Handboek: Activiteitenboek BSO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handboek: Activiteitenboek BSO"

Transcriptie

1 Handboek: Activiteitenboek BSO Kindercentrum Ut Kerrerraad Correspondentieadres: De Hoogestraat 3 / 6107 CH Stevensweert / tel: mail@utkerreraad.nl / / Kvk Roermond

2 Inhoudsopgave: Inleiding 3 1. Ontwikkelingsgebieden Taalontwikkeling Spelontwikkeling Sociale ontwikkeling Motorische ontwikkeling Emotionele ontwikkeling Creatieve ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Interactievaardigheden Sensitieve responsiviteit Respect voor autonomie Structuren en grenzen stellen Praten en uitleggen Ontwikkelingsstimulering Begeleiden van interacties tussen kinderen Randvoorwaarden Leeftijdsadequaat handelen Adequaat spel/ en ontwikkelingsmateriaal Inrichting en gebruik van de ruimte Veiligheid 25 Praktijkvoorbeeld 27 Bronvermelding 28 2

3 Inleiding Kindercentrum Ut Kerreraad maakt, bij het organiseren van activiteiten binnen de BSO, gebruik van een activiteitenboek. Om goed overweg te kunnen met het activiteitenboek is dit handboek opgezet. In dit handboek wordt de ontwikkeling van het kind ingedeeld in 7 ontwikkelingsgebieden. Bij ieder ontwikkelingsgebied wordt globaal beschreven hoe de ontwikkeling op dat gebied verloopt van 4 tot en met 12 jaar en worden aanwijzingen gegeven over hoe dit ontwikkelingsgebied gestimuleerd kan worden. De ontwikkeling wordt hierbij steeds onderverdeeld in 3 leeftijdscategorieën, 4-6 jaar, 7-9 jaar en jaar. Daarnaast wordt in dit handboek achtergrondinformatie gegeven over de verschillende interactievaardigheden, die pedagogisch medewerkers kunnen en moeten inzetten in het werk op de buitenschoolse opvang. Hierbij worden ook aanwijzingen gegeven voor het in praktijk brengen van deze vaardigheden. Verder wordt in dit handboek informatie gegeven over het inrichten en gebruik van de ruimte, gebruik van adequaat spel- en ontwikkelingsmateriaal, groepssamenstelling binnen de buitenschoolse opvangvoorzieningen en veiligheidsaspecten. Als laatste wordt er ook een praktijkvoorbeeld gegeven hoe de theorie uit het handboek kan worden toegepast in de praktijk. 3

4 1. Ontwikkelingsgebieden Kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar blijven zich volop ontwikkelen. Met het oog op adequate begeleiding en het aanbieden van passende en uitdagende activiteiten op de BSO, is het goed om inzicht te hebben in deze ontwikkeling. Daarbij gaan we uit van drie leeftijdsgroepen, namelijk: kinderen tussen 4 en 6 jaar, kinderen tussen 7 en 9 jaar en kinderen tussen 10 en 12 jaar. In dit hoofdstuk gaan we in op zeven ontwikkelingsgebieden, die we zullen toelichten voor de drie leeftijdsgroepen. - Taalontwikkeling - Spelontwikkeling - Sociale ontwikkeling - Motorische ontwikkeling - Emotionele ontwikkeling - Creatieve ontwikkeling - Cognitieve ontwikkeling 1.1 Taalontwikkeling Kinderen ontwikkelen hun taal door te praten met andere taalgebruikers. Zo leren ze nieuwe woorden en correcte formuleringen te gebruiken. Als kinderen graag iets willen vertellen en niet zelf de juiste woorden of woordvormen weten, gaan ze extra goed letten op hun gesprekspartner. Zodra ze de juiste woorden horen, nemen ze die over in hun eigen taalgebruik. Zo ontwikkelen ze tegelijkertijd hun begrip van de taal en het actieve gebruik van de taal. Voor kinderen die thuis weinig Nederlands horen is het des te belangrijker dat er op andere plaatsen, zoals op de kinderopvang, goed taalaanbod is en dat zij daardoor de gelegenheid krijgen om zo hun Nederlands te ontwikkelen. Kinderen tussen 4 en 6 jaar Deze kinderen zijn nog volop bezig met hun taalontwikkeling. Zij zijn nog bezig hun basiswoordenschat op te bouwen dat zijn de woorden die het meest voorkomen in het dagelijks taalgebruik en zij maken nog steeds fouten bij het vormen van woorden en zinnen. Zij kunnen nog niet lezen en zijn daarom voor hun taalontwikkeling afhankelijk van de mondelinge taal van anderen. Je kunt de kinderen helpen door veel met ze te praten, tijdens spel maar ook tijdens rustmomenten en bijvoorbeeld tijdens het opruimen. Het is goed om aldoor te benoemen wat je doet, wat de kinderen doen, wat je in je handen hebt, waarnaar je wijst, et cetera. Je bent een goed taalmodel voor kinderen als je eigen taalgebruik daarbij duidelijk en correct is. Om jonge kinderen ook in contact te brengen met andere taal dan spreektaal, is het goed om veel voor te lezen en de kinderen te laten kijken naar films van bijvoorbeeld prentenboekverhalen en naar muziek te laten luisteren. Kinderen tussen 7 en 9 jaar Op deze leeftijd leren kinderen zelf lezen. Dat is een enorme bron voor de ontwikkeling van hun taal. Als kinderen eenmaal goed kunnen lezen, leren ze tijdens het lezen heel veel nieuwe woorden en uitdrukkingen. In de periode tussen 7 en 9 jaar zijn de basiswoordenschat en het zelfstandig lezen nog in ontwikkeling. Voor deze kinderen is het goed als ze op hun gemak kunnen oefenen met lezen, met eenvoudige leesboekjes, tijdschriften en strips voor beginnende lezers. Daarnaast blijft het belangrijk om veel met de kinderen te praten en veel voor te lezen. Ook kunnen deze kinderen een actieve rol spelen in activiteiten als toneel en poppenkast. 4

5 Kinderen tussen 10 en 12 jaar Op deze leeftijd kunnen kinderen vaak goed zelfstandig lezen en hebben zij een basiswoordenschat van ongeveer 6000 woorden. Voor deze kinderen zit de uitdaging in woorden die wat minder vaak voorkomen. Die woorden leren ze uit verhalen, tijdschriften, informatieve boeken en films. Maar ook voor hen blijft de mondelinge taal belangrijk, want ook zij leren door te praten en te luisteren. Naast gewone gesprekken, kun je voor hen ook meer uitdagende praatactiviteiten organiseren, zoals vertellen, presenteren, of debatteren. Tips Als kinderen fouten maken in hun taalgebruik, benadruk dan niet de fout. Het is beter om de zin van het kind op de juiste wijze en eventueel met een uitbreiding in je antwoord te herhalen. Bijvoorbeeld, een kind zegt: Bas in de plas geloopt. Je zegt dan niet: Nee, je moet zeggen, Bas heeft in de plas gelopen, maar Ja, Bas heeft in de plas gelopen. Kinderen voelen zich dan bevestigd en zullen vanzelf de correcte vorm overnemen. Als je kinderen een nieuw woord wilt leren, vraag dan niet Wie weet wat dit is? of Wie weet wat een is?. Dat is pedagogisch ongewenst, want de taalsterke kinderen worden zo iedere keer beloond, terwijl de taalzwakke kinderen steeds worden benadeeld. Door de ruis die ontstaat wanneer kinderen gaan raden, gaat er ook veel tijd verloren. Hierdoor krijgen kinderen minder gelegenheid om nieuwe woorden te leren. Geef daarom zelf direct het nieuwe woord en praat vervolgens met de kinderen over hun eigen ervaringen met het betreffende voorwerp. Zo kunnen alle kinderen het woord meteen gaan gebruiken en verbinden met de ervaringen in de groep. Stimuleren van de taalontwikkeling - Zorg ervoor dat je eigen taalaanbod duidelijk en correct is. - Zorg voor een uitdagende taal- en speelomgeving. - Stimuleer kinderen om veel te praten: hoe meer ze praten, hoe meer ze leren. - Verbeter het taalgebruik van een kind door een fout geformuleerde zin correct te herhalen. - Stimuleer samen spelen: kinderen ontwikkelen hun taal in interactie met anderen. - Benoem voorwerpen, handelingen, spelregels e.d. Hoe vaker kinderen woorden horen, hoe beter. - Vraag niet: wie weet wat een is?. Geef zelf het woord en vraag de kinderen naar hun eigen ervaringen ermee, zodat ze het woord direct gaan gebruiken. 1.2 Spelontwikkeling Voor een kind is spelen belangrijk omdat het leuk is. Daarnaast is spel goed voor de ontwikkeling van kinderen. Een kind leert door middel van spel om creatief oplossingen te zoeken, de wereld te ontdekken en zich op verschillende vlakken (motorisch, creatief, cognitief et cetera.) te ontwikkelen. Er zijn verschillende soorten spel te onderscheiden. Denk aan: - Bewegingsspel: rennen, ravotten, klimmen, springen, rollen, duwen, fietsen - Manipulerend spel: onderzoekend en ontdekkend handelen met klei, knikkers, water, zand e.d. - Rollenspel: variërend van eenvoudig rollenspel, interactief rollenspel, thematisch rollenspel tot toneel/theaterspel - Constructiespel: variërend van exploratief constructiespel, doelgericht constructiespel, thematisch constructiespel tot een bewuste leeractiviteit Het soort spel is veelal te koppelen aan de leeftijd van het kind. Hoe ouder en rijper het kind hoe meer het in staat is taak gebonden en bewuste speel-(leer)activiteiten uit te voeren. Het is belangrijk dat er binnen de BSO naast een gericht aanbod van spel- en bewegingsactiviteiten, voldoende ruimte is voor vrije tijd voor kinderen. Dit biedt ze de mogelijkheid zelf te kiezen, vrij te spelen, eigen interesses 5

