Leren moet je doen! Schoolgids

Transcriptie

1 Leren moet je doen! 1 Schoolgids

2 2 HÉT EXPERTISECENTRUM VOOR SPECIAAL- EN VOORTGEZET ONDERWIJS AAN ZML EN EMB

3 VOORWOORD Beste ouders en verzorgers, Welkom bij de Herman Broerenschool! Voor u ligt de nieuwe schoolgids van de Herman Broerenschool met alle informatie over het schooljaar Zoals u ziet richt deze gids zich alleen op onze Speciaal Onderwijs afdeling. Voor onze afdeling Voortgezet Speciaal Onderwijs verschijnt vanaf dit schooljaar een aparte schoolgids. Wij willen hiermee bereiken dat wij u van nog betere informatie kunnen voorzien. Op verzoek van de leerlingenraad is niet alleen de naam van onze VSO-afdeling gewijzigd, maar ook het logo en de huisstijl. Van deze wijziging ziet u hier het eerste resultaat en wij hopen dat deze wijziging u ook aanspreekt! In de schoolgids vindt u praktische informatie over de lestijden, vakanties, onze regels, toelating en aanmelding. Maar ook beschrijven wij wat het onderwijsprogramma inhoudt, vanuit welke visie we werken, voor welke leerlingen onze school bedoeld is, hoe de leerlingenzorg geregeld is en naar welke scholen onze leerlingen uitstromen. 3 In de gids staan verwijzingen naar onze website Daar treft u uitgebreidere informatie aan. De Herman Broerenschool heeft locaties in Delft en in het Westland. Beide locaties hebben een eigen locatiedirecteur, die naast de leraar het eerste aanspreekpunt is voor ouders en verzorgers. U kunt bij hen ook altijd terecht als u nog vragen heeft. Mist u nog zaken in deze gids of heeft u suggesties voor verbetering? Dan horen wij dat graag. Deze schoolgids is vastgesteld door het bestuur van de Herman Broerenstichting op 5 juni De medezeggenschapsraad van de Herman Broerenschool heeft kennis genomen van de schoolgids en stemt hiermee in. Met vriendelijke groet, Maarten van Kesteren College van Bestuur

4 INHOUDSOPGAVE 4 Voorwoord 3 Inhoudsopgave 4 1 Algemeen De Herman Broerenschool De Herman Broerenstichting Visie en Missie Passend onderwijs Samenwerking Buitenschoolse opvang (BSO) Medezeggenschap De veilige school ICT De vaardigheidsmeter Actief burgerschap en sociale integratie Klachten Seksuele vorming Aandacht functionaris kindermishandeling Vlaggensysteem Onderwijsinspectie Het jaarverslag Sponsoring van de school 11 2 Het speciaal onderwijs Onderwijsprogramma Onderwijsconcept Onderwijsresultaten Aanmelding en toelating 16 3 Leerlingenzorg Leren moet je doen Ontwikkelingsperspectief Plan van aanpak De Commissie van Begeleiding Zorgleerlingen en EMB-leerlingen Logopedie en fysiotherapie Medicatie Leerlingvolgsysteem en leerlingdossier Leerlingbespreking Video interactie begeleiding Protocollen Algemeen 20 4 Schoolreisjes en sportactiviteiten Schoolreisjes en excursies Bewegingsonderwijs en zwemmen 21 5 Vereniging Ouderraad Schoolmelk Ouderbijdrage Ouderbijdrage schoolreisje Ouderparticipatie Verzekeringen 23 6 Contactmomenten Telefonische bereikbaarheid Ziekmelden en schoolverzuim Contactavonden Huisbezoek Informatieavonden Contact met de maatschappelijk werker Contactschrift Vervoer Oudernieuwsbrief Schoolgids Individuele hulp aan leerlingen 25 7 Praktische zaken Regels en afspraken Lesuren Vakanties 27

5 5

6 6 1 ALGEMEEN 1.1 DE HERMAN BROERENSCHOOL De Herman Broerenschool is een school voor Speciaal- en Voortgezet Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK) en Ernstig Meervoudig Beperkte (EMB) leerlingen met een verstandelijke beperking. De aard en de oorzaak van de beperking verschillen per leerling. De leerlingen worden op verzoek van de ouders tot de school toegelaten, nadat het samenwerkingsverband van uw regio een toelaatbaarheidsverklaring heeft afgegeven voor het ZML onderwijs. De Herman Broerenschool is een streekschool: de leerlingen komen uit Delft, Westland en Oostland. Hiermee vervult de school een regionale functie. Levensovertuiging De Herman Broerenschool is een school voor algemeen bijzonder onderwijs. Onze school gaat uit van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. Het onderwijs is erop gericht dat de leerling een levensbeschouwing kan opbouwen en vanuit daar een eigen inbreng kan ontwikkelen, met respect en begrip voor de levens- en maatschappijbeschouwing van anderen. onder andere bepalingen over de functiescheiding tussen bestuur en intern toezicht, de zorg voor kwalitatief goed onderwijs en een optimale ontwikkeling van leerlingen en medewerkers. De Code Goed Bestuur kunt u vinden op onze website VISIE EN MISSIE Visie op onderwijs De Herman Broerenschool is een school waar leerlingen graag zijn en zich veilig voelen. De school staat voor kwalitatief goed onderwijs dat rekening houdt met de mogelijkheden van de leerling. Hiervoor gebruikt de school de doorgaande CED -leerlijnen voor het ZML -onderwijs. Het onderwijs staat in het teken van het werken aan een voor de leerling passend toekomstperspectief. Dit wordt bereikt door de cognitieve en sociaal-emotionele mogelijkheden van de leerling optimaal te ontwikkelen. De school hanteert hierbij een cyclisch model van leerlingenzorg, waarbij de ontwikkeling door middel van een plan van aanpak inzichtelijk wordt gemaakt voor ouders/verzorgers en de leerling. Maatschappelijke ontwikkelingen worden hierin nauwlettend gevolgd. Zo worden leerlingen vanaf de VSO -leeftijd door middel van groep-overstijgend werken, praktijkleren en arbeidstoeleiding voorbereid op een passende plek in de maatschappij. 1.2 DE HERMAN BROERENSTICHTING De Herman Broerenstichting werd opgericht op 1 oktober Het doel van de Herman Broerenstichting is het behartigen van de belangen van de leerlingen met beperkte verstandelijke vermogens. Aan het begin van het nieuwe schooljaar is de Wet goed onderwijs, goed bestuur van kracht geworden. Goed onderwijs betekent dat iedere school verantwoordelijk is voor het geven van kwalitatief goed onderwijs. Goed bestuur betekent dat ieder bestuur wordt geacht te functioneren volgens de algemene principes van goed bestuur. Als onderdeel daarvan stelt de wet als voorwaarde dat het interne toezicht op het bestuur goed wordt geregeld. Er dient dan ook een scheiding te zijn tussen het intern toezicht en het bestuur. Sinds 2012 kent de Herman Broerenstichting een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. De Raad van Toezicht en het bestuur van de Herman Broerenstichting conformeren zich aan de Code Goed Bestuur van de PO-raad. Deze code moet er mede voor zorgen dat scholen in het primair onderwijs goed bestuur hebben en houden. In de Code Goed Bestuur staan Missie m.b.t. de leerling De Herman Broerenschool staat voor onderwijs op maat waarbij de mogelijkheden van de leerling centraal staan. Leerlingen worden door deskundig personeel op een respectvolle manier aangesproken en worden begeleid in hun ontwikkeling. Het belangrijkste doel van de school is om de leerling zowel cognitief als sociaal- emotioneel optimaal voor te bereiden op de toekomst. Zo is de leerling in staat om, middels een zorgvuldig gekozen uitstroomprofiel, zo goed en zo zelfstandig mogelijk in de maatschappij te functioneren en te participeren. Missie m.b.t. de ouder(s)/verzorger(s) De Herman Broerenschool wil een school zijn waar ouders/verzorgers worden gezien als partner. De basis voor deze samenwerking is respect. We willen een school zijn waar ouders/verzorgers terecht kunnen met hun zorgen en (hulp)vragen over de ontwikkeling van hun kind of pupil. De school probeert daar waar mogelijk te ondersteunen door gebruik te maken van de aanwezige expertise. Een belangrijke rol voor de school ligt in de begeleiding van ouders/verzorgers naar het mogelijke toekomstperspectief van hun kind/pupil. Door gebruik te maken van een ontwikkelingsprofiel en het plan van

