3 Vakgebonden eindtermen
|
|
- Laura Femke de Kooker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 3 Vakgebonden eindtermen Waar nodig wordt een onderscheid gemaakt tussen het gemeenschapsonderwijs () en het vrij onderwijs (). 1 Luisteren (en kijken) Vooraf: luisteren kan meestal vervangen worden door luisteren en kijken. ET 1 ET 2 ET 3 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen door een bekende volwassene m.b.t. een leerstofonderdeel bestemd voor bekende leeftijdgenoten en ze kunnen die schriftelijk weergeven (cf. schrijven). De leerlingen kunnen op beoordelend niveau via diverse media en multimediale informatiedragers luisteren naar de volgende tekstsoorten bestemd voor een onbekend publiek: diverterende teksten zoals praatprogramma s; ook: poëzie, proza, toneel, cabaret, film; informatieve teksten zoals verslagen van feiten en ervaringen; ook: journaals, documentaires; persuasieve teksten zoals standpunten en meningen in probleemoplossende discussies; ook debatten, documentaires, films; activerende teksten zoals reclameboodschappen. : commerciële boodschappen, ideële boodschappen, politieke boodschappen. De leerlingen kunnen verschillende strategieën aanwenden om aan onbekende woorden betekenis toe te kennen. Het gaat om het gebruiken van: de context; de eigen voorkennis; de principes van woordvorming (afleiding, samenstelling, kennis van vreemde talen); het woordenboek. 1.13, , 1.8, 1.10,1.13, 1.15, 2.4, 2.5, 2.8, 3.1, 3.2, 3.10, 3.16, 4.1, 4.7, 4.9, 5.2, 5.11, , 3.2, 3.7, 3.14, 3.17, 4.2, 4.14, , 5.6, 5.9, , 2.2, 2.9, 3.2, 4.3, 5.6,
2 ET 4 ET 5 ET 6* Bij de planning, uitvoering van en bij de reflectie op de luistertaken kunnen de leerlingen: hun luisterdoel(en) bepalen; het (de) tekstdoel(en) vaststellen; hun voorkennis inzetten; onderwerp en hoofdgedachte identificeren; gericht informatie selecteren en ordenen; bijkomende informatie vragen; inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen; de functie van bijgeleverde visuele informatie vaststellen (koppeling kijken); het taalgebruik van de spreker inschatten; aandacht tonen voor het non-verbale gedrag van de gesprekspartner/spreker. ook: tijdens het luisteren voor zichzelf vragen formuleren en deze onthouden/noteren; bij het luisteren de structuur van een tekst in grote lijnen herkennen. ook: zender en medium omschrijven; de randvoorwaarden inschatten; gepaste luisterhouding aannemen; relevant materiaal inschakelen; werkplan maken; eigen standpunt innemen en argumenteren; reflectie op aangewende strategie; reflectie op eigen prestatie en die van anderen. De leerlingen kunnen de geschikte luisterstrategieën toepassen naargelang van hun luisterdoel(en), achtergrondkennis en tekstsoort: oriënterend; zoekend; globaal; intensief. ook: voorspellend. De leerlingen zijn bereid om: te luisteren; een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen; een ander te laten uitspreken; te reflecteren over hun eigen luisterhouding; het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten. zie punt 3, bij ET 5 bv. 1.9, 1.10, 1.15, 2.8, 2.9, 2.12, 2.16, 3.1, 3.2, 3.7, 3.14, 3.16, 4.9, 4.14, 5.6, , 2.5, 2.8, 3.1, 3.7, 3.10, 3.14, 3.16, 4.2, 4.9, 5.11, 5.12, , , , 1.7, 1.9, 1.10, 1.14, 1.15, 2.4, 2.5, 2.8, 2.9, 2.12, 2.13, 2.16, 3.1, 3.2, 3.4, 3.7, 3.10, 3.13, 3.14, 3.16, 3.17, 4.1, 4.3, 4.6, 4.7, 4.9, 4.11, 4.13, 4.14, 5.6, 5.9, 5.11, 5.12, , 3.1,
3 2 Spreken/gesprekken voeren ET 7 ET 8 ET 9 ET 10 De leerlingen kunnen op structurerend niveau aan een bekende volwassene vragen stellen en antwoorden formuleren m.b.t. leerstofonderdelen in de schoolvakken. ook: van een niet-gespecialiseerde tekst een samenvatting geven waarin alle essentiële inhoudselementen bewaard zijn. De leerlingen kunnen op structurerend niveau t.a.v. een onbekend publiek: instructies geven; gedocumenteerde informatie presenteren; een sollicitatiegesprek voeren. ook: een korte uiteenzetting geven; verslag uitbrengen van een experiment, lectuur, de omgang met een apparaat; een werkstuk presenteren enz. De leerlingen kunnen op beoordelend niveau aan een onbekend publiek: inlichtingen vragen, aanvragen doen, klachten/ bezwaren formuleren (rechtstreeks of door middel van de telefoon); standpunten/meningen of oplossingen voor problemen uiteenzetten en motiveren in een gedachtewisseling, discussie, (werk)vergadering; gevoelens in een gepast register uitdrukken en persoonlijke ervaringen presenteren; activerende boodschappen formuleren. Bij de planning, uitvoering van en bij de reflectie op de spreektaken/gesprekstaken kunnen de leerlingen: hun eigen spreek- en gespreksdoel(en) bepalen; zich een beeld vormen van hun publiek; hun voorkennis inzetten; naargelang van de spreek-, gespreksdoel(en) en publiek: gericht informatie selecteren en in een duidelijke vorm verwoorden; bijkomende informatie vragen; hun taalgebruik aanpassen; inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen en verwoorden; visuele informatie (: en andere hulpmiddelen) gebruiken; non-verbaal gedrag inschatten en inzetten; gespreksconventies hanteren om gesprekken te beginnen, te onderbreken, gaande te houden en af te sluiten; argumenten herkennen en aanbrengen; adequaat reageren op de inbreng van gesprekspartner(s). ook: reflecteren op de aangewende strategie; reflecteren op de eigen prestatie en die van anderen met het oog op remediëring. bv. 1.4, 1.5, 1.9, 1.13, 2.12, 2.13, 3.2, 3.4, 3.6, 3.9, 4.3, 4.4, 4.6, 4.7, 4.11, , 1.11, 1.13, 2.2, 3.2, 3.10, (4.2), , 3.2, , , 3.13, 3.14, 4.4, 4.9, 4.13, 4.14, 5.4, 5.6, 5.9, , 1.14, 4.16, 5.3, , 2.9, 4.8, 5.13 zie punt 1-3, bij ET 7-9 bv. 1.5, 1.14, 2.2, 2.16, 3.2, 3.13, 3.14, 4.2, 4.6, 4.7, 4.9, 5.6, 5.9, 5.13,
4 ET 11 De leerlingen zijn binnen de gepaste communicatiesituaties bereid: te spreken; algemeen Nederlands te spreken; een kritische houding aan te nemen tegenover hun eigen spreek- en gespreksgedrag. 3 Lezen ET 12 ET 13 ET 14 De leerlingen kunnen op structurerend niveau formulieren en administratieve teksten voor een onbekend publiek lezen. : formulieren zoals: aangifteformulier voor verkeersongeval; sollicitatieformulier; enquêteformulier; contracten. De leerlingen kunnen op beoordelend niveau teksten met studiedoeleinden voor onbekende leeftijdgenoten lezen. ook: in verschillende aanbiedingsvormen zoals wetenschappelijke teksten, cursusmateriaal of studieteksten, internetsites. De leerlingen kunnen volgende tekstsoorten voor een onbekend publiek op beoordelend niveau lezen: niet-fictionele teksten: informatieve teksten, inclusief informatiebronnen zoals schema s en tabellen, verslagen, hyperteksten en uiteenzettingen; ook: grafieken (uitbreiding), interview, zakelijke brief; ook: catalogi, niet-specialistische of toegankelijke wetenschappelijke teksten; persuasieve teksten zoals een opiniestuk, een betoog; ook: gedocumenteerde en beargumenteerde teksten, recensie; activerende teksten zoals reclameteksten en advertenties, instructies (: en voorschriften). ook: diverterende teksten zoals column, cursiefje, reisverslag, persiflage en parodie. Opgelet: in het staat nergens zoals. fictionele teksten (cf. literatuur). 1.1, 3.15, 5.6 niet-fictionele teksten: 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.9, 1.10, 1.11, 1.12, 1.13, 1.16, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.7, 2.10, 2.11, 2.12, 2.14, 2.16, 3.2, 3.6, 3.7, 3.9, 3.13, 3.16, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.7, 4.11, 4.15, 4.17, 5.1, 5.4, 5.6, 5.7, 5.9, 5.11, 5.12, 5.14, , 1.12, 2.16, 3.2, 3.3, 3.5, 3.11, 3.12, 3.13, 4.12, , , 5.3, 5.11 fictionele teksten: zie literatuur. 27
