ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA met beperkt complementair retail programma

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA met beperkt complementair retail programma"

Transcriptie

1 ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA met beperkt complementair retail programma Kennisgeving Definitief IKEA Belgium nv Bene Property VOF Weiveldlaan Zaventem Grontmij Belgium NV Mechelen, december 2013

2

3 Verantwoording Titel : ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA met beperkt complementair retail programma Subtitel : Kennisgeving Projectnummer : 1900 Referentienummer : Revisie : 9 Datum : december 2013 Auteur(s) : Mer-deskundigen adres : Rik.Houthaeve@grontmij.be Gecontroleerd door : Paul Durinck Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Rik Houthaeve Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Belgium NV Stationsstraat 51 B-2800 Mechelen T F mechelen@grontmij.be Pagina 2 van 65

4

5 Inhoudsopgave Kaartenlijst... 5 Verklarende afkortingenlijst Inleiding Intentie Betekenis projectmer en terinzagelegging Milieueffectrapportage (m.e.r.) Algemeen M.e.r.-procedure Milieueffectrapport Initiatiefnemer Voorgesteld team van deskundigen Toetsing aan de project-m.e.r.-plicht Administratieve voorgeschiedenis Verdere procedures en besluitvorming Situering en verantwoording Situering Ruimtelijke situering projectgebied Juridische en beleidsmatige situering Verantwoording locatie Macroschaal Mesoschaal Microschaal Projectbeschrijving Bouwprogramma IKEA Complementair programma Alternatieve uitvoering van de opslagruimte Inrichtingsconcept Duurzaamheid Ontsluiting projectgebied Ontsluiting binnen het projectgebied Ontsluiting naar hogere wegennet Openingsuren Tewerkstelling Timing en fasering Aanlegfase Bemaling Grondverzet Afwatering Pagina 3 van 65

6 4 Niet weerhouden alternatieven Nulalternatief Locatiealternatieven Inrichtingsalternatieven Geplande ontwikkelingen Ontsluitingsstudie op- en afrittencomplexen E Ontsluiting Jessa Ziekenhuis Beschikbare informatie Methodologie Algemene methodologie projectniveau Ingreep-effectenschema Methodologie per discipline Mobiliteit Bodem Grondwater Oppervlaktewater Fauna en flora Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Methodologie mens - ruimtelijke aspecten Grensoverschrijdende effecten Voorstel inhoudstabel projectmer Bijlage Bijlage 2-1: Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Kaartenbundel Pagina 4 van 65

7 Kaartenlijst Kaart 1 Kaart 2 Kaart 3 Kaart 4 Kaart 5 Kaart 6 Kaart 7 Kaart 8 Kaart 9 Kaart 10 Kaart 11 Kaart 12 Kaart 13 Kaart 14 Kaart 15 Kaart 16 Topokaart mesoschaal Topokaart microschaal Orthofoto Stratenplan Gewestplan Bodemkaart OVAM Vlaamse hydrografische atlas VEN-gebieden SBZ-gebieden Biologische waarderingskaart Habitatkaart Landschapsatlas Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten en bouwkundig erfgoed Landbouwwaarderingskaart Herbevestigd agrarisch gebied Pagina 5 van 65

8

9 Verklarende afkortingenlijst BS DRO ENA GRUP KT MER m.e.r. MLT OV PRS RSG RSV RUP SBZ-H SBZ-V VHA VEN Belgisch staatsblad Decreet Ruimtelijke Ordening Economisch Albertkanaal Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Korte termijn Milieueffectenrapport Milieueffectrapportage Middellange termijn Openbaar vervoer Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Regionaal stedelijk gebied Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Ruimtelijk Uitvoeringsplan Speciale Beschermingszone Habitatrichtlijngebied Speciale Beschermingszone Vogelrichtlijngebied Vlaamse Hydrografische Atlas Vlaams Ecologisch Netwerk Pagina 6 van 65

10

11 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Intentie IKEA Belgium nv heeft de intentie om in Hasselt een nieuw IKEA-woonwarenhuis te openen en een beperkt complementair retail programma te realiseren. Dit woonwarenhuis heeft een ruimtelijke footprint van ongeveer m² en een brutovloeroppervlakte van ca m². Het complementaire retailprogramma heeft een brutovloeroppervlakte van ca m², met een netto commerciële vloeroppervlakte van m². 1.2 Betekenis projectmer en terinzagelegging Een projectmer wordt opgemaakt als document om bij een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning gevoegd te worden. In principe kan met een goedgekeurd MER een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend worden. De kennisgevingsfase met deze terinzagelegging is de eerste procedurele stap in de opmaak van het projectmer. In de kennisgeving zijn o.m. de voorgenomen activiteit, de aard, de ligging, doelstellingen en verantwoording van het project beschreven en zijn de coördinaten van de initiatiefnemer en namen van de uitvoerders van het projectmer vermeld. Ook geeft de initiatiefnemer hierin een overzicht van de juridische en beleidsmatige context en beschrijft hij de onderzochte alternatieven, bestaande en beoogde vergunningen en relevante gegevens uit vorige rapportages en goedgekeurde rapporten. Daarnaast beschrijft de initiatiefnemer de specifieke milieuaspecten die onderzocht en beschreven zullen worden in het MER, inclusief de verdere aanpak voor de bepaling en de beoordeling van deze aspecten. Ook worden de reeds gekende aandachtspunten en leemten in de kennis aangegeven. 1.3 Milieueffectrapportage (m.e.r.) Algemeen Milieueffectrapportage (kortweg m.e.r.) is een juridisch-administratieve procedure waarbij, voordat het project/plan plaatsvindt, de milieugevolgen worden bestudeerd, besproken en geëvalueerd. Via het milieuonderzoek wordt getracht om de voor het milieu mogelijk negatieve effecten in een vroeg stadium van de besluitvorming te kennen zodat ze kunnen worden voorkomen of gemilderd. Op die wijze kan het voorliggend project/plan worden bijgestuurd. Het projectmer wordt opgemaakt in functie van het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van een nieuw IKEA-woonwarenhuis te Hasselt en een beperkt complementair retail programma met een netto commerciële vloeroppervlakte van m² M.e.r.-procedure Het decreet betreffende milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18 december 2002 (het zogenaamde MER/VR-decreet, hierna het decreet genoemd) beschrijft de MER-procedure (BS 13 februari 2003). De MER-procedure is opgebouwd uit vier belangrijke stappen. Pagina 7 van 65

12 Inleiding Kennisgevingfase De initiatiefnemer controleert of het project moet worden onderworpen aan een milieueffectrapportage. De lijsten van m.e.r.-plichtige activiteiten zijn te vinden als bijlagen bij het uitvoeringsbesluit van 10 december 2004 (B.S. 17/02/2005). Als de voorgenomen activiteit MER-plichtig is, stelt de initiatiefnemer een team van deskundigen samen en wordt de kennisgeving opgemaakt. Na het opstellen van het kennisgevingdossier, dient de initiatiefnemer het dossier in bij de bevoegde overheid, namelijk de Dienst Mer, afdeling Milieu, Natuur- en Energiebeleid, van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE). Na het ontvangen van de kennisgeving onderzoekt de Dienst Mer of de kennisgeving volledig is en betekent deze beslissing binnen een termijn van 20 dagen na ontvangst van de kennisgeving. In de kennisgeving zijn o.m. de voorgenomen activiteit, de aard, de ligging, doelstellingen en verantwoording van het project beschreven en zijn de coördinaten van de initiatiefnemer en namen van de uitvoerders van het milieueffectrapport vermeld. Ook geeft de initiatiefnemer hierin een overzicht van de juridische en beleidsmatige context en beschrijft hij de onderzochte alternatieven, bestaande en beoogde vergunningen en relevante gegevens uit vorige rapportages en goedgekeurde rapporten. Daarnaast beschrijft de initiatiefnemer de specifieke milieuaspecten die onderzocht en beschreven zullen worden in het MER, inclusief de verdere aanpak voor de bepaling en de beoordeling van deze aspecten. Ook worden de reeds gekende moeilijkheden en leemten in de kennis aangegeven. Richtlijnenfase Binnen 10 dagen na ontvangst van de volledigverklaring van de kennisgeving zorgt de initiatiefnemer voor de bekendmaking en terinzagelegging van de kennisgeving. De initiatiefnemer bezorgt een afschrift van de kennisgeving aan de betrokken gemeentebesturen en de door de Vlaamse regering aangewezen administraties. Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente, waar het project gepland is, legt deze kennisgeving binnen de 10 dagen na ontvangst ter inzage. Op deze kennisgeving kunnen de burgers reageren. Binnen de 30 dagen na aanvang van de terinzagelegging bezorgt het college de bij hen binnengekomen reacties van inwoners en eigen opmerkingen aan de Dienst Mer. Nadat de kennisgeving volledig verklaard wordt door de Dienst Mer, wordt deze ter inzage gelegd voor de inwoners van de betrokken gemeenten en de betrokken administraties. Door de terinzagelegging worden de inwoners van de stad Hasselt op de hoogte gesteld van de voorgenomen activiteit en de mogelijke gevolgen op de omgeving. Tevens biedt deze terinzagelegging de inwoners en betrokken administraties de mogelijkheid om concrete, zinvolle reacties uit te lokken. Dit kunnen opmerkingen zijn over de vorm en presentatie van het MER maar ook inhoudelijke opmerkingen zoals opmerkingen over het voorgenomen project zelf, over de alternatieven, over de beschrijving van de bestaande toestand, milieueffecten en milderende maatregelen, over de opvolging en evaluatie van de effecten, over de leemten in de kennis,. De terinzagelegging is geen openbaar onderzoek waarbij bezwaarschriften kunnen ingediend worden. Bezwaarschriften kunnen enkel ingediend worden tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd zal worden naar aanleiding van de vergunningsaanvraag. Dit is dus tijdens de latere besluitvormingsprocedure en niet gedurende de m.e.r.-procedure. Het milieueffectrapport is bij een dergelijk openbaar onderzoek overigens bruikbaar als instrument om bezwaarschriften te onderbouwen maar ook een basis om ze te weerleggen. Meer informatie is beschikbaar in een folder die de Dienst Mer daarover heeft opgesteld. Deze folder vindt u op de webstek of bij de milieuambtenaar van uw gemeente. De folder kan u ook aanvragen via mer@vlaanderen.be. Op basis van inspraakreacties van de inwoners en reacties van de aangeschreven administraties en openbare besturen en na een informele vergadering met de initiatienemer, de erkende deskundigen en de administraties stellen de medewerkers van de Dienst Mer richtlijnen op die de initiatiefnemer moet volgen bij het opstellen van het milieueffectrapport. De Dienst Mer bundelt de zinvolle reacties op de kennisgeving en neemt een beslissing over de inhoud van het milieueffectrapport, de inhoudelijke aanpak, de methodologie van de rapportage en over de opstellers van het milieueffectrapport. De Dienst Mer betekent deze richtlijnen binnen de 70 dagen na volledigverklaring van de kennisgeving aan de initiatiefnemer, de Pagina 8 van 65

13 Inleiding betrokken overheden, administraties en het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeentebesturen. Deze richtlijnen zijn een openbaar document en elke burger kan ze bij de milieuambtenaar van zijn gemeente opvragen. Deze richtlijnen zijn beschikbaar op de webstek Uitvoeringsfase Tijdens de uitvoeringsfase stelt het team van erkende deskundigen het MER op onder leiding van een MER-coördinator. Meestal wordt er tussentijds een ontwerp-mer opgesteld dat informeel wordt besproken door de initiatiefnemer, het team van deskundigen, de Dienst Mer en aangeschreven administraties en openbare besturen. Beoordelingsfase Na indiening van het MER bij de Dienst Mer controleert deze of het MER beantwoordt aan de inhoudelijke vereisten van de richtlijnen, opgemaakt werd volgens de in de kennisgevingnota voorgestelde methodiek en of de opmerkingen die geformuleerd werden tijdens de ontwerptekstbespreking werden verwerkt. Daarna keurt de Dienst Mer het MER goed of af en stelt ze een goedkeurings- of afkeuringverslag op. Deze goed- of afkeuring wordt binnen een termijn van 40 dagen na het indienen betekend aan de initiatiefnemer, de betrokken overheden, administraties, de MER-coördinator en het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeentebesturen. Een goedgekeurd MER maakt deel uit van de vergunningsaanvraag en is een openbaar document. Schema 1-1 geeft een overzicht van de projectmer-procedure. Schema 1-1: Overzicht van de projectmer-procedure Pagina 9 van 65

14 Inleiding 1.4 Milieueffectrapport Initiatiefnemer IKEA Belgium nv Bene Property VOF Weiveldlaan Zaventem Voorgesteld team van deskundigen Interne deskundigen Koenraad Van Nieuwenburg, Property Manager Lorenzo De Lannoy, Real Estate & Development Manager Externe deskundigen Erkend deskundige Erkenningsnummer Erkend tot Coördinator Rik Houthaeve Fauna en flora Paul Durinck MER/EDA/579-V1 Onbepaalde duur Mens Ruimtelijke aspecten en mobiliteit Rik Houthaeve MER/EDA-520-V3 Onbepaalde duur Bodem (pedologie) en grondwater Sofie Heirman MER/EDA/656/A 9 oktober 2015 Oppervlaktewater Sofie Heirman MER/EDA/656/B 9 oktober 2015 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Paul Durinck MER/EDA/579-V1 Onbepaalde duur Rik Houthaeve MER/EDA-520-V3 Onbepaalde duur Daarnaast werken ook Soetkin Verryt (coördinatie en discipline mens en landschap), Charlotte Verlinden (medewerking coördinatie, landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en mens - ruimtelijke aspecten), Soetkin Verryt (medewerking coördinatie, landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en mens - ruimtelijke aspecten), Jort Kerremans (mobiliteit) en Arne Maes (bodem, grond- en oppervlaktewater) mee aan het MER Toetsing aan de project-m.e.r.-plicht Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage bepaalt in bijlage I de categorieën van projecten die overeenkomstig artikel 4.3.2, 1 van het decreet aan de projectm.e.r. worden onderworpen en waarvoor een projectmer moet worden opgesteld. In Bijlage II van bovenvermeld besluit worden de categorieën van projecten bepaald die aan een projectm.e.r. moeten worden onderworpen, maar waarvoor de initiatiefnemer een gemotiveerd verzoek tot ontheffing kan indienen. De project-m.e.r.-plicht geldt onder meer voor volgende projecten (Bijlage II, categorie 10b): Stadsontwikkelingsprojecten met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen Met betrekking tot de bouw van of meer woongelegenheden, of Met een bruto-vloeroppervlakte van m² handelsruimte of meer, of Met een verkeersgenererende werking van pieken van of meer persoonsequivalenten per tijdsblok van 2 uur. De totale bruto-vloeroppervlakte omvat ca m² (² voor het IKEA-woonwarenhuis en ca m² (waarvan m²netto verkoopsoppervlakte) voor het aansluitende complementaire programma waardoor de Bijlage II, categorie 10b van toepassing is. Niettegenstaande de Pagina 10 van 65

15 Inleiding opmaak van een ontheffingsdossier tot de mogelijkheden behoort, kiest de initiatiefnemer ervoor om geen ontheffing maar een volwaardig projectmer op te maken Administratieve voorgeschiedenis Hasselt-Genk is in het RSV geselecteerd als regionaalstedelijk gebied. De opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) voor de afbakening van dit kleinstedelijk gebied Hasselt-Genk is vereist. In 1999 werden de eerste initiatieven in de opmaak van het GRUP genomen. Omdat echter geen duidelijke consensus kon worden gevonden tussen de betrokken partners werd het proces tijdelijk stilgelegd in In 2009 werd het overleg met de betrokken gemeenten en de provincie Limburg en andere actoren terug opgestart. In juni 2010 werd door Ruimte Vlaanderen een afbakeningsvoorstel van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk uitgewerkt. Dit voorstel van afbakening voorziet in de ruimtelijke vertaling van het stedelijk gebiedbeleid en omvat bestemmingswijzigingen op het vlak van wonen, werken en handel, stedelijke open ruimte functies, toeristisch recreatieve functies en stedelijke ontsluitingsinfrastructuur. In het kader van het op te maken GRUP werd een planmer opgestart waarin het voorstel van afbakening en de verschillende deelgebieden die opgenomen werden binnen dit afbakeningsvoorstel onderworpen werden aan een milieuonderzoek. In een afzonderlijk proces werd een onderzoek gevoerd naar de potentiële locaties voor een nieuw IKEA-woonwarenhuis met bijhorend complementair programma te Hasselt. Deze grootschalige activiteit wordt bij voorkeur opgenomen binnen regionaalstedelijke gebieden. Na bilateraal overleg tussen de betrokken partijen werd beslist om het noodzakelijke milieuonderzoek in functie van een mogelijke locatie voor een grootschalige detailhandelszaak te integreren binnen het reeds opgestarte planmer voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Hasselt-Genk. Het planmer Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk werd goedgekeurd op 3 juli De plenaire vergadering van het GRUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt- Genk vond plaats op 4 juli Het GRUP werd voorlopig vastgesteld door de Vlaamse Regering op 6 december Verdere procedures en besluitvorming Parallel aan het projectmer wordt een MOBER opgemaakt dat als bijlage aan het projectmer zal worden toegevoegd. Eens het projectmer is goedgekeurd, kunnen de benodigde vergunningen worden aangevraagd. De vergunningsaanvragen worden ingediend bij de stad Hasselt. In het kader van de vergunningsaanvraag is eveneens een openbaar onderzoek voorzien. Gedurende 30 dagen kan iedereen zijn bezwaren of opmerkingen formuleren. Deze worden gericht naar het college van burgemeester en schepenen. De vergunningverlenende overheid moet zich daarna uitspreken over elk van de ingediende bezwaren en opmerkingen. Deze uitspraak moet voldoende gemotiveerd zijn. Uiteindelijk wordt er een beslissing genomen met betrekking tot de vergunningsaanvraag. Bij deze beslissing dient een watertoets uitgevoerd te worden. Hiervoor worden in het projectmer de nodige elementen aangereikt. Pagina 11 van 65

16

17 Situering en verantwoording 2 Situering en verantwoording 2.1 Situering Ruimtelijke situering projectgebied Het projectgebied situeert zich op het grondgebied van de stad Hasselt en is ruimtelijk gesitueerd ten zuidwesten van het op- en afrittencomplex 28 Hasselt-Zuid en ten westen van de N722/N80. In onderstaande figuur wordt het projectgebied ruimtelijk gesitueerd op macro-, meso- en microschaal. Figuur 2-1: Ruimtelijke situering van het projectgebied Juridische en beleidsmatige situering In Bijlage 2-1 worden de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden opgelijst met de bespreking van de relevantie. Hierbij wordt aangegeven of het element onderzoekssturend (o), dan wel procedurebepalend (p) is. De bespreking van deze randvoorwaarden komt bij de uitwerking van het MER verder aan bod bij de disciplines waar deze op van toepassing zijn. Het gebied van het project is in het gewestplan bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De Vlaamse overheid heeft het voornemen om deze zone te herbestemmen in het kader van de gewenste stedelijke ontwikkelingsprogramma s voor het stedelijk gebied Pagina 12 van 65

