Studiewijzer. Onderzoek van Onderwijs (10 ECTS) Studiejaar

Transcriptie

1 Studiewijzer Onderzoek van Onderwijs (10 ECTS) Studiejaar Voor studenten aan de lerarenopleiding ELAN, Universiteit Twente

2 Algemeen Doelgroep: Verzorgd door: Docenten en begeleiders: Studenten Science Education van de Master Science Education and Communication track Science Education. Studenten LVHOM. Lerarenopleiding ELAN Fer Coenders Tom Coenen Wil Gradussen Jony Heerink Margarita Jeliazkova Gerard Jeurnink Jan van der Meij Henk Pol Tim Post Mark Timmer Jan van der Veen Nellie Verhoef Jan Jaap Wietsma Jan Zonjee Cindy Poortman Inlichtingen: Cursusmateriaal Algemene vragen over Onderzoek van Onderwijs: Cindy Poortman Specifieke vragen over het eigen onderzoek: eigen begeleider Verplicht: - Deze studiewijzer. - Van der Donk, C. & Van Lanen, B. (2015). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Akker, J. van den (1999). Principles and Methods of Development Research. In Akker, J. van den, R.B. Brach, K. Gustafson, N. Nieveen & T. Plomp (Eds.), Design Approaches in Education and Training. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers, pp (blackboard). - Checklists vragenlijst, interview en observatie (blackboard). - Richtlijnen interviews (blackboard) Aanbevolen: - Baarda, B. & De Goede, M. (2006). Basisboek Methoden en Technieken (vierde druk). Groningen: Wolters-Noordhoff. - Baarda, B. & De Goede, M. (2007). Basisboek Kwalitatief Onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff; hoofdstuk 9. 2

3 Inhoudsopgave 1. Leerdoelen en voorkennis 4 2. Onderwerp en vorm onderzoek 4 3. Procedure 7 Bijlage I: Onderzoeksplan format 10 Bijlage II: Onderzoeksplan format datateam methode 12 Bijlage III: Opzet verslag 13 Bijlage IV: beoordelingsformulier Onderzoek van Onderwijs 15 Bijlage V: Formulier toestemming publicatie verslag 18 3

4 1. Leerdoelen en voorkennis In het vak Onderzoek van Onderwijs leer je sociaalwetenschappelijke onderzoeksvaardigheden gebruiken in jouw onderwijspraktijk. Problemen worden in de schoolpraktijk vaak 'opgelost' en vernieuwingen vaak ingevoerd zonder dat er een goede analyse aan vooraf is gegaan. Een academisch opgeleide docent is kritisch, signaleert problemen en kan die op een wetenschappelijk verantwoorde manier benaderen. Hiertoe maakt de docent gebruik van wetenschappelijke methoden van informatieverzameling en - analyse evenals van wetenschappelijke literatuur. Aangezien een universitair opgeleide docent een vakspecialist is, zal de onderzoekskwaliteit van de docent vaak op het gebied van de didactiek van het schoolvak liggen. Je wordt geacht om het onderzoek zowel schriftelijk als mondeling te presenteren en te verantwoorden voor een collegiaal forum, tijdens een colloquium en afsluitend gesprek. Reflectie op het hele onderzoek is tevens een belangrijk leerdoel. Met Onderzoek van Onderwijs kan pas worden gestart als de vakken van het eerste kwartiel van het educatieve jaar (Onderwijskunde 1, Inleiding vakdidactiek en Schoolpracticum 1) zijn afgerond en er gestart is met de vakken van het tweede kwartiel (Onderwijskunde 2, Wetenschapscommunicatie, Vakdidactiek 1). Voor de uitvoering van het Onderzoek van Onderwijs is toestemming nodig van de vakdidacticus. 2. Onderwerp en vorm onderzoek Er zijn twee mogelijkheden voor de invulling van het onderzoek. Deze worden in onderstaande paragrafen beschreven. ELAN-studenten die op een AOSON-school stage lopen, kunnen kiezen voor de onderzoeksmethode zoals beschreven in paragraaf Tot de AOSON-scholen behoren: - Het Assink Lyceum in Haaksbergen - Het Twents Carmel College in Oldenzaal - Het Bonhoeffer College in Enschede - Het Erasmus in Almelo - Carmel College Salland in Raalte 2.1 Onderzoek naar vak- of profiel didactisch onderwerp Je doet onderzoek naar een vak- of profiel didactisch onderwerp, dat zoveel mogelijk aansluit bij andere vakken van de opleiding. Die aansluiting kan ervoor zorgen dat een deel van het werk al binnen dat vak gedaan kan worden, bv. ontwikkelwerk of literatuurstudie. Het onderwerp past binnen een van de hieronder genoemde thema s en kan zich richten op zowel een praktisch probleem of materiaal voor enkele leerlingen als om een probleem dat een grotere groep en langere duur betreft. In overleg met de verantwoordelijke docent(en) kies je het onderwerp. Per onderwerp wordt vermeld welke docent hiervoor het eerste aanspreekpunt is. 1 Met deze scholen zijn afspraken gemaakt over de begeleidingsstructuur. Studenten die op andere scholen stage lopen mogen wel OvO via de datateam methode uitvoeren als zij dit wensen. Geef het s.v.p. vóór 1 december 2016 door als je een voorkeur hebt voor wel of geen onderzoek via de datateam methode. Met de plaatsing voor de stage wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met je voorkeur. 4