7 aanpak wordt de ontwikkeling van de leerling inzichtelijk gemaakt, zodat in goed overleg met ouders/verzorgers en de betreffende leerling het juiste uitstroomprofiel kan worden vastgesteld. Motto Het motto van de Herman Broerenschool is: Leren moet je doen! Wij streven naar optimale kansen voor het bereiken van een maximale zelfstandigheid, een minimale afhankelijkheid en een positieve persoonlijkheidsontwikkeling, met erkenning en benadrukking van de eigenheid van de persoon PASSEND ONDERWIJS Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Scholen werken met elkaar samen in samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Het doel van passend onderwijs is dat alle leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, een passende onderwijsplek krijgen. Uitgangspunt daarbij is: regulier als het kan, speciaal als het moet. Vanaf 1 augustus 2014 is het niet meer mogelijk om een indicatie aan te vragen voor het speciaal onderwijs via de Commissie van Indicatiestelling. De Commissie van Indicatiestelling houdt op te bestaan, net als het Regionale Expertise Centrum. Voor de leerlingen die baat hebben bij het ZML onderwijs zal een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband van de woonplaats van de leerlingen. Voor de leerlingen die op dit moment al op de Herman Broerenschool onderwijs volgen gelden de volgende afspraken: Leerlingen van wie de indicatie afloopt per 31 juli 2014 en die ook na die datum nog zijn aangewezen op Speciaal Onderwijs, zijn vóór die datum opnieuw geïndiceerd. De Herman Broerenschool heeft twee jaar de tijd om voor alle leerlingen een toelaatbaarheidsverklaring aan te vragen bij het samenwerkingsverband van de woonplaats van de leerling. Leerlingen die op 1 augustus 2014 staan ingeschreven in het SO (met een geldige indicatie) kunnen maximaal nog twee jaar in het SO blijven. Indien binnen die twee jaar een overstap wordt gemaakt naar een andere SO-school of van het SO naar het VSO, dan moet voor de leerling een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband van de woonplaats van de leerling. De ambulante begeleiding Door de invoering van het passend onderwijs houdt de LGF/rugzak op te bestaan in het regulier onderwijs. Voor de gelden die gebruikt werden voor de inzet van de ambulant begeleiders is een overgangsregeling opgesteld. De scholen in het regulier onderwijs kunnen nu een arrangement aanvragen om voor de leerling passend onderwijs te bieden. De ambulante ondersteuners van de Herman Broerenschool zullen komend schooljaar vanuit de Herman Broerenschool op aanvraag van de school, in opdracht van het samenwerkingsverband, de leerling en/of de school blijven ondersteunen. De ambulante ondersteuning is erop gericht het onderwijsaanbod en de leeromgeving zo optimaal mogelijk te maken, zodat de leerling zich goed kan ontwikkelen. De werkzaamheden van de ambulante ondersteuner zullen gericht zijn op de hulpvraag die een school heeft en bestaan onder andere uit: De school ondersteuning bieden bij het opstellen en evalueren van het ontwikkelingsperspectief en/of de hulpvraag en/of handelingsplan voor het aanvragen van een arrangement. Handelingsadviezen geven naar aanleiding van een observatie van de leerling. Adviseren bij de keuze van materialen ten behoeve van het werken met de leerling op school. Directe contacten over de te begeleiden leerling met de leraar, intern begeleid(st)er, remedial teacher, ouders/ verzorgers en therapeuten. De ambulante ondersteuners van de Herman Broerenschool hebben zich verdeeld over het samenwerkingsverband PO-Delft of het samenwerkingsverband PO-Westland. Op aanvraag verrichten zij tevens werkzaamheden voor samenwerkingsverbanden uit de regio. Meer informatie over de wet passend onderwijs kunt u vinden op onze website of op 7

