Bundel van de BOB Oordeelsvormend van 10 maart 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bundel van de BOB Oordeelsvormend van 10 maart 2015"

Transcriptie

1 Bundel van de BOB Oordeelsvormend van 10 maart 2015 BEST = Bestuur en Middelen FYS = Fysiek en Economie 1 Opening 2 Spreekrecht burgers over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen 3 Vaststellen agenda 4 Besluitenlijst van de oordeelsvormende bijeenkomst van 27 januari 2015 Besluitenlijst oordv van 27 jan 2015.pdf 5 Mondelinge vragen (rondvraag) 6 Ingekomen stukken 6.1 FYS - CIB Fietsen in de Kerkbuurt ab- Fietsen in de Kerkbuurt.pdf CIB Fietsen in de Kerkbuurt.pdf 6.2 SOC - CIB Overgangsregeling Stichting Kindercentra Alblasserwaard (SKA) ab - Overgangsregeling Stichting Kindercentra Alblasserwaard.pdf CIB - Overgangsregeling Stichting Kindercentra Alblasserwaard.pdf Brief bevestiging geen overgangsregeling.pdf 6.3 FYS - CIB Sportaccommodatie Benedenveer ab - CIB Sportaccommodatie Benedenveer.pdf CIB Sportaccommodatie Benedenveer.pdf 6.4 FYS - CIB Uitspraak rechtbank Wheels online ab - uitspraak rechtbank Wheels online.pdf CIB uitspraak Rechtbank Wheels Online.pdf 7 Mededelingen portefeuillehouders 8 Mededelingen van de vertegenwoordigers in de gemeenschappelijke regelingen 9 BEST - APV en Evenementenbeleid ab - APV en Evenementenbeleid.pdf rv - APV en Evenementenbeleid.pdf rb - APV en Evenementenbeleid.pdf By 1 - APV Sliedrecht 2015.pdf By 2 - Lijst met te wijzigen artikelen APV.pdf By 3 - Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v..pdf By 4 - Handreiking Publieksevenementen.pdf 10 BEST - Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015 ab - Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015.pdf rv - Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015.pdf rb - Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015.doc Verordening kwijtschelding 2015 (definitief).pdf 11 FYS Ouverture ( CIB Ouverture en antwoorden art. 44 vragen VVD over Ouverture) Toelichting agenderingsverzoek CIB over Stavaza kruispunt A15 Ouverture d.d. 16dec14.docx

2 Brief aan VVD art 44 vragen Ouverture A15.pdf CIB A15 - Ouverture.pdf Tekening.pdf 12 Sluiting

3 4 Besluitenlijst van de oordeelsvormende bijeenkomst van 27 januari Besluitenlijst oordv van 27 jan 2015.pdf Besluitenlijst Oordeelsvormende bijeenkomst gemeenteraad Sliedrecht op dinsdag 27 januari 2015, na afloop van de beeldvormende vergaderingen, Raadzaal, Raadhuis, Dr. Langeveldplein 30, Sliedrecht De voorzitter, M. Visser x Aanwezig/woordvoering SGP-ChristenUnie Voornaam x M. Visser (voorzitter) Rien raadslid H.M. Baars-Mulder Marije raadslid C.N. de Jager Nico raadslid P.H.G. van Meeuwen Hugo raadslid x C. Paas Cees raadslid x J.H. Visser (Jan) Jan raadslid A.W. de Mul-Donker Ria raadslid x C. Bor Kees burgerraadslid J.B.M. Karens Jan-Bart burgerraadslid PRO Sliedrecht: x T.W. Pauw Timo raadslid x W.H. Blanken Wim raadslid x P.J. de Borst Peter raadslid R.C. Penning Rob raadslid G.P. Venis Voorzitter Gerrit raadslid J. Loeve Jeroen burgerraadslid PvdA A. van Rees-Huijzer Anton raadslid x J.K. Lanser Jennifer raadslid x B. van der Plas Ben burgerraadslid J. Kathiravelu Jeyantha burgerraadslid CDA T.A. Spek Ton raadslid A.L. den Besten Rens raadslid x V.E. Prins Vincent raadslid x J.L. de Vries Joop burgerraadslid M.A.C. de Haan Maurits burgerraadslid VVD x G.A. Kieft Alexander Raadslid x R. Bijderwieden Roelant Raadslid F.M. van Tilborg Ferdy-Mike Burgerraadslid S. van Wijngaarden Sjors Burgerraadslid M.J.E.M. van Dam Marcel raadsgriffier x H.M. Vos-Hulleman Heleen plv. griffier x A.P.J. van Hemmen Bram burgemeester J.P. Tanis Hans wethouder

4 G.J. Visser-Schlieker Hanny wethouder x L. van Rekom Len wethouder T.C.C. den Braanker Theo wethouder 1. Opening om uur 2. Spreekrecht burgers over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen Personen die willen inspreken dienen dit uiterlijk vóór uur op de dag van de bijeenkomst aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon. Bij dit agendapunt vindt inventarisatie van spreker(s) plaats. Geen aanmeldingen 3. Vaststellen agenda N.a.v. opmerkingen vanuit een aantal fracties over de magere agenda voor deze bijeenkomst, besluit de voorzitter dat elke fractie dit doorkoppelt via hun vertegenwoordiging in/naar de agendacommissie. 4. Besluitenlijst van de oordeelsvormende bijeenkomst van 20 januari 2015 Besluitenlijst vastgesteld. 5. Mondelinge vragen (rondvraag) De raadsleden zijn in de gelegenheid korte vragen aan het college te stellen over actuele gebeurtenissen. (actuele) Onderwerpen worden van te voren schriftelijk ingediend. Geen vragen aangemeld. 6. Ingekomen stukken De raadsleden wordt gevraagd de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. De ingekomen stukken worden op de dag van ontvangst in IBABS geplaatst. Op de vrijdag vóór de oordeelsvormende vergadering om uur wordt de lijst afgesloten. Collegeinformatiebrieven worden als ingekomen stuk verwerkt. Als een lid van de oordeelsvormende vergadering een ingekomen stuk wil agenderen voor een volgende vergadering dan is dit als hiervoor een motivatie wordt gegeven, waarbij helder wordt gemaakt wat men specifiek besproken wil hebben en wat de vragen zijn. Ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. 7. Mededelingen portefeuillehouders Geen mededelingen 8. Mededelingen van de vertegenwoordigers in de gemeenschappelijke regelingen Geen mededelingen 9. FYS - Nota Prijsbeleid Vastgoed en Gronden Sliedrecht 2015 De raadsleden wordt gevraagd: 1. Nota Prijsbeleid Vastgoed en Gronden Sliedrecht 2015 vast te stellen 2. Nota Prijsbeleid Vastgoed en Gronden Sliedrecht 2015 in werking te laten treden daags na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van Nota Richtlijnen voor grondprijzen (2004).

5 TOEZEGGING: VAN REKOM PAST AAN OP PAG 6 BETREFFENDE HUURPRIJS WOONWAGENS: SCHERPER NEERZETTEN DE ZINSNEDE: KAN IN THEORIE DE MAXIMALE HUURPRIJS WORDEN GEVRAAGD. TOEZEGGING; DEFINITIE VAN SNIPPERGROEN NOG EENS NADER BEKIJKEN EN DE DEFINITIE MOGELIJK UITBREIDEN. OPNEMEN IN DE NOTA PRIJSBELEID. Conclusie voorzitter: Debatstuk 9. Sluiting uur

6 6.1 FYS - CIB Fietsen in de Kerkbuurt 1 ab- Fietsen in de Kerkbuurt.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 19 februari 2015 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. bijlage Fatale termijn nee Bijlagen CIB Ons kenmerk Zaaknr. - B&W besluit 17 februari 2015 Portefeuillehouder L. van Rekom Fysiek en Economie Onderwerp Wat wordt gevraagd De CIB inzake motie SGP/CU betreffende Fiets terug in Kerkbuurt. Kennis te nemen van de mededeling vanuit het college. Toelichting Met deze collegebrief informeren wij u over de aanpak die wij voorstaan om het fietsen in de Kerkbuurt toe te staan en de kosten die daarmee naar verwachting zijn gemoeid. Bijgaande stukken College informatiebrief d.d. 17 februari 2015 Ambtelijk contactpersoon C.P. de Boon Tel. nr Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

7 2 CIB Fietsen in de Kerkbuurt.pdf College informatiebrief Onderwerp: mededelingen vanuit het college Datum: 17 februari 2015 Portefeuille L. van Rekom 1. Fietsen in de Kerkbuurt In uw vergadering van 11 november 2014 heeft u een motie aangenomen waarin u het college opdraagt om: het fietsen op de Kerkbuurt tijdens winkeltijden uiterlijk eind 2015 toe te staan; draagvlak voor deze maatregel te verwerven bij de betrokken ondernemers; de veiligheid voor zowel de voetgangers als de fietsers voldoende te waarborgen; in het eerste kwartaal van 2015 aan de raad een plan te presenteren waarin staat welke maatregelen en kosten nodig zijn om fietsen in de Kerkbuurt toe te staan. Met deze collegebrief informeren wij u over de aanpak die wij voorstaan om het fietsen in de Kerkbuurt toe te staan en de kosten die daarmee naar verwachting zijn gemoeid. Gelet op de minimale investering die met deze maatregel is gemoeid, gaan wij er van uit dat u kunt instemmen met het direct starten van de procedure voor het verkeersbesluit en de maatregel aansluitend te effectueren. Vanzelfsprekend staat het de raad vrij te allen tijde het onderwerp Fietsen in de Kerkbuurt te agenderen. De maatregel Fietsen in de Kerkbuurt is in lijn met onze ambities zoals wij die hebben verwoord in het College Uitvoeringsprogramma Gewoon doen! : snel handelen waar dat is geboden en vervolgens ook doorpakken. Al geruime tijd werd gevraagd om het fietsen toe te staan, maar wel onder de juiste voorwaarden en condities met betrekking tot het waarborgen van veiligheid voor de voetgangers. Draagvlak ondernemers In een overleg met ondernemers uit de Kerkbuurt Oost, gehouden op 22 oktober 2014, hebben 29 van de 30 aanwezige ondernemers aangegeven om fietsen op de Kerkbuurt toe te staan en ook zo snel als mogelijk in te voeren. Zij zien dit als een verbetering van de bereikbaarheid van het winkelgebied. Veiligheid voor voetgangers en fietsers Uitgangspunt bij de maatregel om fietsen tijdens winkeltijden toe te staan is dat de fietser te gast is in het voetgangersgebied. Dit houdt in dat de fietser in zijn rijsnelheid en gedrag rekening moet houden met voetgangers. Deze spelregels worden duidelijk gemaakt op verkeersborden bij de (gelijkvloerse toegangen) van de Kerkbuurt, zoals bij beide koppen van de Kerkbuurt en de Waterkeringweg. Op de borden wordt expliciet vermeld dat het om fietsers gaat, zodat bromfietsers verboden zijn.

8 De Kerkbuurt is nu ingericht als voetgangersgebied en deze uitstraling zal niet worden gewijzigd. In de huidige situatie zijn al lijngoten die op natuurlijk wijze er voor zorgen dat fietsers in het midden van de weg blijven. Een aanpassing in bestratingsmateriaal waarmee bijvoorbeeld een fietsstrook wordt gesuggereerd is ongewenst, omdat dit het uitgangspunt van fietser te gast ontkracht. Bij het openstellen van de Kerkbuurt voor fietsers kan de behoefte ontstaan aan extra fietsbeugels of klemmen. Wij zullen gedurende een periode van circa 6 maanden steekproefsgewijs die behoefte aan extra stallingsruimte inventariseren en wij verwachten ook signalen van ondernemers te krijgen als zich problemen voordoen. Als op basis van de inventarisatie en signalen blijkt dat extra fietsbeugels nodig zijn, zullen wij in overleg met de ondernemers de locatie(-s) daarvoor bepalen. In het midden van de Kerkbuurt zijn al fietsparkeervoorzieningen getroffen. Kosten Met het invoeren van de maatregel zijn alleen de kosten voor aanschaf en plaatsen van de verkeersborden gemoeid. De totale kosten bedragen naar verwachting 3.000,=. Deze kosten worden gedekt uit het budget Versnelling Projecten. Als in de toekomst blijkt dat extra fietsbeugels nodig zijn, dan worden die kosten gedekt uit het budget VB-plan Opwaarderen / uitbreiden fietsenstallingen. Vervolgprocedure / tijdpad In week 10 wordt bij de bewoners en ondernemers in de Kerkbuurt een informatiebrief plus het concept verkeersbesluit bezorgd. Reacties (zienswijzen) moeten uiterlijk eind week 14 worden ingediend bij de gemeente. In de daarop volgende week worden de eventuele reacties verwerkt. De doorlooptijd voor een verkeersbesluit is minimaal 2 maanden. Een verkeersbesluit dient voor publicatie in de Staatscourant ter advisering aan de politie te worden voorgelegd. Na dit advies kan het in de Staatscourant gepubliceerd worden en gaat de inspraaktermijn van 6 weken in. Pas na deze termijn kan de maatregel geëffectueerd worden. Indien er wel bezwaren binnenkomen, zal in overleg met de jurist bepaald moeten worden of het verstandig is om de maatregel te effectueren. Gebruikelijk is het om de bezwaar- en beroepsprocedure af te wachten. Bovenstaand tijdpad houdt in dat fietsen in de Kerkbuurt tijdens winkeltijden in week 22 (eind mei) kan worden ingevoerd. Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

9 6.2 SOC - CIB Overgangsregeling Stichting Kindercentra Alblasserwaard (SKA) 1 ab - Overgangsregeling Stichting Kindercentra Alblasserwaard.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 19 februari 2015 Bijlagen 1 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. Ons kenmerk Zaaknr B&W besluit 17 februari 2015 Portefeuillehouder T.C.C. den Braanker Fatale termijn nee Sociaal Onderwerp College informatiebrief. Wat wordt gevraagd Kennis nemen van de mededeling vanuit het college. Toelichting In de College informatiebrief komt het volgende onderwerp p aan de orde: 1. Overgangsregeling Stichting Kindercentra Alblasserwaard Bijgaande stukken College informatiebrief d.d. 17 februari 2015 Ambtelijk contactpersoon Ricardo Dorst Tel.nr. (0184) Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

10 2 CIB - Overgangsregeling Stichting Kindercentra Alblasserwaard.pdf College informatiebrief Onderwerp: mededelingen vanuit het college Datum: 17 februari 2015 Portefeuille T.C.C. den Braanker 1. Overgangsregeling Stichting Kindercentra Alblasserwaard De raad heeft in de vergadering van 8 juli 2014 ingestemd om de harmonisatie van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk in te laten gaan met ingang van 1 januari In haar besluit heeft de raad als opdracht meegegeven om een financiële overgangsregeling voor SKA op te stellen. Op 20 oktober 2014 heeft SKA een brief ingezonden met daarin de door hun geraamde personele consequenties waarop de overgangsregeling gebaseerd zou worden. Op 5 december 2014 heeft er een gesprek plaatsgevonden met SKA waarin SKA aangaf dat zij organisatorische maatregelen hadden getroffen om gedwongen afvloeiing van personeel te voorkomen. Tevens bleek in dit gesprek dat de eerder geraamde consequenties niet overeen kwamen met de werkelijkheid. SKA gaf in dit gesprek aan dat een overgangsregeling in het kader van personele consequenties niet meer nodig was. Dit is per brief aan SKA bevestigd. Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

11 3 Brief bevestiging geen overgangsregeling.pdf

12 6.3 FYS - CIB Sportaccommodatie Benedenveer 1 ab - CIB Sportaccommodatie Benedenveer.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 20 februari 2015 Bijlagen CIB Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. Ons kenmerk Zaaknr. - B&W besluit 17 februari 2015 Portefeuillehouder L. van Rekom Fatale termijn nee Fysiek en Economie Onderwerp College informatiebrief. Wat wordt gevraagd Kennis nemen van de mededeling vanuit het college. Toelichting In de CIB wordt ingegaan op de garantstelling van de Stichting Waarborgfonds Sport in het kader van het project Sporthal Benedenveer. Bijgaande stukken College informatiebrief d.d. 20 februari 2015 Ambtelijk contactpersoon Coen Nuijten Tel.nr. (0184) Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

13 2 CIB Sportaccommodatie Benedenveer.pdf College Informatiebrief Onderwerp: mededelingen vanuit het college Datum: 20 februari 2015 Portefeuille L. van Rekom 1. Sportaccommodatie Benedenveer. Op heeft de raad ingestemd met de intentieovereenkomst Sportaccommodatie Benedenveer (SSB) en het college opdracht gegeven de afspraken verder vorm te geven. De raad heeft daarbij een aantal voorwaarden gesteld. Een van de voorwaarden is een borgstelling van de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) voor SSB heeft laten weten dat SWS niet bereid is borg te staan. Dit zou betekenen dat aan één van de voorwaarden niet zou kunnen worden voldaan. In dat geval zou het college terug moeten naar de raad met nieuwe voorstellen (bijstelling van de kaders) en zou zich het risico kunnen voordoen dat het project vertraagt. Het college heeft de situatie in kaart gebracht en beoordeeld welke invloed een weigering van SWS om borg te staan betekent voor het risicoprofiel van het project. De volgende feiten zijn van belang: 1. de garantstelling van de gemeente verandert niet. Ophoging van de garantstelling past immers niet in het voorgenomen gemeentelijk beleid 2. de gemeente heeft het recht van 1 e hypotheek, waardoor optimale zekerheid wordt verkregen; 3. het risico ligt vooral bij SSB; de borgstelling is gericht op de bereidheid van de bank om een lening te verstrekken. Het is aan SSB om andere partijen te zoeken die eventueel garant willen staan; 4. er is geen sprake van een financieel risico voor de gemeente, wel een risico op het niet behalen van de doelstelling van het project. Inmiddels heeft de SSB laten weten dat er een oplossing is. Een andere partij staat garant voor het volle bedrag van Looptijd van de garantie is 5 jaar. Jaarlijks neemt het bedrag van de garantie 1/5 e deel af. Dit loopt niet geheel synchroon met de looptijd van de lening, maar SSB laat met dit resultaat zien er alles aan gedaan te hebben om te voldoen aan de voorwaarden van garantstelling. Het ligt in de lijn van de verwachting dat SSB tegen gunstige voorwaarden een lening kan krijgen bij de bank. Het college is van mening dat (nagenoeg) is voldaan aan de door de raad gestelde kaders. Zonder tegenbericht van uw kant gaat het college uit van uw welwillende opstelling om het betreffende kader in te vullen zoals hiervoor is vermeld, waarmee een eventuele vertraging van het project wordt voorkomen.

14 Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

15 6.4 FYS - CIB Uitspraak rechtbank Wheels online 1 ab - uitspraak rechtbank Wheels online.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 20 februari 2015 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. bijlage Fatale termijn ja 22 maart 2015 Bijlagen CIB Ons kenmerk Zaaknr B&W besluit 17 februari 2015 Portefeuillehouder L. van Rekom Fysiek en Economie Onderwerp Wat wordt gevraagd Toelichting College Informatiebrief Kennis te nemen van de mededeling vanuit het college. In de College informatiebrief komt het volgende onderwerp aan de orde: 1. Uitspraak rechtbank Rotterdam in zake beroep Wheels Online op opleggen last onder dwangsom Bijgaande stukken College informatiebrief d.d. 20 februari 2015 Ambtelijk contactpersoon G. Speets Tel.nr. (0184) Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

16 2 CIB uitspraak Rechtbank Wheels Online.pdf College Informatiebrief Onderwerp: mededelingen vanuit het college Datum: 20 februari 2015 Portefeuille L. van Rekom 1. Uitspraak rechtbank Wheels Online Hierbij willen wij u op de hoogte brengen van het feit dat het beroep van Wheels Online tegen de opgelegde dwangsom met betrekking tot het uitvoeren van particuliere verkoop (detailhandel) in strijd met het bestemmingsplan door de rechtbank op 9 februari 2015 gegrond is verklaard. Wij bezien wat de consequenties zijn van deze uitspraak van de rechtbank en welke eventuele vervolgstappen er genomen moeten worden. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

17 9 BEST - APV en Evenementenbeleid 1 ab - APV en Evenementenbeleid.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 12 februari 2015 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze ex art. 160, lid 2 van de Gemeentewet kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. bijlage Fatale termijn nee Bijlagen diverse Ons kenmerk Zaaknr B&W besluit 10 februari 2015 Portefeuillehouder A.P.J. van Hemmen Bestuur en Middelen Onderwerp Wat wordt gevraagd Toelichting Vaststellen Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 2015 en het Evenementenbeleid 2015 e.v. De APV Sliedrecht 2015 en het Evenementenbeleid 2015 e.v. vast te stellen en enkele voorbereidende besluiten te nemen t.b.v. de aanpassing van bestemmingplannen t.b.v. het aanwijzen van evenementenlocaties. APV De Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) wordt doorlopend getoetst op effectiviteit en actualiteiten. De actualiteiten, zoals onder andere de wijziging van de Drank- en Horecawet, de regionale samenwerking op het gebied van vergunningverlening en jurisprudentie, zijn aanleiding om een aangepaste versie ter besluitvorming aan te bieden. Ook op basis van voortschrijdend inzicht en adviezen van de politie wordt voorgesteld bepaalde artikelen te wijzigen. Evenementenbeleid Het huidige evenementenbeleid is gedateerd. Bovendien is het wenselijk aansluiting te zoeken bij de regio, om regionale samenwerking te bevorderen. Evenementenlocaties Het aanwijzen van evenementenlocaties hoort thuis in het bestemmingsplan. Daarom wordt gevraagd enkele (principe)besluiten te nemen m.b.t. dit onderwerp. Bijgaande stukken Raadsvoorstel en concept raadsbesluit met de volgende bijlagen: 1. Lijst met wijzigingen APV 2. APV Sliedrecht 2015 Kopieën aan: Archief

18 Ambtelijk contactpersoon 3. Evenementenbeleid 2015 e.v. 4. Handreiking publieksevenementen D. Vleugel-Vogel Tel. nr. (0184) Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen 2

19 2 rv - APV en Evenementenbeleid.pdf Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Zaaknummer: Sliedrecht, 10 februari 2015 Onderwerp: Vaststellen Algemene Plaatselijke Verordening Sliedrecht 2015, Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v. en evenementenlocaties. Beslispunten Met betrekking tot de APV worden de volgende beslispunten voorgesteld: 1. In te stemmen met de volgende inhoudelijke wijzigingen in de APV Sliedrecht 2015 ten opzichte van de APV Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging: I Ia II IIa III IIIa het invoeren van een verbod op het bij zich dragen van geprepareerde voorwerpen; hiervoor artikel 2:44a aan de APV toe te voegen; het invoeren van een opruimplicht voor paardenpoep; hiervoor artikel 2:58 te wijzigen; het invoeren van de vergunningplicht voor venten; hiervoor artikel 5:15 te wijzigen. IV het invoeren van beperkingen voor het houden van evenementen op zondag ; IVa hiervoor artikel 2:25 lid 2 sub f te wijzigen IVb hiervoor artikel 2:25 a toe te voegen V Va de burgemeester de bevoegdheid te geven tot het stellen van aanvullende voorwaarden in evenementenvergunningen hiervoor een nieuw artikel 2:26 a toe te voegen. 2. In te stemmen met de voorgestelde technische wijzigingen 1 tot en met 39 van de APV Sliedrecht 2015 ten opzichte van de APV Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging (zie bijlage); 3. De APV Sliedrecht 2015 te hernummeren ten opzichte van de APV Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging; 4. De toelichting op de model-apv van de VNG van toepassing te verklaren op de APV Sliedrecht 2015; 5. De Algemene Plaatselijke Verordening (hierna APV) Sliedrecht 2015 vast te stellen; 6. De Algemene Plaatselijke Verordening Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging in te trekken. Met betrekking tot het Evenementenbeleid worden de volgende beslispunten voorgesteld: 7. Het Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v. vast te stellen;