18 Situering en verantwoording Hasselt-Genk (afbakening van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen). Opmerking - Verwijzing naar een decreet of besluit houdt impliciet een verwijzing in naar eventuele latere wijzigingen hieraan. - Verwijzing naar een decreet houdt impliciet en voor zover niet reeds vermeld een verwijzing in naar de onderliggende uitvoeringsbesluiten 2.2 Verantwoording locatie Macroschaal Een van de uitgangspunten voor de inplanting van een IKEA-woonwarenhuis is dat IKEA zich dicht bij de klant wil vestigen, teneinde de verplaatsingstijd van en naar het woonwarenhuis tot een minimum te beperken. Het marktgebied met het grootste marktaandeel situeert zich in de zone met een maximale reistijd tot 20 minuten. In onderstaande figuur worden de bestaande IKEA-woonwarenhuizen in België en deze van Heerlen (Nederland) gesitueerd. Figuur 2-2: Situering van IKEA-woonwarenhuizen Rekening houdend met de in Vlaanderen reeds aanwezige IKEA-woonwarenhuizen, toont marktanalyse aan dat er specifiek in de provincie Limburg nog potentieel is voor een nieuw IKEA-woonwarenhuis. Conform de principes van het RSV, dient dergelijk programma gerealiseerd te worden binnen een stedelijk gebied. De aard van het voorgestelde programma laat echter niet toe dit te realiseren in het stedelijk kerngebied Mesoschaal In de onmiddellijke omgeving van het regionaalstedelijk gebied situeren zich de IKEAwoonwarenhuizen van Heerlen (Nederland), Hognoul (provincie Luik), Wilrijk (provincie Antwerpen) en Zaventem (provincie Vlaams-Brabant). Rekening houdend met de gekende marktevoluties zijn de woonwarenhuizen Heerlen en Hognoul binnen enkele jaren te klein om aan de commerciële doelstellingen te voldoen. Deze woonwarenhuizen zijn dus in hun groei Pagina 13 van 65

19 Situering en verantwoording beperkt. Uitbreidingsmogelijkheden van deze bestaande woonwarenhuizen, met behoud van het huidige klantencomfort, zijn niet mogelijk. IKEA beoogt bijgevolg de realisatie van een nieuw woonwarenhuis in Limburg, die complementair is aan de woonwarenhuizen te Wilrijk, Zaventem, Hognoul en Heerlen. Belangrijke randvoorwaarde voor de toekomstige locatie, is dat het nieuw aan te boren marktgebied minimaal interfereert met het reeds aangesneden marktgebied van de omringende IKEA-woonwarenhuizen. Met andere woorden: het is de bedoeling om het bestaande klantenbestand meer comfort te bieden en het klantenpotentieel uit te breiden. Rekening houdend met bovenstaande argumenten wordt geopteerd voor een nieuw IKEA-woonwarenhuis op het grondgebied van Hasselt. Concreet kan dit als volgt verantwoord worden: Vanuit commercieel standpunt opteert IKEA bij de locatiekeuze van een nieuwe woonwarenhuis om het nieuwe marktgebied te maximaliseren en zich dicht bij de klanten te vestigen, met andere woorden: IKEA opteert voor een woonwarenhuis dat centraal gelegen is tussen de reeds bestaande woonwarenhuizen waarbij het marktgebied van het nieuw woonwarenhuis zo weinig mogelijk interfereert met deze van de bestaande woonwarenhuizen. Indien een nieuw woonwarenhuis te Genk wordt gerealiseerd, dan overlapt het beoogde marktgebied deels met deze van het woonwarenhuis van Heerlen. Hasselt heeft 15% meer inwoners dan Genk, waardoor binnen de optimale reistijd tot 20min een groter marktgebied bereikt kan worden Microschaal Specifiek voor de nieuwe locatie toont een interne rendementsanalyse aan dat het type woonwarenhuis in Limburg een standaard IKEA-woonwarenhuis betreft. IKEA hanteert vaste randvoorwaarden voor de verschillende types van woonwarenhuizen bij het zoeken naar een potentiële locatie. Deze randvoorwaarden resulteren enerzijds vanuit de benodigde ruimteinname afhankelijk van het type woonwarenhuis en anderzijds vanuit het wereldwijde concept van IKEA dat aangehouden wordt in het kader van herkenbaarheid en uniformiteit tussen alle IKEA-woonwarenhuizen. Concreet voor de vooropgestelde grote standaardwinkel te Hasselt gelden volgende randvoorwaarden: Rekening houdend met een vooropgesteld aantal bezoekers op jaarbasis van ca en ca.800 uitgaande voertuigen /uur op piekmomenten is volgende ruimte noodzakelijk Pagina 14 van 65

20 Situering en verantwoording o Het IKEA-woonwarenhuis heeft een footprint van ca m² o Benodigd aantal parkeerplaatsen: parkeerplaatsen o Wegenisinfrastructuur op en rond de parking (incl. laad -en losruimte achteraan het woonwarenhuis) o Specifiek voor de site te Hasselt wordt een gebied gezocht waar naast het IKEAwoonwarenhuis ook ruimte is voor de realisatie van een bijkomende complementair programma van m² nettoverkoopsoppervlakte. Ook voor dit complementaire programma moeten de nodige parkeerplaatsen voorzien worden, nl. 200 parkeerplaatsen. Rekening houdend met de benodigde ruimte voor buffervoorzieningen, wateropvang e.d. wordt in zijn totaliteit wordt dan ook een locatie van ca m² (15ha) gezocht. De IKEA-site dient vlot ontsloten te worden door één of meerdere hoofdinvalswegen zodat het lokale wegennet niet onnodig belast wordt. Het algemeen concept van IKEA stelt een zichtlocatie voorop waarbij de winkelingang en de parking zichtbaar zijn vanop de hoofdinvalswegen. De IKEA-totem maakt eveneens deel uit van het algemeen concept inzake herkenbaarheid. Figuur 2-3: Algemeen IKEA-concept het woonwarenhuis moet op maaiveldniveau gerealiseerd worden met realisatie van de benodigde parkeerplaatsen vóór de winkel. Er werden verschillende potentiële locaties onderzocht. Op basis van bovenstaande randvoorwaarden werd de site ter hoogte van het op- en afrittencomplex 28 weerhouden. Voor een overzicht van de niet weerhouden locaties wordt verwezen naar hoofdstuk 4. Pagina 15 van 65

21 Projectbeschrijving 3 Projectbeschrijving 3.1 Bouwprogramma Het volledige project omvat de realisatie van enerzijds een nieuw IKEA-woonwarenhuis en anderzijds een beperkt complementair retail programma. Dit woonwarenhuis heeft een ruimtelijke footprint van ongeveer m² en een brutovloeroppervlakte van ca m². Het complementaire retailprogramma heeft een brutovloeroppervlakte van ca m², met een netto commerciële vloeroppervlakte van m² IKEA Het gebouw van het nieuwe IKEA-woonwarenhuis heeft een footprint van ca m². De winkel wordt op maaiveld gerealiseerd en omvat twee bouwlagen met een totale hoogte van ca. 14m. De bruto-vloeroppervlakte (bvo) bedraagt ca m². Er worden parkeerplaatsen voorzien. Deze situeren zich op maaiveldniveau vóór de winkel. IKEA bekijkt momenteel de mogelijkheden om een glasshouse te voorzien. Dit omvat een glazen constructie aan de zijkant van het gebouw dat enerzijds een blikvanger moet vormen van buitenaf en dat anderzijds moet toelaten om bijkomende lichtinval in het gebouw te realiseren. De inrichting van een glasshouse is dus optioneel en is mee geïntegreerd in de totale bruto-vloeroppervlakte Pagina 16 van 65

22 Projectbeschrijving Zoals reeds gesteld vormt een zichtlocatie één van de vereisten voor het nieuwe IKEAwoonwarenhuis. Naast de herkenbare gevelaanzichten wordt de herkenbaarheid eveneens bewerkstelligd door de 35m hoge IKEA-totem Complementair programma Samen met het nieuwe IKEA-woonwarenhuis wordt een beperkt complementair programma voorzien. Dit programma omvat retail die complementair is aan de activiteiten van IKEA. Dit complementaire programma wordt gerealiseerd in één entiteit met een netto commerciële vloeroppervlakte van 5.000m² (ca m² bruto-vloeroppervlakte). Er worden afzonderlijk 200 parkeerplaatsen voorzien Alternatieve uitvoering van de opslagruimte IKEA onderzoekt de mogelijkheid om een silo te integreren in het woonwarenhuis. De silo maakt deel uit van de opslagruimte. Een deel van de traditionele opslag blijft bestaan in de Zelfbediening naast de silo. Een silo levert aanzienlijk hogere opslagcapaciteit op een beperkte ruimte dan een standaard magazijn oplossing. De zogenaamde silo is de ruimte waar een deel van de stock van het IKEA woonwarenhuis wordt opgeslagen. In tegenstelling tot de bestaande woonwarenhuizen, waar de stock manueel beheerd wordt, is de silo een volledig geautomatiseerd hoogbouwmagazijn. De vorm en hoogte komen voort uit het gewenste ergonomische/efficiënte stockbeheer. In het alternatief met de silo is de ruimtelijke footprint van het gebouw gereduceerd en is de hoogte tot 25 m toegenomen. Pagina 17 van 65

23 Projectbeschrijving Inrichtingsconcept In volgende figuur 3-1 wordt het inrichtingsconcept van het projectgebied weergegeven. Er wordt een invulling gegeven aan: het hoofdvolume IKEA met parkeerplaatsen het nevenvolume van het complementair programma met 200 parkeerplaatsen interne wegen- en ontsluitingsinfrastructuur minimum 15m brede groenbuffer aan de west- en zuidkant van het projectgebied. bufferruimte Bij het inrichtingsconcept wordt maximaal rekening gehouden met de milderende maatregelen uit het planmer Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Zo wordt de bestaande historische kasteeldreef, de Runksterdreef, behouden en geïntegreerd in het concept. Het IKEA-woonwarenhuis wordt omgeven door de Biezenstraat in het westen en de Wurfeldstraat in het noorden. De historische kasteeldreef (Runksterdreef) begrenst de IKEAsite in het zuiden. Het complementaire programma wordt voorzien ten zuiden van de historische kasteeldreef, de Runksterdreef. Pagina 18 van 65

24 Projectbeschrijving Duurzaamheid IKEA stelt een duurzaam beleid voorop. Deze duurzaamheid heeft zowel betrekking op energiebeleid, afvalverwerking, als op de relatie met de omgeving. Zo wordt ernaar gestreefd een winkel te bouwen die onafhankelijk is van fossiele brandstoffen en in zijn eigen energievoorziening verzorgt. Hierbij wordt per site onder andere de mogelijkheid tot alternatieve energie-opwekking nader onderzocht. Tevens wordt de energiebehoefte tot een minimum herleid door het optimaliseren van isolatiediktes, aandacht voor de luchtdichtheid van de gebouwschil, toepassen van free-cooling, warmtekrachtkoppeling, LED-verlichting, recuperatie regenwater,. De energiebehoefte wordt permanent opgevolgd door een gebouwbeheersysteem en op regelmatige basis geanalyseerd en waar nodig bijgestuurd. Wat afvalverwerking betreft, hanteert IKEA een doorgedreven sortering zowel tijdens werffase als in een operationele winkel. Hierbij heeft IKEA als uitgangspunt een maximum aan afval te kunnen recycleren in andere toepassingen. Met betrekking tot de relatie met de omgeving, wordt het gebruik van openbaar vervoer en fiets gepromoot en wordt er de nodige aandacht besteed aan een natuurlijke integratie met de omgeving. Pagina 19 van 65

25 Projectbeschrijving Pagina 20 van 65 Figuur 3-1: Inrichtingsconcept van het projectgebied

26 Projectbeschrijving 3.2 Ontsluiting projectgebied Ontsluiting binnen het projectgebied Binnen het projectgebied dient nieuwe wegenis aangelegd te worden om de ontsluiting van IKEA en de ontsluiting van het complementaire programma mogelijk te maken. Het totale projectgebied wordt ontsloten via een nieuwe verbinding naar de N8O. Deze infrastructuur die wordt gerealiseerd door AWV Limburg en de stad Hasselt, ligt buiten het projectgebied maar is wel essentieel voor de ontsluiting. De site zal aansluiten op een nieuwe rotonde/ovonde, ten oosten van de site. De rotonde/ovonde verschaft toegang tot 1. de parking IKEA: een rechtstreeks inrit tot de bezoekersparking IKEA wordt voorzien. 2. de parking van het complementaire programma: om de parking van het complementaire programma te bereiken dient de Runksterdreef gedwarst te worden. 3. Toeleveringszone evenwijdig aan de autostrade met verbinding naar de achterzijde van het IKEA-woonwarenhuis. Deze toeleveringszone kan beschouwd worden als een interne ontsluitingsweg. Parallel aan de Wurfeldstraat wordt een nieuwe ontsluitingweg aangelegd. Vrachtverkeer voor toelevering dient ook van deze ontsluitingsweg gebruik te maken om de toeleveringszone aan de achterzijde van IKEA te bereiken. De rotonde/ovondo staat in verbinding met de Biezenstraat of een nieuwe weg in de omgeving van de Biezenstraat. De Biezenstraat of een nieuwe weg in de omgeving van de Biezenstraat werd in het kader van de herinrichting van de ontsluiting van dit deel van het stedelijk gebied Hasselt-Genk (N80 en omgeving) door het Agentschap Wegen en Verkeer en de stad Hasselt voorgesteld als omgeving waar een ontsluitingsweg kan voorzien worden. In het MER zal vanuit milieuoogpunt een beoordeling en afweging gemaakt worden van deze ontsluitingsalternatieven. De Runksterdreef, die de scheiding vormt tussen IKEA en het complementaire programma, kan mogelijk fungeren als voetgangers- en fietsas Ontsluiting naar hogere wegennet Het projectgebied wordt naar het hogere wegennet ontsloten via de Biezenstraat of een weg in de omgeving van de Biezenstraat die op zijn beurt aantakt op de N80 Sint-Truidersteenweg. Voor de uitwerking van deze ontsluiting kan verwezen worden naar de initiatieven die het Agentschap Wegen en Verkeer en de stad Hasselt voorbereiden. Bij de milieubeoordeling zal rekening gehouden worden met de ontsluitingsmaatregelen die door deze instanties worden uitgewerkt. In opdracht van AWV loopt momenteel de studie Optimalisering op- en afritten E313 te Hasselt. De opdracht omvat de volledige studie van de optimalisering van de op- en afrittencomplexen 27, 27bis, 28 en 29 van de E313 te Hasselt. De wegvakken van de E313, N2, N20, N80 in de nabijheid van de op- en afrittencomplexen maken deel uit van het beoogde studiegebied. De opdracht omvat tevens de volledige studie van de herinrichting van het wegvak van de N80; vanaf het kruispunt met de R71 tot en met het kruispunt met de N722 - kruispunten met R71, op- en afritten E313, N722, Biezenstraat, Trekschurenstraat inbegrepen. Rekening houdend met de verzadigingsverschijnselen van het complex 28 (Hasselt-Zuid) en de daaraan gekoppelde doorstromingsproblemen op de N80 en de N71 wordt een herinrichting van dit op- en afrittencomplex vooropgesteld waarbij reeds rekening gehouden wordt met de Pagina 21 van 65

27 Projectbeschrijving toekomstige ontwikkelingen waaronder het IKEA-woonwarenhuis met beperkt complementair retail programma, 40ha bijkomende regionale bedrijvigheid en de ontsluiting van het Jessa ziekenhuis) en de overige in de afbakening van het stedelijk gebied voorziene programma s (zoals de realisatie van woonuitbreidingsgebieden, zie ook hoofdstuk 5 Geplande ontwikkelingen). De milieubeoordeling van het project, in het bijzonder de mobiliteitsaspecten, zal rekening houden met de ingrepen die volgens de studie, en door AWV en de stad Hasselt, voorzien worden, als ook met de fasering van deze uitwerking. Het projectmer zal, ook vanuit de MOBER die in opmaak is, inzicht verschaffen in de naar milieuoogpunt (nodige maatregelen voor een) aanvaardbare ontsluiting van de projectsite. Bij de milieubeoordeling zal het ook een aandachtspunt zijn om de onderdoorgang van de Biezenstraat en de E313 te evalueren: behouden of (gedeeltelijk) afsluiten voor gemotoriseerd verkeer om sluikverkeer te vermijden. 3.3 Openingsuren De openingsuren van het IKEA-filiaal zijn als volgt: Maandag tot en met donderdag: 10u 20u Vrijdag: 10u 21u Zaterdag: 9u 20u De winkel is gesloten op zondag, met uitzondering van toegestane zondagsopeningen (10u 18u) 3.4 Tewerkstelling In totaliteit zullen ca. 300 mensen tewerkgesteld worden. Bijkomend wordt extra tewerkstelling gerealiseerd voor externe firma s die instaan voor onderhoud, schoonmaak, beveiliging, De tewerkstelling verloopt op basis van verschillende contracten van bv. 36u/week, 32u/week, 30u/week, 27u/week, 20 u/week, 18u/week en 8u/week, zodat hier inzake tijdstip geen sprake is van klassieke shiften in het woon-werkverkeer. 3.5 Timing en fasering Het projectvoorstel voorziet in de realisatie in één aaneengesloten fase van het integrale project, zijnde het IKEA-woonwarenhuis en het complementair programma. Volgende timing wordt vooropgesteld: voorbereiding tot het bekomen van de nodige vergunningen: juni 2013 september 2014 bouwfase: september juli 2015 opening winkels: juli Aanlegfase Bemaling In het kader van de brandveiligheid worden evacuatietunnels onder het IKEA filiaal voorzien. Rekening houdend met de grondwaterstand ter hoogte van het projectgebied kan bemaling noodzakelijk zijn. Bij de verdere uitwerking van het projectmer zal nagegaan worden hoe diep deze evacuatietunnels komen te liggen en hoe groot de eventuele grondwaterstandverlaging bedraagt Grondverzet Het volume grondverzet is tijdens de opmaak van de kennisgeving nog niet eenduidig gekend. Dit zal verder verduidelijkt wordt bij de opmaak van het projectmer. Pagina 22 van 65

28 Projectbeschrijving Afwatering Vooropgesteld wordt om het hemelwater afkomstig van de gebouwen op te vangen in een bufferbekken. De overstort van dit bufferbekken wordt aangesloten op het rioleringssysteem. De parking wordt verhard aangelegd. In het kader van de afwatering wordt de parking aangelegd met een hellingsgraad van 2%. Pagina 23 van 65