8 SAMENWERKING De Herman Broerenschool werkt samen met verschillende partijen: Ipse de Bruggen Ieder kind in Nederland heeft recht op onderwijs. Ook verstandelijk beperkte kinderen met een laag ontwikkelingsniveau en ernstige gedragsproblemen. Veelal verblijven deze kinderen op een kinderdagcentrum (KDC), waar ze alleen zorg krijgen. Om deze groep meer groeikansen te bieden, is er nu het zorgonderwijsproject De Zonnewijzer. Dit is een project opgezet door zorgaanbieder Ipse de Bruggen en de Herman Broerenschool. Samen bieden wij een combinatie van zorg, (speciaal) onderwijs en behandeling. De kinderen krijgen hiermee de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen. Op dit moment zijn er twee zorgonderwijsgroepen op het KDC in Delft en Wateringen. Meer informatie over dit project kunt u vinden in het boek Met z n allen wijzer. Het boek kunt u opvragen op onze school. Meer informatie over het project vindt u ook op onze website. De Herman Broerenschool heeft twee zorgbegeleidsters gedetacheerd vanuit Ipse de Bruggen. Deze zijn werkzaam op onze school. De zorgbegeleidster begeleidt, adviseert en werkt met de leerkrachten en de leerlingen. De zorgbegeleidster is onder andere verantwoordelijk voor het uitdragen van het signaleringsplan, teacchmethode en het EMB-beleid. Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 treedt de wet passend onderwijs in werking. Scholen zijn dan verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit kan op een school voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs. De Herman Broerenschool is betrokken bij de volgende samenwerkingsverbanden: Samenwerkingsverband Primair Onderwijs 2802 Delft en omgeving. Samenwerkingsverband Primair Onderwijs 2803 Westland. Samenwerkingsverband Primair Onderwijs 2815 Den Haag en omgeving. Scholen De Herman Broerenschool werkt met verschillende scholen in de omgeving samen. Hieronder valt onder andere de afstemming van het onderwijsaanbod en de uitvoering van ambulante begeleiding. Waar mogelijk en nodig neemt de Herman Broerenschool deel aan overleggen omtrent de organisatie van integrale leerlingenzorg in de regio s. Jeugdhulp Een deel van de leerlingen van de Herman Broerenschool heeft te maken met de jeugdhulpverlening. De Herman Broerenschool werkt daarom samen met de verschillende instellingen voor jeugdhulpverlening. Het streven daarbij is goede afstemming. Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is er voor ouders, kinderen en jongeren van 0-23 jaar. De artsen en verpleegkundigen volgen de groei en de ontwikkeling van elk kind. Ze geven advies over gezondheid en opvoeding en geven de noodzakelijke inentingen. De jeugdarts onderzoekt de algemene ontwikkeling en de gezondheid van uw kind op verschillende leeftijden. De Jeugdarts kan u adviseren om verder onderzoek te laten doen en/of u door te verwijzen naar een specialist. Heeft u vragen en/of zorgen over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind? Neem dan contact op met Nelleke Meester die als jeugdarts verbonden is aan de school. Nelleke maakt tevens deel uit van de Commissie van Begeleiding, Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West. Telefoon: BUITENSCHOOLSE OPVANG (BSO) Ipse de Bruggen biedt buitenschoolse opvang aan voor kinderen met een verstandelijke beperking vanaf 4 jaar die onderwijs volgen. De buitenschoolse opvang sluit direct aansluitend aan op de schooltijden en de schoolvakanties. U kunt er zelf voor kiezen of u voor uw kind alleen na schooltijd opvang nodig heeft of alleen in de schoolvakanties of dat u van beide mogelijkheden gebruik wilt maken. Voor de BSO heeft uw kind een indicatie nodig. Deze kunt u aanvragen bij het CIZ. De zorgbemiddelaar van Ipse de Bruggen helpt u hierbij graag, als dat nodig is. De mogelijkheid tot BSO geldt op dit moment alleen voor de locatie Delft. Bij voldoende belangstelling vanuit de locatie Westland zal Ipse de Bruggen daar ook een BSO realiseren.

9 Wilt u meer informatie over de BSO, dan kunt u contact opnemen met de medewerkers van zorgbemiddeling. Telefoon: (088) zorgbemiddeling@ipsedebruggen.nl Meer informatie kunt u tevens vinden op de website: een onderscheid gemaakt worden tussen partijen waarmee functioneel samengewerkt wordt (instelling voor opvang van jongeren, jeugdzorg, stagebedrijven) en partijen waaraan volgens de normen voor governance verantwoording afgelegd wordt (de zogenaamde stakeholders) MEDEZEGGENSCHAP De medezeggenschapsraad (MR) De Wet medezeggenschap op scholen regelt de medezeggenschap van ouders/verzorgers, medewerkers en leerlingen op scholen. De medezeggenschapsraad (MR) op onze school bestaat uit de vertegenwoordiging vanuit twee locaties. Van beide locaties zijn twee ouders/ verzorgers en twee personeelsleden (zowel een leraar als een onderwijsondersteuner) vertegenwoordigd in de MR. Het bestuur woont de vergaderingen van de MR gedeeltelijk bij. De MR heeft een groot aantal taken en bevoegdheden. Deze staan beschreven in het reglement. Meer informatie over de MR, het reglement, de agenda en verslagen van de vergaderingen zijn te vinden op onze website: U kunt met de MR in contact komen door een te sturen naar: mr@hermanbroeren.nu DE VEILIGE SCHOOL De Herman Broerenschool werkt aan een voor de leerlingen veilige school met een veilig klimaat. Naar school gaan moet leuk zijn. Veel van onze leerlingen bezoeken onze school een flink aantal jaren. Wij vinden dat onze school veilig moet zijn. Daarmee bedoelen we dat onze leerlingen zichzelf moeten kunnen zijn, zodat zij op een goede manier zichzelf kunnen ontwikkelen. Om onze school nog veiliger te maken hebben we allerlei maatregelen genomen. Deze maatregelen hebben zowel met sociale als de fysieke schoolveiligheid te maken. De Herman Broerenschool heeft daartoe een integraal veiligheidsplan gemaakt met daarin alle aspecten van veiligheid van onze school. Het ruimtelijk domein (de fysieke schoolveiligheid) In het ruimtelijk domein staan het gebouw en de directe omgeving centraal. In het gebouw gaat het om het stellen, beschrijven en handhaven van de Arbowet en de gedragsregels voor leerlingen. Verder wordt de bedrijfshulpverlening geregeld en uitgevoerd. Institutioneel domein In het institutioneel domein staat de samenwerking met externe partners in het middelpunt. Er kan daarbij Het sociale domein (de sociale schoolveiligheid) In het sociale domein komt de sociale veiligheid aan de orde en daarmee het pedagogisch klimaat van onze school. Het pedagogisch klimaat wordt bepaald door de wijze waarop de lessen gegeven worden en de vorm waarin de begeleiding georganiseerd is. Hoe meer beide geïntegreerd zijn hoe veiliger de school wordt. Dit domein heeft daarom ook raakvlakken met het onderwijskundig domein. De sociale schoolveiligheid betreft zaken die te maken hebben met psychosociale belasting van leerlingen en personeel. Hieronder vallen seksuele intimidatie, agressie en geweld, (digitaal) pesten, discriminatie en homo-intimidatie. Met de politie in Delft en Westland is afgesproken dat bij bijzondere problemen binnen of buiten de school overlegd kan worden met de wijkagent. Het onderwijskundig domein Veiligheid kan worden gewaarborgd door middel van aantrekkelijk onderwijs. Uitgaande van de stelling dat aantrekkelijk vormgegeven onderwijs tot tevreden leerlingen leidt, kan aangenomen worden dat dit ook tot minder gedragsproblemen bij leerlingen leidt en daarmee tot een veilige school. Er wordt binnen dit domein dus een directe relatie gelegd tussen het primaire proces en de mate van veiligheid. Alles over de schoolveiligheid staat beschreven in het integraal veiligheidsplan. Dit plan kunt u downloaden via onze website ICT (INFORMATIE-EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE) Veel leerlingen op onze school hebben moeite met schrijven, tekenen en/of praten. Deze beperkingen kunnen de deelname aan het onderwijsproces bemoeilijken. ICT kan beperkingen voor het volgen van onderwijs deels opheffen. De leerontwikkeling wordt op deze manier minder beperkt. Het vergroten van de zelfstandigheid is een grote meerwaarde voor de inzet van ICT binnen ons onderwijs. Kenmerkend voor het ICT-beleid van de Herman Broerenschool is dan ook om met behulp van ICT de mogelijkheden voor de leerling met een verstandelijke beperking te vergroten. 9