20 - 2 - Met betrekking tot evenementenlocaties worden de volgende beslispunten voorgesteld: 8. Te besluiten dat het Burg. Winklerplein zal worden aangewezen als evenemententerrein waarbij maximaal 6 evenementen van de categorie B en C zijn toegestaan met een maximum van 15 dagen, waarvan 2 meerdaagse evenementen zijn toegestaan. Een meerdaags evenement kan maximaal 8 dagen duren. Het totaal van 15 dagen per jaar mag niet worden overschreden. Genoemde aantallen zijn inclusief de dagen voor op- en afbouw. Het college de opdracht te geven de bestemmingsplanprocedure te starten om dit uitgangspunt te formaliseren. 9. Het college de opdracht te geven de bestemmingsplanprocedure te starten om het vastleggen van overige evenementenlocaties te formaliseren. 10. Het college de opdracht te geven te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor verplaatsing van de weekmarkt van het Burg. Winklerplein naar de omgeving van Kerkbuurt. 11. Het college de aanbeveling te doen de kermis 2015 te koppelen aan het maritiem zomerfestival en het college de opdracht te geven onderzoek te doen naar een toekomstbestendige kermis met bijbehorende locatie(s). Samenvatting APV De wijzigingen in de nieuwe APV volgen de wetswijzigingen, jurisprudentie, lokale en landelijke ontwikkelingen. Periodiek wordt de APV gewijzigd om de actualiteit ervan te waarborgen. Omdat er veel technische wijzigingen zijn, en de APV in zijn geheel een nieuwe nummering heeft gekregen, is ervoor gekozen de APV in zijn geheel opnieuw vast te laten stellen. Evenementenbeleid Regels met betrekking tot evenementen zijn landelijk volop in ontwikkeling. Het huidige evenementenbeleid van Sliedrecht is verouderd. Daarnaast heeft de Veiligheidsregio in samenwerking met de gemeenten in de regio een Regionale Handreiking publieksevenementen (hierna kortweg Handreiking) ontwikkeld. Een lokaal beleid, dat aansluit op de Handreiking is noodzakelijk. Evenementenlocaties Evenementenlocaties dienen in het bestemmingsplan te zijn aangewezen. Om de druk op het parkeerterrein van het Burg. Winklerplein te beperken, wordt voorgesteld te onderzoeken of de weekmarkt kan worden verplaatst naar de Kerkbuurt. Inleiding APV De APV wordt doorlopend getoetst op effectiviteit en actualiteiten. De actualiteiten, zoals onder andere de wijziging van de Drank- en Horecawet, de regionale samenwerking op het gebied van vergunningverlening en jurisprudentie, zijn aanleiding om een aangepaste versie ter besluitvorming aan te bieden. Ook op basis van voortschrijdend inzicht en adviezen van de politie wordt voorgesteld bepaalde artikelen te wijzigen. Behalve de technische en inhoudelijke wijzigingen is er voor gekozen de nummering van de modelverordening van de VNG te volgen. Het voordeel hiervan is dat de nummering daarmee ook gelijk loopt met die van de overige Drechtsteden (en de meeste andere gemeenten in Nederland). In het kader van de regionale samenwerking is dit een groot voordeel. Bovendien kan de toelichting op de model-verordening van toepassing verklaard worden op de APV van Sliedrecht. Voor een overzicht van de wijzigingen en de aanleiding hiervoor wordt u verwezen naar de bijlage van dit voorstel. Evenementenbeleid en -locaties Evenementen leveren een positieve bijdrage aan het culturele en sociaal-maatschappelijke leven binnen de gemeente, maar kunnen ook de nodige fysieke en sociale veiligheidsrisico's met zich meebren-

21 - 3 - gen. In de Regionale Handreiking Publieksevenementen is de volledige procedure van vergunningaanvraag tot evenement geregeld, inclusief toetsingscriteria. Er blijven altijd wat onderwerpen over die specifiek voor een bepaalde gemeente zijn. Zoals bijvoorbeeld eindtijden en locaties. Dergelijke zaken komen aan de orde in het lokale evenementenbeleid. Beoogd effect Door de wijziging van de APV en het Evenementenbeleid zijn deze weer (juridisch) actueel, sluiten aan bij de opzet van de APV s in de Drechtsteden, de regionale Handreiking Publieksevenementen en voorzien in de (juridische) basis voor de aanpak van de actuele onderwerpen. Argumenten met betrekking tot de APV 1.I&Ia Het invoeren van een verbod op het bij zich dragen van geprepareerde voorwerpen en hiervoor artikel 2:44a aan de APV toe te voegen; 1. Geprepareerde voorwerpen (tassen) worden steeds vaker gebruikt om winkeldiefstallen te plegen Met een geprepareerd voorwerp (meestal een tas of jas) is het mogelijk om de detectieapparatuur in een winkel te omzeilen. Door producten in een dergelijke tas of jas te doen met een binnenvoering van bijvoorbeeld aluminium of lood gaat het alarm niet af bij het passeren van de detectiepoorten. Uit cijfers van de politie blijkt dat deze vorm van winkeldiefstal landelijk gezien toeneemt. 2. De politie heeft gemeenten verzocht om het verbod op geprepareerde voorwerpen in hun APV op te nemen Uit overleg tussen de VNG en het Parket-Generaal is gebleken dat het artikel handhaafbaar is. Winkeldieven zijn al strafbaar voordat de diefstal feitelijk is gepleegd, wanneer zij een geprepareerd voorwerp bij zich dragen. Dit maakt de aanpak voor de politie eenvoudiger. 3. De leden van de projectgroep van het Keurmerk Veilig ondernemen hebben unaniem ingestemd met dit voorstel Het voorstel is besproken in de projectgroep van het Keurmerk Veilig Ondernemen. Unaniem waren de leden het eens met het opnemen van dit artikel in de APV, als onderdeel van een breder pakket van maatregelen. 1. II &IIa Het invoeren van een opruimplicht voor paardenpoep en hiervoor artikel 2:58 te wijzigen; 1. Er is nu rechtsongelijkheid tussen hondenbezitters en ruiters m.b.t. de opruimplicht van uitwerpselen Hondenbezitters zijn verplicht de uitwerpselen van hun hond op te ruimen, terwijl er voor paarde poep geen opruimplicht geldt in de huidige APV. In theorie kan het gebeuren dat een Boa een proces verbaal uitschrijft aan een hondenbezitter, terwijl er een ruiter voorbij rijdt waarvan het paard op de weg poept. De boa heeft dan geen mogelijkheid om die ruiter een proces verbaal te geven. 2. Er zijn de afgelopen jaren enkele meldingen ontvangen over paardenpoep op de openbare weg Hoewel overlast van paardenpoep een minder groot probleem is dan hondenpoep, komen er jaarlijks toch enkele klachten binnen. Melders geven met name aan dat ze de rechtsongelijkheid met hondenbezitters niet kunnen begrijpen. 1. III&IIIa Het invoeren van de vergunningplicht voor venten en hiervoor artikel 5:15 te wijzigen. 1. De gemeente heeft zicht op de venters die in Sliedrecht actief zijn Er komen geregeld klachten over venters met agressieve verkooptechnieken of dubieuze verkooppraatjes bij de gemeente binnen. Met de huidige APV-bepaling bestaat er geen enkel zicht op welke venters er in de gemeente actief zijn en is handhaven alleen mogelijk wanneer de algemene regels overtreden worden. Door de voorgestelde wijziging kunnen er specifieke voorschriften aan het venten verbonden worden, en zijn contactgegevens bekend. Degenen zonder vergunning kunnen op basis

22 - 4 - daarvan worden aangepakt. Bovendien kunnen burgers die de zaak niet vertrouwen vragen naar de vergunning. 1. IV & IV a en b Het invoeren van beperkingen voor het houden van evenementen op zondag en hiervoor artikel 2:25 lid 2 sub f te wijzigen en artikel 2:25 a toe te voegen 1. Het houden van de evenementen op zondagen Gezien de gevoeligheid van de zondagsrust voor een deel van de Sliedrechtse bevolking worden evenementen op zondag beperkt. Voor het houden van evenementen op zondag voor 13 uur geldt reeds een verbod op grond van de Zondagswet. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om bij plaatselijke verordening ook voor de tijd na 13 uur voor bepaalde categorieën openbare vermakelijkheden eenzelfde verbod vast te stellen. Daarnaast wordt de bestaande regeling gewijzigd waardoor het niet meer mogelijk is dat vergunningsvrije evenementen op zondagen plaatsvinden. Een artikel 2:25 a wordt toegevoegd die de mogelijkheid tot het houden van evenementen op zondag na 13 uur beperkt. In principe worden hiermee op zondagen na 13 uur alleen evenementen toegestaan die plaatsvinden ten Noorden van de A15, zonder versterkte muziek, met een maximum bezoekersaantal en indien sprake van een sociaal of cultureel belang van het evenement of tradities, sportevenementen of het geven van muziekuitvoeringen. Deze eisen gelden cumulatief. Een uitzondering wordt gemaakt voor herdenkingsplechtigheden. Deze kunnen ook ten zuiden van de A15 plaatsvinden. Zo blijft het verlenen van een vergunning voor herdenkingsplechtigheden nog steeds mogelijk. 1. V en Va De burgemeester de bevoegdheid te geven tot het stellen van aanvullende voorwaarden in evenementenvergunningen en hiervoor een nieuw artikel 2:26 a toe te voegen 1. De Burgemeester is de vergunningverlenende instantie De bevoegdheid tot het verlenen van evenementenvergunning ligt bij de Burgemeester. Openbare orde is immers op grond van de Gemeentewet het exclusieve domein van de burgemeester. Hij dient dan ook aanvullende voorwaarden aan evenementenvergunningen te kunnen verbinden. Indien hiertoe niet een expliciete regeling in de APV wordt opgenomen kunnen aan evenementenvergunningen geen nadere voorwaarden worden verbonden De technische wijzigingen zijn nodig om de APV juridisch actueel te houden Door wijzigingen van wetten, jurisprudentie, voortschrijdend inzicht e.d. is het nodig de APV op bepaalde onderdelen te wijzigen. Het betreft hier noodzakelijke wijzigingen om de APV actueel en werkbaar te houden Hernummering maakt samenwerking makkelijker Boa s en politie-agenten die de APV handhaven, werken ook voor de regiogemeenten. Regels in de APV zijn lang niet altijd gelijk in de afzonderlijke gemeenten, maar het is wel wenselijk dat de verschillende onderwerpen onder dezelfde artikelen zijn terug te vinden. 4.1.De VNG heeft een uitgebreide toelichting op de model-apv gemaakt, die voortdurend actueel wordt gehouden en wordt voorzien van relevante jurisprudentie. Het is onmogelijk een dergelijke toelichting als gemeente zelf te ontwikkelen en bij te houden. Door de toelichting op de model-apv van toepassing te verklaren op de eigen APV is voorzien in een actuele, uitgebreide toelichting Het is overzichtelijker de APV opnieuw vast te stellen Door de vele technische wijzigingen en de hernummering is het overzichtelijker om de APV opnieuw vast te stellen in plaats van een wijzigingsbesluit te nemen.

23 De Algemene Plaatselijke Verordening 2009, inclusief derde wijziging in te trekken. De huidige APV dient, samenhangend met de vaststelling van de nieuwe APV, te worden ingetrokken. Argumenten met betrekking tot het Evenementenbeleid 7.1 Het huidige evenementenbeleid is verouderd en niet in overeenstemming met het huidige raadsprogramma. Het huidige evenementenbeleid dateert van 2004 en dient te worden aangepast Het evenementenbeleid dient aan te sluiten op de regionale Handreiking Publieksevenementen De hulpdiensten stellen als voorwaarde van hun advisering, dat er conform de regionale Handreiking Publieksevenementen wordt gewerkt. Het evenementenbeleid sluit hierop aan. 8.1, 9.1, 10.1 Dit is nodig om het Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v. goed te implementeren. Naar aanleiding van de besluitvorming over het evenementenbeleid dienen de bestemmingsplannen, indien nodig, hiermee in overeenstemming te worden gebracht. In het bestemmingsplan wordt nader bepaald welke mogelijkheden ruimtelijk aanvaardbaar zijn op de aangewezen evenementenlocaties. Aansluitend aan de vaststelling van het evenementenbeleid zal daarom een herzieningsprocedure van de betreffende bestemmingsplannen worden gestart en onderzocht worden of de weekmarkt verplaatst kan worden naar de omgeving van de Kerkbuurt Ten behoeve van een weloverwogen besluit over een structurele locatie voor de kermis is nader onderzoek gewenst. Door voor 2015 een besluit met betrekking tot de kermis te nemen is er ruimte voor een zorgvuldige besluitvorming over een structurele locatie. Kanttekeningen Met betrekking tot de APV: 1.I&Ia het invoeren van een verbod op het bij zich dragen van geprepareerde voorwerpen en hiervoor artikel 2:44a aan de APV toe te voegen 1. Deze gemeentelijke maatregel kan alleen succesvol zijn als daartegenover ook inspanningen van andere partijen, waaronder de ondernemers zelf, staan Binnen het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) worden reeds afspraken gemaakt tussen ondernemers, de gemeente en de politie. Het KVO is een samenwerkingsverband gericht op het verbeteren van de veiligheid in winkelgebieden en op bedrijventerreinen. In de Sliedrechtse winkelgebieden is reeds de eerste KVO ster behaald. Het verbod op het bij zich dragen van geprepareerde artikelen past prima in het pakket van maatregelen. 1. II &IIa het invoeren van een opruimplicht voor paardenpoep en hiervoor artikel 2:58 te wijzigen 1.De opruimplicht is moeilijk te handhaven Net zoals bij hondenpoep is de opruimplicht van paardenpoep moeilijk te handhaven. Alleen in heterdaad-gevallen kan een boa of politieagent een proces-verbaal uitschrijven. In andere gevallen is namelijk niet te bewijzen dat de uitwerpselen afkomstig zijn van het desbetreffende dier. 1. III&IIIa het invoeren van de vergunningplicht voor venten en hiervoor artikel 5:15 te wijzigen 1. De gemeente heeft geen mogelijkheden om de vergunning te weigeren als niet vooraf het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu in het geding komt

24 - 6 - De mogelijkheden om een vergunning te weigeren zijn beperkt. Het voordeel zit hem met name in het feit dat de gegevens bekend zijn bij de gemeente en burgers naar de vergunning kunnen vragen als de venter aan de deur staat. 2. & 3.In te stemmen met de voorgestelde technische wijzigingen 1 tot en met 39 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2015 en hernummering 1.Van sommige technische wijzigingen is het nut niet direct duidelijk. De APV is een lokale verordening. Waarom zou die moeten aansluiten op de model-apv Elke APV is anders, en sluit aan op de lokale omstandigheden in de betreffende gemeenten. Er is echter een model-verordening van de VNG welke als basis dient voor de lokale varianten. Er vindt steeds meer regionale samenwerking plaats, zoals bijvoorbeeld bij de inzet van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa s), maar ook op het gebied van evenementen. Het werkt dan prettig als de informatie in de APV op dezelfde plaats te vinden is, met dezelfde tekstopbouw, ook al verschilt de regel inhoudelijk. Met betrekking tot het aanwijzen van evenementenlocaties: 7.1. Aanwijzen van locaties voor evenementen dient plaats te vinden in een bestemmingsplan. Het aanwijzen van locaties voor evenementen/ evenemententerreinen hoort thuis in het bestemmingsplan. Het gaat daarbij om een ruimtelijk afwegingskader waarbij de maximale gebruiksmogelijkheden moeten worden opgenomen en beoordeeld. Dit hoort niet thuis in deze evenementennotitie die is gebaseerd op de APV en een ander beoordelingskader kent (openbare orde, openbare veiligheid volksgezondheid en milieu). Ruimtelijk gezien bestaat er rechtspraak die bepaalt dat gebruik van een locatie voor een evenement niet is toegestaan wanneer dit gebruik niet incidenteel en kortdurend is. De geldende rechtspraak over wat kan worden aangemerkt als incidenteel en kortdurend is zeer strak. Voor het houden van een evenement in strijd met de bestemming is aanpassing van het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning voor het strijdig gebruik vereist. Dit betekent dat de situatie kan voorkomen dat wel een evenementenvergunning wordt verleend, maar dat deze feitelijk niet kan worden gebruikt alvorens het strijdig gebruik met het bestemmingsplan is opgelost. De maximale geluidsbelasting, bezoekersaantallen, duur en aard van toegestane evenementen worden in het bestemmingsplan bepaald. Bij het verlenen van de APV vergunningen wordt daarnaast getoetst welke geluidsbelasting per separaat evenement is toegestaan, afhankelijk van alle factoren van het specifieke evenement Belangen winkeliers BW plein Indien het BW plein in het bestemmingsplan wordt aangewezen als evenementenlocatie kan onderzocht worden of verplaatsing van de weekmarkt naar de Kerkbuurt een optie is. Hierdoor kan het parkeerterrein als zodanig worden gebruikt en wordt een impuls gegeven aan de Kerkbuurt. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders n.v.t. Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders n.v.t. Tijdspad, monitoring en evaluatie mb.t. voorgesteld raadsbesluit n.v.t.

25 - 7 - Communicatie Publicatie in Het Kompas Plaatsing APV en evenementenbeleid op internet Verzending APV en evenementenbeleid aan betrokkenen Het evenementenbeleid wordt concreet vertaald naar een publiekvriendelijke versie (bijvoorbeeld d.m.v. een infographic). Vervolg Het college zal de uitvoeringsbesluiten welke betrekking hebben op de APV en de Handreiking Publieksevenementen vaststellen. Eerdere besluiten/behandeling raad n.v.t. Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen Bijlagen: concept raadsbesluit 1. APV Sliedrecht Lijst met wijzigingen APV 3. Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v. 4. Handreiking publieksevenementen

26 3 rb - APV en Evenementenbeleid.pdf Concept Raadsbesluit zaaknummer: Onderwerp: Vaststellen Algemene Plaatselijke Verordening Sliedrecht 2015 en Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v. De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 februari 2015; Besluit: Met betrekking tot de APV: 1. In te stemmen met de volgende inhoudelijke wijzigingen in de APV Sliedrecht 2015 ten opzichte van de APV Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging: I Ia II IIa III IIIa het invoeren van een verbod op het bij zich dragen van geprepareerde voorwerpen; hiervoor artikel 2:44a aan de APV toe te voegen; het invoeren van een opruimplicht voor paardenpoep; hiervoor artikel 2:58 te wijzigen; het invoeren van de vergunningplicht voor venten; hiervoor artikel 5:15 te wijzigen. IV het invoeren van beperkingen voor het houden van evenementen op zondag ; IVa hiervoor artikel 2:25 lid 2 sub f te wijzigen IVb hiervoor artikel 2:25 a toe te voegen V Va de burgemeester de bevoegdheid te geven tot het stellen van aanvullende voorwaarden in evenementenvergunningen hiervoor een nieuw artikel 2:26 a toe te voegen. 2. In te stemmen met de voorgestelde technische wijzigingen 1 tot en met 39 van de APV Sliedrecht 2015 ten opzichte van de APV Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging (zie bijlage); 3. De APV Sliedrecht 2015 te hernummeren ten opzichte van de APV Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging; 4. De toelichting op de model-apv van de VNG van toepassing te verklaren op de APV Sliedrecht 2015; 5. De Algemene Plaatselijke Verordening (hierna APV) Sliedrecht 2015 vast te stellen; 6. De Algemene Plaatselijke Verordening Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging in te trekken.

27 Met betrekking tot het Evenementenbeleid: 7. Het Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v. vast te stellen; Met betrekking tot evenementenlocaties: 8. Te besluiten dat het Burg. Winklerplein zal worden aangewezen als evenemententerrein waarbij maximaal 6 evenementen van de categorie B en C zijn toegestaan met een maximum van 15 dagen, waarvan 2 meerdaagse evenementen zijn toegestaan. Een meerdaags evenement kan maximaal 8 dagen duren. Het totaal van 15 dagen per jaar mag niet worden overschreden. Genoemde aantallen zijn inclusief de dagen voor op- en afbouw. Het college de opdracht te geven de bestemmingsplanprocedure te starten om dit uitgangspunt te formaliseren. 9. Het college de opdracht te geven de bestemmingsplanprocedure te starten om het vastleggen van overige evenementenlocaties te formaliseren. 10. Het college de opdracht te geven te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor verplaatsing van de weekmarkt van het Burg. Winklerplein naar de omgeving van de Kerkbuurt. 11. Het college de aanbeveling te doen de kermis 2015 te koppelen aan het maritiem zomerfestival en het college de opdracht te geven onderzoek te doen naar een toekomstbestendige kermis met bijbehorende locatie(s). Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 24 maart 2015 De griffier, De voorzitter, dr. M.J.E.M. van Dam drs. A.P.J. van Hemmen

28 4 By 1 - APV Sliedrecht 2015.pdf Algemene Plaatselijke Verordening Sliedrecht 2015 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1:1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan; b. Weg: 1. de weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede de daaraan liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen; 2. de al dan niet met enige beperking voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen; 3. de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, die uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn; 4. andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten. c. openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn; d. bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994; e. rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht; f. bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Bouwverordening 2003; g. gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet; h. handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen; i. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Artikel 1:2 Beslistermijn 1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen. 3. Het bepaalde in het eerste en het tweede lid geldt niet indien in het desbetreffende artikel een gewijzigde termijn wordt genoemd. 4 In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, tweede lid, aanhef en onder a. Artikel 1:3 Indiening aanvraag 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. 2. Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste tien weken.

29 Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. 2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald. Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; e. indien de houder dit verzoekt. Artikel 1:7 Termijnen De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet. Artikel 1:8 Weigeringsgronden De vergunning of ontheffing kan door het bevoegde gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu.