6 te volgen en initiatief te nemen, maar ook om zich te vervelen en even helemaal niks te doen. Het is op dat moment niet nodig om direct met een volgende suggestie aan te komen. Kinderen tussen 4 en 6 jaar In deze leeftijdsfase gaat het met name om symbolisch spel: het doen alsof. Kenmerkend voor het spel van jonge kleuters is het herhalen en inoefenen. Dit spel geeft kinderen veiligheid en houvast en ze zullen situaties steeds beter herkennen en de verschillende onderdelen ervan onthouden. Daardoor zullen ze de vaardigheden die ze in deze situaties nodig hebben steeds beter gaan beheersen. Zo groeit het zelfvertrouwen zullen ze steeds weer iets nieuws leren. Oudere kleuters willen dan ook vooral laten zien wat ze kunnen en wat ze gedaan hebben. Het spel in deze periode is kortdurend en er wordt veel gewisseld. Regels, structuur en herhaling is belangrijk. Speel kringspelletjes en bewegingspelletjes en laat kinderen vrij in hoeken zoals de thuishoek of het restaurant spelen. Speel gerust mee met de kinderen, maar let erop dat je het spel niet overneemt. Door te verwoorden wat het kind doet en vragen te stellen kun je nieuwe impulsen geven aan het spel van jonge kinderen. Bijvoorbeeld: Oh! Zit er geen deur in het blokkenhuis? Hoe komen we nu naar binnen?. Neem het spel niet over, maar ga mee in de fantasie van het kind. Zorg ook voor voldoende ruimte voor vrij spel. Je kunt (vrij) spel eenvoudig uitlokken door prikkelend en uitdagend materiaal aan te bieden of hoeken te creëren waarin herkenbare situaties kunnen worden nagebootst. Denk daarbij niet alleen aan kant-en-klaar speelgoed, zoals poppen en garages. Denk juist ook aan ondefinieerbaar materiaal waar kinderen een eigen invulling aan kunnen geven, zoals dozen en wc-rollen, en aan echt materiaal zoals lege verpakkingsmiddelen voor in het winkeltje, harkjes, een kruiwagen voor buiten, et cetera. Kinderen tussen 7 en 9 jaar In deze leeftijd verschuift het spel van symbolisch spel naar spel volgens regels. Kinderen spelen gecompliceerde rollen en kunnen het spel langer volhouden. Daarnaast gaat het steeds meer om constructiespel. Daag de kinderen uit om zelf op onderzoek uit te gaan of activiteiten te bedenken en uit te voeren en zorg vooral voor echt materiaal zoals (tuin)gereedschap, kookgerei en dergelijke. Daarnaast spelen kinderen graag samen. Vanaf deze leeftijd wordt het dan ook interessanter om kinderen samen een spel te laten spelen waarbij regels moeten worden gevolgd of waarbij ze zelf regels moeten bedenken. De groep is uitgangspunt voor wat er gespeeld wordt, er is meer sprake van competitie. Speurtochten of zoek de verschillen-spel zijn geschikte activiteiten. Speel mee met de kinderen, maar laat ze in eerste instantie vooral zelf ontdekken, experimenteren en samenwerken. Let er op dat je het spel niet overneemt. Kinderen tussen 10 en 12 jaar Vanaf negen jaar beginnen kinderen groepjes te vormen op basis van interesses. Daarnaast zie je dat kinderen ook behoefte hebben om even alleen te zijn. Het is belangrijk om bij de keuze van sport- en spelactiviteiten aan te sluiten bij de interesses van de kinderen. Speel in op behoeftes en interesses van kinderen bij het bepalen en bedenken van nieuwe activiteiten door ze te betrekken bij het samenstellen van een activiteitenprogramma en ze zelf te laten kiezen. Laat kinderen binnen activiteiten ook zelf hun rol bepalen. Laat weten dat je er bent en dat je open staat voor ideeën voor nieuwe activiteiten en zorg daarnaast voor sport- en spelmateriaal (zoals ballen, rackets, maar ook favoriete gezelschapsspellen, et cetera.). Denk ook aan (cognitief) uitdagende activiteiten waarbij techniek en/of onderzoek centraal staat. Laat ze zelf een onderzoeksvraag bedenken en bedenken hoe dit kunnen onderzoeken of maken. Tot slot is het goed om als team afspraken te maken over het spelen van computergames of het kijken van dvd s. Kinderen op deze leeftijd zullen ook hier behoefte aan hebben, maar ook geneigd zijn er niet meer achter vandaan te komen. Tip Zorg voor materiaal dat spel uitlokt. Niet alleen bekend speelgoed zoals lego en barbies, maar ook speelgoed dat de fantasie prikkelt. Juist ondefinieerbare materialen, zoals dozen, wc-rollen, kokers, takken en dergelijke zijn geschikt voor het individuele spel. Zorg voor een gevarieerd aanbod aan speelgoed/materialen dat aansluit op de verschillende leeftijden. Dit geldt met name voor puzzels en 6

7 spelletjes. Varieer het aanbod aan spellen regelmatig, door spellen soms een periode weg te leggen en ze daarna weer beschikbaar te stellen. Geef het kind letterlijk en figuurlijk de ruimte en tijd om materialen te ontdekken en ermee te spelen. Hoe ouder het kind, hoe minder begeleiding bij spel nodig is. Zorg er echter wel voor dat je weet wie waarmee bezig is en laat kinderen weten dat je er voor ze bent als dat nodig is. Wissel daarnaast gerichte (spel) activiteiten af met vrij spel. Neem tot slot de tijd om met één kind of een klein groepje kinderen in alle rust bijvoorbeeld een gezelschapsspel te spelen. Stimuleren van de spelontwikkeling - Spelen is leuk en belangrijk. Bied kinderen ruimte, tijd en materiaal om te spelen. - Zorg naast voor gestructureerde spel- en bewegingsactiviteiten ook voor voldoende vrije tijd, waarbij kinderen zelf kunnen bepalen wat ze doen. Naast vrij spel kan dat leiden tot vervelen, maar ook dat hoort erbij en dient als rustperiode om na te denken of zelf initiatief te nemen. Kom niet te snel met nieuwe suggesties! - Lok spel uit door middel van uitdagende, prikkelende materialen, maar laat kinderen vooral ook eigen keuzes maken wat ze daarmee doen. - Stel met name in overleg met de oudere kinderen het programma met activiteiten samen. 1.3 Sociale ontwikkeling Onder de sociale ontwikkeling valt onder andere de identiteitsontwikkeling, het vermogen om contacten te leggen en vriendschappen aan te gaan, sociale onafhankelijkheid, morele ontwikkeling, impulscontrole, het ik-bewustzijn in een sociale context, het sociaal inschattingsvermogen, sociale vaardigheden, de relatie tot autoriteit en sociale aspecten van de seksuele ontwikkeling. Een groot scala aan deelgebieden. Belangrijk is vooral dat kinderen zich als individu ontwikkelen en met elkaar leren omgaan in een groep. Ze worden zich bewust van sociale verhoudingen en ontwikkelen een sociale identiteit. Daarnaast worden vriendschappen ontwikkeld. Het is belangrijk dat kinderen voldoende mogelijkheden krijgen om sociale vaardigheden te oefenen. Het is dus goed dat zij omgaan met leeftijdgenoten maar dwing dit niet af. Stimuleer samenspel door het organiseren van activiteiten waarbij kinderen moeten samenwerken en wissel regelmatig qua samenstelling van de groepjes. Sport en spelactiviteiten zijn een leuke en geschikte manier daarvoor: kinderen zijn lichamelijk bezig in teamverband. Maar denk ook aan andere activiteiten waarbij andere talenten worden aangesproken. Zorg daarnaast dat er genoeg tijd en ruimte is om bewust iets alleen of samen met vrienden te doen. Kinderen tussen 4 en 6 jaar Kinderen tussen vier en zes jaar kunnen zich aardig redden in een grote groep en kunnen zich houden aan een groot aantal vaste regels. Het belangrijkste is misschien wel dat een kleuter besef krijgt over wat goed en fout is. Er kan nu dus ook een schuldgevoel ontstaan. Het voorbeeld van anderen is daarbij heel belangrijk. Kleuters zijn ook steeds meer in staat om samen te gaan spelen en op deze leeftijd ontstaan vriendschappen. Een vriend is belangrijk omdat hij dingen doet die jij gedaan wilt hebben. Naast echte vriendjes hebben (jonge) kinderen soms een (tijdelijk) fantasievriendje. Dit hoeft niet negatief te zijn. Een fantasievriendje helpt het kind de wereld beter aan te kunnen. Het hebben van een fantasievriendje kan ook een positieve factor zijn voor de ontwikkeling van kinderen. Zij zijn daardoor minder agressief, creatiever, nieuwsgieriger en dergelijke. Vraag jezelf wel af waarom het kind een fantasievriendje heeft (een gemis van een broertje bijvoorbeeld, of verlegenheid). Zorg dat je weet wat er speelt onder kinderen en help een kind dat minder sociaal vaardig is, maar wel wil meedoen in de groep, om contacten te leggen. 7