5 Onderwerpen die binnen alle vakgebieden kunnen worden uitgevoerd: Fer Coenders - De theoretische basis van docentontwikkelteams (DOTs) - Hoe leren leerlingen als ze samenwerken in groepen? - Hoe kunnen we leerlingen effectief leren samenwerken? - Hoe leren leerlingen bij het gebruik van zelfsturende Wikiwijs modules? Wil Gradussen - Formatief toetsen in het VO: verhouding summatief-formatief toetsen en samenhang met meer/beter/met meer - plezier leren van leerlingen - Gebruik van virtuele labs: wat is een effectieve inrichting van de leeromgeving hierbij? Jan van der Meij - Leren met dynamische representaties (video, animatie, simulatie) - Gebruik van instructievideo in de les (bij o.a. flipping the classroom) - Inzet van tablets in de klas Henk Pol - De leerling als onderzoeker Tim Post - Vindplaatsonderzoek: wat doen basisscholen aan wetenschap en techniek en hoe kan onderzoekend en ontwerpend leren beter worden geïmplementeerd? - Wat is de rol van taalbeheersing bij het leren en begrijpen van natuurwetenschappen? Maatschappijleer Margarita Jeliazkova - Identiteit en politieke overtuigingen van de beginnende docent: invloed op het ontwikkelen van een eigen stijl en professionalisme. - Wat denken leerlingen over maatschappijleer? Opvattingen over het vak, opvattingen over politiek, implicaties voor de docent. - Kritisch denken en onderzoeksvaardigheden in maatschappijleer en maatschappijwetenschappen: ontwerpen van praktische opdrachten. - Maatschappijleer en burgerschapsonderwijs in internationaal vergelijkend perspectief. - Differentiatie in de lessen maatschappijleer: werkvormen, good practice. - Lesboek analyse: het hidden curriculum van maatschappijeer lesboeken. - Lessen over technologische ontwikkelingen en milieuvraagstukken in de lessen maatschappijleer. - Toetsen en examinering in maatschappijleer en maatschappijwetenschappen - knelpunten en mogelijke verbeteringen. 5