30 HOOFDSTUK 2. OPENBARE ORDE AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden. 2. Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. 3. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege het bevoegde bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van wanordelijkheden zijn afgezet. 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. AFDELING 2. BETOGING Artikel 2:2 [gereserveerd] Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 1. Hij die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester. 2. De kennisgeving bevat: a. naam en adres van degene die de betoging houdt; b. het doel van de betoging; c. de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging; d. de plaats en, voor zover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging; e. voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling; f. maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen. 3. Hij die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld. 4. Indien het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk uur op de aan de dag van dat tijdstip voorafgaande werkdag. 5. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid genoemde termijn verkorten en een mondelinge kennisgeving in behandeling nemen. Artikel 2:4 en 2:5 (Vervallen)

31 AFDELING 3. VERSPREIDEN VAN GEDRUKTE STUKKEN Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 1. Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden op door het college aangewezen openbare plaatsen. 2. Het college kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren. 3. Het verbod geldt niet voor het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van gedrukte of geschreven stukken en afbeeldingen. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. AFDELING 4. VERTONINGEN E.D. OP DE WEG Artikel 2:7 en 2:8 [gereserveerd] Artikel 2:9 Straatartiest e.d. 1. Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden op of aan door de burgemeester aangewezen wegen of gedeelten daarvan. 2. De burgemeester kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren. 3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod. 4. Op de beslissing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het derde lid is afdeling van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. AFDELING 5. BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan 1. Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als: a. het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; b. het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. 2. Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van: a. de openbare orde of de woon- en leefomgeving regels stellen ten aanzien van terrassen en uitstallingen; b. een doelmatig en veilig gebruik van de weg regels stellen ten aanzien van spandoeken. 3. Het bevoegd bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 4. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid bedoeld gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of k. van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 5. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor: a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24; b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5: Het verbod in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet, of het Provinciaal wegenreglement.

32 Artikel 2:10a Het plaatsen van driehoeks- en sandwichborden 1. Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college op of aan de weg driehoeksborden, of borden met een gelijke of soortgelijke functie, te plaatsen. 21. Een vergunning bedoeld in het eerste artikel 2:10 lid 4 lid kan worden geweigerd of ingetrokken: 1 a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; b2. indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. Artikel 2:10b Nadere Regels Het college is bevoegd tot het stellen van nadere regels ten aanzien van bepaalde in artikelen 2:10 en 2:10a. Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. 2. De vergunningaanvraag wordt behandeld: a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien het activiteiten betreft die zonder vergunning verboden zijn vanwege strijd met het bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit; b. door het college in de overige gevallen. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor overheden bij het uitvoeren van hun publieke taak. 4. Het verbod geldt voorts niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, het Provinciaal wegenreglement, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening gemeente Sliedrecht Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag: a. een uitweg te maken naar de weg; b. van de weg gebruik te maken voor het hebben van een uitweg; c. verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg. 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat. 3. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd in het belang van: a. de bruikbaarheid van de weg; b. het veilig en doelmatig gebruik van de weg; c. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving; d. de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente; e. strijdigheid met een geldend bestemmingsplan. 4 Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Waterschapskeur of het Provinciaal wegenreglement.

33 AFDELING 6. VEILIGHEID OP DE WEG Artikel 2:13 t/m 2:15 [gereserveerd] Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken. Artikel 2:17 t/m 2:20 [gereserveerd] Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 1. De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd. 2. Het college maakt van tevoren aan de rechthebbende als bedoeld in het eerste lid zijn besluit bekend over te gaan tot het doen aanbrengen of wijzigen van een voorwerp, bord of voorziening als bedoeld in het eerste lid. 3. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet, of de Belemmeringenwet Privaatrecht. Artikel 2:22 en 2:23 [gereserveerd] AFDELING 7. EVENEMENTEN Artikel 2:24 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van deze verordening; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen ; d. het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties ; f. activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van deze verordening. 2. Onder evenement wordt mede verstaan: 1. een herdenkingsplechtigheid; 2. een braderie; 3. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de weg; 4. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg; 5. een straatfeest of buurtbarbecue op één dag (klein evenement).

34 Artikel 2:25 Evenement 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. 2. Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, indien: a. het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 75 personen; b. het evenement tussen 7.00 en 0.00 uur plaats vindt; c. geen muziek ten gehore wordt gebracht voor uur of na uur; d. het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten; e. slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m² per object; f. er een organisator is; g. de organisator uiterlijk 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester. h. het evenement niet plaatsvindt op zondag. 3. De burgemeester kan binnen 10 dagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. 4. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet Op de vergunning is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:25 a Evenementen op zondag 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2 bedraagt de beslistermijn op een aanvraag voor een evenement welke op zondag zal plaatsvinden 12 weken 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:3 lid 1 kan, indien een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend minder dan acht weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft, de Burgemeester besluiten de aanvraag niet te behandelen. 3. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 van de APV wordt de vergunning geweigerd indien de vergunning is aangevraagd voor een zondag na 13:00 uur en niet is voldaan aan (een van) de volgende vereisten: a. een evenement mag slechts plaatsvinden in het gebied ten Noorden van de A15; b. het aantal aanwezigen bedraagt maximaal 600 personen; c. er is sprake van een sociaal of cultureel belang van het evenement of tradities, sportevenementen of het geven van muziekuitvoeringen. 4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid kan voor een zondag na 13:00 uur door de Burgemeester de vergunning worden verleend voor een evenement ten zuiden van de A15 indien er sprake is van een herdenkingsplechtigheid. 5. Voor evenementen op zondag mag maar beperkt gebruik gemaakt worden van luidsprekers en versterkers en moet worden voldaan aan de eisen zoals opgenomen in artikel 4:4. Artikel 2:26 Ordeverstoring Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren. Artikel 2:26 A Nadere voorschriften De Burgemeester is bevoegd aan een evenementenvergunning nadere voorwaarden te verbinden.

35 AFDELING 8. TOEZICHT OP HORECABEDRIJVEN Artikel 2:27 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: 1. a. openbare inrichting: I een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis; II. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid; b. terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar staof zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. c. leidinggevende: de natuurlijke persoon die algemene of onmiddellijke leiding geeft, dan wel de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden voor wiens rekening en risico de openbare inrichting wordt geëxploiteerd. d. paracommerciële rechtspersoon: dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet. Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting 1. Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. 2. De burgemeester weigert de vergunning indien de vestiging of exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan. 3. Het is verboden een openbare inrichting voor het publiek geopend te houden indien in die openbare inrichting geen leidinggevende aanwezig is die vermeld staat op de vergunning of op het aanhangsel bij de vergunning van de openbare inrichting, dan wel een persoon wiens bijschrijving is gevraagd mits de ontvangst van die aanvraag is bevestigd en zolang nog niet op de aanvraag is beslist. 4. In afwijking van artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. 5. Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin de openbare inrichting is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van de openbare inrichting en de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie. 6. Het eerste lid geldt niet voor een openbare inrichting in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de horeca een nevenactiviteit is van de winkelactiviteit. 7. Voor de openbare inrichting als bedoeld in het zesde lid gelden dezelfde sluitingstijden als voor de winkel. 8. Voorts geldt het eerste lid niet voor: a. een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaalculturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard b. bedrijfskantines, voor zover deze uitsluitend als zodanig in gebruik zijn; c. een horecagedeelte van een winkel of dienstverlenende inrichting (zoals copyshop, drukkerij of internetcafé) dat voldoet aan de volgende voorwaarden: - het horecagedeelte is ondergeschikt aan de winkel- of dienstverleningsfunctie; - er worden hooguit op beperkte schaal eet- en drinkwaren verstrekt die in relatie staan tot het assortiment van de winkel (uitgezonderd grootwinkelbedrijven); - het horecagedeelte is beperkt in omvang in verhouding tot de oppervlakte van de totale inrichting; - de oppervlakte van het horecagedeelte beslaat inpandig maximaal 10 m2; - het horecagedeelte bevat maximaal 8 zitplaatsen; - in het horecagedeelte zijn geen speelautomaten aanwezig; - in het horecagedeelte worden geen alcoholhoudende dranken verstrekt;

36 d. inrichtingen in musea, crematoria en rouwcentra voor zover deze worden gebruikt als ondersteuning van de bedrijfsvoering; e. inrichtingen in bejaardentehuizen, ziekenhuizen en verpleegtehuizen, voor zover deze uitsluitend gericht zijn op de bewoners/patiënten en hun bezoekers; 9. De burgemeester weigert de vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien de aanvrager geen verklaring omtrent gedrag overlegt die uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de vergunningaanvraag is ingediend, is afgegeven. 10. Op de beslissing op een aanvraag om een exploitatievergunning als bedoeld in dit artikel is afdeling van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Artikel 2:29 Sluitingstijd 1. Het is de exploitant verboden de openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers in de openbare inrichting te laten verblijven: op maandag tot en met vrijdag tussen uur en uur, en op zaterdag en zondag tussen uur en uur. 2. In afwijking van het eerste lid geldt voor de volgende openbare inrichtingen het verbod deze voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven op maandag tot en met zondag tussen uur en uur: o paracommerciële rechtspersonen; o een openbare inrichting uitsluitend, in hoofdzaak of gedeeltelijk in gebruik bij sportorganisaties of - instellingen dan wel deel uitmaakt van een gebouw waar deze activiteiten plaatsvinden; o een openbare inrichting uitsluitend, in hoofdzaak of gedeeltelijk in gebruik bij één of meerdere jeugdorganisaties of -instellingen dan wel deel uitmaakt van een gebouw waar deze activiteiten plaatsvinden; o een openbare inrichting uitsluitend, in hoofdzaak of gedeeltelijk in gebruik bij levensbeschouwelijke organisaties of instellingen dan wel deel uitmaakt van een gebouw waar deze activiteiten plaatsvinden; o een openbare inrichting gelegen op of in de onmiddellijke nabijheid van een kampeer- of caravanterrein. 3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de sluitingstijd. 4. De burgemeester kan door middel van een vergunningvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijke openbare inrichting of een daartoe behorend terras. 5. Het in het eerste, tweede en derde lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften. 6. In de openbare inrichting zoals omschreven in het eerste en tweede lid: mogen geen nieuwe bezoekers worden toegelaten binnen één uur voorafgaande aan het voor de openbare inrichting geldende sluitingstijdstip; wordt een half uur voorafgaande aan het voor de openbare inrichting geldende sluitingstijdstip een zogenaamde cool-down periode ingesteld waarbij achtereenvolgens geen consumpties meer worden verstrekt, het geluidsniveau van de muziek geleidelijk wordt verlaagd en de lichtsterkte geleidelijk wordt opgevoerd. Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer openbare inrichtingen tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2:29 geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 13b van de Opiumwet.

37 Artikel 2:31 Verboden gedragingen Het is verboden in een openbare inrichting: a. de orde te verstoren; b. zich te bevinden na sluitingstijd of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn op grond van een besluit krachtens artikel 2:30, eerste lid. Artikel 2:32 Handel in horecabedrijven 1. In dit artikel wordt onder handelaar verstaan: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. 2. De exploitant van een openbare inrichting laat niet toe dat een handelaar of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt. Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan Indien een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college bij de toepassing van artikel 2:28 tot en met 2:30 op als bevoegd bestuursorgaan. Artikel 2:34 [gereserveerd] AFDELING 9. TOEZICHT OP INRICHTINGEN TOT HET VERSCHAFFEN VAN NACHTVERBLIJF Artikel 2:35 Begripsbepaling In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft. Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester. Artikel 2:37 [gereserveerd] Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken. AFDELING 10. TOEZICHT OP SPEELGELEGENHEDEN Artikel 2:39 Speelgelegenheden 1. In dit artikel wordt onder speelgelegenheid verstaan: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.

38 2. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op: a. speelautomatenhallen waarvoor op grond van artikel 30c, eerste lid, onder b, van de Wet op de Kansspelen vergunning is verleend; b. speelgelegenheden waarvoor de minister van Veiligheid en Justitie of de Kamer van Koophandel bevoegd is vergunning te verlenen; c. speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten. 3. De burgemeester weigert de vergunning: a. indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid; of b. indien de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan. 4. Op de vergunning is paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:40 Speelautomaten 1. In dit artikel wordt verstaan onder: a. Wet: de Wet op de kansspelen ; b. kansspelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder c. van de Wet ; c. hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d, van de Wet ; d. laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e, van de Wet. 2. In hoogdrempelige inrichtingen zijn 2 kansspelautomaten toegestaan. 3. In laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan. AFDELING 11. MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 1. Het is verboden een krachtens artikel 174a van de Gemeentewet gesloten woning, een niet voor publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te betreden. 2. Het is verboden een krachtens artikel 13b van de Opiumwet gesloten woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal, een bij die woning of dat lokaal behorend erf, een voor het publiek toegankelijk lokaal of bij dat lokaal behorend erf te betreden. 3. Deze verboden gelden niet voor personen wier aanwezigheid in de woning of het lokaal wegens dringende reden noodzakelijk is. 4. De burgemeester is bevoegd van de in het eerste en tweede lid bedoelde verboden ontheffing te verlenen. Artikel 2:42 Plakken en kladden 1. Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. 2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is: a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen; b. met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift.

39 4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen. 5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame. 6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. 7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven. Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. 1. Het is verboden op de weg of openbaar water te vervoeren of bij zich te hebben enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur of verfstof of verfgereedschap. 2. Dit verbod is niet van toepassing, indien de genoemde materialen of gereedschappen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd voor handelingen als verboden in artikel 2:42. Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 1. Het is verboden op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben. 2. Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen. Artikel 2:44a Verbod op het vervoeren van geprepareerde voorwerpen 1. Het is verboden op de weg of in de nabijheid van winkels te vervoeren of bij zich te hebben een voorwerp dar er kennelijk toe is uitgerust om het plegen van (winkel)diefstal te vergemakkelijken. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het in dat lid bedoelde voorwerp niet bestemd is voor de in dat lid bedoelde handelingen. Artikel 2:45 en 2:46 [gereserveerd] Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 1. Het is verboden op een openbare plaats: a. te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair of daarvoor niet bestemd straatmeubilair; b. zich op te houden op een wijze die aan andere gebruikers of aan bewoners van nabij die openbare plaats gelegen woningen onnodig overlast of hinder berokkent 2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 424, 426bis of 431 van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet Artikel 2:48 Openlijk gebruik van drank en softdrugs 1. het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, verboden op of aan de weg alcoholhoudende drank te nuttigen indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten of anderszins overlast veroorzaken. 2. Het is verboden op de weg, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen, of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. 3. Het bepaalde in het tweede lid geldt niet voor a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet; b. de plaats, niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank en Horecawet.

40 4. Het is verboden op door het college aangewezen wegen of weggedeelten softdrugs te gebruiken of openlijk voorhanden te hebben. 5. Onder softdrugs wordt verstaan: de middelen genoemd in lijst II, onderdeel b, behorende bij de Opiumwet. 6. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 45 van de Drank- en Horecawet. Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 1. Het is verboden: a. zich zonder redelijk doel in een portiek of poort op te houden; b. zonder redelijk doel in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen. 2. Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van zo n gebouw. Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd. Atikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien: a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek; b. daardoor die ingang versperd wordt. Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein. Artikel 2:53 t/m 2:56 [gereserveerd] Artikel 2:57 Loslopende honden 1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen: a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats; c. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen. 2. Het verbod in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen. 3. De verboden genoemd in het eerste lid aanhef en onder a en b zijn niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond: a. die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is; of b. die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

41 Artikel 2:58 Verontreiniging door honden en paarden 1. Het is de eigenaar of houder van een hond of paard verboden dat die hond of dat paard zich van zijn uitwerpselen ontdoet zonder dat die uitwerpselen onmiddellijk door hem worden verwijderd: a. op de weg; b. op een plaats die door het college is aangewezen ingevolge artikel 2.57, eerste lid, sub b; c. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide; d. op een andere door het college aangewezen plaats. 2. De eigenaar of houder van een hond is verplicht er tijdens het uitlaten van een hond voor te zorgen opruimmiddelen bij zich te hebben die redelijkerwijs voor dit doel geschikt zijn. 3. Het verbod zoals omschreven in het eerste lid en de verplichting zoals omschreven in het tweede lid, gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond: a. zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is; of b. deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond. Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 1. Indien het college een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan het de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander. 2. Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond aangelijnd te houden met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter. 3. Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die: a. vervaardigd is van stevige kunststof, van stevig leer of van beide stoffen; b. door middel van een stevige leren riem zodanig rond de hals is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is; en c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn. 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 2:57, eerste lid onder c, dient een hond als bedoeld in het eerste lid voorzien te zijn van een door de bevoegde minister op aanvraag verstrekt uniek identificatienummer door middel van een microchip die met een chipreader afleesbaar is. Artikel 2:59a Uitrengebieden Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen op een door het college aangewezen hondenuitrengebied nadat het college aan de eigenaar of de houder heeft bekendgemaakt dat het die hond gevaarlijk of hinderlijk acht. Ook bij ongewenste gedragingen van geleiders van de honden kan de toegang tot de uitrengebieden ontzegd worden. Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren: a. aanwezig te hebben; b. aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college in het aanwijzingsbesluit gestelde regels; of c. aanwezig te hebben in een groter aantal dan in die aanwijzing is aangegeven. 2. Het college kan de rechthebbende op een onroerende zaak, gelegen binnen een krachtens het eerste lid aangewezen plaats, ontheffing verlenen van één of meer verboden bedoeld in het eerste lid. Artikel 2:61 [gereserveerd]

42 Artikel 2:62 Loslopend vee De rechthebbende op vee dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken. Artikel 2:63 t/m 2:65 [gereserveerd] AFDELING 12. BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN Artikel 2:66 t/m 2:70 [gereserveerd] AFDELING 13. VUURWERK Artikel 2:71 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is. Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, zonder een vergunning van het college. Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 1. Het is verboden consumentenvuurwerk te gebruiken op een door het college in het belang van de voorkoming van gevaar, schade of overlast aangewezen plaats. 2. Het is verboden consumentenvuurwerk op een openbare plaats te gebruiken als dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken. 3. De verboden bedoeld in het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1, van het Wetboek van Strafrecht. AFDELING 14. DRUGSOVERLAST Artikel 2:74 Drugshandel op straat Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen. AFDELING 15. BESTUURLIJKE OPHOUDING, VEILIGHEIDSRISICOGEBIEDEN EN CAMERATOEZICHT OP OPENBARE PLAATSEN Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de artikelen 2:1, 2:3, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50 en 2:73 groepsgewijs niet naleven.

43 Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied. Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen 1. De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van vaste camera s voor bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats. 2. De burgemeester heeft de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid eveneens ten aanzien van overige plaatsen die niet onder de definitie van openbare plaats uit artikel 1 van de Wet openbare manifestaties (Wom) vallen maar wel voor een ieder toegankelijk zijn.

44 HOOFDSTUK 3. SEKSINRICHTINGEN EN STRAATPROSTITUTIE E.D. AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 3:1 Begripsbepalingen In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; b. prostituee: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; c. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; d. escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend; e. exploitant: de natuurlijke persoon of personen of rechtspersoon of rechtspersonen die een seksinrichting of escortbedrijf exploiteert, dan wel exploiteren en de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon of rechtspersonen bevoegde natuurlijke persoon of personen; f. beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent, dan wel uitoefenen in een seksinrichting of escortbedrijf; g. bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van: 1. de exploitant; 2. de beheerder; 3. de prostituee; 4. het personeel dat in de seksinrichting werkzaam is; 5. toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6.2 van deze verordening; 6. andere personen wier aanwezigheid in de seksinrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is. Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bevoegd bestuursorgaan: het college of, voor zover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester. Artikel 3:3 Nadere regels Met het oog op de in artikel 3:11 genoemde belangen, kan het college over de uitoefening van de bevoegdheden zoals genoemd in dit hoofdstuk nadere regels vaststellen. AFDELING 2. SEKSINRICHTINGEN EN STRAATPROSTITUTIE EN DERGELIJKE Artikel 3:4 Seksinrichtingen 1. Het is verboden een seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren of te wijzigen zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan. 2. In de aanvraag om en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld: a. de persoonsgegevens van de exploitant; b. de persoonsgegevens van de beheerder; c. het aantal werkzame prostituees; d. de aard van de seksinrichting of het escortbedrijf; e. de plaatselijke en kadastrale ligging van de seksinrichting door middel van een situatietekening met een schaal van tenminste 1:1000;

45 f. de plattegrond van de seksinrichting door middel van een tekening met een schaal van tenminste 1:100; g. bewijs van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel; en h. bewijs waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is tot het gebruik van de ruimte bestemd voor de seksinrichting. 3. Op de beslissing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid is afdeling van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 1. De exploitant en de beheerder: a. staan niet onder curatele en zijn niet ontzet uit de ouderlijke macht of de voogdij; b. zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag; en c. hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet: a. met toepassing van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht ter beschikking gesteld; b. binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten; c. binnen de laatste vijf jaar bij ten minste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van: - bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen; - de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273f, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht; - de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994; - de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de Kansspelen; - de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen; - de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie. 3. Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld: a. vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid onder a van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, derde lid onder a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan 375 euro bedraagt; b. een bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf. 4. De periode van vijf jaar, genoemd in het tweede lid, wordt: a. bij de weigering van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van beslissing op de aanvraag van de vergunning; b. bij de intrekking van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning. 5. De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.

46 Artikel 3:6 Sluitingstijden 1. Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben en daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven: a. op maandag tot en met vrijdag tussen en uur; b. op zaterdag en zondag tussen en uur. 2. In een seksinrichting zoals omschreven in het eerste a. mogen geen nieuwe bezoekers worden toegelaten binnen één uur voorafgaande aan de voor de seksinrichting geldende sluitingstijdstip; b. wordt een half uur voorafgaande aan de voor de seksinrichting geldende sluitingstijdstip een zogenaamde cool-down periode ingesteld waarbij achtereenvolgens geen consumpties meer worden verstrekt, het geluidsniveau van de muziek geleidelijk wordt verlaagd en de lichtsterkte geleidelijk wordt opgevoerd. 3. Het bevoegd bestuursorgaan kan door middel van een voorschrift als bedoeld in artikel 1:4 voor een afzonderlijke seksinrichting andere sluitingstijden vaststellen. 4. Het is bezoekers van een seksinrichting verboden zich daarin te bevinden gedurende de tijd dat die seksinrichting krachtens het eerste lid of tweede of derde lid, dan wel krachtens artikel 3:7, eerste lid, gesloten dient te zijn. 5. Het in het eerste tot en met vierde lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften. Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 1. Met het oog op de in artikel 3:11, tweede lid, genoemde belangen of in geval van strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan: a. tijdelijk andere dan de krachtens artikel 3:6, eerste of tweede of derde lid, geldende sluitingsuren vaststellen; b. van een afzonderlijke seksinrichting al dan niet tijdelijk de gedeeltelijke of algehele sluiting bevelen. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht, maakt het bevoegd bestuursorgaan het in het eerste lid bedoelde besluit openbaar bekend overeenkomstig artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht. Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 1. Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben, zonder dat de ingevolge artikel 3:4 op de vergunning vermelde exploitant of beheerder in de seksinrichting aanwezig is. 2. De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting: a. geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en b. geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde. Artikel 3:9 Straatprostitutie 1. Het is verboden, door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken: a. op of aan andere dan door het college aangewezen wegen of gebieden; b. gedurende andere dan door het college vastgestelde tijden. 2. Met het oog op de naleving van het in het eerste lid gestelde verbod, kan door politieambtenaren het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen. 3. Met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen kan door politieambtenaren aan personen die zich bevinden op de wegen en gedurende de tijden bedoeld in het eerste lid, het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde richting te verwijderen.

47 4. De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende een bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid. 5. De burgemeester beperkt het in het vierde lid genoemde verbod indien dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk is. 6. Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod als bedoeld in het vierde lid. Artikel 3:10 [gereserveerd] Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke 1. Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch- pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen: a. indien het bevoegd bestuursorgaan aan de rechthebbende heeft bekendgemaakt dat de wijze van tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen daarvan, de openbare orde of de woon- en leefomgeving in gevaar brengt; b. anders dan overeenkomstig de door het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving gestelde regels. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. AFDELING 3. BESLISTERMIJN EN WEIGERINGSGRONDEN Artikel 3:12 [gereserveerd] Artikel 3:13 Weigeringsgronden 1. De vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, wordt geweigerd indien: a. de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de in artikel 3:5 gestelde eisen; b. de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan, voorbereidingsbesluit, stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening; of c. er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting of het escortbedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht of met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde. 2. Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, worden geweigerd dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, achterwege gelaten, in het belang van: a. het voorkomen of beperken van overlast; b. het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat; c. de veiligheid van personen of goederen; d. de verkeersvrijheid of -veiligheid; e. de gezondheid of zedelijkheid; of f. de arbeidsomstandigheden van de prostituee.

48 AFDELING 4. BEËINDIGING EXPLOITATIE; WIJZIGING BEHEER Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie 1. De vergunning vervalt zodra de ingevolge artikel 3:4 op de vergunning vermelde exploitant, de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf feitelijk heeft beëindigd. 2. Binnen een week na de feitelijke beëindiging van de exploitatie, geeft de exploitant daarvan schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan. Artikel 3:15 Wijziging beheer 1. Indien een beheerder als bedoeld in artikel 3:1, onder f, het beheer in de seksinrichting of het escortbedrijf feitelijk heeft beëindigd, geeft de exploitant daarvan binnen een week na de feitelijke beëindiging van het beheer schriftelijk kennis aan het bevoegd bestuursorgaan. 2. Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:11, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing. AFDELING 5. OVERGANGSBEPALING Artikel 3:16 [gereserveerd]

49 HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE AFDELING 1. GELUIDHINDER EN VERLICHTING Artikel 4:1 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. Besluit: het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer; b. inrichting: inrichting type A of type B als bedoeld in het Besluit; c. houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft; d. collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden; e. incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen; f. geluidsgevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen met uitzondering van gebouwen behorende bij de betreffende inrichting; g. geluidsgevoelige terreinen: terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen met uitzondering van terreinen behorende bij de betreffende inrichting; h. onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt. Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 1. De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:4 van deze verordening gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 2. De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. 3. Het college maakt de aanwijzing ten minste vier weken voor het begin van een nieuw kalenderjaar bekend. 4. Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen. 5. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau L Ar,LT veroorzaakt door de inrichting, bedraagt niet meer dan 20 db(a) boven de waarden zoals opgenomen in het Besluit. 6. De beoordeling van de geluidswaarde als bedoeld in het vijfde lid is conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI), waarbij geen 10 db(a) toeslag vanwege muziekcorrectie wordt toegepast. In afwijking van artikel f van het Besluit wordt ook onversterkte muziek bij de beoordeling betrokken. Indien sprake is van muziekgeluid wordt conform artikel van het besluit de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten. 7. Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:4 van deze verordening- uiterlijk om 0.00 uur te worden beëindigd. Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 1. Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit met 20 db(a) worden verhoogt, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. 2. Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste van het Besluit niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang

50 van de festiviteiten het college daarvan in kennis heeft gesteld. 3. Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving. 4. De kennisgeving wordt geacht eerst dan te zijn gedaan wanneer het in het derde lid genoemde formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld. 5. De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat. 6. Indien verwacht wordt dat tijdens de festiviteiten niet kan worden voldaan aan de in lid 1 gestelde geluidnormen, dan dient bij de kennisgeving een akoestisch onderzoek te worden gevoegd waaruit blijkt welke geluidnormen er nodig zijn. Het college kan besluiten deze extra verruiming niet toe te staan. Artikel 4:4 Evenementen en festiviteiten op zondag In afwijking van de artikelen 4:2 en 4:3 zijn op zondagen geen ruimere geluidnormen van toepassing. Indien een evenement, een herdenking of een festiviteit niet binnen een inrichting plaats vindt dan dient de geluidemissie van de geluidinstallatie zo te worden afgesteld dat het equivalente geluidniveau gedurende 3 minuten (L Aeq,3min) op een afstand van 10 meter rond de bezoekers van het evenement, de herdenking of de festiviteit niet meer bedraagt dan 50 db(a). Voor een evenement ten noorden van de rijksweg A15 mag het equivalente geluidniveau gedurende 3 minuten (L Aeq,3min) op een afstand van 50m tot het evenement niet meer bedragen dan 60 db(a). Artikel 4:5 [gereserveerd] Artikel 4:6 Overige geluidhinder 1. Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Besluit op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. 3. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening Zuid-Holland. Artikel 4:6a (Geluid)hinder door dieren Degene die de zorg heeft voor een dier, moet voorkomen dat dit voor een omwonende, of overigens voor de omgeving, (geluid)hinder veroorzaakt. AFDELING 2. BODEM-, WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING Artikel 4:7 [gereserveerd] Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen. Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.

51 AFDELING 3. HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN Artikel 4:10 t/m 4:12 [gereserveerd]

52 AFDELING 4. MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING EN STANKOVERLAST Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben: a. onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan; b. bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan; c. kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4:17 of onderdelen daarvan, indien het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel; of d. mestopslag, gierkelders of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen. 2. Het college kan bij de aanwijzing nadere regels stellen. 3. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet ruimtelijke ordening. Artikel 4:14 [gereserveerd] Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame 1. Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht, ernstige hinder ontstaat voor de omgeving of in strijd is met redelijke eisen van welstand. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Artikel 4:15a Verbod reclame in landelijk gebied 1. Het is verboden in de landelijke gebieden, waar de openheid als kwaliteit bescherming behoeft, opschriften, aankondigingen, afbeeldingen, kennelijk voor reclame- of promotiedoeleinden gebezigde objecten, constructies ten behoeve daarvan, of kennelijk voor reclame- of promotiedoeleinden gebezigde transportmiddelen te plaatsen ofte doen plaatsen, welke zichtbaar zijn vanaf een openbare weg, een openbaar vaarwater, een spoorweg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats. 2. Het is de eigenaar, andere zakelijk gerechtigde of gebruiker van enige onroerende zaak in de in het eerste lid bedoelde gebieden, verboden deze zaak geheel of ten dele, al dan niet door middel van enige daarop aanwezige roerende zaak aan te wenden of de aanwending daarvan te gedogen voor opschriften, aankondigingen, afbeeldingen, kennelijk voor reclame- of promotiedoeleinden gebezigde objecten, constructies ten behoeve daarvan, of kennelijk voor reclame- of promotiedoeleinden gebezigde transportmiddelen, welke zichtbaar zijn vanaf een openbare weg, een openbaar vaarwater, een spoorweg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats. 3. De in lid 1en 2 vervatte verboden zijn niet van toepassing mits voldaan wordt aan de redelijke eisen van welstand. Artikel 4:16 [gereserveerd]

53 AFDELING 5. KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN Artikel 4:17 Begripsbepaling In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen 1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd. 2. Het verbod geldt niet voor het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende op een terrein. 3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste lid. 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd in het belang van: a. de bescherming van natuur en landschap; b. de bescherming van een stadsgezicht. 5. Op de beslissing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het derde lid is Afdeling van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen 1. Het verbod van artikel 4:18, eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen. 2. Het college kan daarbij nadere regels stellen ter bescherming van de belangen genoemd in artikel 4:18, vierde lid onder a en b.

54 HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE AFDELING 1. PARKEEREXCESSEN Artikel 5:1 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. voertuigen: voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) met uitzondering van kleine wagens zoals: kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen; b. parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990). Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 1. Onder verhuren als bedoeld in dit artikel wordt mede verstaan: a. het gebruiken van een voertuig voor het geven van lessen; b. het gebruiken van een voertuig voor het vervoeren van personen tegen betaling. 2. Tot de voertuigen als bedoeld in dit artikel worden niet gerekend: a. voertuigen waaraan herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal niet meer dan een uur vergen, en dit gedurende de tijd die nodig is en gebruikt wordt voor deze werkzaamheden; b. voertuigen voor persoonlijk gebruik van de in het derde lid bedoelde persoon. 3. Het is degene die er zijn bedrijf, nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt voertuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren of te verhandelen, verboden: a. drie of meer voertuigen die hem toebehoren of zijn toevertrouwd, op de weg te parkeren binnen een cirkel met een straal van 50 meter met als middelpunt een van deze voertuigen; b. de weg als werkplaats voor voertuigen te gebruiken. 4. Het college kan ontheffing van het verbod verlenen. Artikel 5:3 en 5:4 [gereserveerd] Artikel 5:5 Voertuigwrakken 1. Het is verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg te parkeren. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a. 1. Het is verboden een woonwagen, kampeerwagen, caravan, camper, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig dat voor de recreatie dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd langer dan zeven dagen te plaatsen of te hebben op of aan de openbare weg. 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid, aanhef en onder a, gestelde verbod. 3 Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Provinciale caravan- en tentenverordening, het Provinciaal wegenreglement of de Verordening bescherming landschap en natuur Zuid-Holland. Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op de weg te parkeren met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken. 2. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen.

55 Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente. 2. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte. 3. Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van tot uur. 4. Het verbod in het tweede lid is voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto s, caravans, en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan zeven achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden. 4. Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen. Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan. 2. Het verbod geldt niet gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is. Artikel 5:10 [gereserveerd] Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 1. Het is verboden met een voertuig te rijden door of deze te doen of te laten staan in een park of plantsoen of een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook. 2. Dit verbod is niet van toepassing: a. op de weg; b. op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden door of vanwege de overheid; c. op voertuigen, waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bestemd. 3. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

56 AFDELING 2. COLLECTEREN Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen 1. Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden. 2. Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd. 3. Het verbod geldt niet voor een inzameling die in besloten kring gehouden wordt. 4. Instellingen die voorkomen op het collecterooster van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) zijn vrijgesteld van de vergunningplicht in het jaar dat ze in het collecterooster zijn opgenomen indien zij de volgende regels in acht nemen: a. De instelling mag slechts collecteren in de aan haar door het CBF toegewezen periode. b. De openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid mogen bij het collecteren niet in gevaar komen. c. Op zondagen en maandag tot en met zaterdag tussen en 9.00 uur mag er niet worden gecollecteerd. d. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet AFDELING 3. VENTEN Artikel 5:14 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis; 2. Onder venten wordt niet verstaan: a. het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet; b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten; c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op een standplaats als bedoeld in artikel 5:17. Artikel 5:15 Ventverbod 1. Het is verboden zonder vergunning van het college te venten. Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting 1. Het verbod als bedoeld in artikel 5:15 geldt niet voor venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het venten van gedrukte en geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet verboden: a. op door het college aangewezen openbare plaatsen; of b. op door het college aangewezen dagen en uren. 3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het tweede lid.

57 AFDELING 4. STANDPLAATSEN Artikel 5:17 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel. 2. Onder standplaats wordt niet verstaan: a. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet; b. een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24. Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 1. Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben. 2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd: a. indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand; b. indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt. 4. Op de beslissing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het vierde lid is Afdeling van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen. Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen 1. Het verbod van artikel 5:18, eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement. 2. De weigeringsgrond van artikel 5:18, derde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken. Artikel 5:21 [gereserveerd] AFDELING 5. SNUFFELMARKTEN Artikel 5:22 en 5:23 [gereserveerd] AFDELING 6. OPENBAAR WATER Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 1. Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water. 2. Degene die voornemens is een steiger, een meerpaal of een ander voorwerp met een permanent karakter op, in of boven openbaar water te plaatsen, doet daarvan uiterlijk twee weken tevoren een melding aan het college. 3. De melding bevat in ieder geval naam, adres en contactgegevens van de melder, en een beschrijving van de aard en omvang van het voorwerp.

58 4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Vaarwegenverordening Zuid-Holland, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening. Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 1. Het is verboden zonder ontheffing van het college met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen 2. Het college kan aan een ontheffing zoals bedoeld in het eerste lid: a. nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente; b. beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Vaarwegenverordening Zuid-Holland of de Verordening bescherming landschap en natuur Zuid- Holland. Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats 1. Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:25 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente. 2. De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen. 3. Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Vaarwegenverordening Zuid-Holland of de Verordening bescherming landschap en natuur Zuid- Holland. Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:25, eerste lid, bepaalde. Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken 1. Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Vaarwegenverordening Zuid-Holland. Artikel 5:29 Reddingsmiddelen Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken. Artikel 5:30 Veiligheid op het water 1. Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Vaarwegenverordening Zuid-Holland. Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen 1. Het is verboden zonder redelijk doel zich vast te houden aan een vaartuig in openbaar water, daarop te

59 klimmen of zich daarop of daarin te begeven of te bevinden. 2. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een vaartuig, liggend in of aan een openbaar water, los te maken. AFDELING 7. CROSSTERREINEN EN GEMOTORISEERD EN RUITERVERKEER IN NATUURGEBIEDEN Artikel 5:31a Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: - motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onder z, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; - bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid onder e, van de Wegenverkeerswet Artikel 5:32 Crossterreinen 1. Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben. 2. Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen terreinen. Het college kan daarbij nadere regels stellen voor het gebruik van deze terreinen: a. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast; b. in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving en ter bescherming van andere milieuwaarden; c. in het belang van de veiligheid van de deelnemers van de in het eerste lid bedoelde wedstrijden en ritten of van het publiek. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer of het Besluit geluidproductie sportmotoren. Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden 1. Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard. 2. Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen terreinen. Het college kan daarbij nadere regels stellen voor het gebruik van deze terreinen: a. het voorkomen van overlast; b. de bescherming van natuur- of milieuwaarden; c. de veiligheid van het publiek. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor bestuurders van motorvoertuigen en bromfietsen en voor fietsers of berijders van paarden: a. ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten; b. die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen als in het eerste lid bedoeld; c. die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd;

60 d. van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de terreinen als in het eerste lid bedoeld; e. voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d bedoelde personen. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet: a. op wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994; b. binnen de bij of krachtens de Provinciale verordening Stiltegebieden aangewezen stiltegebieden, ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel. 5. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. AFDELING 8. VERBOD VUUR TE STOKEN Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. 2. Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op: a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke; b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand; c. vuur voor koken, bakken en braden. 3. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen. 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna. 5. Het verbod geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening. AFDELING 9. VERSTROOIING VAN AS Artikel 5:35 Begripsbepaling In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein. Artikel 5:36 Verboden plaatsen 1. Incidentele asverstrooiing is verboden op: a. verharde delen van de weg; b. gemeentelijke begraafplaatsen en crematoriumterreinen. 2. Het college kan een besluit nemen waarin voor een bepaalde termijn wordt verboden dat op andere plaatsen dan genoemd in het eerste lid asverstrooiing plaatsvindt. 3. Het college kan op verzoek van de nabestaande die zorgdraagt voor de asbus op grond van bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van het verbod uit het eerste lid, behoudens de gemeentelijke begraafplaatsen en crematoriumterreinen. Artikel 5:37 Hinder of overlast Incidentele asverstrooiing is verboden indien daardoor hinder of overlast wordt veroorzaakt voor derden.

61 HOOFDSTUK 6. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 6:1 Strafbepaling Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Artikel 6:2 Toezichthouders 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de in Sliedrecht bevoegde Buitengewoon Opsporingsambtenaren en de ambtenaren van de Nationale Politie. 2. Het college dan wel de burgemeester kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten. Artikel 6:3 Binnentreden woningen Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. Artikel 6:4 Intrekking oude verordening De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Sliedrecht 2009, inclusief derde wijziging wordt ingetrokken. Artikel 6:5 Overgangsbepaling Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 6:4, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening. Artikel 6:6 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Artikel 6:7 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Plaatselijke Verordening Sliedrecht 2015 Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht d.d. XXXXXXX 2015 de griffier de burgemeester dr. M.J.E.M. van Dam drs. A.P.J. van Hemmen

62 5 By 2 - Lijst met te wijzigen artikelen APV.pdf Voorgestelde wijzigingen van de Algemene Plaatselijke Verordening Technische wijzigingen nr. APV artikel nieuw wijziging toelichting 1. 1:1Begripsbepalingen Begrip openbare plaats en begrip bebouwde kom 2. 1:2 Beslistermijn Vierde lid: artikel 2:7 of 2:8 is vervangen door artikel 2:10, vierde lid en 2:11, tweede lid, aanhef en onder a. Abusievelijk stond een verkeerde verwijzing in de huidige APV. Dit is hersteld. Er is geen inhoudelijke wijziging beoogd. 3. 1:3 Indiening aanvraag lid 2 -> 8 weken vervangen door 10 weken Deze wijziging is nodig om de adviserende partijen (Politie, brandweer, GHOR, e.d.) de tijd te geven om, bij grotere evenementen (welke dat zijn wordt nader bepaald in het evenementenbeleid) voldoende tijd te geven om hun advies te geven, zodat dit vervolgens in de vergunning verwerkt kan worden en de aanvrager de vergunning tijdig ontvangt. 4. 1:5 Onnodige toevoeging geschrapt 5. 2:11, lid 2 (omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg Lid 2 De tekst is juridisch niet juist. Inhoudelijk wordt geen wijziging beoogd. Lid 2 wordt gewijzigd in: De vergunningaanvraag wordt behandeld: a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien het activiteiten betreft die zonder vergunning verboden zijn vanwege strijd met het bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit; b. door het college in de overige gevallen. 6. 2:24 Begripsbepaling Het artikel is vervangen door de tekst van de model-verordening 7. 2:25 Evenementen De leden 3 t/m 5 worden vervangen door de tekst uit de model-apv Dit is een tekstuele wijziging. Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd. In het derde lid stond een nadere begripsbepaling van het tweede lid. Dat maakt de zaak onnodig ingewikkeld. De tekst van het oude derde lid is toegevoegd aan het tweede lid. Dit is een tekstuele wijziging. Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd. 8. 2:27 Begripsbepalingen Het begrip Leidinggevende wordt aan de begripsbepaling toegevoegd Het toevoegen van de begrippen leidinggevende en paracommerciële rechtspersoon is nodig i.v.m. de wijziging van artikel 2:28 en 2:29 (zie hieronder)

63 9. 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichtingen Het begrip paracommerciële rechtspersoon wordt aan de begripsomschrijving toegevoegd Het begrip horecabedrijf wordt vervangen door openbare inrichting. De verplichting tot het aanwezig zijn van een leidinggevende is opgenomen 10. 2:29 Sluitingstijd Er is een lid toegevoegd waarin geregeld is dat de burgemeester ontheffing kan verlenen van de sluitingstijd. Lid 2 is gewijzigd :39 Speelgelegenheden Formulering is herzien i.v.m. de wijziging van de Wet op de Kansspelen en de wijziging van de naam van de minister van Justitie in de minister van Veiligheid en Justitie :40 Kansspelautomaten Formulering is herzien i.v.m. de wijziging van de Wet op de Kansspelen :44 Vervoer inbrekerswerktuigen Redactioneel aangepast en in overeenstemming gebracht met de delictsomschrijving in het Wetboek van Strafrecht 14. 2:47 Hinderlijk gedrag op Lid 1 onder b: de beperkte en verwarrende Het wijzigen van het begrip horecabedrijf in openbare inrichting is gedaan voor de duidelijkheid. In de Drank- en Horecawet wordt namelijk met horecabedrijf alleen gedoeld op bedrijven waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt voor gebruik ter plaatse, de zogenaamde natte horeca. De bepalingen in de APV betreffen juist ook de bedrijven waar geen alcoholhoudende drank wordt verstrekt, de zogenaamde droge horeca : tearooms, lunchrooms, cafetaria s en coffeeshops. Op grond van de Drank- en Horecawet dient een leidinggevende altijd aanwezig te zijn tijdens de openingsuren van een openbare inrichting. Wanneer er echter geen alcohol wordt geschonken (cafetaria s bijvoorbeeld), is de drank- en horecawet niet van toepassing. Voor die gevallen wordt voorgesteld de APV- te wijzigen. In uitzonderlijke gevallen kan voor een afzonderlijk horecabedrijf een ontheffing van de sluitingstijden worden verleend. Aan lid 2 wordt het begrip paracommerciële rechtspersoon toegevoegd. Dit om aansluiting te vinden bij de Drank- en Horecawet en de Drank- en Horecaverordening van gemeente Sliedrecht. Bovendien blijkt dat discutabel is of enkele beoogde verenigingen/instellingen onder de huidige definities van lid 2 vallen. Dit wordt met deze toevoeging ondervangen. De begripsomschrijvingen zijn in overeenstemming gebracht met de gewijzigde Wet op de Kansspelen en de naamswijziging van het ministerie. Speelautomaten zijn uit dit artikel gehaald. Dit artikel richt zich alleen nog op kansspelautomaten, omdat speelautomaten op grond van de Wet op de Kansspelen niet meer vergunningplichtig zijn.

64 openbare plaatsen 15. 2:48 Openlijk gebruik van drank en softdrugs term weggebruikers is vervangen door het veel ruimere gebruikers (van de openbare plaats). Het artikel is verder redactioneel aangepast waardoor de tekst overeen komt met de modeltekst. Inhoudelijk is het artikel hiermee niet gewijzigd. 1. Aan lid 1 wordt toegevoegd voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt 2.Lid 6 wordt toegevoegd: Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 45 van de Drank- en Horecawet. 1. Met de wijziging van de Drank- en Horecawet is het voor jongeren onder de 18 sowieso verboden. Om te verkomen dat een dubbel verbod ontstaat, waardoor deze bepaling mogelijk zelfs onverbindend zou kunnen blijken, is nu ingevoegd dat het verbod in de APV slechts geldt voor mensen boven de Voor personen tot 18 jaar is het, op grond van artikel 45 van de Drank- en Horecawet, reeds verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben :57 Loslopende honden Herformulering lid 2 Een uitspraak van de Rechtbank Den Haag geeft aanleiding tot wijziging van een aantal artikelen in de APV. Toelichting De bestuursrechter in Den Haag heeft in januari 2012 uitgesproken dat de Gemeente Den Haag haar APV-bepaling over het weghalen van buiten de rekken geplaatste fietsen niet mocht handhaven. Vanwege deze uitspraak zullen een aantal bepalingen in de APV aangepast moeten worden. Het is een kwestie van formulering. Kort samengevat: Door de tekst Het college kan gebieden aanwijzen waar het verboden is om wordt de indruk gewekt dat het college door de gebiedsaanwijzing een verbod in het leven roept, terwijl het college daartoe niet bevoegd is. Met de formulering: Het is verboden om in door het college aangewezen gebieden is duidelijk dat de raad in haar verordening het verbod creëert :59 Gevaarlijke honden Redactionele aanpassing. Technische wijziging vanwege naamsverandering ministerie.