10 Meer informatie vindt u in het schoolplan op onze website DE VAARDIGHEIDSMETER De Herman Broerenschool wil haar medewerkers in staat stellen zich te ontwikkelen en zich te richten op specifieke ontwikkeldoelen. De school werkt daarom met de vaardigheidsmeter van Cadenza. De vaardigheidsmeter bestaat uit verschillende indicatoren. Een belangrijk aantal indicatoren is vastgesteld door de inspectie van het onderwijs en wordt gebruikt bij het kwaliteitsonderzoek. De vaardigheidsmeter wordt afgenomen in de klas door middel van een uitgebreide lesobservatie aan de hand van een kijkwijzer. Meer informatie over de vaardigheidsmeter kunt u vinden in ons schoolplan en op de website van onze school. klacht op te lossen. Wanneer dit niet lukt, verwijst de contactpersoon u door naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is in staat om u, vanuit een onpartijdige positie, te begeleiden bij het komen tot een goede afhandeling van de klacht. De Herman Broerenstichting gebruikt het model klachtenregeling van de landelijke ouderorganisaties, schoolleidersorganisaties, vakorganisaties en besturenorganisaties. Meer informatie over onze klachtenprocedure kunt u vinden op onze website Contactpersonen: Mevr. L. van Gansewinkel Dhr. F. Jansen Beide contactpersonen zijn te bereiken via telefoonnummer: ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE Onder burgerschapsvorming wordt verstaan: de bereidheid en het vermogen van personen en groepen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. De school zorgt voor de kwaliteit van het onderwijs dat gericht is op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap. De doelen die gesteld zijn voor actief burgerschap en sociale integratie zijn verwerkt in de kerndoelen voor het ZML. We geven invulling aan de kerndoelen door het volgen van de leerlijnen (zie hoofdstuk 2) KLACHTEN Overal waar mensen werken, kunnen fouten worden gemaakt. Wij willen u dan ook uitnodigen om naar school te komen indien u het vermoeden heeft dat iets niet goed is gegaan. Natuurlijk probeert u eerst met het personeelslid dat het betreft, het probleem op te lossen. Lukt dit niet voldoende, neem dan contact op met de locatiedirecteur. Wordt naar uw mening ook nu het probleem of de klacht onvoldoende opgelost, neemt u dan contact op met de bovenschools directeur. Wanneer de bovenstaande procedure niet tot een oplossing leidt, kunt u contact opnemen met de contactpersoon van de school. Hij/zij gaat na waar de klacht over gaat en met wie deze reeds besproken is. De contactpersoon zal opnieuw pogingen doen de Vertrouwenspersoon: Dhr. J. Zanddijk De vertrouwenspersoon is te bereiken via mail: janzandijk@skpnet.nl Landelijke klachtencommissie: Leerlingen, ouders van minderjarige leerlingen en personeelsleden kunnen, binnen een termijn van één jaar (tenzij de klachtencommissie anders beslist), klachten indienen over handelingen, besluiten en gedragingen van de directie, personeelsleden, het bestuur, leerlingen of ouders. Het klachtrecht is geregeld in artikel 23 WEC. De commissie geeft geen bindend oordeel, maar formuleert een advies aan het bestuur. De Herman Broerenstichting is aangesloten bij: Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC). Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Telefoon: info@onderwijsgeschillen.nl Website: Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs Telefoon: (lokaal tarief). Kijk ook op onze website voor het protocol ongewenste intimiteiten tussen leerlingen en het protocol seksueel misbruik.

11 1.13. SEKSUELE VORMING In januari 2014 is de leerlijn Seksualiteit toegevoegd aan de kerndoelen. Om deze kerndoelen te implementeren in het onderwijs is het beleid Relaties, Intimiteit en Seksualiteit (RIS) ontwikkeld. De school heeft het beleidsstuk opgesteld om antwoord en ondersteuning te geven bij hulpvragen in het omgaan met relationele vorming, intimiteit en seksualiteit met betrekking tot onze doelgroep. De school wil met dit beleid aanvullend zijn op de verantwoordelijkheid van u als ouder(s) / verzorger(s) met betrekking tot de seksuele ontwikkeling en voorlichting. Het beleid Relaties, Intimiteit en Seksualiteit (RIS) kunt u lezen op onze website: AANDACHT FUNCTIONARIS KINDERMISHANDELING Vanaf juli 2013 is de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking getreden. De school is verplicht de meldcode te gebruiken bij vermoedens van kindermishandeling en geweld. De overheid adviseert organisaties om een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling aan te stellen en de handhaving van de wet te waarborgen. De school heeft deze advisering ter harte genomen en vanaf 2013 verschillende teamleden opgeleid tot aandachtsfunctionaris. Naast de leden van de Commissie van Begeleiding, de directie en de intern begeleiders zijn er inmiddels 15 teamleden geschoold tot erkende aandachtsfunctionaris VLAGGENSYSTEEM Het is van belang dat we alert zijn op de beleving van seksualiteit bij onze doelgroep. Als het gedrag van een leerling zorgwekkend of grensoverschrijdend wordt, is het van belang dit te herkennen en erover te spreken. Hiervoor gebruikt de school het vlaggensysteem, ontwikkeld door Movisie en Sensoa. Het Vlaggensysteem koppelt seksueel gedrag van kinderen aan zes criteria: wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, leeftijds- en ontwikkelingsadequaat, contextadequaat/ passend bij de situatie en zelfrespect. Er zijn vier gekleurde vlaggen: van groen, normaal gedrag, tot zwart, zwaar grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast is er een normatieve lijst waarin seksuele gedragingen van kinderen en jongeren in verschillende leeftijdscategorieën zijn benoemd. De criteria en de normatieve lijst helpen om het gedrag van kinderen en jongeren te interpreteren en erop te reageren. In samenwerking met Naomi Dessaur hebben alle aandachtsfunctionarissen een training vlaggensysteem gevolgd. Meer informatie zie ONDERWIJSINSPECTIE De inspectie van het onderwijs beoordeelt en bevordert de kwaliteit van het onderwijs. Op gezette tijden bezoekt zij de school voor een onderzoek. De Herman Broerenschool heeft sinds 25 november 2010 het basistoezicht toegewezen gekregen. Heeft u vragen over het onderwijs in het algemeen of de inspectie in het bijzonder dan kunt u zich wenden tot: Inspectie van het onderwijs info@owinsp.nl Website: Vragen over het onderwijs: Telefoon: (gratis) HET JAARVERSLAG Het bestuur van de Herman Broerenstichting stelt jaarlijks een jaarverslag over het voorafgaande kalenderjaar vast. Het jaarverslag bestaat onder andere uit een bestuursverslag en een jaarrekening. Het bevoegd gezag verzendt voor 1 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop het jaarverslag betrekking heeft de desbetreffende jaarrekening aan onze minister. Als gevolg van deze wettelijke bepaling dient het jaarverslag voor 1 juli te worden vastgesteld door het bestuur en dient het de goedkeuring van de Raad van Toezicht te verkrijgen. Het jaarverslag kunt u via het bestuur ter inzage krijgen SPONSORING VAN DE SCHOOL Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft samen met veertien organisaties een convenant gesloten waarin afspraken voor sponsoring in het primair en het voortgezet onderwijs zijn vastgesteld. Dit convenant zal door de Herman Broerenstichting aangehaald worden indien de Herman Broerenschool te maken krijgt met een bedrijf dat de school wil sponsoren. In het convenant zijn gedragsregels voor sponsoring vastgelegd. Ze fungeren als basis bij het sluiten van een sponsorovereenkomst. Het beleid ten aanzien van sponsoring is te vinden op onze website 11