29 Niet weerhouden alternatieven 4 Niet weerhouden alternatieven 4.1 Nulalternatief Het nulalternatief dit wil zeggen het behoud van de huidige toestand is geen wenselijk alternatief, aangezien dit niet strookt met de ontwikkelingsvisie die IKEA vooropstelt. Het nulalternatief wordt dan ook niet weerhouden als volwaardig alternatief. Het nulalternatief wordt echter wel als scenario meegenomen binnen de beschrijving van de referentiesituatie. Hierbij wordt de toekomstige situatie in beeld gebracht als gevolg van beslist beleid gecombineerd met het niet realiseren van het voorliggend project. 4.2 Locatiealternatieven In het planmer Afbakening van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk werden negen bijkomende potentiële locatiealternatieven voor het vooropgestelde programma onderzocht, Deze locaties werden echter niet weerhouden omdat ze niet voldeden aan volgende vooropgestelde randvoorwaarden. - Rekening houdend met de geplande activiteiten dient de locatie deel uit te maken van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk, conform de bepalingen van het RSV; - De vereiste ruimte om een nieuw IKEA-woonwarenhuis in combinatie met een ondersteunend en/of complementair programma mogelijk te maken is ca. 15 ha; - Het gebied dient makkelijk ontsluitbaar te zijn naar het hogere wegennet. De verkeersgeneratie mag daarenboven niet afgewikkeld worden via het lokale wegennet. - De maatschappelijke impact dient tot een minimum herleid te worden. - Rekening houdend met het algemeen concept van IKEA wordt een zichtlocatie vooropgesteld langsheen de E 313 op het grondgebied van Hasselt; In het planmer werd vervolgens één zone weerhouden voor verder milieuonderzoek. Op basis van ontwerpend onderzoek werd de afbakening van deze zone verder verfijnd. Mede op basis van de resultaten van bovenvermeld planmer werd in het voorontwerp van het gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk (zoals voorgelegd aan de plenaire vergadering op 4 juli 2013) deze locatie aangeduid om te worden bestendigd als kleinhandelszone. Het projectgebied van voorliggend dossier situeert zich binnen deze kleinhandelszone. Doordat de locatie in het GRUP wordt bestendigd, worden in voorliggend projectmer dan ook geen bijkomende locatiealternatieven onderzocht. 4.3 Inrichtingsalternatieven Het uitgewerkte inrichtingsvoorstel houdt rekening met de milderende maatregelen die in het planmer Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk werden opgenomen. Er worden hier dan ook geen inrichtingsalternatieven onderzocht. Op vlak van ontsluiting is gekozen om kort aan te sluiten op de bestaande infrastructuur van het hogere wegennet. Er is vanuit dit uitgangspunt van zuinig ruimtegebruik en maximale bundeling van infrastructuur geen redelijk andere alternatief dan de ontsluiting van het terrein te voorzien via of aansluitend bij de Biezenstraat. Het project-mer brengt de effecten voor de Biezenstraat en omgeving in beoordeling en kan maatregelen aangeven voor een goede uitwerking van deze ontsluiting. In die zin kan hier gesproken worden over mogelijke nog verder uit te werken inrichtingsalternatieven voor deze lokale ontsluitingweg.. Pagina 24 van 65

30

31 Geplande ontwikkelingen 5 Geplande ontwikkelingen 5.1 Ontsluitingsstudie op- en afrittencomplexen E313 Door het Agentschap Wegen en Verkeer werd een studie opgestart in functie van het optimaliseren van de op- en afrittencomplexen 27, 27bis, 28 en 29 van de E313 te Hasselt. De studie is reeds besproken op de Gemeentelijke Begeleidingscommissie. Voorgesteld werd om op termijn het op- en afrittencomplex Hasselt Zuid als volgt her in te richten: Figuur 5-1:Schematische voorstelling maatregelen ter hoogte van het op- en afrittencomplex 28 Pagina 25 van 65

32 Geplande ontwikkelingen 5.2 Ontsluiting Jessa Ziekenhuis Het ziekenhuis Jessa is op heden te bereiken via de R71/Grote Ring. Het ziekenhuis voorziet een groei op lange termijn. Er wordt dan ook gezocht naar een mogelijke ontsluiting via de E313, alsook de N80/Sint-Truidersteenweg en de N20/Luikersteenweg. Dit ontsluitingsonderzoek wordt eveneens meegenomen in de ontsluitingsstudie van de op- en afrittencomplexen E313. Pagina 26 van 65

33 Beschikbare informatie 6 Beschikbare informatie Optimalisering op- en afritten E313 te Hasselt in opdracht van AWV Limburg. Grontmij PlanMER Afbakening regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk in opdracht van Ruimte Vlaanderen. Grontmij De milieueffecten van voorliggend project werden in bovenvermelde studie onderzocht op planniveau. In dit onderzoek werden bijgevolg dan ook de disciplines lucht en geluid en trillingen onderzocht. Bij de beoordeling van beide disciplines werd, met betrekking tot de verkeersgeneratie, uitgegaan van een scenario, waarbij zowel het IKEA-woonwarenhuis als het beperkte complementair retail programma werden meegenomen. In het plan-mer (blz ) werd uitgegaan van specifieke te verwachten verkeersgeneratie (verplaatsingen, uitgedrukt in motervoertuigeenheden). Voor het programma van het woonwarenhuis en complementaire retailwinkels werd uitgegaan van verplaatsingen per dag, met een intensiteit van 50 in de ochtendspits en 660 in de avondspits. In het plan-mer werd nog uitgegaan van de optie voor een regionaal bedrijventerrein ten zuiden van de Ikea-site. Hiervoor werden verplaatsingen ingeschat, met een intensiteit van 259 in de ochtendspits en 300 in de avondspits. Het regionaal bedrijventerrein werd evenwel niet opgenomen in het voorlopig vastgesteld GRUP. In volgende paragrafen worden kort de resultaten uit het planmer voor de disciplines lucht en geluid en trillingen beschreven Conclusies met betrekking tot de discipline lucht: De bijdrage aan de jaargemiddelde concentraties voor NO2 ter hoogte van de geselecteerde receptoren langs de E313 wordt als beperkt tot verwaarloosbaar beoordeeld; De bijdrage aan de jaargemiddelde concentraties voor PM10 ter hoogte van de geselecteerde receptoren langs de E313 wordt als verwaarloosbaar beoordeeld; De bijdrage aan de jaargemiddelde concentraties voor PM2,5 ter hoogte van de geselecteerde receptoren langs de E313 wordt als verwaarloosbaar beoordeeld; De bijdrage aan de luchtverontreiniging richting Hasselt en Sint-Truiden voor NO 2, PM10 en PM2,5 wordt als verwaarloosbaar beoordeeld. Conclusies met betrekking tot de discipline geluid en trillingen: Effect van verkeer gegenereerd door plan op het omgevingsgeluid N80: Toename verkeer 50 % - stijging omgevingsgeluid met 2 tot 3 db(a); voor al de geplande ontwikkelingen, R71 en E313: toename wegverkeersgeluid met 2 à 3 db(a); Deze toename in omgevingsgeluid wordt als matig negatief beoordeeld. Effect van de activiteiten op omgevingsgeluid Rekening houdend met de afstand tot de woningen en het feit dat het omgevingsgeluid op heden gedomineerd wordt door de aanwezigheid van de E313 wordt het effect op het omgevingsgeluid ten gevolge van de geplande ontwikkelingen als verwaarloosbaar beoordeeld. Binnen de discipline Mens zal wel de plaatselijke situatie beoordeeld worden, bijvoorbeeld effecten op de leefbaarheid woningen ter hoogte van de Biezenstraat ten gevolge van een daar gelegen ontsluitingsweg naar de projectsite. Pagina 27 van 65

34

35 Methodologie 7 Methodologie 7.1 Algemene methodologie projectniveau Disciplines In het planmer Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt Genk werd de vooropgestelde ontwikkeling van voorliggend projectgebied (meer bepaald planelement 26-1) op milieueffecten onderzocht. Bij de milieubeoordeling in het projectmer zal dan ook maximaal gesteund worden op dit reeds gevoerde milieuonderzoek in het planmer. Volgende disciplines worden door een erkend MER-deskundige behandeld: - mobiliteit; - bodem; - grondwater; - oppervlaktewater; - fauna en flora; - landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie; - mens - ruimtelijke aspecten. Specifiek voor de disciplines geluid en lucht wordt gesteld dat bijkomend onderzoek op projectniveau niet tot nieuwe resultaten en inzichten zal leiden. Beide disciplines worden dan ook niet behandeld door een erkend MER-deskundige, maar zullen door de coördinator worden uitgewerkt, op basis van de gegevens (bv. geluidsmetingen) en effectenonderzoek in het planmer Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Voor beide disciplines wordt dan ook uitgegaan van een synthese van het milieuonderzoek uit bovenvermeld planmer en wordt geen bijkomend onderzoek gevoerd. Er wordt voor beide disciplines dan ook geen methodologie gegeven. De MER-coördinator zal er tevens over waken dat ook de aspecten mens-toxicologie, licht en grondstoffenvoorraad in voldoende mate aan bod komen. Deze aspecten zullen behandeld worden in de respectievelijke disciplines Mens ruimtelijke aspecten en bodem. Indeling per discipline De bespreking per milieudiscipline verloopt volgens een vaste indeling per discipline, met name: - Afbakening studiegebied - Referentiesituatie Huidige situatie Geïntegreerd ontwikkelingsscenario 1 - Beschrijving en beoordeling milieueffecten Tov huidige situatie Tov geïntegreerd ontwikkelingsscenario - Milderende maatregelen - Synthese - Leemten in de kennis - Voorstellen voor postmonitoring en postevaluatie 1 Geïntegreerd ontwikkelingsscenario: de ontwikkelingen die zich in het project- en studiegebied zouden voordoen onafhankelijk van de realisatie van het project. Deze worden aangegeven in hoofdstuk 5. Pagina 28 van 65

36 Methodologie Afbakening studiegebied Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het projectgebied en het studiegebied. - Het projectgebied is het gebied waarbinnen het IKEA-woonwarenhuis en het beperkt complementair retail programma voorzien worden. - Het studiegebied is ruimer en omvat het volledige gebied tot waar de milieueffecten van de vooropgestelde ingrepen zich (kunnen) voordoen. Het studiegebied is afhankelijk van de beschouwde discipline en wordt voor elke discipline afzonderlijk bepaald. Beschrijving referentiesituatie - Huidige situatie: Voor rapportage over de referentiesituatie worden de elementen samengebracht uit het voorbereidend onderzoek aangevuld met informatie uit andere studies en informatie verzameld tijdens een terreinbezoek. De beschrijving spitst zich toe op de elementen die relevant zijn voor de effectbeoordeling op projectniveau. - Geïntegreerd ontwikkelingsscenario: Het geïntegreerd ontwikkelingsscenario komt in het MER inherent aan bod als de toekomstige situatie die zich ongeacht (de impact van) het project zal voordoen. (zie bespreking geplande ontwikkelingen in Hoofdstuk 5) Effectvoorspelling en beoordeling De methodologie wordt verderop voor elke milieudiscipline onder de respectievelijke hoofdstukken verder toegelicht. Belangrijk is dat de onderbouwing van de resultaten transparant is. Dit betekent dat de toetsingscriteria duidelijk gedefinieerd zijn en dat de evaluatie van de effecten gebaseerd is op een duidelijk omschreven waardering. Bij de effectvoorspelling en beoordeling wordt gesteund op de studies die reeds zijn opgemaakt in het kader van het voorliggend project (bv. planmer afbakening van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk). Hierop wordt verder gebouwd bij de inschatting van de effecten in het MER. Hierbij worden de effecten zowel ten opzichte van de huidige situatie als ten opzichte van het ontwikkelingsscenario bepaald. De beoordeling van de milieueffecten gebeurt systematisch (aan elk effect wordt een significantie-oordeel toegekend), onderbouwd (aan de hand van meer specifieke criteria per discipline/effectgroep) en op een uniforme wijze. Volgende terminologie en codering wordt gebruikt in de significantiebepaling: - Zeer significant negatief (---); - Significant negatief (--); - Matig negatief (-); - Verwaarloosbaar of geen effect (0); - Matig positief (+); - Significant positief (++); - Zeer significant positief (+++); Per discipline worden de beoordelingscriteria aangegeven en wordt telkens zo goed mogelijk de significantie gemotiveerd. Deze motivering is waar mogelijk kwantitatief onderbouwd. Voor de meest cruciale disciplines/effectgroepen wordt reeds in deze kennisgeving een voorstel van significantiekader gegeven. Deze zullen in het kader van het projectmer mogelijk nog aangepast en verfijnd worden. Milderende maatregelen Het luik milderende maatregelen omvat een opgave van alle relevante maatregelen ter voorkoming of ter vermindering van negatieve effecten en ter bevordering van positieve effecten. IN het projectmer zal, indien nodig, een onderscheid gemaakt worden tussen dwingende maatregelen (maatregelen die in het verdere vergunningstraject vertaald moeten worden) en aanbevelingen (optionele maatregelen die bijdragen tot het reduceren van de negatieve milieueffecten of tot het opwaarden van positieve milieueffecten). Synthese In de eindsynthese per discipline worden als besluit van de milieueffectbeoordeling de effecten per effectgroep in tabelvorm samengevat evenals de significantie van de effecten en de mogelijke impact van milderende maatregelen. Pagina 29 van 65

37 Methodologie Leemten in de kennis Per discipline wordt aangegeven welke de leemten in de kennis zijn waarmee de deskundigen worden geconfronteerd. Deze leemten worden ingedeeld volgens: - Leemten met betrekking tot het project (bijvoorbeeld onduidelijke of onvoldoende gegevens inzake de projectkenmerken). - Leemten met betrekking tot de inventaris (bijvoorbeeld ontbrekende informatie inzake omgevingskenmerken). - Leemten met betrekking tot de methode en het inzicht (bijvoorbeeld onvoldoende kennis in dosis-effectrelaties). 7.2 Ingreep-effectenschema Hoofdingrepen Directe effecten Indirecte effecten AANLEGFASE Voorbereiding: afbakenen werkstrook verwijderen vegetatie Geluid: verhoogde emissies Lucht: toename atmosferische emissies, stof Rustverstoring mens en fauna Habitatverlies fauna verwijderen constructies Fauna en flora: verstoring, direct Belevingswaarde, aantasting ecotoopverlies erfgoedwaarden Landschap: beïnvloeding structuur, Invloed verkeersveiligheid, perceptie en erfgoed bereikbaarheid, Mens: inname ruimte, hinder (bvb. geluid, werfverkeer), wijziging belevingswaarde Vergraving Lucht: toename stofemissies Geluid: verhoogde emissies Bodem: structuurwijziging, beïnvloeding bodemprofiel Beïnvloeding water/luchthuishouding Grondwater: wijziging grondwaterhuishouding Verdroging Indirect ecotoop/habitatverlies Fauna en flora: direct ecotoopverlies door ruimtebeslag, barrièrewerking Ruimtelijke effecten (bereikbaarheidsproblemen, fauna en versnippering ecotopen, ) auditieve en visuele verstoring fauna Landschap: beïnvloeding erfgoed en archeologie Mens: hinder (bvb. geluid, stof, werfverkeer) Calamiteiten: aanvoer (afvoer) van verontreinigd materiaal beïnvloeding bodem- en grond- of oppervlaktewaterkwaliteit Tijdelijk ruimtebeslag: werforganisatie Geluid: verhoogde emissies Bodem: optreden bodemcompactie Rustverstoring mens en fauna, aantasting belevingswaarde tijdelijke opslag gronden, Oppervlaktewater: wijziging structuurkwaliteit Beïnvloeding afbraakmaterialen Fauna en flora: direct ecotoopverlies, water/luchthuishouding Wijziging standplaatskenmerken verstoring, versnippering en en ecotoop- en habitatverlies barrièrewerking fauna Landschap: beïnvloeding landschapsstructuur Ruimtelijke effecten (inname Mens: hinder werfverkeer, invloed op grond, verkeersveiligheid, toename bereikbaarheidsproblemen, ) verkeersintensiteit Calamiteiten: beïnvloeding bodem- en grond- of oppervlaktewaterkwaliteit Pagina 30 van 65

38 Methodologie Hoofdingrepen Directe effecten Indirecte effecten Definitief ruimtebeslag Fauna en flora: direct ecotoop- en Impact op leefbaarheid habitatverlies, versnippering en populaties barrièrewerking Landschap: beïnvloeding Verandering belevingswaarde landschapsstructuur, erfgoed- en belevingswaarde Mens: inname ruimte, wijziging belevingswaarde Beweging van voertuigen, Geluid: toename geluids- en Rustverstoring mens en fauna, inzetten machines trillingsniveau Lucht: toename atmosferische emissies Bodem: bodemcompactie Aantasting belevingswaarde en landschapsperceptie Wijziging standplaatskenmerken Mens: verkeershinder en veiligheid Constructie nieuwe Geluid: toename geluids- en Rustverstoring mens en fauna infrastructuur inbreng vreemde materialen in bodem trillingsniveau Lucht: toename emissies Bodem: profielwijziging, bodemzetting, Beïnvloeding beleving landschap uitvoeren verhardingswerken Grondwater: wijziging infiltratie Verdroging realiseren wegdek, (grondwaterhuishouding en -stroming) door toename verharding Oppervlaktewater: wijziging Effecten op structuurkenmerken ontvangend waterlichaam afstromingsregime (kwantiteit), wijziging kwaliteit Habitatverlies Fauna en flora: barrièrewerking, verstoring, ecotoopverlies Landschap: beïnvloeding landschapsstructuur, erfgoed- en belevingswaarde (Geo)hydrografische ingrepen Grondwater: potentiële daling Beïnvloeding grondwatertafel door eventuele levensgemeenschappen, bemaling,wijziging grondwater-stroming door ondergrondse constructies (bv. ecotoopwijziging Lokale verdroging, evacuatietunnels), standplaatswijziging, Oppervlaktewater: beïnvloeding ecotopwijziging drainage, afvoer run-off, Afwerking (signalisatie, Geluid: afname hinder Beïnvloeding ontwikkeling bermen, ) Bodem: bodemstructuur door ecotopen (bvb. vergraving natuurverbindingselementen, Fauna en flora: ecotoopcreatie en - inrichting langsgrachten en ontwikkeling Landschap: beïnvloeding structuur, bufferzones, ) Verstoring fauna door verlichting beleving en perceptie Mens: inname ruimte, beïnvloeding (lichtpollutie) Landschap: beïnvloeding samenhang (inrichting restgronden), beleving verlichting (lichtpollutie), Beïnvloeding belevingswaarde, verkeersveiligheid GEBRUIKSFASE Aanwezigheid en gebruik Geluid: lokaal verhoogd Verstoring mens en fauna gebruik infrastructuur beweging voertuigen geluidsimmissieniveau Lucht: lokale toename atmosferische globale gewijzigde emissies, elders afname verkeersafwikkeling Grondwater: verminderde infiltratie Beïnvloeding regenwater levensgemeenschappen Oppervlaktewater: verhoogde afvoer Impact op leefbaarheid regenwater beïnvloeding kwaliteit populaties en habitatverlies oppervlaktewater én beïnvloeding Pagina 31 van 65

39 Methodologie Hoofdingrepen Directe effecten Indirecte effecten waterbeheersing Fauna en flora: barrièrewerking en Aantasting belevingswaarde en erfgoedlandschappen verstoring fauna Landschap: permanente impact op landschap (structuur, perceptie, erfgoed) Mens: impact op bovenlokale en lokale verdeling verkeersstromen, verkeersveiligheid mens en fauna (aanrijdingen), hinder (geluid, lucht, licht, wateroverlast, ) Accidentele situaties Bodem-, grondwater- en Standplaatswijziging door oppervlaktewaterverontreiniging verontreiniging, effecten op Mens: veiligheid vegetatie en fauna Onderhoud (strooizouten, Bodem: kwaliteit bermbeheer, groenonderhoud, Oppervlaktewater: impact kwaliteit ) Fauna en flora: ecotoopwijziging, (rust)verstoring fauna Landschap: beïnvloeding structuur en perceptie Landschap: belevingswaarde beïnvloeding Pagina 32 van 65

