de documenten 1-21, 24-36, 38-42, 47-59, 61-64, 66-73, staan persoonsgegevens. Ik ben van oordeel dat ten aanzien van deze gegevens het belang dat de persoonlijke levenssfeer van betrokkene(n) wordt geëerbiedigd, zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid. Daarom heb ik besloten de persoonsgegevens in deze documenten niet openbaar te maken. Voor zover het de namen van ambtenaren betreft is hierbij het volgende van belang. Weliswaar kan, waar het gaat om beroepshalve functioneren van ambtenaren, slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang van eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Dit ligt anders indien het betreft het openbaarmaken van namen van de ambtenaren. Namen zijn immers persoonsgegevens en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kan zich tegen het openbaarmaken daarvan verzetten. Daarbij is van belang dat het hier niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger die met een ambtenaar In contact treedt, maar om openbaarmaking van de naam in de zin van de Wob. Voorts is hierbij van belang dat het hier namen van ambtenaren betreft dle geen functie vervullen waarbij zij regelmatig in de publiciteit komen. Het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. Documenten met de nummers 43 en 44 zijn een briefwisseling tussen een gemeente en het Ministerie van Veiligheid van Justitie. Bepaalde passages uit deze documenten zouden naar mijn oordeel leiden tot onevenredige benadeling van de gemeente waar deze informatie betrekking op heeft. Deze benadeling bestaat uit de mogelijkheid dat in de openbaarheid komt in welke gemeenten problemen spelen met potentiele jihadgangers. Het belang van het goed functioneren van de Rijksoverheid en gemeenten In de aanpak van jihadgang kan hierdoor In het geding komen. Het voorkomen van deze onevenredige benadeling van de betrokken gemeenten en Rijksoverheid weeg ik daarom zwaarder dan het algemene belang van openbaarmaking. Deze passages heb ik uit de documenten verwijderd en aangeduid met de codering B. Openbaarmaking van bepaalde passages uit de documenten 1-20, 24-42, 47-59, 61-64, 66-69, , 103, zou naar mijn oordeel leiden tot onevenredige benadeling van personen en organisaties waar deze informatie betrekking op heeft. De documenten bevatten Informatie over organisaties en Pagina 4 van 7

5 aard en de Inhoud van de gevraagde informatie staat artikel 10, tweede lid, gemeenten In verband met vermoedens van potentiele jihadgang. Gelet op de blijkt in welke periode welke personen bijzondere aandacht hebben of hadden van wisselingen tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en gemeenten De benadeling van personen bestaat uit de mogelijkheid dat uit de van ambtenaren van het ministerie van Ven] en gemeenten die bij de behandeling van verschillende casussen betrokken waren. Deze documenten zijn allemaal Deze beoordeelde s bestaan uit suggesties, adviezen en agendavoorstellen Documenten met de nummers 1-21, 24-42, 47-64, bevatten 140 s. Documenten met de nummers 43 en 44 zijn een briefwisseling tussen een intern beraad en bevatten persoonlijke beleidsopvattingen. Deze persoonlijke codering E. beleidsopvattingen heb ik uit de documenten verwijderd en aangeduid met de gemeente en het Ministerie van Veiligheid van Justitie, opgesteld ten behoeve van behoeve van intern beraad onder meer moet worden begrepen: nota s van concepten van stukken, agenda s, notulen, samenvattingen en condusies van interne besprekingen en rapporten van ambtelijke adviescommissies. commentaren, voorstellen, conclusies met de daartoe aangevoerde argumenten. Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan: meningen, opinies, ambtenaren en hun politieke en ambtelijk leidinggevenden, correspondentie tussen de onderdelen van een ministerie en tussen ministeries onderling, Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat onder het begrip documenten opgesteld ten beleidsopvattingen. Informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke Artikel 11, eerste lid, van de Wob bepaalt dat In geval van een verzoek om Persoonlijke beleidsopvattingen in een stuk voor intern beraad en gemeenten In de aanpak van jihadgang kan hierdoor in het geding komen. Het van worden gemaakt. Het belang van het goed functioneren van de Rijksoverheid Rijksoverheid weeg ik daarom hier zwaarder dan het algemene belang van naar mijn oordeel ook leiden tot onevenredige benadeling van organisaties waar dat in de openbaarheid komt in welke gemeenten problemen spelen met Openbaarmaking van bepaalde passages uit de bovengenoemde documenten zou potentiele jihadgangers. Daarnaast geven de documenten mogelijke herleidbaarheld naar personen van aandacht en de modus operandi omtrent omgang van gemeenten met potentiele jihadgangers. Hier kan mogelijk misbruik openbaarmaking deze informatie betrekking op heeft. Deze benadeling bestaat uit de mogelijkheid voorkomen van deze onevenredige benadeling van de betrokken gemeenten en betrokkene hierop door derden zal worden aangesproken. Het belang van betrokkenen met het voorkomen van mogelijk reputatieschade weeg ik hier reputatieschade en eventuele stigmatisering. Het is daarbij aannemelijk dat zwaarder dan het algemene belang van openbaarmaking. en kunnen leiden tot schadelijke effecten. Openbaarmaking zou kunnen leiden tot van de gevraagde informatie zou de betrokkene namelijk onevenredig benadelen aanhef en onder g, van de Wob aan openbaarmaking in de weg. Openbaarmaking als organisaties in deze documenten wordt apart toegelicht. personen. Mijn motivering voor de onevenredige benadeling van zowel personen Pagina 5 van 7

6 Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme is deze reeds openbaar en is hierop de Wob niet van toepassing. De overige Informatie die bestaat uit persoonlijke verweven met de persoonlijke beleidsopvattingen dat deze hier niet los van beleidsopvattingen, maak ik op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wob, niet openbaar, Voor zover er feiten voorkomen in de e-malls zijn deze zodanig de volgende website: nl/onderwerpen-a-z/dtn.aspx De documenten met nummers 45 en 46 die reeds openbaar zijn vindt u terug op publicaties/kamerstukken/2014/08/30/integrale-aanpak-jihadisme.html de volgende website: http :// nl/documenten-en De documenten met nummers 22 en 23 die reeds openbaar zijn vindt ii terug op Geplaatst met een vertraging van twee weken. besluit voor een ieder openbaar worden, zullen op worden gemaakt treft u bij dit besluit in kopie In bijlage 3 aan. De stukken die met dit De documenten die naar aanleiding van uw Wob-verzoek openbaar worden Wijze van openbaarmaking echter dezelfde soort documenten betreft met steeds een zelfde soort inhoud heb omdat dit geen redelijk doel zou dienen. ik van de weergave van de motivering van iedere afzonderlijk afgezien In het onderhavige geval heb ik alle e mails afzonderlijk beoordeeld. Nu het worden afgezien als dat zou leiden tot herhallngen die geen redelijk doel dienen. Raad van State van 23 september 2009, /1/H3) kan daarvan echter Volgens vaste jurisprudentie (bijvoorbeeld Afdeling bestuursrechtspraak van de gemotiveerd op welke grond openbaarmaking daarvan achterwege wordt gelaten. ik nog op dat in beginsel per document of onderdeel daarvan moet worden Gelet op het bovenstaande maak ik de s niet openbaar. In dit verband merk jurisprudentie van de Afdeling, onder meer de uitspraak van 12 februari 2014 ( ), waarin deze benaderingswijze wordt bevestigd. inhoudelijk niets zegt over de onderhavige bestuurlijke aangelegenheid en resterende informatie in de onderhavige s betreft ten slotte informatie die daarmee buiten de reikwijdte van het verzoek valt. In dit verband wijs ik op De, na toepassing van bovenstaande uitzonderingsgronden en beperkingen, toepassing op de s, hiervoor verwijs ik u naar overwegingen. kunnen worden gezien. Daarnaast zijn er andere weigeringsgronden van aanpak jihadisme. Daarmee zijn de s opgesteld ten behoeve van intern beraad. Voor zover de inhoud van bovengenoemde s terugkomt in het opgesteld in het kader van de ambtelijke voorbereiding van de uitvoering de Pagina 6 van 7

7 1 Justitie Een afschrift van dit besluit zend ik aan belanghebbenden. Tegen dit deelbesluit en het deelbesluit van 24 november 2014 gezamenlijk kunt voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo attentie van Directie Wetgeving en Juridische Zaken, sector Juridische Zaken, postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, bezwaarschrift indienen, gericht aan de Minister van veiligheid en justitie, t.a. v. u binnen zes weken na bekendmaking van het laatste deelbesluit een Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid H.W.M. Schoof Afschrift aan belanghebbenden Pagina 7 van 7

8