8 Kinderen tussen 7 en 9 jaar Op deze leeftijd worden vriendschappen steeds belangrijker. Juist de omgang met leeftijdgenoten en gedragscodes in de groep zijn bepalend voor het gedrag. Kinderen willen erbij horen en door leeftijdgenootjes geaccepteerd worden. Daarnaast zijn ze vooral bezig om zichzelf te leren kennen. Daarbij vergelijkt het kind zich vooral met anderen. Ze brengen nu in hun spel vaak een competitieelement in. Als kinderen in een groepje zitten ontstaat er een groepscultuur. Dit houdt in dat je als groep dingen normaal gaat vinden. Er zijn bepaalde meningen in de groep. Bijvoorbeeld: de hele groep vindt ineens dat tekenen stom is, of dat Kees maar een sukkel is. Keerzijde van het bij de groep willen horen en de behoefte aan competitie is het risico op pesten. Wees alert op dit soort processen en bespreek het met de kinderen. Speelt een kind voortdurend alleen, dan is het goed om gerichte activiteiten te organiseren waarbij kinderen onderling moeten samenwerken en waarbij de mogelijkheid bestaat vriendschappen te sluiten. Kinderen tussen 10 en 12 jaar Vriendschappen worden gesloten op basis van gemeenschappelijke interesses en worden nog belangrijker. Kinderen willen vooral geaccepteerd worden door de groep en passen zich dus aan, aan de groepsnormen. Tegelijkertijd worden persoonlijke belangstellingen ontwikkeld en willen ze zichzelf ook profileren binnen de groep. Dat maakt het soms lastig voor kinderen. Daarbij zul je ook zien dat sommige kinderen buiten de groep gehouden worden, of erger: gepest worden. Dit kan zijn omdat hij er anders uitziet, maar het kan ook gaan om helemaal niets. Kinderen in de groep zullen dan meedoen aan deze pesterijen om zelf goed in de groep te liggen en zeker van zichzelf te zijn. Zorg voor een gedifferentieerd aanbod van activiteiten waarbij verschillende talenten worden aangesproken. Zo zorg je ervoor dat niemand buiten de boot valt. Denk dus niet alleen aan teamsport of een ander spel, maar ook bijvoorbeeld aan het gezamenlijk organiseren van een speelgoedmarkt, het maken van een tentoonstelling of een voorstelling voor de kleinere kinderen. Laat kinderen samenwerken en binnen de groep hun eigen rol verder ontwikkelen op basis van hun interesse en vaardigheden. Zo kan ieder kind zijn of haar talent benutten en dat leidt tot succeservaringen. Houd er rekening mee dat kinderen tussen negen en twaalf jaar zelfstandiger worden. Dit betekent dat je rol als begeleider kleiner wordt. Je bent minder sturend en meer op afstand aanwezig. Bevestig kinderen in hun zelfstandigheid en betrek hen bij het bedenken en organiseren van groepsactiviteiten. Zorg voor duidelijke regels en grenzen. Tips Benader de kinderen niet alleen als lid van de groep, maar ook als individu. Vraag hoe het op school gaat, of thuis, lees een verhaal voor, of speel bijvoorbeeld met een kind een gezelschapsspel. Zorg dat kinderen het idee hebben dat ze gezien worden en dat er naar hen geluisterd wordt. Wees alert op veranderingen of spannende gebeurtenissen op school en thuis. Een geboorte van een broertje of zusje, maar ook een ontslag van een vader of een overleden huisdier kan spanningen oproepen bij kinderen waardoor het gedrag van een kind (hij luistert niet of is heel druk) al snel verklaard kan worden. Laat kinderen gerust zelf kiezen met wie ze spelen, maar wees niet bang zelf ook groepjes samen te stellen en maak duo s of groepjes die niet direct voor de hand liggen. Komen kinderen van meerdere scholen, benut dit dan! Kinderen zijn geneigd om vooral te spelen met klasgenoten of bekenden, terwijl de BSO ook een andere sociale context biedt waar kansen liggen voor vriendschappen en andere rollen / verhoudingen. Bedenk een manier waarop nieuwe (jonge) kinderen snel een plek in de groep krijgen. Bij de wat oudere kinderen is het goed om in het begin van het jaar extra aandacht te besteden aan activiteiten waardoor kinderen kennis met elkaar maken en elkaar wat beter leren kennen. 8

9 Stimuleren van de sociale ontwikkeling - Geef voldoende ruimte aan kinderen om alleen, in duo s of in groepen te spelen. - Stimuleer samenspel door het organiseren van verschillende soorten activiteiten waarbij verschillende talenten worden aangesproken en kinderen moeten samenwerken en luisteren naar elkaar. - Wissel regelmatig qua samenstelling van de groepjes. - Wees alert op groepsprocessen waarbij kinderen worden buitengesloten of gepest en bespreek het met de kinderen. 1.4 Motorische ontwikkeling De motorische ontwikkeling heeft betrekking op het leren bewegen en is in te delen in grove en fijne motoriek. Bij grove motoriek gaat het om grote lichamelijke bewegingen zoals rollen, lopen, dansen, balanceren, springen, et cetera. Bij fijne motoriek gaat het om de handmotoriek en andere (kleine) bewegingen zoals spreken en het bewegen van de ogen. Een goede motoriek is een belangrijke voorwaarde om samen te kunnen spelen. De basis voor de motoriek wordt gelegd in de eerste twee levensjaren, maar blijft zich ook daarna verder ontwikkelen. Het is belangrijk om kinderen in hun motorische ontwikkeling te (blijven) ondersteunen door middel van spel, bewegingsactiviteiten en bewegingsruimte, zowel binnen als buiten. Kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen en hun energie kwijt kunnen. Bijkomend voordeel is dat niet alleen de motoriek geoefend wordt, maar dat ook overgewicht wordt tegengegaan. Maak kinderen er wel van bewust dat ze niet alleen zijn in de ruimte. Motorische vaardigheden worden al geoefend in spontaan spel. Dat geldt zeker voor bewegingsspel, waarbij kinderen rennen, klimmen, springen, rollen, duwen, fietsen, et cetera. Maar ook het bouwen van torens vereist (naast concentratie) een goede oog-handcoördinatie en een goede fijne motoriek, evenals activiteiten als tekenen en knutselen. Daarnaast is het goed om verschillende bewegingsactiviteiten te organiseren die aansluiten bij de motorische vaardigheden van de kinderen. Bewegingsactiviteiten hebben betrekking op de lichaamsoriëntatie, ruimtelijke oriëntatie, tijdsoriëntatie én grove of fijne motoriek. Bij het organiseren van spel en bewegingsactiviteiten moet je dus niet alleen rekening houden met de beschikbare ruimte, maar ook met de leeftijd van de kinderen. Daarbij moet je je ervan bewust zijn welke motorische vaardigheden van belang zijn. Kinderen tussen 4 en 6 jaar Kleuters hebben al aardig wat controle over hun bewegingen. Zo kunnen ze rennen zonder te vallen en kunnen ze met een bal overweg. Het evenwichtsgevoel ontwikkelt zich sterk in deze fase, evenals de oog-handcoördinatie. Activiteiten als klimmen, glijden van de glijbaan, fietsen, gooien, vangen, hinkelen, balletje trappen, springen, tekenen, schilderen en kleien zijn populair. Ook de fijne motoriek verbetert in deze leeftijdsfase, zo leert de kleuter de draad in een naald doen, binnen de lijntjes kleuren en knoopjes dicht doen. Kinderen hebben behoefte aan avontuur en mogelijkheden om deze vaardigheden te oefenen. De motorische ontwikkeling gaat met vallen en opstaan. Dat hoort erbij. Zorg voor een veilige omgeving en laat kinderen weten dat je in de buurt bent om eventueel te helpen. Houd er rekening mee dat kleuters graag bewegen, maar snel moe zijn omdat ze nog niet over voldoende spierkracht beschikken. Richt je qua bewegingsactiviteiten vooral op de grondvormen, zoals klimmen, lopen, balanceren, klauteren, stoeien, et cetera. Ze zullen deze bewegingen snel onder de knie krijgen. Een bal vangen, gooien en schoppen gaat ook snel beter en met meer controle. Kinderen tussen 7 en 9 jaar Het lichaam van kinderen tussen de zeven en negen jaar wordt gespierder en het evenwicht en de coördinatie worden beter. De motoriek wordt veel beter en de handen kunnen afzonderlijk van elkaar gebruikt worden. De motorische ontwikkeling wordt steeds nauwkeuriger. De kinderen worden 9

10 sterker, leniger, behendiger, en hebben een beter evenwichtsgevoel. Ze willen veel bewegen, oefenen, en vaardigheden leren. Denk eraan: er zijn grote verschillen tussen de jongste en de oudste kinderen van deze groep. De fijne motoriek is nu goed ontwikkeld, allerlei technieken worden beoefend: figuren maken met strijkkralen, sieraden maken, voorwerpen construeren met techno-lego of knex enzovoorts. Ook hierbij geldt dat het goed is om kinderen te laten weten dat je in de buurt bent om eventueel te helpen. Laat kinderen echter zelf om de hulp vragen. Stil zitten is op deze leeftijd erg moeilijk. Kinderen willen graag bewegen. Speel daarop in door het organiseren van verschillende bewegingsactiviteiten waarbij je strakke lijnen en duidelijke grenzen stelt. Kinderen tussen 10 en 12 jaar Lichamelijk gezien zijn alle lichaamsverhoudingen perfect, het coördinatievermogen is goed en het uithoudingsvermogen is groter. Dit betekent dus dat ze langer motorische activiteiten vol kunnen houden, ook omdat ze sterker zijn. De prestatie wordt steeds belangrijker. Speel hierop in door met competities aan de gang te gaan. Let er bij het maken van teams op dat je iets mindere spelers combineert met goede spelers zodat er voor iedereen kans is op overwinning en op een eerlijke competitie. Tip Verzamel verschillend materiaal waarmee de motorische ontwikkeling kan worden gestimuleerd. Denk daarbij niet alleen aan verschillende soorten materiaal als ballen, (loop)fietsen en steppen voor de grove motoriek, maar bijvoorbeeld ook aan stiften, kraaltjes en draad voor de fijne motoriek. Zorg ervoor dat de materialen vrij beschikbaar zijn voor kinderen zodat ze er zelf mee kunnen spelen; organiseer daarnaast verschillende speel- en bewegingsactiviteiten die aansluiten op de leeftijd van de kinderen. Denk aan kringspelletjes voor de jongste kinderen, meer uitdagende spelletjes voor de kinderen in de periode van 7-9 jaar (een parcours) en verschillende competities voor de oudste kinderen. Stimuleren van de motorische ontwikkeling - Zorg voor uitdagende materialen waarmee zowel de fijne als de grove motoriek gestimuleerd wordt en leg ze (waar mogelijk) op een plek waar kinderen bij kunnen. - Geef kinderen tijd en ruimte (letterlijk en figuurlijk) om met materialen aan de slag te gaan en te ontdekken / ermee te oefenen. Stel je beschikbaar om kinderen te helpen, zonder te snel in te grijpen. - Zorg voor een veilige omgeving. De motorische ontwikkeling gaat met vallen en opstaan. Dat hoort erbij. Laat kinderen weten dat je in de buurt bent om eventueel te helpen, maar laat kinderen zelf om de hulp vragen. - Maak afspraken met kinderen over (het gebruik van) de ruimte. Kinderen willen en moeten nu eenmaal vrij kunnen rennen, springen en dergelijke, maar ze moeten zich er ook van bewust zijn dat ze niet alleen zijn. 1.5 Emotionele ontwikkeling In de Wet op de Kinderopvang is het bieden van emotionele veiligheid opgenomen als een van de belangrijkste opvoedingsdoelen van de kinderopvang. Een omgeving waar een kind zich veilig voelt is een voorwaarde voor een goede emotionele ontwikkeling. Daarom is je basishouding warm en belangstellend. Je geeft ieder kind het gevoel dat het welkom is. Je toont oprechte belangstelling voor wat de kinderen doen en maken, je prijst de kinderen als zij iets gepresteerd hebben en je aarzelt niet om een kind een knuffel te geven of even op schoot te nemen. Daarnaast geef je kinderen een gevoel van veiligheid en zekerheid door te zorgen voor vaste, herkenbare patronen in je gedrag en een vaste (herkenbare) structuur bij activiteiten. Pas ook regels consequent toe (bijvoorbeeld: bij schilderen altijd een schort aan). 10

11 Kinderen zijn meer dan volwassenen geneigd om hun emoties te tonen door hun lichaamstaal. Een kind dat het hoofd gebogen houdt voelt zich waarschijnlijk somber of verdrietig; een kind dat je niet wil aankijken heeft misschien iets te verbergen of is boos; een kind dat opvallend langzaam loopt of hangerig is, is misschien moe, maar kan ook verdrietig of bezorgd zijn; een kind dat onrustig om zich heen kijkt is mogelijk gespannen, maar kan ook verveeld zijn. Je hebt oog voor dit gedrag en je speelt erop in. Kinderen tussen 4 en 6 jaar In deze leeftijd wordt de interactie in de groep belangrijk. Kinderen leren op school om mee te doen in de groep. Ze moeten de regels van de groep leren en moeten die zich helemaal eigen maken, zodat ze de regels ook volgen als ze even niet de aandacht van de volwassene hebben. Hierdoor ontwikkelen ze hun geweten. Ze leren bijvoorbeeld dat liegen niet mag. Kinderen die toch op liegen betrapt worden, kunnen rekenen op een flink standje. Wees je er echter bewust van dat jonge kinderen niet in staat zij om de waarheid bewust te manipuleren op de manier die volwassenen liegen noemen. Voor jonge kinderen is de grens tussen fantasie en werkelijkheid nog niet zo duidelijk en soms herinneren ze zich gewoon niet of iets wel of niet is gebeurd. Pas rond een jaar of zes gaan ze leugentjes om bestwil gebruiken, bijvoorbeeld om geen straf te krijgen of om een ander kind te beschermen. Ook het zelfvertrouwen ontwikkelt zich in deze periode. De kinderen tonen vaak hun trots als ze iets hebben geleerd: ik kan al zelf. De jongste kinderen in deze leeftijdsgroep zijn nog niet altijd taalvaardig genoeg om hun emoties onder woorden te brengen. Daarom benoem je emoties die je waarneemt en zelf ervaart, bijvoorbeeld: Ik zie een traan, ben je verdrietig? Ook lees je voor uit en praat je met de kinderen over prentenboeken waarin emoties aan de orde komen. Het is belangrijk om kinderen te leren hun emoties te verwoorden. Hierdoor kunnen ze het een plek geven en leren ze hun emoties onder controle te krijgen en minder impulsief te reageren. Die emotionele onafhankelijkheid is van belang om initiatieven te kunnen nemen en de wereld te ontdekken. Kinderen tussen 7 en 9 jaar Deze kinderen kunnen hechte vriendschappen aangaan en zijn in staat om de standpunten van anderen te begrijpen. Ze krijgen hun emoties meer onder controle en zijn steeds minder impulsief. Ze kunnen hun gevoelens onder woorden brengen. De groep wordt steeds belangrijker. Dit is ook de periode waarin het echte schoolse leven is begonnen. Voor sommige kinderen kan dat betekenen dat zij bij bepaalde vaardigheden die van hen verwacht worden minder zelfvertrouwen hebben, omdat zij weten dat zij die niet zo goed beheersen als anderen (bijvoorbeeld lezen of tekenen). Als je dit waarneemt, kun je het kind helpen om meer zelfvertrouwen op te bouwen door het de gelegenheid te geven om met deze vaardigheden te oefenen en te experimenteren zonder de druk van de schoolse verwachtingen. Kinderen tussen 10 en 12 jaar De zelfstandigheid van de kinderen neemt toe. Ze kunnen spelen zonder toezicht van een volwassene en passen zelf de regels van het spel toe. De kinderen zijn steeds meer aanspreekbaar op hun gedrag en ze stellen zelf inconsequent gedrag van volwassenen aan de orde. Je kunt een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van de kinderen wanneer je hun gedrag wilt bijsturen. Binnen de groep is acceptatie belangrijk: de kinderen zijn zich bewust van de hiërarchie in de groep en zijn zeer gevoelig voor uitsluiting of pesterij. Voor sommige kinderen begint aan het einde van deze fase de puberteit. Verschillen in lichamelijke ontwikkeling worden zichtbaar en dat kan leiden tot gevoelens van onzekerheid en veranderingen in de omgang tussen kinderen. Tip Als je ziet dat een kind wat stil is, of zich terugtrekt, dan hoeft dit niet direct een reden voor bezorgdheid te zijn. Vaak hebben kinderen na de drukke schooldag even behoefte om zichzelf te zijn en helemaal niets te doen. Ingrijpen is dan niet nodig. Gedraagt een kind zich over een langere periode heel anders dan je gewend bent, dan is het zaak om hierover te praten met het kind en, zo nodig, met de ouders. Geef kinderen ruimte voor initiatief en zelfstandigheid, maar geef ook duidelijk de grenzen 11

12 aan. Stimuleer zelfstandigheid door kinderen kleine taakjes te geven. Denk aan het (samen) ronddelen van de snack s middags. Laat jonge kinderen hiermee eerst oefenen in spelvorm. Stimuleren van de emotionele ontwikkeling - Wees warm en belangstellend voor alle kinderen. - Wees consequent in je gedrag, daardoor geef je kinderen een gevoel van veiligheid en zekerheid. - Zorg voor een vaste structuur bij activiteiten en pas de regels consequent toe. - Stimuleer zelfstandigheid door kinderen kleine taakjes te geven. Laat jonge kinderen hiermee eerst oefenen in spelvorm. - Prijs de kinderen om hun gedrag, hun prestaties en hun producten. - Heb oog voor de lichaamstaal van kinderen: emoties zijn soms beter waar te nemen in houding en gedrag dan in taal. - Geef kinderen ruimte voor initiatief en zelfstandigheid, maar geef ook duidelijk de grenzen aan. 1.6 Creatieve ontwikkeling Kinderen hebben niet alleen een frisse kijk op de wereld, ze barsten ook nog eens van de fantasie en creativiteit. Vooral jonge kinderen worden daarbij (nog) niet tegengehouden door het idee dat iets niet mooi kan zijn of dat het niet goed is. Ze worden geboren met het vermogen om te vragen, te dromen en zich te verwonderen. Alles kan en dat is goed. Of het nu gaat om (toneel)spelen, dansen, zingen, muziek maken, knutselen, tekenen of schilderen. Naarmate kinderen ouder worden, worden ze zich meer bewust van zichzelf; hoe ze overkomen op anderen en wat anderen ervan kunnen vinden. Dat kan de creativiteit belemmeren. Dat is jammer want creatieve activiteiten zijn niet alleen leuk, maar ook goed voor de emotionele expressie (het zingen van een vrolijk of verdrietig liedje), de taalontwikkeling (denk aan dialogen bij een rollenspel), de concentratie, de fantasie, de motoriek, de cognitieve ontwikkeling en sociale vaardigheden. Daarnaast dragen creatieve activiteiten bij aan de zelfstandigheid van kinderen en leren ze op creatieve wijze problemen op te lossen. In principe hebben de verschillende uitingen van creativiteit een eigen ontwikkelingsproces. Het gaat te ver om dat hier allemaal op te schrijven. Vandaar dat we ons beperken tot de hoofdzaken en de rol die je als begeleider kunt spelen om de creativiteit in algemene zin te stimuleren. Kinderen tussen 4 en 6 jaar De essentie van creativiteit is iets bedenken of doen wat nieuw is, anders dan de vaste manieren die je geleerd hebt. Jonge kinderen kennen nog geen vaste manieren en veel wat ze doen is nieuw. Jonge kinderen zijn dus nog niet geremd in hun creativiteit. Op deze leeftijd spelen kinderen al vrij uitgebreid een rollenspel. Ze verkleden zich, verdelen de rollen en zeggen wat ze gaan doen. Tijdens het spel sturen ze niet alleen elkaar bij, maar zijn ze ook creatief in het verzinnen van het verhaal. Het spel kan daardoor uren duren. Laat kinderen vooral vrij spelen en stuur niet teveel. Zie je dat kinderen blijven steken bij het manipuleren van het materiaal en nog niet tot dit fantasiespel komen, help ze dan door mee te spelen. Stel vragen of maak een prikkelende bewering om de creativiteit op gang te brengen die nodig is voor fantasiespel. Daarnaast zijn kinderen al vanaf jonge leeftijd in staat om een eigen choreografie te bedenken en te dansen. Ook verzinnen kinderen zelf liedjes. Zeker op deze leeftijd kunnen liedjes worden gebruikt om routines te ondersteunen of overgangen aan te geven. Zo geeft een liedje aan wanneer er opgeruimd moet worden of wanneer het tijd is voor eten en drinken. De meeste kleine kinderen zullen het fijn vinden om iets samen met je uit te proberen en niet alleen. Dat samendoen heeft veel voordelen. Het geeft het kind meer zelfvertrouwen en je leert het kind kennen (denk aan sterke en zwakke kanten, en strategieën om problemen op te lossen). Wees jezelf bewust van je rol in dit proces: stimuleer het kind om veel te ontdekken en uit te proberen en denk niet in termen van goed en fout. 12