40 7.3 Methodologie per discipline Mobiliteit Methodologie Afbakening studiegebied Het studiegebied omvat minimaal de Biezenstraat, de Oude Truierbaan, de N772/Sint-Truidersteenweg, de N80/Expressweg in de onmiddellijke omgeving van het projectgebied en de E313 in de onmiddellijke omgeving van het projectgebied, nl. ter hoogte van knooppunt 28 Hasselt-Zuid, met inbegrip van die wegen waar ten gevolge van de realisatie van het project (significante) effecten op het vlak van verkeer verwacht worden. Verkeersprodctie en -attractie De data voor de berekening van de verkeersproductie en -attractie werden reeds aangenomen in het plan-mer. De duiding van deze gegevens wordt nogmaals opgenomen in de uitwerking van het project-mer. Beschrijving referentiesituatie Te beschrijven elementen Relevante informatiebronnen Beschrijving en beoordeling milieueffecten Algemene opmerking Wijziging verkeersintensiteit en doorstroming Wijziging verkeersveiligheid Wijziging verkeersleefbaarheid De huidige verkeerssituatie op macro-, meso- en microniveau De huidige verkeersinfrastructuur en de categorisering van de wegen Huidige verkeersstromen (verkeersintensiteit en doorstroming) op de N80/Expressweg en op de kruisende wegen voor de verschillende vervoersmodi Verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid Hierbij wordt zowel het auto- en vrachtverkeer, het openbaar vervoer en het langzaam verkeer (voetgangers, fietsers) aan bod. Bestaande verkeerstellingen Ontsluitingsstudie op- en afrittencomplexen E313 Mobiliteitsplan en ruimtelijke structuurplan Hasselt Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk In het kader van het op te maken projectmer wordt een MOBER opgemaakt. Dit MOBER zal fungeren als de noodzakelijke bespreking van de discipline mobiliteit en zal als bijlage aan het projectmer toegevoegd worden. De bespreking van de discipline mobiliteit zal zich dan ook beperken tot een synthese van het MOBER. In dit MOBER worden zullen volgende scenario s besproken worden realisatie van het IKEA-woonwarenhuis met een beperkt complementair retail programma,;. realisatie van het IKEA-woonwarenhuis met een beperkt complementair retail programma en de geplande toekomstige ontwikkelingen (zoals de relevante programma s voorzien in het kader van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied (zie ontwikkelingsscenario hoofdstuk 5) De wijziging van de verkeersintensiteiten en de verkeersdoorstroming t.g.v. de realisatie van het geplande programma rekening houdend met de -maatregelen die voortvloeien uit de ontsluitingsstudie op- en afrittencomplexen E313. De wijziging aan de verkeersintensiteiten op het wegennet wordt beoordeeld, rekening houdend met de wegencategorisering van het omliggende wegennet. De effecten inzake verkeersveiligheid betreffen wijzigingen in het optreden van het risico op ongevallen. Specifieke aandacht gaat naar de wijzigingen in verkeersveiligheid als gevolg van de verwachte verkeerstoename, rekening houdend met de realisatie van de maatregelen/ingrepen uit de ontsluitingsstudie op- en afrittencomplexen E313. Bijzondere aandacht hierbij gaat uit naar de veiligheid van het langzaam verkeer. Verkeersleefbaarheid kan beschreven in termen van wijzigingen in het optreden van sluikverkeer, wijzigingen van de intensiteiten op het lokaal wegennet, wijzigingen in oversteekbaarheid voor zwakke weggebruikers, Het aspect hinder wordt beoordeeld in de discipline mens ruimtelijke aspecten en komt in de discipline mobiliteit niet verder aan bod. Ook het aspect parkeerdruk komt hierbij aan bod. Hierbij wordt het voorziene aantal parkeerplaatsen binnen het projectgebied afgewogen ten opzichte van het benodigd aantal parkeerplaatsen tijdens piekmomenten zodat nagegaan kan worden of er voldoende parkeercapaciteit voorzien wordt binnen het projectgebied zelf. Pagina 33 van 65

41 Methodologie Bereikbaarheid Onder bereikbaarheid wordt de externe bereikbaarheid begrepen. Binnen deze effectengroep wordt nagegaan in welke mate het project een goede bereikbaarheid heeft voor enerzijds het gemotoriseerd verkeer, waaronder ook het openbaar vervoer en anderzijds voor het langzaam verkeer, zijnde fietsers en voetgangers. Bereikbaarheid van de in het projectgebied verschillende functies wordt besproken bij de discipline mens ruimtelijke aspecten. Effectgroep verkeersdoorstroming De bespreking van de verkeersdoorstroming wordt uitgewerkt op basis van de intensiteit-capaciteitsverhouding (I/Cratio). In het kader van dit project worden drie I/C-klassen gehanteerd: - I/C-ratio kleiner dan 0,80: vlotte doorstroming is mogelijk; - I/C-ratio tussen 0,80 en 0,95: doorstroming wordt gehinderd; - I/C-ratio hoger dan 0,95: structurele verkeersproblemen met filevorming. Significantiekader verkeersdoorstroming I/C-ratio onder 0,80 of daling met meer dan 50% Zeer significant positief +++ I/C-ratio onder 0,80 Significant positief ++ I/C-ratio onder 0,95-0,80 en daling 5 à 15% Matig positief + I/C-ratio onder 0,80 en wijziging tussen -5 en + 5% Verwaarloosbaar 0 I/C-ratio onder 0,80 en stijging 5 à 15% Matig negatief - I/C-ratio onder 0,80 en stijging 15 à 40% OF I/C-ratio 0, Significant negatief -- I/C-ratio van meer dan 0,95% OF Stijging I/C-ratio met meer dan 40% Zeer significant negatief --- Verkeersveiligheid Significantie Zeer significante afname van het risico op ongevallen op 1 locatie of significante afname van het +++ risico op ongevallen op diverse locaties Significante afname van het risico op ongevallen op 1 locatie of beperkte afname van het risico op ++ ongevallen op diverse locaties Beperkte afname van het risico op ongevallen op 1 locatie + Geen of verwaarloosbare wijziging in het risico op ongevallen 0 Beperkte toename van het risico op ongevallen op 1 locatie - Significante toename van het risico op ongevallen op 1 locatie of beperkte toename van het risico op ongevallen op diverse locaties Zeer significante toename van het risico op ongevallen op 1 locatie of significante toename van het risico op ongevallen op diverse locaties Effectgroep verkeersleefbaarheid Significantie Zeer significante toename van de oversteekbaarheid +++ Significante toename van de oversteekbaarheid ++ Beperkte toename van de oversteekbaarheid + Geen of verwaarloosbare wijziging in de oversteekbaarheid 0 Beperkte afname van de oversteekbaarheid - Significante afname van de oversteekbaarheid -- Zeer significante afname van de oversteekbaarheid --- Pagina 34 van 65

42 Effectgroep verkeersveiligheid De effecten inzake verkeersveiligheid betreffen wijzigingen in het optreden van het risico op ongevallen. Specifieke aandacht gaat naar de veiligheid van het gemotoriseerd verkeer dat het projectgebied wil bereiken en het langzaam verkeer. Ook de wijzigingen naar doorstroming op het wegennet worden beschreven. Een verhinderde doorstroming leidt tot grote verschillen in snelheid, waardoor conflicten ontstaan en de verkeersveiligheid afneemt. Andere veiligheidsaspecten op het wegennet zijn leesbaarheid, eenvormigheid en het afdwingen van de gewenste snelheid aan hand van de inrichting van de weg. Hierbij wordt onderstaand significantiekader gehanteerd. Significantiekader verkeerveiligheid Ten gevolge van de verkeersafname zullen alle bestaande Zeer significant positief +++ conflictpunten worden opgelost en zal de verkeersveiligheid in belangrijke mate verbeteren Ten gevolge van de verkeersafname zullen de bestaande Significant positief ++ conflictpunten in belangrijke mate worden opgelost en zal de verkeersveiligheid in belangrijke mate verbeteren De verkeersafname zal in beperkte mate een oplossing betekenen van Matig positief + bestaande conflictpunten en de verkeersveiligheid matig verbeteren Neutrale situatie op vlak van verkeersveiligheid Verwaarloosbaar 0 De verkeerstoename zal een lichte achteruitgang betekenen van de Matig negatief - verkeersveiligheid ten gevolge van een verhoging van het risico ter hoogte van de bestaande potentiële conflictpunten De verkeerstoename zal een aanzienlijke achteruitgang betekenen van Significant negatief -- de verkeersveiligheid ten gevolge van één of meerdere bijkomende conflictpunten De verkeerstoename zal een danig negatieve impact hebben op de verkeersveiligheid ten gevolge van een verhoogd risico ter hoogte van de bestaande potentiële conflictpunten en van één of meerdere bijkomende conflictpunten Zeer significant negatief --- Pagina 35 van 65

43 7.3.2 Bodem Methodologie Afbakening studiegebied Het studiegebied voor de discipline bodem is minimaal het projectgebied. In functie van de effectgroep wordt het studiegebied eventueel ruimer afgebakend. Structuurwijziging, profielwijziging, wijziging van de bodemkwaliteit en eventueel bodemerosie treden plaatselijk op ter hoogte van de werfzone. Voor deze effectengroepen zal het studiegebied zich bijgevolg binnen de grenzen van het projectgebied bevinden. Bodemzetting kan op grotere schaal optreden en dit als gevolg van een belangrijke langdurige belasting of ten gevolge van de ontwatering van een slappe, samendrukbare laag. Het studiegebied voor de effectgroep wijziging van de bodemkwaliteit wordt gevormd door het projectgebied, uitgebreid met de invloedssfeer van bemaling. Beschrijving referentiesituatie Te elementen Relevante informatiebronnen beschrijven Topografie a.d.h.v. een topografische kaart en terreinwaarnemingen Geologische opbouw Bodemgesteldheid Bodemgeschiktheid Bodemkwaliteit Beschrijving en beoordeling milieueffecten Structuurwijziging Profielwijziging Erosie Bodemzetting Topografische kaart Quartair- en Tertiairkaart voor Vlaanderen Dov.vlaanderen.be Boorstaten uitgevoerd in het kader van het voorliggend project Bodemkaart en verklarende tekst bij de bodemkaart (zie kaart 9). Bodemgeschiktheidskaart Bodemgebruikskaart Inventaris oriënterende en beschrijvende bodemonderzoeken en saneringsprojecten (OVAM), eventueel aangevuld met info van de gemeenten. Inzake structuurwijziging zal de aandacht vooral uitgaan naar bodemverdichting. Door het gebruik van zware machines tijdens de werken, kan er namelijk bodemverdichting optreden. De gevoeligheid voor bodemverdichting is afhankelijk van de bodemtextuur, de bodemstructuur en de waterhuishouding. De significantie van de bodemverdichting zal bepaald worden rekening houdend met de gevoeligheid van de bodemverdichting en de oppervlakte waarvoor de bodemverdichting zal optreden. Er wordt voor deze effectgroep geen significantiekader voorgesteld, wegens de eerder beperkte relevantie ervan door het voorkomen weinig verdichtingsgevoelige gronden (zie Kaart 6). Bijkomend wordt verwacht dat profielwijziging (zie hierna) over het algemeen de effecten van de structuurwijziging zal overtreffen. In het projectmer kan, indien nodig, ook de te vrijwaren zones voor stockage materieel aangegeven worden. Profielwijziging treedt op, daar waar uitgravingen en ophogingen voorzien worden of bij nivellering van het terrein. Criteria om de significantie van deze effectgroep in te schatten zijn: oppervlakte profielwijziging, diepte profielwijziging en de authenticiteit en zeldzaamheid van het bodemprofiel. Bij de bespreking van deze effectgroep komt niet enkel de profielwijziging op zich aan bod, maar wordt ook het grondverzet besproken, waarbij aandacht besteed wordt aan de globale grondbalans van de geplande ingrepen. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Bodemerosie kan mogelijks lokaal optreden ten gevolge van de grondwerken. Bodemerosie kan hier voornamelijk optreden ten gevolge van opstuivend zand (winderosie) bij de nivelleringswerken. Het erosierisico zal hoogstwaarschijnlijk beperkt blijven tot de periode van de aanlegfase. Criteria voor de bepaling van de significantie zijn: oppervlakte beïnvloed door erosie, intensiteit van de mogelijke erosieverschijnselen en de periode gedurende dewelke deze optreden. Deze effectgroep is bijgevolg van eerder beperkt belang, zodat hier dan ook geen significantiekader wordt voorgesteld. Bodemzetting kan optreden ten gevolge van de belasting of de ontwatering van een slappe samendrukbare laag. Het risico van bodemzetting is ondermeer afhankelijk van de aard van de ondergrond. Evaluatiecriteria zijn de omvang en duur van de belasting en zettingsgevoeligheid van de ondergrond. Rekening houdend met het feit dat er geen zettingsgevoelige bodemlagen zoals veen en klei in het projectgebied voorkomen, wordt deze effectgroep niet relevant geacht voor Pagina 36 van 65

44 Methodologie Bodemkwaliteit Grondverzet verder onderzoek. Beïnvloeding van de bodemkwaliteit kan optreden ten gevolge van de realisatie van het voorgenomen programma optreden als gevolg van de verspreiding van bodemvreemde stoffen in de grond aangevoerd via grondwater, oppervlaktewater en rechtstreeks via de bodem (calamiteiten o.m. met gevaarlijke producten, opspattend of afstromend wegwater, depositie van emissies, verspreiding van bestaande verontreiniging door potentiële bemaling ). Deze effectgroep is zowel relevant tijdens de aanlegfase als tijdens de gebruiksfase. Gezien de mogelijke overlap met de discipline grondwater wordt deze effectgroep daar behandeld. Profielwijziging effectbeschrijving significantie Geen vergraving; beperkte vergraving van weinig authentieke bodem; Verwaarloosbaar 0 grondbalans in evenwicht Matige vergraving van reeds verstoorde bodem; beperkte vergraving Matig negatief - van authentieke bodem; klein onevenwicht in de grondbalans Groot volume vergraving van reeds verstoorde bodem; matige Significant negatief -- vergraving van authentieke bodem; belangrijk onevenwicht in de grondbalans Groot volume vergraving van authentieke bodem; zeer belangrijk Zeer significant negatief --- onevenwicht in de grondbalans Grondwater Methodologie Afbakening studiegebied De afbakening van het studiegebied is afhankelijk van de effectgroep. Het studiegebied voor de grondwaterkwetsbaarheid komt overeen met het projectgebied zelf. Betreffende de grondwaterkwantiteit (vernatting/verdroging) is het studiegebied ruimer dan het projectgebied aangezien het de zone betreft waarbinnen de grondwaterstand wijzigt ten gevolge van de realisatie van voorgenomen project. De omvang hangt ondermeer af van de uitvoeringswijze. Bij de opmaak van voorliggende kennisgevingsnota is er nog geen zekerheid dat bemaling tijdens de aanlegfase noodzakelijk zal zijn. Dit zal uitgeklaard worden bij de uitwerking van het ontwerprapport. INdin bemaling noodzakelijk is zal het studiegebied zich uitstrekken tot die bemalingscontour. Het studiegebied voor grondwaterkwaliteit is het projectgebied en de ruime omgeving daar omheen. Calamiteiten tijdens en na uitvoering van de werken kunnen immers niet alleen een impact hebben op de grondwaterkwaliteit ter hoogte van het projectgebied, maar ook op de omgeving daar omheen (verspreiding via grondwaterstroming). Beschrijving referentiesituatie Te beschrijven elementen Relevante informatiebronnen Beschrijving en beoordeling milieueffecten Wijziging grondwaterkwantiteit (Verdroging/vernatting) Afwatering Beschrijving watervoerende lagen Grondwaterkwetsbaarheid Grondwatertafel (diepte grondwatertafel en grondwaterstroming) Grondwaterkwaliteit Topografische kaart Beschrijving geologische opbouw (discipline bodem) Beschrijving afwatering (discipline oppervlaktewater) Grondwaterkwetsbaarheidskaart, inventaris vergunde grondwaterwinningen, afbakening waterwingebieden en respectievelijke beschermingszones, (freatisch) grondwatermeetnet, dov.vlaanderen.be Watertoetskaarten Inventaris oriënterende en beschrijvende bodemonderzoeken en bodemsaneringsprojecten, eventueel aangevuld met info van de gemeenten Er wordt nagegaan in welke mate er tijdens of na uitvoering van de werken een wijziging optreedt in de grondwaterstand en de grondwaterstroming. Indien bemaling noodzakelijk is, zal de invloed van bemaling beschreven worden waarbij een inschatting gemaakt zal worden van de verwachte invloedsstraal t.g.v. bemaling. Na uitvoering van de werken kan er lokaal ter hoogte van de nieuwe verharde oppervlakte verdroging optreden, terwijl elders Pagina 37 van 65

45 Methodologie Wijziging grondwaterkwaliteit Wijziging grondwaterkwetsbaarheid (namelijk daar waar het water afstromend van de verharde oppervlakte terechtkomt) vernatting zal optreden. De grootte van dit effect zal afhankelijk zijn van de infiltratiemogelijkheden vanuit het bufferbekken en de infiltratiegrachten naar het grondwater. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Indien bemaling vereist is, zal op basis van de ingeschatte invloedsstraal van de bemaling en informatie omtrent de aanwezigheid van verontreinigingen binnen het studiegebied, nagegaan worden of de bemaling een verspreiding van bestaande verontreinigingen kan veroorzaken. De grondwaterkwaliteit kan daarnaast mogelijk beïnvloed worden door het project, namelijk door het optreden van calamiteiten tijdens of na uitvoering van de werken. Daarnaast kan afstromend wegwater de bodem- en grondwaterkwaliteit beïnvloeden, gezien dit mogelijk een verhoogde concentratie aan koolwaterstoffen (PAK s), zware metalen en zouten (afkomstig van strooizouten) bevat. De effectgroep wijziging grondwaterkwaliteit wordt uitsluitend kwalitatief besproken, rekening houdend met een inschatting van het risico van calamiteiten en met de verspreidingsmogelijkheden van verontreinigingen. Er wordt dan ook geen significantiekader voor deze effectgroep gegeven. Bij de effectgroep wijziging grondwaterkwetsbaarheid wordt nagegaan of de gevoeligheid van de watervoerende lagen voor verontreiniging wijzigt. Mogelijk zal de grondwaterkwetsbaarheid wijzigen door de uitgraving, ophogingen en verhardingen voorzien binnen het project. Criteria van deze effectgroep zijn: grondwaterkwetsbaarheid in de referentiesituatie en aard van de wijziging. De beïnvloede oppervlakte zal zo goed als niet wijzigen ten opzichte van de referentiesituatie. Gezien de lokale aard ervan, betreft dit een potentieel lokaal effect en wordt er geen significantiekader voor deze effectgroep gegeven. Wijziging grondwaterkwantiteit effectbeschrijving significantie (verdroging/vernatting) Beperkte of tijdelijke wijziging over kleine oppervlakte Verwaarloosbaar 0 Beperkte of tijdelijke wijziging over matige oppervlakte Matig negatief - Beperkte of tijdelijke wijziging over grote oppervlakte; gevoelige of Significant negatief -- langdurige wijziging over matige oppervlakte Gevoelige of langdurige wijziging over grote oppervlakte Zeer significant negatief Oppervlaktewater Methodologie Afbakening studiegebied De afbakening van het studiegebied is afhankelijk van de effectgroep. Het studiegebied is minimaal het projectgebied. Voor de waterlopen gelegen in de onmiddellijke omgeving (Windhalmbeek en Waanbeek, zie Kaart 8) wordt het studiegebied uitgebreid tot het stroomgebied van deze waterlopen. De waterkwantiteit- en kwaliteit wordt besproken voor het ruimere studiegebied, terwijl er wat betreft de structuurkwaliteit wordt toegespitst op het projectgebied. Beschrijving referentiesituatie Te beschrijven elementen Hydrografie Waterkwantiteit (peilen, debieten, overstromingsrisico) Ecologische kwaliteit Fysico-chemische kwaliteit o o o Biologische waterkwaliteit Structuurkwaliteit Relevante informatiebronnen Waterlopenkaart (VHA) (zie kaart 8) Disciplines bodem en grondwater en NOG-kaarten en ROG-kaarten Watertoetskaarten Bekken- en deelbekkenbeheerplannen Pagina 38 van 65

