Schoolontwikkelingsonderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schoolontwikkelingsonderzoek"

Transcriptie

1 Schoolontwikkelingsonderzoek Natuur- en milieueducatie gericht op waardeontwikkeling Datum: 1 juni 2013 Naam: Ilse Tesser Studentnummer: Begeleiders: Bob Zeegers en Linda Keuvelaar-van den Bergh Stageschool: BS de Touwladder

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Probleemanalyse Blz Aanleiding en context Probleemstelling Blz. 3 Blz. 3 Hoofdstuk 2 Theoretisch kader Blz De betekenis van natuur- en milieueducatie Waardeontwikkeling Attitudedoelen Werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling Toetsing van attitudes Onderzoeksvraag Blz. 5 Blz. 6 Blz. 6 Blz. 9 Blz. 11 Blz. 12 Hoofdstuk 3 Opzet van het onderzoek Blz Procedure Respondenten Instrumenten Interview Observatie Enquête Wijze van data-analyse Interview Observatie Enquête Blz. 13 Blz. 14 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 16 Blz. 16 Hoofdstuk 4 Resultaten Blz Resultaten deelvraag 1 Resultaten deelvraag 2 Resultaten deelvraag 3 Resultaten deelvraag 4 Resultaten deelvraag 5 Blz. 17 Blz. 17 Blz. 17 Blz. 18 Blz. 18 Hoofdstuk 5 Conclusie Blz Conclusie deelvraag 1 Conclusie deelvraag 2 Conclusie deelvraag 3 Conclusie deelvraag 4 Conclusie deelvraag 5 Conclusie hoofdvraag Blz. 19 Blz. 19 Blz. 20 Blz. 20 Blz. 20 Blz. 21 Hoofdstuk 6 Discussie Blz. 22 Hoofdstuk 7 Aanbevelingen Blz. 24 Hoofdstuk 8 Literatuurlijst Blz. 26 Bijlagen Blz. 27 Uitwerking enquête Blz. 28 Uitwerking interviews Blz. 31 Uitwerking lesobservaties Blz. 91 Doelen Blz. 96 2

3 1. Probleemanalyse 1.1 Aanleiding en context Basisschool de Touwladder heeft een visie gericht op natuur- en milieu educatie. Er wordt vooral aandacht besteed aan natuureducatie. Het uitgangspunt hiervan is dat er een krachtige leeromgeving wordt gecreëerd, zowel binnen als buiten de school. Er is ruimte voor de leerlingen om te kunnen experimenteren en zich te ontwikkelen in een natuurlijke omgeving. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat leerkrachten hier mee bezig zijn, maar het nog moeilijk vinden hieraan vorm te geven. Het stellen en bewaken van doelen vraagt nog om aandacht. De vraag hoe duidelijk zichtbaar gemaakt kan worden wat de kinderen leren op het gebied van kennis, vaardigheden en waardeontwikkeling, heeft nog niet voldoende aandacht gekregen. Zo ook het communiceren met collega s en met ouders over het belang en de inhoud van NME. Wel geven zij aan om zich hierin te willen ontwikkelen, hoofdzakelijk door middel van studiedagen en uitwisselingen binnen het team. Het doel is om over vier jaar een krachtige, uitdagende leeromgeving ingericht te hebben, die is aangepast aan de visie van de school en optimale mogelijkheden biedt voor ontwikkeling op NME gebied voor groep 1 tot en met 8. Het gebrek aan materialen, tijd, extra begeleiding van de kinderen en een krachtige leeromgeving worden gezien als extra belemmering. Leerkrachten geven aan dat de methode inhoudelijk weinig houvast biedt voor het vormgeven van buitenlessen, hierdoor moeten zij zelf invulling geven aan de buitenlessen. Deze drempel is voor veel leerkrachten te hoog. De omgeving van de huidige school biedt voor de leerkrachten ook nog weinig mogelijkheden. In de directe omgeving is een minimale krachtige leeromgeving aanwezig, waarin leerlingen kunnen experimenteren en zich kunnen ontwikkelen. Met ingang van volgend schooljaar zullen de leerkrachten en leerlingen hun intrek nemen in een nieuw gebouw. Met het vooruitzicht op deze nieuwe school met zijn krachtige leeromgeving wordt verwacht dat deze belemmeringen minder worden. Deze krachtige leeromgeving bestaat uit twee binnen tuinen waarin kinderen kunnen experimenten en onderzoekend kunnen leren. Daarnaast staat de school op een terrein dat een groene omgeving biedt. Elke klas heeft openslaande deuren die toegang bieden tot de directe natuur. Echter is meer nodig om het probleem op te lossen, zoals een didactische en organisatorische aanpak. De studenten van vorig jaar hebben geprobeerd om de drempel voor de leerkrachten te verlagen, onder andere door op zoek te gaan naar buitenlessen uit de methode Leefwereld. Helaas heeft dit tot nu toe nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. 1.2 Probleemstelling Momenteel komt vooral natuureducatie naar voren, maar wordt er aan het aspect milieueducatie nog minder aandacht besteed. Dit terwijl de methode dit aspect in elk leerjaar wel aanbiedt. Ook het inzichtelijk maken van kennis, vaardigheden en waardeontwikkeling komt nog onvoldoende aan de orde. Het is de bedoeling om over vier jaar een krachtige, uitdagende leeromgeving ingericht te hebben. Ze willen de structurele aanpak van de onderbouw uitbreiden naar de middenbouw en de bovenbouw. Dat betekent dat door de groepen 1 t/m 8 structureel gebruik gemaakt wordt van de leeromgeving, zoals activiteiten in de binnen tuinen. 3

4 Naar aanleiding van deze doelen ga ik onderzoeken welke didactische principes een leerkracht kan inzetten om een positieve houding van kinderen ten aanzien van NME te bevorderen. Welke vormen van waardeontwikkeling kunnen docenten inzetten om dit te realiseren. In het theoretisch kader wordt de term didactische principes toegelicht en wordt duidelijk dat hieronder de vormgeving en organisatie wordt verstaan. Belangrijk is dat er rekening wordt gehouden met de kerndoelen, de visie van de school, de betrokkenheid en de ontwikkeling van de kinderen. Een probleem hierbij is dat leerkrachten nu nog niet goed weten hoe je de waarde ontwikkeling van kinderen kunt meten en beïnvloeden en of hun NME lessen waardevol genoeg zijn. 4

5 2. Theoretisch kader 2.1 De betekenis van natuur- en milieueducatie Natuur en milieu werden ooit gezien als een thema van ondergeschikt maatschappelijk belang, dat alleen goedbedoelende liefhebbers bezighield. Dat wordt nu gelukkig anders gezien. Heimans ( ) en Thijsse ( ) hebben als eersten natuur- en milieueducatie in Nederland op grote schaal invulling gegeven (Kuijpers, 2006). Maar wat wordt er nou eigenlijk verstaan onder natuur- en milieueducatie? Van Petegem (2002) geeft de volgende omschrijving: Natuur- en milieueducatie (NME) is een langdurig opvoedings- en leerproces met het oog op gedragsverandering in het voordeel van natuur en milieu. Haar strategie beoogt de mens ertoe te brengen door bewuste keuzes milieusparend te leven en milieubewust te handelen. L&V & VROM (1988) in Sollart & Vreke (2008) geven de volgende definitie van NME: Het organiseren van leersituaties en het daarin vergroten van inzicht in en betrokkenheid bij ecologische verbanden en processen, inclusief de processen die tot verstoring en aantasting van de omgeving leiden. Daarbij is er aandacht voor mogelijkheden om het geleerde in het dagelijks leven toe te passen De Vaan & Marell (2006) geven aan dat natuur- en milieueducatie en natuuronderwijs vaak door elkaar worden gehaald en in een verkeerde context worden gebruikt. Smit(2006) zegt dat beide erop zijn gericht om kennis over en waardering en zorg voor natuur en milieu te stimuleren. Natuuronderwijs leidt echter niet vanzelf tot milieubesef bij kinderen en NME staat niet garant voor goed natuuronderwijs (De Vaan & Marell, 2006). In de eerste plaats is natuuronderwijs breder dan onderwijs over natuur en milieu. Binnen natuuronderwijs wordt ook aandacht besteed aan het eigen lichaam, natuurkunde en techniek. In de tweede plaats ligt bij natuuronderwijs een grote nadruk op het ontwikkelen van een onderzoekende houding, terwijl het bij NME gaat om het ontwikkelen van bewustwording, waardering, zorg en verantwoordelijkheid (Smit, 2006). De Vaan & Marell (2006) zijn van mening dat kinderen geen inzicht hebben in milieuproblemen die zich op wereldschaal afspelen, laat staan dat ze de consequenties van maatregelen kunnen overzien. Kellert & Kahn (2002) schrijven het volgende over het contact van kinderen met de natuur: Bij het voorbereiden van een overzicht van wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp ontdekte ik al gauw de schaarste aan systematische studies over de betekenis die het contact van kinderen met natuurlijke systemen kan hebben voor de ontwikkeling van hun persoonlijkheid. Je kunt je afvragen of de relatieve afwezigheid van gepubliceerd materiaal over dit onderwerp typerend is voor een samenleving, die zo vervreemd is van zijn natuurlijke oorsprongen, dat de basale afhankelijkheid van onze soort van de natuur als voorwaarde voor de mentale groei en ontwikkeling van mensen niet eens meer herkend wordt. (Kellert, in: Kahn/ Kellert, 2002, p. 118, vertaling KB). Door het veranderen van de samenleving lijkt het alsof het stukje waardeontwikkeling minder op de voorgrond staat dan voorheen. Al heel lang is er een discussie gaande over NME. Er zijn verschillende visies over dit onderwerp. Zo zijn er organisaties die de nadruk willen leggen op natuureducatie. Natuurbeleving staat hierbij voorop; het zelf omgaan met, en zorg dragen voor concrete natuur. Zo worden de relaties tussen kind en natuur gevormd. Dit proces ontstaat door direct contact tussen kind en natuur, niet door het leren uit een boek. Er zijn ook organisaties die vinden dat je kinderen al op jonge leeftijd een juiste attitude ten opzichte van het milieu moet aanleren. Zij getuigen voor milieueducatie. Kinderen krijgen te maken met 5

6 milieuproblemen. Als leerkracht kun je hier niet omheen en het is dan ook van belang hier aandacht aan te besteden (De Vaan & Marell, 2006). Om hier vorm aan te geven kan gebruik worden gemaakt van didactische principes. Deze normeren de vormgeving en organisatie van het onderwijs (Van der Ploeg, 2007). Het is afhankelijk van de vorm van onderwijs welke principes worden gehanteerd. Op het gebied van waardeontwikkeling gaat dit om de werkvormen, maar ook de specifieke vaardigheden die leerkrachten moeten inzetten om de waardeontwikkeling van de leerlingen te meten. 2.2 Waardeontwikkeling Als je je verwondert, sta je volgens Zwiers & Aalbers (2005) opeens stil bij dingen waar je vroeger aan voorbij ging. Wat je vanzelfsprekend vond, wordt nu opeens bijzonder. Verwondering ontstaat wanneer je ontdekt dat het gewone, ongewone kanten blijkt te hebben. Dit zorgt niet alleen voor betrokkenheid, maar zet ook het denken in beweging. Het bevordert het denkproces. Als we ergens meer vanaf weten, leidt dit meestal tot verdieping van verwondering en nieuwe vragen. Jongejan (1991) stelt dat een gedragsaanpassing even essentieel is als kennis en inzicht. Eerder gaf Smit (2006) al aan dat het bij NME gaat om het ontwikkelen van bewustwording, waardering, zorg en verantwoordelijkheid en De Vaan & Marell (2006) zeggen dat het bij natuuronderwijs niet alleen om kennis, inzicht en vaardigheden draait, maar ook om houdingen. De houding van zorg, respect en verantwoordelijkheid ten opzichte van de levende en levenloze natuur. Deze ontwikkelt zich vanuit natuurbeleving. Natuurbeleving is dan ook een basis van natuuren milieueducatie. De Vaan & Marell (2006) zijn van mening dat het gaat om waarden, gevoelens en verwondering die ontstaan bij de ontmoeting met de natuur en om de relatie die daarbij ontstaat tussen kinderen en de natuur. Jongejan (1991) zegt wel dat kennis niet automatisch leidt tot bewust handelen. Dat maakt milieueducatie ingewikkeld. Er is niet altijd een zichtbaar resultaat. Praten over milieubewust gedrag leidt niet automatisch tot consequent milieugedrag. Daarvoor moeten vaak cultuurdrempels en ingeslepen patronen worden doorbroken. Attitude speelt hier een belangrijke rol. Doob (1947) omschrijft attitude als een geleerde, impliciet vooruitlopende reactie. Hij ziet attitude als een onwaarneembare reactie op een object. Osgood, Suci en Tannenbaum (1957) zeggen dat deze reactie staat voor de betekenis van het object. Osgood s visie op attitude komt samen met acceptatie van theoretici die werken aan de theorie over waardeontwikkeling. (Staats & Staats, 1958; Rhine, 1958; Fishbein,1967) 2.3 Attitudedoelen Volgens Bakx, Ros en Teune (2012) zijn er doelen die pedagogisch en persoonsgerelateerd van aard zijn. Deze doelen hangen meestal samen met houdingsaspecten, oftewel attitude en zijn vaak een afgeleide van de globale doelen die op schoolniveau geformuleerd zijn. De pedagogische en persoonsgerelateerde doelen hangen vaak samen met waarden die de school belangrijk vindt. De Vaan & Marell (2012) hebben voor elke bouw de belangrijkste doelen op het gebied van houding geformuleerd. Deze zijn te zien in de figuur hieronder. Groep 1 en 2 Houdingen Nieuwsgierigheid voor materialen, voorwerpen en organismen, evenals belangstelling/respect voor andermans activiteiten en spullen. Iets willen maken 6

7 om praktische problemen op te lossen. Groep 3 en 4 Zorg voor materialen en organismen en de bereidheid tot het gezamenlijk ondernemen van activiteiten. Groep 5 en 6 Zorgvuldig, zuinig, veilig en nauwkeurig zijn bij de uitvoering van experimentele en ontwerpende activiteiten, en belangstelling voor het redeneren daarover; erkennen van de kracht van bewijs. Groep 7 en 8 Bereidheid systematisch, eerlijk en met volharding te werken en taken te verdelen. Kritisch en voorzichtig zijn bij het interpreteren van resultaten. Aandacht voor voor- en nadelen van technologische toepassingen. Oog voor duurzame ontwikkeling. Bron: (Vaan & Marell, 2012) Volgens Bakx, Ros en Teune (2012) moeten leerkrachten bewust bepalen aan welke pedagogische en persoonsgerelateerde doelen zij willen werken. Zij onderscheiden vier attitudedoelen: Respect; Zelfvertrouwen; Verantwoordelijkheid; Zelfontplooiing. In de tabel hieronder worden deze doelen verder toegelicht aan de hand van een omschrijving, een voorbeeld, het proces en de actiewoorden. Onder actiewoorden wordt een combinatie van acties verstaan die aangeven hoe de doelen uitgevoerd moeten worden. Tabel Eerste aanzet tot een overzicht van attitudegerelateerde doelen, de bijbehorende processen en actiewoorden. Type Omschrijving Voorbeeld Proces Actiewoorden voor het stellen van doelen Respect Andere mensen waarderen in hun (anders) zijn Het accepteren en waarderen van andere eetgewoonten van (allochtone) medeleerlingen Het hanteren van een normen-enwaardensysteem en respectvol handelen ten opzichte van zichzelf, anderen en de omgeving Afspraken herhalen en uitspreken Opkomen voor jezelf Opkomen voor anderen Zorgvuldig communiceren Zelfvertrouwen Verantwoordelij kheid Weten dat je in staat bent om Altijd opereren binnen (zelf Nieuwe uitdagingen zonder stress tegemoet gaan Opkomen voor een klasgenoot vertrouwen hebben in zichzelf, anderen en de omgeving Eigen grenzen verkennen en verleggen Eigen verantwoordelijkhe Initiatief tonen Uit zichzelf een plan oppakken Uitspreken iets te kunnen Nieuwe uitdagingen oppakken buiten het bekende Met elkaar verwachtingen 7

8 Zelfontplooiing Bakx et al., 2012 gekozen) grenzen Gebruikmaken van allerlei uitdagingen in je omgeving die wordt gepest Eigen talent voor verhalen schrijven ontdekken en zich hier steeds verder in (willen) ontwikkelen id nemen ten opzichte van zichzelf, anderen en de omgeving Kritisch reflecteren op de eigen kennis, het eigen handelen en de eigen houding in relatie tot zichzelf, anderen en de omgeving Zich verbonden voelen met kleinere en grotere gemeenschappen en de samenleving als geheel, daarin kunnen en willen participeren en een eigen plaats innemen Zichzelf en anderen waarderen in het eigen, unieke groeiproces Binnen de ruimte die geboden wordt initiatieven nemen, fouten durven maken en uitdagingen aangaan Geleidelijk aan eigen waarden en normen ontwikkelen en mede in relatie daartoe eigen keuzes maken Zichzelf kennen en verder ontwikkelen in sociaal, emotioneel, motorisch, cognitief, creatief en ethisch opzicht bespreken Zichzelf en anderen op zaken wijzen Risico s nemen Fouten durven maken Initiatieven tonen Uitdagingen aangaan Keuzes kunnen maken 8

9 Bakx, Ros en Teune (2012) zijn van mening dat het niet makkelijk is om tot duidelijke, concrete en afgebakende processen en actiewoorden te komen. Het werken aan attitudegerelateerde doelen is vaak gebaseerd op bepaalde normen en waarden. Dit maakt het stellen van doelen en het meten van de opbrengsten lastiger. 2.4 Werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling Volgens Zwiers & Aalbers (2005) bestaan er vier vuistregels welke een hulpmiddel zijn bij het oproepen van verwondering: 1. Richt de aandacht op het onderwerp. 2. Bekijk het onderwerp vanuit een ander perspectief. 3. Concretiseer de stof. 4. Stel vragen over het onderwerp en probeer deze te beantwoorden. Een contextrijke leeromgeving is volgens Alblas (2009) belangrijk. Hij omschrijft dit als een omgeving welke direct en/of indirect inhoud en structuur biedt. Vanuit deze leeromgeving ontstaat de behoefte meer te onderzoeken, ontdekken en weten. Hij is ervan overtuigd dat prikkels uit een rijke leeromgeving onze intrinsieke motivatie meer beïnvloeden dan vanuit gebruikelijke leeromgevingen. Om tot zelfontplooiing te komen is het belangrijk dat de leerling voldoet aan vier fasen benoemd in de piramide van Maslow (1943): 1. Fysiologische behoeften. 2. Veiligheid. 3. Saamhorigheid en liefde. 4. Waardering en respect. Deze fasen dient de leerkracht mee te nemen in zijn of haar onderwijs. Zwiers & Aalbers (2005) noemen een aantal typische werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling voor natuuronderwijs. Observatiekring Demonstratiekring Practicum Ontdekdoos Kijktafel Ontdekhoek Buitenwerk Ook De Vaan & Marell (2012) zeggen dat binnen het klaslokaal de observatiekring en de ontdekhoek prima werkvormen zijn om kinderen mogelijkheden tot beleving te bieden. Met waarderingsvragen is het mogelijk om de aandacht specifiek te richten op beleving van het object in de observatiekring. Zo n uitwisseling van persoonlijke impressies, gevoelens en opvattingen stimuleert de betrokkenheid van de leerlingen. Werkbladen en methodelessen zijn volgens Zwiers & Aalbers (2005) vaak antwoordgestuurd. Vraaggestuurd leren vanuit verwondering heeft kans van slagen wanneer er gebruik wordt gemaakt van een geschikte didactische werkvorm op het gebied van waardeontwikkeling. De werkvorm is afhankelijk van de beschikbare materialen. Concreet materiaal heeft een duidelijke meerwaarde. Een leerkracht dient hier rekening mee te houden bij het kiezen van de werkvorm, met het oog op waarnemen. 9

10 Nu volgt een omschrijving van enkele werkvormen die speciaal geschikt zijn voor NME. Rollenspellen In een rollenspel zijn de kinderen bezig met het inleven in een totaal ander belang dan ze zelf hebben. Er wordt een realistische situatie uitgebeeld die verband houdt met de milieuthematiek. Iedereen krijgt een rol waarin hij of zij zich moet verdiepen. Zo kunnen de kinderen bijvoorbeeld worden opgedeeld in twee groepen: acteurs en observatoren. Na afloop wordt de oefening geanalyseerd. Er wordt dieper ingegaan op het spelverloop. Vanuit verschillende rollen kom je samen tot een overeenkomst of akkoord. (Jongh & stichting Veldwerk Nederland, 2009) Het debat Een debat is een discussievorm waarbij het de bedoeling is een stelling te verdedigen of te bestrijden. Een debat kan kinderen in staat stellen kennis te nemen van talrijke uiteenlopende meningen en standpunten. Daarnaast kan het tegen elkaar uitspelen van mogelijke oplossingen leiden tot het verwerven van nieuwe of meer genuanceerde inzichten. Bij het debat wordt gebruik gemaakt van een jury die vooral let op hoe er geargumenteerd wordt. Hoe goed is het inlevingsvermogen van de kinderen? Hoe goed gaan ze in op wat de andere partij zegt? Hoe goed luisteren ze naar de ander? Bepaalde kinderen kunnen de rol van discussieleider op zich nemen. (Jongh & stichting Veldwerk Nederland, 2009) De rechtzaak Een milieudillema kan een mooi uitgangspunt zijn voor een rechtszaak. De verdachte heeft een misdaad begaan op het gebied van het milieu of de natuur. Je hebt een aanklager nodig, een advocaat, getuigen en een jury. (Jongh & stichting Veldwerk Nederland, 2009) De observatiekring Bij een observatiekring zitten de kinderen in de kring. In het midden ligt bijvoorbeeld een stuk mos of een vogelnestje en er worden vragen over gesteld. Mooi aan deze werkvorm is dat er een directe interactie tussen de kinderen mogelijk is. Je zit tegenover elkaar, je ziet elkaar en iedereen kan iets inbrengen. Daarbij zit je dicht bij de concrete spullen en alles is goed te zien. Vragen naar overeenkomsten en verschillen zijn prima te beantwoorden. (Zwiers & Aalbers, 2005) Demonstratiekring Een leerling of de leerkracht voert een proef uit en de rest van de klas kijkt toe en luistert. Dit zorgt voor verwondering, zodat de kinderen daarna enthousiast aan de slag gaan. Typerend is hier dat de leerkracht het tempo bepaalt en dat het gesprek in feite de volgende proef aankondigt. (Zwiers & Aalbers, 2005) Het practicum De leerlingen werken individueel of in groepjes met concreet materiaal. Er zijn verschillende organisatievormen mogelijk. Op deze manier zijn de kinderen actief bezig en gaan ze zelf op onderzoek om antwoorden te vinden. Daarnaast zijn ze samen bezig: taken verdelen, overleggen, afspraken maken, argumenteren, elkaar vragen stellen enzovoort. (Zwiers & Aalbers, 2005) Het dilemma Bij deze werkvorm wordt gebruik gemaakt van een kort verhaal waarbij het hoofdpersonage in een realistische situatie voor een keuze komt te staan. De conflictsituatie kan verschillende reacties uitlokken en er is sprake van tegenstrijdige belangen. (Van Petegem, 2002) 10

11 Groepsindeling Bij elke leeractiviteit is het van belang om na te gaan wat een optimale groepsgrootte is en op welke wijze de groepen het beste ingedeeld kunnen worden. De wijze van differentiatie, de indeling in mogelijk klasoverstijgende groepen en werkroutines zijn zaken die met het hele team bepaald moeten worden. (Inspectie van onderwijs, 2010) 2.5 Toetsing van attitudes Volgens Berding en Pols (2009) laten standaardvormen van beoordeling of evaluatie, zoals het afnemen van al dan niet gestandaardiseerde testen of toetsen, belangrijke aspecten van het leerproces buiten beschouwing. Vaak gaat het hier om van buitenaf opgelegde objectieve kwaliteitsnormen die niet altijd recht doen aan het gecompliceerde en afwisselende karakter van het leren. Meestal is er niet meer dan eenzijdige aandacht voor het geleerde product, waar de aandacht voor het leerproces in al zijn individuele en sociale aspecten onder te lijden heeft. Leerlingen behoren hun kennis en vaardigheden bij natuuronderwijs in de basisschoolperiode te vergroten. Zwiers en Aalbers (2005) vinden dat er echter ook aandacht moet zijn voor de betrokkenheid van de kinderen, hun verantwoordelijkheidsgevoel, de manier van onderzoeken en beleven en hun verwondering voor de hen omringende wereld. Zij zijn van mening dat het niet makkelijk is om de activiteiten van kinderen op het gebied van natuuronderwijs te beoordelen. Als je als leerkracht het doel hebt om kinderen vol verwondering en beleving de wereld om hen heen te laten ontdekken, is het wel erg lastig om nadien te bepalen wat ze ervan geleerd hebben. Bij natuuronderwijs worden toetsen geleverd. Toetsen met kennis-, inzicht of vaardigheidsvragen. Als je als leerkracht de methode volgt zoals die is opgezet, is dat een mogelijkheid. Volgens Bakx et al. (2012) is het voor meten van attitudes niet nodig om speciale toetsen op te stellen, omdat de leerkracht daar al continu op let. Kinderen hoeven niet steeds beloond te worden wanneer ze iets positiefs laten zien. Door geregeld een positieve opmerking met betrekking tot goed gedrag te maken, stimuleert de leerkracht de gewenste attitudes. Om gewenste attitudes te meten, is het o.a. mogelijk om één of twee keer per jaar een genormeerde vragenlijst over attitudeaspecten af te nemen onder de leerlingen. Met behulp van de resultaten kan de leerkracht speciale doelen stellen en met de leerlingen in gesprek gaan. Zwiers en Aalbers (2005) zijn van mening dat het mogelijk zou kunnen zijn om kinderen als toetsvorm te confronteren met een probleemstelling. Zij zouden de kinderen In groepjes na laten denken over een probleem, met behulp van vragen en opdrachten. De kinderen overwegen en selecteren, maar geven vooral hun motieven aan en verdiepen zich in de motieven van anderen. Het doel hiervan is het krijgen van inzicht in het besef van eigen en andermans denken en handelen met betrekking tot natuur en milieu. De observatie van de leerkracht is heel belangrijk, maar niet genoeg. Je moet ook weten hoe kinderen zich in het algemeen ontwikkelen, waar verschillen tussen kinderen uit voort kunnen komen, welke invloed ouders en culturen uitoefenen op die ontwikkeling, wanneer er sprake kan zijn van tekorten of zelfs stoornissen in de ontwikkeling. Bij onderwijskundige vakken wordt daar zeker aandacht aan besteed. Het is de kunst die algemene observatiepunten te vertalen naar handelingen op het gebied van natuuronderwijs. 11

12 2.6 Onderzoeksvraag Vanuit de probleemstelling en het theoretisch kader is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Welke didactische principes kunnen de docenten van basisschool de Touwladder inzetten om de waardeontwikkeling van kinderen tijdens natuur- en milieueducatie(nme) te meten en te beïnvloeden, met name op het gebied van buitenwerk, waarbij je de kinderen actief betrekt en hun attitude op het gebied van NME positief ontwikkelt? Een antwoord op deze onderzoeksvraag wordt gezocht met behulp van de volgende deelvragen: Welke attitudedoelen met betrekking tot natuur- en milieueducatie vinden de leerkrachten belangrijk? Welke werkvormen m.b.t. waardeontwikkeling kunnen volgens de leerkrachten worden ingezet tijdens NME? Welke werkvormen worden nu al door de leerkrachten toegepast? Wat hebben de leerkrachten nodig om attitudeaspecten te meten? Hoe meten de leerkrachten attitudeaspecten nu? 12

13 3. Opzet van het onderzoek 3.1 Procedure Om de onderzoeksvraag te beantwoorden werd gebruik gemaakt van verschillende methoden en technieken. Nu volgt per deelvraag op welke wijze te werk is gegaan. Welke waardes wil de school meegeven aan de kinderen? Om deze deelvraag te beantwoorden: Heb ik een open interview gehouden met 4 leerkrachten (groep 1/2, groep 4/5, groep 5/6 en groep 7). Deze methode was relevant voor deze deelvraag omdat een interview bij uitstek geschikt is om erachter te komen wat iemand denkt, weet, voelt en wil betreffende een onderwerp. Bij het maken van dit interview werd gebruik gemaakt van de doelen uit het schoolplan en de doelen van De Vaan & Marell (2012), specifiek gericht op het gebied van waardeontwikkeling. De interviews zijn verspreid over drie dagen afgenomen. Het doel van dit interview was het onderzoeken van de mogelijke doelen ten aanzien van waardeontwikkeling ten behoeve van natuur- en milieueducatie. Heb ik me verdiept in theorie over de algemene betekenis van waardeontwikkeling, waarna ik een verdieping heb gemaakt naar de belangrijkste doelen op het gebied van houding volgens De Vaan & Marell (2012) en volgens Bakx, Ros en Teune (2012). Vanuit deze doelen heb ik het team bevraagd. Het doel hiervan was het in beeld brengen van verschillende doelen op het gebied van houding. Welke werkvormen m.b.t. waardeontwikkeling kunnen volgens de leerkrachten worden ingezet tijdens NME? Om deze deelvraag te beantwoorden: Heb ik een open interview gehouden met 4 leerkrachten (groep 1/2, groep 4/5, groep 5/6 en groep 7). Het doel van dit interview was het in kaart brengen van welke werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling volgens de leerkrachten van basisschool de Touwladder gebruik gemaakt kan worden. Heb ik me verdiept in theorie over werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling. Het doel hiervan was het op een rij zetten van een aantal werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling welke ik kon gebruiken in mijn aanbevelingen aan de leerkrachten van basisschool de Touwladder. Welke werkvormen worden nu al door de leerkrachten toegepast? Om deze deelvraag te beantwoorden: Heb ik een gesloten observatie gehouden bij 4 NME lessen (groep 1/2, groep 4, groep 6 en groep 7). Deze methode was relevant omdat een observatie het meest geschikte middel is wanneer er wordt gekeken naar gedrag. Het observatie instrument dat ik heb gebruikt, heb ik zelf ontwikkeld. Bij het ontwikkelen van dit instrument heb ik gebruik gemaakt van het circulaire spinnenweb van Van den Akker (2001). De observaties zijn verspreid over twee dagen afgenomen. 13

14 Het doel van deze observaties was het in kaart brengen van welke werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling de leerkrachten van basisschool de Touwladder gebruik kunnen maken. Heb ik een open interview gehouden met 4 leerkrachten (groep 1/2, groep 4/5, groep 5/6 en groep 7). Het doel van dit interview was het in kaart brengen van welke werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling de leerkrachten van basisschool de Touwladder nu gebruik maken. Heb ik een enquête afgenomen met 13 leerkrachten (groep 1/2, groep 3, groep 4/5, groep 5/6, groep 6, groep 7, groep 8). Deze methode is relevant omdat het een schoolbreed beeld creëert van de verschillende werkvormen en het de resultaten van de observaties versterkt. Bij het maken van deze enquête heb ik gebruik gemaakt van de theorie over het toetsen van attitudes. De enquête werd afgenomen tijdens een teamvergadering. Het doel van deze enquête was het in kaart brengen van welke werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling de leerkrachten van basisschool de Touwladder nu gebruik maken. Wat hebben de leerkrachten nodig om attitudeaspecten te meten? Om deze deelvraag te beantwoorden: Heb ik een enquête afgenomen met 13 leerkrachten (groep 1/2, groep 3, groep 4/5, groep 5/6, groep 6, groep 7, groep 8). Het doel van deze enquête was o.a. het in kaart brengen van hetgeen de leerkrachten nodig hebben om attitudeaspecten te meten. Heb ik me verdiept in theorie over toetsing van attitudes. Het doel van deze theorie was het in kaart brengen van welke mogelijkheden de leerkrachten van basisschool de Touwladder hebben om attitudeaspecten bij NME meetbaar te maken. Hoe meten de leerkrachten attitudeaspecten nu? Om deze deelvraag te beantwoorden: Heb ik een enquête afgenomen met 13 leerkrachten (groep 1/2, groep 3, groep 4/5, groep 5/6, groep 6, groep 7, groep 8). Het doel van deze enquête was o.a. het in kaart brengen van de manieren waarop leerkrachten van basisschool de Touwladder attitudeaspecten nu meten. 3.2 Respondenten Bij het onderzoek waren verschillende mensen betrokken. De onderzoeksgroep: Directeur Leerkracht Onderzoeksdocent Twee studenten Alle leden van de onderzoeksgroep zijn actief betrokken geweest bij het onderzoek. Iedereen kreeg een eigen taak welke bij de bijeenkomsten werd besproken. Leerkrachten: Vier leerkrachten groep 1/2 Eén leerkracht groep 3 Eén leerkracht groep 4 Twee leerkrachten groep 4/5 Eén leerkracht groep 5/6 14

15 Eén leerkracht groep 6 Drie leerkrachten groep 7 Twee leerkrachten groep 8 De leerkrachten hebben deelgenomen aan de interviews, de observaties en de enquêtes. Door leerkrachten van alle groepen te betrekken bij het onderzoek werd er een schoolbreed beeld gecreëerd. 3.3 Instrumenten In het onderzoek werd gebruik gemaakt van de volgende instrumenten: Interview De interviews bestonden uit 10 vragen op het gebied van waardeontwikkeling ten behoeve van natuur- en milieueducatie. Dit was relevant omdat de leerkrachten vragen over waardeontwikkeling voorgelegd kregen en hier ook nog aanvullingen op mochten geven. Ze werden verspreid over drie dagen afgenomen. Er werd gebruik gemaakt van de doelen van Marell & de Vaan (2012) op het gebied van waardeontwikkeling en de doelen uit het schoolplan. Met de antwoorden die de leerkrachten geven werd in kaart gebracht welke attitude de kinderen tijdens NME laten zien. Eén van de vragen was: Welk houding laten de kinderen uit uw groep zien tijdens NME? Observatie Met de observaties werd in kaart gebracht van welke werkvormen op het gebied van waardeontwikkeling de leerkrachten nu gebruik maken. Dit instrument was geschikt omdat de gebruikte werkvormen werden waargenomen. Ze werden verspreid over twee dagen afgenomen. Eén van de observatiepunten was: Welke werkvormen worden er toegepast m.b.t. waardeontwikkeling tijdens de les? Enquête De enquête bestond uit 6 vragen op het gebied van toetsing van waardeontwikkeling. Drie open en drie gesloten vragen. Dit instrument was geschikt omdat veel leerkrachten antwoord konden geven op de vragen en zo een schoolbreed beeld werd gecreëerd. Met de antwoorden die de leerkrachten gaven werd in kaart gebracht welke attitude de kinderen tijdens NME laten zien en op welke manier de leerkrachten attitudeaspecten nu meten. Eén van de vragen was: Vindt u het lastig om deze ontwikkeling van kinderen te meten?. 3.4 Wijze van data-analyse Om een volledig antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag en de daarvan afgeleide deelvragen zijn er verschillende onderzoeksmethoden ingezet Interview Na het afnemen van vier interviews is de gesproken tekst volledig uitgetypt, de niet relevante tekst geschrapt en zijn de resultaten gelabeld. Onder de niet relevante tekst vallen de opmerkingen die geen affiniteit hebben met het onderzoek. De labels zijn gemaakt vanuit de onderzoeksvraag, de doelen van Marell & de Vaan (2012), de doelen van het schoolplan en de verschillende werkvormen van Zwiers & Aalbers (2005). Dit zorgt ervoor dat de labels relevant zijn voor het beantwoorden van 15

16 de vraagstelling. De labels zijn vooraf aan het ontwerpen van het interview vastgesteld. Een voorbeeld van een label die gebruikt is bij het analyseren van het interview is Werkvormen specifiek gericht op waardeontwikkeling. Om de betrouwbaarheid te vergroten zijn de labeling en de transcripten besproken met een 2 e persoon die zich ook bezighield met het onderzoek. De labels zijn verwerkt in één tabel. Tijdens het formuleren van een antwoord op twee deelvragen en de onderzoeksvraag zijn de resultaten uit de tabel gebruikt Observatie De leerkrachten mochten het onderwerp en het verloop van de les zelf bepalen en waren vrij om een werkvorm m.b.t. waardeontwikkeling te kiezen. Tijdens de observaties werden de bevindingen genoteerd op het observatieformulier. Er werd met name gekeken naar de werkvormen die de leerkrachten hebben toegepast. Deze werkvormen werden opgeschreven. De observaties zijn elk apart uitgewerkt. Na het afnemen van alle observaties zijn de losse observatieformulieren samengevoegd in een tabel. Tijdens het formuleren van een antwoord op één deelvraag en de onderzoeksvraag zijn de resultaten uit de tabel gebruikt Enquête Na het afnemen van de enquête werden de resultaten eerst bekeken. Er werd gezocht naar overeenkomsten en opvallendheden in de antwoorden van de leerkrachten. Daarna zijn de enquêtes verwerkt in tabellen om een duidelijk overzicht te krijgen. Boven elke tabel staat een vraag uit de enquête. Vervolgens heeft de onderzoeker aangegeven hoeveel leerkrachten met ja of nee hebben geantwoord, en/of wat de antwoorden op de open vragen zijn. Hierin werd onderscheid gemaakt tussen de verschillende groepen. Bij het beantwoorden van drie deelvragen en de onderzoeksvraag werden de resultaten van de tabel erbij gepakt en zijn ze nogmaals grondig bekeken om tot een goede formulering van het antwoord te komen. De volledige uitwerkingen zijn te vinden in de bijlagen. 16

17 4. Resultaten 4.1 Resultaten deelvraag 1 Welke attitudedoelen met betrekking tot natuur- en milieueducatie vinden de leerkrachten belangrijk? Twee van de vier leerkrachten geven in het interview aan dat ze het belangrijk vinden om respect voor de natuur te ontwikkelen tijdens NME. Eén van hen zegt: In de huidige tijd gaan weinig kinderen de natuur in. Ze weten er echt heel weinig van. Een ander zegt: ze moeten leren waar het voor dient, wat het betekent en wat eruit te halen valt. Ook wordt gezegd dat het belangrijk is om de doelen met elkaar te bespreken. De resultaten van het interview zijn te vinden in de bijlagen. In het schoolplan staan drie doelen beschreven op het gebied van waardeontwikkeling bij NME. Deze doelen zijn te lezen in de bijlagen. De leerkrachten vinden deze doelen allemaal belangrijk. Wel vindt één leerkracht het tweede en het derde doel erg hoog gegrepen. Een andere leerkracht zegt over het derde doel: Een heel klein stukje ervan mee te geven is prima, maar als je dat in zijn totaliteit neemt dan nee. De Vaan & Marell (2012) hebben een aantal specifieke doelen op het gebied van waardeontwikkeling ontwikkelt. Ook deze doelen zijn te lezen in de bijlagen. Eén van de leerkrachten zegt het volgende over deze doelen: Hoogdravend en moeilijk te vertalen naar de groep. Moeilijker dan de andere doelen. Het moet kort maar krachtig zijn. Een andere leerkracht zegt: Sowieso organismen dan vooraan zetten. Dat tweede deel hoort niet zo zeer bij NME. Dit is een algeheel doel. Dit is te realiseren bij NME. 4.2 Resultaten deelvraag 2 Welke werkvormen m.b.t. waardeontwikkeling kunnen volgens de leerkrachten worden ingezet tijdens NME? Eén van de leerkrachten zegt in het interview: De keuze voor een werkvorm is afhankelijk van hoe de kinderen op bepaalde momenten reageren.. Een andere leerkracht zegt: Een stuk theorie, een stukje doen en een terugblik. Ook het in groepjes werken en het overleggen met elkaar wordt nu regelmatig gebruikt. 4.3 Resultaten deelvraag 3 Welke werkvormen worden nu al door de leerkrachten toegepast? Uit de observaties blijkt dat er gebruik wordt gemaakt van de volgende werkvormen: Werkvorm Aantal keer toegepast Samen onderzoek doen 1 Observatiekring 2 In groepjes werken 1 Klassengesprek 1 Zelf natuur ontwerpen 2 Demonstratiekring 2 17

18 In de enquête zeggen de leerkrachten gebruik te maken van de volgende werkvormen: Werkvorm Aantal keer genoemd Samenwerking in groepjes 6 Klassengesprek 7 Kringactiviteiten 1 Werkles 1 Buitenspelen 1 Excursie 1 Individuele momenten met kinderen 1 Ontdekkring 1 Spreekbeurt 1 Schooltv 2 Hoekenwerk 2 Experimenten Resultaten deelvraag 4 Wat hebben de leerkrachten nodig om attitudeaspecten te meten? Uit de enquête blijkt dat 12 van de 13 leerkrachten de attitudeaspecten niet meten. Zij geven hier de volgende verklaring voor: Aantal keer genoemd Ik de beginsituatie niet ken 1 Er geen meetinstrument is 8 Ik deze lessen niet geef 3 Eén leerkracht geeft aan de attitudeaspecten wel te meten. Zij geeft hier de volgende verklaring voor: Het regelmatig terugkomt Resultaten deelvraag 5 Hoe meten de leerkrachten attitudeaspecten nu? Uit de enquête blijkt dat 12 van de 13 leerkrachten het moeilijk vinden om attitudeaspecten zichtbaar/meetbaar te maken. Op de vraag Vindt u het lastig om deze ontwikkeling van kinderen te meten? zeggen zij: OB MB BB Samen Ja Nee 1 1 Zij geven hier de volgende verklaring voor: Ja,omdat Aantal keer genoemd Ik de beginsituatie niet ken 1 Er geen meetinstrument is 8 Ik deze lessen niet geef 3 Nee, omdat Het regelmatig terugkomt 1 18

19 5. Conclusies 5.1 Conclusie deelvraag 1 Welke attitudedoelen met betrekking tot natuur- en milieueducatie vinden de leerkrachten belangrijk? Uit het interview blijkt dat de leerkrachten het vooral belangrijk vinden om respect voor de natuur te ontwikkelen tijdens NME. Ook komt naar voren dat het belangrijk is om de doelen met elkaar te bespreken. Ook Smit (2006) en De Vaan & Marell (2006)delen deze mening. Zij zeggen dat het bij NME gaat om het ontwikkelen van bewustwording, waardering, zorg en verantwoordelijkheid. In het schoolplan staan drie doelen beschreven op het gebied van waardeontwikkeling bij NME. De leerkrachten vinden de doelen uit het schoolplan allemaal belangrijk. Het derde doel wordt wel als moeilijk en hoog gegrepen gezien. Dit zou kunnen komen doordat het doel beschreven is in een lange zin waarin veel informatie gegeven wordt. De Vaan & Marell (2012) hebben een aantal specifieke doelen op het gebied van waardeontwikkeling geformuleerd. Alle vier de leerkrachten zijn het eens met deze doelen maar hebben er wel een aantal op- en aanmerkingen bij. Zij lijken zich meer te kunnen vinden in de doelen uit het schoolplan. 5.2 Conclusie deelvraag 2 Welke werkvormen m.b.t. waardeontwikkeling kunnen volgens de leerkrachten worden ingezet tijdens NME? In de geobserveerde lessen werd gebruik gemaakt van de volgende werkvormen: Samen onderzoek doen In groepjes werken Een klassengesprek Zelf natuur ontwerpen In de enquête zeggen de leerkrachten ook gebruik te maken van de volgende werkvormen: Samenwerking in groepjes Kringactiviteiten Werklessen Buitenspelen Excursie Individuele momenten Ontdekkring Spreekbeurt Schooltv Hoekenwerk Experimenten Vooral het samenwerken in groepjes en een klassengesprek wordt regelmatig gebruikt. In de theorie geven Zwiers & Aalbers (2005), De Vaan & Marell (2012), Jongh & stichting Veldwerk Nederland (2009) en Van Petegem (2002) een omschrijving van verschillende werkvormen m.b.t. waardeontwikkeling. De leerkrachten geven dus aan gebruik te maken van 15 verschillende werkvormen. 19

20 5.3 Conclusie deelvraag 3 Welke werkvormen worden nu al door de leerkrachten toegepast? Uit de observaties en de enquêtes blijkt dat de leerkrachten gebruik maken van verschillende werkvormen m.b.t. waardeontwikkeling. Samen onderzoek doen, observatiekring, in groepjes werken, klassengesprek, zelf natuur ontwerpen, demonstratiekring, kringactiviteiten, werkles, buitenspelen, excursie, individuele momenten met kinderen, ontdekkring, spreekbeurt, schooltv, hoekenwerk, experimenteren. Ook De Vaan & Marell (2012) zeggen dat binnen het klaslokaal de observatiekring en de ontdekhoek prima werkvormen zijn om kinderen mogelijkheden tot beleving te bieden. Met waarderingsvragen is het mogelijk om de aandacht specifiek te richten op beleving van het object in de observatiekring. Zo n uitwisseling van persoonlijke impressies, gevoelens en opvattingen stimuleert de betrokkenheid van de leerlingen. Vooral het samenwerken in groepjes en het klassengesprek worden veel gebruikt door de leerkrachten. Zij vinden dit eenvoudige werkvormen en zijn vaak niet op de hoogte van de vele andere mogelijkheden. 5.4 Conclusie deelvraag 4 Wat hebben de leerkrachten nodig om attitudeaspecten te meten? Uit de enquête blijkt dat 12 van de 13 leerkrachten de attitudeaspecten niet meten. Ook blijkt dat zij deze aspecten wel degelijk belangrijk vinden. Zij geven echter aan niet goed te weten hoe ze dit vorm moeten geven en wat ze nodig hebben. Zwiers en Aalbers (2005) en Bakx, Ros en Teune (2012) zijn van mening dat het wel degelijk mogelijk is. Zij geven twee mogelijkheden voor het meten van attitudes: Eén of twee keer per jaar een genormeerde vragenlijst over attitudeaspecten af nemen De kinderen confronteren met een probleemstelling en vervolgens in groepjes na laten denken over een probleem, met behulp van vragen en opdrachten De observatie van de leerkracht is heel belangrijk, maar niet genoeg. Er moet ook bekend zijn hoe kinderen zich in het algemeen ontwikkelen, waar verschillen tussen kinderen uit voort kunnen komen, welke invloed ouders en culturen uitoefenen op die ontwikkeling, wanneer er sprake kan zijn van tekorten of zelfs stoornissen in de ontwikkeling. Bij onderwijskundige vakken wordt daar zeker aandacht aan besteed. Het is de kunst die algemene observatiepunten te vertalen naar handelingen op het gebied van natuuronderwijs. Tijdens de observaties werd duidelijk dat enkele leerkrachten kinderen confronteren met een probleemstelling en ze vervolgens in groepjes na laten denken over het probleem. Uit de enquêtes blijkt echter dat zij dit niet herkennen als een meetinstrument. Zij lijken kennis over manieren van toetsing op het gebied van attitudeaspecten nodig te hebben. 5.5 Conclusie deelvraag 5 Hoe meten de leerkrachten attitudeaspecten nu? Uit de enquête blijkt dat 12 van de 13 leerkrachten het moeilijk vinden om attitudeaspecten zichtbaar/meetbaar te maken. De meest genoemde reden is dat er geen meetinstrument is. Eén leerkracht meet deze aspecten wel omdat het vaak terugkomt. Zij heeft hier geen instrument voor, maar observeert de kinderen tijdens de lessen. Op dit moment worden de attitudeaspecten niet tot nauwelijks gemeten. 20

21 5.6 Conclusie hoofdvraag Welke didactische principes kunnen de docenten van basisschool de Touwladder inzetten om de waardeontwikkeling van kinderen tijdens natuur- en milieueducatie(nme) te meten en te beïnvloeden, met name op het gebied van buitenwerk, waarbij je de kinderen actief betrekt en hun attitude op het gebied van NME positief ontwikkelt? Leerkrachten vinden het belangrijk om respect voor de natuur te ontwikkelen tijdens NME. De kinderen zijn betrokken en laten veel respect, verwondering, nieuwsgierigheid en belangstelling zien. In dit onderzoek wordt duidelijk dat de leerkrachten niet altijd weten hoe ze hier aandacht aan moeten besteden en hoe ze de waardeontwikkeling bij kinderen kunnen meten. Er zijn verschillende didactische principes die leerkrachten in kunnen zetten. Zo bestaan er verschillende werkvormen m.b.t. waardeontwikkeling. Een aantal hiervan worden nu al toegepast. Ook blijkt dat het belangrijk is om de doelen met de kinderen te bespreken. Om de attitudes te meten kan gebruik worden gemaakt van een genormeerde vragenlijst welke één of twee keer per jaar wordt afgenomen. Ook kunnen de kinderen geconfronteerd worden met een probleemstelling. Met behulp van vragen en opdrachten staan zij individueel of in groepsverband stil bij het probleem. Om deze didactische principes goed tot hun recht te laten komen lijkt het wel belangrijk dat de leerkrachten weten hoe kinderen zich in het algemeen ontwikkelen, waar verschillen tussen kinderen uit voort kunnen komen, welke invloed ouders en culturen uitoefenen op die ontwikkeling en wanneer er sprake kan zijn van tekorten of zelfs stoornissen in de ontwikkeling. 21

22 6. Discussie Door te werken in een onderzoeksgroep, gebruik te maken van een uitgebreid theoretisch kader en de bijdragen van leerkrachten, krijgt de school door de resultaten van dit onderzoek geschikte handvatten aangereikt van verschillende didactische principes om de waardeontwikkeling van kinderen tijdens natuur- en milieueducatie(nme) te meten en te beïnvloeden. Basisschool de Touwladder is een academische opleidingsschool. De bijeenkomsten van de academische kenniskring en de onderzoeksgroep hebben ervoor gezorgd dat meerdere mensen met verschillende visies en meningen een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van het onderzoek. Deze kritische blik heeft een positieve invloed gehad op de kwaliteit hiervan. Door gebruik te maken van drie verschillende onderzoeksmethoden is er sprake van triangulatie. Dit zorgt ervoor dat de validiteit van het onderzoek verhoogd wordt. Door te werken vanuit een kritische houding tijdens de uitvoering en de verwerking, is de betrouwbaarheid van het onderzoek zo groot mogelijk. Gedurende dit onderzoek zijn er wegens persoonlijke omstandigheden meerdere wisselingen geweest in de begeleiding. De start van het onderzoek, met de nadruk op het School Ontwikkelings Project Plan, liep hierdoor enige vertraging op. Hierdoor was er voor de rest van het onderzoek minder tijd over. De mogelijkheid bestaat dat dit invloed heeft gehad op de resultaten van het onderzoek. Wanneer er meer tijd was geweest had er nog grondiger naar het probleem gekeken kunnen worden en waren de resultaten wellicht betrouwbaarder. Deze situatie was onmacht, maar voor een vervolgonderzoek is het aanbevelingswaardig om het tempo hoog te houden. Bij het afnemen van de enquête was het de bedoeling om het hele team te bereiken om zo een schoolbreed beeld te creëren. Echter bleek dat niet alle leerkrachten op het moment van afname aanwezig waren. Uit de enquête kwam naar voren dat 1 van de 13 leerkrachten attitudeaspecten meet. Wellicht zijn er meer leerkrachten die dit doen en was de uitkomst anders geweest wanneer alle leerkrachten de enquête hadden ingevuld. Dit zorgt ervoor dat de resultaten minder betrouwbaar zijn. Echter zijn de 13 enquêtes ingevuld door leerkrachten uit zowel onder-, midden- als bovenbouw, waardoor de resultaten van de enquête wel schoolbreed zijn. Gedurende een vervolgonderzoek kunnen de leerkrachten die de enquête nog niet hebben ingevuld dit alsnog doen. Het was moeilijk om geschikte respondenten te vinden voor de interviews en observaties. De verklaring hiervoor is waarschijnlijk te vinden in het feit dat niet in alle groepen les wordt gegeven m.b.t. natuur- en milieueducatie. Daardoor kwam de dataverzameling moeizaam op gang. Uiteindelijk zijn er 4 interviews en 4 observaties afgenomen. Wellicht waren er andere resultaten verkregen wanneer er meer interviews en observaties waren afgenomen. Dit zorgt ervoor dat de betrouwbaarheid minder groot is. Zowel de interviews als de enquêtes zijn bij 4 leerkrachten afgenomen. De observatiepunten van de observaties kwamen, weliswaar in een andere vorm, ook terug in de enquête en de vragen uit het interview kwamen ook terug in de observaties. Hierdoor werden de resultaten niet gebaseerd op 4 leerkrachten maar op een groter aantal. De betrouwbaarheid werd hierdoor weer groter. Om de betrouwbaarheid groter te maken zouden de observaties en interviews gedurende een vervolgonderzoek bij een groter aantal leerkrachten afgenomen kunnen worden. 22

23 De methoden die gebruikt zijn in dit onderzoek bleken waardevol te zijn, met name de interviews. Dit komt hoogstwaarschijnlijk doordat de leerkrachten in een ongedwongen situatie open en eerlijk over hun ideeën m.b.t. waardeontwikkeling konden spreken. Daardoor ontstond er een duidelijk beeld van de normen en waarden van de leerkrachten. De vragen uit het interview waren helder en duidelijk en sloten goed aan bij het doel van het onderzoek, waardoor de validiteit hoog is. Voor vervolgonderzoek kan gebruik worden gemaakt van dezelfde methoden. De affiniteit met het onderwerp van dit onderzoek, heeft ervoor gezorgd dat de inzet groot was. Dit heeft bijgedragen aan het enthousiasme en doorzettingsvermogen en heeft een positieve invloed gehad op de resultaten van het onderzoek. Er werd veel tijd en moeite gestoken in het zoeken en vinden van een antwoord op de onderzoeksvraag. 23

Schoolontwikkelingsonderzoek

Schoolontwikkelingsonderzoek Schoolontwikkelingsonderzoek Natuur- en milieueducatie gericht op kennis en vaardigheden Datum: 1 juni 2013 Naam: Kyra Romme Studentnummer: 2148157 Begeleiders: Linda Keuvelaar- van den Bergh en Bob Zeegers

Nadere informatie

Informatiefolder Centrum Brein & Leren, Vrije Universiteit Amsterdam. Annemarie Trouw Schoolleider St Maartensschool, Limmen (NH)

Informatiefolder Centrum Brein & Leren, Vrije Universiteit Amsterdam. Annemarie Trouw Schoolleider St Maartensschool, Limmen (NH) Nieuwsgierigheid een basis in de school? Informatiefolder Centrum Brein & Leren, Vrije Universiteit Amsterdam Annemarie Trouw Schoolleider St Maartensschool, Limmen (NH) Sanne Dekker Neuropsycholoog, onderzoeker

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

1 Waarover gaat natuuronderwijs? 1.1 Natuuronderwijs op school 1.2 Waarom natuur en techniek? 1.3 De centrale doelstelling van natuuronderwijs

1 Waarover gaat natuuronderwijs? 1.1 Natuuronderwijs op school 1.2 Waarom natuur en techniek? 1.3 De centrale doelstelling van natuuronderwijs 1 Inhoud Inleiding Deel A Achtergronden 1 Waarover gaat natuuronderwijs? 1.1 Natuuronderwijs op school 1.2 Waarom natuur en techniek? 1.3 De centrale doelstelling van natuuronderwijs 2 Doen en denken 2.1

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé CREATIEF VERMOGEN Andrea Jetten, Hester Stubbé OPDRACHT Creativitief vermogen meetbaar maken zodat de ontwikkeling ervan gestimuleerd kan worden bij leerlingen. 21st century skills Het uitgangspunt is

Nadere informatie

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING In gesprek met elkaar. Uitwerking van de stellingen. De onderstaande stellingen hebben we deze avond besproken onder elke stelling staan een aantal opmerkingen die

Nadere informatie

Onderwijskundige Visie

Onderwijskundige Visie Onderwijskundige Visie 1 Inleiding Missie Het kind Het kind staat voorop en dus centraal. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Elk kind is bijzonder en elk kind mag er zijn. Kinderen zijn niet gelijk,

Nadere informatie

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Het gedragmodel. 1. Inleiding Het gedragmodel 1. Inleiding Het gedragmodel is een NLP-techiek, ontwikkeld door Peter Dalmeijer (zie www.vidarte.nl) en Paul Lenferink. Het model leert ons feedback te geven waarbij we anderen op hun

Nadere informatie

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van

Nadere informatie

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) In de VMBO stroom van het ACL wordt sinds het schooljaar 2016-2017 expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO)

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

Sterkte-Zwakte Analyse

Sterkte-Zwakte Analyse Sterkte-Zwakte Analyse Naam en klas student: Dirkje Martens PEH16DA Stagegroep: Groep 5 en 6. Naam SLB: Frank Verwater Datum: februari 2017 t/m april 2017 Naam Werkplekbegeleider: Stageschool: BVO Handvaardigheid

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015

ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015 ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015 DET VAN GILS d.vangils@aps.nl Naam Datum Verschillen havo/vwo (bron: SLO) Havo Vwo Kennis moet relevant zijn Kennis is middel Ondernemen Organiseren

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

kempelscan P2-fase Studentversie

kempelscan P2-fase Studentversie kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

Elementen van een professionele leergemeenschap

Elementen van een professionele leergemeenschap Professioneel Statuut Op de Groen van Prinstererschool werken we aan een professionele leergemeenschap: een cultuur waarin alle betrokkenen in de school samenwerken, reflecteren, onderzoeken en professionaliseren.

Nadere informatie

Evaluatieverslag mindfulnesstraining

Evaluatieverslag mindfulnesstraining marijke markus spaarnestraat 37 2314 tm leiden Evaluatieverslag mindfulnesstraining 06 29288479 marijke.markus@freeler.nl www.inzichtinzicht.nl kvk 28109401 btw NL 079.44.295.B01 postbank 4898261 14 oktober

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

ENQUÊTE: toetsing op maat

ENQUÊTE: toetsing op maat ENQUÊTE: toetsing op maat Bezoekers van de website van de PO-Raad konden hun mening geven over toetsing op maat. Tussen 22 januari en 6 februari 2013 hebben 201 mensen de enquête volledig ingevuld. De

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken? >> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Nadere informatie

Sterkte-Zwakte Analyse

Sterkte-Zwakte Analyse Sterkte-Zwakte Analyse Naam en klas student: Dirkje Martens PEH16DA Stagegroep: Groep 5 en 6. Naam SLB: Frank Verwater Datum: februari 2017 t/m april 2017 Naam Werkplekbegeleider: Stageschool: Taal stellen

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1 Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP & Sociale Integratie Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Visie op actief burgerschap & sociale integratieactie Hoofdstuk

Nadere informatie

Kenniskring Vormend Onderwijs Thema: Onderzoekende Houding

Kenniskring Vormend Onderwijs Thema: Onderzoekende Houding Kenniskring Vormend Onderwijs Thema: Onderzoekende Houding Onderzoekende houding Samenwerking Academische Opleidingsschool De Sprankel en Viaa Kenniskring Vormend onderwijs. Werkplaats Onderzoekende houding

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet. Leerdoelen a.d.h.v. rubrics Rubrics voor het onderwijs Deze rubrics zijn door ons verzameld, geschreven of herschreven. Met vriendelijke groet, Team Vierkantgoed Rubric Optie 1 Optie 2 Optie 3 Optie 4

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden Erfgoedonderwijs 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren 4. Erfgoed in de klas voorbeelden ERFGOED DOEN! Wat is erfgoed? Wat is erfgoed? Definitie Materiële

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Visie van de Pionier. blz. 3. Visie spelend leren op de Pionier... blz. 3. Spel blz. 3. De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz.

Inhoudsopgave. Visie van de Pionier. blz. 3. Visie spelend leren op de Pionier... blz. 3. Spel blz. 3. De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz. 1 Inhoudsopgave Visie van de Pionier. blz. 3 Visie spelend leren op de Pionier... blz. 3 Spel blz. 3 De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz. 5 De rol van de leerkracht..blz. 5 De rol van de ouders

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Welkom. ONDERZOEKEND excelleren. Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!!

Welkom. ONDERZOEKEND excelleren. Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!! Welkom ONDERZOEKEND excelleren Excellentiebevordering door het stimuleren van een vraagcultuur. Een structurele aanpak!! Wat gaan we vandaag doen? Introductie onderzoekend leren + excellentie Nieuwe aanpak:

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK School : Basisschool Den Dijk Plaats : Odiliapeel BRIN-nummer : 05YW Onderzoeksnummer : 95105 Datum schoolbezoek : 23 augustus 2007 Datum vaststelling

Nadere informatie

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT INZETBAARHEIDS ASSESSMENT Hoe werkt dat? INSTRUCTIE: Vragenlijst: Dit is een vragenlijst die is gemaakt om een beeld te krijgen van je inzetbaarheid. Het is hierom belangrijk dat je de vragenlijst zo eerlijk

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Inleiding: ATB de Springplank, een algemeen toegankelijke basisschool en Vlietkinderen, maatwerk in kinderopvang, beiden gehuisvest

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke

Nadere informatie

OVERDRACHTSKUNDE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

OVERDRACHTSKUNDE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht OVERDRACHTSKUNDE EXAMENEISEN THEORIE SCHOONHEIDSVERZORGING B VERSIE JULI 2010 STICHTING KWALITEITSCENTRUM SCHOONHEIDSVERZORGING Exameneisen STRUCTUUR THEORIE-EXAMEN: OVERDRACHTSKUNDE Examen Overdrachtskunde

Nadere informatie

POP Martin van der Kevie

POP Martin van der Kevie Naam student: Martin van der Kevie Studentnr.: s1030766 Studiefase: leerjaar 1 Datum: 18 okt 2009 Interpersoonlijk competent Overzicht wat leerlingen bezig houdt dit kun je gebruiken tijdens de les. Verder

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang Introductie Introductie Het pedagogisch beleid van de tussenschoolse opvang SKN s Eetclub biedt een kader dat de overblijfkrachten en de coördinatoren tussenschoolse

Nadere informatie

Oplossingsgericht en waarderend coachen.

Oplossingsgericht en waarderend coachen. Oplossingsgericht en waarderend coachen. Coaching is die vorm van professionele begeleiding waarbij de coach als gelijkwaardige partner de cliënt ondersteunt bij het behalen van zelfgekozen doelen. Oplossingsgericht

Nadere informatie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel mensen met een licht

Nadere informatie

Voorwoord. Aan de slag met job craften

Voorwoord. Aan de slag met job craften Aan de slag met job craften Voorwoord Over job craften wordt steeds meer geschreven. Er is een scala aan wetenschappelijke artikelen en in Nederland zijn inmiddels ook enkele promotieonderzoeken gepubliceerd.

Nadere informatie

Sterkte-Zwakte Analyse

Sterkte-Zwakte Analyse Sterkte-Zwakte Analyse Naam en klas student: Dirkje Martens PEH16DA Stagegroep: Groep 5 en 6. Naam SLB: Frank Verwater Datum: Februari 2017 t/m april 2017 Naam Werkplekbegeleider: Stageschool: Taal stellen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken? >> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren Ada van Dalen Wat is W&T? W&T is je eigen leven W&T: geen vak maar een benadering De commissie wil onderstrepen dat wetenschap en technologie in haar ogen géén

Nadere informatie

Onderhandelen en afspraken maken

Onderhandelen en afspraken maken OPDRACHTFORMULIER Onderhandelen en afspraken maken Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Denken Kunnen dieren denken? 10. Les 2. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Denken Kunnen dieren denken? 10. Les 2. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn? >> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Denken Kunnen dieren denken? 10 Les 2. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn? 15 Les 3. Oneindigheid Hoeveel is oneindig + 1? 19 Les 4. Democratie

Nadere informatie

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Begaafde leerlingen komen er vanzelf... toch? Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Teambijeenkomsten Anneke Gielis Begaafde leerlingen

Nadere informatie

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015 Regionaal verslag Landelijk debat Ons Onderwijs 2032 Den Haag, 28 mei 2015 1. Een korte impressie van de dialoog De debatavond in Den Haag bij het HCO is bezocht door circa 35 deelnemers. Van de aanwezige

Nadere informatie

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Onze ideologie We zien iedereen als uniek en waardevol. Ieder kind heeft talenten en samen gaan we die ontdekken en ontwikkelen. Hierdoor kunnen

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1 Toekomst Een interview houden Algemene modulegegevens Leerjaar: 1 Taaltaak: Een interview houden Thema: Toekomst Leerstijlvariant: BEKIJK - DENK - DOE - ERVAAR Beschrijving

Nadere informatie

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school.

Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school. Voorwoord Basisschool De Poolster straalt, vanuit deze gedachte werkt het team samen met de kinderen en ouders aan kwalitatief goed onderwijs op onze school. Onze visie op eigentijds, boeiend onderwijs

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

WAT IS DALTONONDERWIJS?

WAT IS DALTONONDERWIJS? WESTERKIM EN DALTON DALTONONDERWIJS Westerkim vindt het belangrijk rekening te houden met de mogelijkheden van het kind en de verschillen tussen kinderen. Aandacht voor ieder kind, zelfstandigheidsbevordering,

Nadere informatie

Reflecteren met kinderen; leren door vragen Yvonne Kleefkens en José van Loo

Reflecteren met kinderen; leren door vragen Yvonne Kleefkens en José van Loo Reflecteren met kinderen; leren door vragen Yvonne Kleefkens en José van Loo Jonge kinderen denken graag na over de wereld. Dat uit zich al heel vroeg in bijvoorbeeld de vragen die ze stellen: waarom,

Nadere informatie

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school Een Positief leer en leefklimaat op uw school met TOPs! positief positief denken en doen Leerlingen op uw school ontwikkelen zich het beste in een positief leer- en leefklimaat; een klimaat waarin ze zich

Nadere informatie

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Inleiding 2 INLEIDING DANS Leerlingen in het basisonderwijs dansen graag. Het sluit aan bij hun natuurlijke creativiteit, fantasie en bewegingsdrang.

Nadere informatie

Tijdens de vergadering van

Tijdens de vergadering van BAS: Samenwerken Coöperatief leren Versie Versie 2 opgesteld door Erik Datum 31 augustus 2015 Documenteigenaar Borging vastgesteld in het team Teamleden Initiatief planning Tijdens de vergadering van Ria

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Dit artikel en onderzoek zijn onderdeel van mijn afstudeeropdracht bij de eerstegraadsopleiding wiskunde bij het IVLOS in Utrecht.

Dit artikel en onderzoek zijn onderdeel van mijn afstudeeropdracht bij de eerstegraadsopleiding wiskunde bij het IVLOS in Utrecht. Han Bäumer han.baumer@xs4all.nl Vaardigheden inzichtelijk UniC en!mpulse zijn twee scholen die naast de cognitieve vaardigheden ook (persoonlijke) vaardigheden trainen. Om deze vaardigheden te concretiseren

Nadere informatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie Beleidsprotocol Plusklas Dit protocol beschrijft kort en bondig onze visie op hoogbegaafdheid, de mogelijkheden die wij kunnen bieden aan de doelgroep en de vertaling naar de dagelijkse praktijk in school.

Nadere informatie

Vink bij iedere vraag de situatie aan die het meest van toepassing is op uw school.

Vink bij iedere vraag de situatie aan die het meest van toepassing is op uw school. Wetenschap en Techniek Index Waarom dit instrument? Met deze index krijgt u een beeld van de stand van zaken van het wetenschap- en techniekonderwijs bij u op school. Er wordt gevraagd naar de huidige

Nadere informatie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Programma Doelen en programma toelichten Terugblik op huiswerkopdracht Een

Nadere informatie

De Klankhof t Kofschip waar iedereen tot zijn recht komt

De Klankhof t Kofschip waar iedereen tot zijn recht komt Positionering De Klankhof en t Kofschip, Etten-Leur Kernwoorden: Je mag er zijn Vertrouwen Positief kijken naar jezelf en anderen Meervoudige intelligentie Samen de merkbelofte van De Klankhof t Kofschip:

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan 3 1.2 Inhoud van het beleidsplan 3. 2. Beginsituatie 4. 3. De gewenste situatie 5

Inhoudsopgave. 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan 3 1.2 Inhoud van het beleidsplan 3. 2. Beginsituatie 4. 3. De gewenste situatie 5 Beleidsplan sociaal-emotionele ontwikkeling O.B.S. de Zoeker Maart 2012 Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan 3 1.2 Inhoud van het beleidsplan 3 2. Beginsituatie 4 3. De gewenste

Nadere informatie

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik Dit ben ik Op DOK12 verwerf ik kennis, vaardigheden en ontwikkel ik mij als persoon. Ik krijg ruimte om mijzelf goed te leren kennen, te zijn wie ik ben en mijn talenten te ontwikkelen. Ook leer ik oog

Nadere informatie

Stap 1 Doelen vaststellen

Stap 1 Doelen vaststellen Stap 1 Doelen vaststellen! Lesdoelen staan altijd in relatie tot langere termijn doelen. Zorg dat je de leerlijn of opbouw van doelen op schoolniveau helder hebt! Groepsdoelen staan altijd in relatie tot

Nadere informatie

Inhoud. 10 aanraders. Meer weten? 94 Reeds verschenen 95

Inhoud. 10 aanraders. Meer weten? 94 Reeds verschenen 95 Inhoud 10 aanraders 1. Visie voor beweging 04 2. De vertellende IB er 12 3. De afstemming 22 4. Het succes voorop 30 5. Charisma dat aanzet 40 6. Crea-inspiratie 48 7. De witte zwerm 58 8. Spreukcontact

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan 3 1.2 Inhoud van het beleidsplan 3. 2. Beginsituatie 4. 3. De gewenste situatie 5

Inhoudsopgave. 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan 3 1.2 Inhoud van het beleidsplan 3. 2. Beginsituatie 4. 3. De gewenste situatie 5 Beleidsplan sociaal-emotionele ontwikkeling O.B.S. de Zoeker Maart 2012 Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten blz. 1.1 Doel van het beleidsplan 3 1.2 Inhoud van het beleidsplan 3 2. Beginsituatie 4 3. De gewenste

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen DOELSTELLINGEN De ouders hebben ervaren dat hun kind niet het enige is dat moeilijke vragen stelt en dat zij elkaar kunnen ondersteunen in de omgang hiermee. De ouders kunnen met hun kind in gesprek gaan

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Oefening: Profiel en valkuilen vragenlijst

Oefening: Profiel en valkuilen vragenlijst Oefening: Profiel en valkuilen vragenlijst Dit is een korte vragenlijst die bedoeld is om een aantal van je denkbeelden, attitudes en gedrag in werksituaties in kaart te brengen. Wees zo eerlijk mogelijk

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie