Advies inzake positionering routeeroverleg concept versie Advies Veilig Thuis Gelderland Zuid/Stuurgroep Veiligheidshuis Gelderland-Zuid

Transcriptie

1 Advies inzake positionering routeeroverleg concept versie Advies Veilig Thuis Gelderland Zuid/Stuurgroep Veiligheidshuis Gelderland-Zuid November 2017 Drs. G. Cazemier Mw. N. Willemsen

2 INHOUD HOOFDSTUK 1 AANLEIDING, VRAAGSTELLING EN VERANTWOORDING Aanleiding Vraagstelling Verantwoording 3 HOOFDSTUK 2 TWAALF MAANDEN ERVARING MET ROUTEEROVERLEG Hoe werkt het routeeroverleg? Continue leren van routeren De kosten van het routeeroverleg Conclusies 7 HOOFDSTUK 3 LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN Landelijke ontwikkelingen Conclusies 10 HOOFDSTUK 4 ADVIES Overwegingen Advies inzake routeeroverleg Advies inzake intensivering samenwerking zorg- en veiligheidsketen 12 1/12

3 Hoofdstuk 1 Aanleiding, vraagstelling en verantwoording 1.1 Aanleiding Het inrichten van het nieuwe stelsel met een sterk Veilig Thuis Gelderland-Zuid (hierna Veilig Thuis) als informatie- en advies knooppunt is in (net als in de meeste andere regio s) niet eenvoudig verlopen. Veilig Thuis is in 2016 door de inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg onder verscherpt toezicht geplaatst. Een deel van de problemen van Veilig Thuis had te maken met het grote aantal meldingen en signalen zodat een vroegtijdige afstemming tussen zorg- en veiligheidspartners in de keten onvoldoende tot stand kwam. De meldingen van politie, de zogenaamde zorgmeldingen, gebruikt de politie naast het middel van strafrecht om te komen tot oplossingen. Deze zorgmeldingen gaan niet alleen over huiselijk geweld en kindermishandeling, maar bijvoorbeeld ook over verwarde personen, psychiatrische problematiek, dak- en thuisloosheid. In afstemming met de gemeenten, het Algemeen Bestuur van de GGD Gelderland-Zuid (hierna: GGD) en de Stuurgroep Veiligheidshuis Gelderland-Zuid (hierna: Veiligheidshuis) is een zogeheten routeeroverleg ingesteld, onder procesverantwoordelijkheid van het Veiligheidshuis, voor het behandelen van deze zorgmeldingen politie. Het routeeroverleg is in eerste instantie tijdelijk ingesteld voor de duur van het verscherpt toezicht waarna het Algemeen Bestuur en de Stuurgroep Veiligheidshuis besluiten over het vervolg. Op 4 april 2017 is door de inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg het verscherpt toezicht beëindigd nadat Veilig Thuis geslaagd was voor stap 1 van de inspectietoetsing. In opmaat naar de toetsing voor stap 2 in juli 2017 is besloten de besluitvorming over het voortzetten van het routeer overleg te verplaatsen naar het najaar van Inmiddels heeft Veilig Thuis stap 2 van de inspectietoetsing glansrijk doorstaan. Daarmee kan gesteld worden dat Veilig Thuis de organisatie goed op orde heeft dat zij zelf ook alle politiemeldingen zou kunnen behandelen. 1.2 Vraagstelling In de in 2016 vastgestelde regionale aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling wordt huiselijk geweld en kindermishandeling niet gezien als geïsoleerde problemen tussen daders en slachtoffers, maar vooral als een op te lossen maatschappelijk probleem. Dat betekent onder andere, dat de sociale omgeving gemobiliseerd moet worden en dat professionals alert en handelingsbekwaam moeten reageren om het gezinssysteem effectief te ondersteunen. De gemeenten in deze regio hebben de taak een effectieve ketensamenwerking te organiseren gericht op preventie, signalering, stoppen geweld en duurzaam herstel. Centrale vraagstelling is daarom of het routeeroverleg de aanpak en vorm is die bijdraagt aan het oplossen van dat maatschappelijk probleem van huiselijk geweld en kindermishandeling, of deze daarom structureel wordt voortgezet en waar deze gepositioneerd dient te worden. 2/12

4 Onderdeel van de vraagstelling zijn deelvragen over het doel, de bestuurlijke uitgangspunten bij de start en het vervolg, de financiële consequenties en de samenhang met (landelijke) ontwikkelingen op het terrein van zorg- en veiligheid. 1.3 Verantwoording Het Dagelijks Bestuur van de GGD heeft de directeur verzocht een notitie op te stellen over het vervolg van het routeeroverleg, deze zal tevens geagendeerd worden in de stuurgroep Veiligheidshuis. Op basis van deze notitie neemt het Algemeen Bestuur van GGD in haar decembervergadering een besluit over het routeeroverleg. Bij de start van het routeeroverleg zijn de volgende bestuurlijke uitgangspunten opgesteld: 1. Gelet op de grote hoeveelheid zorgmeldingen is het belangrijk om snel een eerste inschatting te maken waar een casus thuis hoort en in beeld te brengen wie al met de casus bekend is. Een uitgebreide inhoudelijke analyse van de problematiek kan op een later tijdstip. 2. Deze inschatting moet niet eendimensionaal worden gemaakt, maar multidisciplinair met aan tafel in ieder geval de belangrijkste organisaties die met de melding aan de slag moeten c.q. kennis hebben van het veld. 3. Een onafhankelijke voorzitter zonder inhoudelijke opvatting kan voorkomen dat de belangen van de deelnemende organisaties de discussie waar een casus naartoe moet vertroebelen (elke casus betekent werkgelegenheid en werkdruk). 4. Net zoals de casuïstiek zich beweegt op het snijvlak van zorg en veiligheid, zo is ook hier sprake van een gezamenlijke bestuurlijke verantwoordelijkheid. Medio 2017 is ambtelijk onderzocht hoe de bestuurlijke uitgangspunten in de praktijk zijn vertaald in het routeeroverleg. Hiertoe is gesproken met deelnemers aan het routeeroverleg, zijn uitkomsten hiervan besproken in een werksessie met coördinatoren van wijkteams en beleidsmedewerkers van de regiogemeenten. Vervolgens zijn de uitkomsten aan de orde geweest in een overleg net de managers Veilig Thuis, Politie, Veiligheidshuis, Jeugdbescherming Gelderland, Regieteams Nijmegen en Bijzondere Zorg GGD. Over deze bevindingen van dit onderzoek is een ambtelijke rapportage opgesteld. De uitkomsten zijn meegenomen in het voorliggende advies. Voorts is door de directeur Veilig Thuis gesproken met een aantal wethouders zorg, het managementteam van Veilig Thuis (management en gedragswetenschappers) en is er nog een overleg georganiseerd van de wethouders zorg en de burgermeesters die deel uitmaken van de Stuurgroep Veiligheidshuis. 3/12

5 Hoofdstuk 2 Twaalf maanden ervaring met routeeroverleg 2.1 Hoe werkt het routeeroverleg? De zorgmeldingen van de politie komen via Corv (systeem voor digitaal berichtenverkeer tussen o.a. politie en Veilig Thuis) bij Veilig Thuis binnen. Deze worden vervolgens door Veilig Thuis terstond doorgestuurd naar het Veiligheidshuis ten behoeve van het routeeroverleg. Het Veiligheidshuis plaatst de zorgmeldingen op de agenda van het eerstvolgende routeeroverleg (elke werkdag). Het routeeroverleg is een overleg dat op alle werkdagen in het Veiligheidshuis plaatsvindt. De duur van het routeeroverleg is ongeveer 1 uur. Aan het routeeroverleg nemen naast de voorzitter en informatiemanager vanuit het Veiligheidshuis, afgevaardigden van de volgende partners deel: Veilig Thuis Politie Bijzonder Zorg Regieteam Jeugdbescherming Gelderland. Vooraf is de informatie uit de zorgmelding Politie verrijkt met aanvullende informatie (bekend ja/nee) vanuit Raad voor de Kinderbescherming en lokaal Veld. De deelnemers hebben hier vooraf kennis van genomen. Tijdens het overleg wordt de informatie verder aangevuld door de deelnemers: is de betrokkene bekend en zijn er belangrijke toevoegingen te maken die van belang zijn voor de routeerbeslissing? Daarnaast is er een globale risico afweging op basis van criteria (kleurenschema routeeroverleg). Het overleg formuleert samen met de voorzitter de gezamenlijke routeerbeslissing. Deze routeerbeslissing wordt gecommuniceerd aan de organisatie die de casus meeneemt. De bemoeienis van het Routeeroverleg stopt hiermee, de gerouteerde casussen worden niet gemonitord. De organisatie die routeercasus ontvangt wordt geacht deze casus binnen 5 dagen op te pakken 1. Momenteel worden maandelijks ongeveer 160 zorgmeldingen gerouteerd. Ongeveer een derde gaat alsnog naar Veilig Thuis, een derde gaat naar het lokale veld en een derde gaat naar de overige partners (bijzondere zorg GGD, Jeugdbescherming Gelderland, etc). 2.2 Continue leren van routeren Het routeeroverleg is na een eerste uitwerking van werkprocessen werkenderwijs met de partners verder ontwikkeld. Dit maakt dat in een gezamenlijk leerproces de afspraken en werkprocessen nader zijn vormgegeven. Dit proces is niet af maar geeft ons wel voldoende inzicht in de mogelijkheden om de verdere ontwikkeling van het routeeroverleg te kunnen schetsen. Verwachtingen en opbrengsten De verwachting ten aanzien van de opbrengsten van het routeeroverleg waren meervoudig: 1 Oppakken betekent minimaal verdiepen in de casus en telefonisch contact leggen met betrokkene om een inschatting te maken van de prioriteit. 4/12

6 Zorgen dat zaken die niets met huiselijk geweld en kindermishandeling te maken hebben, niet door de uitgebreide triage van Veilig Thuis geleid worden; Dat de lichte meldingen snel terecht komen waar deze thuishoren (vaak bij een sociaal wijkteam of Regieteam); Snel in beeld te hebben welke organisaties al met een casus aan de slag zijn, voorkomen dat casussen door meerdere organisaties zonder afstemming worden opgepakt. Over de opbrengsten zijn alle directbetrokkenen het eens: De dagelijkse screening van zorgmeldingen van de politie in het routeeroverleg draagt bij aan snelle hulp en ondersteuning aan de inwoner, waardoor zo snel mogelijk gewerkt wordt aan het herstel van de veiligheid van de inwoner. De samenwerking tussen organisaties in de zorg- en veiligheidsketen is verbeterd. Er ontstaan kortere lijnen en professionals, die vaak uit heel verschillende organisaties komen, leren elkaars taal begrijpen. De hulp en ondersteuning wordt zo aan de voorkant beter op elkaar afgestemd. Daar waar nodig betrekken partners die aan de slag gaan met het routeerbesluit Veilig Thuis alsnog voor advies (en indien toch noodzakelijk voor een melding). De zorgmeldingen van politie blijken lang niet altijd over huiselijk geweld en kindermishandeling te gaan, denk aan psychiatrie, dementie en/of verward gedrag. Nu komen deze meldingen, die anders het proces van triage hadden gepasseerd en daarna pas op de juiste plek overgedragen waren, snel en efficiënt bij de juiste organisatie terecht. Hierdoor kan Veilig Thuis zich meer concentreren op de complexere casuïstiek, vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en het vormgeven van de radarfunctie. Door de brede screening is er snel zicht op welke organisaties al bekend zijn met een casus en welke misschien zelfs al actief aan de slag zijn. Daarmee wordt tijd bespaard en werken organisaties minder langs elkaar heen. De rol van politie in samenwerking met Veilig Thuis Landelijke afspraken geven aan wat verwacht wordt van de rol van de politie in de samenwerking met Veilig Thuis. Meldingen van burgers, professionals en de politie zelf worden als onderdeel van de triage 2 verrijkt. Onderdeel van deze verrijking is aanvullende informatie over alle personen die direct betrokken 3 zijn bij een melding. In een deel van deze verrijking wordt voorzien door de politie. Indien relevant zal, na de triage en voor het inzetten van een vervolg, daarnaast overleg gevoerd worden door Veilig Thuis met de politie (afstemmingsoverleg). Doel daarvan is om te bepalen of gezamenlijk of op elkaar afgestemd vervolgacties van Veilig Thuis en politie mogelijkheden bieden op het creëren van een veilige situatie op korte en lange termijn. Het doen van aangifte door Veilig Thuis kan onderdeel zijn. In is door het routeeroverleg een tussenstap georganiseerd. Waar mogelijk worden daar al casussen gesignaleerd die direct naar lokaal veld, bijzondere zorg of een al betrokken organisatie gerouteerd kunnen worden. Hiertoe vindt tijdens het overleg door politie een 2 3 Triage: Veilig Thuis komt op basis van de melding en op basis van een risicotaxatie tot een besluit over de noodzakelijke vervolgstappen en bepaalt welke professional hiervoor verantwoordelijkheid gaat nemen. Hiertoe is na het routeeroverleg tijd voor gereserveerd. Ook de meldingen van burger en professionals worden tijdens de triage dan voorzien van aanvullende informatie van politie. 5/12

7 korte screening plaats. Zodra besloten wordt tot het routeren naar Veilig Thuis, dan wordt als onderdeel van de triage (wanneer nodig) verder verrijkt tussen Veilig Thuis en politie. Daar waar Veilig Thuis relevante redenen heeft om de politie (en Openbaar Ministerie) te betrekken zoekt Veilig Thuis afstemming 4. Hiertoe hebben politie, Veilig Thuis en Openbaar Ministerie in afspraken gemaakt. Door Veilig Thuis vindt ook de terugkoppeling over zorgmeldingen plaats via Corv. Privacy en gegevensdelen Veilig Thuis heeft op grond van de Wmo de bevoegdheid om gegevens vast te leggen, te delen en zelfs zonder toestemming van betrokkenen informatie te verzamelen en te ontvangen. Juist door deze vergaande bevoegdheden dient Veilig Thuis hier zorgvuldig en proportioneel mee om te gaan. Doordat het Veiligheidshuis het routeeroverleg is gaan organiseren dient hier rekening meer gehouden te worden. In het najaar is gestart met de leertuin privacy voor de partijen die betrokken zijn bij het routeeroverleg. Afhankelijk van het besluit over positionering en de uitkomsten van deze leertuin kan het nodig zijn om aanvullende afspraken over het uitwisselen van gegevens vast te leggen. Hierbij zal ook het factsheet handvat gegevensuitwisseling in het zorg- en veiligheidsdomein (maart 2017) worden betrokken. In het factsheet wordt toegelicht dat het Veiligheidshuis geen eigen wettelijke taken en bevoegdheden heeft en daarmee alleen op verzoek van een partner (met bevoegdheid) taken kan uitvoeren. Samenstelling en frequentie van het routeeroverleg Er is gekozen voor een samenstelling waarbij meerdere partijen elke werkdag een uur aan tafel zitten, het betreft; Veilig Thuis, Bijzondere zorg GGD, Politie, Jeugdbescherming Gelderland, Regieteams Nijmegen. Het Veiligheidshuis voorziet in een voorzitter en informatiemanager. Vanuit deze invalshoeken wordt in een vrij korte tijd (gemiddeld zes minuten per casus) een eerste analyse gemaakt van het dominante probleem/risico en bepaald wie het beste met een melding aan de slag kan, de inhoud komt later wel. Verschillende gemeenten geven aan dat zij de invalshoek lokale veld graag aan tafel vertegenwoordigd zouden zien, maar beseffen dat uitvoering praktische problemen geeft. De politie geeft aan twijfels te hebben bij de noodzaak tot haar aanwezigheid vanaf het moment dat het nieuwe zorgformulier (Veilig Thuis melding) geïmplementeerd is. Indien toch blijkt dat de aanwezigheid van politie van belang bij het routeeroverleg, dan moet afgewogen worden of er afgeweken wordt van de landelijke afspraken tussen politie en Veilig Thuis. De rol van de onafhankelijk voorzitter, ingevuld door het Veiligheidshuis, wordt door betrokkenen gezien als belangrijke succesbepalende factor. Het voorzitterschap heeft zich ontwikkeld tot een rol waarbij deze met name gericht is op het proces, de inhoud van casussen blijft bij de professionals. De neutraliteit van de voorzitter draagt ertoe bij dat de inbreng van zowel de zorg- als de veiligheidspartijen voldoende en evenwichtig aan bod komt. 4 In is daarmee geen wekelijks structureel afstemmingsoverleg georganiseerd maar wordt actueel en verbonden met een casus afstemming georganiseerd tussen politie, om en Veilig Thuis. 6/12

8 Elke werkdag routeren is noodzakelijk om de stroom zorgmeldingen snel te kunnen behandelen. Partijen vinden het van belang om de 5 dagen termijn tussen ontvangst van de zorgmelding politie via Corv 5 en afronden triage te hanteren. 2.3 De kosten van het routeeroverleg In 2017 brengt de gemeente Nijmegen ,- ex BTW in rekening voor de organisatie van het routeeroverleg. Hierin zijn alleen personele kosten opgenomen. De gemeente Nijmegen heeft meer kosten gemaakt (zoals huisvestingkosten en investering in een ICT systeem), maar die worden niet in rekening gebracht. Voor 2018 heeft de gemeente Nijmegen een begroting gemaakt van ,-. Ook hier gaat het alleen om personele kosten (18 uur procesregisseur schaal 11 ( ) en 32 uur informatiecoördinator schaal 8 ( ). Het verschil in kosten tussen 2017 en 2018 kan verklaard worden vanuit het feit dat de eerste maanden van 2017 nog beschouwd kunnen worden als de opstartfase van een nieuw overleg, dat op dat moment meer capaciteit kostte, dan in de huidige fase, waarin het werkproces al meer geroutineerd is. Daarnaast heeft de gemeente Nijmegen, vanwege de tijdelijkheid van de opdracht, moeten werken met personele inhuur. De kosten van inhuur, zijn hoger dan de personele kosten van mensen in vaste dienst. Kosten voor het routeeroverleg vallen binnen het begrotingskader van de GGD. De overige deelnemers aan het routeeroverleg maken tevens kosten, deze maken geen deel uit van de begroting van de GGD. Zij zijn tijd kwijt aan voorbereiding en aanwezigheid. Tijdens de afgelopen periode zijn hier incidentele afspraken over gemaakt. Voor een vervolg kan gedacht worden aan het onderbrengen van deze kosten in de reguliere prestatieovereenkomsten voor de organisaties die onder de gemeenten vallen. Voor de politie vraagt het instemming van de leiding om met de deelname aan deze werkwijze met een routeeroverleg (en de huidige afspraken betreffende een afstemmingsoverleg) door te gaan. 2.4 Conclusies De verwachtingen zijn bereikt en de domeinen van zorg en veiligheid vinden elkaar in het routeeroverleg steeds gemakkelijker en ontwikkelen meer en meer een gezamenlijke taal. Slechts 1/3 van de zorgmeldingen wordt direct via de triage van Veilig Thuis behandeld. Weliswaar komt een deel van de overige 2/3 van de meldingen die door de partners behandeld wordt alsnog bij Veilig Thuis omdat advies of melding toch noodzakelijk blijkt, toch verminderd de druk op Veilig Thuis aanzienlijk. Of dit de extra inzet van voorzitter, informatiemanager en deelnemers aan het overleg opvangt is wel wat algemeen wordt aangenomen, maar is niet meer feitelijk te achterhalen. Over het algemeen kan gesteld worden dat de huidige vorm en werkwijze die nu bereikt is vervolgd kan worden. Ontwikkelpunten in dat vervolg liggen in: De rollen van voorzitter, informatiemanager en leden beschrijven; De risicotaxatie-criteria nader uitwerken waarbij ook verwachtingen van degene aan wie gerouteerd wordt duidelijker worden (handelingsperspectief); Het betrekken van het gezichtspunt van het lokale veld tijdens het routeeroverleg; 5 Per oktober 2017 worden alle zorgmeldingen politie (Veilig Thuis melding) in het nieuwe formulier via Corv ontvangen. Daarvoor werden alleen de 18- via Corv ontvangen en de 18+ via een mailbox. 7/12

9 8/12 De ontwikkelingen van het Veilig Thuis-formulier door de politie en de implicaties daarvan voor aanwezigheid van politie bij het routeeroverleg; De bevoegdheden voor het Veiligheidshuis op basis van het Factsheet handvat Gegevensuitwisseling in het zorg- en veiligheidsdomein vastleggen en organiseren. Meer inzichtelijk maken van de taken en uren en daarmee de kosten van het routeeroverleg zodat deze onderdeel kan zijn van de op te richten ambtelijke werkgroep Veilig Thuis;

10 Hoofdstuk 3 Landelijke ontwikkelingen 3.1 Landelijke ontwikkelingen De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de samenwerking binnen de keten van zorg- en veiligheid en meer specifiek ook het inrichten van een Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (Veilig Thuis). De gemeenten in hebben daartoe Veilig Thuis ondergebracht bij de GGD. Voor de domeinen zorg- en veiligheid en de verbinding daartussen zijn meerdere landelijke ontwikkelingen aan de orde.. Aanscherping wet meldcode Met de aanscherping van de meldcode zullen de kwaliteitseisen die aan Veilig Thuis gesteld worden veranderen en hoger worden. Het is de bedoeling dat Veilig Thuis per 1 januari 2019 de radarfunctie krijgt. Deze is erop gericht een zo compleet mogelijk inzicht in aard en ernst van problematiek te krijgen, om zo een goede beoordeling van de veiligheid te kunnen maken. De invulling van de radarfunctie bestaat uit het combineren van signalen en stelselmatig invulling geven aan monitoring. Door de aanscherping en verbetering van de meldcode wordt verwacht dat het aantal adviesvragen en meldingen dat Veilig Thuis organisaties ontvangen aanzienlijk gaat toenemen. Ontwikkeling MDA++ De Multidisciplinaire Aanpak (MDA++) voorziet in een bundeling van psychosociale, medische, forensische en justitiële specialisten in de aanpak van kindermishandeling, huiselijk en seksueel geweld. Huiselijk geweld en kindermishandeling is een complexe en vaak hardnekkige problematiek die van generatie op generatie kan doorgaan. MDA++ biedt een afgestemde, integreerde aanpak voor individuen en gezinnen die, door de beperkingen van elk systeem en elk beschikbaar standaard behandelaanbod, tussen wal en schip vallen. De gemeenten hebben een belangrijke taak in het voortouw nemen bij de ontwikkeling van MDA++. Professionals ontwikkelen samen de meest geëigende werkwijze volgens de principes van risico gestuurde, herstelgerichte en toekomstgerichte zorg. Gemeenten maken met de samenwerkingspartners niet alleen op uitvoerend niveau afspraken, maar organiseren ook op operationeel niveau (casusregie), op tactisch en strategisch niveau de samenwerking. In hebben de eerste bijeenkomsten tussen gemeenten, het Veiligheidshuis en Veilig Thuis plaatsgevonden en zijn er vervolgafspraken voor het gezamenlijk ontwikkelen van een regionaal MDA++. Aanpak voor mensen met verward gedrag Gemeenten dienen per 1 oktober 2018 te beschikken over een goed werkende aanpak voor mensen met verward gedrag. Juist deze mensen plegen vaak ook strafbare feiten, (b)lijken gevaarlijk, mijden zorg en hebben geen netwerk. Ook deze mensen worden gemeld bij Veilig Thuis of worden besproken in het Veiligheidshuis. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van een sluitende aanpak ligt bij alle betrokken ketenpartners, zowel lokaal als regionaal, onder regie van de gemeenten. 9/12

11 Veiligheidshuis Zorg- en Veiligheidshuis De multidisciplinaire aanpak in de zorg- en veiligheidshuizen werkt en krijgt steeds meer steun. De omgeving waarin zij functioneren is echter stevig in beweging. Dit vraagt om doorontwikkeling van het bestaande samenwerkingsverband. De partners zijn verenigd in de Landelijke stuurgroep veiligheidshuizen. Zij voelen een grote gedeelde verantwoordelijkheid om de zorg- en veiligheidshuizen goed te positioneren en door te ontwikkelen. Daartoe is de meerjarige agenda zorg- en veiligheidshuizen opgesteld en in mei 2017 gepubliceerd. De vijf Veiligheidshuizen in Oost hebben eind 2016 een gezamenlijke ontwikkelagenda opgesteld waarin de ambities voor de vijf Veiligheidshuizen staan verwoord. Deze ontwikkelagenda vorm samen met de meerjarenagenda de basis voor de doorontwikkeling van zorg en veiligheid. 3.2 Conclusies Al deze landelijke ontwikkelingen bewegen zich op het snijvlak van zorg- en veiligheid en vragen een stevige verbinding tussen deze domeinen, wellicht zelfs resulterend in een meer integrale of een geïntegreerde aanpak. Veilig Thuis en het Veiligheidshuis hebben met deze ontwikkelingen te maken en vinden elkaar steeds beter rond de geschetste casuïstiek en zien mogelijkheden de basis onder de samenwerking te verstevigen en te intensiveren. Dit past binnen de landelijk ingezette ontwikkelingen. 10/12

12 Hoofdstuk 4 Advies 4.1 Overwegingen 1. Het routeeroverleg draagt bij aan snelle interventies zodat geweld stopt en duurzaam herstel voor slachtoffers (kinderen én volwassenen) in afhankelijkheidsrelaties optreedt. 2. Het routeeroverleg leidt ook tot een bredere oriëntatie op casussen omdat meerdere partijen aan tafel zitten en er afstemming plaatsvindt over casuïstiek. 3. Het dagelijkse routeeroverleg functioneert zoals beoogd, is efficiënt en ontlast Veilig Thuis. De participanten zien nog mogelijkheden om het overleg te verbeteren. Het routeeroverleg kan worden versterkt door de lokale teams aan te laten haken. 4. Het routeeroverleg legt de basis voor een stevige en op termijn ook bredere verbinding tussen het zorg- en veiligheidsterrein. Dit past ook binnen de landelijke ontwikkelingen om de komende jaren te streven naar de vorming van regionale zorgen veiligheidshuizen. 5. Het routeeroverleg functioneert binnen de wettelijke kaders van Veilig Thuis en leidt tot versterking van de positie van Veilig Thuis in de keten (focus op zwaardere casuïstiek). 6. Veilig Thuis inmiddels de organisatie voldoende op orde heeft om een dergelijk overleg ook zelf te organiseren, maar een dergelijke verschuiving niet bijdraagt aan het optimaal en snel behandelen van dergelijke belangrijke en risicovolle casus. 4.2 Advies inzake routeeroverleg In het perspectief van het voorgaande: Handhaven van het routeeroverleg uitgevoerd door het Veiligheidshuis onder het motto wat goed werkt, continueren én verbeteren Veilig Thuis is verantwoordelijk voor het routeeroverleg Veilig Thuis is op grond van de Wmo de aangewezen partij om namens de gemeenten (zorg)meldingen van politie, burgers en professionals in behandeling te nemen. Veilig Thuis maakt deel uit van de gemeenschappelijke regeling GGD en kent een DB en een AB bestaande uit de wethouders Zorg van de aangesloten gemeenten. Het inrichten en uitvoeren van een routeeroverleg, waar de zorgmeldingen van politie worden geagendeerd, valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van Veilig Thuis. Het Veiligheidshuis organiseert op verzoek van Veilig thuis het routeeroverleg Het Veiligheidshuis is geen eigenstandige organisatie maar een netwerkorganisatie, die bestuurlijk wordt aangestuurd door de stuurgroep Veiligheidshuis, waar onder meer drie burgemeesters en twee wethouders Zorg deel van uitmaken.. Het Veiligheidshuis kan, op verzoek van, en namens andere organisaties taken uitvoeren. Hiertoe dienen afspraken te worden gemaakt tussen Veilig Thuis (opdrachtgever) en het Veiligheidshuis (opdrachtnemer). Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Voorgesteld wordt om deze uitwerking op tactisch/operationeel niveau tussen Directeur Veilig Thuis en een vertegenwoordiging Veiligheidshuis te laten accorderen. Het Veiligheidshuis i.c. gemeente Nijmegen heeft aangegeven het routeeroverleg in 2018 voor (ex BTW) uit te kunnen voeren. 11/12

13 Naast continueren ook continu verbeteren De in hoofdstuk 2 genoemde ontwikkelpunten opnemen in de afspraken en gezamenlijk oppakken om zo het routeeroverleg en de verbinding tussen zorg en veiligheid te verbeteren en verder te ontwikkelen. Via het Samen Doen overleg de lokale teams in de regio een voorstel te laten doen voor aansluiting op het routeeroverleg. 4.3 Advies inzake intensivering samenwerking zorg- en veiligheidsketen Door de nieuwe meldcode en de introductie van de Radarfunctie bij Veilig Thuis wordt een sterke toename van het aantal (zorg)meldingen, adviesaanvragen, et cetera verwacht. In het bijzonder op het punt van ouderenmishandeling zal waarschijnlijk een sterke toename van de meldingen (het beeld is dat er nu nog erg weinig wordt gemeld) zichtbaar worden. Publiekscampagnes en de nieuwe meldcode zullen bijdragen aan deze toename. Ondertussen zien we ook de complexiteit van de casussen toenemen, zo zijn er in casussen problemen op veel verschillende domeinen. In dit perspectief is het raadzaam om niet alleen het routeeroverleg verder te verbeteren, maar ondertussen ook meer fundamenteel te verkennen op welke wijze de samenwerking tussen zorg- en veiligheid fundamenteel versterkt kan worden. Wat ons betreft gaat dit over vraagstukken op het gebied van kindermishandeling, huiselijk geweld en ouderenmishandeling, maar het kan ook gaan om aanpalende domeinen. 12/12