EUROPEES VISSERIJFONDS

Transcriptie

1 EUROPEES VISSERIJFONDS voor de beoordeling van initiatieven en projecten ter uitvoering van het OP-EVF (ikv art 65 van Verordening (EG) Nr ), definitief goedgekeurd door het Comité van Toezicht, dd Een project of initiatief komt voor betoelaging uit het EVF in aanmerking indien het beantwoordt aan de algemene aanvaardingscriteria in hoofdstuk A. Investeringen die voorkomen in de lijst niet betoelaagbaar in hoofdstuk B worden uitgesloten. Ieder ingediend project wordt beoordeeld op de maatregelspecifieke beoordelingscriteria, vermeld in hoofdstuk C. De modaliteiten voor betoelaging worden weergegeven in hoofdstuk D. De beoordeling of een project of initiatief voldoet aan de aanvaardingscriteria, gebeurt door de beheersautoriteit of zijn gedelegeerde autoriteit waarbij de aanvraag is ingediend. A. Algemene aanvaardingscriteria voor Belgische projecten 1. Het project moet beantwoorden aan de doelstellingen van het Belgische OP zoals deze bepaald zijn per prioritair zwaartepunt. 2. Het project is nog niet gestart op de dag van indiening. Per uitzondering kunnen in projecten ingediend worden die reeds gestart zijn voor de dag van indiening. Projecten in het kader van een oproep (call) moeten voldoen aan de voorwaarden uitgeschreven in de call. 3. Het project kan niet worden betoelaagd via een ander EU-fonds en de promotor verklaart op erewoord geen beroep te doen op een ander EUfonds buiten het EVF. 4. Het project wordt ingediend aan de hand van het daartoe bestemde formulier, beschikbaar gesteld door de beheersautoriteit of de gedelegeerde beheersautoriteit voor Wallonië, waarbij alle secties zijn ingevuld en de aanvraag is ondertekend. 5. De aanvraag bevat voldoende garanties om het beoogde resultaat te bereiken en dit binnen de vooropgestelde, redelijke termijn. Bij uitzondering en op aanvraag, kan een verlenging van de tijdsduur toegestaan worden evenwel steeds binnen de initieel vastgelegde begroting. 6. De financiering van het project dient verzekerd te worden op basis van een realistisch financieel plan, gestaafd met onder meer cijfermatige gegevens en financieringsbronnen. 7. De aanvrager engageert zich tot het bekomen van de noodzakelijke licenties en vergunningen. De definitieve notificatie volgt nadat de EVF voor beoordeling van projecten 1

2 aanvrager het bewijs heeft geleverd te beschikken over alle nodige documenten. 8. Vissersvaartuigen dienen te varen onder Belgische vlag en dienen voldaan te hebben aan de economische band met de kustregio gedurende de 3 kalenderjaren voorafgaand aan de indieningsdatum van het project. 9. Het minimale investeringsbedrag bedraagt excl. BTW, uitgezonderd projecten ressorterend onder Zwaartepunt 5 Technische bijstand. 10. De projecten moeten slagen voor de regionale duurzaamheidstoets indien deze ingesteld is. B. Investeringen die niet betoelaagbaar zijn 1. aankoop van tweedehandsmateriaal, tenzij dit slechts een onderdeel uitmaakt van een investering en als bewezen kan worden dat voor de aanschaf van dit materiaal de voorbije 10 jaar geen steun werd uitgekeerd. Vissersvaartuigen voor jonge reders (Art. 27, lid 3 van EG ) vormen eveneens een uitzondering en kunnen betoelaagd worden. 2. herstellingen en onderhoudswerken waarvan de waarde minder dan 30% van de waarde van het initieel betrokken goed bedraagt. 3. investeringen die betrekking hebben op de detail- of distributiesector. 4. investeringen in gebouwen en installaties die niet bijdragen tot de hoofdactiviteit (> % van de omzet na investering) in de visserijsector of die de voorbije 10 jaar konden genieten van investeringssteun, regionaal, nationaal of EU. 5. bij aankoop van grond, het deel van de waarde hoger dan 10 % van de totale subsidiabele uitgaven voor het ingediende project. Het maximumsteunbedrag voor de aankoop van grond is acties voor recreatieve doeleinden, behalve wanneer het voorwerp van de onderneming in hoofdzaak verband houdt (meer dan % van de omzet) met de visserij enof aquacultuur. 7. aankoopposten van onroerend goed, behalve diensten van intellectuele aard (architect, bodemonderzoek, enz.) waarbij voor deze laatste het deel van de gecumuleerde waarde, hoger dan 10 % van de totale subsidiabele uitgaven voor de betrokken operatie, niet in aanmerking komt. Het maximumsteunbedrag voor deze intellectuele diensten is alle soorten belastingen die door de begunstigde teruggevorderd kunnen worden. 9. aankoop of huur van kantoormeubilair en -materieel met uitzondering van computers (software en hardware)koop of huur van externe transportmiddelen, met uitzondering van voertuigen die enkel gebruikt kunnen worden voor visserij en aquacultuur. 10. investeringen die door middel van leasing gefinancierd zijn zonder dat er een koopoptie aan het contract is verbonden. 11. gekoelde (inclusief diepvries) opslagcapaciteit die niet behoort bij installaties voor verwerking of afzet. 12. studies, niet gekoppeld aan projecten of investeringsdossiers 13. bouw van vissersvaartuigen. EVF voor beoordeling van projecten 2

3 14. investeringen bestemd om producten te verwerken voor andere doeleinden dan menselijke consumptie, behalve indien het gaat om investeringen die uitsluitend zijn bestemd voor de behandeling, de verwerking en de afzet van afval van visserij- en aquacultuurproducten. 15. kosten die verband houden met experimentele visserij, niet vervat in een proefproject van algemeen nut. 16. kosten bij overdracht van eigendommen. C. Specifieke beoordelingscriteria per maatregel Aanvullende criteria van financiële aard zijn opgenomen onder hoofdstuk D - Modaliteiten en dit per specifieke maatregel. Zwaartepunt 1: Maatregelen voor de aanpassing van de communautaire visserijvloot Maatregel 1.1: Geheel of gedeeltelijke beëindiging van visserijactiviteiten In 2009 wordt voorrang gegeven aan de vaartuigen opgenomen in de goedgekeurde VlootAaanpassingsRegeling (VAR) en dus conform de voorwaarden VO Bijkomende voorwaarden zoals vermeld in het MB ter uitvoering van deze maatregel. Maatregel 1.2: Tijdelijke stillegging van visserijactiviteiten Het vissersvaartuig is in ombouw of ondergaat een motorvervanging met het oog op een verhoogde energie-efficiëntie en een positieve milieu-impact. Het vissersvaartuig voldoet aan de voorwaarden van VO , meer bepaald aan de voorwaarden bepaald onder Art.15. Maatregel 1.3: Investeringen aan boord van vaartuigen en selectiviteit Het vissersvaartuig is minimum 5 jaar oud, behalve wanneer het vaartuig is opgenomen in de goedgekeurde VlootAaanpassingsRegeling (VAR) en dus voldoet aan de voorwaarden bepaald in VO of wanneer het de vervanging van uitrusting of vistuig betreft zoals bepaald in Art.16, lid 3. EVF voor beoordeling van projecten 3

4 Maatregel 1.4: Kleinschalige kustvisserij Komt niet in aanmerking. Maatregel 1.5: Sociaaleconomische compensaties voor vlootbeheer Individuele vergoeding voor jonge vissers bij een eerste verwerving De visser is jonger dan 40 jaar en heeft ten minste 5 jaar als visser gewerkt (of gelijkwaardige beroepsopleiding). Eerste volledige of gedeeltelijke verwerving van een tweedehandsvissersvaartuig. De lengte van het visservaartuig over alles is tussen 12 en 24 m. Het vissersvaartuig is tussen 5 en 30 jaar oud. Permanent verbeteren beroepsvaardigheden Het project mag niet via ESF betoelaagd kunnen worden. Opleidingscentrum heeft 5 jaar ervaring in opleidingen voor de zeevisserij of in omscholingscursussen. De opleidingen moeten gericht zijn op de bijscholing of omscholing van beroepsvissers. Prioritair zwaartepunt 2: Aquacultuur, binnenvisserij, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten Maatregel 2.1: Productieve investeringen in aquacultuur Het project moet bijdragen tot de gekwantificeerde doelstellingen (5.b.2.2) van het OP. Investeringen in recreatie dienen beperkt te blijven tot 25% van het ingediende project. Maatregel 2.2: Maatregelen inzake het aquatisch milieu Aquacultuur van commerciële aard in NATURA 2000 gebied of bio-aquacultuur binnen de 2 jaar na oprichting of overschakeling. EVF voor beoordeling van projecten 4

5 Maatregel 2.3: Maatregelen betreffende de volksgezondheid Komt niet in aanmerking. Maatregel 2.4: Maatregelen betreffende de diergezondheid Maatregel moet passen in het kader van - Richtlijn EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren EEG: Beschikking van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied. Maatregel 2.5: Binnenvisserij Komt niet in aanmerking. Maatregel 2.6: Investeringen in verwerking en afzet Vooraf: Vlaanderen biedt de mogelijkheid tot indienen van acties via een publieke call, waarbij de modaliteiten zullen vastgelegd worden in het Besluit inzake deze call. Wallonië organiseert de indiening volgens een open loket. De criteria worden bepaald in het besluit over de call. Prioritair zwaartepunt 3: Maatregelen van gemeenschappelijk belang Maatregel 3.1: Collectieve acties De maatregel heeft een positieve invloed op de maatschappij in zijn geheel of op specifieke groeperingen en komt niet ten goede aan een individuele persoon. De aanvrager dient aan te tonen dat de projectresultaten van lange termijn zijn. Maatregel 3.2: Bescherming en ontwikkeling van de aquatische fauna en flora Uitzetten van vis is enkel betoelaagbaar in het kader van EU regelgeving. Voor de binnenwateren dient de actie betrekking te hebben op een waterloop. Aantoonbare verhoging van de vispopulatie. EVF voor beoordeling van projecten 5

6 De projecten dienen bij te dragen tot het regionale waterlopen- of leefmilieubeleid of tot het herstel van de vrije circulatie van migrerende vissoorten. Maatregel 3.3: Vissershavens, aanvoer- en beschuttingsplaatsen Actie heeft gemeenschappelijk belang dat verder gaat dan individuele belangen van privé-ondernemingen, dit met uitzondering van redersateliers. Actie impliceert samenwerking tussen verschillende visveilingen of havens. Actie zorgt voor een verbetering van de kostenstructuur van veiling of haven die de vissers ten goede komt. Maatregel 3.4: Ontwikkeling van nieuwe markten en promotiecampagnes Aanvaardingscriteria Projecten kunnen enkel onder coördinatie van een door de Vlaamse of Waalse Regering erkende promotie-instantie. Maatregel 3.5: Proefprojecten Aanvaardingscriteria De begunstigde moet een bewijs leveren van een samenwerkingsverband tussen marktdeelnemers of beroepsorganisaties of andere organisaties aangeduid door de overheid enerzijds en gespecialiseerde scholen, onderzoeksinstellingen of universiteiten anderzijds. De proefprojecten moeten innovatief zijn, een wetenschappelijke opvolging kennen en bijdragen tot een visserij met een goed imago, een kwalitatief hoogstaand product en een sector die voorbereid is op de uitdagingen van de toekomst. Bij elk proefproject wordt ter opvolging van het project een projectgroep ingesteld waarvan naast de promotor in elk geval vertegenwoordigers van de sector, vertegenwoordigers van het wetenschappelijk onderzoek en het programmasecretariaat deel van uitmaken. Elk proefproject bevat een communicatieplan dat aangeeft hoe naar de sector en de samenleving gecommuniceerd zal worden. Maatregel 3.6: Aanpassing voor omschakeling van vissersvaartuigen Aanvaardingscriteria Begunstigde is publieke of para-publieke instelling. Het visserijtoerisme mag niet gericht zijn op vissoorten waarvoor quotabeperkingen gelden. Vissersvaartuig dient minimum de twee voorgaande jaren actief te zijn geweest. EVF voor beoordeling van projecten 6

7 Prioritair zwaartepunt 4: Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden Maatregel 4.1: Ontwikkeling van visserijgebieden Maatregel 4.2: Transnationale samenwerking Project beantwoordt aan de criteria opgenomen in een daartoe uitgeschreven tender. Prioritair zwaartepunt 5: Technische bijstand Project dient bij te dragen tot de efficiënte en correcte uitvoering van het Belgisch operationeel programma en beperkt zich tot de operationele kosten. Project levert inspanningen inzake bekendmaking en bevordering van de doelstellingen van het OP enof evaluatie en van de bereikte resultaten incl. audit. De opdrachtgever is een overheid. EVF voor beoordeling van projecten 7

8 D. Modaliteiten per maatregel in België Samenvattende tabel: modaliteiten per maatregel in België. De vermelde bedragen zijn per project, behalve de laatste kolom ( steunbedrag per begunstigde gedurende EVF-periode). Voor een aantal maatregelen verschillen de modaliteiten tussen de Vlaamse en Waalse regio. De toegepaste modaliteiten zijn aangeduid in de overeenkomstige taal. Prioritair zwaartepunt Maximale % overheidsbijdrage % cofinan -ciering (4) betoelaagbaar investeringsbedrag (euro) excl.btw steunbedrag (Cofinanciering + EVF) (euro) steunbedrag per begunstigde gedurende EVF-periode 1.Maatregelen voor de aanpassing van de communautaire visserijvloot Maatregel 1.1. Gehele of gedeeltelijke beëindiging Maatregel 1.2. Tijdelijke stillegging Maatregel 1.3. Investeringen aan boord en selectiviteit Maatregel 1.4 Kleinschalige kustvisserij Maatregel 1.5. Sociaaleconomische compensaties Instap jonge reders Permanent verbeteren beroepsvaardigheden (1) , S*.000 2xS** S* Aquacultuur, binnenvisserij, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten Maatregel 2.1. Productieve investeringen aquacultuur Mesure 2.1. Investissements en aquaculture Maatregel 2.2. Maatregelen inzake het aquatisch milieu Maatregel 2.3. Maatregel betreffende de volksgezondheid Maatregel 2.4. Maatregelen betreffende de diergezondheid Maatregel 2.5. Binnenvisserij Maatregel 2.6. Investeringen in verwerking en afzet (2) Mesure 2.6. Investissements transformation et commercialisation EVF voor beoordeling van projecten 8

9 Prioritair zwaartepunt Maximale % overheidsbijdrage % cofinan -ciering (4) betoelaagbaar investeringsbedrag (euro)excl.btw steunbedrag (Cofinanciering + EVF) (euro) steunbedrag per begunstigde gedurende EVF-periode 3. Maatregelen van gemeenschappelijk belang Maatregel 3.1. Collectieve acties Mesure 3.1. Actions collectives Maatregel 3.2. Bescherming en ontwikkeling van de aquatische fauna en flora Mesure 3.2. Protection et développement faune et flore aquatiques Maatregel 3.3: Vissershavens, aanvoer- en beschuttingsplaatsen Maatregel 3.4: Ontwikkeling van nieuwe markten en promotiecampagnes Mesure 3.4. Développement de marchés Maatregel 3.5: Proefprojecten Mesure 3.5. Projets pilotes Maatregel 3.6: Aanpassing voor omschakeling van vissersvaartuigen 40(si RC)(3) (sans RC) 60(privé) (publiek) Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden 5. Technische bijstand S* = Uitkomst formule slooppremie zoals weergegeven in OP en cfr. de voorwaarden en vereisten zoals opgenomen in het MB betreffende de beëindiging. 2xS = betoelaagbaar investeringsbedrag per vaartuig gedurende hele EVF-periode. (1) Enkel operationele kosten voor opleidingen worden aanvaard (2) Via een publieke call. De onderneming verwerkt minimaal % vis afkomstig uit de EU. De maximale % overheidsbijdrage voor kleine, middelgrote of grotere ondernemingen bedraagt 20%. Steunpercentage dient vermenigvuldigd te worden pro rato het percentage Europese vis. (3) RC = registre de commerce (4) % cofinanciering met uitzondering voor projecten kaderend binnen Verordening (EG) EVF voor beoordeling van projecten 9