46 Methodologie Terreinwaarnemingen Beschrijving en beoordeling milieueffecten Wijziging oppervlaktewaterkwantiteit Wijziging ecologische kwaliteit Een wijziging van de waterkwantiteit treedt op wanneer de afwateringsstructuur wordt beïnvloed (bv. door de aanleg van de wegenis en toename van verharde oppervlakte). Van belang is de toename van de verharde oppervlakte en bijgevolg de versnelde waterafvoer. Toename aan verharde oppervlakte door gebouwen, parking en wegenis zal gepaard moeten gaan met voldoende waterberging. De benodigde bergingscapaciteit wordt benaderend berekend. Voortbouwend op het voorgaande wordt nagegaan in hoeverre het project een invloed heeft op de lokale overstromingsproblematiek die zich stroomafwaarts deze waterlopen voordoet. Een eventuele stijging/daling van de piekafvoer kan immers het overstromingsrisico beïnvloeden. De eventuele invloed van het project op de doorstromingsmogelijkheden wordt nagegaan. Indien er een impact mogelijk is, wordt nagegaan of deze een invloed heeft op de globale afwatering van de waterlopen en op het overstromingsrisico. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Op het vlak van de fysisch-chemische en de biologische waterkwaliteit wordt de mogelijke impact van calamiteiten op de oppervlaktewaterkwaliteit kort besproken. Daarnaast komt ook de mogelijke invloed van het afstromend wegwater op de waterkwaliteit aan bod. Verontreiniging van waterlopen kan tijdens de exploitatiefase optreden tijdens gebruik van de nieuwe wegenis. Van belang bij de evaluatie is de huidige waterkwaliteit en het al dan niet overschrijden van de oppervlaktewaterkwaliteitsnormen voor zover dit kan ingeschat worden. Er wordt nagegaan in hoeverre het project een invloed heeft op de structuurkwaliteit van de waterlopen (bv. indien overwelving noodzakelijk is). De impact op de structuurkwaliteit wordt geëvalueerd ten opzichte van de huidige structuurkwaliteit rekening houdende met de natuurlijkheid. Er worden lokaal ook nieuwe waterlopen (langsgrachten) gecreëerd. Ook hiervan wordt de structuurkwaliteit geëvalueerd. De significantie van deze effectgroep wordt algemeen beschreven. Rekening houdend met de algemene bespreking van deze effectgroep wordt hier dan ook geen significantiekader opgegeven. Wijziging oppervlaktewaterkwantiteit effectbeschrijving significantie Zeer significante afname van het risico op wateroverlast op 1 locatie of Zeer significant positief +++ significante afname van het risico op wateroverlast op diverse locaties Significante afname van het risico op wateroverlast op 1 locatie of Significant positief ++ beperkte afname van het risico op wateroverlast op diverse locaties Beperkte afname van het risico op wateroverlast op 1 locatie Matig positief + Geen of verwaarloosbare wijziging in het risico op wateroverlast Verwaarloosbaar 0 Beperkte toename van het risico op wateroverlast op 1 locatie Matig negatief - Significante toename van het risico op wateroverlast op 1 locatie of Significant negatief -- beperkte toename van het risico op wateroverlast op diverse locaties Zeer significante toename van het risico op wateroverlast op 1 locatie of significante toename van het risico op wateroverlast op diverse locaties Zeer significant negatief --- Pagina 39 van 65

47 7.3.5 Fauna en flora Fauna en flora Afbakening studiegebied Het studiegebied wordt afgebakend als het volledige gebied waarbinnen zich mogelijke effecten voordoen ten gevolge van de werkzaamheden en/of de aanwezigheid van de geplande infrastructuren. Het betreft namelijk de gehele zone waar ecotopen ingenomen of gecreëerd worden, die onderhevig is aan een gewijzigd geluidsklimaat, de zone waar eventueel effecten door verontreinigingen of door potentiële bemaling te verwachten zijn en de zone die eventueel beïnvloed wordt door versnippering en barrière-effecten. Beschrijving referentiesituatie Te elementen Relevante informatiebronnen beschrijven Beschrijving en beoordeling milieueffecten Ecotoop- /habitatwijziging: verlies en creatie Versnippering barrièrewerking Verstoring en Verdroging/vernatting Verontreiniging Beschrijving ecologische waarde met aandacht naar vegetatie als fauna. De inventarisatie van de fauna gebeurt op basis van literatuurgegevens en databanken en bevraging van terreinkenners. De belangrijkste habitatplekken van de (avi)fauna worden aangeduid. Tevens wordt nagegaan wat de functie is van het studiegebied (broedplaats, overwinteringsplaats, ). Bijzondere aandacht gaat uit naar natuurlijke gradiënten in het ruimere studiegebied. Hierbij wordt gesteund op de disciplines bodem en water. Beschrijving van de potenties in het studiegebied: de potenties zijn op de toekomst gerichte waarden waaraan een hoge waardering toegekend wordt. Deze worden besproken op basis van abiotische kenmerken ruimtelijke kwaliteiten (vb. aanwezigheid van een grote aaneengesloten open ruimte en verbindingsmogelijkheden met andere gebieden), relictpopulaties en juridische en beleidsmatige randvoorwaarden (bijvoorbeeld huidige beschermingsgraad). Biologische Waarderingskaart versie 2 (zie Kaart 11) Inventarisaties en waarnemingen natuurwerkgroepen Databanken Bestaande studies. Disciplines grondwater, oppervlaktewater, geluid en lucht Terreinwaarnemingen Ecotoop/habitatverlies doet zich voor bij de inname (verdwijnen) van ecotopen door de realisatie van voorgenomen programma. Een bepaalde oppervlakte aan ecotopen wordt tijdelijk (bvb. werfzone) en/of definitief (bvb. wegenis) ingenomen. Het ecotoopverlies wordt beschreven rekening houdende met de biologische waardering volgens de Biologische Waarderingskaart. De significantie hangt af van de ingenomen oppervlakte (relatief en absoluut), de ecologische waarde en zeldzaamheid van de ingenomen ecotopen. Langsheen de bermen van bv. nieuwe wegenis, kunnen bepaalde ecotopen gecreëerd worden. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Om het effect van versnippering te evalueren wordt nagegaan in hoeverre de geplande inrichting als een barrière fungeert voor soorten en vegetatietypes. Ook in hoeverre er randeffecten van belang zijn, bepaalt de invloed op habitatkwaliteit en -gebruik. Bijzondere aandachtspunten hierbij zijn mogelijke versnippering van de ecologische infrastructuur. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. De exploitatie gaat gepaard met geluidsverstoring, visuele verstoring en eventueel zelfs lichtverstoring. Het effect van de verstoring is afhankelijk van de aard, het tijdstip en de duur van de verstoring, van de afstand tot de verstoringsbron en de gevoeligheid van de fauna en flora. Aan de hand van literatuuronderzoek en informatie van de discipline geluid wordt nagegaan in hoeverre er een toename van de verstoring van fauna kan worden verwacht. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. De impact van wijzigingen van de hydrologie wordt geëvalueerd ten aanzien van de aanwezige natuurtypes en soorten. Dit effect wordt geëvalueerd aan de hand van informatie aangeleverd vanuit de disciplines grondwater en oppervlaktewater. De invloed van verdroging bij eventuele bemaling wordt geëvalueerd ten aanzien van de aanwezige natuurtypes. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Verontreiniging van grond- en/of oppervlaktewater veroorzaakt door calamiteiten of door afstromend wegwater kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van het ontvangende ecosysteem. Er zal worden nagegaan welke de mogelijke risico s (bedreigingen) zijn en welke Pagina 40 van 65

48 Fauna en flora de gevoeligheid van de habitats en soorten is. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van informatie afkomstig uit de disciplines bodem, grondwater en oppervlaktewater. De huidige kwaliteit en waarde van het ecotoop of habitat worden mee beschouwd bij de effectenevaluatie. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Ecotoop- en habitatwijziging: verlies en creatie Effectbeschrijving significantie een belangrijk areaal van een waardevol ecotoop ontstaat of optimale Zeer significant +++ habitatcondities voor een waardevolle soort positief Belangrijke areaaltoename van een waardevol ecotoop in verhouding tot het totale Significant ++ areaal binnen het studiegebied of belangrijke toename van een habitat van een belangrijke soort positief beperkte areaaltoename van een waardevol ecotoop in verhouding tot het totale Matig positief + areaal binnen het studiegebied of beperkte toename van de habitat voor een waardevolle soort geen of verwaarloosbare ecotoop/habitatverlies of beperkt areaalverlies van een Verwaarloosbaar 0 minder waardevol ecotoop/soort beperkt areaalverlies van een minder waardevol ecotoop in verhouding tot het totale Matig negatief - areaal binnen het studiegebied of inname van een minder waardevol ecotoop/habitat beperkt areaalverlies van een waardevol ecotoop of habitat van een waardevolle Significant -- soort in verhouding tot het totale areaal binnen het studiegebied negatief significant areaalverlies van een waardevol tot zeer waardevol ecotoop binnen het studiegebied of significante afname van habitat van een waardevolle soort Zeer significant negatief --- Versnippering en barrièrevorming Effectbeschrijving significantie De ecologische infrastructuur wordt op diverse locaties verbonden, migratiebarrières Zeer significant +++ worden opgeheven, samenhang wordt op grote schaal significant verbeterd, negatieve randeffecten worden opgeheven positief Een aantal migratiebarrières worden opgeheven; samenhang wordt lokaal Significant ++ significant verbeterd, lokaal ontstaan nieuwe migratiemogelijkheden, negatieve randeffecten worden in belangrijke mate gemilderd positief Samenhang wordt beperkt verbeterd, beperkte mitigerende maatregelen ten Matig positief + aanzien van migratieknelpunten en/of randeffecten. Geen of verwaarloosbare wijziging in bereikbaarheid of samenhang Verwaarloosbaar 0 De ecologische samenhang wordt beperkt verstoord, beperkte impact op migratie, Matig negatief - zachte barrière of barrièrewerking reeds aanwezig, tijdelijke barrière of negatieve randeffecten De ecologische infrastructuur wordt op 1 of diverse locaties doorsneden; harde Significant -- barrière, samenhang wordt lokaal significant verstoord, permanente barrière of randeffecten; impact op waardevolle soorten/ecotopen negatief De ecologische infrastructuur wordt doorsneden, harde barrière voor belangrijke soorten, samenhang wordt op grote schaal significant verstoord, permanente barrière of randeffecten; grote impact op waardevolle soorten/ecotopen Zeer significant negatief --- Verstoring Effectbeschrijving significantie Zeer significante buffering ten aanzien van bestaande verstoringsbronnen binnen Zeer significant +++ projectgebied of significante verbetering op diverse locaties positief Lokale buffering ten aanzien van bestaande verstoring van kwetsbare Significant ++ gebieden/soorten of beperkte verbetering op diverse locaties positief Lokale buffering ten aanzien van bestaande verstoring Matig positief + Geen of verwaarloosbare wijziging in de verstoring Verwaarloosbaar 0 Tijdelijke verstoring van niet-verstoringsgevoelige gebieden of soorten; vrij beperkte, Matig negatief - permanente verstoring van weinig verstoringsgevoelige gebieden of soorten Tijdelijke verstoring van niet-verstoringsgevoelige gebieden of soorten; vrij beperkte, permanente verstoring van weinig verstoringsgevoelige gebieden of soorten Significant negatief -- Pagina 41 van 65

49 Verstoring Effectbeschrijving significantie Permanente verstoring van verstoringsgevoelige, waardevolle gebieden of soorten Zeer significant --- negatief Verdroging/vernatting Effectbeschrijving significantie Globaal significant herstel van standplaatskenmerken in overeenstemming met de Zeer significant +++ ecologische potentie van de locatie, positief Significante lokaal herstel van de standplaatskenmerken in overeenstemming met Significant ++ de ecologische potentie van de locatie positief Beperkt herstel van de standplaatskenmerken in overeenstemming met de Matig positief + ecologische potentie van de locatie Geen of verwaarloosbare wijziging van de hydrologie of kortdurende, lokale Verwaarloosbaar 0 wijziging van de standplaats van een weinig gevoelig natuurtype of soort Beperkte wijziging van de hydrologie op 1 locatie, nadelig voor de beperkte Matig negatief - natuurwaarde van de locatie Tijdelijke wijziging van de hydrologie van een standplaats/habitat van een Significant -- waardevol, gevoelig natuurtype of soort of permanente beperkte wijziging van de standplaats van een gevoelig waardevol natuurtype of soortpotentiële of actuele natuurwaarde negatief Permanente wijziging van de hydrologie van een standplaats/habitat van een waardevol, gevoelig natuurtype of soort Zeer significant negatief --- Verontreiniging effectbeschrijving significantie Significante en globale sanering van bestaande verontreinigingen ter hoogte van Zeer significant +++ een waardevol ecotoop positief Significante verbetering van een bestaande verontreiniging Significant ++ positief Beperkte kwaliteitsverbetering van een bestaande verontreiniging Matig positief + Geen of verwaarloosbare wijziging Verwaarloosbaar 0 Beperkte en lokale verontreiniging van een reeds verontreinigd, weinig waardevol Matig negatief - ecotoop of habitat Verontreiniging van een voordien niet-verontreinigd, weinig gevoelig ecotoop of Significant -- habitat of significante bijkomende verontreiniging van een reeds matig verontreinigd ecotoop of habitat negatief Verontreiniging van een voordien niet-verontreinigd, waardevol, gevoelig ecotoop of habitat Zeer significant negatief --- Pagina 42 van 65

50 7.3.6 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Afbakening studiegebied Het studiegebied op macroschaal omvat het niveau van de landschapstypen. Deze omgeving wordt afgebakend tot de ruime zone tot waar het projectgebied waarneembaar is. Er wordt hiervoor gerekend met een contour van 5km rondom het projectgebied. Het studiegebied op mesoschaal omvat de onmiddellijke omgeving van het projectgebied. Algemeen wordt gesteld dat het mesoniveau zich uitstrekt tot 1,5 km rondom het projectgebied. De beschrijving van het studiegebied op microschaal betreft het projectgebied zelf. Beschrijving referentiesituatie Te elementen Relevante beschrijven informatiebronnen Beschrijving en beoordeling milieueffecten Wijzigingen landschappelijke structuur relaties Wijzigingen erfgoedwaarde en Macroniveau (contour 5km): Situering en beschrijving van landschapstypologie en cultuurhistorische context. Voor elk traditioneel landschap zijn beleidswenselijkheden geformuleerd die kunnen gebruikt worden als toetsingskader bij de effectbespreking. Mesoniveau (contour 1.500m, tot waar stereoscopisch zicht mogelijk is): een analyse in van de cultuurhistorische kenmerken, structuurelementen en van de perceptieve elementen in de onmiddellijke omgeving van het projectgebied; Beschrijving van hoge landschapswaarden, i.c. ankerplaatsen, relictzones en lijnrelicten. Microniveau een beschrijving van de landschapselementen en componenten. In deze beschrijving wordt onder meer aandacht besteed aan de positieve en negatieve beelddragers binnen het projectgebied. Luchtfoto s en historische kaarten (o.a. Ferrariskaart, ) Indeling van de landschappen in traditionele landschappen (naar Antrop en Van Damme, 1995). Relictenatlas Landschapskenmerkenkaart Landschapsrelictenatlas Beschermd erfgoed Centrale archeologische inventaris (CAI) Inventaris bouwkundig erfgoed Discipline Fauna en flora Structuurplannen Terreinwaarnemingen De impact op de samenhang/versnippering van waardevolle structuren en relaties en de verstoring van geomorfologische processen. De ruimtelijke en functionele samenhang wordt besproken binnen de discipline mens ruimtelijke aspecten. De wijzigingen in landschapsecologische processen wordt besproken in de discipline fauna en flora. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Er wordt aandacht geschonken aan de beschermde dorpsgezichten, het archeologisch patrimonium, het bouwkundig erfgoed, de relictzones, ankerplaatsen, lijnrelicten, wenselijkheden ten aanzien van het traditionele landschap, cultuurhistorisch belangrijke zones, historisch-geografische elementen en structuren, Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Om de significantie van de effecten op de erfgoedwaarde te bepalen wordt eerst de waarde van het erfgoed in de mate van het mogelijke ingeschat. Belangrijke criteria daarvoor zijn: Graad van bescherming: Beschermd/Aangeduide ankerplaats erfgoedlandschap / Ankerplaats / Bouwkundig erfgoed / Relict Ouderdom Gaafheid/staat (gaaf/gerestaureerd beperkt te restaureren, grondig te restaureren, vervallen en af te breken) Zeldzaamheid (Kenmerkend en uniek in de streek, sporadisch voorkomend, algemeen voorkomend in Vlaanderen) Ensemblewaarde/context (gave en waardevolle ensembles/context, ensembles/context met waardevolle elementen, volledig geïsoleerd geen ensemblewaarde/contextwaarde) Er wordt voorgesteld volgende waardering van het erfgoed te hanteren: Pagina 43 van 65