13 Kinderen tussen 7 en 9 jaar Op deze leeftijd zijn kinderen motorisch alweer vaardiger met de kwast en pen en het eigen lichaam. Daarentegen zijn ze zelf ook kritischer in datgene wat ze maken en doen. Ze worden zich meer bewust van anderen. Zorg voor een breed aanbod aan creatieve activiteiten en creëer ruimte en tijd om kinderen dat te laten doen wat ze leuk vinden en waar hun talenten liggen. Wees je bewust van kinderen die meer kijken dan doen: zij willen alles graag heel goed doen en lijken vanaf het begin erg gericht te zijn op het vermijden van fouten. Juist bij deze kinderen is het belangrijk om ze te blijven stimuleren om nieuwe dingen uit te proberen, ook al gaat het niet altijd meteen zoals het kind wil of denkt dat het zou moeten. Zorg voor voldoende succeservaringen waardoor het zelfvertrouwen van het kind groeit. Zelfvertrouwen is heel belangrijk bij creativiteit. Niet alleen zijn kinderen met een groot gevoel van eigenwaarde creatiever en minder conformistisch, het geldt ook andersom: creatieve kinderen hebben vaak een groot zelfvertrouwen. Ze dúrven. Kinderen tussen 10 en 12 jaar Was het eerst nog leuk om je te verkleden en voor een publiek een dansje te doen, in deze leeftijdsperiode beginnen kinderen al snel iets gek te vinden, vooral als ineens iedereen naar hen kijkt. Laat kinderen dan ook vrij in het wel of niet meedoen aan een activiteit waarbij ze op de voorgrond moeten treden zoals drama, dans of muziek. Wie weet is het kind uitstekend op zijn plek in een andere rol achter de schermen, in het bedenken van het verhaal, het maken van een decor, et cetera. Door een wisselend aanbod van activiteiten kun je zoveel mogelijk aansluiten bij talenten en voorkeuren van verschillende kinderen. Zorg daarnaast voor de ruimte om zelf de kwast, pen en dergelijke op te pakken en waardeer initiatieven van kinderen om muziek-, dans- of toneelvoorstellingen te maken voor de jongere kinderen. Tips Zorg voor een plek (een atelier) waar vrij geknutseld en geschilderd kan worden en waar het niet erg is als er een verfspat op de muur komt. Is er ruimte voor een minitheater, zorg dan ook voor momenten waarop kinderen een liedje, dansje of toneelstukje kunnen oefenen en waarop ze het aan anderen kunnen laten zien. Denk eraan: ieder kind heeft zijn eigen talent. Stimuleer de kinderen om te ontdekken waar dat talent in schuilt en denk niet teveel in termen van goed en fout. Als een kind alsmaar te horen krijgt dat zijn pogingen niet goed zijn, of anders moeten, dan zal hij vanzelf stoppen met dat gedrag. Het is dus belangrijk om het kind de ruimte te geven om veel te ontdekken en veel te doen. Denk niet in termen van eindresultaat en laat vooral niet alle kinderen precies hetzelfde werkje maken. Allemaal dezelfde vorm uitknippen is prima als je de vaardigheid knippen onder de knie wil krijgen, maar is minder geschikt als we een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van creativiteit en zeker niet het doel op de BSO. Zorg dus voor een werkvorm die voor alle kinderen inzichtelijk is, maar die toch individuele beelden oproept en laat kinderen daarin vrij. Dwing het kind niet om te tekenen als hij veel liever knutselt. Wellicht heeft het kind een goed idee om met allerlei plaksels of met klei dezelfde plant na te maken die anderen op papier aan het tekenen zijn! Informeer ook ouders over het doel van knutselen, schilderen en andere creatieve activiteiten op de BSO. Geef aan dat het kind dus niet altijd met nette afgewerkte producten thuiskomt. Ook het proces is belangrijk. Organiseer eens in de zoveel tijd een tentoonstelling waarbij kinderen aan de ouders kunnen laten zien wat ze gemaakt hebben en hoe het tot stand is gekomen. Het leren praten over wat je hebt gemaakt hoort bij het creatieve proces. Stimuleren van de creatieve ontwikkeling - Sta open voor de fantasie en de creativiteit van kinderen. Zeg niet Dat is geen giraf, maar accepteer het en vraag eventueel door ( wat doet die giraf dan, of waarom is hij groen? ). - Geef kinderen ruimte voor initiatief en zelfstandigheid door ze vrij hun gang te laten gaan in de daarvoor bestemde ruimtes, maar geef ook duidelijk grenzen aan en wissel af met gerichte activiteiten. 13

14 - Zorg voor genoeg succeservaringen. Organiseer momenten waarop kinderen eigen kunstwerken of voorstellingen aan elkaar en/of ouders kunnen laten zien. Laat kinderen zelf uitkiezen wat ze willen laten zien en waar ze trots op zijn. Het tonen van het werk van kinderen betekent dat je waardeert wat ze doen en dat vergroot het zelfvertrouwen van kinderen, wat op zich weer heel belangrijk is voor de creativiteit. - Het proces is minstens zo belangrijk als het eindresultaat. Laat kinderen dus ook vertellen hoe het is gemaakt en laat zien dat je dat waardeert. 1.7 Cognitieve ontwikkeling Nadenken, redeneren, problemen oplossen dit zijn allemaal aspecten van de cognitieve ontwikkeling. De cognitieve ontwikkeling en de taalontwikkeling zijn nauw met elkaar verweven en bepalen voor een groot deel hoe goed kinderen kunnen leren, op school en daarbuiten. Kinderen ontwikkelen hun verstandelijke vermogens in interactie met de wereld om hen heen. De meeste kinderen zijn uit zichzelf nieuwsgierig en leergierig. Daar kun je op inspelen, door iets aan te bieden (een bepaald soort speelgoed, een iets moeilijkere vraag) wat past bij die interesse en wat kinderen uitdaagt om een stapje verder te zetten in hun ontwikkeling. Kinderen tussen 4 en 6 jaar Jonge kinderen denken vooral concreet, vanuit hun eigen ervaringen en zintuiglijke waarnemingen. Kinderen van vier hebben plezier in spelletjes als het ordenen van voorwerpen naar soort, grootte of kleur. Terwijl je hierover praat, help je de kinderen de taal te ontwikkelen die daarbij hoort: Die hoort bij Die lijkt op Die is groter/kleiner dan En je laat horen hoe je logische verbanden onder woorden brengt: Ja, die hoort daar, want Bepaalde soorten speelgoed zijn heel geschikt om kinderen in deze leeftijd ontdekkingen te laten doen over bijvoorbeeld snelheid (autootjes die rijden van plankjes met verschillende hellingen) of zwaartekracht (knikkerbaan). Ook het samen lezen en navertellen van prentenboekverhalen is stimulerend voor de taal- en denkontwikkeling, vooral wanneer je met de kinderen praat over het verhaal en de personages: Hoe zou het verder gaan?, Waarom is Kikker somber?, Wat zou er gebeuren als? Het is goed om na het voorlezen het verhaal met de kinderen samen te vatten. Zo krijgen ze besef van verhaalstructuur, tijdsverloop en oorzaak-gevolgrelaties. Memorie of spelletjes op de computer kunnen ook goed zijn voor de denkontwikkeling. Kinderen tussen 7 en 9 jaar In deze leeftijdsfase neemt het geheugen en het concentratievermogen van kinderen sterk toe. Op school leren de kinderen lezen en vaak gaan ze zelf lezen over onderwerpen die hen interesseren. Het is daarom goed als je zorgt voor eenvoudige informatieve boekjes, die de kinderen zelfstandig kunnen lezen. Daarnaast blijft voorlezen, van verhalen en van artikelen uit kranten en (kinder)tijdschriften, een geschikte manier om de kennis van de wereld uit te breiden en te praten over het hoe en waarom van gebeurtenissen in de nabije en verder weg gelegen wereld. Op deze leeftijd kunnen kinderen spelen met wat complexer technisch speelgoed. Kinderen tussen 10 en 12 jaar Op deze leeftijd is het logisch denken goed ontwikkeld en beschikken de kinderen over voldoende taalvaardigheid om meer complexe begrippen en redenaties onder woorden te brengen. Kinderen zijn beter in staat om abstract te denken, over situaties die zij niet zelf hebben meegemaakt. Ook kunnen ze zich inleven in verschillende standpunten. Dat maakt deze periode geschikt om bijvoorbeeld rollenspellen te spelen of (voor de oudere kinderen) te debatteren. Het lezen is nu goed ontwikkeld en daardoor zijn de kinderen in staat om zelfstandig veel kennis op te doen, via boeken, tijdschriften en computers. 14

15 Tip Let erop dat de materialen en activiteiten die je aanbiedt passend zijn voor de leeftijdsgroep: niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk. Kinderen kunnen heel goed zelfstandig aan de slag met denkstimulerende activiteiten, zoals een puzzel maken, een huis bouwen of een experimentje uitvoeren. Als je kinderen van verschillende ontwikkelingsniveaus samen laat spelen, leren ze van elkaar. Als jij meespeelt, kun je het spel extra interessant maken door een nieuw probleem op te werpen en vragen te stellen waardoor de kinderen gaan nadenken en nieuwe ontdekkingen doen: Zou je het ook zo kunnen maken dat?, Hoe kan het nou dat?, Is er ook een andere manier om?, Wat denk je dat er gebeurt als?. Je legt weinig uit en je geeft alleen hints als de kinderen echt niet verder komen. Ook bij het geven van feedback ben je zo min mogelijk sturend: Ja, dat zou kunnen., Hoe bedoel je dat precies?, Waarom denk je dat? Stimuleren van de cognitieve ontwikkeling - Geef kinderen de kans om zelf kennis te ontwikkelen. Bied niet zozeer kant-en-klare kennis aan, maar stel vragen en geef hints die het kind helpen om zelf de weg te vinden. - De ontwikkeling van kennis hangt samen met de ontwikkeling van taal. Praat veel met de kinderen over het hoe en waarom van dingen. - Geef de kinderen de ruimte om hun eigen ideeën te verwoorden. Neem hun ideeën serieus en vraag door als je een redenatie niet goed kunt volgen. Het verwoorden van gedachten is op zich al bevorderlijk voor de denkontwikkeling. - Zorg voor cognitief uitdagend materiaal: technisch speelgoed, informatieve boekjes, computerspellen, etc. - Kies bij het voorlezen aan kleuters voor verhalen met een duidelijke verhaallijn en een probleem en/of een verrassende wending. Dat biedt meer kansen om de kinderen te laten nadenken over het verhaal. 2. Interactievaardigheden Interactievaardigheden van jou als pedagogisch medewerker zijn van invloed op de kwaliteit van de kinderopvang. Als pedagogisch medewerker heb je veel interactie met de kinderen. Omdat interactie met een vierjarige heel anders zal verlopen dan met een twaalfjarige is het voor medewerkers in de buitenschoolse opvang erg belangrijk om over goede interactievaardigheden te beschikken. Je moet je namelijk aanpassen aan de leeftijd van het kind en die loopt in de buitenschoolse opvang veel meer uiteen dan bij de hele dagopvang. Maar je hebt niet alleen zelf interacties met kinderen, je beïnvloedt daarnaast ook de interacties tussen de kinderen onderling. Ook daarbij spelen de verschillen in leeftijd een grote rol. Wij gaan uit van zes interactievaardigheden, die we zullen toelichten. Basale interactievaardigheden: - Sensitieve responsiviteit - Respect voor autonomie - Structuren en grenzen stellen Educatieve interactievaardigheden: - Praten en uitleggen - Ontwikkelingsstimulering - Begeleiden van interacties tussen kinderen 15

16 2.1 Sensitieve responsiviteit Een kind heeft anderen nodig om zich prettig te kunnen voelen en zich goed te kunnen ontwikkelen. Het heeft behoefte aan aandacht, warmte en emotionele steun. Elk kind laat dit op zijn eigen manier blijken. Je moet daarom gevoelig zijn ( sensitief ) voor de signalen die het kind afgeeft, door goed te kijken naar het kind en te proberen te begrijpen wat het bedoelt. Vervolgens is het belangrijk dat je adequaat reageert ( responsief ) door op de juiste manier in te spelen op de signalen van het kind. Het is belangrijk om de emoties en gevoelens van kinderen, bijvoorbeeld bij angst of verdriet, te verwoorden. Op deze manier kun je als pedagogisch medewerker laten merken dat je je betrokken voelt bij wat het kind doet, wat het voelt en meemaakt, dat je begrip hiervoor hebt en dat je het kind hierin ondersteunt. Dit hoeft niet altijd te betekenen dat het kind krijgt wat hij wil. Je kunt niet altijd aan zijn wensen tegemoet komen, maar je kunt wel laten merken dat je zijn gevoelens opvangt. Bijvoorbeeld bij een ruzie tussen twee kinderen kun je laten merken dat je er voor allebei bent en kun je de kinderen helpen om hun gevoelens naar elkaar te uiten en om tot een oplossing van het conflict te komen. Zo zal een kind ervaren dat het op jou kan rekenen, dat jij hem de moeite waard vindt en vertrouwen in hem hebt. Dit geeft hem een gevoel van veiligheid, jij vormt een veilige basis voor het kind. Hierdoor zal hij vertrouwen krijgen in de omgeving en in zichzelf waardoor hij, vanuit die veilige basis, de omgeving durft te gaan ontdekken en nieuwe dingen durft te proberen. Een kind zal daardoor in staat zijn nieuwe vaardigheden te oefenen en zichzelf verder te ontwikkelen. Een kind dat sensitief-responsieve reacties ontvangt van opvoeders zal veerkracht ontwikkelen. Een kind dat veerkrachtig is, heeft doorzettingsvermogen en flexibiliteit om problemen op te lossen en is in staat zich aan te passen aan de (nieuwe) situatie. Een kind zal hierdoor beter met stress om kunnen gaan. Tegelijkertijd zal het kind ook inlevingsvermogen ontwikkelen. Hierdoor zal het kind proberen anderen te begrijpen en te helpen. Sensitief responsief gedrag is dus: - Het opmerken van de signalen die een kind afgeeft; - Proberen te begrijpen wat het kind met deze signalen bedoelt en - daar op een warme en ondersteunende manier mee omgaan, afgestemd op het kind en de situatie. 2.2 Respect voor autonomie Door actief bezig te zijn ontdekt een kind de wereld om zich heen en wat zijn eigen mogelijkheden in die wereld zijn. Hoe ouder een kind wordt, hoe meer het zelf zal willen en kunnen doen. Het is daarom goed om kinderen de mogelijkheid en de ruimte daarvoor te geven. Je moet er als pedagogisch medewerker naar streven dat ieder kind de kans krijgt nieuwe dingen uit te proberen en zelf oplossingen te bedenken voor problemen waar hij tegenaan loopt. Wanneer het hem zelf lukt om een probleem op te lossen zal hij trots zijn op zichzelf en zo zelfvertrouwen en een positief gevoel over zichzelf opbouwen. Dit zal leiden tot een positief zelfbeeld. Hij zal hierdoor gemotiveerd raken om de volgende keer weer iets nieuws uit te proberen. Door toe te passen wat een kind eerder geleerd heeft, zal het zich ontwikkelen tot een zelfstandig persoon die actief is en nieuwe ervaringen op wil doen, een persoon met een eigen ik. Daarvoor zal in buitenschoolse opvang soms gezocht moeten worden naar een balans tussen jongere en oudere kinderen. Respect voor autonomie betekent dat een kind steun krijgt bij activiteiten waarbij hij die nodig heeft en dat hij ongestoord bezig kan zijn wanneer dat mogelijk is. Ieder kind is anders, dus ieder kind zal de dingen op zijn eigen manier doen. Het is goed wanneer een kind eerst zelf oplossingen zoekt voor de problemen waar hij mee te maken krijgt. Zo leert hij oplossingsgericht te denken en ontwikkelt hij zelfredzaamheid. Ook heeft iedere leeftijd weer zijn eigen behoeften. Door als opvoeder een kind als 16

Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden

Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende sgebieden Ontwikkeling 4-6 jaar 7-9 jaar 10-12 jaar Taal Opbouwen basiswoordenschat. Woordenschat en zinsbouw neemt sterk toe. Redelijk tot goed

Nadere informatie

Pedagogisch werkplan

Pedagogisch werkplan Pedagogisch werkplan BSO KDV De Rode Bank 2018 Voorwoord: Voor u ligt het pedagogisch werkplan van de BSO van KDV De Rode Bank. Dit werkplan geeft (samen met het pedagogisch beleidsplan) ouders, pedagogisch

Nadere informatie

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving Pedagogisch Beleidsplan 1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving Een veilige en vertrouwde omgeving is de basis van waaruit een kind zich kan gaan ontwikkelen. Het is dus belangrijk dat

Nadere informatie

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen. Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele

Nadere informatie

Visie (Pedagogisch werkplan)

Visie (Pedagogisch werkplan) Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Inleiding Kinderopvang Haarlem heeft één centraal pedagogisch beleid. Dit is de pedagogische basis van alle kindercentra van Kinderopvang Haarlem.