5 ET 15 ET 16 De leerlingen kunnen verschillende strategieën aanwenden om aan onbekende woorden betekenis toe te kennen. Het gaat om het gebruiken van: de context; de eigen voorkennis; de principes van de woordvorming (afleiding, samenstelling, kennis van vreemde talen); het woordenboek. Bij het lezen taalbeschouwelijke kennis inzetten: tekstsoorten en hun conventies; relaties binnen tekst en tussen tekstgedeelten: verwijswoorden, verbindingswoorden en signaalwoorden. Gebruikmaken van gepaste hulpbronnen: conventionele naslagwerken: school- en studieboeken, encyclopedieën en media; allerlei toepassingen van ICT: geautomatiseerde zoeksystemen in bibliotheek en mediatheek; gebruikmaken van het internet. Bij de planning, uitvoering van en bij de reflectie op hun taken kunnen de leerlingen: hun eigen leesdoel(en) bepalen; het (de) tekstdoel(en) vaststellen; de tekstsoort bepalen; hun voorkennis inzetten; functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen; inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen; de structuur van een tekst (: in grote lijnen) aanduiden; onderwerp en hoofdgedachten aanduiden en parafraseren om tekstbegrip te bevorderen; gelezen teksten kort samenvatten; feiten en meningen onderscheiden; argumenten in een tekst op hun waarde en relevantie beoordelen; info selecteren en gebruiken met behulp van verschillende informatiekanalen. ook: reflecteren op de aangewende strategie; reflecteren op de eigen prestatie en die van anderen met het oog op remediëring. 2.11, 4.4, 5.4, 5.7 bv. 1.16, 2.11, 3.15, 4.2, 4.4, 4.5, 4.6, 4.11, 4.12, 4.13, 4.15, , 1.12, 2.7, beoordeling opstellen in 3.11, 3.12, 4.13, , 1.4, 1.9, 1.10, 1.11, 1.13, 2.2, 2.3, 2.8, 2.10, 2.12, 2.13, 3.2, 3.4, 3.6, 3.9, 3.10, 3.16, 4.2, 4.6, 4.11, 4.17, 5.1, 5.6, 5.11, 5.12, 5.14, 5.17 bv. 1.4, 1.10, 1.16, 2.10, 2.11, 2.15, 2.16, 3.2, 3.13, 4.4, 4.6, 4.11, 4.12, 4.17, 5.2,
6 ET 17 ET 18* De leerlingen kunnen een leesstrategie kiezen naargelang van hun leesdoel en tekstsoort, en ze toepassen: oriënterend; zoekend; globaal; intensief. ook: voorspellend. De leerlingen zijn bereid om: te lezen; lezend informatie te verzamelen over een bepaald onderwerp; de verkregen informatie aan eigen kennis en inzicht te toetsen en te vergelijken met informatie uit andere bronnen; te reflecteren op de inhoud en vorm van de teksten; hun persoonlijk oordeel over bepaalde teksten te formuleren, in vraag te stellen en eventueel te herzien. 1.1, 1.2, 1.4, 1.10, 1.16, 2.11, 2.15,2.16, 3.4, 3.13, 3.15, 3.17, 4.1, 4.2, 4.4, 4.8, 4.12, 4.14, 5.2, 5.4, 5.9, , 1.3, 1.4, 1.9, 1.10, 1.13, 1.16, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.10, 2.11, 2.13, 2.14, 2.15, 3.2, 3.6, 3.7, 3.9, 3.15, 3.16, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.11, 4.12, 4.17, 5.1, 5.7, 5.11, 5.12, 5.14, , 4.1, , 1.5, 1.12, 1.16, 2.7, 2.8, 2.11, 2.16, 3.2, 3.3, 3.5, 3.11, 3.12, 3.13, 3.15, 4.3, 4.4, 4.6, 4.7, 4.10, 4.11, 4.12, 5.4, 5.6, 5.7, , 2.15, 3.4, 3.9, 3.17, 4.12, Schrijven ET 19 ET 20 De leerlingen kunnen op structurerend niveau voor een onbekend publiek tekstsoorten schrijven zoals: schema s en samenvattingen van gelezen en beluisterde informatie en studieteksten; zoals: documentaires, interviews, vakgebonden en vakoverschrijdende studieteksten; instructies; uitnodigingen. ook: formulieren. De leerlingen kunnen voor een onbekend publiek op beoordelend niveau tekstsoorten schrijven zoals: verslagen; sollicitatiebrieven en cv s; zakelijke brieven; gedocumenteerde en beargumenteerde teksten (: eindwerk, opiniestuk, betoog, recensie en leesdossier) (schema), 2.1, 2.6, 2.7 (samenvatten), 2.16, 3.2, 3.13, 3.16, 4.4, 4.9, (tips), , 4.6, , 4.2, , 3.2, 3.12, 4.12,
7 ET 21 ET 22* Bij de planning, uitvoering van en bij de reflectie op hun schrijftaken kunnen de leerlingen: hun eigen schrijfdoel(en) bepalen; hun bedoeld publiek bepalen; hun tekstsoort bepalen; hun voorkennis inzetten; gericht informatie zoeken, ordenen en verwerken; een logische tekstopbouw creëren met aandacht voor inhoudelijke en functionele relaties; eigen tekst reviseren; inhouds- en vormconventies van de taal verzorgen (: zoals de BIN-normen); lay-out verzorgen; correct citeren (bronvermelding); gebruikmaken van ICT. ook: aantrekkelijk, duidelijk en aan vaard baar formu leren qua opbouw, stijl, register, informa tie waarde en lay-out; correct formuleren qua woordkeuze, zinsbouw, spelling en interpunctie; reflectie op aangewende strategieën, ze bijstellen of wijzigen; reflectie op de eigen tekst en die van anderen. De leerlingen zijn bereid om: te schrijven; schriftelijk informatie te verstrekken; te reflecteren over inhoud en vorm van hun eigen schrijfproces en -product; taal, indeling, spelling, handschrift en lay-out te verzorgen. bv. 1.12, 2.7, 3.2, 3.12, 4.13 en , 2.17, 3.11, 3.18, 4.17, 4.18, 5.15, Literatuur ET 23 De leerlingen kunnen vanuit een tekstervarende en tekstbestuderende manier van lezen: literaire teksten uit heden en verleden interpreteren, analyseren en evalueren. Zij kunnen daarbij verbanden leggen: binnen teksten; tussen teksten; tussen teksten en het brede sociaal-culturele veld; tussen tekst en auteur; tussen teksten en hun multimediale vormgeving; verslag uitbrengen over de eigen ervaringen met literaire teksten uit heden en verleden en kunnen deze ervaringen toetsen aan andere interpretaties van en aan waardeoordelen over teksten. In de hierboven vermelde activiteiten komen aan bod: poëzie, proza; theatervoorstelling. ook: (ver)film(ing). proza: 1.4, 1.5, 1.8, 1.9, 1.11, 1.13, 2.1, 2.2, 2.12, 2.13, 3.1, 3.2, 3.4, 3.6, 3.9, 4.1, 4.7, 4.8, 5.2, 5.11, 5.12 poëzie: 1.8, 2.2, 2.4, 2.5, 3.10, 4.3 theatervoorstelling: 1.15, 2.8, 3.17, 5.14 ook: (Ver)film(ing): 1.5, 1.10, 2.8, 2.9, 3.2, 3.16, 3.10, 4.1, 5.2, 5.11,