6 Natuurkunde: Jan van der Veen/Henk Pol - De rol van de docent bij het ontwerpen, implementeren en gebruiken van simulaties binnen het natuurkunde-onderwijs - Onderzoek aan vakvernieuwing, bijvoorbeeld hoe practicum bij nieuwe natuurkunde onderwerpen kan worden ingezet - Quantummechanica in het VO-natuurkunde curriculum NLT Jan Jaap Wietsma - Een optimale implementatiestrategie voor herontwerpen en gebruiken van modulen NLT Scheikunde Fer Coenders - Professionele ontwikkeling (via PCK) van scheikundedocenten in ontwerpteams - Ontwerpgemeenschappen gericht op het (her)ontwerpen van modules nieuwe scheikunde, als professionalisering- en implementatiestrategie - De rol van de docent bij het ontwerpen, implementeren en gebruiken van simulaties binnen het scheikunde-onderwijs - Thermodynamica in het VO scheikunde curriculum. Wiskunde Nellie Verhoef - De rol van een Lesson Study voor het ontwerpen van didactiek in de context van het leren van wiskundige begrippen door leerlingen - De effecten van Lesson Study op de professionalisering van wiskundedocenten - De effecten van Lesson Study op het leren van wiskunde door leerlingen - De ontwikkeling van de vakinhoud in de vakdidactiek: niveaus in het wiskundig denken bij de volgende onderwerpen: combinatoriek (telproblemen), de afgeleide en de integraal, analytische versus synthetische meetkunde, algebra, modelleren, statistiek, kansrekening, goniometrie, functies, en rijen en reeksen. 2.2 Onderzoek met behulp van de Datateam Methode Met behulp van de Datateam Methode werken teams van docenten en schoolleiding lerenderwijs aan het oplossen van concrete vraagstukken, met behulp van (beschikbare) data op school. Het gestructureerd gebruiken van gegevens die op school beschikbaar zijn over het onderwijs, de organisatie, leerlingen en/of docenten, noemen we opbrengstgericht werken (OGW). Door middel van deze methode werken docenten zowel aan hun eigen professionele ontwikkeling, als aan onderwijsverbetering aan de hand van specifieke problemen. Problemen 6

7 waar docenten via deze methode aan werken zijn bijvoorbeeld tegenvallende leerlingprestaties voor een bepaald vak. Er wordt gebruik gemaakt van een acht stappenplan: 1) docenten formuleren een heldere definitie van het probleem, 2) stellen een hypothese op over de oorzaak van het probleem, 3) verzamelen data en 4) controleren de kwaliteit hiervan; 5) analyseren data om 6) hypotheses te kunnen accepteren dan wel verwerpen, 7) formuleren maatregelen op basis van data en 8) evalueren de effecten van deze maatregelen. Mogelijke thema s zijn: - examencijfers (tegenvallende cijfers; verschil SE-CE) voor een vak (waarin jij les geeft) - opbrengsten van een bepaald vak/onderdeel (zoals een practicum of toets bij bepaald hoofdstuk) in een leerjaar (waarin jij les geeft) Je gaat een voor de school (en jouw vak) relevant probleem onderzoeken met behulp van het acht stappenplan. Hierover overleg je met de onderzoekscoördinator van de school. Het is namelijk van belang dat je toegang krijgt tot de data die nodig zijn voor het uitvoeren van je onderzoek. Ook bij de uitvoering van het onderzoek betrek je de onderzoekscoördinator. De eigen vakdidacticus is eerste begeleider; aanspreekpunten voor vragen over de coördinatie of de methode zijn Gerard Jeurnink en Cindy Poortman. Voor studenten die onderzoek m.b.v. deze methode kiezen, behoort de Handleiding Datateam Methode tot het verplichte materiaal. De handleiding wordt in hard-copy door Cindy Poortman verstrekt aan studenten die kiezen voor onderzoek m.b.v. de Datateam Methode. Daarnaast hebben we leen-exemplaren van het handboek De datateam methode 2 ter beschikking. 3. Procedure 1 Colleges, onderwerp en begeleider De colleges vinden plaats in de oriëntatie- en planningsfase van het onderzoek. Hierin worden de opzet van Onderzoek van Onderwijs, het belang van onderzoek en onderzoeksmethoden en -instrumenten besproken. Je kiest een onderwerp en begeleider, zo spoedig mogelijk na het eerste college. In de planningsfase en het uitvoeringstraject wordt met de individuele begeleider overlegd. De begeleiding en beoordeling mag in overleg met de begeleider en examencommissie ook gezocht worden bij de andere 3TU vestigingen van de Master SEC. Er is altijd een tweede beoordelaar betrokken bij je onderzoek. Voor studenten (op AOSON-scholen) die onderzoek gaan doen m.b.v. de datateam methode geldt dat hieraan een vervolg wordt gegeven in bijeenkomsten met een (intervisie)groep met studenten. Dit wordt gepland na het laatste OVO-college 2 Schildkamp, K., Handelzalts, A., Poortman, C., Leusink, H., Meerdink, M., Smit, M., Ebbeler, J. & Hubers, M. (2014). De datateam methode: Een concrete aanpak voor onderwijsverbetering. Antwerpen Apeldoorn: Garant. 7

