Medezeggenschap tijdens een reorganisatie: Voldoende waarborg of een ondergeschoven kindje?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Medezeggenschap tijdens een reorganisatie: Voldoende waarborg of een ondergeschoven kindje?"

Transcriptie

1 Medezeggenschap tijdens een reorganisatie: Voldoende waarborg of een ondergeschoven kindje? Tessa Sipkema Studentnummer: augustus 2015 Scriptiebegeleider: mw. mr. dr. I. Zaal

2 INHOUDSOPGAVE Inleiding Hoofdstuk 1) Het adviestraject tijdens een reorganisatie Een voorgenomen besluit tot reorganiseren De term belangrijk Gefaseerde besluitvorming Personele gevolgen van de reorganisatie Is een concept of voornemen tot overleg voldoende? Onder welke omstandigheden is een sociaal plan verplicht? Het zwarte schaap in de gevolgde lijn Gaat de OK te ver? Is er wel een eenduidige lijn? Inhoud en reikwijdte van het sociaal plan Conclusie Sancties en te treffen voorzieningen De voorzieningen Overige sancties Hoofdstuk 2) Een collectief ontslag Welke partijen worden betrokken bij het collectief ontslag? De rol van de vakbonden De verhouding tussen de WMCO en de WOR Wie heeft een stevigere positie? Sanctie op de niet-naleving van de raadplegingsverplichting Vernietiging van de opzegging Beëindigingsovereenkomst vernietigen Hoofdstuk 3) De WOR en WMCO zonder medezeggenschapsorgaan De (gewenste) wettelijke verplichting Sancties op het niet nakomen van de instellingsverplichting Schending van het adviesrecht uit de WOR Schending van de raadplegingsverplichting Toepassing van de nietigheidssanctie uit de WMCO Conclusie Literatuurlijst

3 Inleiding De echte financiële crisis lijkt Nederland achter zich te hebben gelaten, maar de sporen zijn nog duidelijk in de praktijk merkbaar. Ondernemingen moeten hun organisatiestructuur aanpassen aan bijvoorbeeld de krimp van consumptie door huishoudens of de verschuiving naar het e-shoppen. Op het terrein van dergelijke belangrijke financieel-economische en bedrijfsorganisatorische besluiten heeft niet altijd het bestuur, de Raad van Commissarissen of de algemene vergadering van aandeelhouders het laatste woord, ook de medewerkers werkzaam binnen de onderneming hebben inspraak. Een reorganisatie kan van zodanige omvang zijn dat advies moet worden gevraagd aan het personeel. Zijn er in de onderneming vijftig of meer werknemers werkzaam, dan is de ondernemer op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) verplicht een ondernemingsraad in te stellen. 1 Een reorganisatie gaat vrijwel altijd gepaard met negatieve gevolgen voor het personeelsbestand in een onderneming, denk aan de zevenhonderd banen die bij PostNL worden weggesaneerd, of de in totaal banen die bij Achmea voor 2016 zullen verdwijnen. 2 Volgt een collectief ontslag, dan verschijnen ingevolge de Wet melding collectief ontslag (WMCO) ook de vakorganisaties in beeld. 3 De ondernemer krijgt alsdan met twee belangenvertegenwoordigers te maken. Wie als eerste op de hoogte wordt gebracht van het voorgenomen besluit tot reorganiseren en welke partijen zullen aanschuiven bij een eventueel sociaal overleg, is nog maar de vraag. De ondernemingsraad kan in zijn advisering over de reorganisatie rekening houden met een eventueel standpunt van de vakorganisaties, maar andersom kan dit evengoed. Sprengers omschrijft de ervaring van de ondernemer hierin als een schaakpartij op twee borden, waarbij zetten gezet op het or-bord tot gevolg hebben dat deze zetten automatisch ook op het vakbonds-bord gezet moeten worden, zonder kennis van de tegenzetten van de speler op dat bord. 4 Een vergelijking die mij aan het denken zet en waarvan de betekenis duidelijker zal worden naarmate ik de jurisprudentie omtrent de patstelling die soms kan ontstaan tussen de ondernemingsraad en de vakorganisaties zal hebben onderzocht. In de adviesaanvraag moet de ondernemer in elk geval een overzicht verstrekken van de te verwachte gevolgen die zijn voorgenomen besluit heeft voor het personeel in zijn onderneming. 5 Zijn deze gevolgen ingrijpend, dan 1 Artikel 2 lid 1 WOR. 2 Financieel Dagblad, Nieuwe reorganisatie bij PostNL, 12 februari 2015 en L. Boon, Verzekeraar Achmea schrapt vierduizend banen in reorganisatie, NRC, 4 december Artikel 3 lid 1 WMCO. 4 OK Amsterdam 15 mei 2014, Zaaknr /01 (Sappie), TRA 2014/68 (met noot van. L.C.J. Sprengers), p Artikel 25 lid 3 WOR. 2

4 dient de ondernemer een zwaarwegende motivering van zijn besluit te geven en de vraag rijst dan of tevens een sociaal plan, al dan niet in overeenstemming met de vakorganisaties of ondernemingsraad overeengekomen, verplicht is. De rol van het sociaal plan in de adviesaanvraag van de ondernemer zal uitgebreid worden behandeld alsmede de jurisprudentie omtrent het verstrekken van overzicht van de personele maatregelen bij de adviesaanvraag door de ondernemer. Tot slot is in het kader van de WOR nog interessant om te bekijken welke sancties en gevolgen het niet in acht nemen van het adviesrecht heeft voor de beleidsvrijheid van de ondernemer. Ook in het kader van de WMCO speelt het sociaal plan een grote rol. Nu is het echter de vakbond die de centrale rol speelt. Hoe wordt aan deze collectief ontslagprocedure uitvoering gegeven en hoe verhoudt deze procedure zich tot de adviesprocedure uit de WOR? Is het aandeel van de vakbond bij het sociaal plan groter dan die van de ondernemingsraad en welke partij is het beste in staat de belangen van de werknemers bij een reorganisatie te behartigen? Ook in deze procedure zullen aan de gevolgen van het niet in acht nemen van de raadplegingsverplichting van de vakbond en ondernemingsraad, aandacht worden besteed. Tot slot zal een beeld worden geschetst van de situatie waarin een verplichte ondernemingsraad ontbreekt. Uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) blijkt dat 29 % van de ondernemingen niet aan de instellingsverplichting voldoet. 6 Stel nu dat de medewerkers zelf gekozen hebben om geen ondernemingsraad te vormen, ligt voornoemd probleem dan bij de ondernemer of bij de medewerkers zelf? Door middel van rechterlijke uitspraken kan ik een beeld vormen hoe een collectief ontslag eruit ziet zonder ondernemingsraad en welke bescherming de werknemer daarbij geniet. Met name ligt de interesse in de verhouding tussen het adviesrecht van de WOR en de raadplegingsverplichting in de WMCO, de rol van de ondernemingsraad en de vakbonden bij het sociaal plan en sancties die hangen aan het schenden van de bepalingen omtrent de medezeggenschap. In mijn conclusie zal ik trachten een antwoord te formuleren op de volgende probleemstelling: In hoeverre hebben de ondernemingsraad en de vakbonden in het kader van de WOR en WMCO invloed op de sociale begeleidingsmaatregelen en welke stappen kunnen worden ondernomen teneinde een juiste toepassing van deze regelingen af te dwingen? 6 Visee e.a., Regioplan Naleving van de Wet op de ondernemingsraden, stand van zaken 2011, eindrapport, Amsterdam: mei 2012, nr. 2240, p. 1 9 (hierna: Regioplan WOR 2012). 3

5 Hoofdstuk 1 Het adviestraject tijdens een reorganisatie 1.1 Een voorgenomen besluit tot reorganiseren Een van de belangrijkste bevoegdheden van de ondernemingsraad is terug te vinden in artikel 25 WOR. De ondernemingsraad heeft het recht om advies te verstrekken bij de door de ondernemer voorgenomen besluiten van economische en organisatorische aard. Is de ondernemer van plan een in het eerste lid van voornoemd artikel genoemd besluit te nemen, dan zal hij eerst de ondernemingsraad in de gelegenheid moeten stellen advies uit te brengen. Het besluit moet een voorgenomen besluit zijn en de ondernemingsraad moet op het tijdstip van de adviesaanvraag nog in staat zijn wezenlijke invloed te kunnen uitoefenen. 7 Van Mierlo stelt in zijn proefschrift dat bij een voorgenomen besluit er sprake moet zijn van een concreet voornemen. De vragen hoe, op welke wijze en wanneer moeten nog beantwoord worden. 8 Het komt erop neer dat in een zo vroeg mogelijk stadium om advies moet worden gevraagd. Het advies van de ondernemingsraad kan dan nog worden meegenomen in de beantwoording van voornoemde vragen die uiteindelijk tot het definitieve besluit zullen leiden. De ondernemingsraad moet binnen een redelijke termijn het advies aan de ondernemer verstrekken. 9 De termijn zal per besluit verschillen omdat deze samenhangt met de omstandigheden van het geval. Tot slot moet de ondernemer een overzicht aan zijn adviesaanvraag toevoegen waarin de beweegredenen van zijn voorgenomen besluit en de maatregelen ter opvang van de personele gevolgen van dat besluit zijn opgenomen. 10 De ondernemingsraad kan al in een eerder stadium op de hoogte worden gesteld van het beleidsvoornemen van de ondernemer. Ten minste tweemaal per jaar wordt in een overlegvergadering prospectieve informatie verstrekt over voorgenomen besluiten met betrekking tot aangelegenheden in artikel 25 WOR. 11 In deze vergadering kunnen de ondernemingsraad en de ondernemer overleggen over de voortgang van de besluiten en eventueel afspraken maken over de betrokkenheid van de ondernemingsraad daarbij. Volgens de Memorie van Toelichting (MvT) is deze vergadering van belang voor het overlegklimaat, met name de voortgang en snelheid van de besluitvorming die op basis van artikel 25 WOR plaatsvindt. 12 Tot slot heeft de ondernemer een informatieplicht en moet hij desgevraagd alle gegevens en inlichtingen schriftelijk verstrekken die voor de ondernemingsraad nodig zijn om tot een gedegen advies te komen Artikel 25 lid 1 aanhef jo. lid 2 WOR. Zie ook: OK Amsterdam 21 maart 1991, ROR 1991, 7 (Robert-Fleury Stichting) voor het onderscheid tussen een voorgenomen besluit en beleidsvoornemen. 8 Mierlo 2013, p De redelijke termijn is geen wettelijke regeling. 10 Artikel 25 lid 3 WOR. Zie ook: JAR 2014/ Artikel 24 lid 1 WOR. Zie ook Asser/Maeijer & Kroeze 2-I* 2015/639, p Kamerstukken II , 24615, nr. 3, p Artikel 31 WOR. 4

6 Een reorganisatie valt niet specifiek onder een van de in het eerste lid genoemde besluiten. Het kan een belangrijke inkrimping van de werkzaamheden van de onderneming betreffen (onderdeel d). 14 De ondernemer besluit bijvoorbeeld tot afslanking van (een deel van) de onderneming. 15 Hierbij kan gedacht worden aan het afstoten van een productielijn waarbij ook werkplekken kunnen komen te vervallen. Een oorzaak is bijvoorbeeld het wegvallen van een belangrijke afnemer zoals bij geldtransporteur Brink s Nederland het geval was. Rabobank besloot de overeenkomst met Brink niet te verlengen en als gevolg hiervan zag Brink 65% van de werkzaamheden verdwijnen waardoor een reorganisatie onoverkomelijk was. 16 Tevens kan een reorganisatie ook een besluit tot belangrijke wijziging in de organisatie van de ondernemer inhouden. 17 Verburg stelt dat de meest ingrijpende vorm van reorganiseren het beëindigen van de werkzaamheden of een belangrijk deel daarvan is (onderdeel c). Het gemeenschappelijke kenmerk van deze onderdelen is dat het besluit gericht is op een andere inrichting van de organisatie. 18 Een voorbeeld van het begrip reorganisatie is te vinden in de cao voor Nederlandse Universiteiten: Een verandering in de organisatie die betrekking heeft op de universiteit of op een belangrijk onderdeel daarvan, met directe en ingrijpende rechtspositionele gevolgen voor werknemers De term belangrijk Aan bovenstaande definitie kan worden afgeleid dat een reorganisatie ook invloed heeft op de positie van de werknemers waarbij ontslag soms onoverkomelijk is. Overigens kan een reorganisatie ook gepaard gaan zonder verval van arbeidsplaatsen, maar dan moet het besluit wel in andere zin een belangrijke inkrimping of wijziging in de organisatie inhouden als bedoeld in onderdeel c, d en e van artikel 25 WOR. 20 Het begrip belangrijk is gerelateerd aan de aard en omvang van de activiteiten van de onderneming en komt tot uitdrukking in sociale, procedurele en economische factoren. 21 Hoe frequent worden reorganisatiebesluiten genomen en betreft dit steeds een kernactiviteit of slechts kleine deelactiviteiten? Het moet gaan om een niet alledaags, bijzonder besluit en dit kan verschillen per onderneming. De Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam (OK) oordeelde in 2004 dat een verschuiving in de taakverdeling van de huidige achttien algemeen directeuren van zodanige 14 L.J. Sarlemijn, Reorganisatie; medezeggenschap en ontslag, Deventer: Kluwer 1995, p F.W.H. Vink & R.H. van het Kaar, Inzicht in de ondernemingsraad. Een toelichting bij de Wet op de ondernemingsraden, Den Haag: Sdu Uitgevers, 2014, p OK Amsterdam 24 februari 2015, nr /01, ARO 2015/ Artikel 25 lid 1 sub e WOR, zie ook Vink & Van het Kaar 2014, p. 175 en OK Amsterdam 19 augustus 2004, JAR 2004/ Verburg 2013, p Artikel 9.1 CAO Nederlandse Universiteiten 1 januari juli Kamerstukken I , 13954, nr. 8d, p Kamerstukken I , 24615, nr. 9, p

7 omvang is, dat zij heeft te gelden als belangrijk in de zin van artikel 25 lid 1 onderdeel e WOR. 22 Tevens wordt door de OK in overweging 3.4 aangehaald dat niet alleen een formele wijziging, maar ook een feitelijke wijziging (met behoud van de formele structuur) die praktisch gesproken niet zonder gevolgen blijft, een adviesplichtig voorgenomen besluit kan zijn. Blijft de functieomschrijving hetzelfde, maar is de feitelijke uitvoering in wezen heel anders, dan zal de ondernemer dit voorgenomen besluit eerst aan de ondernemingsraad moeten voorleggen. Een inkrimping van 10% van de totale formatie bij de afdeling Medisch Maatschappelijk werk van zorggroep Medisch Ondersteunende Specialismen leidde niet tot een adviesplichtig voorgenomen besluit. 23 De OK overwoog dat het niet ging om een belangrijke inkrimping, nu er geen gedwongen ontslagen zouden vallen maar overwoog vervolgens: Op zichzelf is niet uitgesloten dat een in absolute zin geringe inkrimping van werkzaamheden niettemin beschouwd kan worden als een belangrijke inkrimping in de hiervoor bedoelde zin (bijvoorbeeld als een kleine dienst geheel of nagenoeg geheel wordt opgeheven), maar dat een dergelijke specifieke situatie zich hier voordoet is gesteld noch gebleken. Het gaat derhalve niet om het aantal werknemers die hun baan kunnen verliezen, maar om de verhouding van hun werkzaamheden tot de gehele onderneming. 1.3 Gefaseerde besluitvorming Een reorganisatie ontstaat niet van de een op de andere dag. Voorafgaand aan de reorganisatie zullen al stappen worden ondernomen. Wanneer moet de ondernemingsraad dan om advies worden gevraagd? De OK heeft in de zaak NCRV overwogen dat het de onderneming in beginsel vrij staat de besluitvorming en daarmee de advisering van de ondernemingsraad in fases vorm te geven. 24 Wel moet voorkomen worden dat onduidelijkheid ontstaat over de fasering en dientengevolge de effectiviteit van het advies van het medezeggenschapsorgaan verloren gaat. Het opknippen van een besluit om zo aan de verplichting op grond van artikel 25 WOR te ontkomen wordt door de OK derhalve niet geaccepteerd. Het totale besluitvormingsproces is van doorslaggevend belang. 25 Het ontduiken van het adviestraject wordt ook wel de zogenoemde salami-tactiek genoemd. Deelbesluiten die met elkaar samenhangen en niet los van elkaar kunnen worden bezien vallen echter nog steeds onder artikel 25 WOR. De ondernemer blijft primair verantwoordelijk voor het medezeggenschapstraject OK Amsterdam 19 augustus 2004, JAR 2004/ OK Amsterdam 22 maart 2006, JAR 2006/133 (St. Isala). 24 OK Amsterdam 19 april 2013, JAR 2013/155, r.o. 3.5 (NCRV) (met noot I. Zaal). 25 OK 14 november 1985, ROR 1985/28 (Dongemond/ St. Theresia). Zie ook Verburg & Zondag 2013, p Zie ook OK Amsterdam 15 mei 2014, JAR 2014/159, r.o (Sappi) waarin de OK aangeeft dat voor een goed verloop van de medezeggenschap in de eerste plaats de verantwoordelijkheid ligt bij de bestuurder. Het ligt dan ook op diens weg duidelijkheid te verschaffen hetzij in 6

8 1.4 Beweegredenen en te verwachten gevolgen van de reorganisatie Uit artikel 25 lid 3 WOR volgt dat een concreet voornemen tot reorganisatie dat ingrijpende gevolgen heeft voor het personeel gepaard dient te gaan met een zwaarwegende motivering. 27 De motiveringsverplichting heeft betrekking op het personele aspect maar heeft ook betrekking op financiële en organisatorische aspecten. De ondernemingsraad kan geen volledige zienswijze aan de ondernemer voorleggen indien hij niet beschikt over de beweegredenen van het besluit of over de sociale gevolgen van het besluit en de te nemen maatregelen. De sociale maatregelen houden volgens de Memorie van Toelichting het volgende in: de verplichting tot het opmaken van een zgn. sociaal plan, waarvan de wenselijkheid steeds algemener wordt erkend. 28 De verantwoordelijkheid voor het naleven van voornoemde bepaling ligt in de eerste plaats bij de ondernemer. 29 De wetgever was van mening dat de gevolgen van een bepaald besluit op deze manier zo goed mogelijk worden geregeld. Wijkt het advies van de ondernemingsraad af van het door de ondernemer genomen besluit, dan dient hij de beweegredenen hiervoor eveneens te motiveren. 30 De zogenoemde dubbele motiveringsverplichting. De maatregelen die in een eventueel op te stellen sociaal plan worden opgenomen hoeven niet in overeenstemming met de ondernemingsraad te worden vastgesteld. Deze rol is immers voor de vakbonden weggelegd. Zo oordeelde ook de OK in de bestuurlijke reorganisatie van de ING-groep in De Centrale Ondernemingsraad ING was vrij de inhoud van het sociaal plan in zijn advisering te betrekken maar hoefde niet als onderhandelingspartner bij de totstandkoming daarvan te worden betrokken. De wetgever heeft het primaat voor het onderhandelen over het sociaal plan bij de vakorganisaties neergelegd. 32 In de MvT wordt nog opgemerkt dat het wel de bedoeling is dat in de toekomst naast de vakorganisaties de ondernemer ook overleg pleegt met de ondernemingsraad. 33 De uitwerking van deze visie is mij niet duidelijk. Over het verplicht voorhanden hebben van een sociaal plan bij het verstrekken van een overzicht van de personele gevolgen wordt door de redelijkheid een oplossing te vinden waar beide partijen -de ondernemingsraad en de ondernemer- tevreden mee kunnen zijn. 27 Artikel 25 lid 3 WOR en Vink & Van het Kaar 2014, p Kamerstukken II , 10335, nr. 3, p OK Amsterdam 3 augustus 2011, JAR 2011/ Zie in dit verband OK Amsterdam 13 maart 2012, JAR 2012/106 (Politieregio Flevoland)waarin de OK oordeelde dat de afwijking van het advies onvoldoende was gemotiveerd en er geen duidelijkheid was omtrent de reorganisatie. 31 OK Amsterdam 31 maart 1994, NJ 1995/417 (ING). 32 Kamerstukken II , 13954, nr. 6, p Kamerstukken II , 10335, nr. 3, p

9 Ondernemingskamer verschillend gedacht. In het artikel van Nekeman en Van Donselaar wordt een vrijwel volledig overzicht gegeven van de jurisprudentie omtrent artikel 25 lid 3 WOR. 34 Hoe de rechter oordeelt over dit leerstuk zal in de volgende uitspraken naar voren komen, waarbij ik een aantal uitspraken uitlicht Is een concept of voornemen tot overleg voldoende? In sommige situaties kan de ondernemer volstaan met het overleggen van een concept sociaal plan. In de DAB-beschikking voldeed de gemeente Amsterdam in 2008 volgens de OK aan de verplichting ex artikel 25 lid 3 WOR door een concept sociaal plan te overleggen, waarin het onderhandelingsresultaat van de vakorganisaties en ondernemer was opgenomen. 35 Een concept sociaal plan werd niet geaccepteerd in de VLM-beschikking. Deze was onvoldoende uitgewerkt en dat leverde op zichzelf een tekortkoming in de besluitvorming op. 36 Nu verwacht werd dat de gesprekken tussen de vakbonden en ondernemer tot een oplossing zouden leiden, voldeed de ondernemer toch aan het gestelde in artikel 25 lid 3 WOR. Hoewel er dus onvoldoende inzichtelijk was gemaakt wat precies de gevolgen en de te nemen maatregelen zouden zijn, kon door de toezegging van de ondernemer dat er een onderhandelingsresultaat nabij was toch worden voldaan aan de verplichting uit artikel 25 lid 3 WOR. In een enkele zaak werd zelfs een voornemen tot overleg met de vakbond voldoende geacht. De OK was van oordeel dat voldoende inzicht was gegeven aan de te verwachten sociale gevolgen, onder meer omdat uit de gedingstukken bleek dat de ondernemer zich bewust was geweest van de ingrijpende gevolgen voor een groot aantal werknemers. 37 Volgens Sprengers, Nekeman en Van Donselaar betreft deze uitspraak een uitholling van het adviesrecht. 38 Hoewel er op de zitting sprake was van het voorhanden hebben van een concept sociaal plan, is er nog steeds sprake van een schending van artikel 25 lid 3 WOR ten tijde van de adviesaanvraag. Er is immers geen enkel overzicht verstrekt waarin duidelijk wordt weergegeven welke specifieke maatregelen getroffen zijn of nog worden getroffen. In 2014 oordeelde de OK over het beroep dat was ingesteld door de ondernemingsraad van CBB tegen het besluit tot reorganisatie en de tegenvallende financiële compensatie voor de werknemers. Door een krimp in de participatiebudgetten van gemeenten en veranderende wetgeving liep de omzet 34 C. Nekeman & L. van Donselaar, Inzicht in het overzicht; de personele maatregelen van art. 25 lid 3 WOR en de rol van de vakbonden, Arbeidsrecht OK Amsterdam 25 februari 2008, JAR 2008/127 (DAB). 36 OK Amsterdam 21 december 2012, ROR 2013/33, JAR 2013/67 (VLM Airlines). Zie in dit verband ook OK Amsterdam 5 augustus 2011, RAR 2011/148 (Printronix) waarin het sociaal plan onvoldoende was uitgewerkt. 37 OK Amsterdam 9 november 2010, JAR 2011/10 (IDT). 38 C. Nekeman & L. van Donselaar, Inzicht in het overzicht; de personele maatregelen van art. 25 lid 3 WOR en de rol van de vakbonden, ArbeidsRecht Zie ook TRA 2011/41 (met noot van L.C.J. Sprengers). 8

10 in de markt voor re-integratie en inburgering terug. 39 Een markt waarin bedrijf CBB opereerde, waarbij de werkzaamheden bestonden uit het verzorgen van inburgeringscursussen en arbeidsmarktprojecten. Door de dreiging van een faillissement besloot CBB tot inkrimping van de werkzaamheden en daarbij werd een ontslagvergunning voor 9 medewerkers bij het UWV aangevraagd. CBB had tevens een adviesaanvraag bij de ondernemingsraad neergelegd. Na een aantal overlegvergaderingen tussen beiden is uiteindelijk door de ondernemingsraad een stuk uitgebracht waarin de ondernemingsraad negatief adviseert. Als motivering van het negatieve advies werd onder meer opgenomen dat financiële compensatie voor de 9 medewerkers ontbrak en overige maatregelen niet duidelijk waren. Ondanks het negatieve advies zag CBB zich genoodzaakt het besluit te nemen (met inachtneming van een maand wachttijd). Tijdens de zitting bij de OK werd duidelijk dat er een voorgenomen besluit tot beëindiging van alle werkzaamheden op tafel lag. De OK overwoog dat CBB in de omstandigheid van een snel verslechterende financiële situatie maatregelen mocht treffen voordat er een uitgewerkt plan voor de toekomst was. Het flankerend beleid van CBB en gesprekken over het vacaturebeleid ten aanzien van de boventallige werknemers is voldoende geschetst. Voorts overwoog de OK ten aanzien van de door de ondernemingsraad gewenste ruimere financiële voorziening dat dit niet maakt dat het voorgenomen besluit op dat punt onduidelijk is. De OK toetst niet aan de inhoud van sociaal plan. Hoewel er (nog) geen sociaal plan voorhanden was, voldeed CBB toch aan artikel 25 lid 3 WOR door voldoende maatregelen aan te tonen die het ontslag zouden verzachten Wanneer kan een sociaal plan worden verplicht? De jurisprudentie is verdeeld als het gaat om het al dan niet verplicht stellen van een sociaal plan tijdens een belangrijke voorgenomen reorganisatie. In chronologische volgorde zal ik inzichtelijk maken onder welke omstandigheden het opmaken van een sociaal plan verplicht kan zijn. Ten eerste de twee Total-uitspraken uit de vorige eeuw. De sluiting van twee vestigingen in Rotterdam en Brussel van oliemaatschappij Total en de verplaatsing van de werkzaamheden naar Antwerpen in 1997 bracht de ondernemingsraad van Total Rotterdam in opstand. 40 Op dat moment was door de ondernemer nog geen sociaal plan opgesteld. Het idee van de ondernemer was een regeling te treffen gericht op de specifieke belangen van de individuele werknemers. De OK sprak van een schending van artikel 25 lid 3 WOR omdat in de adviesaanvraag onvoldoende werd aangegeven welke gevolgen de reorganisatie met zich mee zou brengen en voor zover dit wel was aangegeven, was het te vaag en te onzeker. Van een belangenafweging tussen het reorganisatiebesluit en de gerechtvaardigde belangen van de werknemers was 39 OK Amsterdam 2 april 2014, JAR 2014/121 (CBB) (met noot I. Zaal). 40 OK Amsterdam 15 mei 1997, JAR 1997/140 (Total I). 9

11 derhalve onvoldoende gebleken. Niet alleen met de individuele werknemers moeten afspraken worden gemaakt, ook het totaalplaatje moet duidelijk worden. Het niet hebben van een sociaal plan of anderszins het voorhanden hebben van een overzicht waarin de gevolgen voor werknemers stonden opgenomen, maakte het besluit kennelijk onredelijk. 41 Een jaar later stonden beide partijen weer voor het Amsterdamse Gerechtshof. 42 Onder begeleiding van een extern organisatieadviesbureau is nogmaals een adviestraject gestart. Op het moment van de door Total gestelde adviesdeadline was het sociaal plan nog niet volledig gereed. Hoewel het de OK niet duidelijk werd waarom niet meer tijd was gegund aan de ondernemingsraad advies uit te brengen, kon dit de ondernemingsraad niet baten gezien het advies dat afgerond was op dat moment. Het sociaal plan betekende voor bepaalde werknemers een achteruitgang, desalniettemin was de OK toch van mening dat Total voldoende de belangen van werknemers had meegenomen in haar besluitvorming. Denkbaar was immers dat individuele werknemers verdergaande afspraken geldend konden maken dan het sociaal plan hen bood, geldend konden maken. Dit komt wel overeen met de terughoudende rol die de rechter heeft in het inhoudelijk toetsen van het sociaal plan. Er is inzicht gegeven in de personele gevolgen en de maatregelen die daarop worden getroffen en dat is waar de OK in beginsel naar kijkt Het zwarte schaap in de gevolgde lijn Een uitzondering op de gevolgde lijn van de OK is de IBM-beschikking uit arbeidsplaatsen kwamen te vervallen binnen een afdeling. De ondernemer had in zijn adviesaanvraag enkel verwezen naar een hoofdstuk in een personeelsgids over herplaatsing en tevens laten weten geen financiële vergoeding te betalen. De OK was van oordeel dat IBM voldoende informatie had verstrekt. Voorts overwoog de OK: Noch uit de wetsgeschiedenis noch uit de jurisprudentie vloeit voort dat een ondernemer een financiële vertrekregeling dient te treffen. Het feit dat de ondernemer en de OR van mening hierover verschillen maakt het besluit nog niet kennelijk onredelijk. Met Zaal ben ik het eens dat deze beschikking geen bestendige lijn is en niet overeenkomt met eerdere jurisprudentie en de memorie van toelichting. 44 Het belang van een sociaal plan ten aanzien van het vereiste van artikel 25 lid 3 WOR 41 Zie ook OK Amsterdam 23 december 1999, JAR 1994/15 (Gemeenschappelijke Medische Dienst) waarin het ontbreken van een sociaal plan uiteindelijk leidde tot schending van de eis uit artikel 25 WOR en het reorganisatiebesluit kennelijk onredelijk maakte. 42 OK Amsterdam 18 juni 1998, JAR 1998/150 (Total II). 43 OK Amsterdam 28 januari 2013, JAR 2013/103 (IBM). 44 Kamerstukken II , 10335, nr. 3, p. 23. Zie bijvoorbeeld ook Ktr. Heerenveen 6 december 2010, JAR 2011/29 (De Vries Kozijnen) r.o

12 wordt daarin juist erkend. Als voorbeeld geef ik de Akzo Nobel- en de NCRV-zaak die later dat jaar volgden. Akzo Nobel maakte onderscheid in de opvang van de personele gevolgen tussen drie groepen werknemers. 45 Voor de eerste groep was een Mobiliteitsplan overeengekomen. Voor de tweede en derde groep was echter onduidelijkheid over de te verwachten personele gevolgen. Naar het oordeel van de OK kon Akzo Nobel geen beroep doen op de onzekerheid van de toekomstige wetgeving en rechtvaardigde dit niet de onduidelijkheid waarmee de ondernemingsraad kampte. Ook de toezegging dat er nog onderhandelingen gaande waren werd door de OK afgedaan. Ter terechtzitting is echter overeenstemming met de betrokken vakorganisaties bereikt over het Sociaal Plan wat tot de slotsom leidde dat de ondernemingsraad onvoldoende belang had bij de verzochte voorzieningen. 46 Nu de ondernemingsraad feitelijk geen baat meer had bij het ongedaan maken van het besluit, werd enkel een verklaring voor recht gegeven dat de ondernemer bij de afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. In de NCRV-beschikking is tevens geen duidelijkheid gegeven door de ondernemer hoe de sociale begeleidingsmaatregelen zouden kunnen worden vormgegeven, na het verstrijken van de geldigheidsduur van het Sociaal Plan. 47 Pas ter zitting kwam hier duidelijkheid over, maar voldoende motivering ontbrak. Dit was voor de OK voldoende om te spreken over een schending van artikel 25 lid 3 WOR. Zelfs bij een besluit tot overdracht van aandelen waaraan in eerste instantie geen sociale gevolgen kleven, is de ondernemer verplicht stappen te ondernemen en duidelijkheid te verschaffen over de rechtspositie van het personeel, zo blijkt uit de MDCA-beschikking 48. De overdracht kon een verandering met zich meebrengen in de werkzaamheden en functies van de werknemers. De rechter doet echter nog geen uitspraak over de verplichting tot het opmaken van een sociaal plan dan wel het in overleg treden met de vakbonden. Wel wordt de schending van artikel 25 lid 3 WOR vastgesteld. Gelet op het voorgaande moeten aan de IBM-uitspraak dan ook geen algemene conclusies worden verbonden zoals Sprengers in zijn noot bij een recente uitspraak van 8 september 2014 heeft opgemerkt. 49 De ondernemer is verplicht uiteen te zetten welke sociale maatregelen worden getroffen ter 45 OK Amsterdam 12 mei 2014, nr /01 RAR 2014/100 (Akzo Nobel). 46 De ondernemingsraad heeft in deze uitspraak de OK verzocht de verplichtingen op te leggen het reorganisatiebesluit in te trekken, de gevolgen van dat besluit ongedaan te maken, en de ondernemer te verbieden handelingen te verrichten of te doen verrichten ter uitvoering van dat besluit of onderdelen daarvan, een en ander voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad. 47 OK Amsterdam 19 april 2013, JAR 2013/155, RAR 2013/112 (NCRV). 48 OK Amsterdam 17 december 2014, JAR 2015/51 (MDCA) r.o. 3.9 mt nt. door I. Zaal. 49 OK Amsterdam 8 september 2014, TRA 2014/102 (OR Honeywell BV/Honeywell BV ) (met noot van L.C.J. Sprengers). Zie ook RO 2015/3 waarin Wenk stelt dat het tweede gedeelte van artikel 25 lid 3 WOR (gevolgen voor het personeel) inhoudelijk moet worden getoetst. Een zuivere marginale toets zou er immers toe kunnen leiden dat de ondernemer ook kan volstaan met de motivering dat er geen regeling zal worden getroffen of dat er op individueel niveau een passende regeling zal worden getroffen. 11

13 opvang van de gevolgen van een ontslag (ook als dit maar om twee werknemers zou gaan), waarbij de lijn uit de Total-uitspraken lijkt te zijn gevolgd. De lijn van de uitspraak in de IDT-beschikking lijkt eveneens niet meer gevolgd te zijn. 50 Het voornemen tot overleg met de vakbonden werd immers in de Akzo Nobel-zaak ook niet voldoende geacht om aan de verplichting van artikel 25 lid 3 WOR te voldoen Gaat de OK te ver? Recentelijk is tevens een opmerkelijke uitspraak gedaan door de OK die betrekking heeft op de rol van het sociaal plan in het adviestraject. 51 In juni 2014 heeft Canon advies aan de ondernemingsraad gevraagd over een voorgenomen reorganisatie tussen 2014 en 2017 van de IT-organisatie, die in twee fases vorm zou worden gegeven. Een negatief advies volgt, onder meer vanwege het niet toepassen van het op dat moment geldende sociaal plan voor deze reorganisatie in fase twee. De ondernemer nam, zonder de aanpassingen van het advies van de ondernemingsraad door te voeren, toch het besluit tot reorganisatie en overwoog daartoe dat door een technologische verandering in de sector waarin zij opereren, de impact daarvan nog niet te voorspellen was. Canon zou niet in de positie zijn om drie jaren vooruit te kunnen zien en het Sociaal Plan die nog uit 2012 komt, vormt geen juiste weerspiegeling van wat tussen nu en 2017 gebruikelijk is. Mogelijk zou tussen 2014 en 2017 een nieuw Sociaal Plan tot stand kunnen komen waardoor het onwenselijke resultaat van verschillende vertrekregelingen zal volgen. Canon verwacht geen negatieve personele gevolgen en mochten die er wel zijn, dan zal Canon dit in een nieuw adviestraject aan de ondernemingsraad voorleggen. Het zou ook niet aan de ondernemingsraad zijn om via de rechter een juiste toepassing van het Sociaal Plan af te dwingen, aldus de ondernemer. De ondernemingsraad heeft aangegeven dat het beroep niet toeziet op het ontbreken van een overzicht van de personele gevolgen, maar op het nalaten van Canon om een inzicht te geven in de wijze waarop in die gevolgen voorzien zal gaan worden. De OK overweegt dat het niet aannemelijk is dat de reorganisatie in zijn geheel geen personele gevolgen zal hebben. De OK doelt hierbij niet alleen op het aantal ontslagen dat zal gaan volgen, maar ook op de gevolgen die ontstaan op de wijziging in werkzaamheden of de standplaats. Er is tevens geen toezegging door Canon gedaan dat er in het geheel geen gevolgen voor hun personeel zullen zijn. De OK heeft het verzoek van de ondernemingsraad toegewezen op grond van een motiveringsgebrek van de ondernemer voor de toepassing van het Sociaal Plan van 2012 en het in het geheel niet ingaan op het treffen van maatregelen om eventuele personele gevolgen te ondervangen. 50 JAR 2011/10 (IDT). 51 OK Amsterdam 21 april 2015, nr /01, JAR 2015/146 (Canon). 12

14 Het oordeel van de OK dat de ondernemer het besluit niet in redelijkheid heeft kunnen nemen is geen verrassing. Er is immers niet voldaan aan artikel 25 lid 3 WOR. Dit volgt bijvoorbeeld ook uit de Sappi-beschikking. 52 Ook al zijn de gevolgen op het moment van de adviesaanvraag nog onduidelijk, de ondernemer blijft gehouden zijn verplichting uit de WOR na te leven en een overzicht te verstrekken van de te verwachten personele gevolgen. In voornoemde procedure was tevens onduidelijkheid over de toepassing en de toepasselijkheid van het sociaal plan, die uiteindelijk mede tot het kennelijk onredelijk genomen besluit leidde. Het opmerkelijke aan de Canon-beschikking is de voorziening die de OK bij die uitspraak treft. De OK verbiedt de ondernemer het besluit uit te voeren, tenzij hij daarbij in de personele gevolgen voorziet overeenkomstig het Sociaal Plan van 27 september Hoewel de OK daarbij tevens opmerkt niet meer te willen toewijzen dan is verzocht en daardoor geen uitspraak wenst te doen over de toepasselijkheid en de betekenis van het Sociaal Plan wat past bij de marginale toets van de OK- legt de OK naar mijn mening enigszins wel een verplichting op dát specifieke Sociaal Plan toe te passen. Doet Canon dit immers niet dan kan de gehele geplande reorganisatie ook niet worden uitgevoerd. 53 De IBM-beschikking en de Canonbeschikking volgen beiden een geheel andere lijn, waarbij de OK in de Canonbeschikking zo ver gaat dat zelfs het Sociaal Plan min of meer verplicht wordt gesteld. In hoeverre op deze uitspraak een beroep kan worden gedaan in de toekomst zal ik in paragraaf 1.5 proberen toe te lichten Is er wel een eenduidige lijn? Uit voorgaande jurisprudentie is het lastig één lijn te trekken. Een volledig uitgewerkt en een in overeenstemming met vakorganisaties opgesteld sociaal plan, lijkt niet verplicht bij het verstrekken van een overzicht van de voorgenomen maatregelen voor de te verwachten gevolgen. Het ligt aan de omstandigheden waarin de reorganisatie zich bevindt in hoeverre de ondernemer verplicht is een (concept) sociaal plan op te stellen. Wordt er toegezegd dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen, dan kan de ondernemer soms aan het overleggen van een sociaal plan aan de ondernemingsraad onderuit komen. 54 Wel zal zo snel mogelijk een (financiële) regeling moeten worden getroffen, waarbij de werknemers in ieder geval tot die tijd van hun werk verzekerd zijn. Uit de Akzo Nobel-beschikking wordt duidelijk 52 OK Amsterdam 15 mei 2014, JAR 2014/159 (Sappi) (met noot van I. Zaal). 53 Natuurlijk kan de ondernemer het besluit wel doorvoeren zonder de uitspraak van de OK in acht te nemen. Dit levert dan echter wel een strafbaar feit op. Hier kom ik later nog op terug. 54 OK Amsterdam 24 februari 2012, JAR 2012/124 (Gemeente Leeuwarden). 13

15 dat de ondernemer ter terechtzitting alsnog aan zijn verplichting van artikel 25 lid 3 WOR kan voldoen door het overleggen van een met de vakbonden overeengekomen sociaal plan Inhoud en reikwijdte van het sociaal plan Stel nu dat een sociaal plan wel gewenst is door de rechter, welke voorzieningen moet de ondernemer dan ten minste hierin opnemen en hebben deze voorzieningen en een eventuele vertrekregeling alleen betrekking op de werknemers of strekt de reikwijdte van deze maatregelen verder? In het sociaal plan kunnen afspraken worden gemaakt over het aantal werknemers dat zal worden ontslagen, op welke wijze wordt vastgesteld wie in aanmerking komen voor de ontslagen en of een eventuele compensatie binnen het budget van de ondernemer past. De maatregelen en voorzieningen binnen een sociaal plan zullen afhangen van de reden van de reorganisatie. Als de reorganisatie plaatsvindt om meer omzet te genereren dan ligt het voor de hand dat de boventallig verklaarde werknemers een hoge compensatie krijgen en in staat worden gesteld een andere passende oplossing te vinden. Wankelt een organisatie op het randje van een financiële afgrond, dan zal waarschijnlijk de focus meer komen te liggen op de verplaatsing naar werk buiten de onderneming en niet zozeer op een financiële vertrekregeling. Aan de uitkomst van een overleg tussen de ondernemer en de vakbonden over de personele maatregelen is de ondernemingsraad in beginsel gebonden, indien de ondernemingsraad van te voren dit overleg aan de bonden heeft overgelaten. 55 Zijn er geen bezwaren aan de zijde van de vakbond, dan mag de ondernemer ervan uitgaan dat de maatregelen voldoende compensatie bieden aan de werknemers. 56 Over de inhoud van voornoemd overleg toetst de rechter in beginsel terughoudend zodat daarop geen beroep meer kan worden gedaan door de ondernemingsraad. 57 Volgt uit dit overleg tussen de vakbond en de ondernemer geen overeenstemming, dan pas is de ondernemingsraad weer aan zet. Dit is anders indien de ondernemer eenzijdig het sociaal plan heeft opgesteld, zo blijkt uit de Bolsius-beschikking. 58 De OK oordeelde in deze zaak dat de centrale ondernemingsraad (COR) zijn advies mede mag laten afhangen van (de inhoud) van de maatregelen (al of niet in de vorm van een Sociaal Plan) en dat de COR mag toetsen aan de redelijkheid van die maatregelen. De rechter benadrukte daarbij dat de ondernemer in beginsel de maatregelen niet in 55 OK Amsterdam 30 januari 1997, JAR 1997/39 (EBS). Zie in dit verband ook OK Amsterdam 1 november 2004, JAR 2005/8 (Tibbet & Britten) waarin de ondernemingsraad het tot stand komen van het sociaal plan niet tot zijn competentie rekende en de OK in dat geval oordeelde dat het besluit van de ondernemer niet kennelijk onredelijk kon zijn vanwege de inhoud van het sociaal plan. 56 OK Amsterdam 30 december 2008, ROR 2009/21, JAR 2009/71 (Albemarle) 57 OK Amsterdam 13 juli 1999, JAR 1999/ OK Amsterdam, 12 maart 2007, ROR 2007/20, RO 2007/45, JAR 2007/108 (Bolsius). 14

16 overeenstemming met de COR behoeft vast te stellen, maar dat het adviesrecht van de COR zich wel degelijk uitstrekt tot (de inhoud) van die maatregelen 59. De OK benadrukte in deze uitspraak het belang van het sociaal plan en overwoog in overweging 3.2: Een Sociaal Plan bevat immers bij uitstek de voorgenomen maatregelen naar aanleiding van de gevolgen van het voorgenomen besluit voor de in de onderneming werkzame personen, van welke maatregelen ingevolge artikel 25 lid 3 WOR aan de ondernemingsraad een overzicht moet worden verstrekt. De door de ondernemingsraad gewenste ruimere financiële compensatie in de eerder genoemde CBB-beschikking maakte echter niet dat het voorgenomen besluit op dat punt onduidelijk is 60. Al meen ik dat dit mede te maken heeft met het feit dat CBB zijn gehele bedrijfsvoering wilde sluiten en daardoor een hogere financiële compensatie niet kon bieden. In hoeverre kan de ondernemingsraad eigenlijk eisen stellen aan de inhoud van een sociaal plan? Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie blijkt dat het primaat voor de inhoud en het overleg met de ondernemer bij de vakbonden ligt. 61 Zoals ik al had aangegeven in paragraaf 1.4, was de wens van de wetgever wel dat de ondernemingsraad in de toekomst zou deelnemen aan het sociaal overleg. De ondernemingsraad heeft immers voelsprieten in de onderneming en kan haar kennis in dit overleg delen met de vakorganisaties. 62 Natuurlijk kan de ondernemingsraad ook op een andere wijze deze kennis delen. De adviesprocedure is bij uitstek de (wettelijke) manier om te laten zien wat de standpunten ten aanzien van de reorganisatie zijn. Niettemin draagt meer kennis en informatie vanuit de onderneming zelf bij (vanuit het oogpunt van de werknemers), aan de totstandkoming van een sociaal plan waar een ieder zich in kan vinden. Er zal in ieder geen schade worden aangericht wanneer er drie partijen aan de overlegtafel zullen plaatsnemen. In de Doornbos-uitspraak, een reorganisatie waarbij werkzaamheden van Zutphen naar Rotterdam werden verplaatst, overwoog de OK dat de reistijd van Zutphen naar Rotterdam voor sommige binnendienstmonteurs een te zware belasting kan zijn en derhalve een reden kan zijn niet over te gaan naar de vestiging in Rotterdam. In dit verband is het bezwaar van de ondernemer dat deze reden enkel in een arbeidsrechtelijk individueel geschil aan de orde zou komen, niet aanvaardbaar. 63 In het overzicht van de personele maatregelen moet de ondernemer niet enkel een algemeen kader schetsen van te verwachten 59 Zie JAR 2007/108 r.o OK Amsterdam 2 april 2014, JAR 2014/121 (CBB) (met noot I. Zaal) 61 Kamerstukken II , 13954, nr. 6, p en OK Amsterdam 31 maart 1994, NJ 1995/417 (ING). 62 Zie ook M. Breeveld, Aanschuiven bij het sociaalplanoverleg. De rol van de OR bij de totstandkoming van een sociaal plan, OR Rendement , p OK Amsterdam 16 juli 2004, JAR 2004/222 (Doornbos). 15

17 gevolgen, maar ook ten aanzien van individuele werknemers bekijken welke gevolgen de reorganisatie hen te wachten staat. In de Albemarle-beschikking was lettende op de voldoende vervatte procesbeschrijving, verhuiskostenregeling en bepalingen omtrent flexibele arbeidstijden, thuiswerken, reiskostenvergoeding en reistijdcompensatie in het concept sociaal plan voldoende om te spreken van een zorgvuldige belangenafweging. 64 Opmerkelijk in beide Total-uitspraken is dat de OK heeft overwogen dat niet alleen de belangen van de werknemers, maar ook die van hun gezinsleden in de besluitvorming van de ondernemer dienen te worden meegenomen. 65 De ondernemer moet derhalve niet alleen nadenken welke gevolgen de voorgenomen reorganisatie voor zijn werknemers meebrengt, ook die van hun gezinsleden moeten in de belangenafweging worden meegenomen. Zou het dan ook zover gaan dat een werknemer die tevens mantelverzorger is voor zijn of haar vader, buurvrouw of kennis ook de belangen van deze persoon moeten worden meegewogen? Helaas ben ik over dit onderwerp in de rechtspraak van de OK nog geen uitspraken tegengekomen. Ik kan mij voorstellen dat de OK de reikwijdte niet zo ver wil laten gaan dat er een hellend vlak ontstaat en het voor de ondernemer onmogelijk wordt gemaakt een reorganisatie door te voeren, doordat met dergelijke belangen rekening moet worden gehouden Conclusie Uit de rechtspraak volgt, anders dan uit de memorie van toelichting blijkt, dat de ondernemer vrij is in het inrichten van het overzicht met de personele gevolgen en de maatregelen die hij voor zijn werknemers gaat treffen. Het besluit wordt, op de IBM-beschikking na, kennelijk onredelijk geacht wanneer de ondernemer niet, ofwel onvoldoende, de personele gevolgen inzichtelijk maakt. Volgens Nekeman en Van Donselaar kan derhalve worden gesproken van een eenduidige lijn, te weten dat de ondernemer concreet moet ingaan op welke maatregelen hij neemt om de personele gevolgen van het voorgenomen besluit op te vangen, al dan niet in de vorm van een sociaal plan. Concluderend kan ik stellen dat een verplichting tot het opmaken van een sociaal plan niet bestaat en derhalve niet per definitie leidt tot een kennelijk onredelijk besluit 66. Uitzondering hierop is de Canon-zaak. Hoewel Canon in zijn geheel niet was ingegaan op de gevolgen en te nemen maatregelen voor de fase II 64 OK Amsterdam 30 december 2008, JAR 2009/71 (Albemarle). 65 OK Amsterdam 15 mei 1997, JAR 1997/140 (Total I) en OK Amsterdam 18 juni 1998, JAR 1998/150 (Total II). 66 Zie ook OK Amsterdam 18 juli 2005, JAR 2005/218 (Philips/semi-conductors) waarbij de OR onvoldoende kon aantonen dat het mislukken van onderhandelingen over het sociaal plan aan de ondernemer te wijten was. Tevens heeft de OR onvoldoende aangetoond waarom andere regelingen gunstiger waren dan de voorstelde RAP regeling. 16

18 werknemers, nam de OK zelf het hef in handen door het Sociaal Plan uit 2012 van overeenkomstige toepassing op fase II te verklaren. In hoeverre deze uitspraak de verplichting omtrent het opstellen van sociaal plan zal veranderen is nog maar de vraag. Mijns inziens zal deze uitkomst in de toekomst alleen kunnen volgen als de ondernemer in zijn geheel niet is ingegaan op de personele gevolgen en er wel al een sociaal plan voorhanden is. De ondernemer doet er in ieder geval goed aan een sociaal plan in overeenstemming met vakorganisaties op te stellen om zo een negatieve advisering aan de zijde van de ondernemingsraad te voorkomen. Uit voorgaande uitspraken blijkt tevens dat de OK niet snel zal oordelen dat een besluit kennelijk onredelijk is indien er een (concept) sociaal plan voorhanden is. 67 Een akkoord of een afspraak tussen de ondernemer en vakbonden neemt de rol van de ondernemingsraad niet weg. 68 De ondernemer dient nog steeds in zijn adviesaanvraag inzichtelijk te maken welke maatregelen hij zal treffen om eventueel gedwongen ontslagen te verzachten of te voorkomen. De maatregelen die bijvoorbeeld in het overzicht kunnen worden opgenomen zijn: afvloeiingsuitkeringen, (om)scholingsmaatregelen, herplaatsingsmaatregelen, verhuis- of reiskostenregelingen en eventuele pensioenschade opvangregelingen Sancties en te treffen voorzieningen Hoewel de ondernemingsraad geen rechtspersoonlijkheid bezit en evenmin een natuurlijk persoon is, volgt uit de jurisprudentie toch dat de ondernemingsraad een procesbevoegdheid heeft wanneer de wet deze bevoegdheid expliciet aan de ondernemingsraad toekent. 70 Op grond van de WOR is deze bevoegdheid aan de ondernemingsraad toegekend via artikel 26 en 36 WOR. De ondernemingsraad kan beroep instellen bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam tegen een besluit van de ondernemer indien dat besluit niet in overeenstemming is met zijn advies. 71 De ondernemingsraad heeft een maand de tijd ertegen in beroep te gaan alvorens het besluit van de ondernemer uitgevoerd mag worden. 72 Verstrekt de ondernemer in zijn geheel geen overzicht van de 67 Zie ook OK Amsterdam 26 juli 2011, JAR 2011/238 (Post NL) waarin in goed overleg met de ondernemingsraad en de vakbonden is getracht te streven naar het zo goed mogelijk opvangen van de personele gevolgen, waarbij tevens een Sociaal Plan in overeenstemming met de vakbonden is opgesteld en OK Amsterdam 12 februari 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:356, ARO 2015/97 waarin de OK overweegt dat het concept besluit met betrekking tot de personele gevolgen duidelijk was. Dat het Rijksbeleid na 1 januari 2016 nog niet duidelijk was, kon niet aan de ondernemer worden toegerekend. 68 OK Amsterdam 12 mei 2014, nr /01 RAR 2014/100 (Akzo Nobel). 69 Zie ook C.J. Herman de Groot, De gewenste gebondenheid van de werknemer en de rechter aan een Sociaal Plan, met OR en vakbonden overeengekomen, AR 1997/33, p HR 3 december 1993, NJ 1994, 375. Zie ook het artikel van C. Nekeman en S.J. Schijf, (Proces)bevoegdheden van de ondernemingsraad, ArbeidsRecht , nr. 5 p Artikel 26 WOR. 72 Artikel 25 lid 6 WOR. Zie bijvoorbeeld OK Amsterdam 31 juli 2013, JAR 2013/261, ARO 2013/142, JONDR 2013/929, RO 2013/77 (Stichting De Muzerie) waarin de ondernemingsraad 17

Scoren met medezeggenschap. 18 mei 2017 Joost van Mierlo

Scoren met medezeggenschap. 18 mei 2017 Joost van Mierlo Scoren met medezeggenschap 18 mei 2017 Joost van Mierlo De spelregels Onderwerpen: - inrichting medezeggenschap - artikel 24 WOR - artikel 25 WOR: - informatie en wezenlijke invloed - gefaseerde besluitvorming

Nadere informatie

Speler of bankzitter?

Speler of bankzitter? MR. RUDI VAN DER STEGE Een nadere beschouwing van de adviesrol van de ondernemingsraad over het sociaal plan of vergelijkbare regelingen Nr. 69 /december 2005 O & F 50 Inleiding Eén van de meest in het

Nadere informatie

Reorganisatieprocedure in een notendop

Reorganisatieprocedure in een notendop Reorganisatieprocedure in een notendop Typen reorganisaties Geen reorganisatie (type 1 en 2), voorbeelden: Kleine wijzigingen in de organisaties, zoals een individuele aanpassing van de functieomvang.

Nadere informatie

Casus 14 Argumenten op tafel!

Casus 14 Argumenten op tafel! Casus 14 Argumenten op tafel! Ondernemers proberen lastige besluiten op een gemakkelijke manier door de ondernemingsraad aanvaard te krijgen. Formuleer in algemene bewoordingen en vooral niet al te precies,

Nadere informatie

Organisatiewijziging. Wat betekent dit voor uw personeel? 22 november 2018 / Dymphy Schuurman & Sylvia Witkamp

Organisatiewijziging. Wat betekent dit voor uw personeel? 22 november 2018 / Dymphy Schuurman & Sylvia Witkamp Organisatiewijziging Wat betekent dit voor uw personeel? 22 november 2018 / Dymphy Schuurman & Sylvia Witkamp Programma Organisatiewijziging: - rol van de ondernemingsraad - rol van de vakorganisaties

Nadere informatie

Medezeggenschap: OR en de gefaseerde besluitvorming

Medezeggenschap: OR en de gefaseerde besluitvorming Medezeggenschap: OR en de gefaseerde besluitvorming Scriptie in het kader van de Master Arbeidsrecht bij de Universiteit van Amsterdam Andreea Bercu Studentnummer 10054359 Begeleider: dhr. prof. mr. J.M.

Nadere informatie

Reorganiseren doe je zo

Reorganiseren doe je zo Reorganiseren doe je zo mr. J.L. (Janka) Sintemaartensdijk 7 juni 2018 Uniface-beschikking (OK 10 oktober 2017) Overdracht aandelen Uniface (zeggenschap, art. 25 lid 1 sub a WOR) 26 April 2017: Signing

Nadere informatie

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft Reorganisatieprocedure TU Delft Inleiding De continuïteit van de bedrijfsvoering van de TU Delft wordt voor een niet onbelangrijk deel bepaald door de wendbaarheid en flexibiliteit van de organisatie.

Nadere informatie

OR dag toekomstige samenwerking in ziekenhuizen

OR dag toekomstige samenwerking in ziekenhuizen OR dag toekomstige samenwerking in ziekenhuizen Workshop 2 Suzanne Broens s.broens@sprengers.nl www.sprengersadvocaten.nl Donderdag 14 november 2013 OR en Professionalisering bij trajecten van samenwerking

Nadere informatie

Het adviesrecht van de or

Het adviesrecht van de or FNV Bondgenoten Het adviesrecht van de or Een korte toelichting Wat is het adviesrecht? Voor een aantal belangrijke besluiten op financieel-economisch en organisatorisch terrein is de ondernemer verplicht

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) SAMENVATTING 105501- Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) In een overlegvergadering met de deelraad van een nevenvestiging van de school,

Nadere informatie

Kennedy Van der Laan. Geachte heer, mevrouw,

Kennedy Van der Laan. Geachte heer, mevrouw, Memo Kennedy Van der Laan aan Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen van Chris Nekeman en Inge de Laat inzake NVZ / advies WOR datum 29 september 2014 referentie 15123/CNE/cza/ 1340988/0.6 Geachte heer,

Nadere informatie

Medezeggenschapsregelingen bij fusie en overname:

Medezeggenschapsregelingen bij fusie en overname: Medezeggenschapsregelingen bij fusie en overname: Advies- en beroepsrecht OR op grond van de WOR; SER-Fusiegedragsregels 2000; Besluit openbare biedingen (Bob). Adviesrecht OR ex artikel 25 WOR De OR heeft

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg

HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg INHOUDSOPGAVE Woord vooraf /V Lijst van afkortingen / XIII Inleiding /1 L.G. Verburg en R.M. Beltzer HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Actualiteiten Arbeidsrecht. mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012

Actualiteiten Arbeidsrecht. mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012 Actualiteiten Arbeidsrecht mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012 1 Actualiteiten arbeidsrecht Onderwerpen Wijziging Wet melding collectief ontslag (WMCO) Stand van zaken kennelijk onredelijk

Nadere informatie

Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels

Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels Veel ondernemers krijgen in verband met de wereldwijde economische crisis te maken met teruglopende omzetten en/of resultaten. Helaas

Nadere informatie

Informatievoorziening aan de ondernemingsraad bij overnames: onderschat het niet

Informatievoorziening aan de ondernemingsraad bij overnames: onderschat het niet Informatievoorziening aan de ondernemingsraad bij overnames: onderschat het niet Mr. P.A. van den Brink en mr. S.P. Kamerbeek Bij een overname van aandelen in een Nederlandse vennootschap waar een ondernemingsraad

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. heb ik aan uw Kamer toegezegd in een Algemeen Overleg op 24 september 2014.

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. heb ik aan uw Kamer toegezegd in een Algemeen Overleg op 24 september 2014. 33695 Faillissementsrecht Nr. 9 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 augustus 2015 Bijgaand bied ik u het onderzoek

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Maklu 7

Inhoudsopgave. Maklu 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Inhoudsopgave...7 Afkortingen...13 Hoofdstuk 1 Inleiding...15 1.1 Inleiding...15 1.2 Geschiedenis WOR...15 1.3 Spilbegrippen WOR... 17 1.3.1 Onderneming... 17 1.3.2 Ondernemer...

Nadere informatie

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid. óa REORGANISATIECODE peejs~!e~!sjea!un BEGRIPPENLIJST Werkgever: Beheerder: Eenheid: het College van Bestuur de decaan van een faculteit of de directeur van een dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit

Nadere informatie

OR en geheimhouding COMMISSIE BEVORDERING MEDEZEGGENSCHAP. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60 Postbus LK Den Haag

OR en geheimhouding COMMISSIE BEVORDERING MEDEZEGGENSCHAP. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60 Postbus LK Den Haag COMMISSIE BEVORDERING MEDEZEGGENSCHAP OR en geheimhouding SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag T 070 3499 499 E communicatie@ser.nl www.ser.nl Oktober 2014, Sociaal-Economische

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Rolnummer: RP98.041 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE EEN GESCHIL

Nadere informatie

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid. REORGANISATIECODE BEGRIPPENLIJST Werkgever: Beheerder: Eenheid: OPUT: Lokaal overleg: Universiteitsraad: het College van Bestuur de decaan van een faculteit of de directeur van een dienst. Bij een reorganisatie

Nadere informatie

Collectief ontslag, reorganisatie en sociaal plan

Collectief ontslag, reorganisatie en sociaal plan Collectief ontslag, reorganisatie en sociaal plan Direct aan de slag met stappenplannen, modellen, ontbindingsprocedures, bepalingen sociaal plan en WMCO Inhoudsopgave Inleiding 1. Collectief ontslag 2.

Nadere informatie

meest gestelde vragen over Collectief ontslag De Gier Stam &

meest gestelde vragen over Collectief ontslag De Gier Stam & meest gestelde vragen over Collectief ontslag De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Collectief Ontslag De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT

Nadere informatie

Leidraad organisatiewijzigingen en medezeggenschap 2010 Radboud Universiteit Nijmegen

Leidraad organisatiewijzigingen en medezeggenschap 2010 Radboud Universiteit Nijmegen Leidraad organisatiewijzigingen en medezeggenschap 2010 Radboud Universiteit Nijmegen Versie 28 januari 2010 1. Inleiding In september 2004 is de Leidraad organisatiewijzigingen bij de Radboud Universiteit

Nadere informatie

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ Vereniging voor Arbeidsrecht Bijeenkomst 22 mei 2014 René Hampsink & Marloes Diepenbach 1 Prak:jk behoe;e aan meer flexibiliteit Wijziging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:1049 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:1049 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2014:1049 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.130.537 OK Ondernemingsrecht

Nadere informatie

Leidraad Organisatiewijzigingen en Medezeggenschap Radboud Universiteit

Leidraad Organisatiewijzigingen en Medezeggenschap Radboud Universiteit Leidraad Organisatiewijzigingen en Medezeggenschap Radboud Universiteit overeengekomen tussen College van Bestuur, de Ondernemingsraad en de Centrales van Overheiden Onderwijspersoneel d.d. 29 juni 2015

Nadere informatie

OR-OPLEIDINGEN OPLEIDINGEN. 2Work Arbeidsjuristen is gespecialiseerd in het adviseren, procederen en opleiden in arbeidsrecht.

OR-OPLEIDINGEN OPLEIDINGEN. 2Work Arbeidsjuristen is gespecialiseerd in het adviseren, procederen en opleiden in arbeidsrecht. OR-OPLEIDINGEN INHOUDSOPGAVE 2WORK ARBEIDSJURISTEN 2Work Arbeidsjuristen Aanbod.. Opleidingen (vast programma) OR & de WOR.. OR & Arbeidsvoorwaarden. OR & Reorganiseren. Praktische informatie.. Kosten

Nadere informatie

De juridische haken en ogen aan de ondernemingsovereenkomst

De juridische haken en ogen aan de ondernemingsovereenkomst MEDEZEGGENSCHAPSRECHT De juridische haken en ogen aan de ondernemingsovereenkomst MR. A. BRIEJER In deze bijdrage wordt, mede aan de hand van jurisprudentie, bezien of het doel dat de wetgever met art.

Nadere informatie

Webinar Medezeggenschap 13 april 2015. Van Doorne Marjolijn Lips & Steven Sterk

Webinar Medezeggenschap 13 april 2015. Van Doorne Marjolijn Lips & Steven Sterk Webinar Medezeggenschap 13 april 2015 Van Doorne Marjolijn Lips & Steven Sterk Wanneer instellen OR? Artikel 2 WOR: Ondernemer Die een onderneming in stand houdt Met in de regel ten minste 50 werkzame

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:356 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:356 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2015:356 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 30-03-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.154.649/01 OK Ondernemingsrecht

Nadere informatie

"Succesvolle samenwerking met OR en vakorganisaties bij uitbesteding IT werkzaamheden C1000

Succesvolle samenwerking met OR en vakorganisaties bij uitbesteding IT werkzaamheden C1000 "Succesvolle samenwerking met OR en vakorganisaties bij uitbesteding IT werkzaamheden C1000 Nely van der Horst 3 november 2015 HR-ontbijtsessie "Succesvolle samenwerking met OR in uitbesteding" PON 1 Agenda

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Outsourcing en de rol van de OR en vakbonden. 3 november 2015 Cara Pronk

Outsourcing en de rol van de OR en vakbonden. 3 november 2015 Cara Pronk Outsourcing en de rol van de OR en vakbonden 3 november 2015 Cara Pronk Van Doorne 2 Van Doorne 3 Vragen die spelen bij outsourcing Stakeholders. Welke stakeholders zijn betrokken? Wat zijn hun rechten?

Nadere informatie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

College voor geschillen medezeggenschap defensie ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme

Nadere informatie

REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU. Preambule

REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU. Preambule REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU Preambule De regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen de Stichting PCOU biedt

Nadere informatie

Een nieuwe eigenaar? Fusie en overname. Medezeggenschap op koers Doorn, 2 november 2017 Joost van Mierlo, De Voort Advocaten I Mediators

Een nieuwe eigenaar? Fusie en overname. Medezeggenschap op koers Doorn, 2 november 2017 Joost van Mierlo, De Voort Advocaten I Mediators Een nieuwe eigenaar? Fusie en overname Medezeggenschap op koers Doorn, 2 november 2017 Joost van Mierlo, De Voort Advocaten I Mediators Onderwerpen 1. Fusie of overname? 2. Fasering besluitvorming 3. OK

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2013

Nieuwsbrief juli 2013 Nieuwsbrief juli 2013 Inhoud: Concurrentiebeding: geldigheid en uitleg Finale kwijting en fraude: valt het er wel of niet onder? Loonbetaling: wijzigen en stopzetten Oproepkrachten Wijziging Wet op de

Nadere informatie

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E.

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E. 103134 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil wijziging BBR en reorganisatie WO College van Bestuur en Universiteitsraad verschillen van mening over de vraag welke bevoegdheid de Universiteitsraad en de Dienstraad

Nadere informatie

or-opleidingen ADVIES EN OPLEIDINGEN IN ARBEIDSRECHT

or-opleidingen ADVIES EN OPLEIDINGEN IN ARBEIDSRECHT or-opleidingen ADVIES EN OPLEIDINGEN IN ARBEIDSRECHT INHOUDSOPGAVE 2Work Arbeidsjuristen Organisatie...1 Docenten...1 Aanbod Vast programma...2 Op maat...2 Extra s...2 Opleidingen (vast programma) OR &

Nadere informatie

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen. Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg

Nadere informatie

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK 108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:6635

ECLI:NL:RBMNE:2014:6635 ECLI:NL:RBMNE:2014:6635 Instantie Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 12-12-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 2898871 UE VERZ 14-187 k/4081 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-01 Datum : 14 augustus 2008 Partijen : de stichting , vertegenwoordigd door de directeur van regio ,

Nadere informatie

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbevelingen ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire

Nadere informatie

Het MZ Jaaroverzicht Tilburg, 14 december 2018 Dr. mr. Steven F.H. Jellinghaus Mr. drs. Els Huisman

Het MZ Jaaroverzicht Tilburg, 14 december 2018 Dr. mr. Steven F.H. Jellinghaus Mr. drs. Els Huisman Het MZ Jaaroverzicht 2018 Tilburg, 14 december 2018 Dr. mr. Steven F.H. Jellinghaus Mr. drs. Els Huisman Wat gaan we behandelen Terugblik: beloningsverhouding rechtspraak Vooruitblik (niet behandelen)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2525

ECLI:NL:RBDHA:2017:2525 ECLI:NL:RBDHA:2017:2525 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Zaaknummer 16_6475 Rechtsgebieden Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

Arbeidsvoorwaarden De OR als (goed) alternatief voor de vakbond?

Arbeidsvoorwaarden De OR als (goed) alternatief voor de vakbond? Arbeidsvoorwaarden De OR als (goed) alternatief voor de vakbond? mr. J.L. (Janka) Sintemaartensdijk 13 december 2018 1 2 Arbeidsvoorwaarden Primair, secundair of tertiair?? 3 1 Partijen Werkgevers Werknemers

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout 107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding

Nadere informatie

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten 107337 - Het bevoegd gezag heeft niet in redelijkheid in afwijking van het advies van de GMR tot zijn besluit over de directiestructuur kunnen komen omdat onvoldoende gewicht is toegekend aan het belang

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Voortgezet Onderwijs)

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Voortgezet Onderwijs) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Voortgezet Onderwijs) Concept ter bespreking : [10-01-2017] Vastgesteld door de Directie : [10-01-2017] Vastgesteld

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap

1. Inleiding. 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut. 3. Medezeggenschap Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Geldigheidsduur van het sociaal statuut 3. Medezeggenschap 4. Vakorganisaties en sociaal statuut 4.1 in welke gevallen moet er overleg met de vakorganisaties worden gevoerd?

Nadere informatie

or-opleidingen ADVIES EN OPLEIDINGEN IN ARBEIDSRECHT

or-opleidingen ADVIES EN OPLEIDINGEN IN ARBEIDSRECHT or-opleidingen ADVIES EN OPLEIDINGEN IN ARBEIDSRECHT INHOUDSOPGAVE 2Work Arbeidsjuristen Organisatie...1 Docenten...1 Aanbod Vast programma...2 Op maat...2 Extra s...2 Opleidingen (vast programma) OR &

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling ) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs ( Klokkenluidersregeling ) Preambule De regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 04-05 (geanonimiseerd) Datum : 5 juli 2004 Partijen : de cliëntenraad van te , vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure 1 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162, d.d. 6 juli 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. B.F. Keulen) Samenvatting Betalingsbeschermingsverzekering.

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling ) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Ons Middelbaar Onderwijs ( Klokkenluidersregeling ) pag. 1 van 8 Preambule Klokkenluidersregeling De regeling inzake het omgaan met

Nadere informatie

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College KLOKKENLUIDERSREGELING Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College Augustus 2015 INHOUD Inleiding Interne procedure voor het melden van een ernstige

Nadere informatie

OR & INTERNATIONALISERING. 26 januari 2018 dr. mr. Steven Jellinghaus en mr. Karen Maessen

OR & INTERNATIONALISERING. 26 januari 2018 dr. mr. Steven Jellinghaus en mr. Karen Maessen OR & INTERNATIONALISERING 26 januari 2018 dr. mr. Steven Jellinghaus en mr. Karen Maessen Programma Hoe ver reikt de WOR? Informatierecht Adviesrecht Instemmingsrecht EOR Territoriale werking WOR alleen

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand ( Klokkenluidersregeling PO )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand ( Klokkenluidersregeling PO ) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand ( Klokkenluidersregeling PO ) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Catent Artikel 1: Begripsbepalingen en Algemene

Nadere informatie

Reorganisatiecode Universiteit Leiden

Reorganisatiecode Universiteit Leiden Reorganisatiecode Universiteit Leiden 1. Voorbereidingsfase 2. Aankondiging 3. Uitwerkingsfase 4. Centraal overleg 5. Uitvoeringsfase 1. Voorbereidingsfase De voorgenomen reorganisatie wordt door de decentrale

Nadere informatie

Overzicht van de samenhang van rechten cliëntenraad ondernemingsraad

Overzicht van de samenhang van rechten cliëntenraad ondernemingsraad BORBOLETA BV advies en interim management training & mediation Overzicht van de samenhang van rechten cliëntenraad ondernemingsraad Een onderneming in de zorgsector heeft in het overleg over tal van zaken

Nadere informatie

Meerwaarde van medezeggenschap Rol en rechten tijdens marktwerking in de zorg. in de WOR of in de war

Meerwaarde van medezeggenschap Rol en rechten tijdens marktwerking in de zorg. in de WOR of in de war Meerwaarde van medezeggenschap Rol en rechten tijdens marktwerking in de zorg. in de WOR of in de war Marco Sikkel Doelstellingen training U bent bekend met de plaats van de OR in de onderneming. U kent

Nadere informatie

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland 1 Geanonimiseerde versie Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Nieuwsbrief oktober 2014: Overgang naar de werkkostenregeling

Nieuwsbrief oktober 2014: Overgang naar de werkkostenregeling Nieuwsbrief oktober 2014: Overgang naar de werkkostenregeling Werkgevers kunnen nu nog kiezen of ze gebruik willen maken van de werkkostenregeling. Vanaf 1 januari 2015 zijn alle werkgevers echter verplicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Berechja College.

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Berechja College. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Berechja College. De zogenaamde klokkenluidersregeling ontbreekt nog binnen het Berechja College. Centraal in de regeling staan

Nadere informatie

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling)

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs

Nadere informatie

Toetsing medezeggenschap door het UWV bij ontslag om bedrijfseconomische redenen: problematisch of niets aan de hand?

Toetsing medezeggenschap door het UWV bij ontslag om bedrijfseconomische redenen: problematisch of niets aan de hand? Toetsing medezeggenschap door het UWV bij ontslag om bedrijfseconomische redenen: problematisch of niets aan de hand? Naam: Max Versteege Studentnummer: 10074864 Mastertrack: Arbeidsrecht Datum: 29-7-2016

Nadere informatie

Actualiteiten Medezeggenschap

Actualiteiten Medezeggenschap #trainiac Actualiteiten Medezeggenschap 17 februari 2014, Den Haag Over Trainiac Training & Advies 2008 Maatwerk Onafhankelijk Specialisten in medezeggenschap Nieuws Facts Wijzigingen WOR: Geen kopie van

Nadere informatie

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO 106770-15.06 Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van de rooms-katholieke basisschool A te

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Reglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant

Reglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Reglement Cliëntenraad Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant 1 oktober 2011 Reglement Cliëntenraad van Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant stelt conform

Nadere informatie

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. bestuur: de natuurlijke persoon/personen of het orgaan

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum]

Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum] REGELING MELDEN VERMOEDEN VAN EEN MISSTAND Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum] Regeling melden vermoeden

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling SVOL

Klokkenluidersregeling SVOL Klokkenluidersregeling SVOL Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand Algemene toelichting De regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen de Stichting

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen ADVIES Rolnummer: LPL 98.040 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE

Nadere informatie

Onderwerpen adviesrecht

Onderwerpen adviesrecht Onderwerpen adviesrecht Artikel 25, eerste lid WOR geeft een limitatieve opsomming van de volgende veertien adviesplichtige onderwerpen: a) Overdracht van zeggenschap over de onderneming of een onderdeel

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling SG Spinoza. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand

Klokkenluidersregeling SG Spinoza. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand s c h o l e n g r o e p Klokkenluidersregeling SG Spinoza Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand Januari 2016 Preambule De klokkenluidersregeling 1 binnen Scholengroep Spinoza

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling/ Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Klokkenluidersregeling/ Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Klokkenluidersregeling/ Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Preambule De klokkenluidersregeling/ regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Vitus

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland Klokkenluidersregeling Versie 1 december 2016 NB met het verschijnen van een nieuwe klokkenluidersregeling komt de vorige te vervallen. Wil

Nadere informatie

De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012

De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012 De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012 mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, maart 2013 De praktijk van vóór 1 april 2013 laat zien, dat het in voorkomende gevallen voor een

Nadere informatie

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk:

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk: BESTUUR Hertog Aalbrechtweg 32-1823 DL ALKMAAR Postbus 9150-1800 GD ALKMAAR Telefoon: (072) 567 88 90 Fax: (072) 50 37 102 Email: j.g.goet@wnk.nl Website: www.wnk.nl Alkmaar, 13 september 2018 Onderwerp:

Nadere informatie

punt nadrukkelijke aandacht.

punt nadrukkelijke aandacht. punt nadrukkelijke aandacht. De zorgaanbieder heeft aangegeven de klachtenregeling over twee jaar te evalueren. De LCV beveelt in dit kader aan dat de zorgaanbieder bij de evaluatie van zijn klachtenregeling

Nadere informatie

KLOKKENLUIDERSREGELING. Versie 2

KLOKKENLUIDERSREGELING. Versie 2 KLOKKENLUIDERSREGELING Versie 2 Viverion vindt het belangrijk dat medewerkers op een adequate en veilige manier melding kunnen doen van eventuele vermoedens van misstanden binnen de organisatie. Daarom

Nadere informatie

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit November 2013, Buitenpost vastgesteld door (P)MR in februari 2014 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt

Nadere informatie