8 ET 24 ET 25 ET 26 ET 27 De leerlingen kunnen hun tekstkeuze en hun leeservaring beschrijven, evalueren en documenteren in een leesdossier (: leesportfolio). De leerlingen kunnen informatie over literaire teksten verzamelen en verwerken. Zij kunnen hierbij gebruikmaken van informatiekanalen: bibliotheek ( ook: mediatheek), kranten en tijdschriften, radio- en tv-programma s, internet en cd-rom ( ook: literaire actualiteit)... De leerlingen kunnen bij deze activiteiten gebruikmaken van de gepaste leesstrategieën (cf. eindterm 17). : verschillende strategische vaardigheden toepassen, dus ook bv. luisteren en kijken. De leerlingen kunnen doelbewust gegevens, begrippen en werkwijzen hanteren om de bovengenoemde taken uit te voeren. : Bij deze activiteiten gebruikmaken van het bijbehorende begrippenapparaat. Begrippen als: a perspectief; b genre; c stroming; d beeldspraak; e personage; f thematiek; g enscenering. In het worden een reeks zaken genoemd als verplichte leerinhoud: a middeleeuwen, renaissance, barok, romantiek, realisme, expressionisme, Vijftigers, postmodernisme; b verhaal, plot, epos (ridder-, dieren-, geestelijk), roman, kortverhaal; c thema, motief, tijd, ruimte, spanning, vertelperspectief, personage, intertekstualiteit; d poëtische taal; e veelvoorkomende dichtvormen zoals rondeel, ballade, sonnet, vrij vers en visuele poëzie; huislectuur: zie website , 1.5, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 2.4, 2.8, 2.12, 3.2, 3.4, 3.6, 3.9, 3.10, 3.16, 4.3, 4.7, 5.11, 5.12, 5.14 zie eindterm 17 a 1.11, 3.2, 3.6, 3.9, 4.7, 4.8, 5.2 b 1.4, 1.9, 1.13, 1.15, 2.1, 2.4, 2.8, 2.12, 3.1, 3.2, 3.4, 3.6, 3.10, 3.16, 3.17, 4.1, 4.7, 4.8, 5.2, 5.12, 5.14 c 2.4, 2.8, 2.12, 2.13, 3.6, 3.9, 5.11, 5.12 d 2.8, 2.12, 3.9, 4.8 e bij alle verhalende literaire teksten f bij de meeste literaire teksten g 3.17 a 1.4, 1.9, 1.10, 2.1, 2.4, 4.7 en 5.14 (middeleeuwen); 2.8 (renaissance); 2.8 (barok); 5.11 (romantiek); 3.6 en 5.11 (realisme); 1.11, 2.8, 3.16 en 5.11 (postmodernisme) b Veel hoofdstukken (verhaal); 3.1, 3.2, 3.4, 4.1 (plot); 1.4, 1.9, 1.11 en 4.7 (epos: ridder- en dierenverhaal); 4.8 (kortverhaal) c Veel lessen (thema); 3.6 (ruimte); 3.1, 3.4, 3.6 en 4.1 (spanning); 1.11, 3.6, 3.9, 4.7, 4.8, 5.2 (vertelperspectief); intertekstualteit: zie postmodernisme d 2.2, 2.4, 3.10,
9 f klank en rijm, thema, ritme en metrum, vers en strofebouw; g klanknabootsing, alliteratie en assonantie, vergelijking en metafoor, personificatie, symbool en allegorie, paradox, hyperbool en litotes; h humor, ironie, sarcasme, cynisme, parodie, satire; i j handeling, dialoog, tv-drama (zoals docudrama en soap), verfilming, tragedie, komedie, tekentaal, bouw van een toneelstuk; middeleeuws, klassieke en modern theater. f 2.4 en 3.10 (rijm); 2.2, 2.4, 4.3 (vers en strofe) g 2.8, 2.12, 3.9 en 4.8 (beeldspraak) h 1.15, 3.1, 3.17, 4.8, 4.9, 5.11 en 5.12 (ironie); 2.13 en 4.9 (sarcasme); 3.17 (cynisme); 1.10, 1.11, 4.7, 4.8 en 5.11 (parodie); 3.1, 4.7, 4.9 en 5.12 (satire) i 4.9 (soap); 1.5, 1.10, 2.8, 3.16, 3.10, 4.1, 5.2, 5.11 en 5.12 (verfilming) j 5.15 (middeleeuws); 2.8 (klassiek); 3.17 (modern) ET 28* De leerlingen zijn bereid om: literaire teksten te lezen; over hun eigen leeservaring met anderen te spreken en erover te schrijven; hun leeservaring in maatschappelijke context(en) te plaatsen; hun persoonlijke leeservaring te toetsen aan die van anderen. 6 Taalbeschouwing ET 29 De leerlingen kunnen in het taalgebruik (: en in het taalsysteem) volgende taalverschijnselen herkennen, benoemen en ( ook: het gebruik ervan) bespreken: register (: formeel, informeel, vulgair), sociaal bepaalde varianten (sociolect, ook: jongerentaal), regionale varianten (: dialect en regiolect), vaktalen; non-verbale elementen; een aantal tekststructuren: evaluatie-, probleem-, maatregel- en onderzoeksstructuur. ook: gevoelswaarde; modaliteit en taaldaden (pragmatiek) herkennen en toepassen. de werking van het mentale lexicon; woordbetekenis zoals naamgeving, betekeniswijziging en neologisme; etymologie. regionaal: 2.14, 4.17; ook 1.17, 2.17, 3.2, 3.9, 3.17, 3.18, 4.18, 5.18; sociaal: 2.11, 3.8, 5.3, 5.7; ook 2.17, 4.1, 4.12, 4.18; register: 3.5, 3.8, beoordeling van spreektaken 1.6, 1.12, 2.7, 2.15, 3.11, , 5.3, (assertief zijn), 5.13 (lijmen) 1.3, 2.3, 2.16, 4.7, 4.15, 4.16, ,
10 ET 30 ET 31 ET 32 ET 33 De leerlingen kunnen een betoog op controleerbaarheid (in : aanvaardbaarheid) en samenhang beoordelen en drogredenen onderkennen. : argumentatievormen en -middelen: inductie en deductie; rationele drogredenen en sofismen; psychologische of retorische middelen; argumenten en subargumenten; toegeving en voorbehoud. signaal- en verbindingswoorden of -uitdrukkingen. : in het taalgebruik en taalsysteem: drogredenen herkennen; feiten en meningen onderscheiden; argumenten in een tekst op hun waarde en relevantie beoordelen; een gesprek beoordelen/analyseren. De leerlingen kunnen de onderlinge samenhang tussen belangrijke componenten (morfologie, syntaxis, semantiek) van het taalsysteem herkennen, benoemen en bespreken. De leerlingen kunnen de invloed van maatschappij, geschiedenis en politiek op het taalgebruik en taalsysteem herkennen en bespreken. : a. taalverwantschap; b. taalevolutie; c. het Nederlands in de wereld; d. taalmanipulatie; e. aspecten van taalbeleid; f. voor- en familienamen; g. interculturele communicatie; h. het taalgebruik van mannen en vrouwen; i. taalverwerving. : a. taaluniversalia, taalgelijkenissen en -verschillen (ook benoemen ); b. interactionele en interculturele/multiculturele aspecten van taal (enkel herkennen ); c. taalverwerving (ook benoemen). De leerlingen kennen de verschillende strategieën om aan onbekende woorden betekenis toe te kennen en kunnen die hanteren. Het gaat om het gebruik van: de context; de eigen voorkennis; de principes van de woordvorming (afleiding, samenstelling, kennis van vreemde talen); het woordenboek. ook: het gebruik van betekenisrelaties. 3.7, 3.11, 3.12, 3.13, 4.4, 4.9, 4.13, 4.14, 5.6, 5.9, 5.10, 5.13, , 3.3, 3.5, 3.11, 3.12, 3.13, 4.10, 5.9, 5.12, , 1.12, 2.7, , 3.3, 3.5, 3.11, 3.12, 3.13, 4.10, 5.9, 5.12, , , 3.12, 3.13, 3.14, 4.4, 4.13, 5.9, 5.10, , 2.16, 3.13, 3.14, 4.9, 5.6, 5.9, a b. 2.10, 4.5, 4.7, 4.15, 5.17 c d. 5.4 (reclameslogans) f. 1.3, 2.3, 2.16, 4.16 g. 1.7 a b. 1.14, 5.5, , 4.4, 5.4,
11 ET 34 ET 35 ET 36* De leerlingen kennen de principes van ons spellingsysteem. : de principes van ons spellingsysteem toepassen bij het verbeteren van spelfouten. : De leerlingen kennen: strategieën om een tekst juist te spellen en kunnen die toepassen; de principes van ons spellingsysteem. De leerlingen kunnen hun taaltaken bijsturen door middel van herkenning, benoeming en bespreking van taalverschijnselen (: en de nodige hulpbronnen te gebruiken). : Dit houdt in: occasionele taalbeschouwing vanuit taalmateriaal van de leerlingen; gepaste woordenboeken; taalgidsen; taaladviescentra; internet; stijl- en spellingchecker. : de leerlingen kunnen n.a.v. taaltaken reflecteren op bepaalde aspecten van het taalsysteem. De leerlingen zijn bereid om over hun taalgebruik en het taalsysteem na te denken. 1.17, 2.17, 3.18, 4.17, 4.18, 5.8, 5.15, , 2.7, 3.11, 3.12, 4.13, 4.17, 5.8, 5.10 De eindtermen voor taalbeschouwing veranderen vanaf 1 september U vindt deze eindtermen hieronder. Attitudes ET 29 ET 30 De leerlingen zijn bereid om op hun niveau: bewust te reflecteren op taalgebruik en taalsysteem; van de verworven inzichten gebruik te maken bij verbale en non-verbale communicatie. Bij het reflecteren op verbale en non-verbale communicatie tonen de leerlingen interesse in en respect voor de persoon van de ander, en voor de eigen en andermans cultuur. 34
12 Taalgebruik ET 31 Met het oog op doeltreffende communicatie en verdiepende taalbeschouwelijke kennisontwikkeling kunnen de leerlingen op hun niveau in allerlei taalgebruikssituaties bewust reflecteren op een aantal aspecten van het taalgebruik. Ze kunnen in aansluiting bij wetenschappelijke inzichten de hiernavolgende verschijnselen herkennen, onderzoeken en duiden: 31.1 in het tekstuele domein een aantal vaste tekststructuren zoals evaluatie-, probleem-, maatregel- en onderzoeksstructuur; 31.2 in het sociolinguïstische domein Nederlands en andere talen; nationale, regionale, sociale en situationele taalvariëteiten; dimensies van taalverandering: maatschappelijke, politieke, historische; 31.3 in het pragmatische domein de factoren van een communicatiesituatie; normen, conventies, waarden, houdingen, vooroordelen en rolgedrag via taal; taalhandelingen; argumentatie: argumentatiestructuren, deugdelijke argumenten en drogredenen, overtuigingskracht en manipulatie; non-verbale communicatie; de gevolgen van verbale en non-verbale communicatie voor anderen en henzelf; talige aspecten van cultuuruitingen; cultuurgebonden aspecten van verbale en non-verbale communicatie; 31.4 in het psycholinguïstische domein taal en denken; taalverwerving, twee- en meertaligheid. 1.6, 1.12, 2.7, 2.15, 3.11, , 2.14, 4.5, , 2.14, 3.8, 4.17, 5.3, 5.5, , 4.7, 4.15, 5.3 zie vaardigheden 1.14, 2.14, 3.17, 5.5, , , 3.3, 3.5, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, 4.4, 4.9, 4.10, 4.13, 5.9, 5.10, 5.12, 5.13, , evaluatie van spreektaken 1.7, 1.14, 5.13, evaluatie van spreektaken Zie literatuur
13 Taalsysteem ET 32 Met het oog op doeltreffende communicatie en verdiepende taalbeschouwelijke kennisontwikkeling kunnen de leerlingen op hun niveau in aansluiting bij wetenschappelijke inzichten bewust reflecteren op het taalsysteem, zijn componenten en de onderlinge samenhang. Ze kunnen de hiernavolgende verschijnselen herkennen, onderzoeken en duiden: 32.1 in het fonologische domein het onderscheid tussen klank, foneem en letter; 32.2 in het orthografische domein principes van de Nederlandse spelling; 32.3 in het morfologische domein de systematiek van woordvorming; 32.4 in het syntactische domein woordgroepen woordgroepen; zinsdelen zinsdelen; zin actieve en passieve zinnen; zinstypen in relatie tot taalhandelingen; 32.5 in het semantische domein woordsemantiek woordbetekenis: denotatie, connotatie en polysemie; betekenisrelaties: hyponymie en hyperonymie; betekenisverandering; stijlfiguren: eufemisme, dysfemisme, pleonasme, tautologie; metaforiek en metonymie; zinssemantiek de semantiek van woordgroepen en zinsdelen; modaliteit; ontkenning , 5.3, , Strategieën ET 33 De leerlingen kunnen op hun niveau bewust reflecteren op luister-, spreek-, interactie-, lees- en schrijfstrategieën. zie vaardigheden 36
14 4 Vakoverschrijdende eindtermen A Gemeenschappelijke stam GS 1 GS 2 Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 Communicatief vermogen 2 Belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk brengen. Creativiteit 3 Originele ideeën en oplossingen kunnen ontwikkelen en uitvoeren. 1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.6, 1.8, 1.12, 1.14, 1.16, 1.17, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.11, 2.12, 2.13, 2.14, 2.15, 2.16, 2.17, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.10, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, 3.15, 3.16, 3.18, 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.13, 4.15, 4.16, 4.17, 4.18, 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.6, 5.7, 5.8, 5.9, 5.10, 5.11, 5.12, 5.13, 5.14, 5.15, 5.16, 5.17, , 1.3, 1.14, 2.9, 3.1, 3.2, 3.4, 3.12, 4.2, 4.8, 5.13 GS 3 GS 4 GS 5 GS 6 4 Zelf stappen ondernemen om vernieuwingen te realiseren. Doorzettingsvermogen 5 Ondanks moeilijkheden een doel blijven nastreven. 1.2, 1.5, 3.2, 3.11, 3.12, 4.13, 5.10 Empathie 6 Rekening houden met de situatie, opvattingen en emoties van anderen. Esthetische bekwaamheid 7 Schoonheid kunnen ervaren. 1.1, 1.4, 1.5, 1.7, 1.13, 1.14, 2.5, 2.8, 2.12, 2.13, 2.16, 3.1, 3.2, 3.4, 3.6, 3.9, 3.13, 3.14, 3.15, 3.17, 4.1, 4.6, 4.7, 4.9, 4.16, 5.2, 5.6, 5.9, 5.10, 5.11, 5.12, 5.13, , 1.4, 1.5, 1.8, 1.9, 1.10, 1.11, 1.13, 1.15, 2.1, 2.2, 2.4, 2.5, 2.8, 2.9, 2.12, 2.13, 3.1, 3.2, 3.4, 3.6, 3.9, 3.10, 3.12, 3.16, 3.17, 4.1, 4.3, 4.7, 4.8, 4.12, 5.2, 5.11, 5.12, 5.14 GS 7 GS 8 8 Schoonheid kunnen creëren. Exploreren 9 Leerkansen benutten in diverse situaties. 1.5, 1,8, 2.2, 2.9, 3.2, 4.3, , 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.10, 2.2, 2.8, 2.10, 2.11, 2.16, 3.2, 3.4, 3.6, 3.13, 4.2, 4.4, 4.6, 4.7, 4.12, 5.6, 5.9, 5.13, 5.16 vakoverschrijdende eindtermen 37
15 GS 9 GS 10 GS 11 Flexibiliteit 10 Bereid zijn zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden. 1.5, 1.14, 1.15, 1.16, 2.2, 2.12, 2.15, 2.16, 3.1, 3.2, 3.4, 3.12, 3.13, 3.14, 4.1, 4.2, 4.6, 4.9, 4.11, 4.12, 4.13, 5.6, 5.9, 5.10, 5.13, 5.14 Initiatief 11 Zich spontaan engageren. 1.5, 2.2, 2.9, 3.2 Mediawijsheid 12 Alert omgaan met media. 1.1, 1.2, 1.5, 1.7, 1.10, 1.15, 2.2, 2.9, 2.10, 2.11, 2.16, 3.1, 3.7, 3.8, 3.10, 3.13, 3.14, 3.16, 3.17, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.8, 4.9, 4.11, 4.12, 4.13, 4.14, 4.17, 5.2, 5.4, 5.6, 5.9, 5.10, 5.12, 5.13, 5.14, 5.16 GS 12 GS 13 GS 14 GS 15 GS 16 GS Doordacht via de media aan de publieke ruimte participeren. Open en constructieve houding 14 Rekening houden met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in de samenleving en wereld. 15 De eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends toetsen aan verschillende standpunten. Respect 16 Zich respectvol gedragen. Samenwerken 17 Actief bijdragen tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen. Verantwoordelijkheid 18 Verantwoordelijkheid opnemen voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving. 2.9, 4.2, 4.3, 4.6, 4.13, 5.6, 5.10, , 1.2, 1.4, 1.5, 1.7, 1.9, 1.10, 1.11, 1.13, 1.16, 2.1, 2.4, 2.5, 2.8, 2.9, 2.10, 2.11, 2.12, 2.13, 2.16, 3.2, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.10, 3.12, 3.13, 3.14, 3.17, 4.1, 4.4, 4.6, 4.7, 4.9, 4.11, 4.12, 4.13, 4.14, 4.16, 5.1, 5.2, 5.6, 5.9, 5.10, 5.11, 5.12, 5.14, , 1.2, 1.4, 1.5, 1.7, 1.9, 1.11, 1.16, 2.2, 2.11, 2.16, 3.2, 3.6, 3.9, 3.13, 3.14, 3.17, 4.2, 4.9, 4.11, 4.13, 4.14, 5.6, 5.9, 5.10, 5.11, 5.12, , 1.5, 1.10, 2.2, 2.4, 2.12, 2.13, 2.16, 3.2, 3.6, 3.9, 3.10, 3.13, 3.14, 3.15, 3.17, 4.6, 4.9, 4.14, 5.3, 5.5, 5.6, 5.9, 5.10, 5.14, , 1.5, 1.9, 1.12, 1.14, 2.1, 2.2, 2.8, 2.9, 2.11, 2.12, 2.13, 2.16, 3.2, 3.4, 3.6, 3.9, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, 3.15, 4.1, 4.2, 4.4, 4.6, 4.7, 4.11, 4.12, 4.13, 5.6, 5.10, 5.13, , 2.12, 2.13, 3.4, 3.6, 3.9, 3.12, 3.15, 4.1, 4.2, 4.4, 4.12, 5.6, vakoverschrijdende eindtermen
16 GS 18 GS 19 GS 20 GS 21 GS 22 GS 23 GS 24 Zelfbeeld 19 Inzicht verwerven in de eigen sterke en zwakke punten. 20 Een eigen identiteit ontwikkelen als authentiek individu, behorend tot verschillende groepen. Zelfredzaamheid 21 Een beroep doen op maatschappelijke diensten en instellingen. 22 Gebruikmaken van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken. Zorgvuldigheid 23 Kwaliteitseisen stellen aan hun eigen werk en aan dat van anderen. Zorgzaamheid 24 Omgaan met verscheidenheid. 25 Zorg dragen voor de toekomst van zichzelf en de ander. 1.2, 1.5, 1.8, 1.12, 1.14, 1.17, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.7, 2.11, 2.15, 2.16, 2.17, 3.1, 3.2, 3.4, 3.7, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, 3.15, 3.18, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.6, 4.8, 4.9, 4.11, 4.13, 4.16, 4.18, 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.6, 5.7, 5.8, 5.9, 5.10, 5.11, 5.12, 5.13, 5.15, 5.16, 5.17, , 1.8, 1.14, 2.5, 2.11, 3.2, 3.6, 3.9, 3.17, 4.9, 5.1, 5.2, 5.5, 5.9, , 2.2, 2.3, 2.10, 2.11, 3.2, 3.12, 3.15, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.17, 5.6, 5.16, , 5.6, 5.10, , 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.12, 2.2, 2.6, 2.7, 2.11, 2.15, 2.16, 3.2, 3.4, 3.12, 3.13, 3.14, 4.1, 4.2, 4.6, 4.13, 5.6, 5.8, , 1.7, 1.10, 2.2, 2.4, 3.2, 3.10, 3.16, 3.17, 4.9, 4.10, 4.11, 4.14, 5.4, 5.9, , 1.13, 1.14, 2.11, 4.6, 4.13, 4.14, 5.4, 5.9, 5.10, 5.13 B De contexten Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 C Zich hygiënisch verzorgen en gedragen. C Het eigen lichaam leren kennen en adequaat reageren op lichaamssignalen. C Evenwicht vinden tussen werk, ontspanning, rust en beweging. C Een ergonomische en gevarieerde sta-, zit-, werk- en tilhouding aannemen. C Gezonde keuzes maken in hun dagelijkse voeding. C Richtlijnen hanteren voor het hygiënisch omgaan met voeding. C Dagelijks tijd nemen voor lichaamsbeweging. vakoverschrijdende eindtermen 39
17 C De risico's en gevolgen inschatten bij het gebruik van 1.14 genotsmiddelen en medicijnen en assertief reageren in aanbodsituaties. C Voorzorgsmaatregelen nemen tegen risicovol lichamelijk contact. C Aan het gezondheids- en veiligheidsbeleid op school 3.15 participeren. C Veiligheidsvoorschriften toepassen en voorzorgen 3.15 nemen voor een veilige leef- en werkomgeving. C Hulp inroepen en eerste hulp en cpr toedienen. (Cpr = cardiopulmonaire resuscitatie of reanimatie.) C Het verkeersreglement toepassen C Eigen en openbaar vervoer op een veilige manier gebruiken C Beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid. Context 2: Mentale gezondheid 1.1, 1.4, 1.7, 1.9, 1.12, 1.13, 1.16, 2.1, 2.15, 2.16, 3.6, 3.9, 4.14, 5.9 Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 C Adequaat omgaan met taakbelasting en met stressvolle situaties. C Gepast omgaan met vreugde, verdriet, angst, boosheid, verlies en rouw. C Probleemsituaties erkennen en hulp vragen, accepteren en bieden. C Hun seksuele ontwikkeling en veranderingen in de puberteit aanvaarden en verwerken. C Zich kunnen uiten over en respectvol omgaan met vriendschap, verliefdheid, seksuele identiteit en geaardheid, seksuele gevoelens en gedrag. 1.14, 2.13, 3.3, 3.5, 3.13, , 2.11, 2.13, 2.16, 3.3, 3.5, 3.13, 4.6, 4.13, , 1.2, 1.13, 1.14, 2.11, 2.13, 2.16, 3.3, 3.5, 3.6, 3.9, 3.13, 4.1, 4.6, 4.13, 4.14, , , 2.4, 2.11, 2.13, 2.16, 3.13, 4.6, 4.7, 4.13, 4.16, 5.3, 5.12 C Zich weerbaar opstellen. 1.1, 1.14, 2.11, 3.3, 3.5, 3.13, 4.1, 4.4, 4.6, 4.9, 4.13, 4.14, 4.16, 5.1, 5.3, 5.7, 5.12, 5.13 C Beeld, muziek, beweging, drama of media gebruiken om zichzelf uit te drukken. 2.2, 3.2 C De impact van cultuur- en kunstbeleving op herkennen op het eigen gevoelsleven en gedrag, en dat van anderen. Context 3: Sociaalrelationele ontwikkeling 1.4, 1.7, 1.8, 1.12, 1.13, 2.3, 2.4, 2.12, 2.16, 3.1, 3.2, 3.6, 3.8, 3.9, 4.1, 4.6, 4.7, 4.14, 4.16, 5.11, 5.12 Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 C Een relatie kunnen opbouwen, onderhouden en beëindigen. 1.5, 1.14, 2.5, 2.11, 3.13, 4.6, 4.12, 5.6, 5.9, vakoverschrijdende eindtermen
18 C Het bestaan erkennen van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties. C Verschillen accepteren en belang hechten aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie. 2.1, 2.4, 2.5, 2.8, 3.6, 4.6, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.13, 4.14, 5.1, 5.5, 5.6, 5.9, 5.10, 5.13, , 1.3, 1.7, 1.13, 2.3, 2.5, 2.8, 2.12, 2.13, 3.8, 4.6, 4.9, 4.12, 5.2, 5.3, 5.6, 5.9, 5.10, 5.11, 5.13, 51.6 C Ongelijk toegeven en zich verontschuldigen. 1.5, 1.14, 2.13, 4.6, 4.12, 5.6, 5.9, 5.16 C Discreet handelen in situaties die dat vereisen. 1.5, 1.14, 2.5, 4.4, 4.6, 4.13, 5.3, 5.5, 5.6, 5.9, 5.10, 5.13, 5.16 C Vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik doorprikken. C Opvattingen bespreken over medische, psychische en sociale aspecten van samenlevingsvormen, veilig vrijen, gezinsplanning, zwangerschap en zwangerschapsafbreking. C Onbevangen en constructief hun wensen uiten en gevoelens binnen relaties, en hierin grenzen stellen en aanvaarden. C Naar constructieve oplossingen zoeken voor conflicten. C In dialoog met anderen de dynamiek beargumenteren in hun voorkeur voor bepaalde cultuur- en kunstuitingen. C Cultuur- en kunstuitingen gebruiken om begrip op te brengen voor de leefwereld van anderen. Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling 1.4, 1.14, 1.15, 2.1, 2.3, 2.4, 2.5, 2.8, 3.6, 3.13, 3.17, 4.4, 4.6, 4.9, 4.11, 4.13, 4.14, 5.1, 5.2, 5.4, 5.6, 5.9, 5.11, , 1.13, 1.14, 2.1, 2.3, 2.4, 2.5, 2.8, 2.11, 3.6, 3.13, 3.17, 4.6, 4.9, 4.12, 4.14, 5.1, 5.2, 5.9, , 1.14, 2.5, 2.11, 2.13, 3.13, 4.6, 4.12, , 1.14, 2.8, 2.13, 3.13, 4.12, , 1.7, 1.8, 1.9, 1.11, 1.12, 1.13, 1.15, 2.1, 2.4, 2.8, 2.12, 3.1, 3.2, 3.6, 3.17, 4.3, 4.7, 4.9, 4.11, , 1.4, 1.7, 1.8, 1.9, 1.12, 2.3, 2.5, 2.8, 2.12, 3.6, 3.9, 3.17, 4.3, 4.9, 4.11, 5.11 Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 C Aan milieubeleid en -zorg op school participeren. C In duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid herkennen tussen economische, sociale en ecologische aspecten, de invloed herkennen van techniek en beleid. C Naar mogelijkheden zoeken om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen. C Naar duurzame oplossingen zoeken om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren. C Interesse tonen en appreciatie uiten voor de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed vakoverschrijdende eindtermen 41
19 C De waarde aanvoelen van natuurbeleving en het genieten van de natuur. Context 5: Politiek-juridische samenleving Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 C Aangeven hoe zij als leerlingen kunnen deelnemen aan de besluitvorming in en opbouw van de samenleving. C Inspraak, participatie en besluitvorming toepassen in 1.4, 4.13 reële schoolse situaties. C Het belang en dynamisch karakter aantonen van mensen- en kinderrechten. C Zich actief en opbouwend inzetten voor de eigen rechten en die van anderen. C Aantonen dat het samenleven in een democratische 3.13 rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid. C De rol van controle en evenwicht erkennen tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in ons democratisch bestel. 3.2, 3.13 C De rol van de media en organisaties illustreren in het functioneren van ons democratisch bestel. C De hoofdzaken van de federale Belgische staatsstructuur onderscheiden. C Het samenleven in ons democratisch bestel toetsen aan het samenleven onder andere regeringsvormen. C Illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen. C Van Europese samenwerking, het beleid en de instellingen van de Europese Unie de betekenis voor de eigen leefwereld kunnen toelichten. C Het belang aantonen van internationale organisaties en instellingen. C Voorbeelden geven die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt. Context 6: Sociaaleconomische samenleving 3.2, 3.7, 3.13, 3.14, 4.2, 4.4, 4.6, 4.7, 4.9, 4.11, , , 3.17, 4.9, 4.14 Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 C Met voorbeelden uitleggen hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een overheid inkomsten verwerft en aanwendt. C De eigen opvatting toetsen aan de verschillende opvattingen 1.7, 1.13, 3.17, 5.1, 5.4, 5.6 over welzijn en verdeling van welvaart. C Zich inzetten voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld. 1.1, vakoverschrijdende eindtermen
20 C Bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog hebben voor prijs-kwaliteit en duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument. C Voorbeelden geven van het veranderlijke karakter van arbeid en economische activiteiten. C Voorbeelden geven van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden. C Het eigen budget en de persoonlijke administratie kunnen beheren. C Kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aangeven. C De rol toelichten van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en internationale context. 5.4, Context 7: Sociaal-culturele samenleving Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 C De dynamiek beschrijven in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen. C Constructief omgaan met verschillen tussen mensen en levensopvattingen. C Het belang illustreren van sociale samenhang en solidariteit. C Lessen trekken uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie. C Voorbeelden geven van de potentieel constructieve en destructieve rol van conflicten. C Actief omgaan met de cultuur en kunst die de leerlingen omringen. C De wederzijdse beïnvloeding illustreren van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing. 1.7, 2.8, 2.12, 3.2, 3.6, 3.9, 3.10, 3.16, 3.17, 4.9, 4.14, 5.2, 5.4, 5.11, , 1.14, 2.11, 2.13, 3.2, 3.13, 4.9, 4.11, 4.13, 4.14, 5.4, 5.6, , 1.7, 1.13, , 2.8, 3.6, 3.16, 3.17, 4.9, , 1.13, 1.14, 2.1, 2.5, 2.8, 2.11, 2.13, 3.9, 3.14, 4.7, 4.9, 4.14, 5.6, , 2.2, 2.8, 2.9, 3.2, 3.17, 4.1, 4.3, 4.8, 4.12, 5.13 Zie ook huislectuur 1.4, 1.9, 1.13, 2.1, 2.4, 2.8, 3.2, 3.6, 3.9, 4.7, 4.9, 5.2, 5.9, 5.12, 5.13 C Leren leren LL1 Opvattingen over leren 1 Systematisch werken. Vakoverschrijdende eindtermen Focus 5 1.5, 2.7, 2.12, 3.2, 3.13, 4.2, 4.6, 4.12, 4.13, 5.6, 5.9, 5.10 LL2 2 De leerstrategieën gericht kiezen met het oog op te bereiken doelen. 1.5, 2.12, 2.16, 3.2, 5.9 vakoverschrijdende eindtermen 43
21 LL3 LL4 LL5 LL6 LL7 LL8 LL9 LL10 LL11 LL12 Informatieverwerving 3 Diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kunnen kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. Informatieverwerking 4 Verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel kunnen toepassen. 5 Informatie kunnen samenvatten. Problemen oplossen 6 Op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch kunnen inschatten en uitvoeren. 7 De gekozen oplossingswijze en de oplossing evalueren, en eventueel op zoek gaan naar een alternatief. Regulering van het leerproces 8 Een realistische werkplanning op langere termijn kunnen maken. 9 Het leerproces sturen, het op doelgerichtheid beoordelen en het zo nodig aanpassen. 10 Feedback kunnen geven en ontvangen over leerervaringen. 11 Het eigen aandeel in slagen en mislukken kunnen inschatten. 12 De invloed erkennen van hun interesses en waarden op hun motivatie. 1.5, 2.2, 2.3, 2.7, 2.10, 2.16, 3.2, 3.6, 3.11,, 3.12, 3.13, 4.2, 4.4, 4.5, 4.6, 4.9, 4.11, 4.12, 4.13, 4.17, 5.9, 5.10, , 1.5, 1.6, 1.10, 1.12, 1.14, 2.2, 2.6, 2.11, 2.15, 3.2, 3.3, 3.5, 3.8, 3.11, 3.12, 3.14, 3.15, 4.1, 4.2, 4.4, 4.6, 4.8, 4.9, 4.11, 4.12, 4.13, 4.14, 4.17, 5.3, 5.4, 5.5, 5.6, 5.9, 5.10, 5.13, 5.16 Eigenlijk alle oefeningen op de 4 vaardigheden. 1.5, 1.12, 2.1, 2.7, 2.16, 3.2, 3.11, 3.13, 4.2, 4.4, 4.9, 4.12, , 2.12, 2.15, 3.2, huislectuur 1.5, 2.12, 2.15, 3.2, evaluatiebladen tussen de delen in het werkboek + huislectuur 1.5, 2.2, 3.2, huislectuur 1.5, 2.2, 3.2, 3.13, huislectuur + evaluatiebladen tussen de delen in het werkboek 1.5, 1.12, 1.14, 2.2, 2.7, 2.11, 2.16, 3.2, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, 4.1, 4.2, 4.6, 4.7, 4.9, 4.12, 4.13, 5.6, 5.9, 5.10, 5.13, evaluatiebladen tussen de delen in het werkboek 1.5, 1.7, 1.12, 1.14, 1.16, 2.2, 2.7, 2.10, 2.11, 2.15, 2.16, 3.1, 3.2, 3.7, 3.11, 3.12, 3.13, 3.14, 4.1, 4.2, 4.6, 4.7, 4.9, 4.12, 4.13, 4.14, 4.17, 5.6, 5.9, 5.10, 5.12, 5.13, 5.14, bijna overal reflectievragen; evaluatiebladen tussen de delen in het werkboek evaluatiebladen tussen de delen in het werkboek 44 vakoverschrijdende eindtermen
22 LL13 LL14 LL15 LL16 Studie- en beroepsgerichte keuzebekwaamheid 13 Een zinvol overzicht verwerven over studie- en beroepsmogelijkheden, dienstverlenende instanties met betrekking tot de arbeidsmarkt of de verdere studieloopbaan. 14 Bereid zijn alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten. 15 Rekening houden met interesses en mogelijkheden bij de studie- of beroepskeuze. 16 Kunnen reflecteren op hun studie- of beroepskeuze. Vakoverschrijdende eindtermen technisch-technologische vorming 1 Techniek begrijpen ET 1 ET 2 ET 3 ET 4 De leerlingen kunnen effecten van techniek op mens en samenleving illustreren en in historisch perspectief plaatsen (zoals comfort, design, milieu, consumentisme...). De leerlingen kunnen effecten van techniek op menselijke gedragingen, houdingen, waarden en normen illustreren. De leerlingen kunnen kenmerken van een technische benadering onderscheiden van andere benaderingen zoals wetenschappelijk, artistiek, sociaal... De leerlingen kunnen gefundeerd oordelen over de rol van ondernemingen/organisaties in en voor de samenleving bijvoorbeeld met betrekking tot welvaart, ontwikkeling, welzijn , , 4.17, Technisch begrijpen ET 5 ET 6 ET 7 De leerlingen kunnen kennis en vaardigheden uit verschillende sectoren herkennen. De leerlingen kunnen eenvoudige ontwerpen en realisaties evalueren. De leerlingen kunnen ondernemingen/organisaties karakteriseren als uitvoerders van technische processen en de rol van verschillende technische beroepen en vaardigheden hierbij toelichten. 3 Attitude ET 8 De leerlingen ontwikkelen een constructief kritische houding ten aanzien van techniek, technische beroepen en ondernemingen/organisaties. vakoverschrijdende eindtermen 45
Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)
Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen
Nadere informatieAANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)
AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) (VAN KRACHT VANAF SEPTEMBER 00) VOOR DE DERDE GRAAD AANSLUITING BIJ DE VAKKEN De ethische matri aardrijkskunde biologie ecologie economie
Nadere informatie1 Luisteren. 2 Spreken/gesprekken voeren. Bijlage 6. Eindtermen Nederlands van de derde graad aso
1 Bijlage 6. Eindtermen Nederlands van de derde graad aso 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen door een bekende volwassene m.b.t.
Nadere informatieBijlage 9. Eindtermen Nederlands van de derde graad tso
1 Bijlage 9. Eindtermen Nederlands van de derde graad tso 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen, en probleemstellingen door een bekende volwassene m.b.t.
Nadere informatieDEEL 1: HET VOET-BELEID
-INSTRUMENT SO DEEL 1: HET -BELEID Hoe zorgt de school ervoor dat alle vakoverschrijdende eindtermen voor álle leerlingen worden nagestreefd? A. DOELGERICHT? Is er een visie t.a.v.? Heeft de school een
Nadere informatieAANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)
AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) (VAN KRACHT VANAF SEPTEMBER 200) VOOR DE EERSTE GRAAD 2 2 AANSLUITING BIJ DE VAKKEN aardrijkskunde biologie sociaal-economische initiatie
Nadere informatieVoor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.
Voor alle leraren Nederlands 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden:, procedures/strategieën en attitudes. 1 Luisteren 1e graad 2e graad 3e graad uiteenzetting leerstofonderdeel
Nadere informatieJaarplan Jaarplan PAV 5dejaar
Schooljaar 2011-2012 Leerkracht(en): Vak: Klassen: Ann Debecker, Sonia Mannaerts, Carine Peeters, Ivo Thyssen, Jo Vonckx Jaarplan PAV 5dejaar 5GK, 5RK1, 5RK2 Schooljaar: 2011-2012 Algemene gegevens Leerjaar
Nadere informatie1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren)
1 Bijlage 5. Eindtermen Nederlands van de tweede graad tso 1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren) 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen, probleemstellingen
Nadere informatie2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:
LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL ALGEMEEN: p.8 2.3 Literatuur In onze leerplannen is literatuur telkens als een aparte component beschouwd, meer dan een vorm van leesvaardigheid. Na de aanloop
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie AO AV 002 Protocol Datum: 25 juli 2006 Versie 2.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud...
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 2.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO2 AO AV 003 Versie 2.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...
Nadere informatieWetenschappen. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs
Bijlage 6 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs en van de regelgeving betreffende
Nadere informatieModerne Talen - Wetenschappen. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs
Bijlage 12 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs en van de regelgeving betreffende
Nadere informatieEconomie. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs
Bijlage 7 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs en van de regelgeving betreffende
Nadere informatieEindtermen tweede graad ASO
Mind over Media - Koppeling eindtermen Eindtermen tweede graad ASO Geschiedenis 1.1 Criteria in verband met het historisch referentiekader 12. Essentieel is dat voor elke ontwikkelingsfase fundamentele
Nadere informatieBEOOGDE LEERDOELEN EN EINDTERMEN
BEOOGDE LEERDOELEN EN EINDTERMEN BRIAN CONAGHAN Vertaald door Aline Sax NEDERLANDS Deze lesbrief is in het bijzonder geschikt voor leerlingen van de tweede graad (jaren 3 en 4) van het secundair onderwijs.
Nadere informatieEconomie - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs
Bijlage 10 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs en van de regelgeving betreffende
Nadere informatieWetenschappen - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs
Bijlage 14 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs en van de regelgeving betreffende
Nadere informatieMaak je eigen folder! Leerkrachtenbundel
Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel Doelgroep: Wij denken dat dit een geschikte opdracht is voor de 2 de en 3 de graad aso, voor tso (vooral voor grafische richtingen, vormgeving) en voor kso. De
Nadere informatieModerne Talen - Wiskunde. Algemene opleiding Studiegebied Algemene vorming AO AV Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs
Bijlage 13 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs en van de regelgeving betreffende
Nadere informatie1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren)
1 Bijlage 2. Eindtermen Nederlands van de tweede graad aso 1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren) 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen, probleemstellingen
Nadere informatieWorkshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren
Workshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren Deze infobrochure bevat een inhoudelijke beschrijving van de workshop en zijn doelstellingen. Ten tweede vinden begeleidende leraren
Nadere informatieGeschiedenis en VOET
Geschiedenis en VOET Per 1 september 2010 traden de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET) in werking en vanaf 1 september 2011 zal de doorlichting de VOET meenemen in de focus van de scholen. De
Nadere informatieVakoverschrijdende Eindtermen. Secundaire school
Secundaire school 11 januari 2010 MOTIVERING VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN De hieronder beschreven vakoverschrijdende eindtermen verschillen enkel voor ICT van de door het Vlaams parlement bekrachtigde
Nadere informatieEducatief materiaal om te werken rond relaties en seksualiteit met de bijhorende VOET
1 Educatief materiaal om te werken rond s en seksualiteit met de bijhorende VOET Beddengoed, voorbehoedmiddelengids voor jongeren Een heldere en leerrijke brochure, bruikbaar in klasverband. Het boekje
Nadere informatieVakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie
Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen
Nadere informatieGEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
1306 BELGISCH STAATSBLAD 13.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE
Nadere informatieLuister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands
Les Taalblad, Pendelaars Tekstsoort, publiek, niveau Informatieve en persuasieve tekst Onbekend publiek Structurerend niveau voor leesvaardigheid, beoordelend niveau voor luistervaardigheid Verwijzing
Nadere informatieDOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG
DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG 2 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - ASO - De volgende doelstellingen en VOET komen aan bod. Aangezien de leerlingen in groepjes worden onderverdeeld, onderzoek
Nadere informatie1 ste graad 2 de graad 3 de graad. Communicatie. Creativiteit. Praatronde - klasraad (Vakoverschijdende eindtermen: Gemeenschappelijke stam)
(Vakoverschijdende eindtermen: Gemeenschappelijke stam) 1 ste graad 2 de graad 3 de graad Communicatie manier een idee, gedachte verbaal en non-verbaal uiten. manier een idee, gedachte verbaal en non-verbaal
Nadere informatieBIJLAGEN: dossier doe je mee of zeg je nee?
BIJLAGEN: dossier doe je mee of zeg je nee? Bijlage 1: Leerlijn tabak 1 e graad SO 12-14j Doelstelling Versterken van de kennis en vaardigheden die jongeren nodig hebben om gezonde keuzes te maken en niet
Nadere informatieSecundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen
Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke
Nadere informatieEindtermen Nederlands lager onderwijs
Eindtermen Nederlands lager onderwijs Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 1.1 een voor hen bestemde mededeling
Nadere informatieTaalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)
Nadere informatieDOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS
DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS 3 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - BSO - De volgende doelstellingen en VOET kunnen aan bod komen. Dat is steeds afhankelijk van de onderzochte (school)omgeving. Die
Nadere informatieIN SAMENHANG LEZEN Meer voorbeelden
IN SAMENHANG LEZEN Meer voorbeelden Twee extra voorbeelden Volgende teksten gaan over twee scholen die beide hun leerlingen leren omgaan met verscheidenheid. De eerste legt daarbij een andere focus dan
Nadere informatieMODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde
MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden
Nadere informatieLesvoorbereiding: Bouw (tegelzetter, metselaar, schilder)
Lesvoorbereiding: Bouw (tegelzetter, metselaar, schilder) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek over de sector Bouw Beginsituatie:
Nadere informatieLesvoorbereiding: Transport en logistiek (beroepen: planner, magazijnmedewerker en vrachtwagenchauffeur)
Lesvoorbereiding: Transport en logistiek (beroepen: planner, magazijnmedewerker en vrachtwagenchauffeur) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren
Nadere informatieDOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel DOCUMENT VVKSO Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica Dit document is een aanvulling op het algemeen servicedocument
Nadere informatieVOET-werking Sint-Lutgardis Mol
VOET-werking Sint-Lutgardis Mol Visietekst Centraal uitgangspunt: VOET in samenhang met het opvoedingsproject De visie van de VOET staat nauw in verband met het opvoedingsproject van onze school (zie schoolreglement).
Nadere informatieWAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN
WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN Vakgebonden eindtermen A Vrij gesubsidieerd onderwijs VVKSO Leerplan 3 e graad secundair onderwijs AV Nederlands ASO/TSO/KSO LICAP- Brussel D/2006/0279/008
Nadere informatieOpdracht Talking Point Leerkrachtenbundel
Opdracht Talking Point Leerkrachtenbundel Doelgroep: Dit is een opdracht die voor elke leerling of cursist geschikt is. In het bijzonder voor anderstaligen (NT1, NT2, OKAN, inburgeringsgroepen) is dit
Nadere informatieEINDTERMEN Bosbiotoopstudie
EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden
Nadere informatieInteractieve rondleiding SO
Interactieve rondleiding SO Heilige Plaatsen Tijdens deze interactieve rondleidingen ontdekken jongeren uit het secundair onderwijs de verschillen en gelijkenissen tussen de drie religies. Meer specifiek
Nadere informatieDOCUMENT. Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VVKSO
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel DOCUMENT VVKSO Servicedocument VOET voor het vak ICT/Informatica Dit document is een aanvulling op het algemeen servicedocument
Nadere informatieSOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale
Nadere informatieEerste graad A-stroom
EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van
Nadere informatieVOET EN STUDIEGEBIED HANDEL
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL Elementen van de Stam Alle elementen van de stam zijn fundamenteel in de vorming van de leerling
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie AO AV 002 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules... 5 1.2 Plaats
Nadere informatieDiocesane Pedagogische Begeleidingsdienst Brugge
Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst Brugge Baron Ruzettelaan 435, 8310 Assebroek Tel. 050 37 26 75 Fax 050 35 45 08 dpb@dpbbrugge.be www.dpbbrugge.be Beste Heel veel scholen kennen en gebruiken DigitaleVOETjes.
Nadere informatieOverzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1
Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1 De geel gemarkeerde eindtermen worden met de methode en mits didactisch ernaar handelen gerealiseerd. 1. Luisteren De
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO2 AO AV 003 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...
Nadere informatieKruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen
Titel / thema tekst / toets Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen LUISTERVAARDIGHEID De leerlingen kunnen Lu 1 op beschrijvend niveau van narratieve,
Nadere informatieVakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs
t Gasthuys Stedelijk Museum Aalst op schoolmaat (16+) Eindtermen 3 de graad secundair onderwijs 1. inleiding In de tijdelijke tentoonstelling Aalst 1815-1830. Geschiedenis van een provinciestad tijdens
Nadere informatieLesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, matrijzenbouwer, )
Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, matrijzenbouwer, ) Klas: 1ste graad secundair onderwijs A stroom / B - stroom Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssector
Nadere informatieEindtermen en ontwikkelingsdoelen voor explorer in de B-stroom. Gemeenschappelijke vakoverschrijdende eindtermen
Eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor explorer in de B-stroom Gemeenschappelijke vakoverschrijdende eindtermen Gemeenschappelijke stam : (communicatief vermogen) brengen belangrijke elementen van communicatief
Nadere informatieLesvoorbereiding : Voedingsindustrie (beroepen : kwaliteitsverantwoordelijke, productieoperator en onderhoudstechnicus)
Lesvoorbereiding : Voedingsindustrie (beroepen : kwaliteitsverantwoordelijke, productieoperator en onderhoudstechnicus) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m.
Nadere informatieVakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen Jean Strynck, begeleider P.O.
Vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen Jean Strynck, begeleider P.. De plaats van Muzisch-creatieve vorming in het nieuwe concept, een kijkwijzer vanuit een ruime invalshoek. Eindtermen zijn
Nadere informatieEINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar
5 e Leerjaar 6 e Leerjaar EINDTERMENTABEL OVERZICHT Flos en Bros werkboekjes Tandenmuzeum De mondgazt Dagboek v/e tandenborstel Gezonde start in de mond - Suiker Verzin een supersmoes Tanden de wereld
Nadere informatieStudiedag Duurzame Ontwikkeling
Studiedag Duurzame Ontwikkeling Wanneer je een schip wilt bouwen, breng dan geen mensen bij elkaar om hout aan te slepen, werktekeningen te maken, taken te verdelen en werk te plannen, maar leer de mensen
Nadere informatieLokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).
De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C
Nadere informatieDOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG
DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG 2 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - KSO - De volgende doelstellingen en VOET komen aan bod. Aangezien de leerlingen in groepjes worden onderverdeeld, onderzoek
Nadere informatie~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)
~ 1 ~ Functionele taalvaardigheid/ tekstgeletterdheid Eindtermen (P)AV voor 2 de graad SO 3 de graad SO 3 de jaar 3 de graad SO DBSO niveau 2 de graad DBSO niveau 3 de graad DBSO niveau 3 de jaar 3 de
Nadere informatieNederlands ( 3F havo vwo )
Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg - informatie
Nadere informatieRaamwerk met betrekking tot de talige behoeften en taaldoelen
Raamwerk met betrekking tot de talige behoeften en taaldoelen 1. Op welke eindtermen en ontwikkelingsdoelen is het raamwerk gebaseerd? Het raamwerk binnen de Toolkit Competenties Nederlands Breed Evalueren
Nadere informatieDe laatste show. 2 e graad aso LUISTEREN - Schema publiek/verwerkingsniveau
Les 1 Vooraf 1.1 Een leerlijn voor luisteren? In een mensenleven is luisteren de meest gebruikte vaardigheid. Volwassenen besteden hun communicatietijd als volgt: 45% luisteren, 30% spreken, 16% lezen
Nadere informatieLesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)
Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek
Nadere informatiePedagogisch stappenplan voor de begeleider
Pedagogisch stappenplan voor de begeleider Doelstelling Deze checklist is voor begeleiders van een Leeronderneming. Dit document is een werkinstrument: schrap en vul aan waar nodig. Uitgebreide informatie
Nadere informatieDOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS
DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS 3 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - TSO - De volgende doelstellingen en VOET kunnen aan bod komen. Dat is steeds afhankelijk van de onderzochte (school)omgeving. Die
Nadere informatieOnderwijskundige doelen
Onderwijskundige doelen Het materiaal van Dit Ben Ik in Brussel beoogt vooral het positief omgaan met diversiteit. Daarom is het ook logisch dat heel wat doelen van het Gelijke Onderwijskansenbeleid aan
Nadere informatieRealiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren
Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft
Nadere informatieOverzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen.
Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen. Inhoud Ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs Impliciet Wereldoriëntatie
Nadere informatieLesvoorbereiding: Chemie, kunststoffen en life-sciences (beroep: Onderzoeker)
Lesvoorbereiding: Chemie, kunststoffen en life-sciences (beroep: Onderzoeker) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek over de sector
Nadere informatieVakoverschrijdende eindtermen
Vakoverschrijdende eindtermen GEMEENSCHAPPELIJKE STAM (communicatief vermogen) 1 brengen belangrijke elementen van com muni ca tief handelen in praktijk; (creativiteit) 2 kunnen originele ideeën en oplossingen
Nadere informatieMAVO - PAV WORD. MAVO/PAV ten VOETEN uit
MAVO/ PAV ten VOETEN uit Jan Bonne en Jan Cmeyn juni 200 MAVO - PAV WORD MAVO/PAV ten VOETEN uit Project Algemene Vakken en Maatschappelijke Vorming zijn vakken waarbinnen we projectmatig, vakoverschrijdend
Nadere informatieWISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN
WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,
Nadere informatieDeze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.
Eindtermen Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst. Op de volgende bladzijden hebben we ook enkele
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...
Nadere informatieClimate Clash. eindtermen
Climate Clash eindtermen 1 1. vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de Climate Clash Tweede en derde graad Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid. De leerlingen: 5. maken
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...
Nadere informatieDuur: 1 lesuur. Doelstellingen: De weergegeven doelstellingen baseren zich op de eindtermen van het leerplan secundair onderwijs (D:2003/0279/001).
Lesschema les 1 Doelgroep: Bij voorkeur 3 e graad Duur: 1 lesuur Lesonderwerp: Komen Eten?! inleiding bij het lesthema Doelstellingen: De weergegeven doelstellingen baseren zich op de eindtermen van het
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Moderne Talen AO AV 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 28 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5
Nadere informatieBasiseducatie LEERGEBIED Maatschappij oriëntatie (MO)
RLLL-RLLL-EXT-ADV-007bijl9 Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappij oriëntatie (MO) Opleiding AO BE 026 (Ontwerp) Versie {1.0} (Ontwerp) Pagina 1 van 14 Inhoud Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 15
Nadere informatieEINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010
EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen
Nadere informatieFriese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010
Friese taal en cultuur VWO Syllabus centraal examen 2010 oktober 2008 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden
Nadere informatieDOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA
DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare
Nadere informatieWORKSHOP HET AFRIKAANSE SCHOONHEIDSIDEAAL
WORKSHOP HET AFRIKAANSE SCHOONHEIDSIDEAAL NAAM ORGANISATIE : AFRIKA AT HOME vzw TITEL WORKSHOP: HET AFRIKAANSE SCHOONHEIDSIDEAAL. Beleef de schoonheid in Afrika DOELGROEP : Kleuter / Lager Onderwijs 3
Nadere informatieNederlands ( 3F havo vwo )
Einddoelen Nederlands Nederlands ( 3F havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = Verdiepende keuzestof = SE Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen Gespreksvaardigheid Taken: - deelnemen aan discussie en overleg
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13602 25 juli 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 juni 2011, nr. VO/309740, houdende
Nadere informatieMinisterie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1: Opleiding...
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Wiskunde AO AV 007 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1
Nadere informatieInhoudsoverzicht NN5 Tweede Fase
Inhoudsoverzicht NN5 Tweede Fase Cursus Hoofdstuk havo 4/5 vwo 4 vwo 5/6 1 Leesvaardigheid 2 Schrijfvaardigheid 1 Inleiding leesvaardigheid 1 Leesstrategieën 2 Schrijfdoelen 3 Tekstsoorten 4 Tekst en publiek
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wiskunde AO AV 010 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5
Nadere informatieLesvoorbereiding: Social Profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker)
Lesvoorbereiding: Social Profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Technologische Opvoeding Onderwerp:
Nadere informatie