51 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Wijzigingen perceptieve kenmerken ZEER HOGE ERFGOEDWAARDE Beschermd erfgoed; opgenomen als te beschermen erfgoed Ankerplaats, erfgoedlandschap Gaaf, zeer kenmerkend/streekeigen landschapselement, bijzonder landschap HOGE ERFGOEDWAARDE Relictzone Beperkt aangetast, kenmerkend/streekeigen landschapselement, bijzonder landschap Lijnrelict, puntrelict Inventaris bouwkundig erfgoed MATIG ERFGOEDWAARDE Beperkt aangetast, matig kenmerkend/streekeigen landschapselement/landschap of gebouwen WEINIG ERFGOEDWAARDE Overige Structureel aangetast landschap of gebouwen Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Ook het aspect archeologie komt onder deze effectgroep aan bod. Een afzonderlijk significantiekader met betrekking tot het aspect archeologie wordt in deze kennisgevingsnota opgenomen. De wijziging aan perceptieve kenmerken zijn hoofdzakelijk visueel (bijvoorbeeld aanbrengen nieuwe kunstwerken) en auditief. Deze effecten kunnen een verandering van de aard van het landschapstype veroorzaken. Effecten hangen onder meer af van schaalvergroting of verkleining, toevoegen en verwijderen van elementen, inpasbaarheid, de mate van openheid, zichtbaarheid van de ingrepen, De landschappelijke inkleding van de nieuwe infrastructuur is in dit opzicht van bijzonder belang. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Onderstaand significantiekader inzake wijziging landschappelijke structuur en relaties houdt rekening met de graad van verandering, de mate van samenhang en de mate van versnippering. Wijziging landschapsstructuur en relaties Effectbeschrijving significantie Globaal herstel of opwaardering van waardevolle structuren of relaties Zeer significant +++ positief Lokaal herstel of opwaardering van waardevolle structuren of relaties of globaal Significant ++ herstel of opwaardering minder waardevolle structuren of relaties positief Lokaal herstel of opwaardering van landschapsstructuur en relaties Matig positief + Geen impact op samenhang of verstoring van processen Verwaarloosbaar 0 Beperkte, lokale verstoring of versnippering van landschapsstructuur en relaties of Matig negatief - beperkte verstoring van reeds aangetaste structuren of relaties Vrij beperkte verstoring of versnippering van waardevolle structuren of relaties of Significant -- een sterke, globale verstoring van reeds aangetaste structuren of relaties negatief Verstoring of versnippering van waardevolle structuren of relaties Zeer significant negatief --- Wijziging erfgoedwaarde Geringe Erfgoedwaarde erfgoedwaarde erfgoedwaarde erfgoedwaarde Vernielen (afbraak) Aantasting Beïnvloeding ensemblewaarde 0 -/-- --/ Beïnvloeding contextwaarde 0 -/-- --/ Restauratie/renovatie Hoge Zeer hoge Pagina 44 van 65

52 Ten aanzien van archeologie wordt volgend significatiekader als leidraad gehanteerd: Wijziging erfgoedwaarde archeologie Effectbeschrijving Significantie Verstoorde en vergraven bodem Verwaarloosbaar 0 Beperkt verstoorde en vergraven bodem Matig negatief -- Authentieke bodem maar beperkte vergraving en geen gekend Significant negatief -- archeologisch erfgoed Authentieke bodem met ruime vergravingen en gekend archeologisch erfgoed in de omgeving Zeer significant negatief --- Wijziging perceptieve kenmerken Effectbeschrijving significantie Belangrijke en globale meerwaarde voor perceptieve kenmerken, Zeer significant positief +++ waardevolle positieve beelddragers Belangrijke lokale meerwaarde voor perceptieve kenmerken Significant positief ++ Zeer lokale meerwaarde voor perceptieve kenmerken Matig positief + Geen impact op perceptieve kenmerken of zeer beperkte impact op Verwaarloosbaar 0 reeds sterk aangetaste kenmerken Beperkte aantasting van perceptieve kenmerken Matig negatief - Belangrijke lokale aantasting van perceptieve kenmerken Significant negatief -- Belangrijke en globale aantasting van perceptieve kenmerken Zeer significant negatief --- Pagina 45 van 65

53 7.3.7 Methodologie mens - ruimtelijke aspecten Mens (ruimtelijke aspecten) Afbakening studiegebied Het studiegebied wordt gedefinieerd als het gebied waarbinnen de geplande ingrepen en de effecten van die ingrepen op het vlak van de ruimtelijke functies merkbaar zijn. Dit gebied is vooral de onmiddellijk nabij gelegen woonstructuur, en de verkeerstructuur op lokaal en bovenlokaal niveau. Beschrijving referentiesituatie Te elementen Relevante beschrijven informatiebronnen Beschrijving en beoordeling milieueffecten Wijziging Ruimtegebruik Wijziging ruimtelijke structuur en samenhang, en barrièrewerking Wijziging milieukwaliteit Wijziging ruimtelijke kwaliteit Beschrijving van het (ruimtelijk) functioneren en dit voor wat betreft volgende gebruikersgroepen/functies: Wonen Kwetsbare locaties (scholen, RVT, ziekenhuizen) Bedrijvigheid Landbouw Recreatie en toerisme Bestaande interacties zoals ontsluiting van functies, barrièrewerking, hinder, worden onderzocht. Binnen een straal van 2 km zijn geen Seveso-inrichtingen gelegen. Er wordt maximaal gebruik gemaakt van de beschikbare gegevens over het studiegebied. Er wordt uitgegaan van de bodembestemmingen zoals die zijn vastgelegd in ruimtelijke plannen (gewestplan, BPA, ruimtelijke uitvoeringsplannen), aangevuld met topografische kaarten, luchtfoto s en eigen waarnemingen van de feitelijke toestand. Gewestplan, BPA s en RUP s Ruimtelijke structuurplannen op diverse beleidsniveaus Topgrafische kaarten en luchtfoto s Disciplines geluid en trillingen, lucht, mobiliteit en landschap Terreinwaarnemingen Het ruimtebeslag (winst en verlies) per functie wordt beschreven. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Barrièrewerking kan optreden als verbindingen al dan niet tijdelijk onderbroken worden. Met betrekking tot het langzaam verkeer wordt de impact van het project op fietsers nader onderzocht. Hierbij wordt geanalyseerd welke bestaande verbindingen verstoord worden. Verder wordt nagegaan in welke mate het project een impact heeft op de ruimtelijke structuur en samenhang in de omgeving. Ook de versnippering van ruimtelijke gehelen (zoals landbouwgebieden) wordt onderzocht. Een significantiekader wordt reeds in deze kennisgevingsnota opgenomen. Om het aspect hinder te beoordelen zal gesteund worden op de uitwerking van de discipline mobiliteit als de bespreking van de disciplines geluid en lucht in het planmer Afbakening regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. Het betreft in hoofdzaak de hinderaspecten naar omwonenden, recreanten en landbouwbedrijven. Ook de hinder tijdens de werkzaamheden zal aan bod komen. Voor de effectgroep hinderaspecten wordt bij de beoordeling van de significantie rekening gehouden met de duur van de hinder en het aantal gehinderden. Er wordt geen afzonderlijk significantiekader uitgewerkt. De visueel-ruimtelijke aspecten (visuele kwaliteit van de omgeving, sociale veiligheid, ) die beïnvloed worden door realisatie van voorgenomen project worden beschreven. Hiervoor wordt onder meer gesteund op de disciplines landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. De uiteindelijke beoordeling gebeurt louter kwalitatief. Er wordt geen significantiekader uitgewerkt. Wijziging ruimtegebruik Effectbeschrijving significantie geen of verwaarloosbare areaalverlies van de functie Verwaarloosbaar 0 geen onteigening van woningen of tuinen beperkt areaalverlies van de functie in verhouding tot het totale areaal binnen het Matig negatief - studiegebied geen onteigening van woningen, maar wel van tuinen horende bij woningen significant areaalverlies van de functie in verhouding tot het totale areaal binnen Significant negatief -- het studiegebied onteigening van 1 tot 3 woningen (quasi) volledig areaal van de functie binnen het studiegebied gaat verloren Zeer significant --- Pagina 46 van 65

54 onteigening van meer dan 3 woningen negatief Wijziging ruimtelijke samenhang en barrièrewerking Effectbeschrijving significantie diverse functies/locaties die op heden (quasi) niet bereikbaar waren, worden Zeer significant +++ ontsloten/ ruimtelijke samenhang wordt op grote schaal significant verbeterd positief 1 functie/locatie die op heden (quasi) niet bereikbaar was, wordt ontsloten/ Significant ++ bereikbaarheid is verbeterd op macroschaal/ruimtelijke samenhang wordt lokaal significant verbeterd positief bereikbaarheid van 1 functie/locatie is verbeterd/ruimtelijke samenhang wordt Matig positief + beperkt verbeterd geen of verwaarloosbare wijziging in bereikbaarheid of ruimtelijke samenhang Verwaarloosbaar 0 bereikbaarheid van 1 functie/locatie is verminderd/ruimtelijke samenhang wordt Matig negatief - beperkt verstoord bereikbaarheid van 1 functie/locatie is niet langer gegarandeerd/bereikbaarheid van Significant -- diverse functies/locaties is verminderd/ruimtelijke samenhang wordt lokaal significant verstoord negatief bereikbaarheid van diverse functies/locaties is niet langer gegarandeerd/ruimtelijke Zeer significant --- samenhang wordt op grote schaal significant verstoord negatief Pagina 47 van 65

55 Grensoverschrijdende effecten 8 Grensoverschrijdende effecten In het kader van voorliggend project worden geen grensoverschrijdende effecten verwacht. Pagina 48 van 65

56

57 Voorstel inhoudstabel projectmer 9 Voorstel inhoudstabel projectmer Kaartenlijst Verklarende afkortingenlijst I. Inleiding 1.1 Intentie 1.2 Betekenis projectmer en terinzagelegging 1.3 Milieueffectrapportage (m.e.r.) 1.4 Milieueffectrapport II. Situering en verantwoording 2.1 Situering 2.2 Verantwoording locatie III. Projectbeschrijving 3.1 Bouwprogramma 3.2 Ontsluiting projectgebied 3.3 Openingsuren 3.4 Tewerkstelling 3.5 Timing en fasering 3.6 Aanlegfase IV. Niet weerhouden alternatieven 4.1 Locatiealternatieven 4.2 Inrichtingsalternatieven V. Geplande ontwikkelingen 5.1 Ontsluitingsstudie op- en afrittencomplexen E Ontsluiting Jessa Ziekenhuis ha bijkomende regionale bedrijvigheid 5.4 Woonontwikkeling Sint-Lambrechts-Herk VI. Beschikbare informatie VII. Bespreking disciplines 7.1 Mobiliteit 7.2 Geluid en trillingen 7.3 Lucht 7.4 Bodem 7.5 Grondwater 7.6 Oppervlaktewater 7.7 Fauna en flora 7.8 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 7.9 Mens - ruimtelijke aspecten 7.10 Grensoverschrijdende effecten IX. Grensoverschrijdende effecten X. Integratie en eindsynthese Pagina 49 van 65

58 Voorstel inhoudstabel projectmer XI. Literatuurlijst XII. Verklarende woordenlijst Pagina 50 van 65

59 Bijlage 10 Bijlage Bijlage 2-1: Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Pagina 51 van 65

60

61 Data Inhoudelijk Relevant Bespreking relevantie Bijlage Pagina 52 van 65 Algemeen m.e.r.-decreet en uitvoeringsbesluit Decreet: 18/12/2002 Besluit: 10/12/2004 Regelt de m.e.r.-procedure en geeft de categorieën van ingrepen waarvoor een milieueffectrapport moet worden opgemaakt plan-m.e.r.-decreet en Decreet: 27/04/2007 Dit decreet (BS 20/06/07) vormt een wijziging op het uitvoeringsbesluit Besluit: 12/10/2007 m.e.r.-decreet en is sinds 01/12/07 in voege. Het regelt het toepassingsgebied, de inhoud en de procedure voor de opmaak van een planmer Besluit betreffende het Besluit: 18/04/2008 Voor wat betreft planmer s in het kader van een integratiespoor voor de RUP-procedure voorziet het plan-m.e.r.-decreet het milieueffectrapportage voor een integratiespoor. In Art van het plan-m.e.r.- ruimtelijk uitvoeringsplan decreet wordt de mogelijkheid voorzien om via een decreet of een besluit de procedure tot de opmaak van een planmer te integreren in de opmaakprocedure van een plan of een programma. Voor ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP s) is de procedurele integratie van het planmer en het RUP uitgewerkt in het integratiespoorbesluit voor RUP s. Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw Gewestplan Besluit: 28/12/1972 Geeft de bestemming en het gebruik van de gronden in Vlaanderen weer. Gewestplanwijzigingen worden niet meer doorgevoerd. In het decreet van 18 mei 1999 is immers vastgelegd dat in de toekomst bestemmingen vastgelegd worden in ruimtelijke uitvoeringsplannen. Vlaamse Codex Ruimtelijke Decreet: 08/05/2009 De Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening (een Ordening coördinatie van het decreet ruimtelijke ordening) voert vernieuwingen in op drie belangrijke punten: vergunningen, planologie en handhaving. Deze codex regelt de organisatie van de ruimtelijke ordening in J statsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van bouw van winkelcentra en parkeerterreinen) voor een in bijlage II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004 opgesomd project (rubriek 10b) is het van rechtswege planmer plichtig. Hiervoor werd reeds het planmer Afbakening van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk opgemaakt, waarin dit project als deelgebied vervat zat. landschappelijk waardevol agrarisch gebied (Kaart 5). Het GRUP afbakening kleinstedelijk gebied Hasselt-Genk zal deze bestemming wijzigen in functie van de gewenste stedelijke ontwikkelingsprogramma s in het kader van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk. bestuursniveaus, regelt de ruimtelijke structuurplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, stedenbouwkundige verordeningen, stedenbouwkundige vergunningen, Project-m.e.r.-plichtig (bijlage II, rubriek 10b J Aangezien het project het kader vormt voor een vergunning / J Het projectgebied is momenteel bestemd als J Basis voor het ruimtelijk planningsstelsel op die Voor de uitvoering van de plannen is een

62 Pagina 53 van 65 Bijlage Stedenbouwkundige vergunning Decreet: 18/05/1999, hoofdstuk III, afdeling 1, Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Haspengouw Voeren Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg artikel 99 23/09/1997 Herziening BS: 21/04/2004 Herziening BS: 17/12/2010 Vlaanderen en vervangt hierbij het Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober Vergunning nodig voor uitvoeren van werken die gespecificeerd zijn in het Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening Geeft een toekomstvisie over hoe we in Vlaanderen met onze schaarse ruimte moeten omgaan om een zo groot mogelijke ruimtelijke kwaliteit te krijgen (planhorizon loopt tot 2007); Het RSV behandelt de structuurbepalende elementen op Vlaams niveau. 05/12/2005 In uitvoering van het RSV, stelde de Vlaamse Goedgekeurd: 12/02/2003 Actualisatie definitief vastgesteld op 16/05/ 2012 overheid ruimtelijke visies op landbouw, natuur en bos op. Voor de regio Limburgse Kempen en Maasland (2008) werd ha herbevestigd agrarisch gebied goedgekeurd. Er werd eveneens een operationeel uitvoeringsprogramma goedgekeurd. Het PRSV behandelt de structuurbepalende elementen op provinciaal niveau. stedenbouwkundige vergunning vereist. J Een stedenbouwkundige vergunning is onder andere vereist voor het aanleggen van verhardingen, reliëfwijzigingen (grondwerken) en voor het gebruik van grond om een vaste inrichting op te plaatsen. Voor voorliggend project is een stedenbouwkundige vergunning vereist. B Het projectgebied is gelegen in het regionaalstedelijk gebied (RSG) Hasselt Genk. De selectie als RSG gebeurde in het RSV en de concrete afbakening gebeurde door het Vlaams gewest in samenspraak met de provincie en de betrokken gemeenten. Het RSG Hasselt-Genk maakt deel uit van het stedelijk netwerk het Limburgs mijngebied. Ieder stedelijk gebied wordt beschouwd als een economisch knooppunt. Het regionaalstedelijk gebied Hasselt-Genk maakt deel uit van het economisch netwerk van het Albertkanaal. B Het projectgebied is gelegen in herbevestig agrarisch gebied. B Het projectgebied is volgens het Ruimtelijk Structuurplan Limburg gelegen op de grens van de regio Midden-Limburg (deelgebied verstedelijkte randzone) en regio Haspengouw en Voerstreek (deelgebied lintlandschap Vochtig- Haspengouw). Relevante ontwikkelingspercpectieven opgenomen in het structuurplan met betrekking tot het project zijn: - De hoofdweg E313 is belangrijk voor het

63 Pagina 54 van 65 Bijlage gemeenschappelijk beeld, en niet enkel als ontsluiting van de hoofdruimte, maar ook als locatie voor bijkomende ontwikkelingen. Het gebied rondom de E313 heeft immers mogelijkheden voor verdere ruimtelijk-economische ontwikkeling. Gemeentelijk Demervallei (deelruimte Verstedelijkt gebied Hassel) en hoofdruimte Haspengouw (deelruimte Herkenrodebos), waarbij de E313 de grens vormt tussen beide. De visie voor deze zone langs de E313 is het beheren en ontwikkelen van verwevingsgebieden. ruimtelijk Goedgekeurd: 29/10/2009 Het GRS behandelt de structuurbepalende elementen B Volgens het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Hasselt is structuurplan Hasselt op gemeentelijk niveau. het projectgebied gelegen op de grens van de hoofdruimtes K.B. 4 juni 1958 voor gebieden langs autosnelwegen Wet betreffende het vervoer van gasachtige producten door middel van leidingen en uitbreidingsbesluiten Milieu- en ruimtelijke veiligheid Besluit houdende nadere regels inzake de ruimtelijke veiligheidsrapportage Decreet houdende algemene bepalingen in verband met milieubeleid (DABM) Vlarem I en II en milieukwaliteitsnormen 1958 Geen bouwwerken noch verhardingen zijn toegestaan in de vrije zone van 30 m langs de autosnelweg (te rekenen vanaf 1 meter voorbij de buitenkruin van de gracht van de autosnelweg). J Het projectgebied is gelegen langs de E /04/1965 Afstandszones tot pijpleidingen en verboden (en J Dit wordt meegenomen in de discipline mens KB 11/03/1966, 25/07/1967 toegestane mits schriftelijke toestemming) activiteiten en 21/09/1988) en zones 26/01/2007 Regelt de ruimtelijke veiligheidsrapportage J Indien 1 of meerdere stoffen boven een bepaalde 05/04/1995 Creëert een algemeen juridisch kader voor het J Het gemeentelijk milieubeleidsplan Hasselt beschrijven milieubeleid ter overkoepeling van de bestaande acties met betrekking tot mobiliteit, natuurwaarden, integraal sectorale regelingen en omvat dus de doelstellingen waterbeheer, geluidshinder, Voor zover relevant zullen en de beginselen voor het milieubeleid in Vlaanderen deze bij de respectievelijke disciplines aan bod komen. 01/09/1991 (Vlarem I) Omvat het Vlaamse reglement op de J Milieukwaliteitsnormen voor water, bodem en geluid 01/08/1995 (Vlarem II) milieuvergunningen; bevat onder meer de te En latere wijzigingen respecteren immissienormen voor lucht, bodem, water en geluid Klimaatplan Limburg TACO2-20 mei 2011 Geeft doelstellingen om tegen 2020 de Provincie B Dit plan beschrijft de maatregel die in Limburg kunnen

