V E R S L A G * * * * * * *

Transcriptie

1 V E R S L A G * * * * * * * van de extra commissievergadering van de raad van de gemeente Vlagtwedde, gehouden op dinsdag 18 november 2014 om uur in het gemeentehuis in Sellingen. Voorzitter: Griffier: Aanwezig: Aanwezig: Afwezig: Verslag: L.A.M. Kompier. H.R. Kastermans. 16 leden: D.W. Hoftijzer (PvdA; fractievoorzitter), W. Eilert (PvdA), R. Joling (PvdA), E.M. Supheert (plv. commissielid GL), M. Heidekamp-Prins (CDA; fractievoorzitter), H. Hemmen (CDA), H.J. Kuper (CDA), J.J. Wachters (CDA), J.H. Brunen (GB) H. van der Goot (GB), M. Visscher (plv. commissielid GB), P.F.X. Timmermans (GB), E.C. van der Horst (Partij voor de Dieren; fractievoorzitter), H. de Vries (CU; fractievoorzitter), J.G. Sanders (D66; fractievoorzitter) en K. Buigel (plv. commissielid VVD). Wethouders S. Lok (CDA) en W. Potze (PvdA). H.A. Meendering (GL; fractievoorzitter), G.H.M. Heijne (GB; fractievoorzitter), J.R. Kruiter-Draadjer (GB) en H.B. Wijnholds (VVD; fractievoorzitter). H.J. Super 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. 2. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers Er hebben zich geen burgers gemeld. 4. Vragenronde commissieleden De heer Van der Goot (GB): Ik heb een korte vraag. Er heeft ons een bericht bereikt dat er een windmolenpark zou komen aan de grens van Ter Apel en wel in De Maten. Dat zou dan net op het grondgebied van de gemeente Emmen zijn. Weet het college daarvan? Mevrouw Van der Horst (PvdD): Ik had dezelfde vraag. Wethouder Lok: We hebben toevallig vanmorgen net dat stuk behandeld in het college en dat stuk zal ook doorgezonden worden naar de raad ter kennisname voorlopig. Dat is een schets van waar de gemeente Emmen denkt in de toekomst haar windmolens te plaatsen. Er zijn een viertal gebieden en één reservegebied ligt tussen Roswinkel en Ter Apel in, redelijk in de buurt van De Maten maar dan wel op Emmer grondgebied. Toch wel dichtbij. Wij hebben wel gezegd het lijkt ons goed om hier met de gemeente Emmen in overleg over te gaan. Het is een reservegebied. Wat is de status daarvan. Wat is de bedoeling daar precies. Wat zou er eventueel gebouwd worden. Wij nemen wel contact op met de gemeente Emmen om daar het overleg over te voeren. U zult daar verder nog over geïnformeerd worden. Pagina 1 van 13

2 5. Bestuurlijke informatie Er is geen bestuurlijke informatie. BESPREEKSTUKKEN 6.a. Vaststellen Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) De heer Joling (PvdA): Ik heb een aantal vragen en die wil ik als eerste even stellen in de eerste termijn. Op blz. 11 van het document bij het kopje 4.5 Financieel maatwerk. Tot 1 januari 2014 was het zo dat er een tegemoetkoming was voor mensen die langdurig ziek waren. Ik meende dat dat iets van rond de 320,-- was en op dat bedrag zit een bezuiniging in de nieuwe wet en een gedeelte van dat bedrag gaat nu dus naar de gemeente. In dat kopje 4.5 staat, ik zeg het even in mijn eigen woorden, dat de gemeente nog met een plan gaat komen wat er gaat gebeuren met een gedeelte van dat geld wat naar de gemeente gaat. Op zich goed alleen denk ik op welke manier worden de mensen bereikt die niet in beeld zijn bij de gemeente maar die bijvoorbeeld een WIA uitkering hebben en daardoor veel zorgkosten hebben, want daar was het bedrag in eerste instantie vroeger voor bedoeld, en op welke manier kunnen die mensen betrokken worden bij dat plan. Blz. 12 kopje 5.1 Maatwerkvoorziening daar wordt gesproken dat wanneer de keukentafelgesprekken plaatsvinden moet binnen 6 weken een beslissing volgen en stel dat er met spoed iets besloten moet worden dan kan het college van b. en w. een voorlopige voorziening treffen. Alleen denk ik bij mezelf om willekeur te voorkomen is het niet beter om hier een procedure voor af te spreken wanneer iets spoed is. Op blz. 7 wordt gesproken over het Rijksbudget, huishoudelijk hulp wordt tot 60% gekort en op blz. 12 staat met 40% gekort en op blz. 12 staat ook nog dat er een aantal voorzieningen zijn voor de komende twee jaar voor wat extra middelen. Is het nou 60% gekort of is het 40% gekort en die bandbreedte daartussen. Dat waren in eerste instantie de vragen voor de eerste termijn. Mevrouw Supheert (GL): Een van onze grootste zorgen bij de nieuwe wet zoals die hier ingevoerd wordt is dat een maatwerkconstructie de schaduwkant heeft van willekeur. Wij willen een aantal maatregelen voorstellen om daar op een goede manier mee om te gaan. Een van die dingen is dat er een goede registratie gaat komen van niet alleen de cliënten, want dan ben je bezig met de mensen die iets gekregen hebben maar dan begin je met de mensen die een hulpvraag hebben. Stel dat zijn er 200 dan ga je verder met de mensen die een aanvraag indienen, dat zijn er zeg maar 180, en tenslotte heb je de mensen die iets krijgen, dat zijn er 150. Doe je het evaluatieonderzoek alleen onder die 150 dan heb je dus een hele rare doorsnee van degenen die met deze regeling te maken gehad hebben. Wij willen graag een goede registratie vanaf het begin van wie komen er met een hulpvraag en als er een evaluatie gedaan wordt dat die groep en de groep met de afgewezen aanvragen ook meegenomen worden in de evaluatie. Een tweede is, maar dat is een wens, dat we graag een soort ombudsmanfunctie in het leven zouden willen roepen voor de klachtenprocedures die er zijn, een onafhankelijke derde te hebben die dan kijkt naar hoe het hier gaat in de gemeente. Om de toegankelijkheid te waarborgen wordt de Stichting MEE ingeschakeld, daar zijn wij op zich heel blij mee alleen die heeft hun dichtstbijzijnde vestigingspunt in Stadskanaal. Wij zouden graag zien dat zij op verzoek ook naar Sellingen komen of naar de cliënten thuis, om hun die begeleiding te bieden. Ik heb geen idee of dat mogelijk is ja of nee. Een vraag over het vermogen. Vermogen moet worden ingezet bij sommige verstrekkingen. Wat als dat vermogen niet verzilverd kan worden, even in de termijn van de notitie. Wat als het vermogen vastzit in een huis moet er dan een krediethypotheek gevestigd gaan worden of hoe gaat dat? Een andere vraag is wie bepaald het vermogen? Ik weet dat het CAK alles berekend en ik heb geprobeerd mij thuis te maken in het uitvoeringsbesluit WMO maar dat is zo vreselijk technisch en ingewikkeld dat ik graag van het college een korte samenvatting op hoofdlijnen wil hebben van hoe de regeling nou precies in elkaar zit. Is het college op de hoogte van de vier gouden regels die de Nationale Ombudsman voor deze regeling heeft ingezet? Financieel maatwerk, en dat komt op meerdere punten terug, dat het college zich de bevoegdheid toe-eigent om te beslissen om nadere regelingen vast te stellen. Dat het college zegt wij geven een nadere regeling voor de tegemoetkoming van de kosten bijvoorbeeld. Pagina 2 van 13