65 18. 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 19. 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens verkoopdagen 20. 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 21. 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder een overbodig zinsdeel ( van de gemeente waar het bedrijf is of zal worden gevestigd ) is geschrapt. Het ouderwetse woord bezigen is vervangen door gebruiken Redactionele aanpassing Lid 2 is achterhaald: Het verouderde en niet bijzonder diervriendelijke tatoeëren van honden ter identificatie is geschrapt. Tegenwoordig dienen alle honden voorzien te zijn van een chip. Bovendien is de tekst van het model overgenomen. Dit om aan te sluiten bij de modelverordening. Een inhoudelijke wijziging is, afgezien van het bovenstaande, niet beoogd. Zie toelichting bij artikel 2:57 Een aantal verwijzingen naar bepalingen in andere wetten is geactualiseerd. Het tweede lid is aangepast vanwege de staatkundige verandering van het land. In het tweede lid sub b zijn de BES-eilanden ingevoegd :9 Straatprostitutie Onjuiste verwijzing De verwijzing naar artikel 3:11 is niet juist. Dit dient 3:13 te zijn :13 Weigeringsgronden Redactionele aanpassing De afbakening tussen deze bepaling en artikel 1:8 was niet duidelijk. Dit is aangepast :2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 25. 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten Verouderde verwijzingen zijn gecorrigeerd en de tekst is redactioneel aangepast. de overschrijding van de geluidnormen bij incidentele festiviteiten is begrensd, vervolgens is in lid 6 de mogelijkheid voor ruimere geluidnormen opgenomen. Er is geen inhoudelijke wijziging beoogd. Deze begrenzing is opgenomen omdat regels in de APV handhaafbaar moeten zijn. De oude regeling was dit niet. Een verhoging van 20 db(a) boven de normen in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer is, bij incidentele festiviteiten, gangbaar. Dit artikel is toegevoegd om op zondagen 26. 4:4 evenementen en festiviteiten op zondag Atikel is toegevoegd :6 Overige geluidhinder Redactionele aanpassing De formulering van het eerste lid is aangepast. Door een toevalligheid wekte de tekst de indruk dat er naar een reeds lang ingetrokken Besluit toestellen en geluidsapparaten werd verwezen :13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstof- Herformulering Zie toelichting bij artikel 2:57 (Haagse fietsen)

66 fen enz :15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame Lid 2 is toegevoegd In sommige situaties is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer van toepassing :15a Verbod reclame in landelijk gebied Dit artikel is toegevoegd De provincie heeft de verordening bescherming landschap en natuur beëindigd en stuurt niet langer op reclame-uitingen in het landelijk gebied. Derhalve is dit artikel opgenomen in de APV :17 Begripsbepaling Redactionele aanpassing Er wordt verwezen naar de Wabo i.p.v. de Woningwet :19 Aanwijzing kampeerplaatsen Herformulering Zie toelichting bij artikel 2: :8 Parkeren van grote voertuigen 4 e lid ingevoegd Het vierde lid is ingevoegd ter afstemming met art. 5:6, omdat sommige campers tegenwoordig zo groot zijn dat ze onder de omschrijving van grote voertuigen vallen :12 Overlast van fiets of Herformulering Zie toelichting bij artikel 2:57 (Haagse fietsen) bromfiets 35. 5:16 Vrijheid van meningsuiting Herformulering Zie toelichting bij artikel 2:57(Haagse fietsen) 36. 5:32 Crossterreinen Herformulering Zie toelichting bij artikel 2:57 (Haagse fietsen) 37. 5:33 Beperking verkeer in Herformulering Zie toelichting bij artikel 2:57 (Haagse fietsen) natuurgebieden 38. 5:34 Verbod afvalstoffen te Redactionele aanpassing verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 39. 6:2 Toezichthouders Redactionele aanpassing In verband met de invoering van de Nationale politie is de tekst aangepast. Ook zijn de Boa s nader benoemd. Inhoudelijke wijzigingen APV artikel nieuw wijziging toelichting I. 2:44a Vervoer geprepareerde voorwerpen Artikel is toegevoegd. Van de politie is een verzoek ontvangen om een verbodsartikel op het vervoeren van geprepareerde voorwerpen in de APV op te nemen. Zij ziet hierin een effectief handvat om op te treden tegen notoire winkeldieven. Dit verzoek wordt onderschreven door de projectgroep KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) en is derhalve opgenomen in dit voorstel. II. 2:58 Verontreiniging door In titel en lid 1 paard toevoegen Sommige gemeenten gaan ertoe over in hun APV ook verontreiniging door paar-

67 IV 2:25 en 2:25 a 1. Het toevoegen van een sub f aan het tweede lid 2. Het toevoegen van een nieuw artikel 2:25 a V 2:26 a Bevoegdheid tot het stellen van nadere regels honden en paarden den op te nemen. Omdat er geregeld klachten ontvangen worden over paardenpoep op de openbare weg, wordt voorgesteld dit toe te voegen. Hiermee ontstaat rechtsgelijkheid m.b.t. de opruimplicht, tussen honden- en paardenbezitters. Opgemerkt wordt wel dat handhaving lastig is, omdat alleen heterdaad constateringen gehandhaafd kunnen worden, maar dat geldt ook voor hondenpoep. III. 5:15 Ventverbod Vergunningplicht is weer ingevoerd Naar aanleiding van verschillende klachten van bewoners over venters met agressieve verkooptechnieken wordt voorgesteld de vergunningplicht weer in te stellen. 1. Het is niet meer mogelijk een evenement op zondag vergunningsvrij te organiseren 2. Door het toevoegen van een nieuw artikel 2:25a worden op basis van de zondagsrust de mogelijkheden voor het houden van een evenement op Zondagen na 13 uur zeer beperkt. De Burgemeester dient nadere regels te kunnen stellen aan evenementenvergunningen. De technische wijzigingen die op advies van de VNG zijn doorgevoerd, zijn terug te vinden in de ledenbrieven 12/002, d.d. 10 januari 2012, 12/054, d.d. 8 juni 2012 en 14/054, d.d. 10 juli 2014.

68 6 By 3 - Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v..pdf Evenementenbeleid Sliedrecht 2015 e.v.

69 1. Inleiding Evenementen leveren een positieve bijdrage aan het culturele en sociaal-maatschappelijke leven binnen de gemeente. Evenementen geven reuring in het dorp, activeren de creativiteit van mensen en dragen bij aan gemeenschapszin. Wij dagen onze inwoners uit om met nieuwe initiatieven te komen. We proberen organisatoren zo goed mogelijk te ondersteunen. Bij knelpunten zullen wij, waar mogelijk, voordat een vergunningaanvraag wordt ingediend, actief meedenken over mogelijke oplossingen. Evenementen kunnen echter ook de nodige fysieke en sociale veiligheidsrisico's met zich meebrengen, evenals risico s op het gebied van milieu en welzijn. Veiligheid staat voorop, daaraan doen wij geen concessies. Het is tenslotte de bedoeling dat iedereen na afloop terug kan kijken op een leuk evenement. Afbakening Omdat evenementen vaak een regionale uitstraling hebben en, zowel in de voorbereiding als tijdens het evenement zelf, extra drukken op de capaciteit van de hulpdiensten, is er een sterke behoefte aan regionale samenwerking. Om die reden hebben het bestuur van de veiligheidsregio Zuid- Holland Zuid en het regionaal college Zuid-Holland Zuid gezamenlijk opdracht gegeven om te komen tot een multidisciplinair veiligheidsbeleid publieksevenementen Zuid-Holland Zuid. Beoogd wordt een uniforme werkwijze, advisering en afstemming van vergunningverlening bij publieksevenementen. Om deze reden beperkt het onderhavige beleid zich tot de specifiek lokale zaken. 2. Handreiking publieksevenementen Zoals in de inleiding reeds genoemd, is een regionaal uitvoeringsbeleid (de Handreiking Publieksevenementen, hierna kortweg Handreiking) met betrekking tot de aanvraag van evenementenvergunningen opgesteld. In dit beleid komt de volledige procedure van aanvraag tot evenement aan de orde. Uitgangspunt hierbij is dat evenementen door de gemeente aan de hand van een risicoscan worden ingedeeld in verschillende categorieën (A, B of C, waarbij categorie A een klein en categorie C een groot evenement is op het gebied van risico-inschatting. De categorie is richtinggevend voor de behandelaanpak. Indicatoren in de risicoscan hebben betrekking op het ruimtelijk profiel (publieksstromen, gevolgen voor het verkeer en openbaar vervoer, en de aanwezigheid van risico-objecten op of in de nabijheid van het terrein), publieksprofiel (doelgroep, leeftijdscategorie, aantal bezoekers, aanwezigheid van alcohol of drugs en de uitstraling van het evenement) en het activiteitenprofiel (soort evenement, muzieksoort, duur, tijdstippen, vuurwerk en ervaringsgegevens). Afhankelijk van de categorie wordt een mono- of multidisciplinair adviestraject gestart, waarna de burgemeester een besluit neemt over de vergunningaanvraag. De Handreiking stelt de gemeente aan als regisseur van het evenementenproces. De verschillende disciplines (politie, brandweer GHOR, GGD) adviseren over de vergunningaanvraag, ieder vanuit hun eigen expertise. De burgemeester blijft verantwoordelijk voor de uiteindelijke evenementenvergunning die hij afgeeft. Het is dus altijd mogelijk af te wijken van de gegeven adviezen, indien de burgemeester dit wenselijk acht. 3. Eindtijden De volgende maximale eindtijden gelden voor evenementen binnen de gemeente Sliedrecht: ma. t/m do. vrijdag: zaterdag zondag tot uur tot uur tot uur tot uur 1

70 Cool-downperiode Op alle dagen geldt een cool-downperiode van een half uur. Dit betekent dat er een half uur voor de hierboven genoemde eindtijden geen dranken meer verstrekt worden, het verlichtingsniveau geleidelijk verhoogd wordt en de muziek uit gaat. Op genoemde eindtijdstippen dient het evenemententerrein, niet zijnde parkeerterrein door alle bezoekers verlaten te zijn. De cool-downperiode is bedoeld om bezoekers de evenementenlocatie rustig en geleidelijk te laten verlaten. De overlast van het evenement en de vertrekkende bezoekers worden zo voor de omgeving beperkt. 4. Veiligheid Crowd-management en -control In de voorbereiding van middelgrote tot grote evenementen mag het onderdeel crowdmanagement (maatregelen om sturing te geven aan het gedrag van het publiek) niet ontbreken. Daar waar nodig wordt tijdens het evenement bijgestuurd (crowdcontrol) om de orde en rust te bewaren. Is de toestroom van te veel publiek vooraf voorzien, dan valt te denken aan onder andere de volgende maatregelen: o Gespreide aankomst en vertrek van bezoekers door aanpassing programmering; o Afschermen van het terrein; o Spreiding van bezoekers over het terrein door een goede indeling van activiteiten; o Creëren van nood- en looproutes; o Voorkomen van te veel publiek, door het benoemen van de maximaal gewenste publieksdichtheid per evenement of locatie; o Communicatie met bezoekers, zowel in de aanloop naar als tijdens het evenement; Overige aspecten betreffende de veiligheid Veiligheid omvat veel meer aandachtsgebieden dan crowdmanagement en control. Dergelijke aspecten komen in de afzonderlijke vergunning te staan, mochten de aard en omstandigheden van een evenement hier aanleiding toe geven. Dit zal blijken uit de risicoscan en de adviezen die de hulpdiensten vervolgens geven. Iedere vergunning is maatwerk, en als daar aanleiding voor is, is ook in de vergunning uit te leggen waarom bepaalde voorschriften zijn opgenomen. 5. Free riders Freerider-gedrag is de mogelijkheid dat actoren zich economische baten weten toe te eigenen zonder dat ze in de kosten meedelen, of dat ze gegeven een bepaalde bate hun inspanningen of andere kosten proberen te minimaliseren. Het freerider-probleem kan zich voordoen bij evenementen. Voor het beperken van zogenaamde free riders bij evenementen is geen rol voor de gemeente weggelegd. Het is aan de organisatoren van evenement zelf om het evenemententerrein dusdanig in te richten dat free riders-gedrag zoveel mogelijk voorkomen wordt. 6. Evenementenlocaties/bestemmingsplan Het uitgangspunt van dit evenementenbeleid is dat er overal in Sliedrecht in principe evenementen mogelijk zijn, waarbij de voorwaarden hierboven zijn genoemd. Op een aantal locaties gelden aanvullende voorschriften. Vanuit het beoordelingskader van de APV worden in ieder geval de volgende regels in acht genomen: Evenementen die niet vrij toegankelijk zijn (dus zonder een entreebewijs te kopen), vinden in principe plaats op het evenemententerrein ten oosten van De Lockhorst, gelegen aan de Sportlaan. De capaciteit van het terrein is maximaal bezoekers. Afhankelijk van de indeling van het terrein en de aard van het evenement kan dit in afzonderlijke gevallen naar beneden worden bijgesteld. 2

71 Op het evenemententerrein ten oosten van de Lockhorst vinden per jaar maximaal 2 x dezelfde soort (naar aard) evenementen plaats. Op het Dr. Langeveldplein dient rekening gehouden te worden met reeds geplande huwelijken. Het kan zijn dat een evenement niet op de gewenste datum door kan gaan, of dat er later gestart kan worden met de opbouw indien een huwelijk gepland staat. Wanneer er nog geen huwelijken gepland staan, dan dient de afdeling Burgerzaken op de hoogte te zijn van het geplande evenement, zodat toekomstige echtparen dit tijdig kunnen betrekken bij de keuze voor hun huwelijksdatum. Op het parkeerterrein van de begraafplaats zijn evenementen niet toegestaan; 7. Zondagsrust In Sliedrecht wordt de zondagsrust gerespecteerd conform de Zondagswet. Nadere regels m.b.t. dit onderwerp zijn terug te vinden in de APV (art. 2:25a). 8. Faciliterende rol gemeente De gemeente zal organisatoren faciliteren om de openbare orde en veiligheid te kunnen handhaven. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de uitleen van (drang)hekken en afvalbakken. 9. Evenementenkalender Jaarlijks wordt een evenementenkalender opgesteld welke op de website van de gemeente gepubliceerd wordt. 10. Geluidhinder Als bij een evenement geluidhinder te verwachten is, zal hiervoor een aparte overweging gemaakt worden. Als de evenementenvergunning wordt verleend is er daarnaast een ontheffing voor het veroorzaken van geluidhinder nodig. Indien deze wordt verleend, zal deze met daaraan gekoppelde voorschriften, worden geïntegreerd in de evenementenvergunning. Bij het verlenen van de APV vergunningen wordt daarnaast getoetst welke geluidsbelasting per separaat evenement is toegestaan, afhankelijk van alle factoren van het specifieke evenement. 11. Handhaving Handhaving bij evenementen maakt onderdeel uit van de integrale handhavingsnota. 12. Binnen-evenementen Als een evenement binnen plaatsvindt, dient men zich in ieder geval te houden aan de voorschriften van de gebruiksvergunning die op dat pand rust. Per aanvraag zal beoordeeld worden of een evenementenvergunning nodig is, afhankelijk van de uitstraling naar de omgeving e.d. 13. Inherente afwijkingsbevoegdheid Voor beleidsregels geldt altijd een inherente afwijkingsbevoegdheid (art. 4:84 Awb). Dit betekent dat er, in uitzonderlijke gevallen, altijd de mogelijkheid bestaat om af te wijken van het vastgestelde beleid. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op 24 maart 2015 De griffier, De voorzitter, 3

72 7 By 4 - Handreiking Publieksevenementen.pdf

73 Colofon Projectgroep Remco Schellevis (bureau Gemeenten VRZHZ) Guus Reening (hoofdafdeling Risico- en Crisisbeheersing VRZHZ) Herman Broers (gemeente Gorinchem, voorzitter projectgroep) Stijn van Dongen (gemeente Dordrecht) Renate Tuk (gemeente Binnenmaas) Hartrijk Timmers (regionale brandweer VRZHZ) Marco Heijstek (bureau GHOR VRZHZ) Maurice Persijn (politie) Nicolle van Miltenburg (politie) Casparus Henssen (OZHZ) Stuurgroep Anton Barske (burgemeester gemeente Gorinchem, voorzitter stuurgroep) Klaas Tigelaar (burgemeester gemeente Oud Beijerland) Jan Heijkoop (burgemeester Hendrik-Ido-Ambacht) Carlo Post (directeur VRZHZ) Frank Paauw (korpschef politie eenheid Rotterdam) Rianne van den Berg (gemeentesecretaris gemeente Alblasserdam) Versie december

74 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Leeswijzer 2. Van aanvraag tot evenement stapsgewijs 3. Producten van de handreiking 3.1 Uniforme wijze aanvragen publieksevenementen 3.2 Categorisering van publieksevenementen 3.3 Risicoscan 3.4 Termijnen 3.5 Werkwijze vooraankondigingen 3.6 Evenementenkalender 3.7 Adviestraject 3.8 Evaluatie van evenementen 3.9 Evenementenloket Bijlagen 1 Categorie gekoppeld aan score risicoscan 2 Risicoscan 3 Termijnen 4 Werkwijze vooraankondigingen 5 Werkwijze evenementenkalender 6 Van aanvraag tot evenement 7 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden 8 Wet- en regelgeving 3

75 Hoofdstuk 1 Inleiding Veiligheid rond publieksevenementen staat volop in de aandacht. Ook in Zuid-Holland Zuid is een groeiende behoefte aan regionale afstemming bij evenementen. Onderzoeksresultaten van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV), incidenten tijdens publieksevenementen zijn aanleiding geweest tot het opstarten van het project multidisciplinair veiligheidsbeleid bij publieksevenementen in de veiligheidsregio Zuid- Holland Zuid (VRZHZ). Door het bestuur van de VRZHZ en door het regionaal college ZHZ is opdracht gegeven om te komen tot een multidisciplinair veiligheidsbeleid publieksevenementen Zuid-Holland Zuid. 1.1 Doel van het project Het project beoogt multidisciplinair veiligheidsbeleid op het gebied van de werkwijze, advisering en afstemming van vergunningverlening bij publieksevenementen. 1.2 Projectstructuur Om uitvoering te geven zijn een stuurgroep en een projectgroep opgericht. Door de stuurgroep zijn uitgangspunten voor de uitvoering van de opdracht benoemd. De projectgroep is met deze uitgangspunten aan de slag gegaan. Daarbij heeft de projectgroep studie gedaan naar ontwikkelingen op het gebied van evenementenbeleid op landelijk niveau, diverse veiligheidsregio s en gemeenten. De projectgroep heeft daarnaast de landelijke handreiking evenementenveiligheid als richting gebruikt voor deze handreiking publieksevenementen ZHZ. 1.3 Uniforme werkwijze In deze handreiking wordt de uniforme werkwijze vertaald naar processen en producten. De handreiking vervangt de wet- en regelgeving van het bevoegd gezag niet, maar zorgt voor uniformiteit en verbinding in aanpak en uitvoering. De handreiking levert een kader aan voor de uniforme werkwijze ten aanzien van publieksevenementen, maar laat ruimte om lokaal maatwerk toe te passen. 1.4 Definitie publieksevenementen In deze handreiking wordt onder een evenement verstaan: elk voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Deze plicht tot het aanvragen van een vergunning is neergelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de betreffende gemeente. 1.5 Bijzondere wet- en regelgeving Naast de aanvraag en vergunningverlening voor publieksevenementen kan ook sprake zijn van onderwerpen waar bijzondere wet- en regelgeving op van toepassing is. Voor deze onderwerpen kan sprake zijn van de verplichting naast de evenementenvergunning een melding, vergunning, ontheffing of verklaring van geen bezwaar aan te vragen bij het bevoegd gezag. Ter illustratie: voor een evenement waarvoor geen evenementenvergunning noodzakelijk is mogelijk wel een ontheffing Drank- en Horecawet vereist is. In de handreiking worden de termijnen van behandeling van de benodigde vergunningen op elkaar afgestemd. Het zichtbaar maken van deze meldingen, vergunningen, ontheffingen en verklaringen van geen bezwaar worden gekoppeld aan de evenementenkalender. 1.6 Digitalisering van de werkwijze Om het multidisciplinaire veiligheidsbeleid op een eenduidige wijze te verwerken en op te slaan wordt gebruik gemaakt van een digitaal systeem waarin aanvragen, vergunningen en adviezen worden opgeslagen. Dit systeem draagt eraan bij dat per evenement de adviezen van elkaar gezien kunnen worden. De opgeleverde producten worden per evenement opgeslagen en zijn voor de gebruikers digitaal beschikbaar. Het systeem voorziet daarnaast in een kalenderfunctie. Deze werkwijze draagt bij aan een 4

76 gestructureerde en overzichtelijke advisering bij evenementen. Tevens dient dit het systeem als archief voor evenementen en kan als naslagwerk gebruikt worden. 1.7 Rol gemeente Deze handreiking stelt de gemeente aan als regisseur van het evenementenproces, van aanvraag tot vergunningverlening. De gemeente verbindt de verschillende disciplines en vakmensen en weet daarmee te komen tot synergie. De gemeente als regisseur heeft feeling met de verschillende disciplines en weet goed om te gaan met de adviezen van de (hulp)diensten. Het bevoegd gezag stelt voorwaarden aan de organiserende partij. Het bevoegd gezag geeft daarnaast nog leiding aan het toezicht op de veiligheidsmaatregelen vooraf, tijdens en na het evenement. 1.8 Leeswijzer handreiking Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding van de handreiking. Hoofdstuk 2 Van aanvraag tot evenement stapsgewijs beschrijft de zeven stappen die doorlopen worden om te komen tot een goed georganiseerd evenement. Hoofdstuk 3 beschrijft het gebruik van de producten die aangereikt worden. In de bijlagen zijn de producten opgenomen die in de handreiking zijn genoemd. 5

77 Hoofdstuk 2 Van aanvraag tot evenement stapsgewijs In dit hoofdstuk wordt het traject van aanvraag tot vergunningverlening doorlopen. Doel hiervan is inzichtelijk te maken welke stappen in het traject gezet worden. De manier van aanvraag, melden en adviseren bij evenementen komen aan de orde. De processtappen in dit traject en de indicatoren voor advisering zijn regionaal uniform vastgesteld. In bijlage 6 is een visualisatie van het traject zichtbaar. Stap 1: Vooraankondiging, melding of vergunningaanvraag evenementen Vooraankondigingen hebben tot doel de gemeenten in een vroegtijdig stadium kennis te laten nemen van een gepland evenement. In het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt benadert de gemeente aanvragers om een vooraankondiging van het evenement in te dienen. Een vooraankondiging geeft geen garanties (en heeft geen juridische consequenties). De gemeente heeft een stimulerende rol bij het verkrijgen van de vooraankondigingen. Aanvragen van evenementen kunnen gedurende het kalenderjaar gewoon ingediend worden en doorlopen het vergunningstraject. De vooraankondigingen geven gemeenten en (hulp)diensten in vroegtijdig stadium inzicht in hun capaciteitsplanning en de mogelijkheid tot spreiden van (grootschalige) evenementen. Samenloop van evenementen wordt vroegtijdig gesignaleerd, organisatiedruk bij diensten wordt voorkomen en de mogelijkheid om spreiding toe te passen ontstaat. Het bevoegd gezag behoudt zich het recht voor vergunningaanvragen te beoordelen en af te wijzen. Meldingen van een evenement of aanvragen van een vergunning vinden plaats door de aanvrager bij de gemeente. Om te bepalen of sprake is van een melding of een vergunningaanvraag vult de aanvrager een aantal vragen in op basis van de eisen uit de lokale APV. Na het invullen van deze vragen blijkt of volstaan wordt met een melding of dat een vergunningaanvraag noodzakelijk is. Als het bij een melding blijft, krijgt de aanvrager na het invullen van deze vragen het bericht dat melding is gedaan en dat het evenement georganiseerd kan worden binnen de gestelde eisen in de plaatselijke APV. Is een vergunningaanvraag noodzakelijk, dan wordt de aanvrager verplicht een vergunningaanvraag in te dienen. Vooraankondigingen, meldingen van evenementen en aanvragen van vergunningen van evenementen worden door de gemeente in de evenementenkalender geplaatst. ( 3.1 uniforme wijze aanvragen publieksevenementen, 3.5 werkwijze vooraankondigingen, 3.6 evenementenkalender en 3.9 evenementenloket) Stap 2: behandelaanpak bepalen De gemeente oefent de risicoscan uit op de aanvraag voor het evenement. Met behulp van de risicoscan bepaalt de gemeente de categorie (A, B of C) van het evenement. De categorie is richtinggevend voor de behandelaanpak. ( 3.2 categorisering van publieksevenementen, 3.3 risicoscan en 3.4 behandelaanpaken termijnen) Stap 3: signaleren en adviseren Afhankelijk van de categorie wordt een monodisciplinair of multidisciplinair adviestraject gestart. De gemeente vraagt advies bij de (hulp)diensten. Het advies, monodisciplinair of multidisciplinair, wordt opgesteld met input van dienst(en), gemeente en daar waar gewenst de aanvrager. Bij de multidisciplinaire advisering kan gebruik gemaakt worden van de risicoanalyse. Risico s worden hierdoor inzichtelijk, de impact van de risico s ingeschat, de inzet van capaciteit (mensen en middelen) bepaald. Een toezicht- en handhavingsarrangement maakt onderdeel uit van het adviestraject. ( 3.7 adviestraject) 6