64 Pagina 55 van 65 Bijlage Plan Limburg CO 2 neutraal te maken. De wetenschappelijke basis van het Limburgse klimaatplan werd opgemaakt in de TACO-2 studie. Windplan Limburg Goedgekeurd op Stelt een plan voorop voor het onderzoek naar de 08/03/2012 meest geschikte locatie voor de inplanting van een Kleine wijziging clustering van windmolens langs grote goedgekeurd op 12/07/2012 lijninfrastructuren. Mobiliteit Mobiliteitsplan Vlaanderen 10/2003 Bepaalt het Vlaamse mobiliteitsbeleid voor de komende jaren. Het plan tracht de bereikbaarheid van steden en dorpen te garanderen, iedereen gelijkwaardig toegang tot mobiliteit te geven, de verkeersveiligheid te vergroten, een leefbare mobiliteit te realiseren en de milieuvervuiling terug te dringen Gemeentelijk mobiliteitsplan Conformverklaring: 2000 In een gemeentelijk mobiliteitsplan worden alle Hasselt ruimtelijke en verkeersontwikkelingen in kaart gebracht en worden samenhangende verkeersmaatregelen en ruimtelijke en ondersteunende maatregelen voorgesteld, die nadien in concrete acties worden omgezet Mobiliteitsplan Hasselt/Genk Synthesenota goedgekeurd De steden Hasselt en Genk maken een gezamenlijk mobiliteitsplan op met de focus op een verbetering van de verkeersveiligheid, de leefbaarheid en de bereikbaarheid van het verstedelijkt gebied in Midden- Limburg. Tevens wordt een regionaal verkeersmodel op niveau van de vervoerskern ontwikkeld. Bovenlokaal fietsroutenetwerk Fietsnetwerk opgesplitst in verschillende categorieën: Provincie Limburg hoofdroutes, functionele fietsroutes en alternatieve functionele fietsroutes. worden ingezet in de transitie naar een klimaatneutraal 2020 met betrekking tot mobiliteit, gebiedsontwikkeling, bebouwing, Voor zover relevant zullen deze bij de respectievelijke disciplines aan bod komen. B onderzoeksgebieden voor de mogelijke inplanting van windmolens. Het projectgebied is gelegen op de grens van de onderzoeksgebieden: het stedelijk netwerk Midden- Limburg en het verlint landschap in Vochtig-Haspengouw. Het projectgebied werd echter niet angeduid als geschikte ruimte voor de inplanting van bijkomende grootschalige windturbines. mobiliteitsbeleid en duurzame mobiliteit in Vlaanderen. Hierbij worden doelstellingen en beleidsvoornemens inzake verkeersveiligheid geformuleerd. zullen worden meegenomen in de discipline Mobiliteit. in de discipline Mobiliteit indien beschikbaar. De Sint-Truidersteenweg ten oosten van het projectgebied is aangeduid als hoofdroute, en de Runkstersteenweg ten noordoosten van het projectgebied is aangeduid als Het plan heeft een selectie gemaakt van vijf B Dit plan vormt een algemeen kader voor het B De relevante acties/projecten uit de mobiliteitsplannen B De relevante acties/projecten zullen worden meegenomen

65 functionele fietsroute. Pagina 56 van 65 Bijlage Geluid Besluit van de Vlaamse 22/07/2005 Dit besluit bevat de omzetting van de Europese Regering inzake de evaluatie en Richtlijn 2002/49/EG in Vlarem. In dit besluit worden beheersing van de factoren Lden en Lnight als omgevingslawaai geluidsbelastingsindicatoren naar voor geschoven. Daarnaast wordt een methodiek mbt beheersing van het omgevingsgeluid vastgelegd (opstellen geluidsbelastingskaart, vaststellen knelpunten, voorlichting en opmaak actieplan). Ontwerptekst verkeersgeluid 1998 In 1998 heeft Aminal in samenspraak met AWV en een college van erkende MER-deskundigen in geluid en trillingen een ontwerptekst opgesteld voor wegverkeersgeluid. De bepalingen in de ontwerptekst zijn enkel van toepassing op het geluid voortgebracht door het wegverkeer op openbare wegen (gewestwegen, provinciale wegen) met een jaargemiddelde verkeersintensiteit (Iv) van minstens voertuigen pae (16 uurswaarde: 6 tot 22 h). J De geluidsbelastingsindicator Lden en de verschillende maatregelen worden gehanteerd bij de uitwerking van de discipline Geluid B Dit wordt meegenomen binnen de discipline geluid Gedifferentieerde referentiewaarden discussienota LNE Lucht Kaderrichtlijn(96/62/EG) en dochterrichtlijn inzake 19/09/2008 Consensus tekst met vermelding van te hanteren richtwaarden voor weg- en spoorverkeer. De principiële referentiewaarden voor nieuwe situaties bedragen: L den = 55 db L night = 45 db De principiële referentiewaarden voor bestaande situaties bedragen: L den = 65dB L night = 55 db 27/09/1996 Vormt de basis voor het luchtbeleid binnen de Europese Unie. In de dochterrichtlijnen worden voor J Dit wordt meegenomen binnen de discipline geluid J Dit wordt meegenomen binnen de discipline lucht

66 Pagina 57 van 65 Bijlage luchtkwaliteit 13 luchtverontreinigende stoffen luchtkwaliteitsnormen opgelegd. Kyoto protocol 1997 Protocol waarbij waarin verschillende industrielanden de verbintenis aangaan de uitstoot van broeikasgassen tussen 2008 en 2012 met gemiddeld 5 % te verminderen ten opzichte van De broeikasgassen die in het Protocol van Kyoto beschouwd worden, zijn koolstofdioxide, methaan, lachgas, HFK s, PFK s en SF6. Het Protocol van Kyoto is in werking getreden sinds 23/10/04. Europese richtlijn 2001/81/EG 27/11/2001 De in 2010 te bereiken emissieplafonds (National het NEC-reductieprogramma Emission Ceilings, NEC), worden vermeld in Bijlage 1 van de NEC-richtlijn. Naast het voldoen aan deze emissieplafonds legt de richtlijn op dat de lidstaten een programma opstellen voor een geleidelijke vermindering van de nationale emissies van de betrokken stoffen (NOx, SO2, VOS en NH3). Op 12 december 2003 keurde de Vlaamse Regering het reductieprogramma goed. Het programma legt de grote lijnen van het emissiereductiebeleid voor deze stoffen tot 2010 vast. Bodem Bodemsaneringsdecreet Decreet: 22/02/1995 en Het decreet schept een wettelijk kader dat toelaat Uitvoeringsbesluit en Vlarebo wijzigingen beslissingen inzake bodemsanering op systematische Besluit: 05/03/1996 en wijze te nemen aanvullingen Decreet betreffende de Decreet: 27/10/2006 Het nieuw bodemdecreet is in werking sinds 01/06/08 bodemsanering en Vlarebo: 14/12/2007 en vervangt het vroegere bodemsaneringsdecreet. bodembescherming, Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en bodembescherming B Dit wordt meegenomen binnen de discipline lucht J Dit wordt meegenomen binnen de discipline lucht J Voor grondverzet van meer dan 250 m³, ook van nietverdachte gronden, moet een technisch verslag en bodembeheerrapport worden opgemaakt, zelfs indien de uitgegraven grond wordt toegepast binnen dezelfde kadastrale werkzone of op de eigendom van de eigenaars van de uitgegraven grond. J In het nieuwe decreet zijn de fundamentele principes uit het oorspronkelijke bodemsaneringsdecreet behouden. Een aantal wijzigingen situeren zich op het gebied van saneringsplicht en overdracht van gronden: er wordt een duidelijke definitie gegeven van de saneringsplichtige, het begrip overdracht van gronden

67 Wet op de bevaarbare 05/10/1992 Duidt onder meer aan welke waterlopen als / In het studiegebied zijn geen bevaarbare waterlopen Pagina 58 van 65 Bijlage werd gewijzigd bodemonderzoek- en sanering: de procedures werden gewijzigd ifv een efficiënter proces en afstemming met het (her)ontwikkelen van een grond. Voor een overzicht van de beschrijvende bodemonderzoeken en bodemsaneringsprojecten in de omgeving van het projectgebied wordt verwezen naar Kaart 7. Afvalstoffendecreet Decreet: 02/07/1981en Regelgeving met betrekking tot het achterlaten, J Indien bij de werkzaamheden grond vrijkomt, dient deze als en Vlarea en Vlarema wijzigingen opslaan, verwijderen en beheren van afval. afvalstof te worden beschouwd. Deze kan enkel als aan de Vlarea: 17/12/2004 Vlarema: vervangt het Vlarea. Regelgeving voor het voorwaarden van Vlarema is voldaan wordt, gebruikt Vlarema: goedkeuring duurzaam beheer van materiaalkringlopen en worden als secundaire grondstof (hergebruik als bodem). Bij 17/02/2012 afvalstoffen. aanvoer moet de aangevoerde bodem voldoen aan de specifieke voorschriften (attest) (zie ook Vlarebo) Delfstoffendecreet en uitvoeringsbesluit Mestdecreet (Decreet houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen) 4/04/2003 Streeft naar een beter beheer van de oppervlaktedelfstoffen en wil minstens de effectieve ontginning mogelijk maken. De nodige instrumenten worden in het decreet voorzien 22/12/2006 en wijzigingen Heeft tot doel om het leefmilieu te beschermen tegen verontreinigingen van meststoffen J Dit aspect komt aan bod bij de discipline bodem. J Binnen de discipline mens-ruimtelijke aspecten wordt de inname van agrarisch gebied en verlies van mestafzettingsgebied onderzocht. Grondwater en oppervlaktewater Grondwaterbescherming 24/01/1984, gewijzigd bij Regelt de bescherming van het grondwater tegen J In het studiegebied worden geen beschermingszones (grondwaterdecreet) decreten van 12/12/1990 en verontreiniging. Het omvat onder meer de inzake grondwaterwinning aangetroffen. De impact van 20/12/1996 reglementering betreffende de grondwaterwinning, onder meer mogelijke bemaling wordt nagegaan in de alsook bepaalt het de afbakening van discipline grondwater. waterwingebieden en beschermingszones rond drinkwaterwinningen Wet op de onbevaarbare waterlopen 28/12/1967 Deelt de waterlopen in verschillende categorieën in, geeft aan wie er bevoegd is voor het beheer alsook bepalingen naar beheer en onderhoud toe J Langs de noordoostelijke grens van het projectgebied loopt de Windhalmbeek (3 de categorie) (Kaart 8).

68 Pagina 59 van 65 Bijlage waterlopen bevaarbare waterlopen worden beschouwd gelegen. Regelgeving inzake wateringen 05/07/1956 Regelt de bevoegdheid van de wateringen met als doel in te staan voor de permanente afwatering van lagergelegen gronden. Oorspronkelijk was dit voornamelijk in functie van landbouw, maar sedert het decreet integraal waterbeleid is de taak van de wateringen meer multifunctioneel. Regelgeving inzake Polders 03/06/1957 Regelt de bevoegdheid van de polders met als doel om het binnendijkse land te behoeden voor overstromingen door de zee, en het instellen van een optimaal peil in functie van het multifunctioneel gebruik van de gronden (eerst gericht op landbouw, nu sedert het decreet integraal waterbeleid meer multifunctioneel) Decreet integraal waterbeleid Decreet: 19/06/2003 Legt de principes, doelstellingen en structuren vast Besluit: 31/10/2006 voor een duurzaam waterbeleid conform de bindende bepalingen van de Europese Kaderrichtlijn Water. Via dit decreet worden een aantal nieuwe instrumenten ingevoerd - zoals de watertoets - die de overheid in staat moeten stellen een effectief beleid inzake integraal waterbeheer te voeren. Het waterbeheer wordt voortaan beschouwd per deelbekken Gewestelijke 01/10/2004 Stedenbouwkundige verordening inzake stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Dit besluit gaat uit van het principe dat hemelwater ineerste instantie dient hergebruikt te worden, in tweede instantie in de bodem infiltreert en in laatste instantievertraagd wordt afgevoerd. Het besluit is ondermeer van toepassing op het bouwen of herbouwen van gebouwen vanaf 75 m² dakoppervlakte, uitbreidingen vanaf 50 m² dakoppervlakte en aanleg van verhardegrondoppervlaktes vanaf 200 m². / In het studiegebied zijn geen wateringen actief. / Er zijn geen polders actief in het studiegebied. Het project is onderhevig aan de verplichting tot opmaak van een watertoets. Het projectmer zal hiertoe de nodige elementen aanleveren. De overstromingsgebieden worden weergegeven op Kaart 8. Relevante acties uit het bekkenbeheerplan van de Demer worden in de discipline water geverifieerd met het voorliggend project. J Dit wordt meegenomen binnen de disciplines grond- en Oppervlaktewater.

69 Pagina 60 van 65 Bijlage Krachtlijnen voor een 23/03/1999 Dit besluit regelt de voorwaarden en de verhoudingen geïntegreerd rioleringsbeleid waarin het Gewest bijdraagt bij de bouw en verbetering van openbare riolen. Tevens werden een aantal codes van goede praktijk (herwaardering van grachtenstelsels en hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen) toegevoegd aan de bestaande codes Waterkwaliteitsdoelstellingen 24/05/1983 en aanvullingen Met dit besluit werden door de Vlaamse Regering de oppervlaktewateren aangeduid die bestemd zijn voor de productie van drinkwater, zwemwater, schelpdierwater en viswater. Voor deze oppervlaktewateren gelden de overeenkomstige milieudoelstellingen zoals bepaald in hoofdstuk 2.3 van titel II van Vlarem Fauna en flora Regelgeving betreffende vrije 26/04/1996 en 18/07/2003 In de Beschikking van de Benelux Economische Unie vismigratie (26 april 1996) en in het Decreet Integraal Waterbeleid wordt vooropgesteld dat in alle waterlopen van de hydrografische stroomgebieden van de Benelux vrije migratie van alle vissoorten mogelijk gemaakt wordt tegen begin 2010 Decreet betreffende het 21/10/1997 en aanvullingen Heeft tot doel een verregaande bescherming, natuurbehoud en het natuurlijke ontwikkeling en herstel van het natuurlijk milieu te milieu verwezenlijken. Belangrijk hierbij is het stand-still principe. Tevens voorziet het in de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON). Art. 16, art. 26 bis en art. 36 ter leggen de opmaak van respectievelijk een natuurtoets, VEN-toets en passende beoordeling vast. Vlaamse en/of erkende Art. 32 en 33 van Natuurgebieden die van belang zijn voor het behoud natuurreservaten natuurdecreet en ontwikkeling van de natuur of het natuurlijk milieu kunnen door de Vlaamse Regering worden aangewezen of erkend als natuurreservaat J Vooral de codes van goede praktijk met betrekking tot te voorziene buffervolumes en infiltratiemogelijkheden zijn van belang J Langs de noordoostelijke grens van het projectgebied loopt de Windhalmbeek, dewelke als waterkwaliteitsdoelstelling de basiskwaliteit heeft. J Indien relevant zal dit besprtoken worden bij de discipline fauna & flora. / Er komen geen VEN-gebieden voor in het studiegebied (zie Kaart 9). / Er komen geen natuurreservaten voor in het studiegebied.

70 Pagina 61 van 65 Bijlage NATURA 2000; Speciale Europese regelgeving die NATURA 2000 is het streven van Europa om een beschermingszones werd omgezet in Vlaamse samenhangend Europees netwerk te vormen van wetgeving via het gebieden en beschermingszones. Omvat speciale natuurdecreet beschermingszones aangewezen in toepassing van de Europese Vogelrichtlijn 79/409/EEG (2 april 1979) en Habitatrichtlijn 94/43/EEG (21 mei 1992). Ramsargebieden 1971 De Conventie van Ramsar heeft tot doel de bescherming van waterrijke gebieden van internationaal belang. Bosdecreet 13/06/ 1990 Regelt het behoud, bescherming, aanleg en beheer van bossen in Vlaanderen. Beschermde dieren en planten 16/02/76 Regelgeving die bescherming regelt van dieren en 22/09/80 planten en beperkingen inhoudt naar vervoer, plukken of vangen, Overeenkomst voor de Conventie werd door België Deze conventie handelt over de bescherming van bescherming van vleermuizen ondertekend op 1/10/1990 migrerende wilde diersoorten, dus bescherming over als uitvloeisel van de Conventie en op 3/05/2002 (BS 24 juli) de grenzen heen. Bepaalt dat het opzettelijk vangen, van Bonn door Vlaanderen houden of doden van vleermuizen verboden is. bekrachtigd; trad in werking Tevens dienen sites te worden aangeduid en op 2/06/2003 beschermd die belangrijk zijn voor instandhouding van deze dieren (zoals ook voorzien in de Europese Habitatrichtlijn 92/43/EEG (21 mei 1992) Bermdecreet 27/06/1984 Doet aanbevelingen naar bermbeheer in functie van de bescherming van fauna en flora Gemeentelijk Kaderde in het milieuconvenant (overeenkomst tussen natuurontwikkelingsplan de Vlaamse en lokale overheden) en heeft als (GNOP) bedoeling om op gemeentelijk vlak het natuurbestand in kaart te brengen en het beleid te schetsen dat ervoor moet zorgen dat de natuur maximale overlevings- en ontplooiingskansen krijgt. Deze werden meestal vertaald in specifieke acties Regionaal landschap Art. 54 van decreet op Betreft een gebied met landschappelijke waarde en natuurbehoud waarrond op initiatief van de Provincie een samenwerkingsverband tussen gemeenten wordt / studiegebied (zie Kaart 10). studiegebied. Fauna en flora. en flora Fauna en flora. worden bij de beoordeling van de effecten van de discipline fauna en flora. Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren. Er komen geen speciale beschermingszones voor in het / Er zijn geen Ramsargebieden gesitueerd in het J In het projectgebied zijn een aantal bospercelen gelegen. J Dit komt aan bod binnen de bespreking van de discipline B De relevantie zal nagegaan worden in de discipline fauna J Dit komt aan bod binnen de bespreking van de discipline B Het document zal als algemeen beleidskader meegenomen B Het projectgebied valt binnen het werkingsgebied van het

71 Pagina 62 van 65 Bijlage opgezet Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Decreet tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten Decreet betreffende de landschapszorg 03/03/76 en aanvullingen De bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten wordt geregeld door de wet van 7 augustus 1931, aangevuld door het Decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van Monumenten en Stads- en Dorpsgezichten, met latere wijzigingen. Dit decreet regelt de bescherming, instandhouding, onderhoud en herstel van monumenten, stads- en dorpsgezichten 16/04/96 en aanvullingen Regelt de bescherming van landschappen en de instandhouding, het herstel en het beheer van beschermde landschappen, ankerplaatsen en erfgoedlandschappen. Stelt maatregelen vast voor de bevordering van de algemene landschapszorg. Ankerplaatsen kunnen worden aangeduid bij besluit van de Vlaamse Regering. Wanneer de bepalingen uit de ankerplaatsen worden opgenomen in de ruimtelijke uitvoeringsplannen, spreekt men van erfgoedlandschappen. Landschapsatlas 15/06/01 De Landschapsatlas geeft een inventaris van de Decreet op het archeologisch patrimonium landschappelijke relictgebieden van Vlaanderen. Volgende soorten relicten worden onderscheiden: relictzones, ankerplaatsen, lijnrelicten, puntrelicten en zichten. 30/06/1993 en 28/02/2003 Regelt de bescherming, het behoud, de instandhouding, het herstel en het beheer van het archeologisch patrimonium en organiseert en reglementeert de archeologische opgravingen. Conventie van Malta 16/01/1992 Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed. - Art. 5.3 stelt dat milieueffectrapportages en de daaruit voortvloeiende beslissingen ten volle rekening houden met archeologische J dorpsgezichten en landschappen gelegen. In de ruimere omgeving situeert zich een beschermd monument (Kaart 14). De relevantie zal nader bekeken worden in de dsicipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. ankerplaatsen gelegen (Kaart 13). lijn- en puntrelicten gelegen. De relevante relicten in het studiegebied worden besproken in de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (Kaart 13). archeologisch bodemarchief te beschermen of te onderzoeken. Hierop zal verder ingegaan worden bij de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. archeologisch bodemarchief te beschermen of te onderzoeken. Hierop zal verder ingegaan worden bij de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie In het projectgebied zijn geen beschermde stads- en / In het studiegebied zijn geen beschermde landschappen of J In het projectgebied zijn geen relictzones, ankerplaatsen, J Maatregelen dienen te worden genomen om het J/B Maatregelen dienen te worden genomen om het

72 Pagina 63 van 65 Bijlage Inventaris van het bouwkundig erfgoed Beheer open ruimte, ruilverkaveling, landinrichting en natuurinrichting vindplaatsen en hun context. - Art. 5.4 legt op om zorg te dragen, wanneer bestanddelen van het archeologische erfgoed zijn gevonden gedurende bouwwerkzaamheden. - In artikel 6.2. wordt bepaald passende maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat bij grote particuliere of openbare ontwikkelingsprojecten de totale kosten van eventuele noodzakelijk daarmee verband houdende archeologische verrichtingen worden gedekt door gelden afkomstig uit de overheid- of privésector, al naargelang. Op de begroting voor deze projecten dient eveneens een post opgenomen te worden voor voorafgaande archeologische studies en onderzoeken, voor beknopte wetenschappelijke verslagen, alsmede voor de volledige publicatie en registratie van de bevindingen. De inventaris van het bouwkundig erfgoed ( Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed in Vlaanderen ) vormt een gebiedsdekkend overzicht van het bestaande bouwkundige erfgoed zowel beschermd als nietbeschermd in Vlaanderen. Actueel wordt de vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed voorbereid. Deze vaststelling leidt tot een wettelijke erkenning van de objecten die opgenomen zijn Heeft als doel de open ruimte zodanig in te richten dat alle facetten die in het gebied aanwezig zijn zich volwaardig kunnen ontwikkelen. VLM werd opgericht om deze taak tot landinrichting uit te voeren. Bij een ruilverkaveling ligt de hoofdaandacht op de landbouw, bij een natuurinrichting op het behoud van fauna en B In het projectgebied is geen bouwkundig erfgoed gelegen. Het aanwezige erfgoed. Binnen de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie wordt de relevantie nagegaan van het bouwkundig erfgoed binnen het studiegebied nagegaan. / Er zijn geen ruilverkavelings-, landinrichtins- of natuurinrichtingprojecten in de onmiddellijke omgeving aanwezig.

73 Pagina 64 van 65 Bijlage flora, steeds rekening houdend met het multifunctioneel buitengebied

74

75 Kaartenbundel 11 Kaartenbundel Kaart 1 Kaart 2 Kaart 3 Kaart 4 Kaart 5 Kaart 6 Kaart 7 Kaart 8 Kaart 9 Kaart 10 Kaart 11 Kaart 12 Kaart 13 Kaart 14 Kaart 15 Kaart 16 Topokaart mesoschaal Topokaart microschaal Orthofoto Stratenplan Gewestplan Bodemkaart OVAM Vlaamse hydrografische atlas VEN-gebieden SBZ-gebieden Biologische waarderingskaart Habitatkaart Landschapsatlas Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten en bouwkundig erfgoed Landbouwwaarderingskaart Herbevestigd agrarisch gebied Pagina 65 van 65

76

77 Legende: ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 1: Situering in de ruimere omgeving Opdrachtgever: IKEA Belgium NV meter Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 1995 Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _01_TOPO_MACRO.mxd algemene situering projectgebied

78 Legende: ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 2: Situering op topokaart Opdrachtgever: IKEA Belgium NV meter Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 2001 Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _02_TOPO.mxd algemene situering projectgebied

79 Legende: ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 3: Situering op orthofoto Opdrachtgever: IKEA Belgium NV Source: Esri, DigitalGlobe, GeoEye, i-cubed, USDA, USGS, AEX, Getmapping, Aerogrid, IGN, IGP, swisstopo, and the GIS meter User Community Datum : december 2013 World Imagery Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _03_ORTHO.mxd algemene situering projectgebied

80 Legende: ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 4: Situering op stratenplan Opdrachtgever: IKEA Belgium NV meter OpenStreetMap (and) contributors, CC-BY-SA Datum : december 2013 OpenStreetMap Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _04_STRATENPLAN.mxd algemene situering projectgebied

81 Legende: algemene situering projectgebied woongebied woongebied met landelijk karakter woonuitbreidingsgebied gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut parkgebieden bufferzones groengebied natuurgebied agrarische gebieden landschappelijk waardevolle gebieden ambachtelijke bedrijven en kmo's bestaande autosnelwegen ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 5: Situering op gewestplan meter Opdrachtgever: IKEA Belgium NV Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 2001; AGIV, Gewestplan, 2011 Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _05_GWP.mxd 0600

82 Pccz Pdcz Ldcz Lhcz Pccz Ldc OB Lecz Pccz Ldcz Lhcz Legende: algemene situering projectgebied 01. Antropogeen 09. Nat zandleem 10. Vochtig zandleem Ldcz OB Pdcz Pccz Pccz Pdcz Pdcz Pccz OB Pccz Ldcz OB OT Ldcz Lecz Phcz Pdcz Ldcz Ldcz Pdcz Ldcz Pdcz Phcz Licz Lhcz Pdcz OB Ldcz OB Ldcz OB Lhcz OB Lhcz OB Ldcz Ldcz OB Pdcz Ldcz Ldcz Lhcz Ldcz Lhcz meter ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 6: Bodemkaart Opdrachtgever: IKEA Belgium NV Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 2001; AGIV, Bodemkaart Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _06_BODEM.mxd

83 Legende: algemene situering projectgebied Oriënterend bodemonderzoek Beschrijvend bodemonderzoek Bodemsaneringsproject Eindevaluatieonderzoek meter ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 7: Bodemonderzoeken OVAM Opdrachtgever: IKEA Belgium NV Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 2001; OVAM, dossierinfo Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _07_OVAM.mxd

84 Legende: algemene situering projectgebied VHA - Waterlopen Bevaarbaar Geklasseerd, eerste categorie Geklasseerd, tweede categorie Geklasseerd, derde categorie Niet geklasseerd Overstromingsgevoelige gebieden Effectief overstromingsgevoelig W ind Doorm aalbee k Mogelijk overstromingsgevoelig ek be lm ha He lb e ek kaart 8: Waterlopen en Watertoest Opdrachtgever: IKEA Belgium NV meter Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 2001; AGIV, VHA, Watertoets Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _08_VHA.mxd k ee nb aa W ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA

85 Legende: algemene situering projectgebied Erkend Natuurreservaat gen geno nvwg 0,5 1 2 km Het Vijvergebied Midden-Limburg Het Herkenrodebos ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 9: VEN- en natuurgebied De Herk De Herk De Herk Opdrachtgever: IKEA Belgium NV Mombeek meter Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 1995, 2001; AGIV, Natuurreservaten, VEN-gebieden Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _09_NATUUR_VEN.mxd 0

86 Legende: algemene situering projectgebied Habitatrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden 0,5 1 2 km Bokrijk en omgeving ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 10: Speciale beschermingszones Opdrachtgever: IKEA Belgium NV Bossen en kalkgraslanden van Haspengouw meter Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 1995, 2001; AGIV, SBZ Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _10_SBZ.mxd 0

87 Legende: algemene situering projectgebied biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 11: Biologische waarderingskaart Opdrachtgever: IKEA Belgium NV meter Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 2001; INBO, BWK, 2010 Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _11_BWK.mxd belangrijke faunistische waarde

88 Legende: algemene situering projectgebied Habitatcode meter ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 12: Habitatkaart Opdrachtgever: IKEA Belgium NV Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 2001; INBO, Habitat Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _12_HABITAT.mxd

89 Legende: algemene situering projectgebied! puntrelicten lijnrelicten ankerplaatsen relictzone Abdijsite Herkenrode De me r+ Domein van Bokrijk afg esn ede n Herkenrodebos en kasteel van Stevoort me and er Groot Hilst s Kapel van Hilst ProjectMER Grootschalige detailhandel IKEA kaart 13: Landschapsatlas Middenloop van de Mombeek Momb eek en bov0en 0,5 lopen Opdrachtgever: IKEA Belgium NV 1 2 km meter Datum : december 2013 NGI, Topografische kaart, 2001; AGIV, Landschapsatlas Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden P:\1900\0001\MER\1_Kenn_NPC\3_Graf\1_Graf_Werk\KAARTEN\ \ _ _13_LANDSCHAPSATLAS.mxd Kasteel van Runkst

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving WOORD VOORAF: Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving De bedoeling van dit voorwoord is om een kort overzicht te geven van de mer-procedure. Tevens

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus 2015 Karen Polfliet Arcadis Belgium Inhoud: - MER plicht en - procedure - Inhoud van de kennisgeving - Aspecten van het MER-onderzoek - Inspraakmogelijkheden

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Eurostadium Brussels

Eurostadium Brussels Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Infomoment Verapazbrug

Infomoment Verapazbrug Infomoment Verapazbrug Toelichting kennisgevingsnota project-mer 08 december 2015 P/A BOVA ENVIRO+ NV WELLINGSTRAAT 102 9070 DESTELBERGEN Tel.: + 32 9 328 11 40 - Fax: + 32 9 328 11 50 Inhoud Mer: wat

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Ontwikkeling van een winkelcomplex op de voormalige ACEC-terreinen te Gent

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Ontwikkeling van een winkelcomplex op de voormalige ACEC-terreinen te Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van een attractiepark Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren. Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Goedkeuring project-milieueffectrapport Ontwikkeling van veld 12 van project The Loop (Gent)

Goedkeuring project-milieueffectrapport Ontwikkeling van veld 12 van project The Loop (Gent) 0 Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring project-milieueffectrapport

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Richtlijnen milieueffectrapportage Uitbreiding

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Project:

Project-MER-Verslag. Project: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 WelkoM Hallo, Deze leeswijzer begeleidt u doorheen de kennisgevingsnota van het milieueffectenrapport voor de ontsluiting Haspengouw

Nadere informatie

RUP Oude Dokken Gent

RUP Oude Dokken Gent Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG 1 Aangeschreven adviesinstanties Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP Klein Schrieken te Heist-op-den-Berg in het kader

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

planmer N74 04005746 Projectstudies (inc. MER, GRUP, RVR, ontwerp) ten behoeve van de realisatie van de Noordzuidverbinding te Houthalen-Helchteren

planmer N74 04005746 Projectstudies (inc. MER, GRUP, RVR, ontwerp) ten behoeve van de realisatie van de Noordzuidverbinding te Houthalen-Helchteren Deel 3:Algemene principes INHOUDSTAFEL DEEL 3 3 Algemene principes...1 3.1 Afstemming planuitwerking op het doel van het mer...1 3.2 Receptorgerichte effectgroepenbenadering...2 3.2.1 Receptoren...2 3.2.2

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG?

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? KNOKKE Blokkersdijk Sint-Annabos E34 Charles de Costerlaan Vlietbos Middenvijver R1 Zwijndrecht Blancefloerlaan P. Coplaan Galgenweel Burchtse Weel E17 GENT Burcht Schelde WAT

Nadere informatie

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota ZELZATE RUP EUROHAL 01.06.2018 WWW.VENECO.BE I. COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Planid: RUP_43018_214_00006_00001 Versie Datum Omschrijving

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT

TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT TRACÉ EN PLANMER STUDIE TRAMLIJNEN VLAAMS BRABANT STAND VAN ZAKEN 08.11.2012 Opzet van de studie TRECHTERINGSTUDIE KENNISGEVINGSNOTA ONDERZOEK RUIMTELIJKE INPASSING PLAN MER Afgelegd traject tot kennisgevingsnota

Nadere informatie

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota December 2010 COLOFON Opdrachtgever: Turnhout Project: RUP De Hoogt Opdrachthouder: Projectteam: Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Project:

Project-MER-Verslag. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan?

Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan? Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan? Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)? - Plan waarmee de overheid in een bepaald gebied (het plangebied ) de bodembestemming vastlegt - Een Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Nadere informatie

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring van de

Nadere informatie

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax (02)553 80 75 www.mervlaanderen.be Verzoek tot ontheffing van

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Project AVEVE NV op Aarschotsesteenweg te Wilsele (Leuven) Initiatiefnemer:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Project AVEVE NV op Aarschotsesteenweg te Wilsele (Leuven) Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan procesnota 1 Procesnota 1 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overlegstructuur... 4 2.1 Planteam...

Nadere informatie

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo)

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat Procesnota Gemeentebestuur Beveren Stationsstraat 2 9120 Beveren Gaspar Bosteels Ruimtelijk

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Nippon Shokubai ECA 3 -project. Initiatiefnemer: Nippon Shokubai Europe Nieuwe Weg 1 Haven Zwijndrecht

Project-MER-Verslag. Nippon Shokubai ECA 3 -project. Initiatiefnemer: Nippon Shokubai Europe Nieuwe Weg 1 Haven Zwijndrecht Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Ruimtelijke ordening. Uitvoering RSPA : PRUP Oude

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

KLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel

KLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel KLANKBORDGROEP 2 PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel 7 9-10-2013 AGENDA 1. verwelkoming 2. bespreking inhoud kennisgevingsnota op hoofdlijnen 3. tafeldebatten 4. kort refl ectiemoment

Nadere informatie

Windturbineproject Maatheide te Lommel

Windturbineproject Maatheide te Lommel Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Kennisgeving plan-mer Regionaal bedrijventerrein Wommelgem-Ranst

Kennisgeving plan-mer Regionaal bedrijventerrein Wommelgem-Ranst Kennisgeving plan-mer Regionaal bedrijventerrein Wommelgem-Ranst Informatievergadering dinsdag 15 april 2008, Ranst Economisch Netwerk Albertkanaal 1 Verwelkoming en verloop van de avond Sofie Vandelannoote

Nadere informatie

Beslissing over het gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Uitbreiding activiteiten Compagnie Belge de Manutention in Gent

Beslissing over het gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Uitbreiding activiteiten Compagnie Belge de Manutention in Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, Milieueffectrapportage Graaf

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES Definitieve versie Opdrachtgever: LNE, afd. AMNE, dienst Mer COLOFON Opdracht: Handleiding participatie in het m.e.r.-proces Definitieve versie Opdrachtgever:

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek !"# $"""%&'(( )"!*++,-#"-./0)"!*++,-#"-.+ Project-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport Project: MER Prayon te Ruisbroek Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat 31 2870 Ruisbroek 6 augustus 2007

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem 06426 Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem mei 2019 procesnota - fase startnota plan.id. RUP_37011_214_00009_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be

Nadere informatie

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning RUP KLEINHANDELSZONE VEJA VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING Adviesinstanties en uitgebrachte adviezen Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP in het kader van de planmer screening werd op 8

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Renogen biomassa-wkk te Ham

Renogen biomassa-wkk te Ham Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Plan-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

MER in de omgevingsvergunning

MER in de omgevingsvergunning MER in de omgevingsvergunning Inhoud Wat zijn de grote veranderingen? Wat is er nieuw in het algemeen? Welke wetgeving is er? Toelichting over de project-mer-procedure Handleiding voor INI/deskundigen

Nadere informatie

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12 Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan procesnota 1 Procesnota 1 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overlegstructuur... 4 2.1 Planteam...

Nadere informatie

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n de R U P s V r o e

Nadere informatie

PITTEM RUP DE POSTERIJ

PITTEM RUP DE POSTERIJ 06008 PITTEM RUP DE POSTERIJ DECEMBER 2018 procesnota plan.id. RUP_37011_2.14_00010_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E info@wvi.be datum aanpassing fase algemeen

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

M. e.r.-screening

M. e.r.-screening RUP Nanove gedeeltelijke herziening 1. O VERLEG EN INSPRAAK 1. 1. M. e.r.-screening Dossiernummer SCRPL15 1.1.1. Advies dienst MER De dienst MER formuleerde in zijn contact op 3/3/15 een aantal opmerkingen

Nadere informatie

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ

2 planningsproces. ting van: DD-MM-JJJJ PROCESNOTA 1 inleiding 2 planningsproces geïntegreerd planningsproces maand De Vlaamse Regering bekrachtigde op 1 juli 2016 het decreet waardoor de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen

Nadere informatie

PlanMER ZO en NO omleidingsweg te Tongeren

PlanMER ZO en NO omleidingsweg te Tongeren PlanMER ZO en O omleidingsweg te Tongeren Kaartenbundel Definitief Grontmij Belgium V Mechelen, 24 juni 2014 Verantwoording Titel : PlanMER ZO en O omleidingsweg te Tongeren Subtitel : Kaartenbundel Projectnummer

Nadere informatie

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit De gemeenteraad Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 25 januari 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00029 Onderwerp: Definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP nr. 164 Wonen

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor de Oostelijke Tangent te Sint-Niklaas en Temse

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor de Oostelijke Tangent te Sint-Niklaas en Temse Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke 25 APRIL 2014. - Decreet houdende het rechtsherstel van ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de planmilieueffectrapportage werd opgesteld met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18

Nadere informatie

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Toelichting van de inspraakprocedure voor de realisatie van de projectgebieden van het Sigmaplan. weg van water uitvoeringsplan.indd 1 15/06/2009

Nadere informatie

Hervergunning van de volledige eenheid en uitbreiding met een zesde gietinstallatie CORUS Aluminium NV

Hervergunning van de volledige eenheid en uitbreiding met een zesde gietinstallatie CORUS Aluminium NV Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Optimalisatie slibstort Callemansputte te Zelzate.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Optimalisatie slibstort Callemansputte te Zelzate. ! "#$%&&'()*+$%&&'(&,,,# # Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing Project: Optimalisatie slibstort Callemansputte te Zelzate Initiatiefnemer: Afdeling Maritieme Toegang Tavernierkaai

Nadere informatie

VR DOC.0014/ mei 2011 PLIR-0050-GK

VR DOC.0014/ mei 2011 PLIR-0050-GK VR 2017 1301 DOC.0014/18 Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 5 april 1995

Nadere informatie

adviezen n.a.v. planmer-screening

adviezen n.a.v. planmer-screening adviezen n.a.v. planmer-screening RUP nr. 6 Kragenwiel gemeente Bornem september 2012 ADVIES ONTWERPER colofon project: RUP Kragenwiel opdrachtgever: GEMEENTE BORNEM opdrachtnemer: OMGEVING cvba uitbreidingstraat

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie