Regiobijeenkomsten dichtbij op de hoogte in: Dé Rotterdam. Vereniging BWT Nederland

Transcriptie

1 Regiobijeenkomsten 2019 dichtbij op de hoogte in: Dé Rotterdam Vereniging BWT Nederland

2 Het programma 10:00-10:10 uur Welkom en opening door Carlo Schreuder Afdelingshoofd BWT gemeente Rotterdam 10:10-11:00 uur Het bestuursakkoord Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en de impact hiervan op het werk van BWT 11:00 11:30 uur Koffiepauze 11:30-12:00 uur Brandveiligheid getest, geclassificeerd en beoordeeld. Door Rene de Feijter van Efectis 12:00-12:30 uur De Zalmhaventoren. Een uitdaging van formaat. Door dhr. Van der Heijden en dhr. Quatert van BAM Vereniging BWT Nederland 2

3 Het programma (2) 12:30-13:20 uur Lunchpauze /netwerken 13:20-13:40 uur Vergunning en vergunningvrij en de knip binnen de bouwaanvraag onder de Omgevingswet 13:40 14:15 uur De veiligheidsafstanden per 1 juli in het Bouwbesluit geborgd. 14:15-14:50 uur Actualiteiten en aankomende wijzigingen bouwregelgeving door Adriaan de Jong van Nieman 14:50 15:15 uur Erik Schot van Plangarant over gezamenlijk toewerken naar de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. 15:15 uur Einde bijeenkomst en netwerkborrel Vereniging BWT Nederland 3

4 Private Kwaliteitsborging En het bestuursakkoord

5 Stand van zaken 21 februari 2017 heeft Tweede Kamer ingestemd met Wetsvoorstel (109 voor 41 tegen) 3 Amendementen werden aangenomen Consumentendossier en regels gereedmelding Risicobeoordeling bij aanvraag Aanscherping waarschuwingsplicht 4 juli 2017 behandeling Eerste Kamer. 11 juli 2017 wetsvoorstel aangehouden in Eerste Kamer 26 maart 2018 eerste bijeenkomst VNG, G4, G40, VBWTN over het opstellen van een bestuursakkoord. Tijdens deze bijeenkomst is het doel vastgesteld.

6 Bestuursakkoord doel Een uitvoerbare rol van het bevoegd gezag die recht doet aan de handhavende taak die bij het bevoegd gezag blijft Interveniëren is alleen mogelijk als ook kan worden waargenomen en beoordeeld of tot interveniëren moet worden overgegaan Een realistisch en uitvoerbaar implementatietraject Voldoende implementatieondersteuning Eerst spelregels en een scheidsrechter voordat er wordt geoefend Veel oefenen. In alle gemeenten en over breedte GK1 Duidelijke en toetsbare afspraken over go / no go.

7 Stand van zaken 21 februari 2017 heeft Tweede Kamer ingestemd met Wetsvoorstel (109 voor 41 tegen) 3 Amendementen werden aangenomen Consumentendossier en regels gereedmelding Risicobeoordeling bij aanvraag Aanscherping waarschuwingsplicht 4 juli 2017 behandeling Eerste Kamer. 11 juli 2017 wetsvoorstel aangehouden in Eerste Kamer 26 maart 2018 eerste overleg VNG, G4, G40, VBWTN over het opstellen van een bestuursakkoord. 30 juni 2018 brief minister Ollongren we kunnen door.

8

9 Stand van zaken 4 juli 2017 behandeling Eerste Kamer. 11 juli 2017 wetsvoorstel aangehouden in Eerste Kamer 26 maart 2018 eerste overleg VNG, G4, G40, VBWTN over het opstellen van een bestuursakkoord 30 juni 2018 brief minister Ollongren we kunnen door 4 december 2018 nieuw debat 2 e Kamer gevolgd door Rondetafelgesprek over kwaliteit toezicht op 12 december 16 januari 2019 ondertekening bestuursakkoord (VNG BZK) Behandeling Eerste Kamer..

10 Bestuursakkoord Partijen zijn van oordeel dat met deze afspraken en de gestelde voorwaarden een zorgvuldige voorbereiding en verantwoorde implementatie van het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen mogelijk is. Met de ondertekening van dit akkoord geven partijen aan dat ze de afspraken in dit bestuursakkoord onderschrijven en dat zij elkaar hierop bestuurlijk kunnen aanspreken. Zij zullen periodiek overleg voeren over de voortgang van de gemaakte afspraken.

11 Bestuursakkoord Gezamenlijke ambitie 1. Rol bevoegd gezag 2. Beoogde inwerkingtreding 3. Voorwaarden voor inwerkingtreding 4. Gezamenlijke aanpak en bijbehorende planning 5. Implementatieondersteuning 6. Proefprojecten 7. Inpassing stelsel in Omgevingswet 8. Evaluatie

12 1. Rol bevoegd gezag De rol van het bevoegd gezag als toezichthouder op de naleving van het Bouwbesluit 2012 wijzigt niet Bij de vergunningverlening blijft een integrale beoordeling van de aanvraag aan de bouwtechnische voorschriften door het bevoegd gezag achter wege Toepassing van een toegelaten instrument door een kwaliteitsborger geeft een gerechtvaardigd vertrouwen dat het bouwwerk aan het Bouwbesluit (hfdst 2 t/m 6) zal gaan voldoen De vergunninghouder dient aan het bevoegd gezag verantwoording af te leggen over de vraag of aan de bouwtechnische voorschriften is voldaan Het bevoegd gezag kan zijn handhavende bevoegdheid inzetten op een wijze waarop dat naar zijn mening geëigend is. Ook door zelf waar te nemen en te beoordelen indien gewenst.

13 1. Rol bevoegd gezag (2) Rol bevoegd gezag wordt op twee manieren verzekerd. De verplichting om bij aanvang een risicobeoordeling te voegen en om bij gereedmelding een dossier met info over een aantal onderdelen van het bouwwerk over te leggen. Tot de risicobeoordeling behoren; Samenhang met bestemmingsplan/omgevingsplan en afwijkverzoeken Welstandseisen, monumenten, adviezen brandweer Maatwerkvoorschriften Mogelijke risico s van het specifieke bouwwerk met betrekking tot de naleving van de bouwtechnische voorschriften, met bijzondere aandacht voor onderdelen van het bouwwerk die aan het zicht worden onttrokken (constructie, isolatie, etc.) De Risicobeoordeling kan door het bevoegd gezag worden gebruikt om zijn handhavende taak van waarnemen, beoordelen en interveniëren vooraf inhoud en richting te geven door informatiemomenten en stopmomenten op te leggen.

14 1. Rol bevoegd gezag (3) In dossier bevoegd gezag worden gegevens en bescheiden opgenomen over het gerede bouwwerk die minimaal nodig zijn om adequaat invulling te geven aan de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente. Eisen aan inhoud en vorm risicobeoordeling en dossier bevoegd gezag worden gezamenlijk bepaalt en in lagere regelgeving geborgd. Bevoegd gezag kan in bijzondere gevallen altijd extra verantwoordingsinformatie opvragen. Volgens de wet VTH stelt de gemeente handhavingsbeleid met een frequentie van het toezicht, de intensiteit van BWT en de diepgang op basis van een risicobenadering vast. E.e.a. omgekeerd evenredig aan de mate waarin de vergunninghouder en daarvan afgeleid de aannemer het proces van kwaliteitsborging op orde heeft.

15 1. Rol bevoegd gezag (4) Het is verboden een gebouw in gebruik te nemen binnen 10 dagen na het moment van gereedmelding en het overleggen van het dossier bevoegd gezag. Is dossier bevoegd gezag niet op orde dan kan ingebruikname worden tegengehouden. Indien gegevens ontbreken mag gemeente aannemen dat niet is gebouwd in overeenstemming met de van toepassing zijnde bouwvoorschriften Er wordt nog onderzocht of het gebruiksverbod kan gelden als een beperking in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen.

16 2. Beoogde inwerkingtreding De minister streeft naar inwerkingtreding gelijk met de Omgevingswet (beoogde datum ) Voor inwerkingtreding zal voldoende dienen te bestaan dat invoering van het stelsel leidt tot betere bouwkwaliteit tegen aanvaardbare kosten Uiterlijk een half jaar voor maakt minister bekent of invoering op die datum verantwoord is De minister betrekt bij die beslissing het advies van de begeleidingsgroep proefprojecten

17 3. Voorwaarden voor inwerkingtreding De minister monitort de voortgang van de implementatie samen met de marktpartijen. Monitorings criteria; Voldoende waarborgen dat gerealiseerde bouwwerken voldoen aan bouwtechnische voorschriften Uit de proefprojten komen geen onoverkomenlijke knelpunten De ICT bij Rijk en bevoegd gezag is op orde De toelatingsorganisatie is geheel operationeel Er zijn voldoende instrumenten Er zijn voldoende kwaliteitsborgers

18 4. Gezamenlijke aanpak en bijbehorende planning De minister richt een regiegroep op die bestaat uit onder meer vertegenwoordigers van gemeenten en marktpartijen. De regiegroep draagt zorg voor het inrichten en uitvoeren van een gezamenlijk implementatietraject De regiegroep wordt voorgezeten door een door de minister aangewezen implementatiemanager (profiel met VNG opstellen) De regiegroep zorgt voor continue actualisatie van het implementatieplan.

19 5. Implementatieondersteuning Kosten implementatie worden door minister gedragen De minister draagt zorg voor de invoering en communicatie over de implementatie De minister zorgt voor de aanpassing van DSO, Omgevingsloket e.d. op de nieuwe wet- en regelgeving, inrichting helpdeskfunctie, kennisdeling, opstellen handreikingen, generieke informatievoorziening voor burgers en bedrijven etc. VNG zorgt voor collectieve invoeringsondersteuning van gemeenten en hun uitvoeringsorganisaties VNG krijgt komende 3 jaar 1 miljoen Euro voor invoeringsondersteuning zoals inhuur personeel, werkbudget om handreikingen te schrijven, bijeenkomsten te organiseren, en communicatie op te zetten richting gemeenten

20 5. Implementatieondersteuning (2) Gemeenten zorgen zelf voor aanvullende informatieverstrekking aan burgers en bedrijven Implementatie gaat in samenspraak en samenwerking invoeringsorganisatie Omgevingswet Indien tijdens de invoering nader onderzoek nodig is, dan zullen de partijen dit gezamenlijk uit te voeren

21 6. Proefprojecten Vooruitlopend op de inwerkingtreding zal er vol worden ingezet op proefprojecten (als spelregels klaar zijn en scheidsrechter is aangesteld) Het streven is om naar minimaal 10% van alle vergunningaanvragen als Wkb proefproject uit te gaan voeren voor invoering. Van Vlieland tot Maastricht en de complete range van gevolgklasse 1 In de proefprojecten worden alle instrumenten onder gevolgklasse 1 beproeft De regiegroep stelt een begeleidingsgroep die een uniforme inrichting, begeleiding, uitvoering en evaluatie van de proefprojecten zal organiseren en bewaken. De regiegroep stelt een onafhankelijk adviseur op die wordt ingezet bij het oplossen van verschillen van inzicht tijdens uitvoering (scheidsrechter)

22 6. Proefprojecten (2) Waarom een streven naar minimaal 10% proefprojecten bij iedere gemeente over volle breedte Gevolgklasse 1. Huidige pilots betroffen alleen seriematige woningbouw in voorn. Randstad De pilots zijn uitgevoerd zonder spelregels en scheidsrechter Er zijn geen gegevens over pilots op transformatie, renovatie, verbouw. Er zijn in het grootste deel van Nederland nog geen bedrijven die kwaliteitsborging kunnen uitvoeren Er zijn nog maar een paar gemeenten die aan de kwaliteitsborging hebben geproefd door eerder genoemde pilots. 95% van de gemeenten heeft dus nog geheel geen ervaring. De looptijd van projecten maakt het al onmogelijk om van deze projecten al de resultaten tot oplevering te kennen voor Let wel. We zijn begonnen met het opstellen van het bestuursakkoord op 23 maart 2018!

23 6. Proefprojecten (3) Proefprojecten zijn succesvol indien; Aantoonbaar sprake is van leereffecten, bijstelling van voorwaarden en uiteindelijk dat er geen onoverkomelijke knelpunten meer zijn om de Wkb in werking te laten treden Sprake is van een inslijtend patroon van samenwerking in het stelsel tussen bevoegd gezag, vergunninghouder, aannemer en kwaliteitsborger 7. Inpassing in de Omgevingswet Uitgangspunt is een beleidsneutrale inpassing van de Wkb in de Omgevingswet die tot stand komt in overleg met de VNG

24 8. Evaluatie De minister evalueert 3 jaar na inwerkingtreding van Wkb of deze heeft geleid tot een betere bouwkwaliteit tegen aanvaardbare kosten. Opdracht tot evaluatie wordt in overleg met VNG vormgegeven Onderwerpen bij evaluatie; Ontwikkeling bouwkwaliteit onder het nieuwe stelsel ten opzicht huidige stelsel Opgedane ervaringen met de samenwerking tussen bevoegd gezag en marktpartijen De mate waarop de invulling van taken op efficiente wijze op elkaar aansluiten De mate van kosteneffectiviteit. (ontwikkeling leges) Op basis van de evaluatie zal de minister in overleg met VNG bezien of gevolgklasse 2 en 3 onder het stelsel kunnen worden gebracht. Ervaringen met gevolgklasse 1 kunnen niet automatisch leiden tot conclusies over gevolgklasse 2 en 3. Gevolgklasse 2 en 3 maken geen onderdeel uit van dit bestuursakkoord.

25 Nieuw stelsel Ruimtelijke vergunning wordt afgegeven door gemeente: Bestemmingsplan, welstand en omgevingsveiligheid Bouwkwaliteit wordt geborgd via Kwaliteitssystemen te gebruiken door opdrachtgever: Afhankelijk van maatschappelijk afbreukrisico eisen aan personen, proces en product. Afhankelijk van risico door erkenning, certificering, verzekering en/of verplicht privaat toezicht (TIS)

26 Opdrachtgever bouwwerk Bevoegd gezag Kwaliteitsborger Ruimtelijke Vergunningaanvraag Ontvankelijkheid + Gevolgklasse + risicoanalyse Aanvullen + uitgangsp. risicobeoordeling Vergunning op voorwaarden + later in te dienen bescheiden Opstellen inspectieplan Opstellen risicoplan 3 weken voor start bouw Uitgew. Risicobeoord. Beoordelen risicobeoordeling + aanwijzingen geven 2 dagen voor start bouw Instrument + kwaliteitsborger Ontwerpen / bouwen Dossier BG 10 dagen voor ingebruikname Ingebruikname bouwwerk Register Toetsing juiste instrument en kwaliteitsborger Deelakkoord Beoordeling dossier bevoegd gezag aannemelijkheid? Toezicht volgens instrument Deelverklaring Eindverklaring as built

27 PUBLIEK Toelatingsorganisatie Instrumentbeheerder Kwaliteitsborger PRIVAAT Toelating Instrument voor kwaliteitsborging Toegelaten instrument KB wil instrument toepassen Register Erkenning / certificering door instrumentbeheerder KB erkend / gecertificeerd voor instrument Toezicht op het stelsel Toezicht KB past instrument toe Steekproefsgewijze controles Bouwwerk

28 Vergunning en vergunningvrij onder de Omgevingswet

29

30

31 Bruidsschat

32 Bruidsschat HOOFDSTUK 7 VOORMALIGE RIJKSREGELS (BRUIDSSCHAT) AFDELING 7.1 BRUIDSSCHAT IN OMGEVINGSPLAN Artikel 7.1 (hoofdstukken bruidsschat omgevingsplan) Aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, van de Invoeringswet Omgevingswet, worden twee hoofdstukken toegevoegd, luidende:

33 Bruidsschat vb. Van art Bouwbesluit naar art bruidsschat Algemene regels over het verrichten van bouw- en sloopwerkzaamheden Artikel (uitzetten rooilijnen, bebouwingsgrenzen en straatpeil) Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit of een omgevingsplanactiviteit is verleend wordt, onverminderd de aan de vergunning verbonden voorschriften, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het college van burgemeester en wethouders: a. de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet; en b. het straatpeil is uitgezet.

34 Bruidsschat vb. Van art Bouwbesluit naar art bruidsschat Algemene regels over het bouwen en in stand houden van bouwwerken Artikel (aansluiting op distributienet voor elektriciteit) Met het oog op het waarborgen van de veiligheid is een voorziening voor het afnemen en gebruiken van elektriciteit in een bouwwerk aangesloten op het distributienet voor elektriciteit als de aansluitafstand niet groter is dan 100 m of groter is dan 100 m en de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 100 m.

35 Bruidsschat vb. Van art Bouwbesluit naar art bruidsschat Algemene regels over het gebruik van bouwwerken Artikel (overbewoning woonruimte) 1. Met het oog op het beschermen van de gezondheid van de bewoners: a. wordt een woning niet bewoond door meer dan een persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte; en b. wordt een woonwagen niet bewoond door meer dan een persoon per 6 m2 gebruiksoppervlakte. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op woonruimte waarin door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers opvang aan asielzoekers wordt geboden.

36 Bruidsschat vb. Van art. 5 lid 4 bijlage II Bor naar art bruidsschat Artikel (behoud cultureel erfgoed) 1. Als er in dit omgevingsplan regels worden gesteld over het verrichten van archeologisch onderzoek, zijn die regels niet van toepassing op activiteiten met een oppervlakte van minder dan 100 m2. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor zover er met betrekking tot die regels in dit omgevingsplan een andere oppervlakte dan 100 m2 is vastgesteld. In dat geval geldt die afwijkende andere oppervlakte.

37 Fysieke leefomgeving Activiteiten zonder gevolgen Activiteiten met gevolgen Zorgplicht Vergunningvrij Meldingsplichtig Vergunningplichtig Reguliere procedure Uitgebreide procedure Projectbesluit

38 Omgevingsplanactiviteit (opa) Activiteit waarvan het omgevingsplan bepaalt dat vergunning nodig is en elke andere activiteit voor zover in strijd met het omgevingsplan A. Voldoet de activiteit aan binnenplanse beoordelingsregels: => vergunning wordt verleend B. Voldoet de activiteit niet aan binnenplanse beoordelingsregels: => vergunning wordt alleen buitenplans verleend met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties Geen opa. Dan vergunningvrij

39 Er was lang discussie over hoe vergunningvrij in Omgevingswet onder te brengen: 1. In AmvB: Voortzetting landelijk uniforme categorie vergunningvrije omgevingsplanactiviteiten (artikel 2 Bijlage II Bor mogelijk muv bijbehorende bouwwerken) 2. Bruidsschat: neutrale voortzetting vergunningvrije bouwwerken als onderdeel van het nieuwe deel van het omgevingsplan 3. Instructieregel die bewerkstelligt dat het omgevingsplan een minimale basis aan bouwmogelijkheden zonder vergunning blijft toestaan

40 Landelijk uniform Landelijk uniform Vergunningvrij bouwen in Omgevingswet Bouwactiviteit (art a) Omgevingsplanactiviteit (art a) Vergunningvrij Besluit Bouwwerken leefomgeving Vergunningvrij Besluit Bouwwerken leefomgeving (vm art. 2 bijl II Bor)

41 Landelijk uniform Landelijk uniform Vergunningvrij bouwen in Omgevingswet Bouwactiviteit (art a) Omgevingsplanactiviteit (art a) Vergunningvrij Besluit Bouwwerken leefomgeving Vergunningvrij Besluit Bouwwerken leefomgeving (vm art. 2 bijl II Bor)

42 Vergunningvrij bouwen in Omgevingswet Landelijk uniform Lokaal bepaald Landelijk uniform Landelijk uniform Bouwactiviteit (art a) Vergunningplicht (toets door kwaliteitsborger Gk1, of gemeente GK 2 en 3) Omgevingsplanactiviteit (art a) Vergunningplicht (toets door gemeente) vergunningvrije ruimte door gemeente in te vullen (vm art. 3 Bijl II Bor. Nu bruidsschat art ) Vergunningvrij Besluit Bouwwerken leefomgeving Vergunningvrij Besluit Bouwwerken leefomgeving

43 Bruidsschat Van art. 3 Bijl II Bor naar art bruidsschat Binnenplanse vergunningplicht voor omgevingsplanactiviteit bouwwerken Artikel (binnenplanse vergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken) Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken. Artikel (aanwijzing binnenplanse vergunningvrije gevallen) Het verbod, bedoeld in artikel , geldt niet voor de in dat artikel bedoelde activiteiten als die betrekking hebben op een van de volgende bouwwerken: a. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, als wordt voldaan aan de volgende eisen: 1. op de grond staand; 2. gelegen in achtererfgebied; 3. op een afstand van meer dan 1 m vanaf openbaar toegankelijk gebied; 4. niet hoger dan 5 m; 5. de ligging van een verblijfsgebied, bij meer dan een bouwlaag, uitsluitend op de eerste bouwlaag; en 6. niet voorzien van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte; b. een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, als wordt voldaan aan de volgende eisen: 1. op de grond staand; 2. niet hoger dan 5 m; en 3. de oppervlakte niet meer dan 70 m2;

44 Bruidsschat Van art. 3 Bijl II Bor naar art bruidsschat c. een dakkapel in het voordakvlak of een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak, als wordt voldaan aan de volgende eisen: 1. voorzien van een plat dak; 2. gemeten vanaf de voet van de dakkapel niet hoger dan 1,75 m; 3. onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet; 4. bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok; en 5. zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak; d. een sport- of speeltoestel anders dan voor uitsluitend particulier gebruik, als wordt voldaan aan de volgende eisen: 1. niet hoger dan 4 m; en 2. uitsluitend functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens; e. een zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening of een vijver op het erf bij een woning of woongebouw, als deze niet van een overkapping is voorzien; f. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied voor agrarische bedrijfsvoering, voor zover het gaat om: 1. een silo; of 2. een ander bouwwerk niet hoger dan 2 m; g. een buisleiding waarop artikel van het Besluit activiteiten leefomgeving niet van toepassing is; of h. een te veranderen bouwwerk, als wordt voldaan aan de volgende eisen: 1. geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte; en 2. geen uitbreiding van het bouwvolume.

45 Vergunningvrij bouwen in Omgevingswet Landelijk uniform Landelijk uniform Bouwactiviteit (art a) Vergunningplicht (GK 2 en 3) Omgevingsplanactiviteit (art a) Vergunningplicht (toets door gemeente) Meldingplicht (toets door kwaliteitsborger Gk1) Landelijk uniform Lokaal bepaald vergunningvrije ruimte door gemeente in te vullen (vm art. 3 Bijl II Bor. Nu bruidsschat art ) Vergunningvrij Besluit bouwwerken leefomgeving Vergunningvrij Besluit bouwwerken leefomgeving

46 Fysieke leefomgeving Activiteiten zonder gevolgen Activiteiten met gevolgen Zorgplicht Vergunningvrij Meldingsplichtig Vergunningplichtig Reguliere procedure Uitgebreide procedure Projectbesluit

47 Omgevingsplanactiviteit (opa) Activiteit waarvan het omgevingsplan bepaalt dat vergunning nodig is en elke andere activiteit voor zover in strijd met het omgevingsplan A. Voldoet de activiteit aan binnenplanse beoordelingsregels: => vergunning wordt verleend B. Voldoet de activiteit niet aan binnenplanse beoordelingsregels: => vergunning wordt alleen buitenplans verleend met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties Geen opa. Dan vergunningvrij

48 Omgevingsvergunning onder de OW Resumé! Vergunningplicht voor omgevingsplanactiviteit De gemeenteraad heeft zelf de mogelijkheid om in het omgevingsplan een vergunningplicht in het leven te roepen voor omgevingsplanactiviteiten voor zover zij dit nodig acht. Wanneer de regels in het omgevingsplan concreet, beperkt in aantal en overzichtelijk zijn, ligt een vergunningplicht niet voor de hand. Een vergunningplicht ligt juist wel voor de hand wanneer een omgevingsplan open normen geeft voor een activiteit en op basis daarvan een nadere afweging nodig is.