3 Nou is het zo dat we hier in de raad praten over details die de meeste burgers niet eens zo erg raken zoals de Legesverordening voor de Marktgelden e.d. maar iets waarmee we ,-- per jaar gaan binnenhalen van onze burgers zouden bij het college berusten. Ik vind dat dat bij de raad thuis hoort. Dat was het voor de eerste termijn. Mevrouw Hemmen (CDA): Een aantal vragen met name over de toegang naar aanleiding van de Beleidsnotitie. Ik heb al in het vorige overleg wat vragen gesteld over de toegang. Toch blijf ik ook naar aanleiding van het lezen van de notitie nog wat vragen houden. Als het gaat om de toegang moeten de mensen die de hulpvragers gaan bedienen nogal over wat expertise beschikken omdat je een hele nieuwe doelgroep binnenhaalt ook hele specifieke expertise. Mijn vraag is, is die expertise dan voldoende aanwezig in de toegang. Op welke wijze is dat dan geregeld. Ik ben ook benieuwd naar het afwegingskader op basis waarvan een beoordeling plaats gaat vinden wie wel of niet in aanmerking gaat komen voor een voorziening. Worden zorgaanbieders die ook de expertise in huis hebben op bepaalde vakgebieden worden die ook betrokken bij het tot stand komen van het besluit. Zo ja op welke wijze kan dat dan. Op het moment dat het besluit aangepast moet worden omdat er toch meer zorg nodig is is daar dan ook ruimte voor. Kan dat besluit opnieuw aangepast worden of opgeplust worden en wie doet dat dan. Is dat dan een aanbieder die dat aan gaat vragen of blijft dat bij de burger. Dan ten aanzien van het PGB beleid in relatie tot de inkoop van zorg. Ik heb natuurlijk gelezen dat de opmerkingen die gemaakt zijn ten aanzien van het PGB beleid in het kader van de Beleidsnotitie Jeugdzorg dat die terug zijn te vinden in deze stukken. Daarvoor dank. Mooi dat daar rekening mee wordt gehouden op deze manier. Toch blijf ik, ook namens mijn fractie, er voor pleiten om bij het te kiezen inkoopmethodiek om daar ook het uitgangspunt keuzevrijheid van de cliënt in mee te nemen. Maar ook ruimte voor innovatie voor nieuwe aanbieders. Dan heb ik nog een vraag over privacy en uitwisseling van gegevens. Het gaat om gevoelige informatie, het gaat om privacy gevoelige informatie en is het wellicht een mogelijkheid dat wij geïnformeerd worden hoe we omgaan met de privacy regels, hoe het college dat denkt te doen. Wellicht is dat ook schriftelijk mogelijk. Dan communicatie. Er staat een stuk over communicatie dat gaat met name over hoe wordt het publiek geïnformeerd over alle wijzigingen in de zorg. Ook in aansluiting op de landelijke campagne maar hoe worden de klanten die het echt raakt hoe worden die geïnformeerd? Is die communicatie reeds gestart? Dan nog monitoring en sturing ook daar is hier in deze raad al eerder over gesproken dat we toch graag, en ik hoor het aan mijn linkerkant ook noemen, dat we toch graag wat sturings-, monitoringsmogelijkheden willen hebben als raad om ook de effectiviteit en ook de kwaliteit te kunnen beoordelen. Daar denken we uiteraard ook weer graag in mee. De heer Brunen (GB): Wij hebben in eerste instantie één vraag en dat gaat over de wijkverpleegkundigen. Er zijn natuurlijk meerdere partijen binnen onze gemeente als wijkverpleegkundige. Ik kan bijvoorbeeld buurtzorg noemen of Meander. Onze vraag is eigenlijk zijn daar al gesprekken mee gevoerd? Hoever zijn die contracten? Dan heb ik nog een vraag over de indicatie maar dat komt denk ik meer voor straks in de verordening. Als er een keukentafelgesprek is of er wordt een indicatie gesteld dan kan men een bezwaar indienen. Mijn vraag is dan wat gebeurt er in die tussenliggende periode als het bezwaar ingediend is. Wat gebeurt er dan met de eventuele zorg? Mevrouw Van der Horst (PvdD): Bij het lezen van al die stukken zijn er toch drie punten waar wij nog even aandacht voor willen vragen. Dit zijn de zorgmijders, dat zijn vaak mensen met psychische of psychiatrische klachten en dementerende ouderen. Onze vraag is is daar eigenlijk een apart alert beleid voor bedacht zodat je snel de signalen kan opvangen of de signalen kan zien vroegtijdig. Het tweede is landelijk is een groep in beeld namelijk de thuiswonende demente ouderen is daar specifieke aandacht voor en hoe gaat men dat aanpakken. Het derde is die WMO consulenten krijgen een hele zware taak is er een zorgvuldige afweging en is er ook een behoorlijke scholing voor deze mensen? De heer De Vries (CU): Mevrouw de voorzitter sommige mensen zullen zelfs te trots zijn om hulp te vragen dus los van het feit dat mensen soms denken recht te hebben en ik denk dat we moeten constateren dat we het in Nederland heel best hebben. We horen bij de landen in de top 5 voor wat betreft zorg zijn er ook mensen die soms te trots zijn en aanvullend op wat mijn buurvrouw zei en mevrouw Supheert richting een Ombudsman of Pagina 3 van 13

4 cliëntondersteuning denk ik dat het goed is dat meegenomen wordt hoe mensen er in staan wanneer ze met een hulpvraag komen. Het tweede punt is een beetje los van de WMO en dat gaat over blz. 13 waar opeens gesproken wordt over burgerinitiatieven die dan maximaal 5.000,-- zullen bedragen. U zult begrijpen dat ik gelijk de link maak met burgerinitiatieven die in de begroting zijn genoemd, en die zijn veel groter, dat vind ik dus vreemd. Het derde punt is de dienstencheck, ik heb dat al een paar keer eerder genoemd tijdens vergaderingen, ik heb ook de wethouder op de hoogte gesteld, die dienstencheck die vindt plaats. Hebben ze - en dat is vooral in verband met huishoudelijke hulp en andere werkzaamheden die ook zeg maar in de buurt van zorg kunnen zijn en soms meer of minder, afhankelijk van de inschatting gesubsidieerd kunnen worden, daar ook aan gedacht bij de uitwerking van deze notitie. De heer Buigel (VVD): Ook onze fractie had een vraag over de communicatie maar die is al goed gesteld door mevrouw Hemmen dus zal ik die niet gaan herhalen. Toch hebben wij nog een paar detailvragen. Wat gaat het college precies doen met vereenzaming. Hoe gaat het college dit voorkomen dan wel bestrijden? In hoeverre is het verenigbaar, hoe wordt de balans in onze gemeente gevonden tussen enerzijds dat ouderen langer zelfstandig thuis blijven wonen en aan de andere kant rijks halve opgelegde budgetkortingen. Hoe gaan de gezinsregisseurs om met beginnende dementie? Want beginnende dementie is niet altijd eenvoudig detecteerbaar en zeker niet bij een kort keukentafelgesprek. Wat voor preventie gaan daar de gezinsregisseurs zich op voorbereiden? Wat wij ook in het plan terugvinden is dat de huisarts heeft als poortwachter een zeer belangrijke functie. Ook zal de samenwerking met huisartsen geïntensiveerd worden. Hoe gaat de gemeente dit faciliteren? Wanneer kan deze gemeenteraad de uitkomsten van het project De Zichtbare Schakel verwachten? Tot zover de eerste termijn. De heer Kuper (CDA): Ik heb nog een aanvullende vraag op hetgeen mijn college mevrouw Hemmen al gevraagd heeft namens onze fractie. Op pagina 14 wordt gesproken over het mantelzorgakkoord. Wanneer kunnen we dit tegemoet zien en wat zal hier ongeveer in beschreven gaan worden? Wethouder Potze: Ik zal proberen om zoveel mogelijk vragen vanavond te gaan beantwoorden. Wij hadden als college de raad de mogelijkheid gegeven om technische vragen maandagmorgen uiterlijk in te dienen. Als ik deze vragen bekijk dan denk ik dat er best een aantal vragen bij zitten die misschien wel van te voren ingediend hadden kunnen worden. Ik ga mijn best doen om zoveel mogelijk vragen te beantwoorden en daar waar het niet lukt, is er ambtelijke ondersteuning vanavond aanwezig en anders dan gaan wij dat schriftelijk nog aan de raad doen toekomen. Ik begin met de vragen van de heer Joling die begint met de afschaffing van een aantal regelingen, de Wtcg regeling en de Cer regeling en de vraag wat gaan we doen met de middelen die daarvoor vrijkomen. Allereerst is daar een forse bezuiniging op gepleegd dus wij kunnen als gemeente niet hetzelfde doen als wat daarvoor gedaan werd. Ik heb in de vorige vergadering al aangegeven, dat wat het college betreft in ieder geval een deel van deze middelen gebruikt gaan worden voor het verbreden van de doelgroep voor de collectieve ziektekostenverzekering. Dat heb ik de vorige keer ook gevraagd aan de raad: mogen we daar alvast mee verder. Ik zal het vanavond nog wat explicieter voorleggen want daar willen we de doelgroep die tot nu toe op 110% van het bijstandsniveau zat, om dat naar 130% op te rekken. Daarmee wordt de groep groter en kan in een aantal gevallen, bijvoorbeeld het eigen risico in de verzekering worden meegenomen, zodat het verplichte eigen risico daarmee wegvalt. Daar gaan we in ieder geval als de raad daar vanavond die richting kan steunen mee verder, daar zal het grootste gedeelte van de middelen die wij daarvoor krijgen, totaal om en nabij de ,-- mee gemoeid zijn. Ik heb de vorige keer al toegezegd dat nadere planvorming nog in deze raad aan de orde komt. Dan vraagt de heer Joling naar de eventuele spoedprocedure en hij geeft eigenlijk aan moeten we daar niet regels voor vaststellen zodat willekeur wordt voorkomen. Dit college kiest er voor dat wij vooral maatwerk willen leveren. Hoe meer wij met elkaar vast gaan leggen in regels des te meer problemen voorzien wij om ook in bepaalde gevallen, en ik heb dat toen we het Beleidsplan Jeugd aan de orde hadden ook al aangegeven, laten we niet alles vastleggen maar als er bepaalde situaties zich voordoen vertrouw op het college dat we daar op een snelle manier actie op kunnen ondernemen. Dan de vraag over het budget huishoudelijke hulp. Het verschil tussen 60% en 40% en dat is op zich niet zo raar er wordt 40% bezuinigd en dat betekent dat er tot 60% overblijft en =60. Dus dat verschil is niet zo Pagina 4 van 13

5 moeilijk. Overigens is het wel zo dat die 40% in de praktijk wel iets minder is, die zal ongeveer op 32% uitkomen. Er wordt vanuit het Rijk natuurlijk daarop bezuinigd. Er zijn extra middelen dat is de huishoudelijke hulp toelage daar heeft de heer Brunen al een keer een vraag over gesteld de aanvraag is gedaan en voor 1 december moet daar een plan voor ingediend zijn bij het ministerie. Dat plan is bijna klaar. Bespreken wij volgende week in het college en zoals toegezegd krijgt de raad dat plan ook te zien. Dan naar de vragen van mevrouw Supheert toe en dan gaat het met name over de evaluatie, worden afgewezen aanvragen daar ook in meegenomen. Ja want dat was bij de oude WMO taak ook al het geval. Bij het vorige cliënttevredenheidsonderzoek op het gebied van de WMO is die vraag ook al aan de orde geweest en is gezegd ook de mensen die afgewezen worden die worden meegenomen in die totale evaluatie. Dan de vraag over het toezicht als mensen klachten hebben. Natuurlijk staat altijd de weg van bezwaar en beroep open en kan men ook een klacht indienen bij ons maar er is ook, en dat zal zoals het nu lijkt provinciaal georganiseerd worden, zal er een ambtenaar belast worden met misstanden bij zorginstellingen waar mensen hun klacht neer kunnen leggen. Dan de vraag over MEE het verzoek om die ook lokaal, thuis, in te kunnen zetten. Dat is wat wij willen als college, dat is ook wat wij met MEE in het continuïteitsarrangement hebben afgesproken, dat die medewerkers ook lokaal ingezet kunnen worden en die kunnen dus ook bij een gesprek zitten bij mensen thuis aan de keukentafel. De vraag over het vermogen, mevrouw Supheert geeft zelf al aan dat de eigen bijdrage vastgesteld wordt door het CAK, hoe dat precies zit als het vermogen vast zit in het eigen huis dat moeten we even nakijken misschien dat daar straks ambtelijk iets over gezegd kan worden anders dan beantwoorden we dat even schriftelijk. Volgens mij kan daar direct iets over gezegd worden. De heer Lentink: Het antwoord is een beetje flauw misschien maar het Rijk heeft de CAK uitdrukkelijk aangewezen als de organisatie die de eigen bijdrage vaststelt en op die manier is ook bepaald dat een deel van het eigen vermogen meegenomen wordt. Een paar jaar geleden was er nogal wat commotie rondom het eigen vermogen. Als iemand bijvoorbeeld in een verzorgingshuis opgenomen wordt en dat kan niet tijdig genoeg vrijgemaakt worden. Ddat geldt op zich niet voor ons, want daar zijn wij op zich als gemeente geen partij in, maar al met al u merkt op die vaststellen van die bedragen is vrij ingewikkeld, ja dat is zo maar daar kunnen wij als gemeente helemaal niets aan doen. Dat hebben we te nemen zoals het is. Ik hoop dat dat voor u een antwoord