8 2 Onderzoeksplan (zie bijlage I) Je rondt het onderzoeksplan af vóór aanvang van de dataverzameling voor je onderzoek. In bijlage I vind je het format dat je hiervoor moet gebruiken. Het onderzoeksplan inclusief instrumenten moet worden goedgekeurd door je begeleider en tweede beoordelaar, voordat je verder gaat met het onderzoek zelf. De eerste begeleider ondertekent dan je onderzoeksplan en jullie behouden beide hiervan een kopie. Voor studenten die de datateam methode gebruiken geldt hierbij een alternatieve procedure: zie Bijlage II. Let op: als je respondenten (bijv. collega-docenten en/of leerlingen) nodig hebt voor je onderzoek, dan dien je voordat de dataverzameling begint toestemming te vragen aan de Commissie Ethiek. Bij standaard onderzoek duurt de goedkeuring maximaal 10 werkdagen, dus vraag dit op tijd aan. Zie: 4. Het is mogelijk dat je school deelname van leerlingen aan onderzoek al heeft afgestemd met ouders. In dat geval dien je nog steeds de webapplicatie voor de ethiekaanvraag in te vullen, maar kun je daarin aangeven dat volgens beleid van de school geen aparte, ondertekende toestemming van ouders nodig is. Indien je een onderwijsontwerp maakt, leg je dit voor aan je begeleider en tweede beoordelaar, inclusief de manier waarop je het gebruik en leereffect wilt gaan onderzoeken: ook bij een onderwijsontwerp hoort daarom een onderzoeksplan 5. 3 Werkvormen en begeleiding In principe heb je recht op 6 begeleidingsgesprekken met de begeleider: - twee keer bij de ontwikkeling van het onderzoeksplan - bij de totstandkoming van het theoretisch kader - bij de ontwikkeling van de instrumenten of het ontwerp - bij de data-analyse en beschrijving van de resultaten - bij het conceptverslag Voor de goedkeuring van het onderzoeksplan en conceptverslag betrek je steeds tijdig de tweede beoordelaar. Bespreek je planning bij de begeleidingsgesprekken. Onderzoek van Onderwijs kan individueel of in tweetallen worden uitgevoerd. Let op: indien wordt samengewerkt in tweetallen, dan mag niet zonder meer hetzelfde verslag met daarop beide namen worden ingeleverd. Er zijn twee mogelijkheden: 1) het heeft de voorkeur ieder een eigen verslag in te leveren, dat op onderdelen mag overlappen. Elke student heeft een eigen onderzoeksvraag, maar het theoretisch kader, de geraadpleegde literatuur, en/of de verzamelde data kunnen (deels) hetzelfde zijn. De studenten uit het tweetal verwijzen in hun scriptie naar het andere verslag, waar zij van elkaars werk gebruik hebben gemaakt. 2) In uitzonderlijke gevallen (toestemming nodig van eerste begeleider) mag het verslag overeenkomen. Echter, hierbij wordt een extra reflectie opgenomen waarin duidelijk 3 Voor vragen hierover kun je terecht bij c.l.poortman@utwente.nl 4 Voor vragen hierover kun je terecht bij c.l.poortman@utwente.nl 5 Zie het aparte addendum over de 5EC variant Ontwerp van Onderwijs op blackboard. 8

9 wordt aangegeven welke student verantwoordelijk is voor welk onderdeel. Bovendien dient het verslag en het uitgevoerde werk samen aan 20 ECTS te voldoen. 4 Uitvoering Je voert het onderzoek (zoveel mogelijk) conform het onderzoeksplan uit op je stagelocatie. Houd je begeleider(s) in deze fase op de hoogte van je vorderingen. Verder is het belangrijk dat je het onderzoek uitvoert conform de richtlijnen en ethiek voor wetenschappelijk onderzoek en dat je dit ook in je verslag kort vermeldt (onderdeel Methode ). Belangrijkste aspecten van deze richtlijnen zijn dat zorgvuldig met respondenten en hun informatie werd omgegaan, dat toestemming werd verkregen voor dataverzameling binnen de betreffende context, en dat de verzameling, analyse en rapportage van deze gegevens (inclusief hun theoretische achtergrond) zorgvuldig hebben plaatsgevonden. Het is mogelijk dat je begeleider ook een kopie van of inzage in je onderzoeksgegevens vraagt. 5 Verslag Zodra je onderzoeksplan en instrumenten zijn goedgekeurd, kun je alvast beginnen met het verslag. Zie voor de opzet hiervan Bijlage III. Je rapporteert over je onderzoek in de vorm van een verslag (maximaal 30 pagina s, zonder de bijlagen) of (wetenschappelijk) artikel. Je bereidt een presentatie voor van je onderzoek waarmee je je collega-studenten en andere belangstellenden informeert tijdens een afsluitend openbaar colloquium. Let voor de afronding goed op de benodigde stappen en doorlooptijd: vhom/procedureafstuderen/ Je begeleider en tweede beoordelaar kunnen pas goedkeuring voor de afronding geven als zij tenminste je conceptverslag hebben ontvangen. Pas na goedkeuring kan de student het masterexamen aanmelden bij BOZ-ELAN. Bovendien ligt de afstudeerdatum minimaal 4 weken na de aanmelding van het masterexamen door de student. 6 Beoordeling Je voert een eindgesprek met je begeleider en tweede beoordelaar als het verslag is beoordeeld. Voor de beoordeling wordt het formulier in bijlage IV gebruikt. Vaak vindt de beoordeling plaats aansluitend aan de eindpresentatie bij het afstuderen 6. Na het eindgesprek met de begeleider en tweede beoordelaar geeft de eerste begeleider het eindcijfer door aan BOZ. 7 Archivering Stuur je goedgekeurde verslag of artikel in pdf-vorm naar BOZ voor opname in de repository van de Universiteitsbibliotheek. We vragen je schriftelijke toestemming te geven voor opname van het verslag in de digitale UT bibliotheekcollectie (zie Bijlage V). Vermeld duidelijk op de titelpagina dat het om je verslag van Onderzoek van Onderwijs gaat met een omvang van 10 ECTS. 6 en/ 9

10 Bijlage I: Onderzoeksplan format (voor datateam studenten: Bijlage II) Formulier onderzoeksplan 3TU Onderzoek van Onderwijs Dit plan dient te worden ingediend bij en goedgekeurd door je begeleider en tweede beoordelaar voordat met de uitvoering van het onderzoek kan worden begonnen. Een goed onderzoeksplan kun je als basis voor het verslag gebruiken (zie bijlage II). 1. Titel van je project: 2. Naam student (studentnummer) : (indien van toepassing) Naam student 2 (studentnummer) : 3. Naam begeleider: Naam tweede beoordelaar : 4. Beoogde startdatum uitvoering onderzoek: 5. Beoogde einddatum (inlevering verslag): 6. Inleiding en probleemstelling (ongeveer 400 woorden) (Wat is de aanleiding voor je onderzoek? Wat is je (persoonlijke) motivatie, welk praktisch en/of wetenschappelijk probleem pakt het aan? Welke opbrengst verwacht je (materiaal, adviezen, aanpak? Wat is de hoofdvraag?) 10