12 12

13 2 HET SPECIAAL ONDERWIJS (SO) zijn volgens het wettelijk kader van het ministerie van OCW aangepast. De Herman Broerenschool is een school voor speciaal onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerende Kinderen, (ZMLK). Leerlingen vanaf 4 jaar tot en met 12 jaar (uiterlijk tot 14 jaar) kunnen op het SO-locaties (Speciaal Onderwijs) van de school terecht. De school is bedoeld voor leerlingen met een verstandelijke beperking; de aard en de oorzaak van de beperking verschillen per leerling. Het SO wordt bezocht door 98 leerlingen die zijn verdeeld over 10 groepen, waarvan 6 in Delft en 4 in Naaldwijk. De school richt zich op leerlingen met een verstandelijke intelligentie tot een IQ van 65. Enkele leerlingen hebben een hoger IQ waarbij met name sprake is van problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling en/of gedragsproblematiek. Daarnaast zijn er leerlingen met complexe stoornissen. In het algemeen spreken we over leerlingen met een verstandelijke beperking. Op school kennen we onder anderen: Ernstig Meervoudig Beperkte leerlingen (EMB, IQ 35). Leerlingen met een ontwikkelingsachterstand. Leerlingen die bekend zijn met verschillende syndromen, b.v. syndroom van Down, fragiele X-syndroom, Prader Willi syndroom, Williams syndroom. Leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum. Leerlingen met aandachtstekortstoornis (ADHD) HET ONDERWIJSPROGRAMMA Het onderwijs op een ZML school is wezenlijk anders dan dat in het primair onderwijs. In de loop van het schooljaar kan de groepssamenstelling wijzigen als dat in het belang is van de leerling of de school. Het onderwijs is ZML-specifiek. Dit betekent dat er voortdurend wordt gekeken of de ontwikkeling van de leerling conform de verwachting verloopt. In alle klassen is, naast een vaste leraar, een vaste onderwijsassistente aanwezig. Leerlingen van de SO-locatie van de Herman Broerenschool hebben de leeftijd van 4 t/m 12 jaar, vergelijkbaar met die van een reguliere basisschool. De groepen bestaan uit maximaal 14 leerlingen. Het lesprogramma is herkenbaar en heeft een duidelijke structuur. De leerlingen binnen het SO volgen onderwijs volgens de kerndoelen van het ZML-onderwijs. Deze Voor iedere leerling wordt een ontwikkelingsperspectief vastgesteld waarin de verwachte ontwikkeling op langere termijn (12 jaar) wordt vastgelegd. Door middel van een Plan van aanpak worden ouders/ verzorgers op de hoogte gehouden van de ontwikkeling die de leerling per jaar doormaakt. Binnen het SO wordt er zoveel mogelijk gewerkt aan de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Zo wordt er gewerkt volgens een vast rooster en een dagprogramma. Daarnaast krijgen de leerlingen bewegings- en zwemonderwijs. Indien nodig kunnen de leerlingen op school fysiotherapie of logopedie krijgen. De kerndoelen SO De kerndoelen van het SO zijn ingedeeld in leergebiedoverstijgende en leergebiedspecifieke kerndoelen. Leergebiedoverstijgende kerndoelen: Zintuiglijke en motorische ontwikkeling. Sociale en emotionele ontwikkeling: - Zelfbeeld. - Sociaal gedrag. - Spelontwikkeling. Leren leren: - Werkhouding. - Aanpak gedrag. - Omgaan met media en technologische hulpmiddelen. - Praktische redzaamheid. - Ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit. (Voor leerlingen met een meervoudige beperking.) Leergebiedspecifieke kerndoelen: Nederlandse taal. Rekenen en wiskunde. Oriëntatie op mens en wereld: - Mens en samenleving. - Natuur en techniek. - Ruimte. - Tijd. - Seksualiteit. Kunstzinnige oriëntatie: - Tekenen en handvaardigheid. - Muziek. - Dramatische vorming. Bewegingsonderwijs. 13

14 ONDERWIJSCONCEPT Centraal in het onderwijsconcept voor de SO van de Herman Broerenschool staat het oplossingsgericht werken. Het specifieke van oplossingsgericht werken is dat er niet wordt uitgegaan van het probleem maar van de mogelijke oplossing. Je kijkt niet naar wat de leerling niet kan maar naar wat hij/zij wel kan. Je gaat samen met de leerling op zoek naar oplossingen. De kwaliteit van de leerling wordt optimaal ingezet. In plaats van een probleem te analyseren, oorzaken te achterhalen en op zoek te gaan naar de schuldige staat hier het denken in mogelijkheden en oplossingen centraal. Daarbij zijn een aantal uitgangspunten: Er is begrip en acceptatie van het perspectief en de perceptie van de ander. Er wordt gekeken naar wat de veranderbehoefte is en naar wat al behaalde successen zijn (positieve bekrachtiging staat centraal). Er is niet één oplossing maar er zijn meerdere strategieën om tot het gewenste resultaat te komen. Hierbij staan de reeds behaalde successen centraal en deze worden in kaart gebracht. Er wordt dan in kleine stapjes gezocht naar haalbare doelen PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN De school moet een plaats zijn waar leerlingen graag zijn, zich veilig voelen en waar zij hun cognitieve competenties en sociaal-emotionele, motorische en communicatieve mogelijkheden optimaal ontwikkelen. In een veilige leeromgeving en met de juiste instructie en methodische materialen kan een leerling zich maximaal ontplooien. Een goede relatie tussen de leraar, onderwijsassistent en leerlingen is de basis voor een optimaal leerrendement. Het pedagogische klimaat is van essentieel belang. De leerling moet zich veilig en gezien voelen in de school. Teamleden van de Herman Broerenschool: Tonen in gedrag en taalgebruik respect voor leerlingen, ouders en collega s. Bevorderen het onderlinge respect bij de leerlingen. Creëren een sfeer waarin de leerlingen zich veilig en geborgen voelen. Hanteren duidelijke, uniforme omgangsregels. Tonen een positieve houding met persoonlijke aandacht voor de leerlingen. Stimuleren en ondersteunen het zelfvertrouwen van de leerlingen. Stimuleren zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid bij de leerlingen. Zorgen in de groepen voor structuur. Zorgen voor een ordelijke, functionele en uitdagende leeromgeving. Geven op school het goede voorbeeld. Voor de leerlingen op school: Zijn er gedragsregels opgesteld, waarvan de belangrijkste in ieder groep zichtbaar zijn. Zijn er verschillende protocollen op het netwerk. Wordt er gewerkt met STIP (sociale-emotionele methode) DIDACTISCH HANDELEN Voor de werkwijze van het organisatorische aspect van het werken in de klas, is er gekozen voor een vorm van organisatie die zorgt voor rust en duidelijkheid in de groep. Het werken met verschillende niveaus vraagt om instructie op maat, korte instructie en verlengde instructie waar nodig. Daarbij wordt het directe instructiemodel als leidraad genomen. Om voor onze leerlingen voorspelbaar te zijn is het belangrijk dat er in alle groepen een soortgelijke aanpak wat betreft werken is. Op deze manier is er een doorgaande lijn en weten de leerlingen waar zij aan toe zijn. De zelfstandigheid van de leerlingen wordt bevorderd, doordat ze om leren gaan met uitgestelde aandacht, zelf oplossingen bedenken en leren samenwerken. Hierdoor worden de kwaliteiten van de leerlingen gestimuleerd (oplossingsgericht werken). Voorbeelden van werkvormen zijn onder andere: Werken in 3 groepen (instructie, verwerking en zelfstandig). Werken met stoplicht kaarten (rood / groen voor stellen van vragen, het samen opzoek gaan naar een oplossing). Leerlingen werken samen om tot oplossingen te komen HANDELINGSGERICHT WERKEN De Herman Broerenschool gaat uit van de onderwijsbehoeften van de leerlingen en ondersteuningsbehoeften van leraren. De werkwijze is systematisch en transparant en er wordt doelgericht gewerkt met haalbare adviezen. Handelingsgericht werken betekent in het onderwijs vooral rekening houden met de onderwijsbehoeften van de leerlingen, en is sterk gericht op samenwerking met de omgeving van de leerling (dat wil zeggen zowel vanuit school, als vanuit ouders en als kind bezien). Er zijn verschillen tussen leerlingen.