is waar u mee leven kunt. Mevrouw Supheert (GL): Het CAK doet het dus al. Wat is het gevolg wanneer iemand vermogen heeft dat vastligt wordt er dan een krediethypotheek gevestigd of iets dergelijks of hoe gaat dat? De heer Lentink: Op dit moment hebben we daar eigenlijk nog helemaal geen ervaring mee. Het CAK stelt eigen bijdragen vast, daar hebben we te maken met huishoudelijke hulp en andere voorzieningen dat heeft op dit moment nog niet tot problemen geleidt. Dat loopt nu een tijdje. Bij de meeste mensen is het gewoon zo dat een bepaald deel van het vermogen wordt meegenomen als eigen inkomen en getrapt weegt dat vermogen mee. Wij hebben daar nog geen vervelende ervaring mee gehad. Het enige wat ik weet uit de landelijke pers is dat dat zich met name spitst op mensen die in een verzorgingshuis zijn gaan wonen. In die situaties waarin niemand meer in die woning woont en de woning te koop staat. Voor dit soort situaties zijn wij geen partij. Wethouder Potze: Dan stelde mevrouw Supheert nog een vraag over de bevoegdheid van de raad en dan ben ik het even kwijt, het ging om een bedrag van ,-- hoorde ik u zeggen. Waar u precies bedoelt waar de bevoegdheid van de raad zou moeten liggen waar die nu aan het college is. Anders mag het ook in de tweede termijn. Dan de vragen van mevrouw Hemmen en dan te beginnen bij de toegang tot de WMO en de expertise die daarmee gemoeid is. Het is zo dat de bestaande WMO consulenten dat die een stuk scholing aangeboden krijgen maar dat wij ook het WMO team zullen gaan uitbreiden en dan ook specifiek iemand zoeken die kennis en ervaring heeft met de nieuwe doelgroep die wij als gemeente gaan krijgen per 1 januari. Daar zijn de zorgaanbieders op dat moment natuurlijk niet bij betrokken want wij moeten daar gewoon onafhankelijk een besluit en eventueel een beschikking gaan geven. Uiteindelijk vraagt de cliënt zelf natuurlijk aan en als op enig moment blijkt dat er iets anders aangevraagd moet worden dan wat tot nu toe gegeven is, is de cliënt weer aan zet om dat te gaan aanvragen. Pagina 5 van 13

6 In het kader van het PGB beleid hebben wij afgesproken dat de uitgangsnotitie die daarvoor geschreven wordt, zowel voor de jeugdzorg geldt als ook voor de AWBZ/WMO zorg en dat daar keuzevrijheid natuurlijk, dat hebben we al vaker uitgewisseld, dat we daar hetzelfde over denken. Ten aanzien van de privacy is, volgens mij door het college ook al een toezegging gedaan om daar nog eens apart naar uw raad over te communiceren. Ook in het licht van de Jeugdzorg, wie krijgt tot welke gegevens inzicht enz. Het punt communicatie hoe worden mensen bereikt. Het is zo, dat de mensen die vallen onder de AWBZ, die nu naar de gemeenten toegaan, dat zijn voor de gemeente Vlagtwedde 260 personen, zullen allemaal persoonlijk op de hoogte gebracht worden zoals wij dat in deze raad hebben afgesproken, het continuïteitsarrangement voor 2015 en daarbij zal tevens worden aangegeven, dat in 2015 met al die mensen een persoonlijk gesprek gevoerd zal gaan worden en in een aantal gevallen zal dat ook meerdere gesprekken zijn. Want, de heer Buigel vroeg dat, iemand met dementie kun je dat in één kort gesprek al vaststellen. In een aantal gevallen zal er echt vaker een gesprek nodig zijn, in een aantal gevallen zul je eerst vertrouwen moeten winnen, dat voelen WMO consulenten ook aan en dan kan het best zijn dat er twee of drie gesprekken nodig zijn. Maar die worden in 2015 gevoerd om af te stemmen wat er echt nodig is. Het punt monitoring en sturing vanuit de raad, de raad heeft nu in ieder geval volop de sturing vanuit het WMO beleidsplan en de verordening die daarbij ligt maar ik ben ook graag bereid om met enige regelmaat in deze raad te spreken over de voortgang van een aantal zaken. Wij weten dat we voor een grote opgave staan in 2015, niet alleen op het gebied van de WMO maar ook op het gebied van de Jeugdzorg en de Participatie en het lijkt mij goed dat we daar met enige regelmaat over spreken. Dat kan in de werkgroep Sociaal Domein maar dat kan ook wat mij betreft raadsbreed. De vraag van de heer Brunen over de wijkverpleegkundigen zijn er al gesprekken gevoerd? Het antwoord daarop is ja daar is al over gesproken en de vraag die nu nog boven de markt hangt is waar positioneer je nu exact de wijkverpleegkundige want u kunt zich voorstellen als je die bij een zorgaanbieder plaatst dat er wellicht bij de andere zorgaanbieder het gevoel komt van wordt de zorg niet via die wijkverpleegkundige naar de zorgaanbieder gegeven waar die in dienst is. Daar zijn we nog over aan het nadenken hoe we dat precies positioneren. Dan over de bezwaarperiode, wat gebeurt er op dat moment met de zorg. Op dat moment is het besluit dat iemand die zorg aanvraagt die niet krijgt daarover in bezwaar gaat die krijgt het op dat moment niet, tenzij je iets in de spoed wilt gaan aanvragen. Maar, u noemde de termijn van zes weken, dat is de maximale termijn, wij proberen natuurlijk zo snel mogelijk een besluit te nemen en dat lukt ook over het algemeen vrij aardig. De zes weken is ingezet vanwege vakantieperiodes enz. dat wij wel, als er nader onderzoek nodig zou zijn, dat we die zes weken hebben. De vraag van mevrouw Van der Horst over zorgmijders en demente ouderen daar heeft ze iets over gevraagd. Dat waren ook wel vragen die de heer De Vries van de ChristenUnie had en hoe voorkomen we bijvoorbeeld vereenzaming. Dat wil ik bij één antwoord noemen. Wij hebben natuurlijk een Stichting Rzijn in onze gemeente die met enige regelmaat mensen bezoekt en juist dat nu een aantal dingen bij de gemeente komen te liggen kunnen wij snel ingrijpen, hebben wij korte lijnen in onze gemeente en kunnen we er voor zorgen dat als er signalen zijn dat we dat goed kunnen doorspelen. Dat geldt ook voor huisartsen die daar een schakel in zijn maar afgelopen week hebben we ook gesproken met apothekers die aangeven wij komen ook thuis bij mensen, wij brengen daar medicijnen, wij zien ook een aantal dingen, kunnen wij ook niet een schakel zijn in dat hele traject en kunnen wij ook niet signalen ergens neerleggen. Dan vroeg mevrouw Van der Horst ook naar de WMO consulent en scholing daar heb ik al richting mevrouw Hemmen antwoord op gegeven. De heer De Vries vraagt nog even specifiek naar de 5.000,--, dat is de 5.000,-- die in het project Wonen en Leven zit waar instellingen en organisaties een beroep op kunnen doen. Dan sprak hij over de dienstencheck huishoudelijke hulp. Het is zo dat met het plan - en dan bespreek ik al iets wat in het plan staat van de huishoudelijke hulp de toelage - de basis daarvan is dat mensen een aanvraag kunnen doen en een deel van het uurtarief vergoed krijgen vanuit die middelen en dus voor een gereduceerd tarief de huishoudelijke hulp in kunnen schakelen. Even kijken of ik de vragen van de heer Buigel dan allemaal beantwoordt heb. Hij vraagt nog naar de evaluatie van de zichtbare schakel wanneer die komt. Ik zal zo even ambtelijk vragen of die al in voorbereiding is en zo ja wanneer die dan komt. Pagina 6 van 13

7 Hoe verhoudt zich het lange thuis wonen tot de rijkskorting. Dat is een spannende de Rijkskorting hebben we gewoon mee te maken en daar doen we ook niet zoveel aan. Alleen hoe krijgen we dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen want dat is de vraag die ligt, daar hebben we dus deze middelen allemaal voor wat in het WMO Beleidsplan staat. Hoe kunnen we mensen optimaal ondersteunen. Daar zijn allerlei maatregelen voor om mensen inderdaad langer thuis te kunnen laten wonen. Dat betekent de juiste voorzieningen daar naar toe brengen maar het kan ook zijn dat we daar met mantelzorgers iets gaan doen, de vrijwillige thuishulp kunnen we iets mee doen, uiteindelijk kunnen we ook kijken naar het sociale netwerk wat mensen hebben om er voor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Dan vraagt de heer Kuper nog specifiek naar het Mantelzorgakkoord. Ik heb de vorige keer aangegeven, dat ten aanzien van het Mantelzorgakkoord wij samenwerken met de gemeente Bellingwedde. En als het gaat om het vrijwilligersbeleid mantelzorgbeleid, dat zijn twee nieuwe dingen die bij gemeentes terecht komen, om dat uit te werken. Wij willen daar een akkoord maken, dat klinkt misschien wat zwaar, waarin een aantal maatregelen staan om mantelzorgers zo optimaal mogelijk te ondersteunen, te voorkomen dat mantelzorgers overbelast worden, daar kunt u zich wellicht van alles bij voorstellen hoe we dat proberen te doen. Daar zijn ook middelen voor vanuit het Rijk om daar iets mee te doen. Het Westerwolds Zorghuis is daar natuurlijk een onderdeel van om mantelzorgers optimaal te ondersteunen. Dan kijk ik even of op de zichtbare schakel al antwoord gegeven kan worden. De heer Lentink: Uw raad heeft voor 2013 en voor 2014 geld beschikbaar gesteld voor de zichtbare schakel, dat was geld dat door het Rijk weer naar de gemeente doorgesluisd werd, het geld wordt ingezet, dat is ook in het voortraject met uw raad besproken en door Meander, 2014 loopt nog en begin 2015 volgt de evaluatie. Verder is bij de toekenning van de bedragen ook opgemerkt dat ook duidelijk moet zijn dat die bedragen ingezet zijn waarvoor ze bedoeld zijn en anders behoudt de gemeente zich het recht om het geld terug te vorderen. Normaal gesproken is dat wat strak maar dat is wel de inzet. Er moet goed verantwoord worden waar die gelden voor beschikbaar zijn gesteld tegelijkertijd is het een mooie opmaat voor de belangrijke positie die de wijkverpleegkundige in zijn totaal krijgt in Van die ervaring hopen we in de toekomst profijt te hebben. Wethouder Potze: Volgens mij heb ik alle vragen beantwoord maar als dat niet zo is hoor ik dat graag. De heer Joling (PvdA): Nog even terug naar de spoedprocedure. De wethouder zegt misschien is het verstandig om daar niet al te strakke regels over af te spreken want de regels geven dan ook weer de beperkingen aan omdat we naar maatwerk toe willen. Ik snap dat allemaal wel, alleen aan de andere kant denk ik zou het toch niet beter zijn om, al zijn het niet hele strakke regels, maar om toch op de een of andere manier een regeling te krijgen wanneer iets nou spoed is en wanneer niet. Anders krijg je verkeerde verwachtingen en denk ik waarop baseert het college zich dan wanneer iets wel of niet spoed is. Ik kan me voorstellen iemand die zorg nodig heeft, die vindt al vrij snel van zichzelf dat dat spoed is. Op basis van die regels kan hij dan een spoedprocedure bij het college gaan aanvragen en ik voorzie dan ook heel veel werk voor het college. Ik kan me voorstellen dat heel veel mensen dan zo n procedure gaan aanvragen. Ik denk misschien toch beter om daar regelingen voor af te spreken. Mevrouw Supheert (GL): Ik heb even opgezocht in welke punten het gaat om de raad versus het college die iets bepaald. Dat heeft te maken met punt 4.5 op blz. 11 waar het college bij nadere regelingen wil bepalen wanneer een tegemoetkoming kan worden verstrekt en dat gaat en dan spring ik toch vast even naar de verordening toe om artikel 12.5 van de verordening. Ik ben van mening dat de raad in deze situaties het kader moet vaststellen en dat dat niet bij het college ligt. Het tweede punt is, ik begrijp dat er geen ervaring is met hoe het gaat als iemand vermogen heeft die een beroep gaat doen op deze voorzieningen. Ik denk dat we daar wel heel erg alert op moeten zijn op wat de consequenties gaan worden. Ik wil graag van de wethouder de toezegging dat als het zich voor gaat doen dat we heel snel inzicht krijgen in wat de gevolgen zijn voor de individuele gevallen. Ik hoorde u zeggen dat de mensen die een aanvraag indienen die afgewezen wordt dat die meegenomen worden in de evaluatie. Deze regeling heeft nu een derde categorie en dat zijn de mensen die alleen een hulpvraag neerleggen. Ik zou ook graag zien dat die meegenomen worden in de evaluatie. Ik heb van u geen reactie gehad op mijn vraag over de regels van de Ombudsman. De heer Sanders (D66): Tijdens de vorige commissievergadering heeft mijn fractie zich geuit over de zorgen die wij hebben in het kader van privacy regeling. De privacy die wat minder goed hier zichtbaar is. Ook de CDA Pagina 7 van 13

8 fractie heeft de zorgen daaromtrent over uitgesproken. Nu hoor ik de wethouder in de eerste termijn zeggen van dat hij zou komen, dat heeft hij ook toegezegd, met een stuk waarin de privacyregeling nader zal worden uitgewerkt. Volgende week gaan wij hier formeel over beslissen, kunt u aangeven hoever het er mee staat. We gaan er 1 januari wel mee beginnen en de tijd is niet meer zo lang. Wij blijven ons zorgen maken omtrent dit punt. Mevrouw Hemmen (CDA): Mijn vraag omtrent de expertise, er wordt geïnvesteerd in scholing begrijp ik in het kader voor de WMO consulenten. Ik vind dat wel heel ligt aangezet want er zijn echt mensen, professionals, die hebben daar meer dan vier jaar voor gestudeerd om goed in te kunnen schatten wat ziektebeelden zijn, wat er aan de hand is. Je ziet ook dat veel gemeenten daarom kiezen voor een wat breder georganiseerde toegang, een sociaal wijkteam noemen ze dat ook wel. Er zitten meerdere disciplines in. Is hier nou heel nadrukkelijk niet voor gekozen om de toegang wat breder te organiseren of is dat gewoon een toevalligheid dat dat zo wordt ingericht. Dan heb ik nog één vraag over de ondersteuning bij het langer thuis wonen. Er wordt veel geregeld zodat mensen dat ook kunnen. Wordt er ook nagedacht over ICT ontwikkeling en innovatie op dat terrein. Want dat biedt ook heel veel mogelijkheden om mensen echt daadwerkelijk langer thuis te kunnen laten wonen. De heer Kuper (CDA): Nog een kleine vraag aangaande het mantelzorgakkoord. Wanneer is de verwachting dat dit akkoord klaar is. Het is een akkoord, tussen welke partijen is dit akkoord dan. Spelen de mantelzorgers hier ook nog een rol in. Hoe moet ik dat voor me zien. De heer Brunen (GB): Ik hoorde de wethouder net zeggen over de samenwerking met Bellingwedde. Nu las ik in de krant het afgelopen weekend dat aanbesteding, ze doen het op een andere manier daar, dat dat opnieuw plaats gaat vinden. Mijn vraag is heeft dat straks ook nog gevolgen? De heer De Vries (CU): Ik begrijp uit de reactie van de wethouder dat eigenlijk de link met de burgerinitiatieven een beetje ongelukkig in het document staat, klopt dat? De heer Buigel (VVD): Op onze vraag betreffende de vereenzaming geeft de wethouder aan dat de medewerker van Rzijn er alles aan gaat doen. Wat gebeurt er met de mensen die niet in beeld zijn bij Rzijn. Dan op mijn vraag als mensen langer thuis blijven wonen, de wethouder geeft aan van er is vrijwillige thuiszorg, mantelzorg, familie etc. wat als het sociale veld niet aanwezig is wat gaat er dan gebeuren? Wethouder Potze: De heer Joling begint in tweede termijn over de spoedprocedure en moeten we daar regels voor gaan afspreken. Volgens mij zouden we het zo kunnen afspreken dat, want ik snap de vraag op zich heel goed en om inderdaad ook willekeur te voorkomen, maar laten we ook maar gewoon 2015 gaan beginnen en we zullen tegen een aantal dingen gaan aanlopen en wat mij betreft gaan we dan ook met enige regelmaat daar ook over spreken. Ik hecht er wel aan dat wij als college, we willen allemaal vooral minder regels, we willen snel kunnen handelen als dat nodig is, we willen maatwerkvoorziening kunnen geven. Wij beoordelen de vraag of het direct allemaal spoed is is maar de vraag. Over het algemeen valt dat allemaal wel mee. Maar geef ons als college de vrijheid om als het nodig is snel te kunnen handelen. Hoe meer regels we vaststellen, hoe lastiger dat wordt. Als de raad behoefte heeft om daar wel regels voor op te stellen, wij willen dat als college best doen maar dat wel graag in nadere beleidsregels vastleggen. Ik vraag me wel af welke regels wil je dan met elkaar vastleggen want elke aanvraag staat op zich en dat is een hele lastige maar daar kunnen we het best over hebben. Mevrouw Hemmen (CDA): De discussie over willekeur en maatwerk ik denk als je maatwerk wilt kunnen leveren moet je dus zorgen dat er vrije ruimte is om dat ook te kunnen doen. Ik ben er zeker niet voor om alles vast te leggen in extra regels. Ik weet niet hoe de rest daar over denkt maar aan de andere kant als je die vrijheid van handelen geeft dan vraagt dat ook een professionaliteit aan de poort en daar zit dan nog wel een stukje zorg. Wethouder Potze: Ik ben blij met de woorden van mevrouw Hemmen want dat probeer ik ook aan te geven en de zorg aan de poort zal ik zo op antwoorden. Ik ga eerst even om het rijtje netjes bij langs te lopen naar de vragen van mevrouw Supheert en die vraagt naar de bevoegdheid van de raad rondom een aantal bedragen en Pagina 8 van 13

9 volgens mij gaat het dan om de bedragen die vrijvallen uit de Cer en de Wtcg regelingen, dat bedrag heeft u in de begroting vorige week vastgesteld. Mevrouw Supheert (GL): Het gaat mij niet zo zeer om de bedragen in de begroting maar om de keuzes, zoals in 4.5 staat op blz. 11, de keuzes dat het college bij nadere regeling gaat bepalen in welke gevallen er een tegemoetkoming kan worden verstrekt. Ik denk dat een kaderstelling daarvan bij de raad thuis hoort en datzelfde geldt voor maar daar komen we straks nog op bij de verordening waar ook denk ik de raad kaderstellend moet zijn en het college de invulling moet geven. Wethouder Potze: Vindt mevrouw Supheert het goed dat wij daar voor volgende week nog even schriftelijk op reageren hoe we dat precies zien? Dat geldt ook voor een aantal vragen waar we even wat dieper op willen ingaan en wat we dan voor volgende week nog wel schriftelijk aan de raad doen toekomen. Dat geldt ook voor de regels van de Ombudsman, die ken ik ook niet uit het hoofd. De heer Sanders die vroeg naar de privacy kan dat volgende week al. Nee, dat kan volgende week nog niet, wij willen dat breder bekijken, wij hebben ten aanzien van de jeugdzorg gezegd daar speelt die privacy ook een belangrijke rol en daar willen we ook specifiek naar kunnen kijken, naar de uitvoeringsnotitie jeugd, is net vastgesteld door het college, dus ook welke mensen zitten er in de toegang welke mensen krijgen straks inzicht in gegevens en tot welk niveau en dan gaan we het echt per persoon noteren. Daarnaast is er natuurlijk een landelijke privacy wetgeving die is natuurlijk sowieso leidend in deze gevallen. Wij komen daar bij de raad nog met een apart verhaal over de privacy en tot welk niveau kunnen mensen bij bepaalde gegevens maar dat kan niet voor volgende week al. De heer Sanders (D66): Ik ben dankbaar voor de woorden van de heer Potze. Volgende week dat begrijp ik het is kort dag en het moet goed onderbouwd en nader worden uitgelegd. Kunt u aangeven, misschien toezeggen, dat het wel voor 1 januari gebeurd? Want 1 januari gaan we met zijn allen los, om het zo te noemen en dan zullen we er ook moeten staan, ook op dit gebied. Wethouder Potze: Die toezegging doe ik graag, die heb ik ook al eerder gedaan dat het op 1 januari allemaal moet staan als een huis en daar staat dit college voor en dat gaan we ook regelen. Ergens begin december zullen wij met een stuk komen over exact de privacy. Dan mevrouw Hemmen over de toegang. Wij hebben natuurlijk onze WMO consulenten die doen de scholing voor een deel al, daarnaast hebben we aangegeven we gaan uitbreiding zoeken en dat zal ook op 1 januari geeffectueerd zijn, overigens is het natuurlijk niet zo dat we op 1 januari opeens allemaal gesprekken en indicaties moeten gaan afgeven want we hebben natuurlijk gewoon de continuïteit van zorg die daarvoor staat. Daar hebben we het jaar 2015 voor. Dat hoeft niet specifiek allemaal op 1 januari helemaal klaar te zijn. Daarnaast blijven wij natuurlijk gewoon gebruik maken van Trompetter & Van Eeden voor onafhankelijk advies bij een aantal zaken en daar zit natuurlijk ook een groot deel deskundigheid. Die gebruikten we ook al voor de oude WMO taken en die zullen we ook, en dat staat ook in het beleidsplan, gebruiken voor nieuwe aanvragen. Dan de vraag over de ICT en als mensen langer thuis willen blijven wonen zou ICT daar een rol in kunnen spelen. Ik heb net aangegeven dat we deze week gesproken hebben met een apotheker die daar een heel goed en mooi project voor heeft, dat mensen ook kunnen communiceren digitaal met hun huisarts, met de apotheek en dat ook bijvoorbeeld een van hun kinderen daar in kan meekijken en praten, dus dat zijn dingen waar we mee bezig zijn. Die zouden zeker een rol kunnen spelen in het langer thuis laten wonen van mensen. Dan vraagt de heer Kuper nog het mantelzorgakkoord tussen wie wordt dat afgesloten. In ieder geval zijn de mantelzorgers daar natuurlijk bij betrokken, dat zou bijvoorbeeld via Rzijn kunnen, maar daar zouden bijvoorbeeld ook werkgevers een rol in kunnen spelen. Dus ook met werkgeversorganisaties zouden we daar in gesprek kunnen gaan om daar afspraken over te maken. In het verlengde daarop vraagt de heer Brunen de samenwerking met Bellingwedde, want daar gaan we mantelzorg/vrijwilligersbeleid samen mee ontwikkelen heeft dat nog gevolgen dat de aanbesteding opnieuw moet. Nee, want als het gaat om de directe zorg dan hebben wij gekozen, samen met een aantal andere Groninger gemeenten, voor het continuïteitsarrangement, Bellingwedde kiest daar een iets andere koers in, maar ten aanzien van vrijwilligersbeleid en mantelzorgbeleid, daarvan hebben we afgesproken dat zijn nou twee taken die ook bij de gemeente terecht komen en die losstaan van de directe zorgtaken die je hebt dat je daar gezamenlijk beleid op kunt ontwikkelen, dat staat nog steeds. Dat gaan we samen met Bellingwedde doen. Pagina 9 van 13

10 Dan vraagt de heer De Vries staat dat fonds Wonen en Leven wat ongelukkig in het document. Volgens mij staat er niets ongelukkig in het document er is goed over nagedacht wat er allemaal staat maar u mag het ook zo lezen dat wij uitgaan van eigen kracht. Eigen kracht van onze inwoners daarom heet het stuk Eigen kracht Verzilveren en dat een van de onderdelen van eigen kracht is het fonds Wonen en Leven. Waar mensen op eigen kracht geld kunnen aanvragen en waarin ze op eigen kracht een aantal dingen in de wijk of in hun buurt kunnen organiseren. Dan vraagt de heer Buigel mensen die niet in beeld zijn bij Rzijn, gelukkig heeft Rzijn heel veel mensen in beeld, maar ik heb in de eerste termijn ook aangegeven het is wat mij betreft niet alleen Rzijn maar ook huisartsen, apothekers die daar een rol in spelen. Wij proberen zo goed mogelijk iedereen in beeld te krijgen. Overigens is dat niet nieuw want dat gebeurt natuurlijk nu ook al. Dan resteert nog een vraag van wat als het sociale veld er niet is. Uiteindelijk kan men natuurlijk een beroep doen, we proberen allemaal zoveel mogelijk mensen in eigen kracht te zetten, kijken naar het sociale netwerk, daar waar dat er niet is kan men dus de ondersteuningsvraag bij de gemeente neerleggen. Dat kan via, wat ik net aangegeven heb, via het contact met Rzijn, die bezoeken gewoon mensen thuis, dat kan via de huisarts, dat kan via allerlei andere wegen. Over het algemeen moet ik zeggen dat in deze gemeente dat sociale netwerk er vrij aardig is maar er zullen mensen zijn waar dat sociale netwerk er onvoldoende of niet is en daar hebben wij als gemeente de mogelijkheden voor. Dat was volgens mij de beantwoording in tweede termijn. Dan heb ik toegezegd dat een aantal vragen van mevrouw Supheert nog even specifiek beantwoord zullen worden. Ik ben benieuwd naar het standpunt van de raad over de nadere regels rondom de spoedprocedures. De heer Buigel (VVD): Het mag duidelijk zijn de VVD is voor minder regels. Mevrouw Heidekamp (CDA): Nog een vraag naar aanleiding van een eerder antwoord van de wethouder over de bezwarenprocedure waarbij werd aangegeven de standaard tijd van zes weken zullen we zoveel mogelijk proberen in te korten tot twee weken. Nou vraag ik mij even af is daar niet een gewone procedure met een bezwarencommissie op van toepassing. Is het überhaupt wel realistisch om in twee weken tijd dan ook zo n bezwaar al af te handelen. Waarbij ik overigens niet kan nalaten de wethouder een groot compliment te geven voor zijn dossierkennis op dit terrein. De heer Sanders (D66): Ik ben het helemaal eens met wat mevrouw Hemmen zei en de heer Buigel ook mijn fractie is geen voorstander van alles direct dicht te timmeren maar dat heb ik al vaker gezegd. We willen het college de ruimte geven. Mocht blijken dat het anders gaat lopen kunnen we altijd met zijn allen zeggen hoe we het dan wel moeten doen. Vooralsnog niet alles dichttimmeren. De heer Joling (PvdA): Mijn fractie is natuurlijk ook niet voor allerlei extra regels te moeten hebben dat is ook niet nodig maar de wethouder geeft aan van raad ik wil regelmatig met jullie evalueren en volgens mij is dat in eerste instantie wel genoeg. Als blijkt dat het niet werkt komen we met een voorstel voor regels. Wethouder Potze: Dit antwoord is mij helder. Dan heb ik nog een tweede vraag aan de raad, dat is de vraag die ik ook vorige week heb neergelegd dat gaat om het gebruikmaken van de middelen die de raad in de begroting heeft vastgelegd voor de oude Wtcg en de Cer regeling of het college daarmee aan de slag mag om daar de collectieve ziektekostenverzekering uit te gaan bekostigen en daarbij de keus te maken zoals heel veel gemeentes die maken op dit moment om dat niet op 110% te laten maar op 130%. Daar maken we feitelijk een kleine beleidswijziging dat zouden we via een raadsvoorstel moeten doen, kunnen doen, maar gezien de druk die daar op staat en het feit dat als mensen zeker in de groep tussen de 110 en de 130%, wat een nieuwe groep is, zouden moeten overstappen naar Menzis, want in dit geval laten we deze verzekering via Menzis lopen, of we daarmee aan de slag kunnen zodat ook die polissen opgemaakt kunnen worden. De heer Joling (PvdA): De PvdA is hier natuurlijk heel erg voor. Wat ons betreft kan de wethouder hiermee aan de slag gaan. Misschien nog een aandachtspunt de communicatie met de doelgroep hoe je dat als gemeente gaat regelen. Mevrouw Heidekamp (CDA): Wij horen dit betoog van de wethouder vooral als een verzoek om wat af te wijken van onze standaardprocedures ten aanzien van behandeling. Wat ons betreft, helemaal eens met het voorstel en kan afgeweken worden van de normale voorbereidingsroute. Pagina 10 van 13

11 De heer Brunen (GB): Wij sluiten ons hier volledig bij aan. De heer Buigel (VVD): Als ik in eerdere bewoordingen van de wethouder heb begrepen dat dan ook de polisvoorwaarden veranderen of juist niet, want hij gaf aan, het eigen risico wordt dan ook meeverzekerd. Om welk geldbedrag gaat het. Het eigen risico is dan 400,-- maar voor alle verzekerden in onze gemeente om welk bedrag gaat het dan en de wethouder geeft aan dan kunnen de zorgpolissen opgemaakt worden. De eerste is bij mij al in de bus. Wethouder Potze: Het is een heel technisch verhaal de collectieve ziektekostenverzekering en ik zeg u toe, we hebben vanmorgen in het college dit ook aan de orde gehad, dat we dat stuk en ook inclusief die dingen die in die polis komen te staan dat we dat aan de raad doen toekomen. Daar staan ook exact alle bedragen in wat is de gemeentelijke bijdrage. Om even een beeld te schetsen wat de totale kosten daarvan zijn, en dan is het even afwachten, want dat is wel een risico wat daar in zit, hoeveel mensen gaan gebruik maken van deze verzekering. Tot nu toe maakten ongeveer 25% gebruik van de regeling. Als dat ook zo zou zijn in de groep tussen de 110 en 130% dan zijn de kosten daarvan ruim ,-- terwijl wij ,-- beschikbaar hebben in het kader van de afschaffing van de Cer en de Wtcg. Dat betekent dat er nog een buffer resteert van ,--. We moeten even kijken hoeveel mensen maken nu exact gebruik, dat weten we in de loop van het eerste kwartaal 2015 wel en dan zouden we ook nog aanvullende maatregelen kunnen nemen waar we uw raad graag in willen meenemen. Dan nog even naar de heer Joling toe de communicatie. Dit zal meegenomen worden in de reguliere communicatie die wij doen in het kader van de drie decentralisaties maar ook de mensen die een brief krijgen over afschaffing van een aantal regelingen, die mensen zullen wij ook een brief sturen over deze collectieve ziektekostenverzekering. Mevrouw Heidekamp (CDA): Even ingaand op dat reguliere communicatiemoment. Als ik de heer Buigel goed begrijp heeft hij de eerste aanbieding van een zorgverzekering voor een nieuwe polis al binnen er zullen er dus meer mensen zijn. Mensen die snel zijn, ik wacht altijd tot de laatste week voor 1 januari, maar heel veel mensen zijn ook sneller. Het zou heel jammer zijn als mensen eigenlijk een uitgelezen kans hebben om aan deze polis mee te doen al te vroeg in gaan op een ander aanbod en daarmee dus net niet mee kunnen doen. Ik denk wel dat het enige haast vraagt om daarmee naar de doelgroep te communiceren en waar je die dan vindt vind ik nog een hele tour. Wethouder Potze: Dat is ook precies de reden dat wij dit vanavond op deze manier aanvliegen zodat we daar ook direct, bij wijze van spreken morgenvroeg, mee aan de slag kunnen. De heer Buigel (VVD): Nog een heel klein vraagje. De wethouder geeft net aan 25% maakt gebruik van de regeling. 25% van de gehele bevolking? Wethouder Potze: 25% van de doelgroep tot nu toe, dus tot die 110%. Als we dat doortrekken naar die 130% als daar ook die 25% zou zitten zijn we dat bedrag kwijt wat ik u net noemde. Dat is even afwachten vandaar ook dat we niet het hele bedrag gaan gebruiken maar dat we daar een buffer in bouwen. De voorzitter: Tot zover over het beleidsplan dan is nu de verordening aan de orde. 6.b. Vaststellen Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vlagtwedde 2015 De heer Brunen (GB): In de verordening staan een aantal regelingen die niet uitgewerkt zijn. Ik zou eigenlijk toch wel als raad betrokken willen blijven bij het eindproduct. Dit is ook een beetje het standpunt van de participatieraad las ik maar daar kunnen wij ons wel in vinden in dit standpunt. Wethouder Potze: Het college kan zich ook prima vinden in dat standpunt. De heer Joling (PvdA): Wij vroegen ons nog even af die uitwerking wanneer kunnen wij dat verwachten wethouder? Pagina 11 van 13

12 Wethouder Potze: Ten aanzien van de ondersteunende maatregelen zoals we die net genoemd hebben zijn nu bekend en de rest zal volgend jaar naar uw raad toekomen. De voorzitter: Tot zover de verordening. Beide komen volgende week terug als bespreekstuk. Ik zou me kunnen voorstellen dat de verordening een hamerstuk wordt maar de agenda ligt er al dus we zien dat volgende week tegemoet. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de raadsvergadering van 25 november Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld in de commissievergadering 9 december L.A.M. Kompier voorzitter H.R. Kastermans griffier Pagina 12 van 13

13 Toezeggingen commissie vergadering 18 november Vragenronde commissieleden Wethouder Lok zegt toe op de vraag van de heer Van der Goot (Gemeentebelangen) over het eventuele windmolenpark nabij De Maten in gesprek te gaan met de gemeente Emmen en de raad hierover te informeren. 6.a. Vaststellen Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Wethouder Potze zegt toe schriftelijk terug te komen op de vragen van mevrouw Supheert (GL), waarbij het om de volgende vragen gaat (beantwoording voor 25 november 2014): Op blz. 11 punt 4.5 Financieel maatwerk wordt aangegeven dat het college bij nadere regeling zal bepalen in welke gevallen een tegemoetkoming kan worden verstrekt. Mevrouw Supheert is van mening dat de kaderstelling hiervan bij de raad moet liggen en de invulling bij het college. Is het college op de hoogte van de vier gouden regels die de Nationale Ombudsman voor deze regeling heeft geformuleerd? Wethouder Potze zegt toe, naar aanleiding van vragen/opmerkingen van de heer Buigel (VVD) het stuk betreffende de collectieve ziektekostenverzekering, inclusief de polisvoorwaarden aan de raad te doen toekomen. Wethouder Potze biedt aan met regelmaat de raad te willen informeren over de uitvoering van de MOverordening. Hierover zullen nadere afspraken gemaakt moeten worden in de agendacommissie. Pagina 13 van 13