11 7. Theoretische inbedding en specifieke onderzoeksvragen (ongeveer 500 woorden): (Wat zijn belangrijke begrippen gerelateerd aan je probleem en hoofdvraag? Wat zijn belangrijke zoektermen voor de literatuur? Wat zijn definities van de belangrijke begrippen (eventueel: welke keuze heb je daarin gemaakt)? In welk domein ligt je onderzoek, waar/bij wie kun je eventueel aan expertise komen? Uit welke subvragen bestaat de hoofdvraag, indien van toepassing?) 8. Methode en instrumenten (ongeveer 500 woorden) (Welke soort onderzoek beoog je te doen? Hoe ga je de onderzoeksvragen beantwoorden? Wat zijn belangrijke (on)afhankelijke variabelen? Welke procedure ga je volgen? Hoe ga je data verzamelen met welke instrumenten of verzamelingsmethoden, bij wie? Hoe ga je de data verwerken en/of analyseren?). De instrumenten zelf (bijv. een interviewleidraad) s.v.p. apart bijvoegen. 9. Referenties (geef ten minste 3 referenties die je voor het onderzoeksplan hebt gebruikt. Geef de referenties conform APA stijl. Zie: Publication Manual of the American Psychological Association, 5th ed. (Washington, DC: American Psychological Association, 2001). Gebruik indien mogelijk een bibliografieprogramma voor je referenties, zoals Endnote (add-on by word). Ref 1: Ref 2: Ref 3: 10. Globale tijdsplanning (ongeveer 100 woorden) (Welke activiteiten ga je uitvoeren, wanneer en hoeveel tijd zullen ze nemen (reken voor het schrijven van dit plan en de bijeenkomsten ongeveer 3 EC)? Hoe zien achtereenvolgende fases van je onderzoek eruit in de tijd? (begin- en eindpunten) Wanneer heb je gepland data te verzamelen van welke soorten respondenten?) Datum en handtekening eerste begeleider: 11

12 Bijlage II: Onderzoeksvoorstel datateam methode De student stelt eerst een onderzoeksvoorstel op. Hierbij gaat het om wat de student wil gaan onderzoeken, dus de probleemstelling. De voorlopige probleemstelling wordt tenminste met de vakcoach (en bij voorkeur ook andere sectieleden/sectieleider) op school en met de onderzoekscoördinator besproken. De student gaat na of hierover data beschikbaar is. Dan wordt het voorstel voor onderzoeken van deze probleemstelling (incl. aanleiding) met de onderzoekscoördinator overlegd. Als de onderzoekscoördinator akkoord gaat start de student met het onderzoeksplan. Het onderzoeksplan bestaat uit uitwerking stap 1 en 2 en opzet stap 3: zie hieronder format onderzoeksplan ). De student stuurt het onderzoeksplan eerst naar de onderzoekscoördinator van de school. Als deze akkoord gaat wordt het tegelijkertijd naar de vakdidacticus (eerste begeleider) en Cindy Poortman (2 e beoordelaar/aanspreekpunt datateam methode) gestuurd. Na onderling overleg geven zij de student feedback, waarna deze het definitieve onderzoeksplan maakt. Als dit is goedgekeurd door zowel de onderzoekscoördinator als de vakdidacticus en Cindy, dan kan de student verder met stap 3 (data verzamelen). o Let op: als je respondenten (bijv. collega-docenten en/of leerlingen) nodig hebt voor je onderzoek, dan dien je voordat de dataverzameling begint toestemming te vragen aan de Commissie Ethiek. Bij standaard onderzoek duurt de goedkeuring maximaal 10 werkdagen, dus vraag dit op tijd aan. Zie: 8. Het is mogelijk dat je school deelname van leerlingen aan onderzoek al heeft afgestemd met ouders. In dat geval dien je nog steeds de webapplicatie voor de ethiekaanvraag in te vullen, maar kun je daarin aangeven dat volgens beleid van de school geen aparte, ondertekende toestemming van ouders nodig is. Vervolgens voorzien de vakdidacticus en Cindy de student (per mail/in intervisies) van feedback op het verslag. De student stuurt de groenlichtversie van het verslag ook ter info naar de onderzoekscoördinator van je school. In aanloop naar het afsluitende colloquium gaat de groenlichtversie naar de vakdidacticus (eerste begeleider) en Cindy Poortman. De onderzoekscoördinator, de vakcoach en evt. andere collega s worden uitgenodigd voor de presentatie. Format onderzoeksplan datateam studenten - Uitwerking stap 1: Wat is de definitieve probleemstelling (ondersteund m.b.v. welke data)? Inclusief inleiding en toelichting (ongeveer 400 woorden). - Uitwerking stap 2: Wat is de hypothese/vraagstelling die je (als eerste) gaat onderzoeken? Inclusief toelichting en literatuurbronnen (ongeveer 400 woorden). - Opzet stap 3: Welke data ga je verzamelen bij deze hypothese/vraagstelling, van welke respondenten (leerlingen), van welk vak, welke afdeling, met behulp van welke instrumenten etc. Wat is de procedure voor dataverzameling? (ongeveer 400 woorden). 7 Voor vragen hierover kun je terecht bij c.l.poortman@utwente.nl 8 Voor vragen hierover kun je terecht bij c.l.poortman@utwente.nl 12