78 Stap 4: vergunning evenement Aan de hand van het advies wordt de strategie bij het evenement vastgesteld en kunnen de maatregelen worden bepaald. De betrokken partijen hebben hierover met elkaar afspraken gemaakt. De gemeente stelt, naar aanleiding van het advies (monodisciplinair/multidisciplinair), de vergunning op en laat deze goedkeuren door de burgemeester als het bevoegd gezag. ( 3.7 adviestraject) Stap 5: operationele voorbereiding De operationele voorbereiding bestaat uit het invullen van de gestelde voorwaarden en gemaakte afspraken voortkomend uit het advies. De voorbereiding van de diensten op het evenement geschiedt op monodisciplinaire basis. Deze voorbereiding is een eigenstandige verantwoordelijkheid. Stap 6: uitvoeren van het evenement Na het doorlopen van voorgaande stappen vindt het evenement plaats. Door de gestelde voorwaarden in de vergunning zijn de maatregelen en voorzieningen die betrekking hebben op het evenement vastgelegd. Door middel van toezicht en handhaving is het mogelijk te sturen op het verloop van het evenement. De gemeente is in eerste instantie verantwoordelijk voor toezicht en handhaving. In de aanloop naar het evenement zijn afspraken hierover vastgelegd in een toezicht- en handhavingsarrangement. Stap 7: evalueren en verbeteren Nadat het evenement heeft plaatsgevonden kan door de gemeente een evaluatie worden georganiseerd. De evaluatie kan tevens dienen als vooroverleg voor een volgende editie. De gemeente benadert daar de diensten en overige betrokkenen voor. Het evalueren van evenementen is niet gekoppeld aan een categorie zodat, daar waar gewenst, elk evenement geëvalueerd kan worden. De gemeente kan door de diensten verzocht worden een evaluatie te organiseren. Evenementen waarbij multidisciplinair geadviseerd is worden altijd geëvalueerd. De evaluatie van het evenement wordt vastgelegd en bij het evenementendossier gevoegd. ( 3.8 evaluatie van evenementen) Stappen in deze handreiking Afhankelijk van de situatie en het evenement doorlopen gemeenten en (hulp)diensten alle zeven stappen. Het kan zijn dat een evenement is af te doen met een standaardvergunning zodat het proces na stap 2 afgerond is. De volgorde van de stappen blijft hetzelfde. 7

79 Hoofdstuk 3 Producten In dit hoofdstuk worden de producten beschreven die bij de uniforme werkwijze ten aanzien van publieksevenementen gehanteerd worden. Met deze producten wordt beoogd de samenwerking te vergroten en efficiency te behalen. Als te realiseren producten zijn benoemd: 3.1 Uniforme wijze aanvragen publieksevenementen; 3.2 Categorisering van publieksevenementen; 3.3 Risicoscan; 3.4 Termijnen; 3.5 Werkwijze vooraankondigingen; 3.6 Evenementenkalender; 3.7 Adviestraject; 3.8 Evaluatie van evenementen; 3.9 Evenementenloket. 3.1 Uniforme wijze aanvragen publieksevenementen Om het aanvragen van publieksevenementen herkenbaar en gemakkelijk te maken hanteert elke gemeente een uniforme wijze voor het aanvragen van publieksevenementen. Om te bepalen of sprake is van een melding of een vergunningaanvraag vult de aanvrager vragen op basis van de eisen uit de lokale APV in. Na het invullen van deze vragen blijkt of volstaan wordt met een melding of dat een vergunningaanvraag noodzakelijk is. Als het bij een melding blijft, krijgt de aanvrager na het invullen van deze vragen het bericht dat melding is gedaan en dat het evenement georganiseerd kan worden binnen de gestelde eisen in de lokale APV. Deze meldingen worden opgenomen in de evenementenkalender. Is een vergunningaanvraag noodzakelijk, dan wordt de aanvrager verplicht een vergunningaanvraag in te dienen. Door deze uniforme werkwijze ontstaat herkenbaarheid en eenduidigheid voor aanvragers, behandelaars en adviseurs en worden meldingen en vergunningen van alle gemeenten verzameld en opgeslagen in één systeem. 3.2 Categoriseren van publieksevenementen Om de behandelaanpak te bepalen en daaruit voortvloeiend de mate van risico en complexiteit aan te geven wordt gewerkt met een systeem van categorisering. Deze categorisering is richtinggevend voor het niveau van advisering als onderdeel van het vergunningstraject. Een melding van een publieksevenement wordt gekoppeld aan de categorie 0. Publieksevenementen die een vergunning nodig hebben, worden door het uitvoeren van de risicoscan geplaatst in de categorieën A, B of C. De beschrijving van de categorieën is opgenomen in bijlage Risicoscan en behandelaanpak Na de aanvraag van een vergunning wordt de behandelaanpak bepaald. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een uniforme risicoscan, bijlage 2. Deze risicoscan deelt aanvragen in de categorieën A, B of C in. Benadrukt wordt dat de risicoscan een hulpmiddel is om de behandelaanpak te bepalen. De gemeente bepaalt de definitieve categorie. De scores per categorie is in bijlage 1 zichtbaar. 3.4 Termijnen De gemeente heeft in de lokale APV termijnen opgenomen. Deze termijnen vallen uiteen in twee sporen. Enerzijds is de termijn voor een melding opgenomen, anderzijds is de termijn voor het aanvragen van vergunningen opgenomen. In bijlage 3 zijn de indientermijnen voor elke categorie opgenomen. 8

80 3.5 Werkwijze vooraankondigingen Vooraankondigingen hebben tot doel de gemeenten en (hulp)diensten vroegtijdig kennis te laten nemen van de evenementen die het aankomend jaar georganiseerd gaan worden. In het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt benadert de gemeente aanvragers om een vooraankondiging van het evenement in te dienen. Een vooraankondiging geeft geen garanties (en heeft geen juridische consequenties). De gemeente heeft een stimulerende rol bij het verkrijgen van de vooraankondigingen. De vooraankondigingen geven de gemeenten en de (hulp)diensten in vroegtijdig stadium inzicht in hun capaciteitsplanning en de mogelijkheid tot spreiden van (grootschalige) evenementen. Op deze manier wordt samenloop van evenementen vroegtijdig gesignaleerd, organisatiedruk bij diensten voorkomen en ontstaat de mogelijkheid om spreiding toe te passen. Het bevoegd gezag behoudt zich het recht vergunningaanvragen te beoordelen en af te wijzen. Nieuwe evenementen kunnen in het lopende kalenderjaar via de reguliere weg worden aangemeld. De werkwijze voor het verkrijgen van de vooraankondigingen is in bijlage 4 opgenomen. 3.6 Evenementenkalender Om alle publieksevenementen te bundelen wordt gewerkt met een evenementenkalender. Dit helpt gemeenten, betrokken diensten en overige partijen inzicht te verkrijgen in publieksevenementen. Door gebruik te maken van de evenementenkalender kan optimale spreiding van evenementen over locaties en data plaatsvinden. De gemeente registreert vooraankondigingen, meldingen, vergunningaanvragen en verleende evenementenvergunningen in de evenementenkalender. Naast de aanvraag en vergunningverlening voor publieksevenementen kan ook sprake zijn van onderwerpen waar bijzondere wet- en regelgeving op van toepassing is. Voor deze onderwerpen kan sprake zijn van de verplichting naast de evenementenvergunning een melding, vergunning, ontheffing of verklaring van geen bezwaar aan te vragen bij het bevoegd gezag. De evenementenkalender is voor de adviserende diensten een hulpmiddel bij het geven van monodisciplinair of multidisciplinair advies en het inplannen van capaciteit. De evenementenkalender kan door gemeenten worden gebruikt als hulpmiddel voor communicatie richting organisatoren en publiek. De werkwijze voor de evenementenkalender is in bijlage 5 opgenomen. 3.7 Adviestraject De advisering bij publieksevenementen heeft tot doel het bevoegd gezag te adviseren over de waarschijnlijkheid en impact van risicovolle situaties bij evenementen en de te stellen maatregelen en voorwaarden. De gemeente vraagt advies bij de diensten. Het advies wordt opgesteld met input van dienst(en), gemeente en daar waar gewenst de aanvrager. Bij multidisciplinaire advisering wordt gebruik gemaakt van een risicoanalyse. Hierdoor worden risico s inzichtelijk, de impact van de risico s ingeschat, de inzet van capaciteit (mensen en middelen) bepaald en de wijze waarop toezicht en handhaving plaats gaat vinden. Status advies Het schriftelijk advies wordt (gevraagd of ongevraagd) uitgebracht door de diensten. Het advies is niet bindend. Het advies wordt gericht aan het bevoegd gezag. De gemeente koppelt het al dan niet opvolgen van het advies inclusief onderbouwing terug en plaatst dit in het evenementendossier. Adviezen omvatten een beoordeling van de aangeleverde informatie door de gemeente op volledigheid, verwachte effectiviteit van maatregelen, voorstel tot 9

81 vergunningvoorschriften maar ook eventueel gesignaleerde (capacitaire) beperkingen in operationeel optreden en beheersbaarheid van voorzienbare risico s. Kenmerken adviestraject en behandelaanpak Het adviestraject richt zich op het voorkomen en/of beperken van fysieke en openbare risico s voor bezoekers, deelnemers, omwonenden en hulpverleners die bij het evenement betrokken zijn. Categorie 0 Categorie A Categorie B Categorie C Het is aan de gemeente of een advies wordt gevraagd aan de dienst(en); Bij deze categorie kan de gemeente een monodisciplinair advies aan diensten vragen. De diensten kunnen ook ongevraagd adviseren aan het bevoegd gezag; Bij deze categorie kan de gemeente een monodisciplinair advies aan diensten vragen. Op verzoek van het bevoegd gezag en op advies van de diensten kan tot een multidisciplinair adviestraject worden overgegaan. Bij deze categorie wordt overgegaan tot een multidisciplinair adviestraject. Monodisciplinair advies De diensten hebben het adviestraject ten aanzien van evenementen binnen de eigen organisatie geborgd. De wijze van advisering sluit aan op de werkwijze in deze handreiking. Multidisciplinair advies Het multidisciplinair advies komt tot stand door de gezamenlijke monodisciplinaire adviezen van diensten op elkaar af te stemmen en te bundelen. Om te komen tot een multidisciplinair advies komen de diensten bij elkaar. Dit overleg wordt geleid door een technisch voorzitter. De vertegenwoordigers van de diensten zijn bevoegd om namens hun kolom het multidisciplinair advies te geven. 3.8 Evaluatie van evenementen Nadat het evenement heeft plaatsgevonden kan door de gemeente een evaluatie worden georganiseerd. De evaluatie kan tevens dienen als vooroverleg voor een volgende editie. Evenementen waarbij multidisciplinair geadviseerd is worden altijd geëvalueerd De gemeente benadert daar de diensten en overige betrokkenen voor. Het evalueren van evenementen is niet gekoppeld aan een categorie zodat, daar waar gewenst, elk evenement geëvalueerd kan worden. De gemeente kan door de diensten verzocht worden een evaluatie te organiseren. De evaluatie van het evenement wordt vastgelegd en bij het evenementendossier gevoegd. 3.9 Evenementenloket Het evenementenloket zal bij de ontwikkeling en uitrol van de handreiking publieksevenementen een stimulerende rol vervullen tussen gemeenten, diensten en andere partijen. Voor een centraal beheer en overzicht staat een evenementenloket ter beschikking. Het loket is belegd bij de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Het evenementenloket heeft onderstaande functionaliteiten: 1. Het loket functioneert als frontoffice voor diensten en gemeenten. 2. Het loket houdt toezicht op het gebruik en werking van het digitale systeem. 3. Het loket draagt zorg voor afstemming van de vooraankondigingen van evenementen met gemeenten en de diensten en informeert de gemeente bij een samenloop van evenementen. 4. Het loket draagt zorg voor het samenstellen van het multidisciplinair advies. 5. Het loket stelt de informatie beschikbaar aan de operationele organisatie. 6. Het loket signaleert bijzonderheden ten aanzien van geplande evenementen zoals extreem weer. 10

82 Bijlagen 1 Categorisering van publieksevenementen 2 Risicoscan 3 Termijnen 4 Werkwijze vooraankondigingen 5 Werkwijze evenementenkalender 6 Van aanvraag tot evenement 7 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden 8 Wet- en regelgeving 11

83 Bijlage 1 Categorisering van publieksevenementen Door het invullen van indicatoren, het activiteiten-, publieks- en ruimtelijk profiel, worden punten gescoord. De som van alle punten bepaalt de categorie waar het evenement in valt. De opbouw van de score per indicator wordt in het werkblad indicatoren in de risicoscan beschreven. Categorie 0 Score risicoscan Omschrijving Categorie A Score risicoscan Omschrijving Categorie B Score risicoscan Omschrijving Categorie C Score risicoscan Omschrijving Meldingsplichtig evenement n.v.t.* Kleinschalige evenementen zonder noemenswaardig risico en waarbij geen extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Deze evenementen zijn niet vergunningsplichtig, maar wel meldingsplichtig. Regulier evenement < 12 pnt. Start van 0 t/m 11 punten Evenement met laag risico, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en / of beperkte gevolgen voor het verkeer en tevens een geringe extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Aandacht evenement > 11 < 25 pnt. Start van 12 t/m 24 punten Evenement met een verhoogd risico, waarbij sprak is van een verhoogde impact op de omgeving en / of gevolgen voor verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Risico evenement > 24 pnt. Start van 25 naar hoger Risicovol evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving /regio en / of verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. 12

84 Bijlage 2 Risicoscan Datum risicoscan Uitgevoerd door Behandelaar Risicoscan handreiking publieksevenementen regio Zuid-Holland Zuid Evenement Datum evenement Naam evenement Gemeente Plaats Locatie Zaaknummer gemeente Indicatoren Waarde Score Activiteitenprofiel: Subtotaal 0 Soort evenement Tijdstip van het evenement Het evenement duurt (aantal dagen) Muzieksoort Er wordt vuurwerk afgestoken Er wordt overnacht op het evenemententerrein Uitstraling van het evenement Er zijn negatieve evaluatie en / of ervaringsgegevens Publieksprofiel: Subtotaal 0 Er is kans op een specifieke doelgroep 0 Leeftijdscategorie doelgroep 0 Activiteit Publiek Maximaal aantal gelijktijdige bezoekers / toeschouwers / deelnemers 0 Er wordt drank en / of drugs genuttigd 0 Ruimtelijk profiel: (Publieksstromen tussen) evenementlocaties of podia Subtotaal 0 0 Type locatie en terrein 0 Er zijn gevolgen voor het wegennet (bv afsluitingen) 0 Er zijn gevolgen voor het openbaar vervoer 0 Er is sprake van een risico-object op of aan het evenemententerrein 0 Totaalscore 0 Ruimte Advies Toelichting Indicatie categorie Toelichting bij aanpassing van categorie: Tekst Definitieve categorie Voor advies verzonden naar Datum advisering Brandweer Ghor Politie Veiligheidsregio Hoofdafdeling R&Cb OZHZ A Categorie: Evenement met een laag risico volg behandelaanpak Mailadres: evenementen@vrzhz.nl Definitieve Categorie!!!! Scanversie September 2013 Door het invullen van de indicatoren worden punten gescoord. De som van alle punten bepaalt de categorie waar het evenement in valt. De score gekoppeld aan de categorie is in bijlage 1 te zien. De opbouw van de score per indicator wordt in het werkblad indicatoren in de risicoscan beschreven. De bepaalde categorie indeling kan door het bevoegd gezag en of een dienst (en) worden bijgesteld naar aanleiding van ervaringen. 13

85 Bijlage 3 Termijnen Categorie 0 Meldingsplichtig evenement Kleinschalige evenementen zonder noemenswaardig risico en waarbij geen extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Indientermijn: Reactie: uiterlijk 2 weken voor aanvang evenement de gemeente hanteert haar eigen wijze voor de meldingen (ontvangstbevestiging of reactietermijn) Deze categorie doorloopt geen adviestraject en worden na het invullen van de vragen (op basis van de lokale APV) toegestaan. De gemeente kan, indien nodig, zijn wettelijke rol toepassen. Categorie A Regulier evenement Evenement met laag risico, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en / of beperkte gevolgen voor het verkeer en tevens een geringe extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Indientermijn: Vergunningverstrekking: uiterlijk 6 weken voor aanvang evenement uiterlijk 2 weken voor aanvang van het evenement Bij deze categorie kan de gemeente monodisciplinaire advisering aan de diensten vragen. De diensten kunnen ook ongevraagd adviseren aan het bevoegd gezag. Categorie B Aandacht evenement Evenement met een verhoogd risico, waarbij sprak is van een verhoogde impact op de omgeving en / of gevolgen voor verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Indientermijn: Vergunningverstrekking: uiterlijk 10 weken voor aanvang evenement uiterlijk 2 weken voor aanvang van het evenement Bij deze categorie vraagt de gemeente advies aan de diensten. Op verzoek van de gemeente en op advies van de diensten kan tot een multidisciplinair adviestraject worden overgegaan (zie adviestraject categorie C). Categorie C Risico evenement Risicovol evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de omgeving /regio en/of verkeer en tevens extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten is vereist. Indientermijn: Vergunningverstrekking: uiterlijk 10 weken voor aanvang evenement uiterlijk 2 weken voor aanvang van het evenement Bij deze categorie wordt overgegaan tot een multidisciplinair adviestraject. De adviestermijn start wanneer de gemeente de ontvankelijke aanvraag (exclusief uitstel en opschorting) opgenomen heeft in het systeem, de evenementenkalender. De organisator dient de complete aanvraag en de definitieve plannen voor B- en C- evenementen uiterlijk tien weken voor aanvang van het evenement in te dienen. Binnen deze 10 weken wordt een aanvraag niet in behandeling genomen. 14

86 Bijlage 4 Werkwijze vooraankondigingen Vooraankondigingen hebben tot doel de gemeenten en (hulp)diensten vroegtijdig kennis te laten nemen van de evenementen die het aankomend jaar georganiseerd gaan worden. In het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaatsvindt benadert de gemeente aanvragers om een vooraankondiging van het evenement in te dienen. Een vooraankondiging geeft geen garanties (en heeft geen juridische consequenties). De gemeente heeft een stimulerende rol bij het verkrijgen van de vooraankondigingen. De vooraankondigingen geven de gemeenten en de (hulp)diensten in vroegtijdig stadium inzicht in hun capaciteitsplanning en de mogelijkheid tot spreiden van (grootschalige) evenementen. Op deze manier wordt samenloop van evenementen vroegtijdig gesignaleerd, organisatiedruk bij diensten voorkomen en ontstaat de mogelijkheid om spreiding toe te passen. Het bevoegd gezag behoudt zich het recht vergunningaanvragen te beoordelen en af te wijzen. Nieuwe evenementen kunnen in het lopende kalenderjaar via de reguliere weg worden aangemeld. Proces verkrijgen vooraankondigingen - De gemeente benadert organisatoren van evenementen om voor 1 november opgave van het evenement te doen. - Uiterlijk 1 november plaatst de gemeente de opgaven in de evenementenkalender voor het aankomend jaar. - Naar aanleiding van de opgave signaleren de gemeenten knelpunten in spreiding en samenloop. - Naar aanleiding van de opgave bekijken de diensten, onder coördinatie van het evenementenloket, de inzet van capaciteit en risico s. - Het evenementenloket maakt gesignaleerde knelpunten in samenloop, capaciteit of risico s bekend bij de gemeente. De gemeente maakt dit bekend aan de organisator van het evenement en bekijkt mogelijkheden om tot een oplossing te komen. - De gemeente maakt de gewijzigde planning voor deze evenementen voor 1 januari zichtbaar in de evenementenkalender. - De planning voor het aankomende jaar wordt ter kennisname voorgelegd aan het algemeen bestuur VRZHZ en het regionaal veiligheidsoverleg politie (RVO). Basisgegevens vooraankondiging De gegevens van de vooraankondiging bestaan ten minste uit: - NAW-gegevens aanvrager; - naam en omschrijving van het evenement; - data waarop het evenement plaatsvindt; - soort evenement; - evenementenlocatie(s); - duur van het evenement; - de omvang van het publiek; - de doelgroep van het publiek; - het gebruik van versterkt geluid; - het plaatsen van constructies en/of voorwerpen; - het schenken en/of verkopen van alcoholische drank; - de bereikbaarheid van het evenement voor hulpdiensten; - het afsluiten van delen van de rijbaan of vaarweg; - het gebruik van parkeerplaatsen of van (delen van) de openbare weg; - maatregelen van aan- of afvoer van verkeers- en bezoekersstromen. 15

87 Bijlage 5 Werkwijze evenementenkalender Gemeenten en (hulp)diensten hebben behoefte inzage te hebben in geplande evenementen. Evenementen kunnen aanzienlijke consequenties hebben voor de openbare orde en veiligheid. Daarom is het belangrijk overzicht te hebben van de te houden evenementen, zodat een totaalbeeld ontstaat over de drukte in de regio op bepaalde momenten. De evenementenkalender draagt ertoe bij om te komen tot een optimale spreiding van evenementen over locaties en tijdstippen. Uitgangspunten evenementenkalender - Raadplegen: De evenementenkalender is voor alle betrokken diensten te raadplegen (informatievoorziening). - Zichtbaarheid: Ieder evenement, vooraankondiging, melding of een vergunning(aanvraag), staat op de evenementenkalender. - Behandelstatus: De status van de behandeling van een aankondiging of vergunningaanvraag is zichtbaar. - Spreiding: De evenementenkalender wordt als spreidingsinstrument voor publieksevenementen gebruikt. - Afstemming: De evenementenkalender dient als instrument bij het voorkomen van gelijktijdigheid van publieksevenementen. - Planning: Planningsinstrument voor evenementen en diensten. - Digitaal: De evenementenkalender wordt in een digitale omgeving beschikbaar gesteld. - Toegankelijkheid: De evenementenkalender wordt per autorisatie beschikbaar gesteld. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de evenementenkalender niet bedoeld is om evenementen te verbieden, maar om inzicht in samenloop, risico s en een verantwoorde spreiding van evenementen te bewerkstelligen. 16

88 Bijlage 6 Van aanvraag tot evenement Stap 1: vooraankondigen, melden of aanvragen Stap 2: behandelaanpak bepalen Stap 3: signaleren en adviseren Stap 4: vergunning evenement Stap 5: operationele voorbereiding Stap 6: uitvoeren evenement Stap 7: evalueren en verbeteren 3.1 Uniforme aanvraag uit voorselectie volgt: - melding - aanvraag vergunning 3.3 Risicoscan gemeente voert risicoscan uit en bepaalt categorie 3.4 Indientermijnen 0 = 2 weken A = 6 weken B = 10 weken C = 10 weken 3.2 Categorie (A, B, of C) - voor mate van risico en complexiteit - richtinggevend voor behandel- en adviestraject 3.7 Adviestraject - monodisciplinair en multidisciplinair 3.7 Vergunning evenement - bevoegd gezag stelt vergunning met voorwaarden op - bevoegd gezag verleent vergunning - eigenstandige voorbereiding van gemaakte afspraken 3.7 Vergunning evenement - uitvoeren gemaakte afspraken - handhaving en toezicht 3.8 Evaluatie - op verzoek van gemeente en diensten vindt evaluatie plaats - bij multidisciplinaire advisering wordt altijd geëvalueerd 3.6 Evenementenkalender Inhoud: vooraankondigingen, meldingen, vergunningaanvraag en verleende vergunningen Functie: raadplegen, zichtbaarheid, behandelstatus, spreiding, afstemming, planning, digitaal, toegankelijkheid 3.9 Evenementenloket Functies: beheer kalender, afstemming, signaalfunctie, front-office, archivering, technisch voorzitter, verslaglegging, operationele vertaling 17

89 Bijlage 7 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Deze bijlage geeft een overzicht van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de hoofdspelers en is niet limitatief. 7.1 Organisator De organisator van een evenement is hoofdverantwoordelijk voor het evenement. De organisator van een evenement dient een melding te doen of een vergunning aan te vragen voor het mogen organiseren van een evenement. De organisator heeft hierbij de verplichting om alle informatie te verschaffen die voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is. Dit betekent dat de organisator verantwoordelijk is voor het aanleveren van een tijdige- en complete vergunningaanvraag, bijbehorend veiligheidsplan, tekeningen en eventueel andere documenten onder andere certificaten. De organisator is eerstverantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement. Daaronder wordt onder andere verstaan de veiligheid van het publiek, vrijwilligers/werknemers, verkeersregelaars, communicatie naar belanghebbenden en het beperken van overlast. Daarnaast dient de organisator zelf in staat te zijn kleine voorzienbare calamiteiten aan te pakken. De organisator is verantwoordelijk voor het naleven van gestelde voorwaarden in de vergunning. De organisator is verplicht om derden die deel uitmaken van het evenement, zoals kraamhouders op een braderie, op de hoogte te stellen van de gestelde voorwaarden in de vergunning. Dit betekent dat de organisator ook verantwoordelijk is dat derden, die deel uitmaken van het evenement, zich aan de gestelde vergunningsvoorwaarden houden. De verantwoordelijkheid strekt zich ook uit tot de woon- en leefomgeving. Het gaat dan onder andere om het voorkomen en beperken van overlastaspecten betreffende geluid, afval en parkeren. Voorop staat dat de organisator goed zal moeten communiceren, niet alleen naar de gemeente maar ook naar omwonenden, zowel vooraf als achteraf. 7.2 Gemeente De burgemeester is eindverantwoordelijk voor het verlenen van de evenementenvergunning en voor de handhaving van openbare orde en veiligheid. De Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester verantwoordelijk is voor handhaving van de openbare orde in zijn gemeente. Bij de uitoefening van toezicht op onder meer openbare samenkomsten en vermakelijkheden kan de burgemeester bevelen geven die hij noodzakelijk acht met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid. De gemeente heeft een signalerende en handhavende taak voor, tijdens en na het evenement. 7.3 Regionale Brandweer Op basis van artikel 25 van de Wet veiligheidsregio s is één van de taken van de brandweer het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Deze adviesrol heeft zowel betrekking op vergunningverlening op basis van de APV, als ook bij een gebruiksvergunning op basis van de brandbeveiligingsverordening of Wabo en een gebruiksmelding op basis van het Bouwbesluit De adviesrol van de brandweer op dit gebied staat beschreven in het beleidsplan Expertise & Advies (E&A). 7.4 GHOR De GHOR is verantwoordelijk voor de samenwerking van de geneeskundige hulpverleningsorganisaties binnen de regio ZHZ. Vanuit de Wet veiligheidsregio s en de Wet publieke gezondheid adviseert de GHOR de gemeente over geneeskundige inzet en 18

90 zo nodig in samenwerking met de Dienst Gezondheid & Jeugd over de gezondheidskundige aspecten. De organisatie is zelf verantwoordelijk voor de inzet en de organisatie van geneeskundige hulpverlening tijdens het evenement. De GHOR is in principe geen onderdeel van de EHBO/geneeskundige organisatie van een evenement. De GHOR brengt voorafgaand aan het evenement de mogelijke gezondheids- en geneeskundige risico's die zich voor kunnen doen in kaart. Op basis hiervan adviseert de GHOR de gemeente over eisen aan deze EHBO-organisatie van het evenement. Dit op basis van landelijk vastgestelde richtlijnen. Bij calamiteiten voert de GHOR de coördinatie over de verschillende gezondheidsorganisaties, bijvoorbeeld het Nederlands Rode Kruis, ziekenhuizen en de ambulancedienst. Bij calamiteiten valt ook de EHBO-organisatie van het evenement onder de coördinatie van de GHOR, d.m.v. de Officier van Dienst-Geneeskundig. 7.5 Hoofdafdeling Risico- en Crisisbeheersing De hoofdafdeling risico- en crisisbeheersing vervult een faciliterende en adviserende rol, gebaseerd op artikel 10, lid 2 van de Wet veiligheidsregio s. Daarnaast is deze afdeling belast met multidisciplinaire preparatie op crises en de inventarisatie en analyse van (voorzienbare) risico s in de regio. 7.6 Politie Volgens de Politiewet 2012, artikel 3 heeft de politie tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Artikel 11 van de Politiewet stelt dat indien de politie in een gemeente optreedt ter handhaving van de openbare orde en ter uitvoering van de hulpverleningstaak, zij onder gezag staat van de burgemeester. Artikel 12 geeft aan: Indien de politie optreedt ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, dan wel taken verricht ten dienste van de justitie, staat zij, tenzij in enige wet anders is bepaald, onder gezag van de officier van justitie. 7.7 Omgevingsdienst De omgevingsdienst voert de wettelijke milieutaken uit voor de 17 gemeenten van de regio Zuid-Holland Zuid en de provincie Zuid-Holland. Specialisten adviseren en ondersteunen de gemeenten en provincie bij het maken van verantwoorde keuzen op het gebied van economische ontwikkelingen, de schaarse ruimte en het milieu en creëren zo samen een gezonde, veilige en economische vitale leefomgeving voor inwoners en ondernemers in de regio. 7.8 Provincie Namens de provincie Zuid-Holland is de OZHZ verantwoordelijk voor de vergunningverlening en toezicht op vuurwerkevenementen in het kader van het Vuurwerkbesluit. 19

91 Bijlage 8 Wet- en regelgeving In deze bijlage wordt de wet- en regelgeving opgesomd die van belang is voor het evenementenbeleid. Deze wet- en regelgeving wordt per wet en korte omschrijving weergegeven. De basis voor publieksevenementen is vervat in de APV. Ook andere regelingen zijn van toepassing op het reguleren van evenementen. Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Eisen ten aanzien van publieksevenementen. Algemene Wet Bestuursrecht Kader voor aanvragen en afgeven beschikkingen (evenementenvergunning). Brandbeveiligingsverordening Brandveilig gebruik van inrichtingen. Gemeentewet Bepalingen ten aanzien van veiligheid bij evenementen. Politiewet 2012 Handhaving rechtsorde en het verlenen van hulp. Wet Publieke Gezondheid Dreiging van infectieziekten en geneeskundige hulpverlening en voorbereiding daarop. Wet veiligheidsregio s Voorbereiding op rampen en crises en advisering. Arbeidsomstandighedenwet Zorg voor veiligheid eigen personeel en bezoekers. Arbeidsomstandighedenbesluit Drank- en horecawet Verstrekken van alcoholhoudende drank in horeca-inrichting en/of buiten een horecainrichting. Flora- en faunawet Bescherming bedreigde diersoorten. Luchtvaartwet Veiligheid bij luchtvaartvertoningen. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) Door de Wabo wordt een groot aantal vergunningvereisten uit wetten en verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving geïntegreerd. Warenwet Deugdelijkheid levensmiddelen en andere consumentenproducten. Wet geluidshinder Bepaling geluidsoverlast bij evenement. Wet milieubeheer, Activiteitenbesluit, Vuurwerkbesluit Voorkomen/beperken van gevaar, schade, hinder voor milieu en omgeving. Regelgeving ontbranden vuurwerk. 20

92 Wet op de kansspelen Regels voor organiseren van kansspelen. Wet ruimtelijke ordening Ruimtelijke beperkingen ten aanzien van inrichting van evenemententerreinen Wegenverkeerswet Verkeersmaatregelen in verband met evenement. Winkeltijdenwet Ontheffing opening buiten winkeltijden. Woningwet, Bouwbesluit 2012, Bouwverordening Bouwen van veilige bouwwerken en veilig gebruik van bouwwerken. Zondagswet Handhaven zondagsrust. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (activiteitenbesluit) 8.1 Samenhangende vergunningen Bij een melding of aanvraag om ontheffing of vergunning voor publieksactiviteiten, wordt steeds vanuit het ambtelijk apparaat beoordeeld of meerdere wetgeving van toepassing is. Indien dat het geval is wordt de aanvrager hier op gewezen. Zolang er nog niets geregeld is vanuit het rijk, blijven voor iedere wetgeving afzonderlijke aanvragen met een afzonderlijke behandeling en besluitvorming van kracht. Indien samenhang bestaat wordt de procedure van aanvragen, behandelen en besluitvorming echter zoveel mogelijk parallel met de evenementenaanvraag doorlopen. Zo wordt de administratieve last voor zowel aanvrager als gemeente zo laag mogelijk. 21

93 10 BEST - Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen ab - Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015.pdf Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 12 februari 2015 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze ex art. 160, lid 2 van de Gemeentewet kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur n.v.t. bijlage Fatale termijn nee Bijlagen 1 Ons kenmerk Zaaknr B&W besluit 10 februari 2015 Portefeuillehouder J.P. Tanis Bestuur en Middelen Onderwerp Belastingverordeningen 2015 Wat wordt gevraagd Toelichting De Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015 vast te stellen De gemeenteraad heeft in de vergadering van 12 november motie IX Verordening kwijtschelding aangenomen. Aan het college is verzocht om aan de raad een verordening kwijtschelding te presenteren, waarin de keuzemogelijkheid inzake de kwijtschelding voor privé belastingen van ondernemers is opgenomen, ten behoeve van de belastingheffing met ingang van het belastingjaar Bijgaande stukken 1. Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015 Ambtelijk contactpersoon L.P.M. van Geldorp Tel.nr. (0184) Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

94 2 rv - Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015.pdf Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Zaaknummer: Sliedrecht, 10 februari 2015 Onderwerp: Uitvoering motie d.d. 12 november 2014 inzake kwijtschelding voor privé belastingen van ondernemers. Beslispunten De Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015 vast te stellen. Samenvatting Met het vaststellen van de aangepaste verordening kwijtschelding wordt voor ondernemers de mogelijkheid geboden kwijtschelding aan te vragen voor privé belastingen. Inleiding In de raadsvergadering van 12 november 2014 is motie IX Verordening kwijtschelding aangenomen. Aan het college is verzocht om een verordening kwijtschelding te presenteren, waarin de keuzemogelijkheid inzake de kwijtschelding voor privé belastingen van ondernemers is opgenomen. Dit ten behoeve van de belastingheffing met ingang van het belastingjaar Beoogd effect Met deze toevoeging in de verordening kan kwijtschelding worden verleend aan ondernemers voor privé belastingen. Deze verordening geldt voor de belastingheffing met ingang van het belastingjaar De voorwaarden waaronder kwijtschelding aan een ondernemer wordt verleend, zijn gelijk aan de voorwaarden die voor natuurlijke personen/niet-ondernemers gelden. Dat wil zeggen dat van dezelfde betalingscapaciteit en hetzelfde vermogen wordt uitgegaan. Argumenten In onze eerste reactie op de ingediende motie hebben wij aangegeven hier positief in te staan en ons te kunnen vinden in de strekking van de motie. Bij de voorbereiding van dit voorstel zijn echter ook de nodige kanttekeningen bij het uitvoeren van de motie naar voren gekomen. Wij zijn nog steeds van harte bereid om uitvoering te geven aan de wens van de meerderheid van de raad. Wij verzoeken uw raad echter wel onderstaande kanttekeningen nadrukkelijk in uw afweging mee te nemen. Kanttekeningen In de afweging bij de vaststelling van deze verordening zijn de volgende kanttekeningen van belang: De doorlooptijd van de behandeling van een kwijtscheldingsverzoek neemt toe, doordat feitelijk pas na afloop van het belastingjaar vastgesteld kan worden welk inkomen de ondernemer heeft genoten. Het voordeel voor de ondernemer komt dan dus een jaar later. Medewerkers van de gemeentelijke belastingdienst moeten de aanslag inkomstenbelasting of de inkomensverklaring van de rijksbelastingdienst van de ondernemers op zijn of haar merites kunnen beoordelen. Dat geldt ook voor de vermogenspositie. Dit kost tijd en is complex; Van geautomatiseerde kwijtschelding kan geen sprake zijn. Het inkomen en het vermogen moet ieder jaar opnieuw bezien worden.

95 - 2 - De inschatting is dat het in Sliedrecht zal gaan om enkele aanvragen per jaar. Het grootste samenwerkingsverband in de omgeving (26 gemeenten en 1 waterschap) heeft bijvoorbeeld ongeveer 50 van dergelijke aanvragen per jaar; De aanslagen en de kwijtscheldingsverzoeken kunnen in de praktijk cumuleren, hierdoor wordt per belastingschuldige een apart dossier bijgehouden; De gemeente Sliedrecht is tot op heden de enige gemeente in de Drechtsteden die deze mogelijkheid van kwijtschelding zou bieden. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders De lasten van kwijtschelding worden doorberekend in het belastingtarief. Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Gemeentewet Tijdspad, monitoring en evaluatie m.b.t. voorgesteld raadsbesluit Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari Wij zullen de werking van dit onderdeel van de verordening na een jaar evalueren om te bezien hoe de uitvoeringskosten voor de gemeente en de voordelen voor de ondernemers zich tot elkaar verhouden. Communicatie - Bekendmaking in het Kompas. - Publicatie op - Verzending kopie van de verordeningen naar Gemeentebelastingen Drechtsteden. Vervolg De uitvoering vindt plaats door Gemeentebelastingen Drechtsteden. Eerdere besluiten/behandeling raad Motie IX, raadsvergadering 12 november Proces Geadviseerd door Gemeentebelastingen Drechtsteden. Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen Bijlage(n): conceptraadsbesluit

96 3 rb - Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015.doc Concept Raadsbesluit zaaknummer: Onderwerp: Uitvoering motie d.d. 12 november 2014 inzake kwijtschelding voor privé belastingen van ondernemers. De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 februari 2015; Besluit: De Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015 vast te stellen: Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 24 maart 2015 De griffier, De voorzitter, dr. M.J.E.M. van Dam drs. A.P.J. van Hemmen

97 4 Verordening kwijtschelding 2015 (definitief).pdf Versie geldig vanaf 1 januari 2015 Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015 De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen; b e s l u i t : vast te stellen de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2015 Artikel 1 Heffingen waarvoor kwijtschelding wordt verleend Kwijtschelding kan aangevraagd en verleend worden voor: 1. Onroerende-zaakbelastingen; 2. Afvalstoffenheffing; 3. Rioolheffing; 4. Hondenbelasting (alleen voor de eerste hond en tot maximaal de helft van het voor de eerste hond verschuldigde bedrag); Artikel 2 Uitgesloten van kwijtschelding Voor alle overige gemeentelijke heffingen wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 3 Kosten van bestaan 1. Bij de kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100%. 2. In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100% van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOWbedragen. Artikel 4 Netto kosten kinderopvang Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang. Artikel 5 Kwijtschelding aan ondernemers Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2014 van 10 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding.

98 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 24 maart De griffier, De voorzitter, dr. M.J.E.M. van Dam drs. A.P.J. van Hemmen

99 11 FYS Ouverture ( CIB Ouverture en antwoorden art. 44 vragen VVD over Ouverture) 1 Toelichting agenderingsverzoek CIB over Stavaza kruispunt A15 Ouverture d.d. 16dec14.docx Toelichting agenderingsverzoek College informatiebrief (CIB) over Stand van zaken kruispunt A15 Ouverture d.d. 16 december 2014 Inleiding: In de raadsvergadering van 10 september 2013 (nadat volgens het verslag van die avond goed geluisterd was naar de opmerkingen van de raad tijdens de - acht weken eerder gehouden opiniërende bijeenkomst, is unaniem ingestemd met het ontwerp van het kruispunt Ouverture / A15 met extra rijstroken en verkeerslichten. Daarbij is ook afgesproken dat koppelingen zullen worden gelegd tussen de verschillende verkeersregelinstallaties. Uit de CIB blijkt dat het ontwerp intussen is aangepast, waarbij de belangrijkste wijzigingen zijn: Een enkele linksafstrook vanuit Baanhoek-west naar de toerit A15 Gorinchem in plaats van een dubbele linksafstrook en De afrit van de A15 zit niet meer in de voorrang. Discussiepunten: Waarom deze wijzigingen zijn aangebracht en welke gevolgen die kunnen/zullen hebben voor het al bestaande VRI-kruispunt is onze fractie niet duidelijk en evenmin is duidelijk welke andere (minder belangrijke) wijzigingen nog meer aan de orde zijn. Verder hebben we de volgende punten waarover we graag met onze collega s en het college nader van gedachten wisselen: 1. In de brief wordt geconstateerd dat de projectkosten thans binnen de raming vallen. Daarmee lijkt het alsof bij de uitwerking van het ontwerp de kosten centraal hebben gestaan en dat dit een belangrijke (zo niet de belangrijkste) oorzaak is voor het schrappen van de dubbele linksafstrook. PRO Sliedrecht zegt niet dat het met een opstelstrook minder niet zou kunnen. Maar als deze er in de voorgaande tekening wel inzat, is die voortgekomen vanwege de benodigde opstelruimte bij de te verwachten verkeersdrukte...op enig moment in de tijd gezien. Het zou best kunnen dat het met de huidige verkeersbelasting géén probleem is, maar dan is het wel van belang te weten op welk moment er in de toekomst problemen kunnen gaan ontstaan. Als uit de berekeningen blijkt dat op enig moment, wanneer? de capaciteit van de kruising onvoldoende is zal Sliedrecht alsnog extra capaciteit op het VRI-kruispunt moeten zien te regelen, maar dan zullen de huidige medefinanciers (Rijkswaterstaat en Bouwfonds) niet meer aanspreekbaar zijn. 2. We begrijpen dat Bouwfonds op basis van een overeenkomst (?)met de gemeente Sliedrecht ook goedkeuring moet verlenen. Welke garantie is er dat Bouwfonds adviseert op grond van verkeerstechnische kennis (en de prognoses) i.p.v. puur financiële motieven? 3. De beantwoording van onze vraag over nut en noodzaak van de versmalling ter hoogte van de kerk is voor onze fractie niet overtuigend. Namen de fractie van PRO Sliedrecht Gerrit Venis

C. Bor burgerraadslid v v v v v v J.B.M. Karens burgerraadslid v v v v v v. J. Loeve burgerraadslid v v v v v v

C. Bor burgerraadslid v v v v v v J.B.M. Karens burgerraadslid v v v v v v. J. Loeve burgerraadslid v v v v v v Besluitenlijst Oordeelsvormende bijeenkomst gemeenteraad Sliedrecht op dinsdag 14 april 2015 Aanwezig/woordvoering 9 10 11 13 14 15 SGP-ChristenUnie M. Visser raadslid v v v v v v H.M. Baars-Mulder raadslid

Nadere informatie

Aanpassing Apv i.v.m. inwerkingtreden reclame-uitingenbeleid. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Aanpassing Apv i.v.m. inwerkingtreden reclame-uitingenbeleid. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Aanpassing Apv i.v.m. inwerkingtreden reclame-uitingenbeleid Agendering Commissie Bestuurlijk Domein Gemeenteraad Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal

Nadere informatie

Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 20 januari 2015

Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 20 januari 2015 Bundel van de Ingekomen stukken oordeelsvormend van 20 januari 2015 1 BEST - Collegeinformatiebrief Kengetallen regulier werk CIB kengetallen regulier werk.pdf ab - Kengetallen regulier werk.pdf 2 FYS

Nadere informatie

Zaaknummer: Sliedrecht, 31 maart Onderwerp: Benoeming (plaatsvervangende) leden Drechtraad en toekenning van de stemgewichten

Zaaknummer: Sliedrecht, 31 maart Onderwerp: Benoeming (plaatsvervangende) leden Drechtraad en toekenning van de stemgewichten Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Zaaknummer: Sliedrecht, 31 maart 2014 Onderwerp: Benoeming (plaatsvervangende) leden Drechtraad en toekenning van de stemgewichten Beslispunten De heren

Nadere informatie

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018 Winkeltijdenverordening Hilversum 2018 (ontwerp; versie 10 januari 2018) De Winkeltijdenwet regelt dat winkels dagelijks tussen 6.00 uur en 22.00 uur open mogen zijn, behalve op zon- en feestdagen. De

Nadere informatie

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016. Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!stuur DIT RAADSVOORSTEL

Nadere informatie

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017 inclusief bijbehorende toelichting

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017 inclusief bijbehorende toelichting WAAR RAADSBESLUIT Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017 inclusief bijbehorende toelichting Zaaknummer 2018073298 Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer: Wijziging van de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017; De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017; gelet op de artikelen 149 en 151c, eerste lid, van de Gemeentewet; besluit vast

Nadere informatie

Oplegnotitie Tussentijdse wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Brunssum Gemeenteblad nr. 64

Oplegnotitie Tussentijdse wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Brunssum Gemeenteblad nr. 64 Oplegnotitie Tussentijdse wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Brunssum Gemeenteblad nr. 64 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd omdat de raad op grond

Nadere informatie

Onderwerp Deregulering afgeven (algemene) verklaring van geen bedenkingen weigeren omgevingsvergunning - Besluitvormend

Onderwerp Deregulering afgeven (algemene) verklaring van geen bedenkingen weigeren omgevingsvergunning - Besluitvormend BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 1 november 2016 bestemd voor de gemeenteraad Besluit nummer: 2016_BW_00825 Onderwerp Deregulering afgeven (algemene) verklaring van geen bedenkingen weigeren omgevingsvergunning

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *16.0009992* 16.0009992 Raadsvergadering: 15-9-2016 Voorstel: 6.42 Agendapunt: 9 Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening Opmeer 2016 Datum 6 september

Nadere informatie

Bundel van de Moties raad Sliedrecht van 15 juli 2014

Bundel van de Moties raad Sliedrecht van 15 juli 2014 Bundel van de Moties raad Sliedrecht van 15 juli 2014 71.20Gewijzigde motie Mantelzorg (begroting 11 nov 2014) Aangenomen GEWIJZIGDE motie VIII a CDA mantelzorg[1].pdf 72.20Gewijzigde motie geen OZB voor

Nadere informatie

A.J. Gerritsen 25 september 2014

A.J. Gerritsen 25 september 2014 Portefeuillehouder Datum raadsvergadering A.J. Gerritsen 25 september 2014 Datum voorstel 15 juli 2014 Agendapunt Onderwerp Publicatie van gemeentelijke kennisgevingen De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Nadere informatie

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017 Reclameverordening gemeente Utrecht 2017 (raadsbesluit van p.m.). De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 11 april 2017 Besluit vast te stellen de volgende RECLAMEVERORDENING

Nadere informatie

ONDERWERP: Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

ONDERWERP: Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Agendapunt: 17 No. 80/'11 Dokkum, 20 september 2011 ONDERWERP: Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening (APV) SAMENVATTING: In het kader van het project Geweld is niet oké worden de APV s van de deelnemende

Nadere informatie

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/10489 Datum : 3 juni 2013 Programma : Economie, werk en inkomen Blad : 1 van 5 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder

Nadere informatie

Portefeuille Onderwerp Advies Besluit

Portefeuille Onderwerp Advies Besluit Besluitenlijst van de vergadering van burgemeester en wethouders week 3 Dinsdag 17 januari 2012 09:30 uur in de kamer van de burgemeester van het gemeentehuis. Aanwezig: Burgemeester A.J. van Hedel wethouder

Nadere informatie

Besluit raad verordening

Besluit raad verordening Besluit raad verordening Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.1863 B.17.1863 Landgraaf, 7 november 2017 ONDERWERP: Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Landgraaf 2008

Nadere informatie

Beleidsregel 'Procedure voorselectie en vergunning circus'

Beleidsregel 'Procedure voorselectie en vergunning circus' Beleidsregel 'Procedure voorselectie en vergunning circus' Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig

Nadere informatie

Deloitte Holding BV Mevrouw F. Dijkgraaf Postbus CA Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Deloitte Holding BV Mevrouw F. Dijkgraaf Postbus CA Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Deloitte Holding BV Mevrouw F. Dijkgraaf Postbus 2031 3000 CA Rotterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag: 6

Nadere informatie

Raad. gfedc OR. gfedc. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedc Akkoordstukken

Raad. gfedc OR. gfedc. Besluitenlijst d.d. d.d. gfedc Akkoordstukken Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team RS/VT/VG Evenementenkalender 2007 1- Notagegevens Notanummer 2007.03545 Datum 2-3-2007 Portefeuillehouder Burgemeester 2- Bestuursorgaan

Nadere informatie

Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/ Behandelend ambtenaar L. Wignand Postreg.nr. Tel.nr Datum:

Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/ Behandelend ambtenaar L. Wignand Postreg.nr. Tel.nr Datum: Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/10-00291 Behandelend ambtenaar L. Wignand Postreg.nr. Tel.nr 0345-636286 Datum: 31-01-10 ONDERWERP: Aanpassing APV aan de Wabo Vertrouwelijk Openbaar besluit

Nadere informatie

Datum: 26 september 2013 Portefeuillehouder: Burgemeester Renkema

Datum: 26 september 2013 Portefeuillehouder: Burgemeester Renkema Raadsvoorstel Raadsnummer: 2013-045 Onderwerp: Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003, wijziging september 2013 Korte inhoud: De APV wordt aangepast met betrekking tot de regeling voor vergunningvrije

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Registratienummer: 00533567 Op voorstel B&W d.d.: 23 december 2014 Datum vergadering: 10 maart 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad: Verklaring

Nadere informatie

: Periodieke actualisering Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft

: Periodieke actualisering Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft Gescand archief datum ^ 13 JAN. 2014' Raadsvoorstel Steller : B. Hobbelink tel.nr. : 1871 e-mail : bhobbelink@delft.nl Cluster/Afdeling : Veiligheid/Advies Registratienr. : 1355354 Stuk : #*Wordt ingevuld

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Raadsvoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden anders vormgegeven. Veel procedures

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 02-11-2010 Onderwerp: Gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Conceptbesluit: Samenvatting: Bijlagen: De raad

Nadere informatie

G & S Vastgoed bv I Taal Gustav Mahlerlaan MC Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

G & S Vastgoed bv I Taal Gustav Mahlerlaan MC Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam G & S Vastgoed bv I Taal Gustav Mahlerlaan 34 1082 MC Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag: 24 maart 2017

Nadere informatie

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo) Zaaknummer: OLOGMM11-01 Collegevoorstel Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee zijn enkele ruimtelijke instrumenten en bevoegdheden

Nadere informatie

VARIANT 1. Verordening winkeltijden Wormerland 2014. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. De raad van gemeente Wormerland;

VARIANT 1. Verordening winkeltijden Wormerland 2014. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. De raad van gemeente Wormerland; VARIANT 1 Verordening winkeltijden Wormerland 2014 De raad van gemeente Wormerland; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari 2014 gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Datum voorstel : 30 augustus 2010 Raadsvergadering d.d. : 5 oktober 2010 Volgnummer : 2010R0044, agendanummer 8 Taakveld : VROM Portefeuillehouder

Nadere informatie

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr. CVDR Officiële uitgave van Oegstgeest. Nr. CVDR40220_2 8 november 2016 VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST 2005 De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016 Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016 Z.11236 INT.15464 APV Nuth 2016 (oud) Artikel 1:3 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Status Besluitvormend

Raadsvoorstel. Onderwerp Verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Status Besluitvormend Datum: Onderwerp Verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Status Besluitvormend Voorstel 1. Het verzoek tot openbaarmaking van gegevens met betrekking tot het instellen van een vuurwerkverbod

Nadere informatie

Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg AX AMSTERDAM. Betreft: Omgevingsvergunning

Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg AX AMSTERDAM. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg 112 1042 AX AMSTERDAM Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving *ZD17047038* Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z16-000352 Documentnummer: ZD17047038 Rubriek: Openbare orde en veiligheid Naam regeling: Beleidsregels meerjarige evenementenvergunningen gemeente Zundert

Nadere informatie

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013 De raad van de gemeente Nijmegen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013, gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit vast te stellen: Verordening

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Voorstel De Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2010 in overeenstemming met het ontwerpbesluit wijzigen.

gemeente Eindhoven Voorstel De Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2010 in overeenstemming met het ontwerpbesluit wijzigen. gemeente Eindhoven Openbare Orde & Veiligheid Raadsnummer 10R4049 Inboeknummer 10BST01104 Beslisdatum B&W 26 oktober 2010 Dossiernummer 043.252 Raadsvoorsteltot het wijzigen van de Algemene Plaatselijke

Nadere informatie

feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag; Intitulé Verordening winkeltijden Leidschendam-Voorburg 2014 (CONCEPT) Verseonnummer 973732 De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg, Bijeen in openbare vergadering op. Gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van PM; overwegende dat het voor een goede uitvoering van het evenementenbeleid nodig is om hoofdstuk 2,

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente Gouda dienst Recht en Veiligheid afdeling Veiligheid en Handhaving steller Caroline Groothuis onderwerp Winkeltijdenverordening Gouda 2011 telefoon

Nadere informatie

Verordening winkeltijden Haarlem 2018

Verordening winkeltijden Haarlem 2018 Verordening winkeltijden Haarlem 2018 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2018, gelet op artikel 3 [eerste, tweede en derde lid] van de Winkeltijdenwet;

Nadere informatie

Verordening winkeltijden Haarlem 2017

Verordening winkeltijden Haarlem 2017 Verordening winkeltijden Haarlem 2017 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op artikel 3[, eerste, tweede en derde lid,] van

Nadere informatie

Onderwerp Wijzigingen Algemene plaatselijke verordening (Apv) Tytsjerksteradiel

Onderwerp Wijzigingen Algemene plaatselijke verordening (Apv) Tytsjerksteradiel Raadsvoorstel Vergadering : 16 maart 2017 Agendapunt : 12 Status : Besluitvormend Programma : (2) Openbare orde en veiligheid Portefeuillehouder : L.J. Gebben Behandelend ambt. : Hannah Bouma E-mail :

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014 Raadsvoorstel Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014 Onderwerp Wijziging Algemene plaatselijke verordening Urk 2008 Aan de leden van de raad, Voorgesteld besluit

Nadere informatie

Voorstel: Type voorstel: [X] Kaderstellend G Controlerend D Rest

Voorstel: Type voorstel: [X] Kaderstellend G Controlerend D Rest Gemeente eente 1 j] /l Eergen Berc op Zoom --......,,!«! muf (HU RVB07-0048 Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Programmanaam en nummer : Initiatiefvoorstel D66-fractie Voorkomen van aantasting van

Nadere informatie

* *

* * ADVIESNOTA RAAD / RAADSVOORSTEL Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *13.0013675* 13.0013675 Raadsvergadering: 19 december 2013 Voorstel: 8.42 Agendapunt: 9 Onderwerp 1 e wijziging Algemene

Nadere informatie

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedverordening Boxtel 2010 Pagina 1 van 5 Erfgoedverordening Boxtel 2010 gezien het voorstel van het college van 18 mei 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016; Nummer: 118-57 Portefeuillehouder: drs. L. Bromet Onderwerp: Vaststellen Parkeerverordening Waterland 2017 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Zoetermeer; gezien de aanvraag ingekomen d.d. : 18 mei 2011; dossiernummer : WB20110318; van : Panteia de heer MJM Vermunt : Bredewater 26, 2715CA

Nadere informatie

Voorgesteld besluit De verordening Paracommercie gemeente Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen.

Voorgesteld besluit De verordening Paracommercie gemeente Wijk bij Duurstede 2013 vast te stellen. Raadsvergadering, 19 november 2013 Voorstel aan de Raad Onderwerp: Verordening Paracommercie Nr.: 20131112 10 RV Agendapunt: 10 Datum: 22 oktober 2013 Onderdeel raadsprogramma: Portefeuillehouder: Tjapko

Nadere informatie

Te besluiten de "eerste wijziging van de Legesverordening Verordening 2016" vast te stellen.

Te besluiten de eerste wijziging van de Legesverordening Verordening 2016 vast te stellen. ų ís Gemeente Įj Bergen op Zoom i Voorlegger Raadsvoorstel Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 11.0013. Rv. nr.: 11.0013 B&W-besluit d.d.: 15-2-2011 B&W-besluit nr.: 11.0151

RAADSVOORSTEL 11.0013. Rv. nr.: 11.0013 B&W-besluit d.d.: 15-2-2011 B&W-besluit nr.: 11.0151 RAADSVOORSTEL 11.0013 Rv. nr.: 11.0013 B&W-besluit d.d.: 15-2-2011 B&W-besluit nr.: 11.0151 Naam programma +onderdeel: Veiligheid. Onderwerp: Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2009 met

Nadere informatie

F. van Lanschot Bankiers N.V. MTC Opdam Beethovenstraat WZ Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

F. van Lanschot Bankiers N.V. MTC Opdam Beethovenstraat WZ Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam F. van Lanschot Bankiers N.V. MTC Opdam Beethovenstraat 300 1077 WZ Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

13raad

13raad Agendapunt commissie: Steller telefoonnummer email Joyce van Doremalen 3417 jdo@valkenswaard.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering Onderwerp Winkeltijdenverordening. aan de gemeenteraad A. Samenvatting

Nadere informatie

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan:

Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 Wabo. De volgende activiteiten zijn beoordeeld aan: gemeente Hardinxveld-Giessendam (Ontwerpbesluit)OMGEVINGSVERGUNNING GemHG/UIT/48734 Zaaknummer: O 2018-124 Gezien het verzoek ingekomen op 9 oktober 2018 van Stichting Waardeburgh Vastgoed, Bonkelaarplein

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Openbare orde en veiligheid Naam regeling: Beleidsregels meerjarige evenementenvergunningen gemeente Zundert Citeertitel: Beleidsregels meerjarige

Nadere informatie

Kenmerk: / gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

Kenmerk: / gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; Kenmerk: 210761 / 211308 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van; gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; B E S L

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht. Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname

Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht. Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht Datum 31 mei 2012 Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor: besluitvorming zienswijze kennisname Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van

Nadere informatie

Dit beleid geeft aan welke reclame op grond van de APV wanneer en waar is toegestaan.

Dit beleid geeft aan welke reclame op grond van de APV wanneer en waar is toegestaan. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Echt-Susteren Nr. 31155 14 februari 2018 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent

Nadere informatie

S. van Dongen raad00691

S. van Dongen raad00691 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email S. van Dongen 040 2083 573 Stephan.van.dongen@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 11raad00691 Wijzigen APV / implementatie

Nadere informatie

Kennisgevingsformulier openbare manifestatie (demonstratie, betoging)

Kennisgevingsformulier openbare manifestatie (demonstratie, betoging) Kennisgevingsformulier openbare manifestatie (demonstratie, betoging) Schriftelijke kennisgeving voor het houden van een betoging (demonstratie), een vergadering of een samenkomst tot het belijden van

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING voor: Plaatsen schutting activiteiten: bouwen van een bouwwerk gebruik in strijd met het bestemmingsplan verleend aan: De heer A.A. van der Griend locatie: Aurorastraat 6, 9635

Nadere informatie

Stadsdeel Zuid t.a.v. mevrouw A.H.S. Frank Postbus BA Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stadsdeel Zuid t.a.v. mevrouw A.H.S. Frank Postbus BA Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Stadsdeel Zuid t.a.v. mevrouw A.H.S. Frank Postbus 74019 1070 BA Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1142109 Datum: 19 augustus 2014 Behandeld door: M.C. Deinum Afdeling / Team: RO / ROB Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen project Solar Campus

Nadere informatie

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet;

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet; De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet; b e s l u i t : 1. De Verordening Winkeltijden Loppersum

Nadere informatie

Elektronisch gemeenteblad

Elektronisch gemeenteblad U kunt uzelf op www.sintanthonis.nl aanmelden voor de bekendmakingenservice van Overheid.nl. U krijgt dan alle bekendmakingen die voldoen aan de door u opgegeven criteria in uw e-mailbox. Bekendmaking:

Nadere informatie

Stibbe B.V. Beethovenplein WM Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stibbe B.V. Beethovenplein WM Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Stibbe B.V. Beethovenplein 10 1077 WM Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag: 27 juni 2016 Locatie: Beethovenplein

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 22 oktober 2013

Voorstelnummer: Houten, 22 oktober 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-072 Houten, 22 oktober 2013 Onderwerp: Actualisering APV; bepalingen paracommerciële instellingen Beslispunten: 1. In de Algemene plaatselijke verordening bepalingen

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer:

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer: RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer: Onderwerp: Aanpassen verordeningen in verband met inwerkintreding Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Nadere informatie

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014 VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014 VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014 De raad van de gemeente Bussum; gelezen het voorstel van de burgemeester d.d. xxx, nummer xxx; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam De heer G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam De heer G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Stichting Stedelijk Museum Amsterdam De heer G.H. Wissink Postbus 75082 1070 AB Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning

Nadere informatie

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening aan de Wabo

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening aan de Wabo Aan de Raad Made, 7 september 2010 Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering: 23 september 2010 Nummer raadsnota: 12 Onderwerp: Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening aan

Nadere informatie

Voorstel voor burgemeester en wethouders

Voorstel voor burgemeester en wethouders Voorstel voor burgemeester en wethouders Datum 21 maart 2017 Onderwerp Actualisatie Algemene plaatselijke verordening Voorgesteld Besluit 1. Instemmen met de Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Verordening Winkeltijden Ede 2014 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 september 2014; gelet op artikel 3, tweede en derde lid, van de Winkeltijdenwet;

Nadere informatie

W&O lichtreclame De heer ERP Wolthekker Jacobijnerkerkhof EN Leeuwarden. Betreft: Omgevingsvergunning

W&O lichtreclame De heer ERP Wolthekker Jacobijnerkerkhof EN Leeuwarden. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam W&O lichtreclame De heer ERP Wolthekker Jacobijnerkerkhof 2 8911 EN Leeuwarden Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning

Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus 8166 3301 CD Dordrecht Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag: 14 februari

Nadere informatie

Chanel International B.V. W.J. de Klerk Gustav Mahlerlaan MK Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Chanel International B.V. W.J. de Klerk Gustav Mahlerlaan MK Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Chanel International B.V. W.J. de Klerk Gustav Mahlerlaan 405 1082 MK Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam Dhr. G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam Dhr. G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Stichting Stedelijk Museum Amsterdam Dhr. G.H. Wissink Postbus 75082 1070 AB Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum

Nadere informatie

vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen;

vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen; Lijst agendapunten nummer 15b Kenmerk: Afdeling: REO/Economie VERORDENING (bij amendement aangepast) Datum: 16 december 2004 Onderwerp: vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van

Nadere informatie

B & W-nota. Onderwerp Partiële wijziging APV. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

B & W-nota. Onderwerp Partiële wijziging APV. Bestuurlijke context. B&W-besluit: Onderwerp Partiële wijziging APV Bestuurlijke context B & W-nota Portefeuille mr. B.B. Schneiders Auteur J.A.M. Lubbers (formeel) Telefoon 5114283 E-mail: jlubbers@haarlem.nl PD/Veiligheid Reg.nr. PD/VHT/2007/620

Nadere informatie

Samengevat is er geen concrete aanleiding om vuurwerkvrije zones aan te wijzen.

Samengevat is er geen concrete aanleiding om vuurwerkvrije zones aan te wijzen. Zaaknummer 00484357 Onderwerp vuurwerkvrije zones en regels carbidschieten 2016 Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis Op 22 december 2015 besloot de raad geen regels over carbidschieten in de Algemene

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Aan de raad van de gemeente Wormerland. Datum aanmaak 25 mei Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011

RAADSVOORSTEL. Aan de raad van de gemeente Wormerland. Datum aanmaak 25 mei Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011 RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 25 mei 2011 Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011 Programma en portefeuillehouder Openbare Orde en Veiligheid, portefeuillehouder:

Nadere informatie

gemeente BrCSnSS 11111

gemeente BrCSnSS 11111 gemeente BrCSnSS 11111 Oplegnotitie Actualisering Algemene Plaatselijke Verordening Registratiekenmerk 592478 Gemeenteblad nr. 49 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd omdat de raad

Nadere informatie

GEVELRECLAME-UITINGEN

GEVELRECLAME-UITINGEN Een beleidsregel voor handelsreclame Auteurs Miranda van Nieuwkerk Marco Albersen Datum 31 oktober 2007 Versie 1.0 Status definitief Documentnr. 07-0025183 1 1. Wettelijk kader 1.1 Woningwet en Bblb Volgens

Nadere informatie

Atletiek Vereniging Haarlemmermeer de heer C.J. de Boer Graan voor Visch EE HOOFDDORP. Betreft: Omgevingsvergunning

Atletiek Vereniging Haarlemmermeer de heer C.J. de Boer Graan voor Visch EE HOOFDDORP. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Atletiek Vereniging Haarlemmermeer de heer C.J. de Boer Graan voor Visch 15026 2132 EE HOOFDDORP Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning

Nadere informatie

Fuji Vastgoed B.V. de heer J. Mommer Schiphol Boulevard BG Schiphol. Betreft: Omgevingsvergunning

Fuji Vastgoed B.V. de heer J. Mommer Schiphol Boulevard BG Schiphol. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Fuji Vastgoed B.V. de heer J. Mommer Schiphol Boulevard 181 1118 BG Schiphol Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Moerdijk hebben op 19 december 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 10 augustus 2010 Raadsvergadering : 7 oktober 2010 Agendapunt : 10-X-12 Bijlage(n) : Kenmerk : VROM/AvE Commissie : Grondgebied Portefeuille : wethouder

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : P.J. Beers : Vergunning Verlening en Handhaving : Olof Stom Voorstel aan de raad Onderwerp : Verordening winkeltijden

Nadere informatie

Europe Container Terminals BV S. Capelle Europaweg LD Maasvlakte Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Europe Container Terminals BV S. Capelle Europaweg LD Maasvlakte Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Europe Container Terminals BV S. Capelle Europaweg 875 3199 LD Maasvlakte Rotterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013

Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013 Onderwerp: Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013 Ons kenmerk: 13RB000204 Nr. 7 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober

Nadere informatie

Voorafgaand aan de bijeenkomst staat er vanaf uur in de raadsontmoetingsruimte een kop koffie/thee voor u klaar.

Voorafgaand aan de bijeenkomst staat er vanaf uur in de raadsontmoetingsruimte een kop koffie/thee voor u klaar. De voorzitter van de opiniërende bijeenkomst nodigt u uit voor de opiniërende bijeenkomst van dinsdag 25 februari. Aanvang 20.00 uur, raadzaal in het Raadhuis, Dr. Langeveldplein 30, Sliedrecht Voorafgaand

Nadere informatie

Overzicht wijzigingen en afwijkingen modelverordening

Overzicht wijzigingen en afwijkingen modelverordening Overzicht wijzigingen Overzicht wijzigingen en afwijkingen Artikel Wijziging Toelichting 1:1 Definitie bevoegd gezag gewijzigd Definitie college toegevoegd 1:3 Verwijderd dat een aanvraag om een evenementenvergunning,

Nadere informatie

Happy Italy Amsterdam de heer D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning

Happy Italy Amsterdam de heer D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Happy Italy Amsterdam de heer D.J.L. de Blok Postbus 8166 3301 CD Dordrecht Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

Op grond van artikel 6.5, lid 3 kan de gemeenteraad categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist.

Op grond van artikel 6.5, lid 3 kan de gemeenteraad categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist. Definitieve Omgevingsvergunning Zaaknummer 730150 (dossier 2016-08454) 1. Inleiding Op 30 juni 2016 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het uitbreiden van detailhandel door

Nadere informatie

Cubord Reclameborden bv De heer X. de Ligt Vlambloem JE Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Cubord Reclameborden bv De heer X. de Ligt Vlambloem JE Rotterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Cubord Reclameborden bv De heer X. de Ligt Vlambloem 52 3068 JE Rotterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag:

Nadere informatie

Stichting VUmc W.J. Koopmans De Boelelaan HV Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting VUmc W.J. Koopmans De Boelelaan HV Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Stichting VUmc W.J. Koopmans De Boelelaan 1117 1081 HV Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning Datum aanvraag: 16 augustus

Nadere informatie