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele ontwikkeling 6

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt. KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug 2018 Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - 0 eleeft plezier in het ontdekken van nieuwe dingen Laat heel

Nadere informatie

Pedagogische Visie en Beleid

Pedagogische Visie en Beleid Pedagogische Visie en Beleid Inleiding Voor ouders, medewerkers en alle anderen die betrokken zijn bij, en geïnteresseerd zijn in onze kinderopvang. Voor verantwoorde kinderopvang is veel nodig, om te

Nadere informatie

Samen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie

Samen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie Samen de Wereld Kleuren Pedagogische visie 2 SWK-Kinderopvang Samen de Wereld Kleuren Samen de Wereld Kleuren SWK-Kinderopvang: Samen de Wereld Kleuren Onze kinderopvangorganisaties hebben aandacht voor

Nadere informatie

Zorgboekje. Kindgegevens

Zorgboekje. Kindgegevens Zorgboekje De pedagogisch medewerker vult dit boekje behorende bij het overdrachtdocument peuter kleuter in als er een zorgbehoefte bij het kind is gesignaleerd. Zij/ hij vult in wat van toepassing is

Nadere informatie

Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1

Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1 30 Veiligheid en welbevinden Kees (8) en Lennart (7) zitten in de klimboom. Kees geeft Lennart een speels duwtje en Lennart geeft een duwtje terug. Ze lachen allebei. Maar toch kijkt Lennart even om naar

Nadere informatie

Beste ouders/verzorgers,

Beste ouders/verzorgers, INTAKEFORMULIER Parel 9 t/m 12 School Alex Beste ouders/verzorgers, Dit intakeformulier is bedoeld om die informatie te verkrijgen die wij nodig hebben om nieuwe kleuters zo goed mogelijk op te vangen

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn

Nadere informatie

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid Inleiding Wij vinden het belangrijk dat u uw kind met een gerust hart naar één van onze kindercentra brengt. In deze brochure laten wij u zien dat wij

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan. Kid@home

Pedagogisch beleidsplan. Kid@home Pedagogisch beleidsplan Kid@home Pedagogisch beleidsplan Inhoud: 1. Inleiding 2. Pedagogische visie 3. Verzorging 4. Emotionele veiligheid 5. Persoonlijke competenties 6. Sociale competenties 7. Normen

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen 1. Kijkt veel naar andere kinderen. 1. Kan speelgoed met andere kinderen 1. Zoekt contact met andere kinderen 1. Kan een emotionele

Nadere informatie

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 1. Omgaan met jezelf, met en met volwassenen Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 Zelfbeeld Sociaal gedrag belangstelling voor andere kinderen, maar houden weinig rekening met de ander

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan. Inleiding. BSO Vrij Spel

Pedagogisch beleidsplan. Inleiding. BSO Vrij Spel Pedagogisch beleidsplan Inleiding U heeft gekozen voor Vrij Spel en mag erop vertrouwen dat wij goed voor uw kind zullen zorgen. Uw kind zal in uw afwezigheid liefdevol en veilig worden opgevangen. Wij

Nadere informatie

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet. Leerdoelen a.d.h.v. rubrics Rubrics voor het onderwijs Deze rubrics zijn door ons verzameld, geschreven of herschreven. Met vriendelijke groet, Team Vierkantgoed Rubric Optie 1 Optie 2 Optie 3 Optie 4

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

Activiteitenbeleid 2013

Activiteitenbeleid 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Pedagogisch beleid TintelTuin De 6 competenties Visie Activiteitenbeleid binnen het (dag)programma Laat zien

Nadere informatie

Oké-formulier. Overdrachtsformulier voorschoolse voorziening- basisonderwijs in de gemeente Deventer

Oké-formulier. Overdrachtsformulier voorschoolse voorziening- basisonderwijs in de gemeente Deventer Oké-formulier Overdrachtsformulier voorschoolse voorziening- basisonderwijs in de gemeente Deventer In te vullen door de voorschoolse voorziening Gegevens voorschoolse voorziening Bezocht het kind een

Nadere informatie

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie Samen groeien Maak kennis met onze pedagogische visie Best spannend, de zorg voor je kind overdragen op een ander. Hoe prettig is het als je weet dat het in goede handen is. Kober kinderopvang biedt je

Nadere informatie

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS WWW.PESTWEB.NL DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS Kinderen en jongeren willen je hulp, als je maar (niet)... Wat kinderen zeggen over pesten Kinderen gaan over het algemeen het liefst met hun probleem naar hun

Nadere informatie

Schoolkind Tips voor ouders

Schoolkind Tips voor ouders Schoolkind voor ouders Inleiding In de basisschoolperiode verandert een kind van een afhankelijke kleuter in een zelfstandige 12-jarige aan het begin van de puberteit. Ouders merken dat hun kind zich steeds

Nadere informatie

bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter

bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter Zor gboek je bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter Datum Ingevuld door: (naam en functie): STEDELIJK ZORGBOEKJE PEUTER- KLEUTER ROTTERDAM Zorgboekje De pedagogisch medewerker vult dit boekje behorende

Nadere informatie

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie Samen groeien Maak kennis met onze pedagogische visie Best spannend, de zorg voor je kind overdragen op een ander. Hoe prettig is het als je weet dat het in goede handen is. Kober kinderopvang biedt je

Nadere informatie

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar Hoe vraag je aan iemand om met je te spelen? Wat speel je graag op het schoolplein? Jij kan al goed helpen hè. Wie help jij graag? Wat doe je dan? van 4 t/m 6 jaar

Nadere informatie

Peuters. Lief maar ook wel eens lastig

Peuters. Lief maar ook wel eens lastig 1 Peuters Lief maar ook wel eens lastig 2 Peuters: Lief maar ook wel eens lastig Peuters zijn ondernemend en nieuwsgierig. Ze willen alles weten en ze willen alles zelf doen. En als ze iets niet willen,

Nadere informatie

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips VoorleesExpress Samen met ouders aan de slag Praktische tips Samen met ouders aan de slag Ouders betrekken bij het voorlezen Je gaat straks via de VoorleesExpress twintig weken voorlezen bij een of meerdere

Nadere informatie

Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.

Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Kinderen worden beschermd en gekoesterd door hun ouder(s) of verzorgers. Daar wordt de basis

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

ACTIEF TOEZICHT. Informeren en structurele maatregelen

ACTIEF TOEZICHT. Informeren en structurele maatregelen ACTIEF TOEZICHT Hoe kun je leerlingen minder lang laten stilzitten? Hoe jij de groep begeleidt, heeft een grote impact. Actief toezicht hangt samen met het ruimere begrip activerend toezicht. Door actief

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens

Nadere informatie

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kloek

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kloek Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kloek Op de website van KION zie je onder Zo werken wij hoe we in ons beleid vorm hebben gegeven aan de pedagogische doelen en onze pedagogische uitgangspunten.

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

Schoolkind. Kind op de basisschool. Een rustige ontwikkeling tussen driftige peuter en dwarse puber!?!

Schoolkind. Kind op de basisschool. Een rustige ontwikkeling tussen driftige peuter en dwarse puber!?! Schoolkind Oorspronkelijke tekst Hilde Breet Wilma Poot Illustraties Harmen van Straaten Uitgave: januari 1998 Herziene uitgave: maart 2010 Het is toegestaan deze folder in ongewijzigde vorm te multipliceren

Nadere informatie

Informatie voor ouders

Informatie voor ouders Weerbaarheid Informatie voor ouders Het Centrum voor Jeugd en Gezin ondersteunt met deskundig advies, tips en begeleiding. Een centraal punt voor al je vragen over opvoeden en opgroeien, dat is handig!

Nadere informatie

Methodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden

Methodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden Methodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden Maker: Trainersteam Regio Rondom de IJssel Functie: Trainer Regio Rondom de IJssel Datum van productie: 20 februari

Nadere informatie

5 pedagogisch medewerkers

5 pedagogisch medewerkers 5 pedagogisch medewerkers In dit hoofdstuk gaan we in op de pedagogisch medewerker. Zij heeft grote invloed op het welzijn en de ontwikkeling van kinderen in de opvang. Door individuele interactie met

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN Mijn muzisch enthousiasme Mijn muzische durf en creativiteit Mijn relatie met en begrip van de kunsttalen Mijn muzische expressie

Nadere informatie

Aanmeldformulier voor basisschool, Sint Franciscus, Weiteveen.

Aanmeldformulier voor basisschool, Sint Franciscus, Weiteveen. Inleveren bij de directeur: uiterlijk. Aanmeldformulier voor basisschool, Sint Franciscus, Weiteveen. ndergetekenden melden hun kind aan bij Basisschool, Sint Franciscus, Zuidersloot 61 te Weiteveen Gegevens

Nadere informatie

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren

Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren Inhoudsopgave Welkom Blz. 3 Wat zijn baby- en kindergebaren? Blz. 4 Voordat je begint Blz. 5 De eerste gebaren Blz. 6 & 7 Gebaren- tips Blz. 8 Veel gestelde

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleidsplan Inhoudsopgave Inleiding... 3 Pedagogische visie... 4 o Mijn doelstelling... 4 Emotionele veiligheid... 4 Persoonlijke competentie... 5 Sociale competentie... 6 Overdracht van normen

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep Therapie en training, iets voor jou? Als je bij De Hoenderloo Groep komt wonen, heb je vaak al veel meegemaakt in je leven. Het valt niet altijd

Nadere informatie

Pedagogiek op maat helpt co nc n re c et Deelsessie 12

Pedagogiek op maat helpt co nc n re c et Deelsessie 12 Pedagogiek op maat helpt concreet Deelsessie 12 Voorstellen Ank Greijmans José Reijntjens Carolien Hamer Warme Professional Brede concensus dtht dat het opvoeden van jonge kinderen in de kinderopvang een

Nadere informatie

Spel en sociaal spel in ontwikkelingsperspectief. Masterclass Simeacongres, Lunteren Lilian van der Bolt

Spel en sociaal spel in ontwikkelingsperspectief. Masterclass Simeacongres, Lunteren Lilian van der Bolt Spel en sociaal spel in ontwikkelingsperspectief Masterclass Simeacongres, Lunteren 7-4-2017 Lilian van der Bolt Kennismaking Programma Opvattingen rondom Spel en ontwikkeling Het belang van spel Spelontwikkeling

Nadere informatie

BSO Observatielijst Kreta en Madagascar

BSO Observatielijst Kreta en Madagascar Gegevens BSO BSO: Het Strand Groep: Kreta/ Madagascar Postadres: Burg. Amersfoordtlaan 59 1171DM Badhoevedorp Telefoon: 020-8230628 Ingevuld op:. Ingevuld door:. aanwezig op: ma/ di/ wo/ do/ vrij Het kind

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd 0 tot 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

Structuur bieden aan je kinderen (10 tips)

Structuur bieden aan je kinderen (10 tips) Structuur bieden aan je kinderen (10 tips) Door Suzanne van der Star Orthopedagoog www.educadora.nl www.educadora-webshop.nl Inleiding Uit onderzoek blijkt dat er een duidelijke samenhang is tussen de

Nadere informatie

Welkom Boek. Deel 2; Pedagogisch beleid. Welkom-Kind Z.O. Friesland Willinge Prinsstraat PE Oldeberkoop

Welkom Boek. Deel 2; Pedagogisch beleid. Welkom-Kind Z.O. Friesland Willinge Prinsstraat PE Oldeberkoop Welkom Boek Deel 2; Pedagogisch beleid Welkom-Kind Z.O. Friesland Willinge Prinsstraat 22 8421 PE Oldeberkoop www.gastouder-friesland.nl info@welkomkindfriesland.nl 0516-850338 Inhoudsopgave: Inleiding

Nadere informatie

Hoogbegaafd en gevoelig

Hoogbegaafd en gevoelig Hoogbegaafd en gevoelig Kazimierz Dabrowski Hoogbegaafd zijn is meer dan slim zijn. Hoogbegaafde mensen zijn vaak ook veel gevoeliger dan andere mensen. Daardoor ervaar je situaties soms intenser dan andere

Nadere informatie

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL KINDEREN LEKKER IN HUN VEL 1. Welkom wij zijn Karin Hallegraeff en Noelle van Delden van Praktijk IKKE Karin stelt zich voor en er komt een foto van Karin in beeld. Noelle stelt zich voor en er komt een

Nadere informatie

Beleid Kanjertraining op De Meeander

Beleid Kanjertraining op De Meeander Beleid Kanjertraining op De Meeander Voor u ligt het beleidsstuk Kanjertraining. We hopen dat het zicht geeft op wat we doen op school en waar we voor staan. Kanjertraining is meer dan een lesmethode.

Nadere informatie

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) 1 Omgaan met en uiten van eigen gevoelens en ervaringen toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) laat non-verbaal zien dat hij/zij iets niet wil (bijv. slaat fles weg, draait hoofd als

Nadere informatie

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid Op REIS met Kids2b Kids2b Kids2b is zeer verheugd dat u uw kind aan ons toevertrouwd. Wij begrijpen dat het voor S I E R u als ouder een grote stap is om een deel van de zorg en opvoeding van uw kind te

Nadere informatie

Verantwoordelijkheid ontwikkelen. Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress

Verantwoordelijkheid ontwikkelen. Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress Verantwoordelijkheid ontwikkelen Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress 1 Inhoud Inleiding 3 A Verantwoordelijkheid nemen voor jezelf 4 - Goede afspraken maken - Stel

Nadere informatie

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1 faalangst de baas! training www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl 2 KINDERPRAKTIJK LANDSMEER FAALANGST DE BAAS! TRAINING 3 faalangst de Baas! training

Nadere informatie

Inhoud van de ochtend

Inhoud van de ochtend Inhoud van de ochtend 1. Introductie in Pedagogisch kader 2. Begeleiden van de groep 3. Ontwikkelingsgericht werken 4. Pauze (15 minuten) 5. Kinderparticipatie 6. Vragen over andere onderwerpen 7. Voornemens

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Flexkidz

Pedagogisch beleid Flexkidz Pedagogisch beleid Flexkidz Voor u ligt het verkorte pedagogisch beleidsplan van Flexkidz. Hier beschrijven we in het kort de pedagogische visie en uitgangspunten. In dit pedagogisch beleidsplan beschrijven

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Zeer moeilijk lerend Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind Inhoudsopgave Wat betekent het dat uw kind zeer moeilijk lerend

Nadere informatie

Maak een afspraak voor een rondleiding bij jou in de buurt

Maak een afspraak voor een rondleiding bij jou in de buurt Kom kijken bij Maak een afspraak voor een rondleiding bij jou in de buurt 070 750 21 10 klantadvies@dakkindercentra.nl Tijdens je zwangerschap verandert er veel. Niet alleen je lichaam, maar ook bijvoorbeeld

Nadere informatie

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! Scott de Jong http://www.positiefleren.nl - 1 - Je leest op dit moment versie 2.0 van het Ebook: 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft.

Nadere informatie

Op stap naar het 1 e leerjaar

Op stap naar het 1 e leerjaar Op stap naar het 1 e leerjaar Schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Zwevegem, 26 november 2009 Lieven Coppens Inleiding Uit de kindermond Ik wil niet naar het eerste leerjaar want daar mag ik niet

Nadere informatie

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1 Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling Zelfbeeld 1. Gebruikt en begrijpt het woord wij. 2. Ontdekt verschillen en overeenkomsten tussen zichzelf en de anderen in de groep. 3. Toont non-verbaal

Nadere informatie

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf Vijf woensdagmiddagen kunnen jongens en meiden tussen de 10 en 14 jaar op avontuur naar zichzelf. Het kind leert zichzelf

Nadere informatie

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid 202 5641 AC Eindhoven T: 040-2811760 E: deboog@skpo.nl

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid 202 5641 AC Eindhoven T: 040-2811760 E: deboog@skpo.nl PESTPROTOCOL DE BOOG Pestprotocol De Boog Dit pestprotocol heeft als doel voor De Boog: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang Introductie Introductie Het pedagogisch beleid van de tussenschoolse opvang SKN s Eetclub biedt een kader dat de overblijfkrachten en de coördinatoren tussenschoolse

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke Inhoud 1. Inleiding 2. Onze visie 3. Doelstellingen 4. Pedagogische uitgangspunten voor het kind 5. Pedagogische uitgangspunten voor de groepsleiding

Nadere informatie

KieKeBoe. Activiteitenplanning oktober 2012

KieKeBoe. Activiteitenplanning oktober 2012 Activiteitenplanning oktober 2012 KieKeBoe 20112 Beste ouders, Hierbij ontvangt u de 3+ activiteitenplanning van de maand oktober 2012. Herinnert u het zich nog? De activiteitenplanning zal voortaan per

Nadere informatie

Pedagogisch beleid. Opgemaakt

Pedagogisch beleid. Opgemaakt Pedagogisch beleid Opgemaakt 18-01-2018 Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Jeugdhulp de Knapzak. Dit is geschreven voor ouders die al gebruik maken van onze hulpverlening, ouders de

Nadere informatie

De Klankhof t Kofschip waar iedereen tot zijn recht komt

De Klankhof t Kofschip waar iedereen tot zijn recht komt Positionering De Klankhof en t Kofschip, Etten-Leur Kernwoorden: Je mag er zijn Vertrouwen Positief kijken naar jezelf en anderen Meervoudige intelligentie Samen de merkbelofte van De Klankhof t Kofschip:

Nadere informatie

2 Functies van spel en spelvormen. 3 Spel voor de lichamelijke ontwikkeling. 4 Spel voor de verstandelijke ontwikkeling

2 Functies van spel en spelvormen. 3 Spel voor de lichamelijke ontwikkeling. 4 Spel voor de verstandelijke ontwikkeling Thema 9 Kinderspel 1 Inleiding Als zorghulp in de thuiszorg of in de kinderopvang krijg je te met kinderen. En kinderen spelen graag. Door te spelen ontwikkelen kinderen hun lichaam, verstand, taal, gedrag,

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Pubers opvoeden. Veranderingen in de puberteit

Pubers opvoeden. Veranderingen in de puberteit Pubers opvoeden Pubers opvoeden De puberteit is de ontwikkelingsfase tussen 10 en 18 jaar. Maar die puberteit is er natuurlijk niet opeens. Vanaf ongeveer 9 jaar kan je al merken dat kinderen beginnen

Nadere informatie

Het Pedagogisch Beleidsplan

Het Pedagogisch Beleidsplan 2015 BSO de Bosplaats M Moura MSvan Wijnen Het Pedagogisch Beleidsplan 1 Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van BSO de Bosplaats. Dit pedagogisch beleidsplan is een leidraad van waaruit

Nadere informatie

De e-learning van Gastouderland

De e-learning van Gastouderland De e-learning van Gastouderland Ook voor gastouders is het belangrijk te blijven ontwikkelen. Daarom bieden wij diverse modules aan die speciaal ontwikkeld zijn voor de kinderopvang. Gastouderland werkt

Nadere informatie

SLO PILOT VVE/PO Utrecht

SLO PILOT VVE/PO Utrecht Van observatie naar overdracht (Kijk op ontwikkeling) Tussen voorschoolse instelling en basisschool Kindgegevens Voornaam... Achternaam... Geslacht... Geboortedatum... - geboorteplaats... - geboorteland...

Nadere informatie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf 1. Wijst dingen aan die het wil, herkent zichzelf in de spiegel, is zich bewust waar het wel en niet van houdt. (Het kind wordt bewust

Nadere informatie