15 De ene heeft meer tijd nodig zich iets eigen te maken dan de andere leerling. We proberen hier zoveel mogelijk rekening mee te houden bij de instructie (uitleg) en de verwerking (volgens het directe instructie model). Er zijn bij handelingsgericht werken 7 uitgangspunten: Handelingsgericht werken probeert zoveel mogelijk rekening te houden met wat een leerling nodig heeft. Handelingsgericht werken gaat uit van een transactioneel kader. Dit betekent dat de omgeving, het gezin, de ouders en de club waar een leerling naartoe gaat van invloed zijn op de ontwikkeling van de leerling. Samenwerken met ouders is hierbij dus erg belangrijk. Bij handelingsgericht werken doet de leraar ertoe. De vaardigheden van de leraar krijgen veel aandacht! Hierbij werken we aan: effectieve leertijd, effectieve instructie en klassenmanagement. Bij handelingsgericht werken benut je het positieve daar waar het kan. Je gaat uit van wat een leerling al kan en gaat daarmee verder. Handelingsgericht werken is gericht op samenwerken. Handelingsgericht werken is doelgericht, je werkt met een duidelijke doelstelling. Handelingsgericht werken kent systematiek en is voor eenieder duidelijk ONDERWIJSRESULTATEN Een belangrijk aspect van het onderwijs op school is dat iedere leerling in zijn eigen tempo en niveau de school doorloopt. Het programma stemmen we af op de individuele mogelijkheden van de leerlingen. De leerlingen, met uitzondering van de leerlingen uit de zorggroep en de jongste groep, worden jaarlijks getoetst met de CITO-toets ZML Rekenen en Taal of de CITOtoets Speciale Leerlingen. Dit objectieve toetsinstrument geeft een aardige indicatie van het bereikte niveau van de leerlingen. De meeste leerlingen van de eindgroep stromen aan het eind van het schooljaar door naar het VSO. Een enkele leerling stroomt door naar het Speciaal Basisonderwijs of naar het Praktijkonderwijs. In dat laatste geval kan er voor deze leerlingen extra begeleiding worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband. VSO SBO PRO ANDERS Uitstroomcijfers SO De uitstroommogelijkheden voor onze leerlingen in het SO zijn: 1. Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO). 2. Speciaal Basisonderwijs (SBO). 3. Praktijk Onderwijs (PRO). 4. Anders (andere ZML-school, zorginstelling, verhuist of onbekend).

16 16 Tevredenheidsmetingen De Herman Broerenschool streeft naar permanente verbetering van het primaire proces. De opvattingen van ouders/verzorgers, leerlingen en medewerkers over het onderwijs en het schoolklimaat worden zeer belangrijk gevonden. Daarom wordt de tevredenheid gemeten door middel van enquêtes. In april 2012 hebben alle medewerkers van de Herman Broerenschool een uitnodiging gekregen om de enquête in te vullen. In totaal hebben 85 (87%) medewerkers aan deze enquête meegedaan. Zij beoordeelden de Herman Broerenschool met 7,4! De hoogste score met betrekking tot de tevredenheid: Samenwerking met collega s (100%). Schoolgids (99%). Contact met de leerlingen (98%). De hoogste scores met betrekking tot de ontevredenheid: Sanitaire voorzieningen personeel (58%). Betrokkenheid ouders (48%). Ontspanningsmogelijkheden personeel (48%). In juni 2013 hebben alle ouders/verzorgers van de Herman Broerenschool een uitnodiging gekregen om de enquête in te vullen. In totaal hebben 144 (49%) ouders/verzorgers aan deze enquête meegedaan. Zij beoordeelden de Herman Broerenschool met een 7,6! Opvallende bevindingen: 88% vindt dat hun kind met plezier naar school gaat. 86% voelt zich thuis op de Herman Broerenschool. 80% geeft aan dat de school bekend staat als een goede school, slechts 3% is het daar niet mee eens. 79% vindt dat de school voldoende gespecialiseerd is, 15% weet het niet. 78% vindt dat de school goede resultaten behaalt, slechts 2% is het daar niet mee eens. 69% geeft aan tevreden te zijn dat zij zijn overgestapt naar het ZML, 20% weet het niet. 27% is niet tevreden over de veiligheid van de omgeving van de school, 69 % is daar juist tevreden over. De top 10 m.b.t. de tevredenheid (pluspunten): De aandacht voor gymnastiek (97%). De huidige schooltijden (95%). De omgang van de leraar met de leerlingen (93%). Inzet en motivatie van de leraar (93%). De leraar die naar mij als ouder luistert (92%). De vakbekwaamheid van de leraar (92%). De schoolgids (92%). De sfeer en inrichting van het gebouw (92%). De begeleiding van de leerlingen (91%). De aandacht voor creatieve vakken (90%) AANMELDING EN TOELATING Als u een kind wilt aanmelden bij de Herman Broerenschool kunt u contact leggen met de school. De locatiedirecteur van de locatie die u wilt bezoeken zal met u een afspraak maken voor een oriënterend gesprek en een rondleiding door de school. De locatiedirecteur zal met u de vervolgstappen bespreken en er zorg voor dragen dat de inschrijving op de Herman Broerenschool definitief wordt. Voor de meest actuele informatie: zie onze website of de website van het samenwerkingsverband van uw gemeente.