13 Bijlage III: Opzet verslag 9 Eisen aan het verslag: - Maximaal 30 pagina s (exclusief bijlagen) - Samenvatting 100 tot 150 woorden - Bevat de structuur en de elementen zoals hieronder aangegeven. 1. Titelpagina - Titel van je onderzoek - Naam - Studentnummer - Vak waarin je lesgeeft - Geef duidelijk aan dat het gaat om je Verslag van Onderzoek van Onderwijs (10 EC variant) 2. Samenvatting - Kort overzicht van je onderzoek en de belangrijkste resultaten 3. Inleiding - Wat is het onderwerp van je onderzoek? - Waarom is dit onderzoek belangrijk voor onderzoekers, docenten in opleiding/ docenten/lerarenopleiders, de school, samenleving? - Wat is de algemene onderzoeksvraag? 4. Theoretisch kader 10 - Wat zijn de belangrijkste begrippen en hoe kunnen die worden gedefinieerd of beschreven? - Wat is al bekend ten aanzien van je onderzoeksvraag (resultaten van eerder onderzoek, noem relevant onderzoek/onderzoekers en hum resultaten of ideeën)? 5. Onderzoeksvragen 11 - Formuleer je specifieke onderzoeksvragen die je met dit onderzoek wil beantwoorden. - Formuleer indien mogelijk hypothesen of verwachtingen. 6. Methode Respondenten - Welke respondenten spelen een rol in je studie? Beschrijf ze in termen van sexe, leeftijd, klas, vak, ervaring enz. - Hoe veel respondenten heb je gebruikt? - Hoe heb je de respondenten geselecteerd en waarom? - Had je respondenten die niet meewerkten? Hoeveel? Heb je daar in de studie last van gehad? Hoe? 6.2 Procedure - Beschrijf je onderzoeksopzet. - Hoe heb je data verzameld en in welke volgorde heb je ze verzameld? 9 Ook hier geldt een enigszins andere indeling voor datateam studenten. Dit wordt in het college toegelicht. 10 Kies je voor een ontwerpgericht onderzoek, dan zal deze paragraaf het programma van eisen bevatten en de literatuur waaruit die eisen zijn afgeleid. 11 Bij een ontwerpgericht onderzoek zijn dit ontwerpvragen. 12 Bij een ontwerpopdracht kunnen de paragrafen anders zijn. 13

14 - Welke respondenten heb je benaderd en met welke instrumenten. 6.3 Instrumenten - Welke instrumenten heb je gebruikt? - Hoe zijn de instrumenten ontworpen? - Beschrijf de instrumenten: geef voorbeelden van items en schalen en van concepten die een rol spleen. 6.4 Analyse - Hoe heb je de instrumenten geanalyseerd om tot antwoorden op je onderzoeksvragen te komen. - Beschrijf je observatie- of analyse- categorieën. - Wat heb je gedaan om de validiteit en betrouwbaarheid te waarborgen (geef indien mogelijk statistische parameters)? 7. Resultaten - Presenteer je resultaten, liefst per onderzoeksvraag. Let op dat je geen interpretaties met je resultaten vermengd. 8. Conclusie en discussie - Wat zijn je conclusies. Beantwoord in ieder geval je onderzoeksvragen. - Kun je je resultaten uitleggen. Zijn er interpretaties, en sluiten die aan bij wat in de literatuur al bekend was? Zijn er alternatieve interpretaties mogelijk? - Wat zijn de limitaties van je studie? Denk aan respondenten, instrumenten, procedure. - Wat zijn de implicaties van je studie. Wat voor aanbevelingen en suggesties gebaseerd op jouw resultaten heb je voor docenten, lerarenopleiders of andere belanghebbenden? - Heb je suggesties voor verder onderzoek? 9. Literatuur/Referenties - Maak een referentielijst waarbij je de richtlijnen van de APA (American Psychological Association) gebruikt. Hier twee voorbeelden, voor een boek en een tijdschrift: Book: author name, first initial., & other authors (year). Title. City: Publisher. e.g. Brekelmans, M. (1989). Interpersoonlijk gedrag van docenten in de klas. Utrecht: W. C. C. Journal: author name, first initial., & other authors (year). Title. Journal, issue number, pages. e.g. Martinot, M., Kuhlemeier, H., & Feenstra, H. (1988). Het meten van affectieve doelen: de validering en normering van de belevingsschaal voor Wiskunde (BSW). Tijdschrift voor Onderwijsresearch, 13, Bijlagen - Gebruikte instrumenten. - Gebruikte andere materialen (bv lesmaterialen) die in je studie een belangrijke rol spelen. - Alle andere relevante informatie die niet in het verslag past. 14

15 Bijlage IV: beoordelingsformulier Onderzoek van Onderwijs Beoordelingsformulier 3TU Onderzoek van Onderwijs/afstudeeronderzoek 13 Naam student:.. Studentnummer: Titel verslag: Naam Beoordelaar: Commentaar (eventueel bijlage toevoegen indien nodig) Eindcijfer:. Datum en handtekening beoordelaars 15

16 Uitgevoerde onderzoek OV V RV G ZG n.v.t. (1-5) (6) (7) (8) (9-10) Probleemstelling/aanleiding (relevantie, helderheid, verbinding met vraagstelling) Doelstelling/beoogde opbrengst (helderheid, verbinding met praktijk/theorie) Onderzoeksvragen (helderheid, specificiteit, onderlinge verbinding) Kernbegrippen/vakinhoud (definiëring, consequentheid, juistheid) Omvang en kwaliteit theorie en literatuur (omvang, actualiteit, eigen formulering, relevantie) Kwaliteit design/product/interventie Keuze/uitvoering analysemethoden (procedure, instrumenten, verzameling data, verwerking en analyse data) Onderzoekstechnische elementen (betrouwbaarheid, validiteit, steekproef en nonrespons) Bespreking resultaten (structurering, relatie tot vragen) Conclusie/discussie/reflectie (relatie tot vragen, beperkingen methode, implicaties praktijk, eigen leerproces) Verslaglegging OV V RV G ZG n.v.t. Logische/consistente structuur verslag Lay-out, taalgebruik, leesbaarheid, referenties en bijlagen (conform APA) Afstudeervoordracht / verdediging (betoog: inhoud, vorm, helderheid; omgaan met vragen) Functioneren student OV V RV G ZG n.v.t. Zelfstandigheid / inzet Planning en management werk Sociale vaardigheden/ samenwerking Creativiteit / initiatief Scoringsinstructies: 16

17 - Toelichting rubrieken: OV=onvoldoende, V=voldoende, RV=ruim voldoende, G=goed, ZG=zeer goed (tussen haakjes het bijbehorende cijfer). - Aankruisen wat van toepassing is. Bij OV en ZG ook het cijfer vermelden voor dat onderdeel. - n.v.t. wordt gescoord indien het niet bij het betreffende onderzoek past, of indien de beoordelaar zich niet competent voelt te oordelen over dat aspect - Alle aspecten tellen even zwaar, en middelen op het eind tot een totaalcijfer. Het wordt op een heel cijfer afgerond. 17

18 Bijlage V: Formulier toestemming publicatie verslag. Toestemming publicatie onderzoeksverslag Hierbij geef ik.. student identiteitsnummer.. ELAN toestemming het verslag van mijn onderzoek, uitgevoerd binnen de opleiding SEC, op te nemen in de digitale collectie van de UT. Hiermee bevestig ik, dat er geen belastende informatie of informatie die niet vanuit de opdrachtgever mag worden vrijgegeven, is opgenomen. Plaats Datum.. Handtekening 18