17 3. LEERLINGENZORG Op de Herman Broerenschool is naast het geven van kwalitatief goed onderwijs veel aandacht voor opvoeding en pedagogische begeleiding. Het uitgangspunt is om de optimale kansen van leerlingen te ontwikkelen en te vergroten. Dit bereiken wij onder andere door het opstellen van en werken met een Ontwikkelingsprofiel, een individueel Plan van aanpak, een groepsplan, een leerlingvolgsysteem, een goed pedagogisch klimaat, basisveiligheid en structuur, een goede sfeer, leren door middel van doen, intensieve samenwerking met ouders, gespecialiseerd personeel op het gebied van logopedie, interne begeleiding, extra zorg en bewegingsonderwijs LEREN MOET JE DOEN Ons onderwijs is zo ingericht dat onze leerlingen straks zo zelfstandig mogelijk in de maatschappij kunnen functioneren. Door onze leerlingen veel ervaringen op te laten doen op cognitief, praktisch en sociaal-emotioneel gebied kan de leerling zich verder ontwikkelen tot een zelfstandig individu. Wij zijn van mening dat onze leerlingen dit alles kunnen leren door zelf actief deel te nemen. Leren moet je doen! Het uiteindelijke doel Leerlingen die onderwijs op de Herman Broerenschool volgen, leren het maximale aan vaardigheden op cognitief, praktisch en sociaal-emotioneel gebied. Zo is een zo onafhankelijk mogelijk functioneren in de maatschappij mogelijk. Voor de realisering van dit doel is een aantal vaardigheden van groot belang. Het gaat hierbij om: zelfredzaamheid (eigen redzaamheid, redzaamheid in de groep en op school en redzaamheid in de maatschappij), sociale en emotionele vaardigheden, cognitieve (kennis), communicatieve, motorische en creatieve vaardigheden. Voor een uitgebreide omschrijving van het onderwijskundig beleid kunt u het schoolplan raadplegen ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF Bij aanvang op school wordt er voor uw zoon/dochter een instroomprofiel opgesteld. Dit gebeurt op basis van vastgestelde indicatoren. Het instroomprofiel leidt tot een voorstel voor een uitstroomprofiel. Het uitstroomprofiel (ontwikkelingsperspectief) wordt voor een aantal meest bepalende vakgebieden vastgesteld. In één oogopslag wordt weergegeven wat men verwacht dat een leerling zal bereiken aan het einde van de SO-periode. Daarbij wordt eveneens de uitstroombestemming benoemd met daarbij de benodigde ondersteunings- en omgevingsvoorwaarden. Na het vaststellen van het in- en uitstroomprofiel volgt een gemotiveerde keuze voor het best passende basisarrangement. Het uitgangspunt is dat het toegekende basisarrangement voor meer dan driekwart passend is bij de mogelijkheden en het ontwikkelingsperspectief van een leerling. Gedurende de schoolloopbaan wordt jaarlijks door middel van een leerlingbespreking bekeken of de ontwikkeling van de leerling blijft passen bij het eerder geformuleerde ontwikkelingsprofiel. Meer informatie over het ontwikkelingsperspectief kunt u opvragen op de school of nalezen op de website van de school PLAN VAN AANPAK De leraar schrijft een plan van aanpak voor uw zoon of dochter. Indien nodig zal er vanuit andere disciplines, zoals logopedie, een bijdrage worden geleverd. In het plan staan de ontwikkelingen en vorderingen van de leerling centraal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ZML-doelen, zoals opgesteld door het CED. Het plan van aanpak wordt twee keer per jaar met de ouders/verzorgers besproken. In juni wordt het plan voor een heel jaar opgesteld. In januari volgt een eerste evaluatie en in juni een tweede evaluatie van het jaarplan. Indien uw zoon/dochter nieuw op school komt, wordt het Plan van aanpak binnen 6 tot 8 weken na plaatsing opgesteld en met u besproken DE COMMISSIE VAN BEGELEIDING De Commissie van Begeleiding (CvB) is een commissie van deskundigen die aan de school verbonden zijn. De commissie bestaat uit de bovenschools directeur, de psycholoog, de jeugdarts en de maatschappelijk werker. De commissie kan uitgebreid worden met adviserende leden. Zo wordt voldoende informatie verzameld om tot een goed ontwikkelingsprofiel en een plan van aanpak te komen. Daarnaast heeft de commissie de taak om te adviseren bij vragen en problemen die zich gedurende de schoolloopbaan van leerlingen kunnen voordoen. Indien vanuit het proces van handelingsgerichte diagnostiek, het ontwikkelingsperspectief en het leerlingvolgsysteem blijkt dat de leerling niet meer aangewezen lijkt te zijn op ZML-onderwijs wordt namens de CvB contact 17

18 18 gezocht met de ouders. Verwezen kan worden naar de samenwerkingsverbanden ten behoeve van plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs, naar het reguliere basis- en voortgezet onderwijs of voor een toelaatbaarheidsverklaring voor een andere school van het speciaal onderwijs. Ten behoeve van ouders, de vervolgopleiding of de vervolgvoorziening wordt bij het verlaten van de school een onderwijskundig rapport opgesteld. Deze informatie is alleen met schriftelijke instemming van de betrokken ouders/verzorgers ter inzage voor derden. De regels met betrekking tot de leerlingendossiers worden in het kader van privacybescherming en de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WPB) uitdrukkelijk nageleefd. Leerlingendossiers zijn voor ouders van de betreffende leerling op school ter inzage beschikbaar. De stukken zijn ook toegankelijk voor de leden van de CvB en de leraren. De dossiers worden bewaard onder directe verantwoordelijkheid van de directie. Schoolmaatschappelijk werk Aan de school is een maatschappelijk werker verbonden, Anke van der Valk. Zij maakt deel uit van de CvB. U kunt bij haar met vragen over allerlei onderwerpen terecht. Eventueel kan zij u doorverwijzen naar de consulenten van MEE. U kunt Anke telefonisch of via de mail bereiken. Telefoon: Mail: avandervalk@hermanbroeren.nu 3.5. ZORGLEERLINGEN EN EMB-LEERLINGEN De Herman Broerenschool heeft op beide locaties de beschikking over twee zorgbegeleiders die individuele begeleidingsmogelijkheden bieden voor verschillende leerlingen. Die begeleiding kan bijvoorbeeld gericht zijn op communicatieproblemen, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de spelontwikkeling of het werken met de Teacchmethode. Eventueel wordt er advies uitgebracht aan leraren, onderwijsassistenten en ouders. De meeste leerlingen die voor deze bijzondere begeleiding in aanmerking komen, beschikken over een MG-indicatie. Er zijn steeds meer leerlingen met een EMB-indicatie op de Herman Broerenschool. Op de Herman Broerenschool krijgt een leerling met een EMBstatus de gelegenheid om binnen een veilige omgeving zich zowel spelenderwijs als doelgericht te ontwikkelen, waarbij onderwijs en de benodigde zorg op elkaar afgestemd zijn. Het onderwijsaanbod van de leerlingen met een MG-indicatie wordt voornamelijk aangepast op de belevingswereld van de leerling en is met name gericht op het stimuleren van de vaardigheden op het gebied van communicatie, zelfredzaamheid, sociaalemotionele ontwikkeling, sensomotorische ontwikkeling en spelontwikkeling. De leerlingen met een EMBindicatie kunnen gebruik maken van de zorggroepen binnen de school. Meer informatie over het EMB-beleid kunt u vinden op: LOGOPEDIE EN FYSIOTHERAPIE Logopedie wordt op school verzorgd door Harma Keizer en Marlou van der Meer. De logopedisten behandelen leerlingen met stoornissen op het gebied van taal, spraak, mondmotoriek, eten, drinken, stem en gehoor. Aan leerlingen die niet of nauwelijks praten, leren zij gebaren en/of andere ondersteuning in de communicatie, zoals afbeeldingen of Pecs. De logopedisten richten zich met name op de lessen groepslogopedie en individuele logopedie aan EMBleerlingen. Daarnaast adviseren en ondersteunen zij leraren, onderwijsassistenten en ouders op logopedisch gebied. Uitgebreidere informatie over het logopediebeleid kunt u vinden op onze website. Individuele logopedie wordt aangeboden door een externe praktijk op basis van de zorgverzekering. Logopediepraktijk Blokhuis heeft binnen de school een praktijk. Een externe praktijk biedt op basis van de zorgverzekering fysiotherapie aan. Het gaat om de maatschap Kinderfysiotherapie Delft. Zowel op de locatie in Delft als in Naaldwijk is een speciale ruimte voor de fysiotherapie ingericht MEDICATIE Gebruikt uw kind medicijnen en moeten die op school worden toegediend of heeft uw kind epilepsie, dan dienen hierover afspraken te worden gemaakt. Het medicijnprotocol geeft precies aan waar de verantwoordelijkheden liggen met betrekking tot het toedienen van de medicijnen en/of het uitvoeren van de medische handelingen. Het protocol medicijngebruik kunt u vinden op onze website.

19 3.8. LEERLINGVOLGSYSTEEM EN LEERLINGDOSSIER Om het onderwijs goed af te kunnen stemmen op de specifieke behoeften van de leerling en op de ontwikkelingen die een leerling doormaakt, is het nodig dit alles te registreren. Daarvoor wordt binnen de Herman Broerenschool gebruik gemaakt van het digitale leerlingvolgsysteem DataCare, LVS2000. Dit leerlingvolgsysteem houdt op te bestaan en vanaf augustus 2014 zal er een implementatietraject starten om LVS2000 te vervangen voor ParnasSys. Papieren dossier Hoewel er steeds meer digitale dossiers zijn is er ook nog een papieren leerlingdossier aanwezig op de Herman Broerenschool. In verband met de wet op de privacy zijn deze dossiers in een beveiligde ruimte opgeborgen. De dossiers kunnen alleen door daartoe bevoegde medewerkers van de Herman Broerenschool worden ingezien. Inzage Ouders en verzorgers kunnen een afspraak maken met de locatiedirecteur om het dossier van hun kind in te zien. Rapportage van instanties die met toestemming van de ouders/verzorgers is aangevraagd, valt onder de verantwoordelijkheid van deze instellingen en kan desgewenst bij de betreffende instelling worden opgevraagd of ingezien. Alleen met toestemming van ouders/verzorgers wordt informatie opgevraagd en/of verstrekt. De Wet Bescherming Persoonsgegevens is hier van toepassing LEERLINGBESPREKING Leerlingbesprekingen zorgen er mede voor dat de voortgang en continuïteit in de ontwikkeling van de leerling zoveel mogelijk wordt vastgehouden. Iedere leerling wordt minimaal twee keer per jaar besproken met de leraar en de interne begeleider. Een keer per jaar zijn de GZ-psycholoog en de bovenschools directeur aanwezig bij de besprekingen. Gezamenlijk wordt bekeken of de gestelde doelen bereikt zijn, of de doelen bijgesteld moeten worden of dat er nieuwe werkpunten zijn voor de komende periode. Dit wordt verwerkt in het ontwikkelingsprofiel en het plan van aanpak.

20 VIDEO INTERACTIE BEGELEIDING We zijn er continu op gericht de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren door leraren en onderwijsassistentes intern te begeleiden. Dit kan gebeuren met behulp van observaties en videoopnames in de klas. De observaties en video-opnames worden besproken door de intern begeleider en de leraar. Mocht u bezwaar hebben tegen het maken van opnames waarbij uw zoon/dochter betrokken is, dan kunt u contact opnemen met de locatiedirectie van de locatie die uw zoon/dochter bezoekt PROTOCOLLEN De Herman Broerenschool beschikt over een groot aantal protocollen gericht op de zorg van de leerlingen. Denk hierbij aan: protocol ongewenste intimiteiten, protocol seksueel misbruik, protocol schorsing en verwijdering en protocol diefstal. Via onze website kunt u deze protocollen downloaden ALGEMEEN Voorzieningen van leerlingen in achterstandsituaties De school heeft specifieke maatregelen genomen op het gebied van NT2 (Nederlands als tweede taal), waardoor leerlingen met een niet-nederlandse achtergrond specifieke aandacht kunnen krijgen. Voor specifieke omstandigheden op het gebied van gedragsproblemen heeft de school een consultatierelatie met het Centrum voor Consultatie en Expertise regio Zuid-Holland en Zeeland te Gouda. Voor leerlingen met een visuele handicap heeft de school een ambulante begeleidingsrelatie met de onderwijsinstelling Sensis in Rotterdam. Vragen met betrekking tot dit onderwerp worden met betrokken ouders besproken. Voorzieningen op het gebied van examens Indien leerlingen in staat zijn deel te nemen aan het afleggen van examens binnen het reguliere onderwijs dan werkt de school hier uiteraard aan mee. Informatie gescheiden ouders Volgens het burgerlijk wetboek hebben scholen een informatieplicht. De school is verplicht om beide ouders te informeren over belangrijke feiten en omstandigheden van het kind. Schoolrapporten, uitslagen Cito-toetsen, uitslag schoolonderzoeken, onderwijskundige rapporten en schoolfoto s kunnen worden verstrekt, en er is gelegenheid om oudergesprekken te voeren en schoolactiviteiten (dit alleen als beide ouders en het kind dit willen) bij te wonen. Informatieverstrekking is van belang om te voorkomen dat het kind van zijn of haar ouders vervreemdt. Dit is een wederkerig belang van kind en ouder. In het geval van problematische echtscheidingen kan een probleem ontstaan. Uitgangspunt voor de school is het belang van het kind. Het belang van het kind is het beste gediend als de school buiten de strijd van de ouders blijft en uitvoering geeft aan de wet- en regelgeving ten aanzien van informatieverstrekking aan ouders. Men mag van de school verwachten dat zij zich neutraal opstelt en beide ouders in principe van gelijke informatie voorziet. Uitzonderingen op deze plicht tot informatieverstrekking: Indien een rechterlijke beschikking kan worden getoond waarin het recht op informatie is beperkt. In gevallen dat de informatie in verband met het beroepsgeheim ook niet aan de andere ouder wordt verstrekt. Als de informatieverstrekking niet in het belang is van het kind. In dit geval zal de school zwaarwegende argumenten moeten hanteren om informatie te weigeren. De ouder kan dit laten toetsen door een klachtencommissie of een rechter.